i..r9.na w»«O A M ti R S FQ Q R TS CH DAGBLAD „DE EEMI.ander"
DERDE BLAD.
Houdt ze bij de hand!
Drogisterij A. v, d. WEG
FEUILLETON.
GeEdkoningen.
25e
Zaterdag
6 November 976
BE'UUDZUCHT.
(Nadruk verboden).
Elke ruoht is een ziekte en dus hebben
wij ook de behoudzucht te bestrijden. Geen
kwaal is ruimer verspreid noch dieper gr—
woifeld dan de ziekelijke hang om te be
houden wat w» hebben. Gok behoudzucht
tooit zich. geiijk de meeste kwalen met
mooie nemen; eerbied, trouw, piëteit, deug
den, waarvan t'eze ondeugd niet altijd op net
eerste gezicht !s te onderscheiden, moeien
niet zelden met haar reputatie behoudzucht
dekken.
Is het, vraagt men, dan niet natuurlijk,
dat men zich hecht aan het eenmaal ver
worvene? Zeker is het natuurlijk, maar de
natuurlijkheid eener neiging is niet steeds
haar aanbeveling. Juist datgene, wat wij *ds
het natuurlijke bij uitstek beschouwen, i
meestal het als onedel of onzedelijk ge
brandmerkte, dat wij door zelfopvoeding
moeten overwinnen.
Oe wet van de traagheid oefent een over-
he ersc'hen-den invloed op ons bestaan. Wij
blijven graag leren op ons vermogen en
rusten op onze lauweren. En, wijl wij net-
geen het gemakkelijkste is, licht als het
verhevenst beschouwen, omgeven wij oVz°
renteniershouding met den stralend:* -s
van het heiligenleven. Wij weerspiege en
onze banale begeerte op den hemelkoepel
van het heelal en roepen het bestand tot
kosmische levenswet uit
Daarbij vergeten wij, dat het wezen van
alle leven scheppen is en dat derhalve ook
de mensch een schepper heeft te zijn.
Scheppen en herscheppen is rijn eeuwig
taak, gelijk het de eeuwige taak is van
gansch het heelal.
Wat geeft aan een daad, een woord, een
gedachte beteekenis? Dat het eert schep
pin.g is. Het scheppingsvermogen open-baart
zioh er in; en zoo is hst oogerublik der ge
boorte het ware 6ogenblik. Heel het leven,
dat waar leven wil zijn, bestaat uit ge-
boorte-oogenblikken. Leven is een voort
durende, aaneengesloten reeks van geboor
ten- Wie op de film het bewegingsspel van
het leven aan zijn oog ziet voorbijtrekken,
weet, dat elk moment ven dat wisselend
schouwspel is vastgelegd op een foto, die
één van de mi'lioenen zelfstandige hande
lingen, welke zich tot het levensdrama
aaneenrijgen, heeft weergegeven. Elk dier
ontelbare handelingen is een schepping op
zichzelf, die met het oogenblik haar be
teekenis verkrijgt en met het oogenblik
haar beteekenis verliest. Die han-de:ing
vasthouden zou geen gin -hebben, wijl het
kenmerk van elke handeling het voorbij
gaande, het vluchtige is.
De handeling kan niet herhaald worden;
te herhalen is niets in het leven, omdat
leven oorspronkelijkheid is. Elke sohepping
van 't leven 's een zelfstandigheid en de
intensiteit van het leven is af te meten
naar het tempo, waarin het aantal zelfstan
dige scheppingen elkaar opvolgt.
Nu gaat meestal het leven buiten he#
mensohe'aj-ke bewustzijn om, of dit bewust
zijn, zóo het over het leven denkt, protes
teert in zijn fantasieën tegen de wetten van
't leven. Zoo doet de behoudzuchtige, die.
te zwak om de wet der traagheid te weer
staan, rijn. gemak meent te dienen door
zich te verbeelden, dat het oogenblik olijf t.
Goelh9 heeft het noodlottige van dit be
houdzuchtig verlangen begrepen, toen hij
Fairst liet verklaren, dat deze zich aan den
duivel zou overgeven, zoodra hij tot het
oogen'b'fik zou zeggen: -blijf! Want hiermede
is tenslotte de menschenziel. en ook de
ziel d-er menschengemeenschap verlo.en;
met het afstand doen van haar scheppend
vermogen geeft rij zioh der vernietiging
prijs. Wie zweert bij het oogenblik en dit
tot in eeuwigheid wil veriengen, pleegt
ze'ifmooTd gelijk de verbijsterde, die züjn
polsslag doet stilstaan.
De slingerslag van den tijd, de harteklop
van het leven drijven ons voort op hun
krachtwekkend, rustgevend rhylhme e:
wie met bewustheid de scheppende betee'
kenis van het oogenblik opmerkt, ondergaat
de bekoring van het bestaan. Wordt ons
leven niet rijk, wanneer wij in elke onzer
duizendvoudige daden en gedachten een
nieuwe, oorspronke :jke, zelfstandige schep,
ping zien? Met welk een belangstelling,
-met welk een ontzag staan wij voor de* on
ophoudeliike verrassing van den imnv
barenden tijd!
Wat geeft het, zoo voorbijgaat en sterft,
wat zijn deel heeft bijgedragen in het
eeuwige arbeidsproces? Bclreuren wj de
noot, die zich in stilte oplost, nadat zij de
eeuwige symphonie met haar geluid he--
gesteund? Had zij langer aangehouden den
haar was voorgeschreven, zij zou de com
positie hebben ontstemd.
Wat langer duurt dan het leven gebiedt,
verwart en vernietigt inplaals van orde en
opbouw te brengen Puinhoopen staan in
den weg; verdorde bladeren ontsieren 't
ontluikend groen en zoo doet alles, wat niet
wil stenen op zijn tijd, gelijk het op zijn
tijd is geboren.
Dit geldt ven geéaohten- en mant'
schappijvormen, maar ook van persoon
lijke levensverhoudingen. Scheppingen riin
het alle en als scheppingen hebben ze hun
beteekenis. Maar wie ze als gedënktecke-
nen wil bewaren ten koste van nieuwe
scheppingen, vergrijpt rich aan de grond
wet van het bestaan.
Zeer zeker zijn trouw, eerbied, piëteit
noodzakelijke deugden en wij zouden ver
armen, indien wij ze niet onderhielden,
doch nimmer mogen zij het scheppend ver
mogen van het oogenblik krachteloos ma
ken. Zoodra ze dit d-cen, ontaarden .;e in
behoudzucht.
Het kan eerbiedwaardiger zijn, afstand
te doen dan te behouden. Zocdra de ge
schapen toestanden, stichtingen of verhou
dingen hun ;nhoud verliezen, zoodra ze
worden tot ba.last, die men met scharde
en scha voortsleept, dient men te durven
breken. Er bestaat niets onteerenders ci m
de kunstmatig in 't aanzijn gehouden rest
van hetgeen eens ed-el en zuiver en krach
tig was, doch allengs tot een staat van
verval is verzonken.
Behoudzucht is een averechtsch hulde
betoon aan t verleden, 't Verleden be
houden is ieders plicht. We kunnen *elfs
niet anders eten het verVden behouden
Maar niet in den vorm, waarin een vei-
dogen oogenblik het eenmaal gekneed
heeft, 't Verleden is duurzaam als materiaal,
maar de vorm van dit materiaal is ver
gankelijk. Uit hetgeen het verledien ons aan
biedt, hebben wij ons eigen heden te kne
den, te smeden, elk naa-r zijn eigen aard.
Hervormen, herscheppen is keven-, en de
behoudzuchtige haakt naar den dood.
H. G. CANNEGIETER.
UIT DE STAATSCOURANT.
Aan de Staatscourant van heden ontleencn
wij de volgende Kon. besluiten:
benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassnu jhr. C. L. C. van Kretschnar van Veen
vertegenwoordiger van de Hollondsche Aan
neming-Mij. en consul der Nederlanden te
Swakopmimd;
op verzoek eervol ontslagen W. v. d. Sluis,
lid der Tweede Kamer te Goor, als lid van den
Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 32 der
Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922, en is
als zoodanig benoemd A. v. d. Heide, lid der
Tweede Kamer te Voorburg.
Overgeplaatst in rang bij het regiment
Jagers, de cerste-luitenants G H. Scholten en
P. P. C.wvan Ryen, onderscheidenlijk van het
1ste en van het *I4de regiment Infanterie.
RECLAMES
Prijs 1 3 regels 1 55 elke regel meer 0 50
SUFS I
RADiO-INSTALLATIES
en alle onderdeelen voor
amateurs Gratis adviezen
UTP.ECHTSCHCSTRAAT42*44
2SES0 AMERSFOORT
Uw huismiddeltjes voor allerlei kleine
ongesteldheden en verwondingen moet
U steeds bii de hand hebben >cn als de
ncdicijn kast" leeg s ifoet Ij goed haar
snel weer to laten vullen dcor
Langeslraat 23 Telefoon 271
HET HUWELIJK VAN DEN BELGISCHEN
KROONPRINS.
De crlegcr.woordiging van
H. M. dc Koningin.
H. M. de Koningin heeft Haren Gezant te
Brussel, Jhr. Dr. C. G. W. F van Vreden-
burch, opgedragen Haar in bijzondere zending,
met den rang van Ambassadeur, te vertegen
woordigen bij het kerkelijk huwelijk van den
kroonprins van *België met de hertogin vor.
Brabant.
Aan deze zending zijn toegevoegd dc
schout-bij-nacht K. F Sluijs, chef van den
marinestaf en de le luitenant Jhr. C. E. J. M
Verheijcn, ordonnance-officier der Koningin
HR. MS. „TROMP'
Een nieuwe buitcnlandschc reis in
Januari 1927.
Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling
om Hr Ms. „Tromp", welk schip thans op
een oefeningsreis in de Zwarte Zcc vertoeft
na terugkomst hier te lande in de maand De
cember wederom een buitenlandschc reis te
doen maken in het begin van het volgende
jaar, waarvoor het plan als volgt is vastge
steld
Vertrek Willemsoord, Donderdag 6 Januorl
1927, aankomst Dordeaux Dinsdag II Januari,
vertrek Bordeaux Maandag 17 Januari, aan
komst Funchal Woensdag 26 Januari, vertrek
Funchol Maandag 31 Januari, aankomst Tene-
riffe (Santé Cruz) Vrijdag 4 Februari, vertrek
Feneriffc Woensdag 9 Februari, aankomst
Ajaccio Vrijdag 18 Februari, vertrek Ajaccio
Dinsdag 22 Februari, aankomst Barcelona Za
terdag 26 Februari, vertrek Barcelona Woens
dag 2 Maart, aankomst te Port Mohan Zater
dag 5 Maart, vertrek Port Mohan Woensdag
14 Maart, aankomst Willemsoord Donderdag
24 Maart
DE MINISTER VAN WATERSTAAT NAAR
•ARNHEM.
BezC-ck aan het in liet begin van
dit jour door den wntci-nood ge
teisterde gebied.
De minister van waterstaat heeft zich na«
Arnhem begeven ter. einde een bezoek
te brengen aan het in hei beg v u» he« ia»
door ovorstrcominj? geteisterde gebied Dt
minister die vergezeld is von de plaatse
lijke autoriteiten van den Rijkswaterstaat,
wcnscht zich voornamelijk op de hoogte te
stellen van den toestand van de dijken cn van
de voorzieningen en verbeteringen welke
dert de ramp zijn getroffen.
HET NEDERLANDSCH-BELG1SCH
VERDRAG.
Een telegram nnn dc Tweede
Kumer vnn het Groningschc
Studentencorps.
Het volgend odres is gezonden oan de Twee
de Kamer
„Vele functionarissen en oud-functionarissen
van het Groningschc Studentencorps V A P
on ccnige vooraanstaande 'eden keuren ter»
sterkste af het Ncderlondsch-Bclgisch trac*
tuat en spreken de hoop uit, dat het verdrag
met^ greote meerderheid zal worden vcrwor
pen".
GENOOTSCHAP NEDERLAND-ENGELAND
Dc heer H. Colijn voorzitter
In dc plaats van prof. Treub, die wegens
dtukkf weikzaamhrden hud bedankt, doch lid
van het hoolrlhr^fuur b'iiff, heeft de heer H
Colijn, oud-minister van financiën, met ingang
van I Januari het voorzitterschap vnn het ge
ncctsclnp Nederland—Engeland aanvaard
HET GOUDEN NOORDZEEKANAAL.
Het slot der viering van Donderdag
Dc redevoeringen. - Met feest
maal tc Amsterdam.
Na aankomst met de salonboot „Stierop" te
Umuiden, begaf zich een deel van het feest
vierende gezelschap naar dc sluizen om de
daar onderhanden zjjndc werken te bezichtigen,
terwijl dc overige gasten nuar het gebouw
„Thalia gingen, waar het gemeentebestuur
van Vclscn hen ontving.
In het stadje was greote belangstelling voor
het bezoek uit de hoofdstad. Op enkele plaat
sen woren luidsprekers aangebracht, die het
geen in dc zoal van „Thnlia" werd gesproken
en gezongen, ook nour buiten ovcibrachtcni
Rede var^den burgemeester
vun Vclxen.
De burgemeester der gemcènte Velscn, de
heer R. G. Rijk ens, hield eerst een toespraak
waarin hij de aanwezige ministers, den Com
missaris der Koningin in Noord-Holland, den
burgemeester van Amsterdam, de leden van
den Amsterdamschen Rand, de voorzitters on
de leden van de Amsterdnmsche cn Haarlem-
sche Kamers van Koophandel cn verdere aun-
w^zigen het welkom toeriep.
Wij gedenken niet alleen het tot stand
komen van het Kanaal en het ontstaan van
IJmuiden, muar ook den invloed, die von dit
kanaal is uitgegaan, den groei van dcz'c streek,
die er het gevolg van is geweest.
IJmuiden is geworden tot een plaats van
groote beteekenis. En met en voor het groot
ste deel door IJmuiden is de gcheelc ge
meente Velsen gegroeid. Ook zij heeft in dit
betrekkelijk korte tijdsbestek een periode vun
ontwikkeling doorgemaakt, zooals men in
Nederland nauwelijks een tweede voorbeeld
vindt, fn 1876 telde Velsen vierduizend, thans
circa 34 duizend inwoners
Spr. herinnerde don aan hen, die gemaakt
hebben dat wij thans kunnen jubelen. En dar»
omt het eerste in onze gedachte Z M Koning
Willem III, die begreep, dat een zoo kort moge
lijke verbinding vnn Amsterdam met dc Noord
zee moest worden gemoakt en dc aondncht
estigdc op Holland op z'n smalst.
Spr. richtte zich daarop tot de aanwezige
autoriteiten en noodigde daa-op ten slotte olie
aanwezigen uit, straks een dronk te willen
wijden aan den voorspoed der gemeenten
Amsterdam en Velsen.
Minister Koningsberger spreekt.
Hierna voerde dc heer Koningsberger, mi
nister vnn Koloniën, het woord.
Hier non den toegt.ng tot het gebied waar
Amsterdam werkt en bloei; kunnen wij nog
beter dun elders gewuor woidcn, wat cr voor
noodig is om onze hoofdstad met hunr tijrl
mede te luten guun.
Wij zien hiei immers reeds aanstonds een
tweetal sluizen, waarvan dc g«ootstc reeds werd
ontworpen toen do eerste nog nauwelijks in
<lii»f)St gesteld was.
Lip een zoo belangrijk punt heeft z>:h
het kon niet uitblijven een bolnngrijK cop-
tium ontwikkeld, '*en centrum dat langzamer
hand uitgegroeid is, boven de beteekenis van
enkel voorhaven vun Atnsteidam, immers ook
afgescheiden daarvan belnng heeft nis vis-
schershaven, terwijl d« tijd misschien niet vc i
moer zal zijn, dnt IJmuiden ook ols plaats
von ontspanning aan hare grootcre zuster
veel genot znl kunnen bieden.
Wanneer wij nu omzien naar de andere zijde
vnn het knnnal don treffen ons gansch uvlcic
perspectieven van bloei, immers die in aan
sluiting met het noogovenbediijf, dal zich aan
len mond vun Amsterdam'»» vaarweg heeft
gevestigd cn daar tot bloei moge komen.
Dc kiem, die voor vijftig juren door het
maken von de hoven- en sluiswcrken hier
gelegd werd, belooft waarlijk tot ccn foisch
gewas te zullen uilgioeien cn ik behoef u niet
•e verzekeren, «lot dc Rcgccring zich in Vel-
sen's voorspoed hartelijk verheugt cn met u
hoopt, dat dc crwachtingen, waaraan ik zoo
iuist herinnerde, in Vervulling zullen mogen
gnon.
Jhr. Röell oen het woord.
De Commissaris dor Koningin in Noord-
Holland, jhr. ntr. dr. A. Röell, zcide, niet In dc
eerste plaats als Commissuris der Koningin,
rnour in hoofdzaak uls voorzitter van het ge
westelijk bestuur tc spreken.
Spr. uitte voorts de opfechte gelukwcnschon
vnn het provinciaal bestuur met dc groot ge
beurtenis die 'lezer dagen in zoo uitgebr iden
kring wordt gevierd.
Wunnccr ik mij von deze gevoelens de tolk
mank, nldus spreker, kon ik intusschcn niet
ontkomen non een zekere provinciale gewetens
wroeging. Want ik kon, dc geschiedenis raad
plegende, niet vinden, dot ook dc provincie in
de totstandkoming van het kanaal reeds «Inde-
lijk een gewestelijk belang heeft gezien, dat
mntcricclc medewerking wettigde. Maor sedert
1914, toen de provincie ook hunr aandeel toe-*
zegde in dc kosten van de thuns in aanleg
zijnde sluis, hebben de Stuten in 1917, in
1922 en in 1925 steeds met groote be
reidvaardigheid dc gelden gevoteerd, die door
hot Rijk v»jn Noord-Holland werden gevraagd
voor de maatregelen die met dien sluisbouw
verband houden, cn daarmede het bewijs ge
leverd hoezeer het Noordzockanaol en de groo
te belangen, die dourbtj zijn betrokken, ook
non het gewestelijk bestuur ter harte gaan
Wij vieren ccq vaderlandse h feest, het feest
van het Noordzeeknnoal Wij gedenken dank-
bnur het verleden, wij zien met vertrouwen
op naar dc toekomst en het is voor dc glorie
an deze toekomst, de toekomst von het
Noordzcckonaal en van de wijd vertakte b°lun-
gen, die daarmede zoo nouw zijn verbonden,
dut ik de beste wenschen koester on mode na'
mens de provincie uitspkcek!
Rede vun den burgemeester
van Amsterdam.
Hierop sprak <lc burgemeester van Amster
dam, de heer W. dc Vlugt.
Deze sprak van den rechtmotigen trots die
er bij ons is op wat voorgeslacht cn tijdgenoot
tot stand brachten. Wat is er overgebleven
dc voorspelling van technici, die ccn haven
op dit deel onzer kust ccn roekeloos onderne
men achtten, bestemd cm in den strijd met
dc woelige zcc of tc verzinken of tc. verznn-
n? Wat vnn het bezwaar van medische zijde
naar voren gebracht, dot een afsluiting von
et IJ oorzaak zou worden van verbreiding
on allerlei ziekten en uit dien hoofde niet
terk genoeg kon veroordeeld.
Spreker betuigde zich erkentelijk voor dc
medewerking welke Amsterdam steeds van
Velscn mocht ondervinden, wanneer gemeen-
ichappclijke belongen moesten worden gere
ld
Een grootsch werk werd ons ten deel. Mo
gen wij, zoo besloot dc burgemeester, het uon
iet nageslacht overgeven, gelijk wij het ont-
Iedere rede schijnt ijdel cn nietig, zoodra
haar dc daad geen kracht geeft.
DEMOSTHENES.
Gcouloriseeide vertaling noai het Engclsch van
b PHILIPS OPPE> HEIM.
door W M. D. SPIES-VAN DER LINDEN
50
Hoofdstuk XXI.
Door schade en schande wordt
men w ij s
De Amerikaansche gezant gal zijn derde
groote diner. Op het laatste oogenblik had hij
Phineas Duge weten over te halen de uit-
noodiging aan tc nemen. Littleson was ook
van de partij en op een gegeven oogenblik
bevonden deze drie zich, alleen gescheiden
door den Duitschen gezant, die een geanimeerd
gesprek voerde met eer. Russwchen grootvorst,
war afgezonderd van dc rest van t gezelschap
Littleson nam de gelegenheid waar om zijn
stoel wat aan te schuiven en Duge wat in t oor
te fluisteren.
„Geen nieuws?"
„Niets 1" antwoordde Duge kortaf.
Deane leunde wat voorover in zim stoel.
„U hebt zeker gehoord) zei hij, „dot er van
middag een bevel tot inhechtenisneming is uit
gevaardigd tegen uw vrienden Higgins en
Weiss l"
„Dat was alleen voor den vorm," antwoord
de Duge. „Als die nieuwe wet er in den Senaat
niet door komt, dan kon hun niets anders over
komen dan wat voorbijgaand ongerief. Ik zou
wel eens willen weten, waarom onze geëerde
President opeens zoo'n plotselinge en hevige
antipathie te£en 't kapitaal gekregen heeft
„Ik vindt eigenli'k niet," zei Deane, „dat zijn
standpunt logisch is. Kapitaal is de rugge-
groat van elk groot land cn het ligt in den
aard van de men«"-he!iike natuur, dat het zich
ophoopt. Ik voor mij geloof, dat dit alles over
zal waaien.
„Als ten minste fluisterde Littleson.
„Als tenminste geen erger schandaal dan wat
nu bekend is, vn onzo twee vrienden onthuld
wordt," vervolgde Deane.
„Je kunt niet weten." zei Phineas Duge lang
zaam. „zoo'n schandaal wordt misrriiien be
kend. Het is de V v««rVid. Dc wegen,
die naar groote- rijkdom voeren, zijn vol v-1-
1uilen en zit '-unncn gewoonlijk het felle dag
licht niet verdragen
Littlcsson w - heel bleek en zenuwachtig.
Hij hijgde cn wuifde zichzelf met zijn zakdoek
koehe toe.
„Jullie kerels houdt cr van in raadsels
te praten," zei hij of liever, fluisterde hij
hcesch. „Waarom zc-g je niet ineens, dat »-»j
veilig zijn, zoolang Norris Vine zich koest
houdt
Een knecht naderde den gezant en in een
hr»ud;7«T alsof hii rich voor wat hij deed veront
schuldigde, fluisterde hij hem iets in 't oor.
„Daar is een jonge dame, mijnheer," zei hij
„zij is juist gekomen en staat er op u tc spre
ken. Zij zegt, dat 't van 't grootste gewicht is,
waarvoor zij komt. Ik heb mijn best gedaan om
haar aan 't verstond tc brengen, dat u verhin
derd bent maar zii wil niet naar rede luiste-j
ren Zij is, geloof ik, een Amerikaansche en
zij is erg van streek."
Phineas Duge leunde wat voorover in zijn
stoel. Zijn oogen waren uldoor op den knecht
gevestigd. Hij zei niets Hij wachtte slechts
„Een jonge Amerikaansche dame I" herhaal
de Deane langzaam. Heb je haar al eerder ge
zien
„Ik geloof, mijnheer," antwoordde de man,
„dat het dezelfde dame is, die hier een paai
weken geleden naar mijnheer Norris Vino na
vraag deed."
Phineas Duge sprong overeind met een plot-
selingcn, zochten, half gesmoorden kreet.
Denno keek de tafel rond Zijn andere gasten
waren allen onder elkander aan 't praten.
Littleson, die niet begreep, wat dit alles be-
tcckende, keek wat verbijsterd De gezant
wendde zich tot iemand, die wat verder op zat
„Sinclair," zei hij. „wil je mijn plaats voo'
een oogenblik innemen Er is iemand om mij
voor zaken te spreken Ik zal niet lang weg
blijven."
De man, tegen wien hij sprak, knikte en zijn
stoel achteruit schuivend, liep hij, met zijn
sigaar in zijn mond, naar de leegc stoel van
den gezant. Phineas Duge en Deane verlieten
samen d, kamer, op Jen voet gevolgd door
Littlc-son. Zonder ecnig vet toon van haast, gin
gen zij de kamer uit, maar zoodra zij in de hall
waren, vertoonde Phineas Duge merkwaardige
teekenen van ongeduld en hij snelde vooruit.
De deur van de wachtkamer stond half open
Hij liep naar binnen en een lichte uitroep klonk
van zijn lippen Het was Virginia, die daar
stond en zij hield de handen gekruist over de
borst, alsof zij iets zorgvuldig verborg. Bij 't
gezicht van haar oom echter, liet zij haar
armen zakken en deinsde zij terug.
„U riep zei uit. „Oom Phineas I Hier in
Londen
Hij zag op haar gelaat de sporen van den
moeilijken tijd, die icvtcr haar log en van de
crises, die zij zoo kort geleden nog doorge
maakt had.
Hij stok zijn beide hfcnden uit en liep snel op
haar toe Hii was nog net op tijd om haar voor
vallen te behoeden.
„Ik kwam mijnheer Deane geld vragen," sta
melde zij, „om u te seinen en voor de passage
terug naar Ameri1:» Ik heb 't I" riep ze op
eens en haar stem steeg tot een bijna hysteri-
schcn gil. „Ik heb 't Hier is 't Kijk 1"
Zii f-t- voor uit haar kleedje
een rol papier en stak die uit Z'i vonkelde en
Phineas Duge. met zijn arm om haar middel,
leidde haar, haar half drogend, pear een stoel.
Littleson, d»'" «J uitgesneld was, kwam
terug met een glas water. Zii stonden nu alle
d"° om hoor heen. Daar, op haar schoot, log
het stuk, maar zii scheen hoor vingers er met
boven notuurliike kracht omheen geklemd te
houden Hn*- brandende oogen waren op hoor
oom gevestigd.
„Neem het I" smeekte zij. „Lees het I Zeg
me dat 't het is. Zeg me dat u uw belofte zult
houden."
Hij nam het behoedzaam van haar af. Eén
blik op het vel „foolscap" was hem genoeg.
„Je "bent een wonderbaarlijk kind, Virginia."
zei hij rustig. „Het is zoo ols jc zegt Dit is he;
stuk, dot Stella gestolen, heeft. Ik heb 't je te
hard aangerekend, dat het verloren ging, maa;
je zult er nooit spijt van hebben, dot je er in
slaagde het stuk terug te krijgen."
Zij uitte een korte, wcmderlijkc zucht van
verlichting en leunde achterover in haar stoel.
Zij was nog doodelijk bleek maar de vreesc-
lijke spanning was van haar gezicht geweken.
„Ik greep het," murmelde zij, „en rende weg.
Ze zullen stellig achter me aon komen Eli
Vine ik geloof dot die man Vino zal dooder»
Hij hield zijn vingers om zijn k«cl, toen ik
weg liep."
„Kwam jc er mee uit Norris Vine s kam-rs?"
vroeg Phineas Duge kalm.
Zij had geen tijd tot antwoorden. Do cteur
werd geopend, daar op den drempel stond
Norris Vine.
Hij liet zijn blik gaon over dc kleine groep
en haalde de schouders op
„Ik ben dus te laat," zei hij langzaam.
Phineas Duge stak opeens zijn hand uit naar
de haard en hield het popier daar in dc vlam
men. Een oogenblik scheen het of Norris Vine
toe zou springen, maar Littleson en zelfs
Deane hielden hom tegen."
„Ik wil 't verbranden I" riep Duge. „Als u
werkelijk de altruïst bent, waarop u u beroemt,
mijnheer Vine, dan hoeft u 't niet te betreuren,
dat t vernietigd wordt. Wij zijn van plan een
andere taktiek tc volgen Als de wet er door
komt, zullen we de gevolgen, welke die ook
zijn, onder de oogen zien. Wij zullen niemand
omkoopen. Er zal niets achterbaks gebeuren
Als het volk van Amerika ons aanvalt, zullen
we onzen eigen strijd strijden."
Ncrris Vine zuchtte.
„Cver een half uur," zei hij, „zou mijn tole-
gfom weggezonden zijn Morgen zou New
/^rk met recht de stad der beroering zijn ge
weest."
(Wordt vervolgd).