KINDERRUBRIEK.
t|)
Da rubriek van Oom Ksre!.
Deze weck gacn we dus een berg bestijgen.
We zullen doorvoor nemen de Pilotus. Daar
hebben velen von jelui zeker wel eens van ge
hoord. Dc Pilotus is een heele hooge berg,
ongeveer 2200 meter hoog, in de nabijheid
van Luzcrn. Gedurende een groot gedeelte
van het jaar is de top van dezen berg met
sneeuw bedekt. Dot wqs ook het geval toen
wij c-r waren. Dat is eigenlijk toch een vreemd
verschijnsel in dc natuur. Hoewel de zon
schijnt en het in de zon biiho niet uit te hou
den is van dc warmte, ligt op sommige plek
ken dc sneeuw hoog ongehoopt en kan je
naar hartelust sneeuwballen gooien. Toen wij
daar waren, zagen wc ook vele vreemdelin
gen, die daar een druk gebruik van maakten.
Sneeuwballen werden gegooid: zelfs zo eren we
een sneeuwpop stnon, gemankt door Hollan
ders, die door den vorigen dog geweest waren
Ik geloof dot dot een echt HollnndscSe bezig
heid is, sneeuwpoppen mnken. want je ziet
het zoo wat nergpns anders Hot bloeV dan
ook, dat dc sneeuwpop, die hier op 2200 me
ter hoogte op de narde neerkeek, door een
Hollondschc fnmilic was gemaakt.
Maar nu ziin wc al ineens boven op dien
berg. En dc tocht er nnnr toe is ook nog wel
de moeite waard om even te vertellen Van
Luzern gann we eerst met de boot over het
meer voren. Die boottocht duurt ongeveer een
uur en is op zichzelf reeds een genot, ten
minste bii mooi weer. Don is het water zoo
rustig en zoo mooi, dot je er lang naar kan
blijven kirkon zonder je te vervelen. Telkens
kom ie voorbij kleinere en prootere plaatsen,
die alle gebouwd zijn tegen de horchcllingen
en die een sehilderac^tin-cn aanblik geven.
Zoo'n bo^tlecht moet je eigenlijk zelf mee-
gemna'-t bebben, om te kunnen weten hoe
mooi dat is Trouwens ook het beklimmen van
zoo'n boegen berg met de bergspoor of tand
radbaan laat zich eigenlijk nooit goed be
schrijven To'-h wil ik proheer en jelui er wat
van to vertellen. Vlak bij bot eindpunt van
de boot. Alpnachstadt heet dat plaatsje, is
het stat'on van de tandradbaan. Zoo'n berg
spoor wirkt in verschillende dingen sterk af
van een gewonen trein. Om te beginnen staat
de locomotief niet voor den trein moor cr
achter. De trein wordt dus de berg opgeduwd
Notuurliik heeft dat ziin red~n. Dc trein gaaf
heel steil tegen de berg op. Als dc locomotief
voor den trein stond en er zou door een of
ander defect een wagen los raken, don zou
die wagen weer met duizelingwekkende vaart
naar beneden suizen. Nu de locomotief achter
de personenwagens stent, kon zoo iets nooh
gebeuren. Nu zal ie zeggen ja, maar als dc
wagens zpp'n steile hupl/irw opgaan, dan vallen
de mensch^n van de banken. Ook daarin is
voorzien, dopt'dn t de wagens omnitheatersge-
wijze z?«n gebouwd. Dc ééne ro'mé ligt weer
hooier den dn nnd-ro zo^nt de pnesa^iers
toch recht bhiven ziften. De uiteriiF'e vorm
van de wagens is den ook in d~n beginne een
bcetie vreemd gezicht. .T-» kunt begriirmn <W
zoo'n tand-adboan heel langzaam den bercr
opkruipt. Soms k«n ie niet merken dat je
vooruit gaat. De heele rit duurt dan ook on
geveer anderhalf uur. M"nr als fo eenmaal hn-J
ven Mnt kom ie tot dc ontdekking, dat d'c
rit wel de moeite wo«rd is. Niet alleen is de
reis zelf interessant, als ie de buizen en bet
meer en dc booten ste^d»* kleiner riet word -n.
maar ook boven on don berg is het uitzicht
onbeschri'felilk mooi. Je ziet dan alle bergen in
de omggviprr. die allemaal met sneeuw en iis
zijn bedekt. Het is net een winterlandschap
Hn als je te voet dan no<r een honderd meter
bent gestegen is het uitzicht nog mooier en
nog vrijer. Alle bergen, waarvan ie op school
hebt geleerd, ^ic fe dan in werkc!iiVhe:d voor
je. Het is dnn ook een van de mooiste en
meest intolerante tochten die {c kunt maken
als ie in Zwitserland bent. Po dat vrijwel
iedereen het dnnrmee eens is blijkt wel uit het
feit. dat er niet minder dan zes trains achter
elkaar den berg oivHrfren. orn n]]e bezoekers
boven te brengen. Pech daarboven staat een
groot restaurant, dat ingericht is op een tal
rijk bezoek. Zennis jelui wel kunt begr'lpon,
was dit een v«*n de moo-'sto tochten, die ik
ooit mankte Fn e's iob»i eon van allen nog
eens in 7" b-orl'md komt dan k«n ik ie zoo'n
berg-forht b-ri'st aanbevelen. wie weet.
gebeurt zoo iets nog v:el eens I
RAADSELS
Onlossingen van dc raadsels van de vorige
week waren
I Papaver met de woorden pap, papa cn
ver.
II Een rivier.
De prijswinnaar Stormvogel kan Maan
dag haar pi ijs ue.n ons bureau komen afha
len.
NIEUWE RAADSELS
I. Mijn g' hopl i<; bloera van 8 letters.
De eerste 4 lettors vormen een drank en de
laatste 4 vormen weer een bloem.
IT. Zi't' go er voor dan rijt go pr ia, zijt ge
er niet voor, don zijt ge er ook nmt in
(Ingoz. door Goudvisch.)
VOOR DE NICHTJES.
Ik bob jelui beloofd om behalve handwerk
jes ook eenige recepten te zullen opgevqn. En
omdat een van dc nicht jes cr speciaal naar
vroeg, zal ik dan eens beginnen met jelui een
taart uit to schrijven, waar geen bakker^ bij te
pn§ komt. „Dat is gemakkelijk" hoor ik jelui
al zeggen Dat is 't ook, 't is erg eenvoudig
en- smakelijk. Nu volgt dan de omschrijving
MOCCATAART.
E -noodfgd1}< ons Ijoter, ons witte
suiker, 2 eieren, ons lange boudoirs, een
lepel sterke koffie of extract en 1 ons hagel
slag (chocolade) of amandelsnippers.
Klop do boter tot room; het wit en het geel
van do oipren moeten apart flink stijf gekloot
worden. Daarna doet men dc boter met de
ij?
"'•'«..A A
Ja, 's avonds vóór het slapen-gaan,
don komt 't gezellig uurtje aan,
dan koester ik mijn liefste pop,
maar steek eerst nog mijn kaörsje op.
Zoo bij het schijnsel van de vlam
vertel ik pop, hoe zij hier kwam:
'k was jarig en mijn tante Toos
bracht 't schatje in een groote doos.
Wat was ik blij ik zoende haar
en streek haar over 't donk're haar,
zij zou voortaan mijn kindje zijn,
die lieve, zoete poppëdijn I
Zoo fluister ik haar in het oor
en zing haar ook een liedje voor
Maar dan komt Moes, blaast uit
het licht
en zegtdoe nu je oogjes dicht.
Kind, morgen komt er weer een dag,
waarop je met haar spelen mag
nu moet je rusten, goedennacht
droom maar van popje en sloop zacht I
HERMANNA
eieren cn de suiker goed door elkaar. Voeg
er dan longznnm dc koffie of extract, welke
koud moet zijn, ol roerend bij. Nu worden de
boudoirs even door een beetje melk gehaald.
Eén gedeelte daarvan legt men op een plotte
schaal naast elkaardoe daar een laag mok
ka op, vervolgens legt men de overgebleven
boudoirs op dc mokka en bedek dan olies
rondom met mokka. Strooi dnamn de hagel-
clag of snippers er over en dc taart is klaar.
Doch alvorens men er goed van kan snijden,
moet dc taart ren dag blijven staan.
Ik hoop dat 't jelui heerlijk zal smaken
TANTE BETS
De Kocrng van het
Zandkasteel
Pim was gewoon de leiding van het spel op
zich te nemen. Zijn kleine broertjes en zus
jes wisten ol niet beter, of zij moesten de
spelletjes spelen, die hij voorstelde en zij ver
zetten er zich in het minst niet tegen, als
hij de leiding nam. Bovendien kwam Pim
n aanmerking voor bijna alle uitgangetjes
en extraatjes, want hij was drie jaar ouder
dan zijn zusje Lily, die op hem volgde, een
erg verlegen kind, dat het liefst bij Jjffie
en de kleintjes in de kinderkamer bleef.
Pim beviel dit alles best, vooral toen
Tante Coba één van haar neefjes en nicht-
es uitnoodigde om met haar en haar gezin
een week aan zee door te brengen. Als ge
woonlijk verzette Lily er zich heelemaal
niet tegen, dat Pim ging en daar Moeder
vond. dat de kleintjes er nog niet voor in
aanmerking kwamen, nam zij de uitnoodi-
ging voor haar oudste zoontje au\.
Pim was in de wolken en telde de dagen,
welke er nog verloonen moesten, eer hij
naar zee zou gean. Natuurliik nam hij zijn
ijzeren schop en zijn vischnet mee. Zijn
vader bracht hem naar den trein, want hij
mocht voor het eerst alleen reizen.
Toen hii het doel van zijn reis bereikt hod
en aan het station uitstapte, vond hij daar
Tante Coba met de nirbtfes en neefjes:
Elsje, Beppie, Emmie, Bernard en Wim.
Druk babbelend wandelden zij toen samen
naar het pension, waar Tante Coba met
haar jeugd logeerde er? Oom Henk van V*:'-
de ga vond tot Maandagochtend ook kwam.
Pim was een echte pochhans en vóór er
twee dagen verloopen waren, hielden de
anderen hem braaf voor den mal. Hii was
echter zóó verwaand, dot hij alles voor
goede munt opnam.
De eerste botsing had plaats na het bou
wen van een groot zandkasteel. Bernsrd
groef er en gracht omheen, die zich sooe-
dig met zeewater vulde. Daarna klom Em
mie er bovenop en Melden de heide andere
meisjes haar ieder bij een hand vast, opdat
zij haar evenwicht zou kvnnfen bewaren.
Vrooiiik hieven zij hun schoppen omhoog
en riepen: „Lang leve de Koning van het
Zandkasteel I"
„Ik ben de Koning van het Zandkasteel I"
zon" Emmie met een lachend gezichtje.
AVat 'n onzinriep Pim uit. „Jij kunt
nooit Koning zijn, omdat je maar een dom.
klein meisje bent. Ik zal je plaats innemen,
want ik ben een jongen."
„Ik ben ook een jongen," merkte Bernard
op.
„In elk geval ben ik de oudste."
schreeuwde Pim nu.
Hij had er nog aan toe kunnen voegen:
„en de sterkste," want met een vaartje
rende hij tegen het kasteel op, duwde de
arme Emmie, die bijna omviel, er af en nam
de leeg gekomen plaats in bezit.
„Je bent net een verwaande haan. 't Is
alsof je dadelijk „Kukeleku I" zult gaan
kraaien," zei Beppie lachend.
„Bemoei jij je. met je eigen zaken," snauw
de Pim haar toe. Hij was zóó beleedigd, dat
zijn nichtje hem met een bewoner van het
kippenhok durfde vergelijken, dat hij niet
meer met de anderen wilde spelen, ziin
hooge standplaats gemelijk verliet en in zijn
ééntje wegslenterde.
Het laatste wat hij nog van de.anderen
hoorde,, was Emmie's vroolijk stemmetje,
dot zong:
„Ik ben de Koning van het Zandkasteel f"
Twee dagen later gingen de kinderen
beden, waarbij Emmie zich plotseling te ver
in zee waagde. Pim en zijn neefjes waren
met nog eenige jongens op een andere
plaats aan het zwemmen, maar zij hoorden
Emmie om hulp roepen. Alle drie konden
goed zwemmen, maar Pim schrikte zóó
hevig, dat hij hard wegholde naar het bad
koetsje en de deur stijf dicht deed. om den
wanhopigen strijd op leven en dood van
zijn nichtje niet te zien.
Het trof al heel ongelukkig, dat de bod
knechten juist een klein eindje verder waren
en niets schenen te bemerken van hetgeen
er gebeurde.
Emmie zou zeker verdronken zijn, als
Bernard en Wim niet vlug naar haar toe
waren gezwommen. Zij konden Emmie nog
juist bij haar zwempakje grijpen, vóór zij
heelemaal zonk. Maar zelfs nu was het nog
heel moeilijk haar drijvende te houden.
Gelukkig hadden de badknechten intus-
schen het dreigende gevaar bemerkt en
waren zij in allerijl toegesneld om de drie
kinderen te redden, want zoowel Emmie
als de beide jongens liepen groot gevaar
te verdrinken.
Toen Pim eenige dagen later weer thuis
kwam, had hij geleerd, dat ziin haan niet
steeds koning moest kraaien en dat bluffen
en de eerste willen zijn lang niet oltiid door
anderen aardig gevonden wordt. Hij had
zichzelven moeten bekennen, dot Bernard
en Wim heel wat flinker waren geweest dan
hij.
Lily en de kleintjes vaarden er wel bi£
al waren zij nog niet oud genoeg om de
reden van deze verandering ten goede in
het gedrag van hun broertje te begrijpen.
Maar zij wisten don ook niet, dat Oom
Henk ernstig met Pim gesproken had ever
de hfrieekenis van het spreekwoord:
Holle vaten klinken het hardst.
HELGOLAND.
Op de kaart weten we 't eiland Helgo
land zeker wel allemaal te vinden, maar be
houdens dat: wat weten wij van dit eigen-
oardige gebied af?
In het weekblad Toerisme wordt er iets
van verteld, dat ons over de wetenswaar
digheden van het eiland inlicht, en ons met
de geschiedenis en zoo meer vertrouwd
maakt.
Ver buiten voor de poorten van het
Duitsche Rijk voor Hamburg ligt het
kleine eiland Helgoland, omspoeld door de
golven van de Noordzee. Zooals het vrij
heidsbeeld van New-York, zoo roept zijn
hooge rots aan een ieder het eerste welkom
toe, die van verre landen over de zee naar
Duiischland komt.
Wie ooit het eiland zoo gezien heeft,
langzaam en machtig opstijgend uit den
schoot der zee, rood gloeiend in de stralen
der ondergaande zon, onwezenlijk als een
droom, een vizioen, die voelt, hoe eens
in vervlogen dagen de eenzame rots den
zwerver in de groote waterwoestijn als iets
bovenaardsch moest toeschijnenin die
tijden, toen de oude Vikingen met kinder
lijk geloovige gevoelens water, hemel en
aarde met de godengestalten hunner
schoppende verbeelding vulden.
Toen werd de door de golven omspoelde
rots voor hen de troon van Fosites, den
god van het recht, den zoon van den zon
negod Baldur„Fosites' Land" noem
den zii het eiland en bouwden er een tem
pel op. Zoo werd reeds vroeg uit dit eiland
het „Heiligland", het „Hillig-Lun" van de
oude Friezen Heligoland Helgoland.
En toen na 1000 jaar de leer van de al
macht der liefde het oude godengeloof ver
dreef en op de puinboopen van den Asen-
tempel op het eiland het de wereld beheer-
schende kruis werd opgericht, bleef toch de
oude naam, bleef toch het eiland het
„Heililand" bleef het tot onzen jongen
tijd
Maar niet alleen de oude naam bleef,
ook het uiterlijk, de vorm van het eiland.
Want, terwijl om het eiland heen de kust
in duizend jaar voortdurend veranderde,
verscheurd door ontelbare stormvloeden,
trotseerden Helgoland's rotsen het geweld
van den alles veranderenden tijd.
Nog heden verheffen zij hun machtige
toppen boven de rustelooze wateren der
Noordzee, i bijna onveranderd als in die
dagen, toen nog de kiel van het Viking
schip od het zond van zijn strand knarste en
de sombere offervlam van den ouden Asen-
tempel op de nachtelijke golven weer
kaatste, waar thans de stralenbundel van
zijn vuurtoren, de sterkste aan de Duitsche
kust, zijn zilver licht over de oneindigheid
van het water uitzendt.
Ongebroken bleef de dramatische kracht
van dit ruwe, zeldzaam pakkende eiland
landschap een lied* der Edda in steen
In het Westen en Noorden van het
eiland, aan den voet van zijn steile rotsen,
waar niets dan diepste eenzaamheid is, ge
vuld door de donkere stemmen dei4 zee en
het helder gekrijsch van de meeuwen en
duikereenden, daar is nog heden het oude
Fosites land, onoangetast door de wisseling
van den tijd.
Hier werden duizend jaar één dag. De
tijd staat stil. Allerlei beelden der herinne
ring uit het wisselvolle bestaan van het
eiland doemen op uit den schoot van vloed
en tijd. Vreedzame en krijgshaftige.
De kloosterklokken van den grooten bis
schip Eilbert luiden, kanongebulder dreunt
vanuit de branding tegen de rotsen.
De Denen, de eerste bezitters van het
eiland, beschieten Helgoland, krijgen het in
1714 weder in hun maoht, ontnemen het
den hertogen van Sleeswijk, evenals 30
jaar tevoren.
Op de Deensche heerschappij volgde in
1807 de Engelsche, totdat in 1890 het
eiland in het bezit van Duitschland over
ging. En met de gebeurtenissen duiken ge
stalten uit het verleden op.
Zij naderen uit de verte, allen, die eens
van het kleine eiland gehouden en er on
vergetelijke uren van hun bestaan hebben
doorgebracht. Sommigen van hen heeft het
oude eiland een lied ontlokt: Heinrich
Heine, Klaus Groth, Dingelstedt, Hans von
Bülow. Maar het mooiste der liederen, die
hier in de eenzaamheid van het eiland ont
stonden, is het oude Duitsche landlied, dat
Hoffmann von Fallersleben 85 jaar gele
den uit het bruisen van het water hoorde
en neerschreef.
Helgolands chroniek is rijk aan zulke
herinneringen. Dit jaar herdenken de Hel-
golanders dankbaar één hunner, een een
voudig man, die geen begenadigde dichter,
maar slechts scheepstimmerman is ge
weest: Jakob Andresen Siemens, die 100
jaar geleden datgene heeft opgericht, wat
niet alleen voor de eilandbewoners een ze*
gen zou worden, maar ook voor honderddui
zenden menschen: het zeebad Helgo
land I
Want niet alleen schiep Siemens een
nieuw beroep voor zijn verarmde landslie
den, die een harden strijd om het eilanden-
bestaan voerden, hij bood ook vele lijden
den een bron van nieuw leven, gaf hun ver
loren gezondheid en kracht terug. „Op Hel
goland is immers iedere ademhaling al een
bad voor longen en keel I" riep eens een
groot entdekker dankbaar uit, wien het
eiland van een lange, boosaardige ziekte
verloste.
Dit was voor bijna honderd jaar, toen nog
niemand veel wist van de geneeskracht der
Noordzee. Dus was het toen ook voor Sie
mens niet gemakkelijk, zijn mooi werk te
volvoeren, en hij had met vele vooroordee-
len en hinderpalen van allerlei soort te
kampen.
Hoe moeilijk was het alleen al van Ham
burg of Bremen het eiland te bereiken, toen
er nog geen stoomschepen waren. Men had
dikwijls verscheidene dagen voor dezelfde
reis noodig, welke de luxe-schepen van de
„Hapag" of de „Lloyd" thans in een paar
uur afleggen. Maar juist deze afgelegenheid
werd de kracht van het zeebad, want hier,
waar mijlen uit de kust slechts het zeewater
stroomt, waren geen landwinden. Hier waren
wadden noch slijk en onafhankelijk van eb
en'vloed kon in de zee gebaad worden. Hier
vond men een glad en effen strand en
warme duinen, zooals in Scheveningeri of
Ostende, maar er was hier iets, dat nergens
te vinden was, nergens langs de Noordzee
kust van België tot Denemarken: de hoog
boven de zee uitstekende rotsen l Rotsen
en zee er is geen mooier landschap dan
waar die twee vereenigd zijn.
Zoo brak zich niettegenstaande alle te
genstand het werk van den timmerman snel
baan.
Het aantal van 200 gasten, die het bad
met trots 3 jaar na zijn oprichting telde, is
heden ver boven de 30.000 jaarlijks ge
stegen en uit de 6 badkoetsen van Siemens
Hr-
in het jaar 1826 is heden het groote zee
bad op de duinen en het mooie warme bad
in het daar achter gelegen land ontstaan.
Al zijn ook reeds lang in deze 100 jaar
op Helgoland groote hotels en een prachtig
Kurhaus verrezen het eiland-landschap
is toch overal ongerept gebleven, en ner-
gens mi smak en pronkgebouwen van den
nieuwen tijd het eerwaardige aanzien van
het oude eiland.
Schouwburg, warmwaterbad, museum,
aquarium alles past zich bij het trouw
hartige uiterlijk van de kleine plaats in het
bovenland en laagland aan. Overal staan
nog de kleine ouderwetsche huisjes in de
popperige steegjes. En dot dit beeld uit de
vroegere dagen van het zeebod voor 100
jaar tot op heden behouden bleef, vormt de
bekoorlijkheid van het eiland.
Het is den vreemden bezoeker hier, won
neer hij door de straatjes van Helgoland
slentert, als of hij door een idylle van den
Biedermeier-tijd wandelde. Een eigenoardig
gevoel grijpt hem aan, iets onbeschrijfelijks
houdt zijn zinnen gevangen.
Een stille wereld vol reeds long ontwen
de vrede omvangt hem; geen wagen ratelt
over het plaveisel, geen lawaai stoort de
diepe rust, waarin hij verzinkt. De groote
feesten, die het eiland dit jaar zijn gasten
geboden heeft, gelden alleen de vreugde
en de herinnering.
De beste aanbeveling is immers geduren
de deze laatste 100 jaren, waarop de
eilandbewoners nu met stille trots terug
zien, die, dat nog een ieder, die eens op
Helgoland is geweest, steeds opnieuw het
verlangen in zich voelt opkomen, terug te
gaan, want er ^aat een zeldzame en ge
heimzinnige bekoring uit van het roode
eiland van „Hillig-Lun", het oude Fosi-
tes-land
CORRESPONDENTIE.
Zwartkop Dat kwam dezo week dus
juist goed uit. Jn, dat was een geweldige
brand, woon je in die buurt
Hoornblazer. Hoe vindt jc die gym
nastiekles. Zeker wol prettig hè Ja, dat is
een heel aardig boek. Het doet mc plezier, dof
je het ook mooi vindt.
Q u o n a b. Neen, boos ben ik er niet
om. Ik kon mc alleen niet erg goed begrijpen,
hoe je zoo iets kunt vergeten. Heb je. ol zoo n
aquarium Of moet dot nog komen Dun heb
ik je daar wel eens bezig gezien. Je hebt dus
nog ol plezier in het tuinieren. Het is ook een
aardig en ook een leerzaotn werk'. Alleen
is de tijd ervoor een beetje voorbij.
Ton Nevcu. Jn, toen jc van schoor
kwam, was alles zoo goed als ofgeloopen. Ik
was er tocvollig bij, maar veel bijzonders is
cr eigenlijk niet non te zien.
K. B. Hartelijk dank voor de plaatjes cn
omslagen. Ze zullen zeker weer goed van pos
komen.
Gymnast. Ik heb nog enkele Sickesz-
omslogen voor je gekregen. Kom je dio
Maandag even holen.
Mol. Dus die kwomen er ook nog bij.
Don heb jc toch wol een prachtige vocontic
gehad hoor. Vond je het niet fijn in Artis. Ik
ben cr ook verleden weck nog geweest, maar
jc kunt cr nooit lang genoeg zijn om alles
tc zien.
Bobbie. Dank jc wel voor je „grap*
je". Het is wel aardig. Ik zol er eens over
dcnlken. Wont zoo iets kost altijd veel voorn
bereiding.
Gymnast. Heb jc ol gelezen wat ik je
hierboven schreef. Ik heb er nog ruim 30 voor
je. Wat je over hebt stuur je maar weer te*
rug. Die kon ik dan wel weer gebruiken om
onderen een plezier tc doen. Dank je wel voor
je raadsels.
Eekhoorn. Dot is wel aardig voor je
om in zoo'n operette ir.ee te spelen. Maar je
zult daarvoor wel flink moeten studeeren en
repeteeren. Voor dc vioolles ook. Vindt je
dot niet prettig om zoo muziek te kunnert
maken?
Goudvisch. Ik zal mijn best doen,
dat ik aan je verlangen kon voldoen. Beloven
kan ik het niet. Je moet dus zelf moor zien.
Goudhaantje. Prachtig hoor. Blijf maar
zoo voortgaan, dnn zal het lot jou ook wel
eens een prijs toekennen. Houd maar moed f
Hulsttakje. Ja, dat was wel jammer.
Dan Mn jo dus wel veranderd wat dat be
treft. Ik zal het vragen voor je
Bellefleur. Hoe kwam dat zoo. Ben
jo gevallen Als je thuis de zaak bijhoudt, zal
dat niet gebeuren denk ik. Beterschap hoor!
J a s in i j n. Ik wil het wel eens vragen
voor jc. Ik ken die bonnen niet. Misschien dat
een van de nichtjes of neefjes jc zou kunnen
helpen.
Speurder. Ik heb er geen enkel be
zwaar tegen hoor. Dat gnat nog ol gemakke*
lijk op die manier. Doe maar steeds even ge*
regeld mee, als jo voorganger dot deed. Dan
zul je eens zien hoe leuk en gezellig het is.
Wi e 1 r e n n c r. Gelukkig, dat hij ol
weer zoo gouw gemaakt is Nu -beter oppas
sen hoor I En geen ongelukken maken. De
volgende weck krijg ik dus wat van je. Afge
sproken hoor. Of bedoel je hetgeen je al ge*
zonden hebt? Daarvoor al vast mijn dank.
N imf. Jn, het is echt herfst-weer hoor.
Maar nn dc herfst komt de winter en die 1*9
voor jelui toch ook niet vervelend.
Flaproos. Dus je hebt er wel wat aan
gehad, Ik zal het overbrengen hoor. Goed
succes er verder mee. Jo, dnt was'hij ook. Ik
zol cr nog wel eens meer van vertelden.
Stormvogel. Jn, zoo iets is'wel heel
treurig, vooral voor zulke arme menschen.
Mnarer zullen wel menschen gevonden zijh
om hen te helpen. Dat behoort tenminste zoo.
K a bêo u t e r. Dat is heel weinig. De vol
gende maol don wat meer.
Viooltje. Heel goed hoor. De bannen
moet jc c-igenlijk inruilen bii do fabriek. Ik zal
evenwel een pnnr plaatjes voor je klaar leg
gen. Kom die Maandag dnn even halen. Do
bonnen kon je opsturen naar de Vcrkade's fo-
briek te Zaandam.
M. H. T r o m p. Donk je wel voor je ge
zonden raadsels. Je zult ze wel spoedig in do
krant zien.
OOM KAREL'.