^oloniênT BINNENLAND. Ovenassen. FEUILLETON. Een Speelbal dei Fortuin. TWEEDE BLAD. 25e Jgargang Wo. '21 AMERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Vrijdag 19 November 1926 Oost-Ir.dië. HET COMMUNISTEN-OPROFR OP JAVA. In West-Java vrijwel alle ver- zctleidcrs gearresteerd. Uit Batavia wordt d.d 18 Nov. geseind: Do nacht is in West-Java rustig verloopen. Thans is or in Midden Jovn eenigo beroering geweest Eenige groepen communisten trokken «aar de suikerstreken met de bedoeling tot om geregeldheden op te ruien. De resident ven Jocja stond aan het personeel van twintig sui kerfabrieken toe, zich te wapenen, waorvooi uit Soerobaja tweehonderd geweren werden aan gevoerd. Het bestuur is volkomen paraat. Tot dusver is er nog niets voorgevallen. In Solo is een communistische vergadering uiteengejaagd, waarbij 22 personen genrres tcerd werden Verschillende telefoonlijnen wer den weet doorgesneden. Een aanval op den as- fiistent-wedana van Bojclali is afgeslagen door vijf politiemannen, die op de aanvallers vuur den. Te Gredjo is een tabaksloods in brand ge stoken. Te Jocja is het zeer rustig. In het Tangerongsche hebben zich 65 ver zetslieden aangemeld. Er zijn alhier aanwijzin gen, dat de bevolking meehelpt tegen de com munisten. Eenige naar hun kampong terugge keerde verzetslieden werden n.l. door de be volking omsingeld en aan het bestuur overge leverd. Een Commissie van onderzoek. Drie rechterlijke ambtenaren zijn aangewe zen als speciaal belast met het onderzoek naar de communisten-relletjes, n.l Mr. A. J. H. L Adam, voor Bantam, Mr. J D. Werkman, voor Bandoeng en Mr. G. Vonk, voor Batavia. H^t overgrootc deel van dc leiders der oproerige actie en van de vooraanstaande communisten in West-Java is opgepakt. Zes honderd militairen in het Banlamschc. Alhier zijn thans de droadlooze stations ge reed gekomen. De Inlandsche bevolking is naar Pondeglang teruggekeerd Bij het gevecht te Laboean moet dc vijand inderdaad belangrijke verliezen hebben geleden Overal hangt eer. lijkenlucht. Er zijn rhans zc honderd militai- len in het Bontomsche aanwezig. Het offensief wordt van onze zijde ingezet Uit Podalnrang wordt gemeld, dat heden morgen vier inlanders die aangeroepen wer den verzet hebben geploegd Twee werden er dodelijk neergelegd Hot bleken leiders van communisten te zijn Een was een broeder'vaN een communist, die in verbond met een bom rijen zaak geïnterneerd werd Aon onze zijd* werden twee militairen gewond. In den Volksraad wordt krach tig ingrijpen gevraagd. In den Volksraad heeft mr. Van Helsdingen (C E P) inlossing gevruagd van dc belofte van jhr. Dc Graeff, dat elke aanranding vari het gezag krachtig tegengegaan zal worden Het is, zeide spreker, nu bloedige ernst gewor den en dc gcheele bevolking vraagt om krach- tig ingrijpen Communistische nmbtennreft moeten op staanden voet ontslagen worden In Indië. komende communistische elementen die nen geweerd en communistischo lectuur uit Holland verboden moeten worden. Over 't al gemeen dienen alle ongcwenschte personen verbannen te worden. De onlusten, aldus ging spr. voort, zijn een slag in het gezicht van den landvoogd, wiens welwillende woorden even wel ten onrechte als zwakheid zijn uitgelegd Jhr. de Graeff geve», aldus mr. Van Helsdin gen, het eenige paosende antwoord met uit zondering van den oproep aan Europeanen tot het samenstellen van burgerwachten. Dit zou tactloos zijn en het rassen-onderscheid nocdc loos verscherpen. De heer Stokvis (I. S D. P.) betreurde, dat de heer Van Helsdingen nu reeds tracht een debat over dc onlusten uit te lokken. Hij ad viseerde tot afwachting en het overlegger, van nadere gegevens. De heer Engelenberg (P. E. B.) verwees naar hetgeen- in Britsch-Indie gebeurd is. Hij drong aan op afdoende afweer, desnoods door het maken van nood-verordeningen. Een treffen bij Lobcean verwacht. Uit Laboean meldt een telegram Kapitein Bckking, die in twee dagen geen contact heeft gehad met de verzetslieden, ver wacht hedenavond een treffen, nadat een sa mentrekken der troepen van drie zijden vol tooid zal zijn. Amcta meldt nog uit Batavia In middcn-Jova zijn in totaal 300 personen gearresteerd. Bij den aanval in het Bojalalischc zijn 3 communisten gedood cn 20 gewond. Bij een overvol van 500 man in het Djokjoschc is een man gedood en werden twee gewond. UIT DE STAATSCOURANT. Dc Minister van Watersloot heeft voor den tijd van 5 jaren, ingaanden den 23 Nov. 1926 benoemd in dc commissie van deskundigen voor dc Rijnvaart te Amsterdam, tot lid cn voorzitter de heer W. N, van de Poll, haven meester der gemeente Amsterdam; tot leden de heeren J. D. Geselschap, onderhavenmees ter der gemeente AmsterdamF. A Brink, makelaar en scheepsbevrachter, D. Goedkoop Dzn., industrieel; tot plaatsvervangende leden de heeren H L Schollen, onderhovcnmcestei der gemeente AmsterdamD. F. van Bode graven, technisch bedrijfsleider bij de Maat schappij Binnenvaart, en J C. Vierhout, werk tuig- en scheepsbouwkundig expert, allen te Amsterdam PRINS HENDRIK. Z. K. H. de Prins is gisteravond omstreeks II uur van het Loo te 's-Gi avenhagc aange komen en zou a. s. Zondag weer daarheen terugkecren. AUDIËNTIES. De gewone audiënties van den minister van financiën en van den minister van waterstaat zullen a.s Maandag 22 dezer niet plaats heb ben. DIPLOMATIE. Dc afgetreden Engelsche gezant. Naar wij vernemen zal de afgetreden Engel sche gezant, sir Charles Marling, den 25sten dezer den Haag voorgoed verlaten. HET NEDERLANDSCH-BELG1SCHE VERDRAG. Verdere actie in Zeeland Het bestuur van dc nfdeeling Zce'and van het nationaal comité van actie tegen het Ne. derlandsch-Bclgische verdrag heeft de leden van die afdeeling opgeroepen tot een verga dering op a.s Zaterdagnamiddag te Middel burg Aan die vergadering zal het voorstel worden voorgelegd, hondtcekeningcn van Zceuwsche kiezers en kiezcrcssen te verzame len op een petionnement aan dc Eerste Ka mer, verzoekend, haar goedkeuring aan hc! verdrag mot Belgic niet te verlcenen. Voorts zal daar de kwestie besproken wor den van het vormen van plaatselijke commis sies ter uitvoering van dit denkbeeld. „Belgische toegevingen". De Wielingen. De Brusselschc correspondent van de N.R Ct. meldt In het te Gent verschijnende liberale Franschgezinde blad La Flandre Libérale, schrijft Carl Sartilly, dat het Ncdcrlandsch- Belgischc verdrag een lastig bewerkt compro mis is tusschen de levensbelangen van België en het egoïsme en dc vooroordeelen van de politieke cn commercieelo kringen in Neder land, cn dan ook, evenals alle andere com promissen, niemand geheel voldoet. Toch heeft het verdrag, naast zijn gebreken, twee essen- tieele hoedanigheden het nieuwe regime der Belgische toegangswegen tot dc zee is, hoh gebrekkig ook, toch heel wot beter te achten dan het vroegere en verder regelt het dc meeste, vaak stekelige, problemen, welke op dc Belgische betrekkingen met Nederland ren gevaarlijke malaise, lieten wegen „Het valt evenwel te betreuren' aldus het slot van het artikel, „dat men, bij het regelen van dc vraagstukken van oeconomischen aard, waarvan in het goedgekeurde verdrag sprake RECLAMES Van 1—4 regels 4 05. elke regel mcci 1.— KLEERMAKERIJ Fa. E. L. J. LAMMERTS Amersfoort 0'ïe'aT Groningen "trech'scho weo 38. Tel. 587 is, ook niet, cn voor altijd, dc kregelig stem mende kwestie der Wielingen heeft geliqui deerd. Thans blijven aldus een oorzaak var. malaise cn een latent conflict tusschen Ne derland en ons voortbestaan. De occonoml- schc cn financicclc problemen in acht geno men, welke België nu aan het regelen is, kan het oogenblik niet geschikt blijken om, te dien aanzien, om het even wat, te ondernemen, maar het is gewenscht, dat dc Nederlandscho opinie, van nu af aan, geen illusie daarom trent kocsterc in zake dc bnggerwerken, het loodswezen, het beheer, heeft België, uit liefde voor den vrede en dc goede verstandhouding tusschen dc beide landen, die er alle belang bij hebben zich met elkander te verstaan en niet te kibbelen, toegevingen kunnen doen voor wat de Wiclingenkwestie betreft, een kwestie van internationale loyauteit en eerbie diging van onze onvervreemdbare rechten op een binnen onze territoriale wateren gelegen vaargeul, een kwestie ook van nationale waar digheid, kun België niets toegeven en za' het niets toegeven". De vlag halfstok. Naar aanleiding van het bericht, doe aan het secretariaat van dc Kon. Nedcrl. vereeni- ging Ons Leger de vlag halfstok is geheschen, nadat bekend was geworden, dat het wetsont werp tot goedkeuring van het Nederlandsch- Belgische verdrag in de Tweede Kamer was aangenomen, deelt het bestuur aan dc N.R.Ct. mee, dat zulks een persoonlijke daad van den secretaris der vereeniging is geweest, waar toe deze noch opdracht, noch toestemming had ontvangen, en die door het bestuur niet wordt goedgekeurd. DE GEVOLGEN VAN HET NEDER- LANDSCH-BELGISCH VERDRAG Een brief van den oud-opocr- bevelhebber van Land en Zee macht. Generaal C. J. Snijders schrijft aan het Hbld. In mijne, op 19 October j.l. in „De Twee Steden te s-Gravenhugo gehouden radio-rede over bovengenoemd Verdrag, voor zooveel dit de belangen onzer nationale veiligheid c-n on zijdigheid betreft, heb ik uit deferentie voor den Min van Buitenlandsche Zaken voor- bedachtelijk diens persoon geheel buiten mijn betoog gehouden in mijne zakelijke uiteen zetting heb ik zelfs den nohm en de functie vun Z. Exc. geen enkele mooi genoemd. De Minis ter heeft in zijn groote rede, op 4 Nov. j l in de Tweede Kamer gehóuden,'dit voorbeeld niet gevolgd. Z. Ex. heeft gemeend mij persoonlijk in zijn betoog te moeten betrekken, en wel in de volgende bewoordingen (Handelingen bid. 366): „Wanneer men, zooals de gewezen opper bevelhebber van land- cn zeemocht, publick verkondigt, dat dit Verdrag niet mag worden aangenomen, omdat het onduldbare souve- reinitcitsinbreukcn, losten en servituten kent, dan zeg ik het is niet waar Nadere motiveering dezer ontkenning ont breekt Tegenover des ministers „het is niet waar" acht ik mij thans verplicht, tot toe- hchting van mijne, dooi den minister vrij nauwkeurig weergegeven stelling het volgende eon te voeren Ik beschouw als onduldbare servitu- t e n o.a A. de verplichting om op onzen eigen bodem en ten deele Voor ons eigen geld, een kanaal van ongekende capaciteit van Antwerpen naar den Moerdijk aan te leggen, te hebben, te onderhouden en te bedienen, aan welk kanaal wij zelf geen behoefte hebben en dat uitslui tend ten doel heeft het Riinverkeer van onze eigen havens Amsterdam, Rotterdam en Dor drecht naar de vreemde haven Antwerpen af to tappen. Men bedenke hieibij, dat Antwerpen is een Schelde-hoven, die door hare ligging t.o.v. een aanzienlijk deel van hot achterland, boven Rot terdam cn Dordrecht groote natuurlijke voor deden bezit. Bij het Verdrog van 1839 werd Antwerpen slechts in zoover als Rijnhuvcn er kend, als het door andere nutuurlijkc wateren met den Rijn in verbinding stond. Terecht werd dan ook toen aan Nederland geen andere verplichting opgelegd, dan de natuurlijke ver bindingen tusschen Antwerpen cn den Rijn in stand te houden in dónzelfden toestand van bruikbaarheid, als zij toenmaals waren. B. de zonder evenredige tegenprestatie aan gegane verplichting om op onzen eigen bodem en ten declc voor ons eigen geld een kanaal van dezelfde ongekende capaciteit, deel uitma kende van een Rijn-Mnns-Schcldc-kanonl, door Limburg tc graven, te hebben, te onderhouden cn te bedienen, waardoor alweder een deel van het Rijn- en Maasverkeer van Nedcrlandsch gebied naar Antwerpen zal worden afgeleid waardoor voorts dc gemeenschap cn de afvoer van producten van allerlei aard uit Zuid-Lim burg naar Noord-Nederland waarvoor wij ons belangrijk© uitgaven getroosten (zal worden benadeeld en dc bevolking van genoemd lands gedeelte meer cn meer aansluiting zal zoeken en geopende armen zal vinden bij België, wat hare vervreemding van het moederland zal be vorderen en waardoor de geleidelijke vreed zame annexatie van Zuid-Limburg bij België' wordt voorbereid. Men bedenke alweder hierbij, dat bij het tractaat van 1839 aan België de bevoegdheid werd toegekend om „geheel cn al op eigen kosten" een Schcldc-Rijnknnonl nan te leggen „door het kanton Sittord heen," welke hevoegd- heid op verlangen van België in 1873 is ver vangen door het recht om de spoorlijn Ant werpenGlödboch over Nedcrlandsch gebied te doen loopen. Daartegenover heeft België, nis mede-oeverstaat van de intei nationale rivier dc Maas, aan Nederland de medewerking voor dc Mans-kanalisatie beneden Luik geweigerd, waardoor wij genoodzaakt zijn geweest, tot den aanleg van het zper kcstbfjrc Juliana-kanaal te besluiten. o Ik beschouw als lasten o. n.: De aanzienliikc geldelijke offers, welke wij aan Belgische belangen zullen moeten brengen, ter vervulling van ons opgedrongen verplich tingen, zoowel de hiervoren genoemde, als die welke zullen voortvloeien uit de door ons te verrichten werkzaamheden en onbegrensde ver betering van de Westcr-Scheldc En ik beschouw ols souvereiniteit s- inbreuk o. a.: Het toekomstig staatsrechtelijk régime van dc Wester-Scheldc, uitdrukking vindende in verschillende verdragsbepalingen en be- heerscht door dc ongehoorde bevoegdheden, welke worden toegekend aan de gemengde, slechts voor dc helft uit Nederlanders bestaan de Commissie van Beheer, waardoor de ver ordenende bevoegdheid onzer nationale admi nistration wordt geknot, dc rechtsmacht van het Nedcrlandsch gezag ten aanzien van de doorgaande scheepvaart wordt uitgeschakeld, aan de belangen der scheepvaart alle andere belangen ondergeschikt worden gemaakt en alle besluiten betreffende het beheer der Wes tcr-Scheldc op Nederlandsch gebied aan de eenzijdige eindbeslissing der souvereine Neder- lnndsche i'egeering onthoudenr cn aan het medezeggenschap der Belgische regecring on derworpen worden, terwijl bij gemis aan over eenstemming de behartiging on bescherming der Nederlnndschc belangen afhankelijk zal zijn van dc uitspraak ccncr scheidsrechterlijke com missie, waarvan slechts één lid Ncdcrlandei mag zijn cn welker voorzitter door een vreem den monarch zal worden aangewezen. Waar blijft bij zulke beslissingen de souvereiniteit der Nedcrlandsche regecring t.o.v. dc Nederland- sche belangen Bovendien bedreigt het Verdrog ons mei mogelijke inbreuk op onze souvereiniteit in de toekomst, doordat Nederland de door België begeerde reserve heeft aanvaard nopens door vaart van Belgische oorlogsschepen in oorlogs tijd. Deze reserve toch heeft volgens verkla ring van den Belgischen Minister de bcteeko- nis (en zij kon ook geen ondeie beteekenis hebben), dat dc uitsluiting van de vsije door vaart van vreemde oorlogsschepen in oorlogs tijd, welke in het verdrog is vastgesteld, voor Belgische oorlogsschepen niet wordt erkend; immers: Nederland kan zich niet op die uit sluiting beroepen, indipn in de toekomst de doorvoert van Belgische oorlogsschepen in tijd van oorlog ter sprake komt. Die reserve is echter in strijd met het Volkenrecht (dat een bijzonder regime voor belligcrentc oorlogs schepen van een bepaalde nationaliteit, wat bc» treft dc doorvaart van neutraal gebied, met be slistheid verbiedt), tenzij Nederland oan Belgic zckcro souvereinitcitsrcchten op ons Schelde-gebicd zou toekennen. Daarom ligt in die reserve, welke dc toelaatbaarheid van zulk een bijzonder régime insluit, een inbrekk op onze souvereiniteit. Wanneer ik het toekomstige régime der Westcr-Scheldc een „souvcrcinitcitsinbrcuk" noem, ben ik in overeenstemming met de Tweede Memorie van Antwoord, welke (blz. 14, regel 12 v. o.) spreekt van „beperking" in dc uitoefening der souvereiniteit, welke Neder land zich in het Verdrag heeft opgelegd. Reeds hieroor wordt, voor zooveel do belangen der scheepvaart betreft, inbreuk gemaakt op de bepaling von Art. IV, 4 der Toelichtende Memorie, dot dc Commissie geen bevoegdheid zal hebben om rechtstreeks of zijdelings over vragen von souvereiniteit te beslissen. Dc be voegdheid zelve der Commissie beteekent be perking der Nederlnndschc souvereiniteit; im mers, de verordeningen der Commissie maken daarmede in strijd zijnde Nedcrlandsch© veror deningen ongeldig. En in hoogcrc instantie heeft de Nedcrlandsche regeering slechts be perkte medezeggenschap, geen souvercin recht van beslissing. Dc Minister van Buitenlandsche Zaken, zoo besluit generaal Snijders, moge wellicht aan dc hier voren door mij opgesomde gevolgen van het Verdrag andere, aan dc diplomatieke of volkenrechtelijke vocabulaire ontleend© bena mingen geven dan ik heb gedaan, het is mij wel. Maar de zaak verandert hierdoor niet en de gevolgen van het Verdrog blijven ecne noodlottige bedreiging onzer Nederlnndschc belangen en onze nationale waardigheid. WETTELIJKE REGELING DER WINKELSLUITING. Dc Minister in overleg getre den met den Middenstands- rand. Naar wij vernemen is dc minister van Arbeid Hondtl cn Nijverheid thans opnieuw met den Middenstnndsruad in overleg getreden omtrent een wettelijke regeling der winkelsluiting, zulks in verband met het voornemen om ter verdere uitvoering der Arbeidswet, binnenkort de tot standkoming te bevorderen cencr regeling van arbeids- en rusttijden van orbeiders in winkels. De Middenstandsraad, die reeds ccnigc jaren geleden een ontwerp winkelsluitingswet aan do Regecring uunbood en sindsdien bij herhaling den wensch heeft geuit, dat aun een werktijden besluit ten behoeve van het winkelpersoneel een winkelsluiting bij Rijkswet gepaard gaan, wordt thans in staat gesteld, van een tweetal terzake voorloopig ontworpen regelingen vertrouwelijk kennis te nemen, teneinde over deze, in onder ling verband beschouwd, advies uit te brengen. DE WERKZAAMHEDEN DER SCHEEPVAARTCOMMISSIE. Opheffing van Zeevaartscho len in het Noorden Wij vernemen, dot dc door den Minister van Financiën ingestelde Schecpvaartcommis- sie, welker eerste verslag met betrekking tot bij de Scheepvaartinspectie en Raad voor de Scheepvaart in tc voeren bezuinigingen korten tijd geleden is verschenen, thans onderzoekt welke bezuinigingen kunnen worden verkregen bij dc Zeevaartscholen en bij de examens voor dc zeevaart Zijn wij goed ingelicht, dan over weegt dc Commissie in haar verslag voor tc stellen eenige Zeevaartscholen in het Noorden vnn ons lond op te heffen, terwijl ook voor dn examens voor dc zeevourt ingrijpende ver anderingen zullen worden voorgesteld. HR. MS. TROMP. Blijkens ccn bij het departement van marine ontvangen telegram is Hr. Ms Tromp, onder bevel van den kapitein ter zee N. J. van Loer, gisteren van Constanzo vertrokken met eerste bestemming naar Algiers, ln aansluiting tot het heden gemelde vertrek van Hr. Ms Tromp uit Constantza naar -Al giers, zij nct vermeld, döt het oohspronkelijko reisplan van dien bodem een verblijf tc Smyr na vermeldde, dot echter vervallen moest, doordien do Turkschc regecring geen toestem ming meer verleent oan vreemdo oorlogssche pen om deze haven aan tc doen. HR. MS. K XII. Blijkens bij het Departement van Marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. K XII, onder be vel van den luitenant ter zee J. L. K. Hoeke, heden van Aden vertrokken, ter voortzetting van dc uitreis nnor Ncd.-Indi. Het leven is een slaap, liefde is een droom, en wonneer je hebt liefgehad, heb je geleefd. DE MUSSET. Naai het Engelsch van RAFAEL SABATINI. Geautoriseerde vertaling van A T. HOOFDSTUK IV. Kersenbloesems. Kolonel Holles knielde op het kozijn van het open raam van zijn zitkamer in Paul's Head Hij scheen naar den kleinen zonnigen tuin te zien met de twee kersenboomen, waaraan nog enkele bloesems hingen Hij dacht aan% ker senbloesems, maar niet aan die daar voor hem D© twee boomen van deze oase in de stad Londen hadden zich vermenigvuldigd tot een kersenboomgaard in Devon uit de jaren, die onherroepelijk voorbij waren. Het verschijnsel was niet nieuw voor hem Kersenbloesems hadden altijd dien invloed op hem- Hun aanblik gaf hem altijd weer het vi sioen, dat zich nu ook oor zijn peinzende oogen ontrolde De kleine tuin van juffrouw Quinn was een uitgestrekte, bloeiende boom gaard geworden Boven de boomen op dee achtergrond verhief zich aan de rechterhand e entoren met een windwijzer in den vorm van een visch waarvan hij vaag wist, -<3at het het zinnebeeld van het Christendom was. Door een opening links zag hij een met klimop bcklee- den muur, die hoven aan afbrokkelde Hier klom een jongen stil over een jongen met lange bccnen en golvend blond haar, in wiens trekken de zijne te herkennen waren, als men van deze laatste dc scherpe lijnen wegdacht, die do jaren en een moeilijk leven er in ge groefd hadden Zocht en vlug ols een kat liet hij zich aan dc andere zijde op den grond vallen, en daar stond hij half gebogen ccn glimlach om zijn jonge lippen, en een lach in zijn grijze oogen Hij keek naar een meisje, dot geheel onbewust van zijn aanwezigheid heen en weer zwaoido op een schommel, gemaakt van een touw tusschen twee boomen. Zij was geen kind meer, maar had een vol wassen, slanke bevalligheid, waardoor dc men- schen haar ouder schatten, dan de vijftien ja ren, die zij werkelijk telde Haar gelaatskleur was niet die van rozen en leliën Zij had een gezonde, verbrande tint, die verkregen wordt door een leven in de open lucht, ver van dc steden. Maar één blik in de langwerpige diep blauw© oogen, die de roem van haar lief ge zichtje waren, was voldoende om u tc zeggen, dot zij niet eenvoudig was, al was zij lande lijk Zij had een groot deel van die vrouwelijke slimheid, die het erfdeel vnn Moeder Eva voor haar liefsto dochters is Als men een man en wijs was, moest men het voorzichtigst zijn, als zij het zedigst was. Onder het schommelen, was haar bruin hna* losgeraakt en viel nis een wolk om haar heen. Zooveel mogelijk in de maat met het schom melen zong zij „He, jonge liefde I Ho, jonge liefde I Woot blijft ge? Terwijl ik hier op" u wacht Gereed om te trouwen. „He, jonge liefde I Ho, jonge..." Het lied eindigde in een gil Zonder gehoord zonder vermoed te worden, was do jongeling vooruit door de boomen gekropen Terwijl zij schommelde had hij haar met zijn jonge, sterke armen om het middel gegrepen. Er was een oogenblik van gefladder van twee zwarte bee- nen in een verwarring van rokken, toon slin gerde de schommel leeg verder en de nimf lag in de armen van haar jongen sater. Doch slechts een oogenblik. Zij maakte zich los uit diens greep met een woede, die echt of voor gewend was en kwam buiten adem op den grond met blozende wangen en schitterende oogen. „Ge neemt zonderlinge vrijheden, jonge Randal", zeide zij en zij sloeg hem om de ooren. „Wie heeft u gevraagd, hier tc ko men „Ikik dacht, dat je me riep", zei hij lachend, niet het minst uit het veld geslagen door slag of blik. „Kom nu Nan. Beken het maar!" „Ik je geroepen Ik Zij lachte veront waardigd. .Dat zal wel waar zijn, zekerJ" „Je zult het natuurlijk ontkennen, omdat je een vrouw in den dop bent Maar ik heb je ge hoord. En hij haalde, zingende oan „Hc jonge liefde Ho, jong liefde I Waar verbergt ge u?" „Ik verborg me aan den anderen kant van den muur. Ik ben dadelijk gekomen. En alles, wat ik krijg voor mijn moeite en het gevaar, dat mijn nieuwe broek geloopen heeft, is een sloor en ccn ontkenning". „Jc kunt nog meer krijgen, als je blijft" „Dat hoop ik. Anders was ik niet gek men". „Moor dat zal evenmin naar jc zin zijn." „Dat is wel mogelijk. Maar nu eerst ovei den slag. Een slag is iets, dat ik van niemand neem. Voor een man heb ik mijn zwaard..." „Je zwaard I" zij begon hard to lachen. „En je bezit niet eens een penn es" „O ja, ik heb er een Ik bezit een zwoord. Het was een geschenk van mijn vader van daag een verjaarsgeschenk. Ik ben negen tien jaar, vandaag. Nan" „Wat groei je hord! Je zult spoedig een man zijn. En je vader heeft je dus een zwaard ge geven Zij leunde tegen een boomstom, en keek hem plagend aan. „Dut was heel onvoorzichtig van je vader, je zult je snijden". Hij glimlachte, moor was wat minder zeker dan in 't begin. „Je dwaalt of van het punt" „Van de punt van je zwaard, waarde heer?" „Het punt van mijn woorden. Het liep over dien slag Als je een man was, vrees ik, dat ik je zou moeten dooden. Mijn eer zou niets min der eischen Met je zwaard vroeg zij onnoozcl. „Natuurlijk met mijn zwaard." OI Jack, de rcuzendooder in een kersen- boomgaard! Je moest begrijpen, dat je hier niet op je plaats bent. Ga heen kind. Ik geloof niet, dat ik ooit van je gehouden heb, Randal Nu weet ik het zeker. Je bent een bloeddorstig wezen ondanks je jeugd. Wat je zijn zult, als ie een man bent daar aan durf ik niet tc denken Hij slikte de beleediging op. „En wat jij zijn zult, als je een vrouw bent, dat is iets, waarover ik gaarne denk. Daar ko men we op terug Intusschcn, die slag „Och, je bent vervelend." „Je houdt me op, dat is de reden Wat ik doen zou, als can man me sloeg, heb ik ge zegd." „Maar je kunt toch r iet denken, dat ik jc geloof." Ditmaal liet hij zich r.ict meer afleiden. "De vraag is, wat moet ik tegen een vrouw doen." Hij naderde haar. „Als ik jc aanzie, lijkt mij maar één straf mogelijk" Hij nam haar bij dc schouders en hield haar stevig vast Haar oogen, dio tot nu toe zoo spottend hadden gekeken, waren verschrikt. „Randal I" riep zij, zijn ondeugend voorne men radend. Onvervaard voerde hij het uit. Na haar ge kust te hebben, liet hij haar los en bleef staan, om de uitbarsting af tc wachten, die zooals hij haar kende, zeker komen zou Maar er kwam geen uitbarsting Zij bleef stil voor hem staan, al de plagerij was verdwenen, terwijl haar wangen bleek werden. Daarna kwam haar kleur terug, haar mondhoeken trilden, haar neergeslagen oogen schitterden. „Nu Nan Hij was verschrikt door die on verwachte en ongewone verschijnselen. „Och, waarom heb je dot gedaan 1" riep zij met een snik uit. Dit was zachtheid Als zij hem weer om zijn ooren geslagen had, zou het hem niets ver baasd hebben Dot had hij zelfs verwacht. Maar dat zij zoo lom geslagen zou zijn, dat zij geen verwijt zou uitspreken, behalve die klagende vraag, maakte hem stom van verbazing Het kwam bij hem op, dat hij misschien den weg gevonden had om haar tc temmenen het speet hem, dat hij niet vroeger ziin toevlucht g:nomcr, had tot een middel, dat hemzelf zoo aangenaam was. Intusschen verlangde haar vraag con antwoord. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5