KINDERRUBRIEK.
j In dc tweede"plaats maken we een bal of
speldenkussen (gebreid) Hiervoor nemen w
2 dikke stolen breinaalden cn ccn paar siren-
i getjes wol van verschillende kleuren. We bc
ginnen met 24 steken los op tc zetten. Zet men
j deze steken op met 2 draden, zoodat er nl een
bfcitoer gevormd is, dan breien v/c dc opzet-
stoken éénmaal over hebben we echter met
1 draad opgezet, zoodot zich geen brcitoer
gevormd heeft, dar. breien we dc eerste op-
j zetstekea 2 X over in recht. Zoo zijn dus 2
loeren nf. Er wordt steeds recht gebreid.
De rubriek van Oom Nare?.
Toen ik jelui briefjes gelezen hod, ben ik
eigenlijk v/cl een beetje geschrokken. Ik docht
niet dot het tweede raadsel zóó moeilijk was.
En het was toch ook niet heelemool onbe
kend. Ik had het tenminste nl verschillende
malen gehooid an gelezen. Ik kreeg verschil
lende oplossingen, J2jie, Maarssen, Baorlc-Nos-
snu cn nog veel meer. Moor dut was toch niet
'dc bedoeling. De oplossing was Arnhem.
Want als je van Arnhem op dc knort naar het
Noorden gaat kom je terecht In de Zui
derzee. Go je steeds naar het Zuiden, dan
belandt jc in Noord-Brabant. Wandel jc in
Westelijke richting van Arnhem, dan kom
je in Oosterheek, terwijl juist ten Oosten van
Arnhem Westervoort ligt. Zoo erg moeilijk was
dat toch niet, maar je moet er natuurlijk juist
aan denken. En het is inderdaad ook een
eigenaardig gevol met die richtingen. Hoe dat
eigenlijk zoo komt weet ik niet precies. Mis
schien kunnen jelui daar een oplossing voor
vinden.
Zijn jelui Woensdagmiddag neg naar de kin
dervoorstelling van Roodkapje en dc Wolf in
de Valk geweest. Daar waren heel voel kin
deren en ik dacht zoo, hoeveel nichtjes cn
neefjes zullen daar nu wel bij zijn. Het was
een heel aardige voorstelling en ik geloof wel
dat de jongens en meisjes, die cr geweest zijn
veel genoten zullen hebben.
Van veel neefjes en nichtjes kreeg ik til be
richt over den wedstrijd, die we zouden gaan
houden. Maar nog lang niet van allemaal.
Denken jelui er nog eens aan me te schrijven
wat jelui het aardigste vinden Van de brie
ven die ik al kreeg voelen de meesten nog
voor een klcurwcdstrijd, sommigen ook voor
een tecken- met klcurwcdstrijd. Ik ben alleen
wat bang, dot het teekenen vooral voor dc
kleineren onder jelui, wat te moeilijk zal zijn.
Maar als jelui zelf denken, dot het reel gnon
za), dan doen we het natuurlijk. Als jelui mc
nu deze weck nog even hierover schrijven,
dan kunnen we de volgende week beginnen.
Ik ben werkelijk erg benieuwd wat het worden
zal. En dat jelui allemaal mee zullen doen,
danr twijfel ik geen oogenblik aan. Zoo'n wed
strijd is altijd een leuke afwisseling. En ik zal
er voor zorgen, dat hij niet tc moeilijk wordt.
Dat beloof ik je.
RAADSELS.
Oplossingen van de raadsels van dc vorige
week.
De oplossingen van dc vorige raadsels wo-
icn
I Zwem- cn badinrichting met de
woorden Wiro, bezem, ring, nat, middag,
nacht.
II Arnhem. (Zie boven).
De prijswinnaar is deze week Speurde!.
Hij kan zijn prijs Maandag aan ons bureau
komen afhalen.
NIEUWE RAADSELS.
I Het geheel is ccn der groote- steden in
het Zuid-Oosten
van
Europa.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
v
A
X
X
X
X
X
X
v
cv A
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X'
X
X
Op de eerste rij een medeklinker.
Op de 2de rij is niet „los".
Op de 3de rij, datgene, waaraan een vrucht
zit.
Op de 4de rij bewaken van een kudde.
Op de 5de rij het gevraagde woord.
Op de 6de rij hod men vroeger inplaats van
den bel.
Op de 7de rij iets, waarmede meo de vloet
bedekt.
Op de 8ste rij de afkorting van een bekend
Utiecjtfsch orkest, dat ook wel eens in Amers
foort komt spelen.
Op dc 9de lij dc medeklinker, die ook een
drank is.
II. Waarom dragen dc soldaten bronzen
knoopen
VRAAGSTUK.
Waarom zijn de dogen in den zomer long
cn in den winter kort.
(Ingez. door Blauwe Distel.)
VOOR DE NICHTJES.
Verleden weck heb ik jelui verschillende
dingen verteld wat je olzoo kunt maken van
die kartonnen ringen van de zijde. Dezen keer
gean t:c eens heel iets nnders maken Het
loopt zco zachtjes aan legen December en De
cember is nu eenmaal oen maand van cadeau
tjes. Daarom zal ik d^ze week 2 dingen opge
ven, waaruit jelui kunt uitzoeken.
In dc eerste plaats zal ik jelui eens vertol
len hoe jc ccn leuke origineele borvbonniêrc
kunt maken Hiervoor hebben we noodig ccn
grootcn houten potlepel, die jc voor weinig
geld in icdcren winkel voor huishoudelijke oi-
tikelen kunt koopen. Dan hebben we nog noo->
dig een klein pakje verguldsel. Wc gaan nu
den potlepel vergulden, of als je dat mooier
vindt verzilveren. Hoe je dat doen moet vindt
je op de gebruiksaanwijzing, die op ieder pok-
I ie is aangegeven. Aan het eind van den stee!
maak je dan een groote strik cn klaar is onze
bonbonnière. Nu kunnen we het nog mooier'
maken door op den lepel zelf een klein rcjnd
kleedje of een figuurtje uit popier geknipt, tc
leggen.
De derde toer wordt gebreid op 1 steek na.
dus 23 stoken Die ccnen steek laten wc op
de linker naald stenn en draaien 't werk om.
De 4c toer breien we ook op T steek na uit
cn keeren wc er om.
De 5c toer uitbreien op^2 steken na, om-
keeren.»
De 6e toer idem.
De 7e en 8e toer uitbreien op 3 steken no,
omkooren
De 9e cn 10e toer uitbreien op 4 steken na,
omkccrcn.
Zoo doorgaan totdat men komt aan uit
breien op 8 steken na en dan omkceren. Brei nu
dc naald hcelemool uit en daarna ol de 24 steken
nog eens, waardoor non den voorkont een ribbel
over de gchcelc breedte komt. Nu nemen we
een andere kleur wol, hechten aan door een
paar steken met oude en nieuwe draad samen
te breien en werken dit achterste deel net zoo-
als het eerste.
Zoo breien we echter elkaar 'alle 8 declen,
waarbij je de kleuren naar verkiezing kunt af
wisselen. Het laatste, achtste deel, kanten w«
don los of.
Nu gaan we den bol opvullen met houtwol of
watten Zco wc, houtwol nemen, moet het fijn
2ijn, om io voorkomen, dat de bol ongelijk
gevuld wordt. Daarna naaien wc de opzet- en
ofkantstoken aan elkaar, doch eerst tot op de
helft en vullen weer bij, don naoien we de
laatste helft dicht en de bol is klaar.
Om er nu een aardig speldckussen van le
ranken, koop jo een klein poppetje, wat ja
op den bol vastnaait. Om 't lijfje maak je
dan een flinke groote strik van dezelfde kleur
als een von dc kleuren van dc Wol die je ge
bruikt hebt en ook het kussen is klaar.
Dc volgende week zal ik jelui meer vertel
len.
TANTE BETS
De Kaboutertjes.
Ik had T grootste gedeelte van den dag
door de bosschen geloopen en voelde me
tegen het eind van den middag vermoeid,
zoodat ik een heerlijk rustig plaatsje op het
groene, zachte mos opzocht, mij daarop uit
strekte en nu eens naar de helder blauwe
lucht, dan weer naar de mij omringende
boomen en varens keek, die hier volop
stonden.
Langzamerhand begonnen mijn oogen
meer en meer toe te vallen; blijkbaar was
het zandmannetje bezig zijn werk te doen,
en na een poosje viel ik ook werkelijk in
slaap. Hoe lang ik geslapen heb, weet ik
niet, maar wel herinner ik me een vreem
den droom, dien ik jullie nu eens vertellen
wilde, want hij is van kabouters en daar
houden kinderen gewoonlijk nogal van.
Ik had juist, eer ik insliep, een hollen
'boom tegenover me zien staan, die een
groot gat aan den voorkant had. In mijn
droom nu zag ik uit dit gat op eens een
paar gezichtjes kijken, met lange, grijze
baarden en roode puntmutsjes op hun
hoofdjes. Zij keken voorzichtig rechts en
links, zeker om te zien, of er geen onraad
was, en lieten toen een klein laddertje zak
ken. Daarna klommen er vier kleine
kereltjes ruggelings uit, waarna 't laddertje
weer naar binnen werd gehaald.
Nu klapte één van de vier, die wel dc
oudste leek en misschien ook wel de wijste
was, in zijn 'handjes, waarop een mooie
blauwe vogel, zoo groot als een duif, ver
scheen; de kabouter fluisterde hem iets in,
waarop de vogel bukte en het kaboutertje
er op ging zitten. Toen verhief de vogel
zich in de lucht, en was in een oogenblik
uit het gezicht verdwenen.
De drie andere mannetjes stonden nog
even met elkaar te praten en namen daar
na afscheid van elkaar, waarop ieder een
anderen weg uitging, omdat elk van hen
een andere taak te vervullen had.
Tegen den avond kwam één van deze
drie 't eerst thuis en tikte tegen den hollen
boem, waarop het laddertje weer ver
scheen. Het kereltje klom er vlug tegen op
en verdween door het gat. Na een poosje
verscheen de tweede en nauwelijks had
deze op dezelfde manier geklopt, of de
derde verscheen ook, zoodat zij beiden te
gelijk naar binnen konden klimmen. De
kabouter met den vogel scheen nog altijd
niet te komen, die maakte zeker een te
groote reis en kon dus dien avond niet
meer thuis zijn.
Nu zag ik op eer.s een prachtig verlichte
zaal, waarin wel vijftig kleine kereltjes wa
ren. In het midden stond een gouden troon,
waarop de koning van de kabouters zat.
Deze koning zag er heel oud en verstandig
uit. en had een vriendelijk, zacht gezicht.
Vóór hem stonden de drie kabouters, die
dien dag uit waren geweest, en allen iets
in hun handjes hadden.
„Wel, Tranenzoeker, wat heb jij vandaag
voor ondervinding opgedaan bij de men-
schen?" vroeg de koning vriendelijk.
„Ik heb, groote koning," zei het manne-
tiA dat met dien naam was aangesproken,
Trouwe Vriendschap
VERHAALTJE OP RIJM
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Bruun van de buien was alleen,
Alleen in 't groote huis,
\Vant och, het baasje en de vrouw,
Die lieten hem maar thuis 1
Z ij gingen uit en hadden pret,
Maar Bruno had het land.
Droef drentelde hij door den tuin,
Ging liggen op het zand.
Daar klautert over 't muurtje fluks
Zijn kleine buurvrouw Koos,
En Bruno, die van 't meisje houdt,
Is nu niet langer boos.
Hij laat zich troosten door het kind,
Zijn kop tegen haar aan
Klein Koosje fluistert: Zullen wij
Nu samen spelen gaan?
Klein Koosje tegen Bruno aan
En van het spelen moe,
Is ingedut en slaapt gerust
De baas denkt: 'k Weet, wat 'k doe I
Vlug haal 'k mijn foto-toestel en
Kiek Koosje met haar vriend,
Ze hebben, als 't kind wakker wordt,
Een extraatje verdiend.
Ik maak een wand'ling nog met Bruun,
Vraag, of Koos ook mee mag
En dan bij'Bruno blijven kan, >ir
Den heelen, lieven dag. 2
j
Koos' Moeder vindt het goed en zegt:
Ik wensch je veel plezier.
Stoei jij maar vroolijk, lieve kind,
Met Bruun, dat trouwe dier.
Bruun kwispelt vroolijk met zijn staart;
Vergelen is 't verdriet.
En als zijn baasje thuis weer komt, -
Weet hij niet, wat hij ziet:
•41
Hoe Brliun je reddeLiever hond
Bestaat er niet voor mij.
Ga nu maar gauw met Bruno mee
v. Ravotten in de wei.
Ik weet nog goed, dat lang geleên 3
Jij op een warmen dag
Plots wegliep, hard, het hekje uit
Enin den vijver lag I
„een menschenkind gevonden, dat aan
den straatweg op een steen zat. Vóór hem
lag een hond, en toen ik dichtbij hen was,
zag ik, dat het arme dier hevig bloedde
en niet lang meer zou levenhet leed veel
pijn, maar keek met zijn trouwe oogen zijn
baas aan, die hem over den kop streelde en
zacht toesprak, terwijl groote tranen in zijn
oogen opwelden.
Ik vroeg, wat er gebeurd was, waarop
hij me vertélde, .(Uit toen zij daar op den
weg geloopen hadden, er op eens, uit een
zijweg een auto in volle vaart was komen
aansuizen, en zijrt hond, die juist wilds
oversteken^ overreed. Daar het diertje niet
groot was, had de auto geen letsel en raas*
de door zonder dat de bestuurder zich iets
van het geval aantrok. Toen zijn baas hem
opnam, kreunde het arme dier van pijn,
maar er was niets aan te doen, 'het hondje
was niet meer te rédden, dat zag hij wel,
en nu zou hij zijn trouwen, besten vriend
moeten verliezen. Bij deze woorden rolden
een paar groote tranen langzaam over zijn
wangen. Ik heb die tranen ongemerkt op
gevangen, want ze zijn kostbaar, daar de
liefde voor een dier ze heeft doen storten."
„Daar heb je goed aan gedaan, Tranen
zoeker, ja, zulke tranen zijn zeker kostbaar,
daar ze van een liefderijk hart getuigen;
laat ze eens zien."
En de kabouter liet den koning het li'lli-
putterige fleschje zien, dat hij in zijn hand
had, en waarin een weinig vocht blonk, als
kristal zoo helder. Nu wenkte de koning
een anderen kabouter en zei tot dezen:
„Schatbewaarder, neerrudat fleschje aan
en doe het vocht bij de andere kostbare
tranen uit onze schatkamer, opdat wij ei
nog eens goed mee kunnen doen. En nu
nummer twee. Wat heb jij vandaag gedaan,
Ziekentrooster?"
,Ik ben naar het Groote Ziekenhuis in de
stad geweest, Sire, en heb daar zoo'n mooi
bewijs van opofferende naastenliefde bij
gewoond, dat ik er van ontroerde. Een
jonge man was heel ziek en zwak en kon
olleen maar gered worden, als een gezond,
sterk mensch een gedeelte van zijn bloed
wilde afstaan, en toen ik zoo bij mezelf
dacht„dan zal hij wel moeten sterven,
want daarvoor zal zich wel niemand aan
melden, kwam eerziekenoppasser binnen,
met een Hinken jongen van een jaar of
twintig, die tegen den dokter zei: „Ik ben
er toe bereid."
,Goed, laat ons dan maar dadelijk begin
nen". En de dokter maakte een opening in
een ader van zijn arm, en liet het frische,
gezonde bloed van den één gedeeltelijk
overgaan in het liohaam van den ander,
zoodat deze gered werd. Ik heb echter gauw
gemaakt, dat ik een paar droppels van dat
kostbare bloed opving. Hier zijn ze, Sire."
,Mooi zoo, dat is een prachtige aanwinst
voor onze schatkamer. Schatbewaarder,
houd deze kostbare droppels apart; die mo-,
gen we niet bij de anderen voegen, daar
voor hebben ze te groote waarde.
En nu jij, Lilliput, wat is dc uilslag van
jouw tocht geweest?"
„Ik, o koning, heb vandag een boer ge
holpen, wiens knecht ziek was geworden,
en die juist vandaag het laatste koren
moest binnen halen. Met heel hard werken
hebben we dit samen nog vóór den avond
klaar gekregen, en de arme boer was zóó
dankbaar, dat hij mij een heeleboel meel
en zes eieren cadeau gaf. Hij zei, dat ik nog
harder gewerkt had dan zijn groote knecht.'
„Jij hebt ook je best gedaan op jouw ge
bied, Lilliput. Hier kok, neem jij dat goedje
eens aan, en bak er een lekkere taart van,
met veel rozijnen en krenten, dan vieren
we vanavond feest. Jammer, dat Pluimmuts
er nu niet bij kan zijn, die is te ver weg,
maar we zullen een lekker stuk voor hem
bewaren."
En de kabouters klepten* allen in hun
handjes van pret, en riepen„Lang zal
onze goede koning leven."
OF 't door het leven was, dat de kabou
ters maakten, weet ik niet, maar ik werd
op eens wakker, wat ik heel jammer vond,
want ik had zoo graag geweten, wat de vier
de kabouter had uitgevoerd, maar toen ik
om me heen keek, zag ik wel den hollen
boom, doch geen kabouters, zoodat ik mijn
nieuwsgierigheid maar op moest bergen.
Misschien droom ik daar een anderen keer
nog wel eens van. Mocht dit zoo zijn, dan
zal ik het jullie ook vertellen, dat beloof jk
je vast.
ANNA K.
Van aües wat.
KUNSTJE
VUURWERK IN EEN WATERGLAS.
Het is bekend, dat wijn lichter is dan wa
ter. Wijn drijft dus op water, wanneer hij er
voorzichtig op gegoten wordt.
Voor onze proef moeten wij echter den
jooden wijn onder het water brengen.
Daartoe maken we gebruik van de eigen
schap, dat koude wijn zwaarder is dan heet
water. Men vult het glas daarom eerst on
geveer eerv derde gedeelte met warm water
en plaatst er dan een trechter in, die tot
den bodem van het glas reikt en waardoor
men voorzichtig een even groote hoeveel
heid ijskouden wijn giet.
Bovenop laat men dan nog voorzichtig
een laag spiritus vloeien, die met kleurstof
blauw geverfd is.
Zoodra nu het glas geschud wordt, zul
len roode wijnstraaltjes als raketten door
het water naar boven schieten, terwijl een
fijne blauwe regen uit de spirituslaag neer
daalt. Het geheel Bikt een prachtig vuur
werk.
SPREEKOEFENING.
Wie kon*tienmaal achter elkaar vlug zeg*
Sen :t
Hex is een korte, ronde, bonte man, met
korte, ronde, bonte, kousen aan; hij rijdt op
een kort, rond, bont, paard op een korte
ronde, bonte weide, waor korte, ronde
bonte kinderen ritten. Ga uit den weg, korto
ronde, bonte kinderen, opdat het korte,
ronde, bonte paard met den korten, ron
den, bonten maft je niet trapt.
CORRESPONDENTIE.
Stormvogel. J<a, «Is jo zusje ol het
nieuws verteld heeft blijft er voor jou weinig
over. Dc volgende keer moet je don moor het
eerst beginnen. Dan kan jij mc ol het nieuws
vertellen.
Blondje.Schrijf me mnar iedere weck
een brief. Dan vindt je ook iedere week wat
in dc correspondentie voor jou. Je weet dus
nl zoo'n beetje wat jc krijgt. Muur dot kort
toen niet nnders. Jn, ik geloof dot het tweedo
rondsel wel erg moeilijk wos. Maar er zijrt
ook toch goede oplossingen ingekomen.
Roodborstje. Wat ben je een tijd
weg geweest. Waar heb jo ol dien tijd geze*
ten. Ik zou je bijna vergeten zijn, mnar jol
nanm herinner ik me nog best. Jc deed vroe-J
gcr altijd getrouw mee. Ik hoop, dat jc dit
nu ook weer geregeld zal doen. Ik zul het
plaatje zien te krijgen voor je. Je vroogstukken
zijn heel aardig. Ze zullen best te pos komert.
Ik zol zc goed bewaren.
Viooltje. December is dus ccn hceld
feestmaand voor jc. Allemaal festiviteiten. Jn,
die avonden zijn altijd erg gezellig. Op did
pionier zul je wel heel wol boompjes krijgen.
Eekhoorn. Jo, dat ben ik heelmaal
met je eens. We gaan nu hord den winter te-^
gemoet, daar lijkt het veel op. Heb jo veel
plezier gehad in den Haag. Je trof het wel,
dat je toen zoo mooi weer hod. Anders is
cr niet veel aan. Ik mug er altijd graag zijn.
Veel liever dan in Amsterdam of Rotter
dam. Het is net of door olies veel grootor en
ruimer is. v
Blauwe Distel. Ik zal jo vraag in Kef
Ruilhondclhockjc zetten. Misschien hoor jo
daar dan nog wel wat op. Dot is heel aardig*
Natuurlijk niet, dat spreekt von zelf. Je raad*
seis zijn heel leuk. Dank jc wel hoor. Ik znl
cr over denken. Er zijn ol heel veel stemmert
voor een kleurwcdstrijd met daaraan verbons
den teekenwedstrijd. Neen, het is nu bijna!
geen weer meer voor fietstochtjes. Jo, dat zal
wel ccn vreemd gezicht geweest zijn.
P a n n e k o c k. Ik znl wat postzegels
voor je klaar loggen. Misschien is daur wel
iets bij, dat je kunt gebruiken.
Speurder. Jo, in dc stad is liet al veel
drukker dan nnders. En de winkels beginnen
cr ook al aardig uit tc zien. We zullen zien
of dot nog' gönf. Dc tijd is cr wel erg kort
voor. Mac misschien gaat het nog 'wel.
Kabouter Vindt je het mooi. Dat doet
me veel plezier. Ik vind het altijd leuk, als
een prijs in den smaak volt. Ja, ik heb ze nu
ook gezien. Doe je daar ook aan mee. ju
krijgt notuurlijk een mooi rapport, is het niet*
G o u d v i s c h. Jo, non olies komt ecnS
een eind. Ook aan dc vacantie. Maar nu is het
weer gouw Kerstmis cn dnn krijg je weer Ion*
gcr vacantie. Heb jc flink geholpen Dot vond
je zeker wel prettig hè
Cactus. Ik hoop, dat je geregeld med
zult doen. Je 2ult zien, dut jc er don zelf hoo
langer, hoe meer plezier in krijgt. Daar ben
ik nog nooi^ geweest. Maar men zegt alge*
meen, dot het cr erg mooi is. Misschien go ik
er met dc Kerstdagen heen. Dot is ccn mooi
orchest vindt jo niet. Ik heb het 'dikwijls gen
hoord toen ik in den Hoog wos en ik heb er
heel veel van genoten. Zoo iets hebben wd
hier in Amersfoort niet. j
Gerard je Z. d. P. Wil je dc volgende!
keer een schuilnaam nemen, net als dc onde*
ren. En don schrijf je er zeker ook wel wat
bij, is het niet? 4
Rekenmeester. De volgende keer
dan moor beter, zullen wc hopen. Misschien
tref je het dan wel beter. j
Winterkoninkje. Prochtig hoor. Be*
gin nu maar met nieuwen moed. Rundscis zijrt
altijcj welkom. Dus als jc er weet, die niet te
ingewikkeld zijn, stuur ze dan maar. Ik heb er
altijd graag wat in voorraad.
Quonab. Voor dezen keer kon het anH
woord op je briefje nog net in deze krant-
Moer je wos wel erg laat hoor. Hoe kwam
dat zoo. Was je onze krant weer vergeten,
Dat gebeurt bij jou nog al eon's een keertje,
geloof ik. Nu beter oppassen hoor. Die nieu
we plaatjes heb ik nog niet. Ik zol wel wat
bonnen voor je klaar leggen. Kom die Maan
dag don even halen. Niet vergeten hoor f
OOM KAREL',
RUILHANDELHOEKJE.
Wie von onze neefjes en nichtjes kon R o o d*
borstje helpen aan Pleines-plaotje no. 54
von album BI. (Dc Schoorsteenveger).
B 1 n u vre Distel heeft nog kwattnsoldaat*
jes. Daar wil ze graag Pleinesplaatjes voor
hebben. Voor 3 soldaatjes één plaatje. Zo
woont Westerstraat 56.
Een von onze neefjes vraagt me voor zijn
grootcre broer) bonnen van Turmac sigaretten,
Zelf 2ullen jelui die notuurlijk niet hebben,
maar misschien hebben jelui een broer of ken
nis, die me eraan zou kunnen helpen. Willen
ielui het eens vragen-