ERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Protestvergadering tegen het Héér Belgisch Tractaat TWEEDE BLAD. D@ KOLONIËN. JEKKERS FEUILLETON. Geldkoningen. 25e Jaargang N». 95 Woensdag 2C October -326 OosMndië. COMMISSARIAAT VOOR INDISCHE ZAKEN BIJ HET MINISTERIE VAN KOLONIËN. Gen gecommitteerde voor In dische zaken. Li verband met het telegram uit Batavia, waai in werd medegedeeld, dat op het bij don Volksraad ingediend ontwerp der unn vul lings- begrooting voor het volgend jaar gelden zijn uitgetrokken voor de instelling van een „Agent schap" der Indische Regecring bij het minis terie van koloniën wordt nog het volgende ge meld Dc maatregel, waarin in het telegram ge doold wordt, houdt verband met dc nieuwe Indische Staatsregeling. Reeds vóórdat deze aanhangig werd ge maakt, was. in de praktijk de behoefte geble ken van een orgaan der Indische regecring in Nederland, waaraan de Gouverneur-Generaal rechtstreeks de behartiging van sommige aan gelegenheden zou kunnen opdragen. Onder de zaken, diehet ministerie van koloniën thans voor Indië heeft te behartigen zijn er toch vele, die feitelijk vollen buiten de taak, die de minister van koloniën als deel van de Neder- lundsche regeering heeft t© vervullen. Dg Indische Stantsrcgeling, die bij het op treden op 16 Mei 1927 van den op den voet dier .Vet gevormden Volksraad volledig in wer king zal treden, legt nu bovendien de rege lingsbevoegdheid ten aanzien van tol van on derwerpen, waarvoor deze tot dusver bij - de Kroon berustte, in handen van den Indischen wetgever. Onder de met gebruikmaking van die bevoegdheid te regelen aangelegenheden zijn er verschillende, die in Nederland tc ver richten uitvoeringsdaden meebrengen. De be hoefte aan een eigen orgaan van de Indische regecring hier te lande spreekt daardoor nog sterker. Aan dc instelling van een eigenlijk gezegd „agentschap" zullen evenwel zeer ingrijpende wettelijke en administratieve voorzieningen moeten voorafgaan in de eerste plaats zal de Indische Comptabiliteitswet- daarvoor moeten worden gewijzigd. Om nu de invoering der nieuwe werkwijze niet geheel te verschuiven totdat allo voorbereidingen zijn getroffen, waarmede nog veel tijd gemoeid zal zijn. wordt overwogen de indienststelljng van een „Gecom mitteerde voor Indische zaken" bij het minis terie van koloniën. De bedoeling van dien maatregel is om zoo spoedig mogelijk binnen het kader der be staande wettelijke voorschriften tot een werk wijze te geraken, welke die van het gedachte „agentschap" benadert. Daartoe zullen eventueel onder den Gecom mitteerde worden samengebracht de bureaux en instellingen yan het ministerie van koloniën, welke thans reeds uitsluitend zaken behande len, die later door een Agentschap dienen te Morden behartigd. Men denke hier in de eersto plaats aan de tegenwoordige bemoeienis van het Departement met de aanwerving cn uitzen ding van personeel, de aanschaffing van goe deren voor den Indischen dienst, vcrlofs- en pensioenaangelegenhcden en dergelijke. Om dezen provisoiren maatregel te doen slagen zal den Gecommitteerde, die zfch in de' eerste plaats heeft te richten naar de aan den minister kenbaar gemaakte wenschen van de Indische regeering, bij de afdoening van zaken een zekere mate van zelfstandigheid dienen to worden toegekend. Waar hij hier te lande evenwel zal moeten handelen namens den minister van koloniën, zal hij aan dezen recht streeks ondergeschikt moeten zijn en zal geen wijziging komen in de verantwoordelijkheid van den minister voor de handelingen van dat deel van het Departement, dat onder den Gecom mitteerde wordt gestold. De kosten van een deel daarvan komen nu reeds ten laste van de Indische begrooting in den vorm van restitutie der uitgaven n£n de Ncderlandsche schatkist. Die restitutie zal eventueel voor het geheel der kosten van het Commissariaat kunnen worden uitgebreid. Een ovcrweld gend betoog tegen het tractaat. Het pub'iek scheen diep doordrongen van het [andsgevaarlijk karakter dat dit trac aat eigen is. Voor oen ovcrtalrijk publiek heeft gister avond in „De Twee Steden" tc 's-Gravenhage de groote openbare vergadering plaats gehad, belegd doot het N> 'ionaol Comité van Actie, tegen hel verdrag met België. De Voorzitter, Mr. J. Luden spriik een kort openingswoord, waarna Prof. Mr. F. de. Vries, Hooglecraar aan de Ned. Hondelshoo- gcschool, zijn rede aanving Rede prof. Dc Vries. Spreker behandelde dc economische zijde van het verdrag. Op dc vraag wat biedt ons het verdragantwoordde spreker louter na deel, slechts op één punt ook cenig economisch voordpcl. Drie onderwerpen komen hierbij aan de orde de Scheldoregeling, het kanaal Ant- werpert-MoerdiiK cn de overige kanalen. Bij dc Scheldcregeling staan naar spr. mo^nt andere staatsrechterlijke bezworen op den voorgrond, maar de economische schaduwzij den ontbreken waarlijk niet. De kosten van-ver betering en onderhoud van de Schelde zijn tot dusver als enkel in Antwerpens belang voor Belgische rekening geweest, voortaan zouden wij dc rivier in den tegemvoordigen staat van bevaarbaarheid hebben te houden, een aan vankelijk geheel ongelimiteerde verplichting thans echter, bij het Protocol van Mei 192Ö, tot een nog steeds vrij hoog maximum be perkt. Geheel nieuw zijn dc bevoegdheden welke de commissie van beheer die feitelijk, gelijk generaal Van Oort heeft opgemerkt, eenc me dc-souvereiniteit over de Schelde in het leve* roept ten opzichte van -onze oevers krijgt. Tevpnover dc vele nadoelen staat volgens spr. voor Nederland geen enkel voordeel. Spr. wil geenszins zeggen, dat nieuwe verplichtingen of verzwaring van lasten door Nederland in geen geval zoudoh kunnen worden aonvaard Dit zou echter alleen op zijn plaats zijn ia ecr% verdrag dat Nederland's souvereine rechten en vitole belangen niet aantast en met wederzijd» sche behoeften rekening houdt. Van veel grootcr. gewicht acht spr. dc be zwaren tegen hot konaal At werpen'Moerdijk welk kanaal afmetingen zal hebben als geen ander binnenscheepvaartkonaal ter wereld. Slui zen zullen er zoo weinig mogelijk moeten ziin, d.w.z. slechts ééri. Een dergelijk kanaal, nl blijkt de afstand langer, hetgeen echter op den ge- heelcn afstand niet veel beteekent, zal Antwer pen een waterweg geven, welke in menig op zicht beter is dan de open waterweg naar Rot- terdnm. Waartoe moet dit kanaal nu dienen Om Antwerpen boven dit alles nog de eerste of een der eerste Rijnhavens tc maken. Het is zijn goed recht, hiernaar met eerlijke middelen te streven. Maar moeten wij, mogen wij daartoe medewerken ten koste van eigen welvaart De positie van Rotterdam is meer precair don dia van Antwerpen. Van den uitvoer gaat 95 van het geheela zeeverkeer ongeveer 80 langs den Rijn. Het aandeel van Rotterdam overig Nederland en Antwerpen in het eindverkeer staat ongeveer in de verhouding 6:2:2. Sedert het begin dezer eeuw is, ondanks den enormen groei van het Rijnvcrkecr, in deze verhouding weinig wijziging gekomen. Een ingrijpende verande ring zaJ nu door het nieuwe kanaal worden ge bracht. Het aantal van Antwerpen zal toene men ten koste van Rotterdam en Amsterdam Spr. wijst voorts op het nadeel dot door het kanaal door Limburg naar Ruhrort voor Ne derland zal ontstaan. De betere scheepvaartverbinding van Luik naar Maastricht is het cenige punt dat ook aan Nederland eenig voordeel biedt. Wat is het, dat wij hij de aanvaarding van dit verdrag ten offer zouden brengen Niet onze welvaart alleen, maar de bestaansvoor waarden van de komende generaties. Over de bronnen van onze volkswelvaart hebben we niet de vrije beschikking. Als tijdelijke, beheerders is het onze plicht deze ongeschonden aan het nageslacht over te dragen. Dit verdrag aan vaardende, zou volgens spr. onze volksverte genwoordiging in de vervulling van den eer sten plicht te kort schieten. RECl AMES. Vun 1—4 regels 4 05, elke regel meer Rede generaal Snijders. Hierna was het woord aan generaal Snijders, j die dc militaire zijde van het verdrag bchan- deldi Als zwak bewapende natie mogen wc niets v erzuimen om onze bescheiden materieele machtspositie te steunen door onbetwistbare rechten en zuiver nlgebokende rechtsverhou dingen. welke in het verdrag scherp en zui ver behooren te zijn omschreven. Nu onze ver houding tot België opnieuw wordt geregeld, moeten bestaande strijdpunten worden wegge ruimd, en mogen dubbelzinnigheden in dc om schrijving der rechtsverhoudingen niet de bron worden van nieuwen rechtsstrijd vooral te genover België moeten wij de uiterste voorzich tigheid betrachten na de verregaande poging tot annnexatie van Nedetlandsch gebied en do ongehoorde eischen der Belgische regeering ten opzichte van dc souvercinitcit op de Wcs- tor-Schelde. Het verdrag opent den weg tot nieuwe ge schillen en kan in tijd van oorlog of oorlogs gevaar België een voorwendsel bieden om zijn vermeend recht, ook tegen ons verzet in, te doen gelden. Laten wij Belgische oorlogs schepen tot de Westerscheldo toe, dan schen den wij onzen onzijdigheidsplicht, dan zal Bcl- gie's tegenpartij ons in derr strijd wikkelen, mede toegang tot dc Schelde eischen of zich verschaffen en ons territoir tot operatie- cn gevechtsterrein maken. Ten slotte het Wielingenvraagstuk. Aongo- zien dot onopgelost is gebleven, zal België's vermeende aanspraak op dc volle souvereini- teit op de geheelc Wielingen cr in geval van oorlog of oorlogsgevaar toe kunnen leiden, dat het aon onzp oorlogsschepen dc in-'cn uit vaart uit de Wester-Schelde naar volle zee be let, waardoor Vlissingen zijn waarde als ma rinestation zou verliezen, waarbij in 't oog te houden, dat de Wielingen het eenige vaarwa ter tusschen de Schelde en de open zee is dot door duikbooten in ondergedompeldcn toe stand kan worden bevaren. Wij moeten verlangen dat in het verdrag de weg wordt vastgesteld, waarlangs de oplos sing van het Wielingenvraagstuk zal verkre gen worden, hetzij arbitrage, hetzij onderwer ping van het vraagstuk aon het Permanent Hof van Internationale Justitie. Besluitende, is spr. van meening, dat men de door hem geopperde bezwaren tegen het verdrag, door hem hoogst ernstig geacht, be schouwen moet in het gehcclc complex van nadoelen en losten, welke het verdrag ons op legt en welke tezamen tot verwerping moeten leiden. Rede prof. Moresco. Prof. <Jr. E. Moresco, oud-vice-prcsident van den Raad van Ncd.-Indië, besprak den inter- nation^l-politicken kant van het verdrag. Als wij met België in oorlog waren geweest en wij waren overwonnen, don zouden wij, al dus spr., het behoud van onze provinciën goarnc hebben gekocht met kanalen, die onze havens bedreigen,een Scheldccommissic die onzen wetgevers dc wet stelt en met zware geldelijke offers. Wij koopen daarmee thans echter niets an ders dan de minachting der wereld, in de eerste plaats van België. De groote mogendheden hebben den Belgi schen eisch tot afstand van Zeeland en Lim burg niet gesteundwij mogen er hun dank baar voor zijn, maar was het iets anders dan de erkenning van ons goed recht Wie dc Belgische territoriale eischen in het geding brengt, leeft geheel buiten de sfeer van het recht en verzuimt den plicht om mee te bouwen aan dc orde, waarvan do Volkenbond het symbool is. Grondstelling der verdediging is de bewering dat het niéuwe tractaat een uitbouw is van het oude, dat van 1839. Deze grondstelling is evenwel onjuist, het nieuwe tractaat is volstrekt geen aanpassing van dc oude regeling aan de huidige omstandigheden; het is een geheel nieuwe regeling, die aan Nederland niet meer laat don den naam van souverein, maar in derdaad een eind maakt aan de Nederland- KLEERMAKER!) Fa. E. L. J. LAMMER TS Amersfoort Groningen UttecYschewen 38 Tel.587 sche souVerciniteit over de Wester-Schelde. Prof. Colenbrander cn mr. Van Vcsscm heb ben met dc stukken aangetoond, dot de rege ling van 1839 niet anders beoogde dan aan België vrijheid van verkeer over de Ncder landsche wateren te verzekeren. Spreker wijst er op hoe dc toestand zal wor den als het verdrag van 1925 wordt geratifi ceerd. Nederland zal het op diepte houden van do vaargeul betalen. Die verplichting, waarvan niemand ,dcn omvang van dc toekomst kan schatten was in het verdrag zelfs in het geheel niet begrensd. Nog minder dan dc regeling van het onder% houd kan de regeling van het bohccr der Schei- do als een eenvoudige uitbouw van het trac taat van 1839 worden voorgesteld. Dc verordeningen der in toestellen commis* sie hebben den voorrang bovW alle regelingen der Ncderlandsche administratie, die alleen nog bevoegd blijft ten aanzien van schepen, die naar of van Nederlandsche hoven varen. Spr. noemde dit wel het duidelijkste blijk van de onjuistheid dor bewering, dot het verdrag eigenlijk min of meer uit dnt ven 1839 voort vloeit. Noor aanleiding van dc bewering, dat het verdrag een einde zou maken aan de inmen ging der mogendheden in de Ncdcrlandsch- Belgische betrekkingen, merkte spr. op, dat als dc algemeenc Europecschc belangen cr bij be trokken schenen, de mogendheden zich steeds lieten gelden. Er is geen enkele reden om te verwachten, dat het anders zal worden, wat de teksten ook mogen inhouden. Niet dc teksten muar de natuurlijke ligging cn de politieke ver houdingen beslissen of Nederland en België hun^zaken onderling .kunnen regelen of niet. Met de bewering, dot het verdrag alle geschil len, behalve dan het allervoornaamste, de Wie lingen, uit den weg zou ruimen, hebben m-c, volgens spr., ook met een illusie te doen. Aanneming van het verdrag zou een onher- stelbaren slag toebrengen aan ons aanzien in dc wereld. In do vergadering, belegd door het Natio naal Comité tot wijziging van het Verdrag met België, in de van Dijkzaal, voerden het woord de heeren Ir. A. Musscrt, algemeen secretaris van hel comité, kapitein vun den Generalen Staf Hasberts, en prof. Colenbran der, die het verdrag eveneens van bovenge noemde drie zijden beschouwden. Het publiek applaudisseerde juist daar waai de sprekers de essentieelc bezwaren tegen het tractaat tot uiting brachten en scheen dus dén zin der bezworen, ondanks dc ingewikkeldheid van het'onderwerp, zeer goed te begrijpcn.'Het werd gisteravond in Den Haag duidelijk, dot men hier te doen heeft met een machtige volks beweging, om ons te bevrijden van een ont zettende ramp, die bij aanvaarding van het tractaat over Nederland zal komen. Kamers van Koophandel, Christelijke werk gevers, Rotterdamsche havenarbeiders, de voorzitter en eenige der belangrijkste figuren als b.v. Brautigrfm uit de S. D. A. olleU eensgezind tegen het tractaat. NEDERLAND EN POLEN. Uitwisseling van ratificatie- oorkonden. Maandag zijn tc Warschau de ratificatieoor konden uitgewisseld van do op 4 November T925 te 'sGravenhage gesloten luchtvaart- overeenkomst tusschen Polen en Nederland. DE INDISCHE BEGROOTING. V Een tekort van 53 millioen geroomd Ingediend is de Indische begrooting voor 1926. De uitgaven zijn geraamd op Nod. Indië 580.196 771, Nederland 174 226.607 totaal 754.422 338 De middelen zijn ge raamd Ned Indië f 689061.825 Nederland 12.032100; totaal 701098 925 Totaal tekort 53.328.413 Overschot in Ned. Indië 108.865.054, tekort in Nederland 162.193.467. Dc verhooging der uitgaven van den ge- wonen dienst in 1927 zullen voornamelijk worden besteed voor bestuur (2.6 millioen), defensie (3.3 millioen), pensioen (4 9 mil lioen), justitie cn politic (1 1 roi"ioen), onder wijs en volksgezondheid (3 9 milHoen) en on derscheiden andere uitgaven (2.9 millioen). Dc vermeerdering van buitengewone ont vangsten mot rond 3 millioen spruit voort voor bijna 1 millioen uit de'blfdrnge in de kosten van aanleg vernieuwing enz. van bevloeiings- en andere waterstaatswerken en voor 2 millioen uit het opiummiddel Een berin word gemaakt met dc liouidee- t ring van dc z.g. criVsheffingcn, t.w d«- ver schillende oprentenheffingen on onderscheiden belastingen. Tegenover de totale bclostingver* laging van rond 17 millioen, welke vooral aan dc inheemsrl.0 bevolking ten goede komt, stoat voor 1927 voorzien verhooging von het invoerrecht van cigorcttenpapicr (bate rond 4 millioen). Volledig wordt gebroken met het in dc toe* lichtende bescheiden tot vroegere begrootin« gen gemeld instituut vort een afzonderlijke vlr-otrekcnlng. Het tekort van den gehcelen dienst van het tijdvak 19121927 ten bedrage van rond 1164 millioen is tot een beloop vun 1083 millioen gedekt door de opbrengst van lecningen. Op ultimo 1927 zal aan rente oischende vlottende schuld vermoedelijk een bedrog uit staan van 31 millioen. Het restant der vaste schuld zal op uit, 1927 circa 1085.5 millioen bedragen. Voor vernieuwing en voor nieuwe water staatswerken is 743.000 meer uitgetrokken dun voor 1926. Bij de maatregelen tot .vermindering van den helastingdr"V wordt opgenomen de afschaf fing der tijdelijke verhooging van de Europee* scho verponding met 10 opcenten, die van 1922 of werd opgelegd. ALS RAADSLID VERVALLEN VERKLAARD. Wegens leveranties oan de gemeente. Bij koninklijk besluit is ongegrond verklaard een door den heer P. J. Gpraets to Erica inge steld beroep tegen een besluit van Ged. Stoten von Drente, waarbij hij vervallen werd ver* kloord von zijn lidmaatschap van den gemeen teraad van Emmen. Blijkens de overwegingen van dit koninklijk besluit werd door Ged. Stoten dc vervallenver klaring uitgesproken op grond, dat op de go- meentcbegrooting voor 1925 van dc gemeente Emmen een bedrog van 7000 was uitgetrok ken voor verstrekking van gemeentewege van voeding en kleeding aon schoolgaande kinde ren en dot een bedrag van 90 was geroomd voor kinderen van de St. Gcrardusschool to Erica. Tegen overlegging van bons, ofgegevcn door het hoofd der school, werden door den heer Geraets kousen geleverd, terwijl een ten name van do gemeente Emmen gestelde reke ning ad 55.49 ter secretarie werd aangebo den. Hoewel Ged. Staten aannemen, dot met betrekking tot de levering het raadslid in on wetendheid verkeerde ten opzichte van het ol of niet toelaatbore daarvan ingevolge de Ge meentewet, geenszins het opzet heeft gehad zijn plichten als raadslid te verzaken kon uit de feiten echter geen andere gevolgtrekking gemaakt worden, dat de levering niet ten be hoeve van het schoolbestuur geschiedde, doch onmiddellijk ten behoeve der gemeente Em men. In het beroepschrift werd aangevoerd, dot het schoolbestuur oan het hoofd opdracht tot aaVikoop voor rekening van het schoolbestuur had gegeven, terwijl het hoofd uitdrukkelijk aan het raadslid heeft verklaard, dot dc le vering niet aan het gemeentebestuur geschied de, terwijl hieraan niet afdoet, dat de reke ning enkele weken later abusievelijk ten no me der gemeente werd gesteld, dat het schoolbe stuur niet alleen erkende voor de betaling aansprakelijk tc zijn, maar ook inderdaad heeft betaald. In beroep is aangenomen, dot dc levering geschiedde ten behoeve der gemeente, alzoo'in strijd met art. 24 der Gemeentewet. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. PHILIPS OPPENHEIM. rfcor W. M. D SPIES-VAN DER LINDEN 35 1 „Weet u wie 't was, die man?" vroeg Vine. „Dat weet ik niet," zei Virginia, „maar ik kan gissen, wie zijn lastgevers zijn." „Ik ook", zei Vine grimmig. „Het schijnt mij toe, dijt u een heelc dappere jonge dame bent, juffrouw Lon^worlh." ,',Heelemaal niet," antwoordde .zij. „Wat ik gedaan heb, heb ik gedaan met het oog op een belooning „En die is?" vroeg hij. „Ik wil dat stuk hebben om het aan mijn oom terug te geven," zeide zij. „Stella ontstal het me cp een onbeschaamde manier en als ik 't niet weer in mijn bezit krijg, zal mijn oom me terug zenden naar dc kleine „farm" waar ik vandaan gelromen ben en zal hij mijn familie niet langer helpen Ik wil dat stuk terug hebben, mijnheer Vine en u moet het mij geven Hij weck haar nan met een volkomen onbe wogen gelaat. „Ik. ben bang, juffrouw Long worth, dat ik u moet teleurstellen," zei hi.;. „Als ik u dat stuk terug gaf, dan zou het in handen komen van een van de meest gewetenlooze mannpn in Amerika Met is niet alleen uw oom, dien ik haat, maar het zijn zijn praktijken, het is ziin sluwheid, zijn duivelschc. ingewortelde zelfzucht. Hij wil dit stuk hebben, om er ande ren mee naar zijn hand te zetten. Hij verkreeg het door bedrog. Het middel, waardoor 't van 'hem af genomen werd, was, al ging het buiten mij om, over 't geheel gerechtvaardigd. Ik kan 't u niet terug geven, juffrouw Longworth Ik ben 't nog niet met mezelf eens, wat ik er mee doen zal en zeer zeker voel ik geen vriend schap voor de mannen, die er mee gemoeid zijn, maar in ieder geval moet het voorloopig in mijn handen blijven." „Weet u," herinnerde zij hem, „dat ik van avond uw leven gered heb?" Hij lachte zachtjes. „Mijn lieve kind," zei hij, „over mijn leven wordt niet zoo gemakkelijk beschikt Ik geloof dat u geprobeerd hebt mij een goeden dienst te bewijzen, maar u vraagt een te grooten wederdienst. Zelfs al is' het stuk, waarover u spreekt, gestolen, dan is het toch veiliger in mijn handen dan in die van uw oom." „U wilt 't me dus niet geven?" vroeg ze. „Ik wil niet," antwoordde hij. Zij stond op. „Goed," zeide zij. „Ik ga nu, maar ik denk, dat het niet zoo heel lang zal duren, voor wij elkaar weer zullen ontmoeten." Hij opende de deur voor haar en liep met haar mee naar de lift „Mijn lieve jonge dame", zei hij, „ik hoop, dat u mij vergeven zult, dat ik 't zeg, maar dit is werkelijk een onuitvoerbaar plan van u. Als u mijn raad aan wilt nemen, en ik weet werkelijk wel wat van 't leven af dan gaat u terug naar uw farm in Massachusetts. Deze groote steden mogen u in 't begin aanlokkelijk toeschijnen, maar geloof mij, het is beter voor u in uw bosschen te zijn; u zult er u gelukki ge! voelen. Vraag 't Stella. Ik denk, dat zij u denzelfden raad zal geven." Virginia keek hem strak oan. De lichte toon van sarcasme, die zelden uit zijn stem afwezig was. ging niet voor haar verloren. „Ik dank u voor uw raad," zeide zij. „Het klinkt zoo onzelfzuchtig cn zoo overtuigend Zoo'n uitstekende bclooning ook voor iemand, die iets gewaagd heeft om u een goeden dienst te bewijzen." „Mijn beste jonge dame," antwoordde Vine, „het was niet terwille van mezelf, dat u me waarschuwde. Dat hebt u zelf erkend. Het was alleen van uw eigen standpunt uit gezien, dal u het noodig oordeelde, mij nog wat langer op aarde te laten blijven. Waaiom zou ik daarvoor dankbaar zijn? Eigenlijk gezegd, ben ik er heelemoal niet zeker van, dat ik 't ben. Ik heb altijd een wapen bij mij cn 't is nog de vraag of i k niet dc Minnende partij zou geweest zijn bij een ontmoeting met onzen vriend, die, zooals u zegt, daar verborgen was." Hij wees met zijn hoofd naar de slaapkamer „In dat geval, ziet u, zou ik precies geweten Rebben, wie hij was, hem misschien wel aan de politie hebben kunnen overleveren." Virginia drukte op de kleine bel en de lift begon naar boven te komen. „Ik ben blij, dat ik het weet, mijnheer Vine," zeide zij, „wat voor soort man u bent." Hij boog en zonder verder afscheid stapte zij in de lift. Vine liep "peinzend naar zijn kamers terug Hij was een man, dien het leven hard cn ongevoelig gemaakt had, maar hij kpn de herinnering aan Virginia's bleek ge laat en groote verwijtende oogen niet van zich afzetten. HOOFDSTUK X.* Nieuwe stappen. Hoewel het wat samengestelde karakter van Phincas Dirge niet de minste neiging naar grove luxe vertoonde, was hij, voor een man van zaken cn een Amerikaan, buitengewoon ge steld op al die kleine dingen/ die het leven verfraaien. Niettegenstaande hij alleen zat tc eten, was de tafel overdekt met de zeldzaam ste bloemen en het uitgczochtste fruit uit zijn kassen. Peinzend en met het air van een ken ner nipte hij aan zijn ééne glos wijn, die van de beste in zijn soort was. De zachte lichtschijn op de tafel was al wat een vrouw zou kunnen verlangen, die haar teint op 't voordeeligst wil doen uitkomen. Achter zijn stoel stond zijn Engelsche „butler", ernstig, gewichtig, vol op lettendheid. De sigaren cn de lucifers lagen reeds links van hem bij de hand voor 't oogen- blik, dat hij zijn wijn op zou hebben. Buiten de deur wachtte een lakei op 't sein om de „afterdinner" koffie te brengen. Phineas Duge stoorde over de luxueuse tafel, over dc wuiven de trossen met heerlijk geurende bloemen naar den, met donker mahoniehout betimmerden muur aan de overzijde en zijn oogen schenen dien avond iets te zoeken, dat zij niet vonden. In de laatste weken scheen de man als 't ware ouder geworden <e zijn. Zijn lippen waren dich ter opeen gediukt, er waren flauwe-lijnen op zijn voorhoofd en onder zijn oogen. De „butler" echter zijn stoel keek neer op het fraaie, zorg vuldig gescheiden haar van zijn meester en vroeg zich of, waarom hij zoo stil zatVroeg zich af, wat hij zag, dat hij zoo aandachtig naar die eene bepaalde plek tuurde en zoo lang over de laatste droppels van zijn wijn deed. Phineas Duge vroeg zichzelf nog meer af, wat er met hem gebeurd was. Sedert vele jaren waren mannen en vrouwen gekomen en gegaan en hij was onverschillig gebleven on der hun komen en gaan, hun smarten en deug den; en vanavond betrapte hij zich er op, ol waren er vele zaken waar zijn geest zich eigen lijk mee had bezig tc houden, dot hij zich aon vage en verdrietige herinneringen overgaf. De plaats aan den anderen kont von dc tafel was leeg, zoools reeds sedert vele avonden, want gedurende het tijdperk van zijn titanische wor steling met deze mannen, wien hij den oor log verklaard had, had hij olie gezelschop ge schuwd cn leefde hij een leven van strenge en volstrekte afzondering. Vanavond was die starende blik, die over de afhangende bloemen waarde, inderdaad ge richt op de leege stoel oan de andere zijde van de tafel. Hoewel hij zijn fantasie nooit veel vrij spel liet, had hij toch wel vcrbeeln dingskracht. Zijn gedachten waren vanzelf te rug gegaan naar een paar weken geleden. Hij zag Virginia door zitten, keek naar het ver schijnen en verdwijnen van haar lieven glim lach, naar de groote grijze oogen, die hem zoo onophoudelijk aanzagen, hoorde het lichte ge klater van haar 'vriendelijk gebabbel, dat hij niet had gedacht ooit terug te verlangen. En, wat een kind was zij eigenlijk nogl Om recht vaardig te zijn en hij maakte zichzelf wijs dat het alleen rechtvaardigheid was waardoor zijn oordeel zich wijzigde welk recht had hij om haar te beschuldigen voor wot in wer kelijkheid niets was dan een' booze gril van het noodlot? Had hij zichzelf gestraft door hoor wég te zenden? Hoe don ook, deze laatste avon den had de kamer er merkwoardig koud en leeg ujtgezien. Hij miste de kleinp, wat be deesde vriendelijkheden die zij hem bewees, de druk van haar vingers op zijn schouder, dc gehccle onnoembare charme, die haar aanwe zigheid in de koude, rijke omgeving had ge bracht, die hem nu- toe scheen, nooit meer dezelfde te kunnen zijn. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5