vestigd aan de Hecrestraat, in ccn gedeelte van ccn gebouw, staande tusschcn de Zuid singel en 't plantsoen; in oude tijden was 'i een klooster. De lessen werden ^gegeven in Latijn. Grieksch, Geschiedenis, Aaitlrijkskund'c en Wiskunde (meetkunde, en algebra). Wanneer wc in aanmerking nemen, dat al deze vakken in alle G klassen, kwamen voor rekening van 3 docenten, gevoelen wc res peet voor de werkkracht der mannen, die met liet onderricht belast' waren en goede resultaten wisten te verkrijgen. De G klassen waren verdeeld over 5 leerjaren, daar de cursus voor de 3de en voor dc 5de klasse slechts een half jaar duurde. M"t genoegen denkt onclcrgctcekcndo nog terug aan d»> uren, onder het gehoor de;* leeraren door gebracht; \ooral dc rector wist steeds z'n lessen te kruiden met een schat van anec dote». Nog ziet hij lector, conrector en lec tor zich naar het gymnasium gebouw be geven, het hoofd steeds gedekt door den hoo gen hoed, één' hunner altijd gekleed in rok- costuum. Tusschcn leerlingen onderling en tusschen leeraren en leerlingen bestond ccn aangename verhouding. Dc docenten waren de vrienden hunner leerlingen en omgekeerd Ofschoon ondcrgctcckende wegens hooge lecftijd'cn wankele gezondheid, niet meer in Amersfoort komt. bewaart, hij aan zijn ge boortestad, waar hij menige voetstap, ook in den orrU#ek heeft gezet, de aangenaamste herinneringen. Moge het de gemeente Amersfoort, en vooral het gymnasium met ..leeraren en leer lingen steeds'wel gaan. Dat-is de oprechte wcnsch van een oud-inwoner en oud-leerling van het gymnasium. Schooljaren op het Gymnasium in de Heerestraat door F. KENNINCK. Aartsbisschop van de Oud Katholieke Kerk Gaarne voldoe ik aan het verzoek om voor het feestblad ter herinnering van het 550- jarig bestaan van het Amcrsfoortschc Gym nasium ccn kleine bijdrage te leveren. Tijdens mijn verblijf te Amersfoort, dat bijna een halve eeuw beloopt, ben ik altijd min of meer met het Gymnasium betrokken geweest en heb ik de lotgevallen dezer illus tere school met groote belangstelling gevólgd. Ik was haar leerling van 187*21877 en heb later de eer gehad een plaatsje te mogen in nemen in het college van curatoren. Mijn leertijd aan die oude Latijnschc school leeft in aangename herinnering bij mij voort. Gij dwaalt, welwillende lezer, wan neer gij hierbij, denkt aan moderne college zalen met daarbij passende ruime gangen en gemakkelijke trappen. Vijftig jaar geleden was het hooger onderwijs nog echt classielc, d.w.z. dc luister zat van binnen. „Omnis gloria ejus ab intus". Mijn commilitoncs uit dien. tijd herinneren zich zeker nog levendig het oude gebouw in de Heercnslraat, dat, horribüe dictu.'in 1895 gesloopt is. Door de«hoogé/poort, waarboven het wapenbord met de grimmige lcetrwen prijkte, betrad rnen het met. onvervalschtc AmersfoortscFfc keien geplaveide voorhof, met links het. instrument, dat ons het panta réi ad oculos.hiocst demonstreert'» en rechts twee sacraria voor minder klassiek gebruik. Het gebouw, dat daar recht voor u oprijst, lijkt wel een bolwerk. Gij raadt natuurliijk onmiddellijk dc p'aé'cTagogVschc" strekking: hier moet gestreden worden voor de godin der wijsheid. Ons werd het al spoedig cl^iclo J ijk gemaakt door het voorleggen van d6 Grickschc zinsnede: „de gpden hebben het zweet voor dc deligd gesteld". Als in ccn slot toren klom incn op tot dc verschillende ver trekken. Die wenteltrap, culmincereiicl in den Olympus, was misschien wel het fraaiste van Minerva's heiligdom. Ongetwijfeld werd hij als zoodanig aangezien en behandeld door dc brave vrouw van den concierge Sit ters. Wat zag dat meubel (ik bedoel den trap), bij het begin der week er keurig uit, blank geschuurd cn met fijn wit zand be strooid! Op dien trap is heel wat afgespeeld, waarvan 111 dc kronieken der school niets te vinden is, maar waarvan de herinnering bij de ouderen nog voortleeft. Laat mij één fac tum vermelden. Het is eens voorgekomen, dat bij ccn tijdelijke afwezigheid van den rector de liefde van dc „spes patriae" voor de ars musica in zoo'n reuzenlyriek zich uitto, dat dc „patres conscripti" van de naburige rechtbank plechtig een bode afvaardigden om dc enthousiaste jeugd er aan te herinneren, menschelijklicid is, om aan hen, die niet meer werken kunncn,w\ocdscl te geven, cn dat men bezielde wezens niet moet behan delen als schoenen en vaatwerk, die men wegwerpt als zij gebroken of versleten zijn, eindigt hij. Met dezen brief had hij (n.l. J. Verkam men, Pracccptor Quintac Classis) weinig suc ces. Den leerlingen werdén geen rijpe drui ven gegund, want men stelde een jongeren leeraar^ in. zijn plaats en hem gunde rrïcn geen dulce merum, daar hij een pensioen kreeg van 150, waarvoor hij vermoedelijk niet veel dulcc merum zou drinken, hoogs tens kon genieten van zijn otium cum digni- tatc. Dc verbeteringen, die door al clic be- mociingen^ dc school werden aangebracht, kostten veel werk en veel tijd. Krachtige hulp wercl den Hoeren geboden door dc benoe ming van Petrus Schut, broeder van den rector, die wel het mcesto werk verrichtte van alle leden van deze .comrpissie van rc- glementhcrziening en verder bleef Didericus Schut nog tot 1G69 hier als rector en bracht zijn laatste levensjaren pog hier als docter door. Aan de Latijnsche School werd hij als rector opgevolgd door Dr. Assnerus Schut, neef of oomzegger van zijn voorganger. Deze was al voor deze benoeming tot rector aan de school verbonden' als' pracccptor. De oom kreeg een pensioen van 6*25 doch daar de nieuwe rector en nog een paar anderen ver hoogd werdén in rang en het te duur zou zijn om zc allen hooger.tractement te geven, deed men dit niet. maar beloofde de overige tractemcnten na den dood van den gtfpcn- sionnccrdc te vcrhoogen. N'u bleef de benoem-, de rector dus het bestuur voeren. Maar over eenigc jaren zou hij er een nieuwe betrek king bij voeren en wel van Raad der stad, eene betrekking, die dc vorige rectoren niet gchacl hadden cn die dus zijn waardigheid Dr. D. BURGER Rector van 1873 1885. dat de „temperantia" ook tot de schoonc deugden behoort. Op de eerste verdieping van het gebouw bevond zich links het lokaal van den conrector en rechts dat van den lector, waarboven dc leerzaal van den rector was. Met het noemen van deze titularissen is meteen het getal der leeraren vermeld. De „memorabilia" van laatgenoemd lokaal tij dens het rectoraat van Dr. Burger zijn admi- randa non imitanda. Maar ik mag niet te' veel plaats innemen. Slechts nog dc volgende herinnering. Uit den aard der zaak behoorde de Amcrs- foortsche Latijnschc school 50 jaar geleden tot de kleine Gymnasia; maar zij had een goeden naar, dank zij de mannen, die daar doceerden en onder dezen neemt Dr. D. Bur ger een eereplaats in. Wat was die man rijk begaafd met kennis, maar slecht bedeeld met paedagogisch inzicht. Zijn geleerdheid, die hem ccn professoraat waardig maakte, ging helaas voor velen verloren, omdat hij den jongen jnensch van 15 tot IS jaar in zijn dorst naar kennis overschatte. Wie hem ech ter bij zijn fijne beschouwingen over Latijn schc of Gricksche grammatica kon volgen, die heeft van Dr. Burger heel wat kunnen meenemen voor zijn verdere studie. Zoo is ondergeteckcndc, die in de twee hoogste plas sen als eenig leerling privaatles genoot, met den grootst?» eerbied ervuld voor dien ge leerden cn daarbij zoo gemoedelijkcn man. liet was misschien een gebrek in die dagen, dat er te weinig van klassieken gelezen werd. Veel tijd werd besteed aan otymologic en syntaxis. Dat was dc oisch van Cobet, die toen oppermachtig gebood. Het bracht intus- schen dit voordeel mee, dat men de construc tie van den zin eerder begrijpt en zoo goed gewapend en wel toegerust zich tot verdere lezing kan zetfeh. Ik geef toe, dat het veel vuldig raadplegen van oen woordenboek den leeslust kan temperen. Maar dat zal toch wel niet kuil non afschrikken iemand, die een Gymnasium bezocht heeft en dus op intel lectueel gebied zich heeft loeren oefenen, ja, harden. Moge de Amcrsfoortschc School, die haar bestaan niet met lustra maar mot secula telt, nog vele jonge menschcn met liefde vervul len voor het goede en schoonc cn alzoo voor bereiden tot de klassieke studiën, waarvan dc beoefening slaat en kerk'"ten goede kome. Een herinnering aan Bilders door Prof. Dr. P. GROENEBOOM. Als rector heb ik -kennis gemaakt met ver schillende concierges en «lat niet tot mijn genoegen: lui waren zc allemaal; één was bovendien diefachtig, cn een ander bedronk zich 's morgens vroeg om zeven uur, terwijl hij weinige uren later onder den invloed van den alcohol dc leerlingen van de zesde klasse tot een vuistgcyepht placht uit tc dagen, waarbij hij met schorre stem ccn loflied op zijn rector zong. Geen wonder dus, dat, zoo vaak mijn herinnering teruggaat naar mijn gymnasiumtijd, het beeld voor mij oprijst van den voortreffelijke» Bilders, die in mijn jeugd concierge was van het Ann r.Toorlicho gymnasium,"cn die bij 'verschillende gelegen heden blijk gaf van zulk ccn kennis van de jongensziel, dat de vermaarde paedagoog Gasimier daaraan een puntje zou kunnen zuigen. Vergun mij één herinnering aan den braven man op te halen. Het was een .Tanuari-aclUormiddag in den winter van 1890; wij zaten in dc vierde klasse, twaalf jongens, want in dien gezegenden tijd verhoogde en zijn invloed vermeerderde. Bij zonderheden omtrent zijn bestuur zijn niet tc melden. Hij bleef hier in functie tot 1700. Niet dadelijk daarna benoemde men een vol genden rector. Deze werd eerst benoemd in 1707. Men stelde dit uit, niet omdat men de school geen volledig onderwijzend personeel waardig keurde, maar gedeeltelijk waar schijnlijk ofdat het door allerlei oorlogen en moeilijkheden zeer duur was, voor stads- en landsbestuur. Tot 1735 leefde Francisèus Lentfrinck. Toen werd hij opgevolgd door Martinus dc Coninck. Van deze is al even min iels te vertellen als van zijn opvolger Ludovicus Jungius, die .een vrij goede broi van inkomsten had in zijn juridische prak tijk, zoodat toen de regeerders de bepaling invoerden, dat het niet langer geoorloofd was de juridische praktijk te combineeren met cenc betrekking van rector of conrector aan een Gymnasium, hij zijn rectoraat neerlegde, wetende dat de rechtspraktijk hem meer op zou brengen. Na 15 jaar dus zijne betrekking te hebben waargenomen legde Jungius zijn rectoraat neer. Zijn opvolger was Wilhelmus van Helmond. Deze ontving gedurende zijn verblijf alhier een beroep naar het Gymna sium van Haarlem maar bedankte voor dat beroep en uit erkentelijkheid daarvoor wer den hem van stadswege twee sil veren secoups (waarschijnlijk bedoeld: soucoupes) met stadswapen aangeboden. Op hom volgde Richacns van Ommeren, die nog al ccnigen naam had als nco-La- tijnsch dichter. Hier was hij echter slechts zeer kort, niet langer dan vier jaar, werk zaam om opgevolgd tc worden dopr Prof. Adamus Nodell te Kampen, die daar werk zaam was. Professor Eloqucntiac et Histo rian»» cn ook hier dezen titel kreeg. Of ech ter ook hier aan dezen titel werkzaamheden verbonden waren, heb ik niet vermeld gc- oecupeerüen de meisjes althans in Amers foort zich alleen practisch cn nog niet linguïstisch met het vermaarde, „amo, amas, amat". Ik liad juist op dringend verzoek van ons leeraartje een poging gewaagd om eenigo Homerische verzen te scandeercn. Veel suc ces had ik daarmee niet, daar het lezen mij cenigszins bemoeilijkt werd door mijn groot- neuzigen achterbuurman Azueer Jacobus, die me onophoudelijk in den nek kietelde, en door mijn bankgenoot Kees W. (thans een eerwaardig man cn hoogedelgestreng curator van het Amersfoortsch gymnasium), die zijn oolijken jongenssnuit op afzichtelijke wijze verdraaide. -Voeg daarbij, dat mijn voorman Jean Philippe Theodore bij beweerde een Fransch markies Ie zijn en geparenteerd aan een zich noemenden en schrijvende» Bour bon, welke laatste zijn monarchistische ge zindheid openbaarde door een besliste voor keur voor Oranjebitter op weing aristo cratische -wijze tijdens mijn voordracht ach- tcruitschopte, en aan den anderen kant mijn vriend Simon Johannes hardnekkig probeer de mijn bock dicht te gooien. Het judicium over gezegde voordracht luidde dan ook, dat het „meer dan peroerd" was, welk von nis door den delinquent met gelatenheid werd aanvaard. De les ging ondertusschcn haar verve lenden gang; de leeraar beweerde iets over liet nut van „de Goudmijn" zoo noemde hij bcscheidclijk 'een grammatica, die hij zelf vertaald had cn Achilleus wandelde juist zwijgend langs liet strand der luid-klot- sende zee; toe» plotseling dc stilte Verbroken werd door een piepend, knarsend geluid, dat van alle kanten en van nergens kwam. Vreugdevolle belangstelling bij de leerlin gen, zenuwachtig getrappel cn getuur bij den leeraar, die spiedend in het rond zag, maar geen dader kon ontdekken! Voor ons was het raadsel spoedig opgelost, want alras ging fluisterend van bank tot bank de blijde mare, dat Bart v.d. St.. de jongeman met het perkamentengezicht, die op onnavolgbare wijze „de Schoolmees ter" kon voordragen, een nieuw talent had ontdekt: hij kon piepen zonder de lippen tc bewegen! De leeraar werd al rooder cn al onrustiger,- totdat één van ons met een gezicht, waarvan men dc onschuld kon afroomen, het idéé op perde, dat het ongetwijfeld dc wind was, die piepte in dc ouderwetsche kachel. Onverwijld werd een ernstig onderzoek ingesteld: er werd geschoven aan alles, waaraan gescho ven kon worden; er werd gedraaid, gepookt, geduwd maar het piepen hield aan. Den volgenden dag in de Griekschc les het zelfde spelletje; ook den daarop volgenden was het geluid eer toe- dan afgenomen. Maar op Maandagmorgen om negen uur ai ging de (leur van het locaal plotseling open cn binnen trad een drietal mannen: onze res pectabele rector voor m ij na al die jaren nog „De Rector" gevolgd door een zwar ten smid en den onvolprezen Bilders. Op nieuw werd dc kachel, ditmaal door een des kundige, aan ccn ernstig onderzoek onder worpen, beklopt aan dezen, bevoeld aan genen kant; er kwam een hamer aan tc pas cn een knijptang en een zaag en een hoor en ik w eet al niet wat, maar ten slotte schudde dc smid mismoedig liet hoofd cn verklaarde het euvel niet te kunnen ontdokkc:1. Op dit,merkwaardig oogenblik was het, dat de brave claviger zich in zijn volle geniali teit aan ons openbaarde; want, terwijl hij zich oprichtte cn een militaire houding aan nam het eene oog eerbiedig gericht op den rector, het andere dartel spelen over on ze in aandacht gespannen gezichten sprak Bilders, puik vair alle Nèdorlandscho con cierges, oud-dragondér van wijlen Z. M. Wil lem III, de lapidaire woorden: „Ik geloof, m'nlicer dc rector, dat dat pie pen zit in dc asenipics van dc jongchéééc- ren!" Johan Hendrik Moll (looi- Pro(. Dr. P. IlARTING, '.304—1910. En dat de Rector groot is. dc Gcncstct. Aan de grootheid" van hun rector heeft geen cn Moll's leerlingen ooit getwijfeld. maar het was een grootheid van een andere aard dan de deftigheid cn. bet gezagsbewust- zijn waar de Geneslet blijkbaar op doolt. Moll was niet deftig, maar als ccn \aderlikc vriénd; hij regeerde niet, maar leidde. Keer op koer is mij gebleken dat dc herin nering aan Moll de grote band vormt tussen de oud-leerlingen van het Amcrsfoorts Gym nasium van het eind van de vorige cn het vonden. Ilij was in elk geval geen vreemde-1 ling op geleerd terrein en gaf o.a. uit Flavii Aviani labulac, welk werk hij aanbood aan de Regeerders van Amersfoort. Op de Ko ninklijke Bibliotheek is een exemplaar van dit werk aanwezig. Zijn opvolger, hier be noemd in 1791 was Hendrik Ha na, die, toen hij zijne benoeming als reetor van Amers foort ontving nog slechts student was, doch bleek reeds met vaste hand te kunnen regee- ren. In 1798 vertrok hij echter reeds weer, omdat een beroep naar Amsterdam hem tc verleidelijk was om af te slaan. Met zijn op volger stappen wij dc 19e eeuw binnen, maar die intrede was voor Amersfoort, al even min als voor hare Nedcrl. zustersteden, een j'oycuse entréc. De Stcdel. rcgecrir.g had nau welijks meer macht genoeg over hare eigen dommen om den rector een onderkomen to kunnen aanwijzen voor hare school. Rector cn conrector gaven hun lessen aan huis, daar dc Latijnsche school al sedert geruimen tijd ontruimd had moeten worden, omdat er toch natuurlijk een onderkomen moest wezen voor onze dierbare vrienden, de Fransche soldaten, die ons zulk een onwaardeerbare en onbaatzuchtige(l) hulp hadden gebo den en nog zouden bieden in den strijd tegen dc dwingelandij der Oranjes(!). Er was dus geen gebouw beschikbaar voor de lessen van rector en conrector. Deze werden dus aan huis gegeven, gelijk blijkt uit een paar brief jes, te vinden in de Sted. rekeningen, van turf, geleverd voor rekening van dc Stad bij dcu rector en conrector. Ook in het gesticht dc Poth is tijdelijk een lokaal afgestaan aan het Gymnasium, gelijk ons verteld wordt door Pietcr Pijpers, den Amersfoortschen dichter en patriot uit dien tijd. Hun die van rijmelarij houden, kan ik zeer de lezing rc- commandeeren van zijn Eemlands Tempo, maar het is reeds sinds lang niet meer in den Dr. J. H. MOLL Rector van 1886 1914 begin van deze eeuw. De schoolkennis is vervaagd of verdwenen, maar Moll leeft Dc dankbaarheid waarmee hij herdacht wordt, is geen dankbaarheid voor verworven weten schap, maar voor het geluk, de invloed on dergaan te hebben van een man van karak ter, van diepe rechtschapenheid, en vooral:* van grote liefde voor zijn vak en zijn leer lingen. De belangstelling voor zijn leerlingen bleef Moll houden ook nadat zc de school verlaten hadden; hij volgde hun loopbaan zoveel hij kon, en wist hun hij een toevallige ontmoeting na jaren verbaasd tc doen staan over zijn nauwkeurige kennis van hun lot gevallen. In dc klas was hij in zijn element. Hij hield van het lesgeven, genoot er van om Homerus en Herodotus cn zijn lievelings schrijver Plutarchus voor ons te doen leven, dikwels met verwijzing naar de moderne tijd: „Dat is nu net als bij ons." Wat hij gaf was de oude, gezonde, degelike klassieke vorming, ontwikkeld cn beproefd door gene raties van klassieke schoolmannen. Dat on derwijs was in wezen aristokratics, en ook voor Moll was het Horatiaanse Odi profa num vulgus geen lege klank. Zijn leerlingen hadden een onbeperkt ver trouwen, in hem. Ze konden op hem aan. In de school was hij altijd dezelfde, van hu meurlgheid liet hij nooit iets blijken. Een rustige, bezonken natuur, met zichzelf in 't reine, met een wefeldsbeschouwing. die niet zonder een cyniesc tint was. Soms kwam er een les van levenswijsheid, die voor ons acht tienjarig begrip, wel wat weinig idealistics klonk, maar waarvan we dc diepere,grond, do samenhang met Moll's aard en onder vinding. toch eerst later konden doorvoelen. Of wij zagen er een grapje in, want Moll had ccn gezonde Hollandse zin voor humor, die hem, dikwels tot onze schrik, onmiddellik de komieke kant deed zien van een foutieve \crtaling. Hot manuaal waarmee hij de lorg net afnam om des te hartcliker te kunnen schudden van dc lach om een dwaasheid, zal menig zondaar lang bijblijven. Naast zijn school had hij zijn wandelin gen. „He had the characteristic passion of the good and wise for walking." Uren achterccn> kon hij voortstappen, genietend van het bui ten zijn; gezelschap had hij daarbij niet nodig. Ver buiten Amersfoort, kon men dc kordate figuur tegenkomen, met dc mooie grijze kop rechtop, altijd met het blauw-witte veertje van een Vlaai.. c Gaai in dc hoed gestoken. handel. Tot nog toe hebben wij van nog geen andere personen gehoord, dan van rec toren. En nu zijn rectoren zeker onbereken baar groote, gewichtige menschen, maar zon der bijstand van anderen doen zij nog niet veel. Wij hebben bijv. nog conrectoren, prae- ccptorcn, een pedel, die eigenlijk op een Gym nasium dc veel waardiger naam verdient van claviger, dat zoowel beteekent slcuteldrager nis knodsdrager. Voor een vreedzamen pedel is slcuteldrager passender. Knodsdrager is beter geschikt voor een Hercules. Op het Gymnasium waar mijn eerste wankele schre den geleid werden op het glibberige pad dei Latijnsche en Gricksche syntaxis was zulk een claviger een zeer deftig man, gekleed in een deftigen gekleeden jas, buitenshuis met een hoogen hoed (wat stond die gekleede, die zwarte geklecde, die lange, gekleede jas hem goed!) en versierd met ccn witte strop das. Dc sleutels, die hij als slcuteldragei droeg, waren de sleutels van de kasten in zijn vertrek en van het turf- cn kolenhok cn dan, schrikt niet, dames! van het stinkhok Van nature was hij een gemoedelijk, vreed zaam man van meer dan middelbaren leef tijd, die ons altijd gastvrij, maar zeer voor zichtig (n.l. uit vrees voor den rector) in zijn vertrekje ontving, als cr geen kwaad door ons bedreven was, maar die soms ook, doch slechts geroepen, binnenkwam om een onzer weg te halen, die wel wist waarom, want de stem van ons geweten had al gesproken: „Pietje, zoo ge niet wilt deugen Dan verschijnt dc zwarte man." En dan gingen wij, soms na nog eenig te- gengespartcl naar het stinkhok. Dat stink hok* was ccn ongcmeubeld vertrek, waar niets te zien was, waar wc mochten naden ken over onze zonden. liet stinken was ech- Dc Amcrsfoortse Gymnasiasten hebben heel veel aan Moll te danken. In rechtscha penheid, en toewijding aan dc taak die hem gesteld was, is hij een voorbeeld voor allen geweest. Van hem kan gezegd worden dat tiij leefde volgens de regel van Vergilius: Disce, pucr, virtutem ex me, vcrumque laborem. Herinneringen 1898-1905 door Mr. C. P. VAN ROSSEM. Er wordt me gevraagd naar eenigc herin neringen van m'n gymnasium-tijd te Amers foort. Ik ben nooit erg sterk in data geweest was het in 1901 of 1905 dat ik het gymna sium, na eindexamen verlaten heb? Wat maakt het tenslotte uit; het was in het einde van de vorige eeuw. O, wat worden we oud en het begin van de volgende eeuw, dat m'n gymnasiale schooltijd zich te Amersfoort afspeelde. Toen ter tijde was Amersfoort een der meest fashionable verbanningsoorden voor lastige jongens. Er werd me op zekeren dag door m'n ouders medegedeeld, dat er thuis geen huis met mc te houden was en dat ik naar Amersfo >rt zou worden gestuurd. Ik zou cr naar het gymnasium gaan en bij den rector Dr. Moll worden ingekwartierd. En dat is later gebleken een van de groote levensvoordeelen geweest te zijn, die trou wens ook altijd uit al m'n ondeugden zijn voortgesproten. Ik verhuisde uit een vieze groote stad naar een luilekkerland van veel gezonde frissche lucht, hei en bosch. Men- schelijke ondeugden openen soms prachtige perspectieven laten wc ze daarom in eerc houden. In dc jaren 18981904 zat Amersfoort vol verbannen jongelieden, van heinde en ver toegestroomd, veilig opgeborgen bij strenge leeraren of in andere gastvrije huizen. Was het de gezonde lucht of de. gunstige atmos feer wie zal het zeggen de onhandelbare jongelieden ontwikkelden zich in Amersfoort langs een. normale gunstige lijn en de anna len van die jaren weten weinig ongunstige evenementen aan te wijzen. Welk een on schuldige genoegens waren in dien tijd ons deel vergeleken bij de amusementen van de tegenwoordige gymnasium-jongens uit groo te steden. We hadden wedstrijden in het eten van taartjes bij Wcssels en de Jager de recorcl-houder hield het met een aantal van zestien tom-poucen we speelden veel voet bal, we tennisten veel cn we hadden ieder iaar onze nieuwe kalverliefde, die ons tech nisch ontwikkelde op het nuttige gebied van Amor en Venus. En alles was gezond, kinder lijk en absoluut onbedorven. Voor de één was er de H. B. S.t voor de agder dc kostschool van Dalhuizen, voor mij was er het gym nasium. En weer vergelijk ik met de toestanden van nu cn elders en ik zeg: welk een ideaal gymnasium! Niets dan prettige en gezellige herinneringen! Hocvclc menschen kunnen ditzelfde herhalen als zc aan hun gymna- sim-tijd terug denken? Daar was dan aller eerst een school, die ioderen dag prompt om drie uur sloot. Bestaan er tegenwoordig nog gymnasia, die om drie uur sluiten? Ik betwij fel heten Om drie uur waren we jirij cn we fietsten naar onze voetbalvelden ot onze ten nisvelden of we gingen wandelcn-:met onze allerlaatste kalverliefde en we kwatnen thuis* met ccn gezond lichaam cn een blijmoedige geest. Nooit was het huiswerk overdadig, en werkten het af, spelenderwijs, zelfs als wo ter zoo erg niet, alleen rook liet er een beetje muf. Als dc boosdoener echter minder bru taal was opgetreden, dan liep dc zaak rusti ger af. Dan werd de delinquent bij een ande ren leeraar ingedeeld, clic hem strafwerk op gaf, maar zulk een kalme zaak had veel min der onze belangstelling. Maar in zulk een meer kritiek geval was de pedel een man van gewicht, dan was hij bovendien nog de leverancier van schrijfboeken en papier, hij kwam 's winters elk uur eenmaal elke klas binnen om de kachels aan te houden, want dc. macht van een leeraar ging niet zoo ver, dat hij aan den kachel mocht komen; hij was het factotum van rector en leeraren en bij allen zeer populair. Ook aan de Amers- foortsche school is,gercgold aanteekening ge houden van de benoeming van een nieuwen claviger. In zaken, waarbij dc orde in 't nauw kwam, moeide men aan onze school de pedel niet. Ik vertelde reeds, dat Hendrik Ilana op het einde der 19de eeuw naar Amsterdam ver trok eu wél in 1798. Hier werd zijne plaats als rector ingenomen door Jan Anthony van Engelen, een Amersfoorter. Onder zijn rec toraat en toen er in zoovele zaken het staats- bestuur aangaande, meer orde en regelmaat kwam werd ook meer regel gebracht in de bevoegdheden tot het geven van onderwijs. Toen bleek ook, dat de rector zoowel als de conrector geen officieele bevoegdheid had om onderwijs te geven. Deze konden zij echter krijgen, als zij er om vroegen. Geweigerd werd zij niet als zij er op wettige wijze om vroegen. In 1826 kregen zij eene aanschrijving om die aanvraag te doen. Zij deden het en ont vingen die bevoegdheid. Nog slechts eenige jaren en de rector werd hoewel eervol, ont slagen (1S29) om do gebrekkige wijze, waar op hij de orde handhaafde. Na den laatst genoemden rector, den

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 10