i..r9.na w»«O A M ti R S FQ Q R TS CH DAGBLAD „DE EEMI.ander" DERDE BLAD. Houdt ze bij de hand! Drogisterij A. v, d. WEG FEUILLETON. GeEdkoningen. 25e Zaterdag 6 November 976 BE'UUDZUCHT. (Nadruk verboden). Elke ruoht is een ziekte en dus hebben wij ook de behoudzucht te bestrijden. Geen kwaal is ruimer verspreid noch dieper gr— woifeld dan de ziekelijke hang om te be houden wat w» hebben. Gok behoudzucht tooit zich. geiijk de meeste kwalen met mooie nemen; eerbied, trouw, piëteit, deug den, waarvan t'eze ondeugd niet altijd op net eerste gezicht !s te onderscheiden, moeien niet zelden met haar reputatie behoudzucht dekken. Is het, vraagt men, dan niet natuurlijk, dat men zich hecht aan het eenmaal ver worvene? Zeker is het natuurlijk, maar de natuurlijkheid eener neiging is niet steeds haar aanbeveling. Juist datgene, wat wij *ds het natuurlijke bij uitstek beschouwen, i meestal het als onedel of onzedelijk ge brandmerkte, dat wij door zelfopvoeding moeten overwinnen. Oe wet van de traagheid oefent een over- he ersc'hen-den invloed op ons bestaan. Wij blijven graag leren op ons vermogen en rusten op onze lauweren. En, wijl wij net- geen het gemakkelijkste is, licht als het verhevenst beschouwen, omgeven wij oVz° renteniershouding met den stralend:* -s van het heiligenleven. Wij weerspiege en onze banale begeerte op den hemelkoepel van het heelal en roepen het bestand tot kosmische levenswet uit Daarbij vergeten wij, dat het wezen van alle leven scheppen is en dat derhalve ook de mensch een schepper heeft te zijn. Scheppen en herscheppen is rijn eeuwig taak, gelijk het de eeuwige taak is van gansch het heelal. Wat geeft aan een daad, een woord, een gedachte beteekenis? Dat het eert schep pin.g is. Het scheppingsvermogen open-baart zioh er in; en zoo is hst oogerublik der ge boorte het ware 6ogenblik. Heel het leven, dat waar leven wil zijn, bestaat uit ge- boorte-oogenblikken. Leven is een voort durende, aaneengesloten reeks van geboor ten- Wie op de film het bewegingsspel van het leven aan zijn oog ziet voorbijtrekken, weet, dat elk moment ven dat wisselend schouwspel is vastgelegd op een foto, die één van de mi'lioenen zelfstandige hande lingen, welke zich tot het levensdrama aaneenrijgen, heeft weergegeven. Elk dier ontelbare handelingen is een schepping op zichzelf, die met het oogenblik haar be teekenis verkrijgt en met het oogenblik haar beteekenis verliest. Die han-de:ing vasthouden zou geen gin -hebben, wijl het kenmerk van elke handeling het voorbij gaande, het vluchtige is. De handeling kan niet herhaald worden; te herhalen is niets in het leven, omdat leven oorspronkelijkheid is. Elke sohepping van 't leven 's een zelfstandigheid en de intensiteit van het leven is af te meten naar het tempo, waarin het aantal zelfstan dige scheppingen elkaar opvolgt. Nu gaat meestal het leven buiten he# mensohe'aj-ke bewustzijn om, of dit bewust zijn, zóo het over het leven denkt, protes teert in zijn fantasieën tegen de wetten van 't leven. Zoo doet de behoudzuchtige, die. te zwak om de wet der traagheid te weer staan, rijn. gemak meent te dienen door zich te verbeelden, dat het oogenblik olijf t. Goelh9 heeft het noodlottige van dit be houdzuchtig verlangen begrepen, toen hij Fairst liet verklaren, dat deze zich aan den duivel zou overgeven, zoodra hij tot het oogen'b'fik zou zeggen: -blijf! Want hiermede is tenslotte de menschenziel. en ook de ziel d-er menschengemeenschap verlo.en; met het afstand doen van haar scheppend vermogen geeft rij zioh der vernietiging prijs. Wie zweert bij het oogenblik en dit tot in eeuwigheid wil veriengen, pleegt ze'ifmooTd gelijk de verbijsterde, die züjn polsslag doet stilstaan. De slingerslag van den tijd, de harteklop van het leven drijven ons voort op hun krachtwekkend, rustgevend rhylhme e: wie met bewustheid de scheppende betee' kenis van het oogenblik opmerkt, ondergaat de bekoring van het bestaan. Wordt ons leven niet rijk, wanneer wij in elke onzer duizendvoudige daden en gedachten een nieuwe, oorspronke :jke, zelfstandige schep, ping zien? Met welk een belangstelling, -met welk een ontzag staan wij voor de* on ophoudeliike verrassing van den imnv barenden tijd! Wat geeft het, zoo voorbijgaat en sterft, wat zijn deel heeft bijgedragen in het eeuwige arbeidsproces? Bclreuren wj de noot, die zich in stilte oplost, nadat zij de eeuwige symphonie met haar geluid he-- gesteund? Had zij langer aangehouden den haar was voorgeschreven, zij zou de com positie hebben ontstemd. Wat langer duurt dan het leven gebiedt, verwart en vernietigt inplaals van orde en opbouw te brengen Puinhoopen staan in den weg; verdorde bladeren ontsieren 't ontluikend groen en zoo doet alles, wat niet wil stenen op zijn tijd, gelijk het op zijn tijd is geboren. Dit geldt ven geéaohten- en mant' schappijvormen, maar ook van persoon lijke levensverhoudingen. Scheppingen riin het alle en als scheppingen hebben ze hun beteekenis. Maar wie ze als gedënktecke- nen wil bewaren ten koste van nieuwe scheppingen, vergrijpt rich aan de grond wet van het bestaan. Zeer zeker zijn trouw, eerbied, piëteit noodzakelijke deugden en wij zouden ver armen, indien wij ze niet onderhielden, doch nimmer mogen zij het scheppend ver mogen van het oogenblik krachteloos ma ken. Zoodra ze dit d-cen, ontaarden .;e in behoudzucht. Het kan eerbiedwaardiger zijn, afstand te doen dan te behouden. Zocdra de ge schapen toestanden, stichtingen of verhou dingen hun ;nhoud verliezen, zoodra ze worden tot ba.last, die men met scharde en scha voortsleept, dient men te durven breken. Er bestaat niets onteerenders ci m de kunstmatig in 't aanzijn gehouden rest van hetgeen eens ed-el en zuiver en krach tig was, doch allengs tot een staat van verval is verzonken. Behoudzucht is een averechtsch hulde betoon aan t verleden, 't Verleden be houden is ieders plicht. We kunnen *elfs niet anders eten het verVden behouden Maar niet in den vorm, waarin een vei- dogen oogenblik het eenmaal gekneed heeft, 't Verleden is duurzaam als materiaal, maar de vorm van dit materiaal is ver gankelijk. Uit hetgeen het verledien ons aan biedt, hebben wij ons eigen heden te kne den, te smeden, elk naa-r zijn eigen aard. Hervormen, herscheppen is keven-, en de behoudzuchtige haakt naar den dood. H. G. CANNEGIETER. UIT DE STAATSCOURANT. Aan de Staatscourant van heden ontleencn wij de volgende Kon. besluiten: benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassnu jhr. C. L. C. van Kretschnar van Veen vertegenwoordiger van de Hollondsche Aan neming-Mij. en consul der Nederlanden te Swakopmimd; op verzoek eervol ontslagen W. v. d. Sluis, lid der Tweede Kamer te Goor, als lid van den Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 32 der Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922, en is als zoodanig benoemd A. v. d. Heide, lid der Tweede Kamer te Voorburg. Overgeplaatst in rang bij het regiment Jagers, de cerste-luitenants G H. Scholten en P. P. C.wvan Ryen, onderscheidenlijk van het 1ste en van het *I4de regiment Infanterie. RECLAMES Prijs 1 3 regels 1 55 elke regel meer 0 50 SUFS I RADiO-INSTALLATIES en alle onderdeelen voor amateurs Gratis adviezen UTP.ECHTSCHCSTRAAT42*44 2SES0 AMERSFOORT Uw huismiddeltjes voor allerlei kleine ongesteldheden en verwondingen moet U steeds bii de hand hebben >cn als de ncdicijn kast" leeg s ifoet Ij goed haar snel weer to laten vullen dcor Langeslraat 23 Telefoon 271 HET HUWELIJK VAN DEN BELGISCHEN KROONPRINS. De crlegcr.woordiging van H. M. dc Koningin. H. M. de Koningin heeft Haren Gezant te Brussel, Jhr. Dr. C. G. W. F van Vreden- burch, opgedragen Haar in bijzondere zending, met den rang van Ambassadeur, te vertegen woordigen bij het kerkelijk huwelijk van den kroonprins van *België met de hertogin vor. Brabant. Aan deze zending zijn toegevoegd dc schout-bij-nacht K. F Sluijs, chef van den marinestaf en de le luitenant Jhr. C. E. J. M Verheijcn, ordonnance-officier der Koningin HR. MS. „TROMP' Een nieuwe buitcnlandschc reis in Januari 1927. Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling om Hr Ms. „Tromp", welk schip thans op een oefeningsreis in de Zwarte Zcc vertoeft na terugkomst hier te lande in de maand De cember wederom een buitenlandschc reis te doen maken in het begin van het volgende jaar, waarvoor het plan als volgt is vastge steld Vertrek Willemsoord, Donderdag 6 Januorl 1927, aankomst Dordeaux Dinsdag II Januari, vertrek Bordeaux Maandag 17 Januari, aan komst Funchal Woensdag 26 Januari, vertrek Funchol Maandag 31 Januari, aankomst Tene- riffe (Santé Cruz) Vrijdag 4 Februari, vertrek Feneriffc Woensdag 9 Februari, aankomst Ajaccio Vrijdag 18 Februari, vertrek Ajaccio Dinsdag 22 Februari, aankomst Barcelona Za terdag 26 Februari, vertrek Barcelona Woens dag 2 Maart, aankomst te Port Mohan Zater dag 5 Maart, vertrek Port Mohan Woensdag 14 Maart, aankomst Willemsoord Donderdag 24 Maart DE MINISTER VAN WATERSTAAT NAAR •ARNHEM. BezC-ck aan het in liet begin van dit jour door den wntci-nood ge teisterde gebied. De minister van waterstaat heeft zich na« Arnhem begeven ter. einde een bezoek te brengen aan het in hei beg v u» he« ia» door ovorstrcominj? geteisterde gebied Dt minister die vergezeld is von de plaatse lijke autoriteiten van den Rijkswaterstaat, wcnscht zich voornamelijk op de hoogte te stellen van den toestand van de dijken cn van de voorzieningen en verbeteringen welke dert de ramp zijn getroffen. HET NEDERLANDSCH-BELG1SCH VERDRAG. Een telegram nnn dc Tweede Kumer vnn het Groningschc Studentencorps. Het volgend odres is gezonden oan de Twee de Kamer „Vele functionarissen en oud-functionarissen van het Groningschc Studentencorps V A P on ccnige vooraanstaande 'eden keuren ter» sterkste af het Ncderlondsch-Bclgisch trac* tuat en spreken de hoop uit, dat het verdrag met^ greote meerderheid zal worden vcrwor pen". GENOOTSCHAP NEDERLAND-ENGELAND Dc heer H. Colijn voorzitter In dc plaats van prof. Treub, die wegens dtukkf weikzaamhrden hud bedankt, doch lid van het hoolrlhr^fuur b'iiff, heeft de heer H Colijn, oud-minister van financiën, met ingang van I Januari het voorzitterschap vnn het ge ncctsclnp Nederland—Engeland aanvaard HET GOUDEN NOORDZEEKANAAL. Het slot der viering van Donderdag Dc redevoeringen. - Met feest maal tc Amsterdam. Na aankomst met de salonboot „Stierop" te Umuiden, begaf zich een deel van het feest vierende gezelschap naar dc sluizen om de daar onderhanden zjjndc werken te bezichtigen, terwijl dc overige gasten nuar het gebouw „Thalia gingen, waar het gemeentebestuur van Vclscn hen ontving. In het stadje was greote belangstelling voor het bezoek uit de hoofdstad. Op enkele plaat sen woren luidsprekers aangebracht, die het geen in dc zoal van „Thnlia" werd gesproken en gezongen, ook nour buiten ovcibrachtcni Rede var^den burgemeester vun Vclxen. De burgemeester der gemcènte Velscn, de heer R. G. Rijk ens, hield eerst een toespraak waarin hij de aanwezige ministers, den Com missaris der Koningin in Noord-Holland, den burgemeester van Amsterdam, de leden van den Amsterdamschen Rand, de voorzitters on de leden van de Amsterdnmsche cn Haarlem- sche Kamers van Koophandel cn verdere aun- w^zigen het welkom toeriep. Wij gedenken niet alleen het tot stand komen van het Kanaal en het ontstaan van IJmuiden, muar ook den invloed, die von dit kanaal is uitgegaan, den groei van dcz'c streek, die er het gevolg van is geweest. IJmuiden is geworden tot een plaats van groote beteekenis. En met en voor het groot ste deel door IJmuiden is de gcheelc ge meente Velsen gegroeid. Ook zij heeft in dit betrekkelijk korte tijdsbestek een periode vun ontwikkeling doorgemaakt, zooals men in Nederland nauwelijks een tweede voorbeeld vindt, fn 1876 telde Velsen vierduizend, thans circa 34 duizend inwoners Spr. herinnerde don aan hen, die gemaakt hebben dat wij thans kunnen jubelen. En dar» omt het eerste in onze gedachte Z M Koning Willem III, die begreep, dat een zoo kort moge lijke verbinding vnn Amsterdam met dc Noord zee moest worden gemoakt en dc aondncht estigdc op Holland op z'n smalst. Spr. richtte zich daarop tot de aanwezige autoriteiten en noodigde daa-op ten slotte olie aanwezigen uit, straks een dronk te willen wijden aan den voorspoed der gemeenten Amsterdam en Velsen. Minister Koningsberger spreekt. Hierna voerde dc heer Koningsberger, mi nister vnn Koloniën, het woord. Hier non den toegt.ng tot het gebied waar Amsterdam werkt en bloei; kunnen wij nog beter dun elders gewuor woidcn, wat cr voor noodig is om onze hoofdstad met hunr tijrl mede te luten guun. Wij zien hiei immers reeds aanstonds een tweetal sluizen, waarvan dc g«ootstc reeds werd ontworpen toen do eerste nog nauwelijks in <lii»f)St gesteld was. Lip een zoo belangrijk punt heeft z>:h het kon niet uitblijven een bolnngrijK cop- tium ontwikkeld, '*en centrum dat langzamer hand uitgegroeid is, boven de beteekenis van enkel voorhaven vun Atnsteidam, immers ook afgescheiden daarvan belnng heeft nis vis- schershaven, terwijl d« tijd misschien niet vc i moer zal zijn, dnt IJmuiden ook ols plaats von ontspanning aan hare grootcre zuster veel genot znl kunnen bieden. Wanneer wij nu omzien naar de andere zijde vnn het knnnal don treffen ons gansch uvlcic perspectieven van bloei, immers die in aan sluiting met het noogovenbediijf, dal zich aan len mond vun Amsterdam'»» vaarweg heeft gevestigd cn daar tot bloei moge komen. Dc kiem, die voor vijftig juren door het maken von de hoven- en sluiswcrken hier gelegd werd, belooft waarlijk tot ccn foisch gewas te zullen uilgioeien cn ik behoef u niet •e verzekeren, «lot dc Rcgccring zich in Vel- sen's voorspoed hartelijk verheugt cn met u hoopt, dat dc crwachtingen, waaraan ik zoo iuist herinnerde, in Vervulling zullen mogen gnon. Jhr. Röell oen het woord. De Commissaris dor Koningin in Noord- Holland, jhr. ntr. dr. A. Röell, zcide, niet In dc eerste plaats als Commissuris der Koningin, rnour in hoofdzaak uls voorzitter van het ge westelijk bestuur tc spreken. Spr. uitte voorts de opfechte gelukwcnschon vnn het provinciaal bestuur met dc groot ge beurtenis die 'lezer dagen in zoo uitgebr iden kring wordt gevierd. Wunnccr ik mij von deze gevoelens de tolk mank, nldus spreker, kon ik intusschcn niet ontkomen non een zekere provinciale gewetens wroeging. Want ik kon, dc geschiedenis raad plegende, niet vinden, dot ook dc provincie in de totstandkoming van het kanaal reeds «Inde- lijk een gewestelijk belang heeft gezien, dat mntcricclc medewerking wettigde. Maor sedert 1914, toen de provincie ook hunr aandeel toe-* zegde in dc kosten van de thuns in aanleg zijnde sluis, hebben de Stuten in 1917, in 1922 en in 1925 steeds met groote be reidvaardigheid dc gelden gevoteerd, die door hot Rijk v»jn Noord-Holland werden gevraagd voor de maatregelen die met dien sluisbouw verband houden, cn daarmede het bewijs ge leverd hoezeer het Noordzockanaol en de groo te belangen, die dourbtj zijn betrokken, ook non het gewestelijk bestuur ter harte gaan Wij vieren ccq vaderlandse h feest, het feest van het Noordzeeknnoal Wij gedenken dank- bnur het verleden, wij zien met vertrouwen op naar dc toekomst en het is voor dc glorie an deze toekomst, de toekomst von het Noordzcckonaal en van de wijd vertakte b°lun- gen, die daarmede zoo nouw zijn verbonden, dut ik de beste wenschen koester on mode na' mens de provincie uitspkcek! Rede vun den burgemeester van Amsterdam. Hierop sprak <lc burgemeester van Amster dam, de heer W. dc Vlugt. Deze sprak van den rechtmotigen trots die er bij ons is op wat voorgeslacht cn tijdgenoot tot stand brachten. Wat is er overgebleven dc voorspelling van technici, die ccn haven op dit deel onzer kust ccn roekeloos onderne men achtten, bestemd cm in den strijd met dc woelige zcc of tc verzinken of tc. verznn- n? Wat vnn het bezwaar van medische zijde naar voren gebracht, dot een afsluiting von et IJ oorzaak zou worden van verbreiding on allerlei ziekten en uit dien hoofde niet terk genoeg kon veroordeeld. Spreker betuigde zich erkentelijk voor dc medewerking welke Amsterdam steeds van Velscn mocht ondervinden, wanneer gemeen- ichappclijke belongen moesten worden gere ld Een grootsch werk werd ons ten deel. Mo gen wij, zoo besloot dc burgemeester, het uon iet nageslacht overgeven, gelijk wij het ont- Iedere rede schijnt ijdel cn nietig, zoodra haar dc daad geen kracht geeft. DEMOSTHENES. Gcouloriseeide vertaling noai het Engclsch van b PHILIPS OPPE> HEIM. door W M. D. SPIES-VAN DER LINDEN 50 Hoofdstuk XXI. Door schade en schande wordt men w ij s De Amerikaansche gezant gal zijn derde groote diner. Op het laatste oogenblik had hij Phineas Duge weten over te halen de uit- noodiging aan tc nemen. Littleson was ook van de partij en op een gegeven oogenblik bevonden deze drie zich, alleen gescheiden door den Duitschen gezant, die een geanimeerd gesprek voerde met eer. Russwchen grootvorst, war afgezonderd van dc rest van t gezelschap Littleson nam de gelegenheid waar om zijn stoel wat aan te schuiven en Duge wat in t oor te fluisteren. „Geen nieuws?" „Niets 1" antwoordde Duge kortaf. Deane leunde wat voorover in zim stoel. „U hebt zeker gehoord) zei hij, „dot er van middag een bevel tot inhechtenisneming is uit gevaardigd tegen uw vrienden Higgins en Weiss l" „Dat was alleen voor den vorm," antwoord de Duge. „Als die nieuwe wet er in den Senaat niet door komt, dan kon hun niets anders over komen dan wat voorbijgaand ongerief. Ik zou wel eens willen weten, waarom onze geëerde President opeens zoo'n plotselinge en hevige antipathie te£en 't kapitaal gekregen heeft „Ik vindt eigenli'k niet," zei Deane, „dat zijn standpunt logisch is. Kapitaal is de rugge- groat van elk groot land cn het ligt in den aard van de men«"-he!iike natuur, dat het zich ophoopt. Ik voor mij geloof, dat dit alles over zal waaien. „Als ten minste fluisterde Littleson. „Als tenminste geen erger schandaal dan wat nu bekend is, vn onzo twee vrienden onthuld wordt," vervolgde Deane. „Je kunt niet weten." zei Phineas Duge lang zaam. „zoo'n schandaal wordt misrriiien be kend. Het is de V v««rVid. Dc wegen, die naar groote- rijkdom voeren, zijn vol v-1- 1uilen en zit '-unncn gewoonlijk het felle dag licht niet verdragen Littlcsson w - heel bleek en zenuwachtig. Hij hijgde cn wuifde zichzelf met zijn zakdoek koehe toe. „Jullie kerels houdt cr van in raadsels te praten," zei hij of liever, fluisterde hij hcesch. „Waarom zc-g je niet ineens, dat »-»j veilig zijn, zoolang Norris Vine zich koest houdt Een knecht naderde den gezant en in een hr»ud;7«T alsof hii rich voor wat hij deed veront schuldigde, fluisterde hij hem iets in 't oor. „Daar is een jonge dame, mijnheer," zei hij „zij is juist gekomen en staat er op u tc spre ken. Zij zegt, dat 't van 't grootste gewicht is, waarvoor zij komt. Ik heb mijn best gedaan om haar aan 't verstond tc brengen, dat u verhin derd bent maar zii wil niet naar rede luiste-j ren Zij is, geloof ik, een Amerikaansche en zij is erg van streek." Phineas Duge leunde wat voorover in zijn stoel. Zijn oogen waren uldoor op den knecht gevestigd. Hij zei niets Hij wachtte slechts „Een jonge Amerikaansche dame I" herhaal de Deane langzaam. Heb je haar al eerder ge zien „Ik geloof, mijnheer," antwoordde de man, „dat het dezelfde dame is, die hier een paai weken geleden naar mijnheer Norris Vino na vraag deed." Phineas Duge sprong overeind met een plot- selingcn, zochten, half gesmoorden kreet. Denno keek de tafel rond Zijn andere gasten waren allen onder elkander aan 't praten. Littleson, die niet begreep, wat dit alles be- tcckende, keek wat verbijsterd De gezant wendde zich tot iemand, die wat verder op zat „Sinclair," zei hij. „wil je mijn plaats voo' een oogenblik innemen Er is iemand om mij voor zaken te spreken Ik zal niet lang weg blijven." De man, tegen wien hij sprak, knikte en zijn stoel achteruit schuivend, liep hij, met zijn sigaar in zijn mond, naar de leegc stoel van den gezant. Phineas Duge en Deane verlieten samen d, kamer, op Jen voet gevolgd door Littlc-son. Zonder ecnig vet toon van haast, gin gen zij de kamer uit, maar zoodra zij in de hall waren, vertoonde Phineas Duge merkwaardige teekenen van ongeduld en hij snelde vooruit. De deur van de wachtkamer stond half open Hij liep naar binnen en een lichte uitroep klonk van zijn lippen Het was Virginia, die daar stond en zij hield de handen gekruist over de borst, alsof zij iets zorgvuldig verborg. Bij 't gezicht van haar oom echter, liet zij haar armen zakken en deinsde zij terug. „U riep zei uit. „Oom Phineas I Hier in Londen Hij zag op haar gelaat de sporen van den moeilijken tijd, die icvtcr haar log en van de crises, die zij zoo kort geleden nog doorge maakt had. Hij stok zijn beide hfcnden uit en liep snel op haar toe Hii was nog net op tijd om haar voor vallen te behoeden. „Ik kwam mijnheer Deane geld vragen," sta melde zij, „om u te seinen en voor de passage terug naar Ameri1:» Ik heb 't I" riep ze op eens en haar stem steeg tot een bijna hysteri- schcn gil. „Ik heb 't Hier is 't Kijk 1" Zii f-t- voor uit haar kleedje een rol papier en stak die uit Z'i vonkelde en Phineas Duge. met zijn arm om haar middel, leidde haar, haar half drogend, pear een stoel. Littleson, d»'" «J uitgesneld was, kwam terug met een glas water. Zii stonden nu alle d"° om hoor heen. Daar, op haar schoot, log het stuk, maar zii scheen hoor vingers er met boven notuurliike kracht omheen geklemd te houden Hn*- brandende oogen waren op hoor oom gevestigd. „Neem het I" smeekte zij. „Lees het I Zeg me dat 't het is. Zeg me dat u uw belofte zult houden." Hij nam het behoedzaam van haar af. Eén blik op het vel „foolscap" was hem genoeg. „Je "bent een wonderbaarlijk kind, Virginia." zei hij rustig. „Het is zoo ols jc zegt Dit is he; stuk, dot Stella gestolen, heeft. Ik heb 't je te hard aangerekend, dat het verloren ging, maa; je zult er nooit spijt van hebben, dot je er in slaagde het stuk terug te krijgen." Zij uitte een korte, wcmderlijkc zucht van verlichting en leunde achterover in haar stoel. Zij was nog doodelijk bleek maar de vreesc- lijke spanning was van haar gezicht geweken. „Ik greep het," murmelde zij, „en rende weg. Ze zullen stellig achter me aon komen Eli Vine ik geloof dot die man Vino zal dooder» Hij hield zijn vingers om zijn k«cl, toen ik weg liep." „Kwam jc er mee uit Norris Vine s kam-rs?" vroeg Phineas Duge kalm. Zij had geen tijd tot antwoorden. Do cteur werd geopend, daar op den drempel stond Norris Vine. Hij liet zijn blik gaon over dc kleine groep en haalde de schouders op „Ik ben dus te laat," zei hij langzaam. Phineas Duge stak opeens zijn hand uit naar de haard en hield het popier daar in dc vlam men. Een oogenblik scheen het of Norris Vine toe zou springen, maar Littleson en zelfs Deane hielden hom tegen." „Ik wil 't verbranden I" riep Duge. „Als u werkelijk de altruïst bent, waarop u u beroemt, mijnheer Vine, dan hoeft u 't niet te betreuren, dat t vernietigd wordt. Wij zijn van plan een andere taktiek tc volgen Als de wet er door komt, zullen we de gevolgen, welke die ook zijn, onder de oogen zien. Wij zullen niemand omkoopen. Er zal niets achterbaks gebeuren Als het volk van Amerika ons aanvalt, zullen we onzen eigen strijd strijden." Ncrris Vine zuchtte. „Cver een half uur," zei hij, „zou mijn tole- gfom weggezonden zijn Morgen zou New /^rk met recht de stad der beroering zijn ge weest." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 9