KINDERRUBRIEK. De rubriek van Oom Karei. De vorige koeren heb ik al wat geschreven over een wedstrijd, die we wel weer eens kon den gaan houden. Ik heb er vooitdurend nog o- gedacht, maar heb eigenlijk nog niets geschikts kunnen vinden Een van de nichtjes stelt voor een kleurwedstrijd en daarbij een teckenwedstrijd «erbinden Ik zou jelui dan b.v. opgeven een bepaalde voorstelling te tcckenen en dat te kleuren naar jelui eigen smaak- Ik voel daar wel iels vooi, moor dc vraag is nu, of jelui dat zelf aardig vinden. Schrijven jelui me dat nu eens. Of als jelui liever iets an ders willen, dan hoor ik dnt ook heel graag van jelui Denk cr maar eens goed over na en zeg me dan eens, wat jelui er van denken. Wat is het Weer nu ineens weer veranderd hè. Het ziet er nu buiten niets vroolijk meer uit. De bladeren vallen al of en de boomen zien er zoo dor uit, dat je goed kunt zien, dat dc winter in aantocht is. En aan de koude kun jc het ook al flink merken, 's Nachts heeft het al aardig gevroren. Jelui verlangen nu natuur lijk allemaal naar do ijs-periode, dat je kunt schaatsenrijden en bobsleeën enz. Dat is ook een heerlijke tijd. Het is to hoopen, dat we dezen winter wat long van dc ijsbaan kunnen genieten Gewoonlijk is het maar enkele da gen. Jelui beginnen nu zeker ook langzamer hand can St. Nicolaos te denken. Die tijd stoot ook al weer gauw voor dc deur. Tegen dien tijd zullen wc met onze krant ook weer wat aardigs bedenken. Misschien kan dan juist de wedstrijd komén. Maar door hooren jelui nog wel meer van of liever gezegd, ik hoor daarover eerst nog wat van jelui, weet je wel. Dat hebben we immers afgesproken I En daar reken ik nu op hoor I RAADSELS. Oplossingen van dc vorige weck. Dc oplossingen van dc vorige raadsels wa ren I. Luchtballon met de woorden 1, gul, licht, jakhals, boottocht, luchtballon, aardappel. Holland, dalen, dom en n. li. Roermond, met dc woorden rond, oor, moor» rem. De prijswinnaar Kabouter kan zijn prijs Maandag aan ons bureau komen afhalen. NIEUWE RAADSELS I Het geheel bestaat uit 10 letters en zal bij dc meeste van jelui 's zomers vooral wel bekend zijn. 2, 17, 4 is een jongensnaam een 7, 5, 1, 3, 4 is een nuttig huishoudelijk artikel. een 12, 10, 6, 10 dragen vele menschen aan een vinger. 18, 8, 16 is niet droög. 4, 13, 0, 0, 8, 10 is geen avond. in de II, 8, 14, 15, 16 is het-Keel donker. (Ingez. door Floproos.) II Welke plaats ligt het eigenaardigst in ons 'and en waarom. (Ingez. door Flaproos.) VOOR DE NICHTJES. Tot mijn groote schrik bemerkte ik dat in de krant van de vorige week verschillende re gels, zooals ze dat op de zetterij noemen, door elkaar zijn gcloopcn. Ik denk dat jelui dan ook wel wat moeite gehad zullen hebben om het te begrijpen. Daarom lijkt het me het beste, dat ik om te beginnen nog maar even her haal wat ik de vorige week schreef en wat een beetje mismaakt in de krant kwam. Het eerste was het antwoord aan Hulsttakje over breien. Je moet zooveel steken opzetten als het armsgat wijd is eit brei dan met 2 penner, eerst een stukje Daarna moet je geleidelijk aan beide kanten een steek afminderen, b.v. om dc 6 a 8 toeren, totdat je bij den elleboog bent. Daarna kan je de mouw wel afbreien en dichtnaaien. Ik neem natuurlijk aan dat een lange mouw bedoeld is. In het andere geval kan jc 't aantal steken van het opzetten wel aanhouden cn blijft de mouw dus wijd Een vorige keer heb ik jelui een kleedje op gegeven, waarvoor de zijde gewonden zat op een kartonnen ring. Als er in dien nng een schijfje zit, moet je dat er natuurlijk eerst uit halen. Die kartonnen ringen kunnen jelui ge bruiken om servetringen van te maken. Mis schien zijn jelui nog in 't bezit van restjes wol of zijde. Wikkel dit dan om den ring van bin nen naar buiten, net zoolang totdat er van het karton niets meer te zien is. Rijg daarna een smal lintje nnn den buitenkant door dc wol, b.v. tien draden op, tien draden neer, of zoo- oh dat uitkomt. Van de uiteinden van 't lintje maak je dan een strikje. Als je meerdere rin gen van verschillende kleuren maakt, hebben je broertjes en zusjes ieder een eigen servet ring. Van Blauwe Distel kreeg ik een brief waarin zc tnij vertelde dat ze van die kartonnen rin gen nog" iets unders heeft gemaakt. Ook voor de anderen is dit misschien wel aardig om ook te maken. Zc schreef me het volgende. Zoodra ik hnd gelezen, wat u had geschre ven "ver die kartonnetjes van de haakzij, heb ik het geprobeerd, en nu heb ik er wat bij uitgevonden, n.l. poppenmeubelen maken. De stoelen maak ik zóó ik laat dat platte schijf je erin zitten en knip van boven van dut staando randje zoownt deel af. Dat is dan al een fauteuil. Nu beplak ik het met een stukje dik In den speeltuin is het fijn I wie zou daar niet graag eens zijn? Tootje springt en zingt daarbij, als een vogeltje zoo blij. Hoog de lucht in, één, twee, drie, voert de wipplank zus Marie Janneman verliest een schoen, nu hij kan 't best zonder doen. Erger is 'tA dat Jantjes boek achteloosligt in een hoek, zoo maar op het natte gras 't viel pardoes uit Jantje's tasch. Zoo uit school ging hij hierheen; Moeder komt straks ook, alleen, en dan brengt zij taartjes mee op z'n minst voor ieder twee? HERMANNA. goed, b.v dot van een jas of broek een staal tje is geweest. De tafel maak ik zóó: Ik duw hel platte schijfje zoover naar boven als maar kan maar niet eruit. Nu ga ik van onderen vier stukken eruit knippen, zoodat het vier pootcn worden. De tafel beplak ik met een stukje papier. Ik heb een heel poppenhuis ge maakt. Dc schilderijen van verkndrs plaatjes enz. Een spiegel maak ik zóó een stukje hel der blik achter glos en dan in een lijstje Het is bij mij goed geslaagd; ik hoop, dot het bij de andere neefjes en nichtjes ook goed slagen zal; het is dan een heel aardig cadeautje voor kleinere broertjes, zusjes, vriendjes of vriendinnetjes. En nu zal i k jelui nog iets vertellen wat je van die ringen kunt maken, en dat kunnen jelui meteen misschien gebruiken voor St. Ni- colaas. Het eerste werk is hetzelfde als dot van de servetringen; ik bedoel dat omwikkelen Maar nu moet jc de schijf, die je eruit hebt gehaald, ook omwikkelen. Dat dient dan voor het dekseltje von het doosje, dnt wc gaan ntaken. D'e bodem wordt dan van dezelfde kleur wol of zijde gehaakt als een rond plakje Dit naai je don aan den onderkant van dc ring vast. Op het dekseltje zet je een klein popje. Een zwart poppPfje b.v. komt heel aardig uit Om het poppetje bindt je dan een strikje. Het dekseltje maak je dan met een paar steken aan den bovenkant van dc ring vost. Op di<? manier heb je een aardig doosje om kleinig heden in te bewaren. TANTE BETS. Zomertijd. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. „Jaap, vergeet niet je wekker een uur vooruit te zetten. Morgen gaat de zomertijd in en zijn we dus met alles een uur vroe ger," zei mevrouw Vonk tegen haar zoontje. ,Ja Moeder, ik zal het straks wel doen," antwoordde Jaap, die in zijn meccano ver diept was en zich niet gaarne storen liet, er bovendien een handje van had, de din gen, welke hij doen moest, zelfs zoo'n kleinigheid als een wekker verzetten steeds uit te stellen. Moeder ging naar beneden en Jaap was weldra zóó verdiept in zijn hijschtoestel, dat hij aan geen zomertijd meer dacht. Dat verzetten van de klok viel juist in den nacht van Zaterdag op Zondag. Toen Jaap dien Zaterdagavond naar bed ging, peinsde hij nog over een kleine fout in zijn bouwwerk, die hij maar niet had kunnen ontdekken. Machinaal won hij zijn wekker op. Van verzetten geen sprake. Hij dacht er een voudig niet aan. Ook niet, toen hij onder de wol kroop en nog veel minder, toen hij sliep. Hij had zijn wekker op kwart na acht ge zet. Al was het morgen Zondag, verslapen wilde hij zich niet, want hij zou met een paar vriendjes een fietstocht maken. Om negen uur zouden zij zich verzame len bij Piet Lagers en Jan van Holk, twee trouwe vrienden en buren, wier beide vaders het halve dozijn jongens op hun tocht zouden vergezellen, 'n Fijn plannetje en het weer was zóó mooi en vast, dat het hun wel geen parten zou spelen. Voor het gemak had Moeder hem 's avonds zijn boterhammen en zijn glas melk maar mee naar boven gegeven, dan hoefde hij niemand zoo vroeg te storen en kon hij zoo onder het aankleeden door een slok en een hap nemen, al naar dat het uitkwam. Jaap sliep dus rustig in, vervuld van al lerlei prettige gedachten over den fiets tocht. Hij werd pas wakker, toen irrrt? de wekker afliep, wreef zich de oogen eens uit en keek op zijn uurwerk. Precies kwart na acht I 't Was toch een goede wekker, dien hij op zijn verjaardag gekregen had: op de minuut liep hij af. Ja, de wekker deed zijn plicht, maar Jaap had dien verzuimd. Zoo kwam het dus, dat het klokje nog den wintertijd had en dien nacht was de zomertijd ingetreden I Jaap, die altijd voor alles nog tijd had en de dingen dikwijls tot het laatste nip pertje uitstelde, Jaap had zichzelf ditmaal lecliik gefopt. Zonder echter eenig kwaad te vermoe den, kleedde onze Jaap zich vlug aan. Vóór kwart voor negen was hij al klaar, stek den laatsten reep van zijn boterham in zijn mond en haalde zijn fiets uit de schuur. Jongens, wat was hij mooi vroeg! En dan zeiden ze nog wel, dat hij altijd op het nippertje was. Vandaag toch eens lekker niet! T Was nog stellig vijf heele minuten vóór negen, toen hij bij Piet Lagers voor de deur stond. Ja, hij was zelfs de eerste l Nergens waren ten minste jongens of fiet sen te zien. Jaap kon zijn eigen oogéh bij na niet gelooven. Dat moest hij Moeder eens vertellen, als hij vanmiddag thuis kwam, want dat behoorde tot de groote zeldzaamheden. Hij zou maar vast eens aanbellen, niet weinig trotsch op het feit, dat hij nummer één was. De moeder van zijn vriendje deed de deur open. „Piet is zeker rtog niet klaar; zoo'n luilak schoot het. even door Jaap heen. „Zoo Jaap, ben je daar eindelijk vroeg mevrouw Lagers. „U bedoelt zeker; al? Ik ben immers de eerstel iep Jaap vroolijk uit. „De eerste?f Hoe heb ik het nou met je, jongen? Slaap je nog of heeft de zomertijd je parten gespeeld Plotseling werd het Jaap duidelijk en overzag hij den geheelen toestand: hij was een uur te laat en de anderen waren weg gefietst zonder hem Het huilen stond hem nader dan het lachen en mevrouw Lagers had werkelijk medelijden met hem, terwijl zij zei: „Ja, jongen, ze hebben tot half tien ge wacht, maar toen je nog steeds niet kwam opdagen, zijn ze eindelijk maar vertrokken. Ze zijn dus al bijna een half uur weg. Het eenige, wat je te doen staat, is hen vlug achterna fe rijden. Weet je, welken weg ze genomen hebben?" Ja, dat wist Jaap ,en hij had geen enkele seconde meer te verliezen. „Dag mevrouw," zei hij nog, sprong op zijn fiets en peddelde met vlugge vaart door de Zondag-stille straat. Om den hoek reed hij bijna tegen een dame met een hondje op. Dit was het eerste oponthoud, dat gelukkig zonder ongelukken afliep. De dame was alleen een beetje geschrikt en haar hondje kefte nijdig. Jaap zat al weer op zijn rijwiel. Hij kon hard fietsen en van morgen leek het wel, of zijn stalen ros vleugelen had gekregen. Zoo'n vaart had het. Zoodra hij de stad uit was, volgde hij den weg naar Zeist; even vóór Zeist moest hij het fietspad inslaan. Vóór dien tijd zou hij ze zeker niet inhalen. Steeds harder reed Jaap. Op het fietspad, dat veel op een kolf baan geleek, ging het nog vlugger. Bij elke bocht hoopt hij het gezelschap in te halen. Maar jawel, hoorHaal maar eens iemand op de fiets in, als hij je een' half uur vóór is. En van den weg afsnijden was ook al geen sprake. Neen, alleen zijn vlugge fietsen kon hem helpen. Dat was het eenige, wat er op zat. Eindelijk, steeds nauwkeurig den afgesproken weg volgend, kwam hij bij een huisje en op zijn vraag, of hier ook twee heeren met een troepje jongens voorbijgekomen waren, luidde het ar ..oord: „Jawel, 'n kwartiertje geleden zoowat!" De anderen hadden dus nog een voor sprong van een kwartierJaap kreeg het er warm van. Hij moest en zou ze inhalen en snelde weer verder. Plotseling wat was dat Met een ruk stond zijn fiets stil. Jaap lag op den grond. Pijn deed hij zich niet, maar het spatbord van zijn fiets was leelijk verbogen. Dat moest hij eerst weer in den goeden vorm buigen. Een tak, die op den grond had gelegen, maar niet door hem was gezien, was tusscben zijn fiets ge komen en had het ongeval veroorzaakt. Gelukkig had Jaap kracht in zijn handen en slaagde Kij er in het spatbord goed te buigen. Vlug sprong hij daarna weer op de fiets. Nu moest hij dit oponthoud ook nog inhalen en was de afstand tusschen zijn vriendjes en hem weer grooter geworden. Wat een peoh toch! Het stoomde Jaap aan alle kanten uit, zoo warm had hij het. Al voortpeddelend en zich den tijd niet gunnend, om zich heen te kijken, naderde hij de Pyromide. Hij wist, dat de jongens die beklimmen zouden. Dat beteekende een oponthoud voor hen en Jaap had daardoor kans zijn makkers eindelijk in te halen. Als dèt eens waar mocht zijn „Zijn ze er nóg?" was zijn ongeduldige vraag aan jeen kellner, die wat om stond te hangen. De man keek Jaap verbaasd aan en zei: „Wat blieft u, jongeheer?" „Of de fietsers er nog zijn?" vroeg Jaap weer. „Er zijn hier een massa fietsers," klonk hei laconiek terug. „Ja, maar ik bedoel: twee heeren en vijf jongens." „Die zijn een minuut of wat geleden weggereden." Jaap fietste al weer door. Hij zou ze inhalen, nu of nooit I Zag hij daar heel in de verte al niet een troepje fietsers Een geweldige knal scheen het antwoord op zijn vraag te willen geven. Plotseling drong het tot Jaap door, dot de achterband van zijn fiets lek was en hij er. niet op voortkon! Ook dat nog! Waar kreeg hij zijn fiets zoo gauw gemankt? Teruggaan naar de Pyramide? „Dat nooitmompelde Jaap. Nee, 't was geen doen. Waren er dan nergens rijwiel herstellers in de buurt In het bosch zeker niet! Somber stond Jaap naar zijn fiets te sta ren. Als die hem nu ook al ontrouw werd En dat juist, nu hij zijn vrienden b ij n a in gehaald had. Dat was werkelijk t e erg f „Lekke 'fietsband vroeg plotseling een vriendelijke stem. Jaap keek op en zag een heer, terwijl hij antwoordde: „Ja meneer; en ik had ze bijna ingehaald Jaap zag er zóó ongelukkig uit, dat de fietser werkelijk medelijden met hem kreeg en besloot hem te helpen. Vlug haalde hij een en ander uit zijn fietstaschje en toog hij aan het werk. Jaap, was den vreemden heer hoogst dankbaar en toch o, wat duurde het vreeselijk lang, vóór de band klaar was. Hij wilde niet ongeduldig zijn, maar Eindelijk was de fiets dan toch weer be rijdbaar en nadat Jaap den vreemde vrien delijk bedankt had, snelde hij weer verder In de buurt van Maarn zou halt gemaakt worden, bedacht hij plotseling, dus zou hij hen kunnen inhalen, maar och, zijn eigen oponthoud had misschien langer geduurd dan het hunne! En helaas, nergens ontdekte hij eenig spoor van zijn vrienden. Steeds zenuwach tiger wordend, trapte hij door, tot even vóór Doorn, waar hij den achterweg naar Zeist insloeg. Daar kwam een boertje aan. Zou hij' de anderen gezien hebben Juist was Jaap op het punt hem dit te vragen, toen het boertje uitriep: „Zoo allinnig, jongeheer? Da's niks ge daon „Heb je ook zeven fietsers gezien?" vroeg Jaap. „Zeven fietsers klonk het terug. „Zeven fietsers bi mekêor of allinnig?" Jaap luisterde al niet meer. Hij had geen seconde te verliezen en fietste weer verder, tot hij op eenszag hij goed? een partijtje fietsers aan den kant van den weg zag zitten. Hij schreeuwde uit alle macht en ja, daar klonken stemmen: „Jaap! Ja-pie!" „Ze zijn het juichte het in Jaap. „Ein delijk l HoeraNu kan ik ze toch niet meer missen Het duurde niet lang meer, of Jaap had het groepje bereikt. Aan vragen van alle kanten geen gebrek, totdat meneer Lagers zei: „Maar laat den armen jongen toch eerst eens wat op zijn verhaal komen. Hij is ge heel buiten adem." Aan deze roepstem werd gehoor gegeven en de vijf jongens wisten geen, betere manier om dezen nisttijd te benutten dan door Jaap alLerlei versnaperingen, „verster kingen" noemden zij het, nan te bieden. Jaap liet zich die hulde grif aanleunen en was don ook spoedig in stoot de oorzaak van zijn te laat komen op te helderen. AUen lachten. Jaap kor. or nu zelf ook om 'cchen. Vanaf het oogenblik, waarop hij zijn vrienden ingehaald had, was alle door gestane ellende vergeten. Het werd nog een heerlijke terugrit. CORRESPONDENT. C h i n g n k g o o k. Ja, nu jc het me zegt herinner ik het me ook. Daar docht ik niet zoo gauw uon. Het is trouwens een heelo tijd ge leden dot ik dat boek las. Ton Nevcu. Nu, zoo mooi kon ik het niet vinden, 't Was nog ul eens regenachtig en dan, het is vrij koud om fietstochtjes te maken of té wandelen. Maar je kunt jc toch wel umusecren al ben je in huis. Zoo'n poor dagen vocantie is in ieder geval niet verve lend. Stormvogel. Voorloopig heb ik er nog wel genoeg. Maar als ik er weer noodig mocht hebben, zul ik jc wunrschuwen. Noen, ik kon heel goed begrijpen, dqt het long niet ge makkelijk is zoo iets voor jc te houden. Jc zusje kon het zeker niet langer verborgen hou den. Nu ja, maar het geeft ook eigenlijk niets om het te zeggen. Maar je wilde het zeker ols een verrassing houden. Blondje. Ju, du( heeft hij me gc- schroven. En ik vind het heel goed hoor. Je hoeft hcclemoal niet zoo long te wachten. Jammer dut die vacantic maar zoo kort duurt hè Moor het is nu weer guuw Kerftvacuntie cn die duurt weer veel langer. Neen, Je bent dc eerste, dus dot kan zoo blijven. Ik hoop nu maar, dut je nooit een week zal overslaan om me te schrijven. Panne koek Dut is heel goed, welkom in ons midden hoor. Je vraag om postzegels wil ik graag overbrengen, muur schrijf me dan eerst nog eens wat voor postzegels je hebt cn welke soort je daarvoor wil ruilen, anders krijg je. misschi'-n weer dubbele. Het kan een goede maar ook een slechte eigenschap zijn gul cn lui hebben allebei de u in het midden cn daar was liet toch om te doen. Hot kon dus allebei. Viooltje Jn, Friesland is een echt wa terland. Daar moet je toch niet zoo licht over denken. Ik heb wel eens kennissen van mij uit Zwitserland hier gehad. Die zitten altijd in de bergen er. die vonden die uitgestrekte weiden met koeien juist prachtig mooi. Die waren het! toch ook anders gewoon cn die vonden, het magnifiek, zoo'n vergezicht. Dat trof je toen niet erg op de Zuiderzee. Ja, uls jc de zee over' gaat loop je altijd groote kans zeeziek te worden. En dat is heclemool niet pleizierig. Dot was heel verstandig van jc. Goudvisch Krijg ik de volgende week wat meer.van je te hooren Rekenmeester NHel kon allebei. Kijk maar naar de oplossingen. Maar notuurlijk gelden beide woorden voor goed. 't Was dus geen drukfout. Kabouter 1 Was dut zoo moeilijk 1 Maur daarom mag jc me toch wel schrijven. Neen, je kunt nu gezellig thuis bij de kachel blijven, 'Dunk je wel voor jc plaatjes en bon nen. Daar kan ik zeker wel iernund mee ple zier doen. Wat zijn dat voor plaatjes. Die heb' ik nog niet gezien. Ju, dat feest staat ook al weer gouw voor dc deur. Wil je in het vervolg je schuilnaam ondc-r je bri l z. t'.en. Deze keer had je het zeker vergeten. Hoornblazer Ja, dat vond ik heel jammer zelfs. Maar je had mo dan toch wel mogen schrijven Dat hindert niet* hoor I B1 a u w e Distel. Ik heb je brief door-4 gezonden. Donk je wol voor je bonnen. Die kan ik best gebruiken, want er was naar gen vraagd Wat een aardig plaatje heb je ge mankt. Kijk de oplossingen maar eens goed door. Don zul je wel zien, wat er bedoeld wordt Er komen vragen genoeg en die wor den ook altijd beantwoord. Jouw idee lijkt me heclemonl niet kwaad. Ik zal er eens over na* denken. Je vraag znl ik overbrengen. Zelf heb ik ook nog bonnen voor je. Kom je die Maan dag even aanhalen Goudhaantje. Zoo, en ben je nu weer heelemaol beter Notuurlijk gaat je schoolwerk voor, dat begrijp ik heel goed. Maar ik vind het toch ook wel prettig als ik iets van je hoor. Doe dus maar wat jc kunt. Mol. Daar heb je dan heel goed aart gedaan hoor 1 Ik vind het erg prettig te hoo ren, dat je er zóó over denkt. Speurder. Dat denk ik ook wel. Al doende leert men, moet je maar denken. Als dat doorgaat mag ieder neefje en nichtje er aan meedoen. Hoe meer, hoe liever natuurlijk. Nimf. Dat moet je toch niet doen. Tk zal het vragen voor je. Daar zal wel iets op te vinden zijn. Maar vergeet nu onze krant vooral nooit meer! Wielrenner. Ook al vergeten. Dat is niet mooi hoor I Hoe kwam dafc» zoo Had jc het zóó druk met andere dingen \?ond jr dat geen mooie film. Ik was er ook vond hem heel mooi. OOM KASEL'. RUILHANDELHOEKJE. Ons nichtje Blauwe Distel zou graag Ver- kade's bonnen en plaatjes willen hebben van de nieuwe album „Dc bloemen in onzen tuin. Zij wil er Pl<?incs-plaatjes voor terug geven Een van onze nichtjes gaf mij enkele Jv- nen van Hille, Die zijn er nu dus ook

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 7