KINDERRUBRIEK.
De rubriek van Oom Karei.
De vorige koeren heb ik al wat geschreven
over een wedstrijd, die we wel weer eens kon
den gaan houden. Ik heb er vooitdurend nog
o- gedacht, maar heb eigenlijk nog niets
geschikts kunnen vinden Een van de nichtjes
stelt voor een kleurwedstrijd en daarbij een
teckenwedstrijd «erbinden Ik zou jelui dan b.v.
opgeven een bepaalde voorstelling te tcckenen
en dat te kleuren naar jelui eigen smaak- Ik
voel daar wel iels vooi, moor dc vraag is nu,
of jelui dat zelf aardig vinden. Schrijven jelui
me dat nu eens. Of als jelui liever iets an
ders willen, dan hoor ik dnt ook heel graag
van jelui Denk cr maar eens goed over na
en zeg me dan eens, wat jelui er van denken.
Wat is het Weer nu ineens weer veranderd
hè. Het ziet er nu buiten niets vroolijk meer
uit. De bladeren vallen al of en de boomen
zien er zoo dor uit, dat je goed kunt zien, dat
dc winter in aantocht is. En aan de koude kun
jc het ook al flink merken, 's Nachts heeft het
al aardig gevroren. Jelui verlangen nu natuur
lijk allemaal naar do ijs-periode, dat je kunt
schaatsenrijden en bobsleeën enz. Dat is ook
een heerlijke tijd. Het is to hoopen, dat we
dezen winter wat long van dc ijsbaan kunnen
genieten Gewoonlijk is het maar enkele da
gen. Jelui beginnen nu zeker ook langzamer
hand can St. Nicolaos te denken. Die tijd stoot
ook al weer gauw voor dc deur. Tegen dien
tijd zullen wc met onze krant ook weer wat
aardigs bedenken. Misschien kan dan juist de
wedstrijd komén. Maar door hooren jelui nog
wel meer van of liever gezegd, ik hoor
daarover eerst nog wat van jelui, weet je wel.
Dat hebben we immers afgesproken I En daar
reken ik nu op hoor I
RAADSELS.
Oplossingen van dc vorige weck.
Dc oplossingen van dc vorige raadsels wa
ren
I. Luchtballon met de woorden 1, gul, licht,
jakhals, boottocht, luchtballon, aardappel.
Holland, dalen, dom en n.
li. Roermond, met dc woorden rond, oor,
moor» rem.
De prijswinnaar Kabouter kan zijn prijs
Maandag aan ons bureau komen afhalen.
NIEUWE RAADSELS
I Het geheel bestaat uit 10 letters en zal
bij dc meeste van jelui 's zomers vooral wel
bekend zijn.
2, 17, 4 is een jongensnaam
een 7, 5, 1, 3, 4 is een nuttig huishoudelijk
artikel.
een 12, 10, 6, 10 dragen vele menschen aan
een vinger.
18, 8, 16 is niet droög.
4, 13, 0, 0, 8, 10 is geen avond.
in de II, 8, 14, 15, 16 is het-Keel donker.
(Ingez. door Floproos.)
II Welke plaats ligt het eigenaardigst in
ons 'and en waarom.
(Ingez. door Flaproos.)
VOOR DE NICHTJES.
Tot mijn groote schrik bemerkte ik dat in
de krant van de vorige week verschillende re
gels, zooals ze dat op de zetterij noemen, door
elkaar zijn gcloopcn. Ik denk dat jelui dan ook
wel wat moeite gehad zullen hebben om het
te begrijpen. Daarom lijkt het me het beste,
dat ik om te beginnen nog maar even her
haal wat ik de vorige week schreef en wat
een beetje mismaakt in de krant kwam. Het
eerste was het antwoord aan Hulsttakje over
breien.
Je moet zooveel steken opzetten als het
armsgat wijd is eit brei dan met 2 penner,
eerst een stukje Daarna moet je geleidelijk
aan beide kanten een steek afminderen, b.v.
om dc 6 a 8 toeren, totdat je bij den elleboog
bent. Daarna kan je de mouw wel afbreien en
dichtnaaien. Ik neem natuurlijk aan dat een
lange mouw bedoeld is. In het andere geval
kan jc 't aantal steken van het opzetten wel
aanhouden cn blijft de mouw dus wijd
Een vorige keer heb ik jelui een kleedje op
gegeven, waarvoor de zijde gewonden zat op
een kartonnen ring. Als er in dien nng een
schijfje zit, moet je dat er natuurlijk eerst uit
halen. Die kartonnen ringen kunnen jelui ge
bruiken om servetringen van te maken. Mis
schien zijn jelui nog in 't bezit van restjes wol
of zijde. Wikkel dit dan om den ring van bin
nen naar buiten, net zoolang totdat er van het
karton niets meer te zien is. Rijg daarna een
smal lintje nnn den buitenkant door dc wol,
b.v. tien draden op, tien draden neer, of zoo-
oh dat uitkomt. Van de uiteinden van 't lintje
maak je dan een strikje. Als je meerdere rin
gen van verschillende kleuren maakt, hebben
je broertjes en zusjes ieder een eigen servet
ring.
Van Blauwe Distel kreeg ik een brief waarin
zc tnij vertelde dat ze van die kartonnen rin
gen nog" iets unders heeft gemaakt. Ook voor
de anderen is dit misschien wel aardig om ook
te maken. Zc schreef me het volgende.
Zoodra ik hnd gelezen, wat u had geschre
ven "ver die kartonnetjes van de haakzij, heb
ik het geprobeerd, en nu heb ik er wat bij
uitgevonden, n.l. poppenmeubelen maken. De
stoelen maak ik zóó ik laat dat platte schijf je
erin zitten en knip van boven van dut staando
randje zoownt deel af. Dat is dan al een
fauteuil. Nu beplak ik het met een stukje dik
In den speeltuin is het fijn I
wie zou daar niet graag eens zijn?
Tootje springt en zingt daarbij,
als een vogeltje zoo blij.
Hoog de lucht in, één, twee, drie,
voert de wipplank zus Marie
Janneman verliest een schoen,
nu hij kan 't best zonder doen.
Erger is 'tA dat Jantjes boek
achteloosligt in een hoek,
zoo maar op het natte gras
't viel pardoes uit Jantje's tasch.
Zoo uit school ging hij hierheen;
Moeder komt straks ook, alleen,
en dan brengt zij taartjes mee
op z'n minst voor ieder twee?
HERMANNA.
goed, b.v dot van een jas of broek een staal
tje is geweest. De tafel maak ik zóó: Ik duw
hel platte schijfje zoover naar boven als maar
kan maar niet eruit. Nu ga ik van onderen
vier stukken eruit knippen, zoodat het vier
pootcn worden. De tafel beplak ik met een
stukje papier. Ik heb een heel poppenhuis ge
maakt. Dc schilderijen van verkndrs plaatjes
enz. Een spiegel maak ik zóó een stukje hel
der blik achter glos en dan in een lijstje
Het is bij mij goed geslaagd; ik hoop, dot
het bij de andere neefjes en nichtjes ook goed
slagen zal; het is dan een heel aardig cadeautje
voor kleinere broertjes, zusjes, vriendjes of
vriendinnetjes.
En nu zal i k jelui nog iets vertellen wat
je van die ringen kunt maken, en dat kunnen
jelui meteen misschien gebruiken voor St. Ni-
colaas. Het eerste werk is hetzelfde als dot
van de servetringen; ik bedoel dat omwikkelen
Maar nu moet jc de schijf, die je eruit hebt
gehaald, ook omwikkelen. Dat dient dan voor
het dekseltje von het doosje, dnt wc gaan
ntaken. D'e bodem wordt dan van dezelfde
kleur wol of zijde gehaakt als een rond plakje
Dit naai je don aan den onderkant van dc ring
vast. Op het dekseltje zet je een klein popje.
Een zwart poppPfje b.v. komt heel aardig uit
Om het poppetje bindt je dan een strikje. Het
dekseltje maak je dan met een paar steken aan
den bovenkant van dc ring vost. Op di<?
manier heb je een aardig doosje om kleinig
heden in te bewaren.
TANTE BETS.
Zomertijd.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
„Jaap, vergeet niet je wekker een uur
vooruit te zetten. Morgen gaat de zomertijd
in en zijn we dus met alles een uur vroe
ger," zei mevrouw Vonk tegen haar zoontje.
,Ja Moeder, ik zal het straks wel doen,"
antwoordde Jaap, die in zijn meccano ver
diept was en zich niet gaarne storen liet,
er bovendien een handje van had, de din
gen, welke hij doen moest, zelfs zoo'n
kleinigheid als een wekker verzetten
steeds uit te stellen.
Moeder ging naar beneden en Jaap was
weldra zóó verdiept in zijn hijschtoestel,
dat hij aan geen zomertijd meer dacht.
Dat verzetten van de klok viel juist in
den nacht van Zaterdag op Zondag.
Toen Jaap dien Zaterdagavond naar bed
ging, peinsde hij nog over een kleine fout
in zijn bouwwerk, die hij maar niet had
kunnen ontdekken.
Machinaal won hij zijn wekker op. Van
verzetten geen sprake. Hij dacht er een
voudig niet aan. Ook niet, toen hij onder
de wol kroop en nog veel minder, toen hij
sliep.
Hij had zijn wekker op kwart na acht ge
zet. Al was het morgen Zondag, verslapen
wilde hij zich niet, want hij zou met een
paar vriendjes een fietstocht maken.
Om negen uur zouden zij zich verzame
len bij Piet Lagers en Jan van Holk, twee
trouwe vrienden en buren, wier beide
vaders het halve dozijn jongens op hun
tocht zouden vergezellen, 'n Fijn plannetje
en het weer was zóó mooi en vast, dat het
hun wel geen parten zou spelen.
Voor het gemak had Moeder hem
's avonds zijn boterhammen en zijn glas
melk maar mee naar boven gegeven, dan
hoefde hij niemand zoo vroeg te storen en
kon hij zoo onder het aankleeden door
een slok en een hap nemen, al naar dat
het uitkwam.
Jaap sliep dus rustig in, vervuld van al
lerlei prettige gedachten over den fiets
tocht. Hij werd pas wakker, toen irrrt? de
wekker afliep, wreef zich de oogen eens uit
en keek op zijn uurwerk. Precies kwart na
acht I 't Was toch een goede wekker, dien
hij op zijn verjaardag gekregen had: op de
minuut liep hij af.
Ja, de wekker deed zijn plicht, maar
Jaap had dien verzuimd. Zoo kwam het dus,
dat het klokje nog den wintertijd had en
dien nacht was de zomertijd ingetreden I
Jaap, die altijd voor alles nog tijd had
en de dingen dikwijls tot het laatste nip
pertje uitstelde, Jaap had zichzelf ditmaal
lecliik gefopt.
Zonder echter eenig kwaad te vermoe
den, kleedde onze Jaap zich vlug aan. Vóór
kwart voor negen was hij al klaar, stek den
laatsten reep van zijn boterham in zijn
mond en haalde zijn fiets uit de schuur.
Jongens, wat was hij mooi vroeg! En
dan zeiden ze nog wel, dat hij altijd op het
nippertje was. Vandaag toch eens lekker
niet! T Was nog stellig vijf heele minuten
vóór negen, toen hij bij Piet Lagers voor
de deur stond. Ja, hij was zelfs de eerste l
Nergens waren ten minste jongens of fiet
sen te zien. Jaap kon zijn eigen oogéh bij
na niet gelooven. Dat moest hij Moeder
eens vertellen, als hij vanmiddag thuis
kwam, want dat behoorde tot de groote
zeldzaamheden. Hij zou maar vast eens
aanbellen, niet weinig trotsch op het feit,
dat hij nummer één was.
De moeder van zijn vriendje deed de
deur open. „Piet is zeker rtog niet klaar;
zoo'n luilak schoot het. even door Jaap
heen.
„Zoo Jaap, ben je daar eindelijk vroeg
mevrouw Lagers.
„U bedoelt zeker; al? Ik ben immers de
eerstel iep Jaap vroolijk uit.
„De eerste?f Hoe heb ik het nou met je,
jongen? Slaap je nog of heeft de
zomertijd je parten gespeeld
Plotseling werd het Jaap duidelijk en
overzag hij den geheelen toestand: hij was
een uur te laat en de anderen waren weg
gefietst zonder hem
Het huilen stond hem nader dan het
lachen en mevrouw Lagers had werkelijk
medelijden met hem, terwijl zij zei:
„Ja, jongen, ze hebben tot half tien ge
wacht, maar toen je nog steeds niet kwam
opdagen, zijn ze eindelijk maar vertrokken.
Ze zijn dus al bijna een half uur weg. Het
eenige, wat je te doen staat, is hen vlug
achterna fe rijden. Weet je, welken weg ze
genomen hebben?"
Ja, dat wist Jaap ,en hij had geen enkele
seconde meer te verliezen.
„Dag mevrouw," zei hij nog, sprong op
zijn fiets en peddelde met vlugge vaart
door de Zondag-stille straat. Om den hoek
reed hij bijna tegen een dame met een
hondje op. Dit was het eerste oponthoud,
dat gelukkig zonder ongelukken afliep. De
dame was alleen een beetje geschrikt en
haar hondje kefte nijdig.
Jaap zat al weer op zijn rijwiel. Hij kon
hard fietsen en van morgen leek het wel,
of zijn stalen ros vleugelen had gekregen.
Zoo'n vaart had het.
Zoodra hij de stad uit was, volgde hij den
weg naar Zeist; even vóór Zeist moest hij
het fietspad inslaan. Vóór dien tijd zou hij
ze zeker niet inhalen. Steeds harder reed
Jaap. Op het fietspad, dat veel op een kolf
baan geleek, ging het nog vlugger.
Bij elke bocht hoopt hij het gezelschap
in te halen. Maar jawel, hoorHaal maar
eens iemand op de fiets in, als hij je een'
half uur vóór is. En van den weg afsnijden
was ook al geen sprake. Neen, alleen zijn
vlugge fietsen kon hem helpen. Dat was het
eenige, wat er op zat. Eindelijk, steeds
nauwkeurig den afgesproken weg volgend,
kwam hij bij een huisje en op zijn vraag,
of hier ook twee heeren met een troepje
jongens voorbijgekomen waren, luidde het
ar ..oord:
„Jawel, 'n kwartiertje geleden zoowat!"
De anderen hadden dus nog een voor
sprong van een kwartierJaap kreeg het
er warm van. Hij moest en zou ze inhalen
en snelde weer verder. Plotseling wat
was dat Met een ruk stond zijn fiets stil.
Jaap lag op den grond. Pijn deed hij zich
niet, maar het spatbord van zijn fiets was
leelijk verbogen. Dat moest hij eerst weer
in den goeden vorm buigen. Een tak, die op
den grond had gelegen, maar niet door
hem was gezien, was tusscben zijn fiets ge
komen en had het ongeval veroorzaakt.
Gelukkig had Jaap kracht in zijn handen
en slaagde Kij er in het spatbord goed te
buigen. Vlug sprong hij daarna weer op
de fiets. Nu moest hij dit oponthoud ook
nog inhalen en was de afstand tusschen zijn
vriendjes en hem weer grooter geworden.
Wat een peoh toch! Het stoomde Jaap
aan alle kanten uit, zoo warm had hij het.
Al voortpeddelend en zich den tijd niet
gunnend, om zich heen te kijken, naderde
hij de Pyromide. Hij wist, dat de jongens
die beklimmen zouden. Dat beteekende een
oponthoud voor hen en Jaap had daardoor
kans zijn makkers eindelijk in te halen. Als
dèt eens waar mocht zijn
„Zijn ze er nóg?" was zijn ongeduldige
vraag aan jeen kellner, die wat om stond te
hangen.
De man keek Jaap verbaasd aan en zei:
„Wat blieft u, jongeheer?"
„Of de fietsers er nog zijn?" vroeg Jaap
weer.
„Er zijn hier een massa fietsers," klonk
hei laconiek terug.
„Ja, maar ik bedoel: twee heeren en vijf
jongens."
„Die zijn een minuut of wat geleden
weggereden."
Jaap fietste al weer door. Hij zou ze
inhalen, nu of nooit I Zag hij daar heel
in de verte al niet een troepje fietsers
Een geweldige knal scheen het antwoord
op zijn vraag te willen geven. Plotseling
drong het tot Jaap door, dot de achterband
van zijn fiets lek was en hij er. niet op
voortkon! Ook dat nog! Waar kreeg hij
zijn fiets zoo gauw gemankt? Teruggaan
naar de Pyramide?
„Dat nooitmompelde Jaap. Nee, 't was
geen doen. Waren er dan nergens rijwiel
herstellers in de buurt In het bosch zeker
niet!
Somber stond Jaap naar zijn fiets te sta
ren. Als die hem nu ook al ontrouw werd
En dat juist, nu hij zijn vrienden b ij n a in
gehaald had. Dat was werkelijk t e erg f
„Lekke 'fietsband vroeg plotseling een
vriendelijke stem.
Jaap keek op en zag een heer, terwijl hij
antwoordde: „Ja meneer; en ik had ze bijna
ingehaald
Jaap zag er zóó ongelukkig uit, dat de
fietser werkelijk medelijden met hem kreeg
en besloot hem te helpen. Vlug haalde hij
een en ander uit zijn fietstaschje en toog
hij aan het werk. Jaap, was den vreemden
heer hoogst dankbaar en toch o, wat
duurde het vreeselijk lang, vóór de band
klaar was. Hij wilde niet ongeduldig zijn,
maar
Eindelijk was de fiets dan toch weer be
rijdbaar en nadat Jaap den vreemde vrien
delijk bedankt had, snelde hij weer verder
In de buurt van Maarn zou halt gemaakt
worden, bedacht hij plotseling, dus zou hij
hen kunnen inhalen, maar och, zijn eigen
oponthoud had misschien langer geduurd
dan het hunne!
En helaas, nergens ontdekte hij eenig
spoor van zijn vrienden. Steeds zenuwach
tiger wordend, trapte hij door, tot even vóór
Doorn, waar hij den achterweg naar Zeist
insloeg.
Daar kwam een boertje aan. Zou hij' de
anderen gezien hebben Juist was Jaap op
het punt hem dit te vragen, toen het boertje
uitriep:
„Zoo allinnig, jongeheer? Da's niks ge
daon
„Heb je ook zeven fietsers gezien?"
vroeg Jaap.
„Zeven fietsers klonk het terug. „Zeven
fietsers bi mekêor of allinnig?"
Jaap luisterde al niet meer. Hij had geen
seconde te verliezen en fietste weer verder,
tot hij op eenszag hij goed? een
partijtje fietsers aan den kant van den weg
zag zitten. Hij schreeuwde uit alle macht
en ja, daar klonken stemmen:
„Jaap! Ja-pie!"
„Ze zijn het juichte het in Jaap. „Ein
delijk l HoeraNu kan ik ze toch niet
meer missen
Het duurde niet lang meer, of Jaap had
het groepje bereikt. Aan vragen van alle
kanten geen gebrek, totdat meneer Lagers
zei:
„Maar laat den armen jongen toch eerst
eens wat op zijn verhaal komen. Hij is ge
heel buiten adem."
Aan deze roepstem werd gehoor gegeven
en de vijf jongens wisten geen, betere
manier om dezen nisttijd te benutten dan
door Jaap alLerlei versnaperingen, „verster
kingen" noemden zij het, nan te bieden.
Jaap liet zich die hulde grif aanleunen en
was don ook spoedig in stoot de oorzaak
van zijn te laat komen op te helderen.
AUen lachten. Jaap kor. or nu zelf ook
om 'cchen. Vanaf het oogenblik, waarop hij
zijn vrienden ingehaald had, was alle door
gestane ellende vergeten.
Het werd nog een heerlijke terugrit.
CORRESPONDENT.
C h i n g n k g o o k. Ja, nu jc het me zegt
herinner ik het me ook. Daar docht ik niet zoo
gauw uon. Het is trouwens een heelo tijd ge
leden dot ik dat boek las.
Ton Nevcu. Nu, zoo mooi kon ik het
niet vinden, 't Was nog ul eens regenachtig
en dan, het is vrij koud om fietstochtjes te
maken of té wandelen. Maar je kunt jc toch
wel umusecren al ben je in huis. Zoo'n poor
dagen vocantie is in ieder geval niet verve
lend.
Stormvogel. Voorloopig heb ik er
nog wel genoeg. Maar als ik er weer noodig
mocht hebben, zul ik jc wunrschuwen. Noen, ik
kon heel goed begrijpen, dqt het long niet ge
makkelijk is zoo iets voor jc te houden. Jc
zusje kon het zeker niet langer verborgen hou
den. Nu ja, maar het geeft ook eigenlijk niets
om het te zeggen. Maar je wilde het zeker ols
een verrassing houden.
Blondje. Ju, du( heeft hij me gc-
schroven. En ik vind het heel goed hoor. Je
hoeft hcclemoal niet zoo long te wachten.
Jammer dut die vacantic maar zoo kort duurt
hè Moor het is nu weer guuw Kerftvacuntie
cn die duurt weer veel langer. Neen, Je bent
dc eerste, dus dot kan zoo blijven. Ik hoop nu
maar, dut je nooit een week zal overslaan om
me te schrijven.
Panne koek Dut is heel goed, welkom
in ons midden hoor. Je vraag om postzegels
wil ik graag overbrengen, muur schrijf me dan
eerst nog eens wat voor postzegels je hebt cn
welke soort je daarvoor wil ruilen, anders krijg
je. misschi'-n weer dubbele. Het kan een goede
maar ook een slechte eigenschap zijn gul cn
lui hebben allebei de u in het midden cn daar
was liet toch om te doen. Hot kon dus allebei.
Viooltje Jn, Friesland is een echt wa
terland. Daar moet je toch niet zoo licht over
denken. Ik heb wel eens kennissen van mij uit
Zwitserland hier gehad. Die zitten altijd in de
bergen er. die vonden die uitgestrekte weiden
met koeien juist prachtig mooi. Die waren het!
toch ook anders gewoon cn die vonden, het
magnifiek, zoo'n vergezicht. Dat trof je toen
niet erg op de Zuiderzee. Ja, uls jc de zee
over' gaat loop je altijd groote kans zeeziek
te worden. En dat is heclemool niet pleizierig.
Dot was heel verstandig van jc.
Goudvisch Krijg ik de volgende week
wat meer.van je te hooren
Rekenmeester NHel kon allebei. Kijk
maar naar de oplossingen. Maar notuurlijk
gelden beide woorden voor goed. 't Was dus
geen drukfout.
Kabouter 1 Was dut zoo moeilijk 1
Maur daarom mag jc me toch wel schrijven.
Neen, je kunt nu gezellig thuis bij de kachel
blijven, 'Dunk je wel voor jc plaatjes en bon
nen. Daar kan ik zeker wel iernund mee ple
zier doen. Wat zijn dat voor plaatjes. Die heb'
ik nog niet gezien. Ju, dat feest staat ook al
weer gouw voor dc deur. Wil je in het vervolg
je schuilnaam ondc-r je bri l z. t'.en. Deze keer
had je het zeker vergeten.
Hoornblazer Ja, dat vond ik heel
jammer zelfs. Maar je had mo dan toch wel
mogen schrijven Dat hindert niet* hoor I
B1 a u w e Distel. Ik heb je brief door-4
gezonden. Donk je wol voor je bonnen. Die
kan ik best gebruiken, want er was naar gen
vraagd Wat een aardig plaatje heb je ge
mankt. Kijk de oplossingen maar eens goed
door. Don zul je wel zien, wat er bedoeld
wordt Er komen vragen genoeg en die wor
den ook altijd beantwoord. Jouw idee lijkt me
heclemonl niet kwaad. Ik zal er eens over na*
denken. Je vraag znl ik overbrengen. Zelf heb
ik ook nog bonnen voor je. Kom je die Maan
dag even aanhalen
Goudhaantje. Zoo, en ben je nu
weer heelemaol beter Notuurlijk gaat je
schoolwerk voor, dat begrijp ik heel goed.
Maar ik vind het toch ook wel prettig als ik
iets van je hoor. Doe dus maar wat jc kunt.
Mol. Daar heb je dan heel goed aart
gedaan hoor 1 Ik vind het erg prettig te hoo
ren, dat je er zóó over denkt.
Speurder. Dat denk ik ook wel. Al
doende leert men, moet je maar denken. Als
dat doorgaat mag ieder neefje en nichtje er
aan meedoen. Hoe meer, hoe liever natuurlijk.
Nimf. Dat moet je toch niet doen. Tk
zal het vragen voor je. Daar zal wel iets op
te vinden zijn. Maar vergeet nu onze krant
vooral nooit meer!
Wielrenner. Ook al vergeten. Dat is
niet mooi hoor I Hoe kwam dafc» zoo Had jc
het zóó druk met andere dingen \?ond jr
dat geen mooie film. Ik was er ook vond
hem heel mooi.
OOM KASEL'.
RUILHANDELHOEKJE.
Ons nichtje Blauwe Distel zou graag Ver-
kade's bonnen en plaatjes willen hebben van
de nieuwe album „Dc bloemen in onzen tuin.
Zij wil er Pl<?incs-plaatjes voor terug geven
Een van onze nichtjes gaf mij enkele Jv-
nen van Hille, Die zijn er nu dus ook