vestigd aan de Hecrestraat, in ccn gedeelte
van ccn gebouw, staande tusschcn de Zuid
singel en 't plantsoen; in oude tijden was 'i
een klooster.
De lessen werden ^gegeven in Latijn.
Grieksch, Geschiedenis, Aaitlrijkskund'c en
Wiskunde (meetkunde, en algebra).
Wanneer wc in aanmerking nemen, dat al
deze vakken in alle G klassen, kwamen voor
rekening van 3 docenten, gevoelen wc res
peet voor de werkkracht der mannen, die
met liet onderricht belast' waren en goede
resultaten wisten te verkrijgen. De G klassen
waren verdeeld over 5 leerjaren, daar de
cursus voor de 3de en voor dc 5de klasse
slechts een half jaar duurde. M"t genoegen
denkt onclcrgctcekcndo nog terug aan d»>
uren, onder het gehoor de;* leeraren door
gebracht; \ooral dc rector wist steeds z'n
lessen te kruiden met een schat van anec
dote». Nog ziet hij lector, conrector en lec
tor zich naar het gymnasium gebouw be
geven, het hoofd steeds gedekt door den hoo
gen hoed, één' hunner altijd gekleed in rok-
costuum. Tusschcn leerlingen onderling en
tusschen leeraren en leerlingen bestond ccn
aangename verhouding. Dc docenten waren
de vrienden hunner leerlingen en omgekeerd
Ofschoon ondcrgctcckende wegens hooge
lecftijd'cn wankele gezondheid, niet meer in
Amersfoort komt. bewaart, hij aan zijn ge
boortestad, waar hij menige voetstap, ook in
den orrU#ek heeft gezet, de aangenaamste
herinneringen.
Moge het de gemeente Amersfoort, en
vooral het gymnasium met ..leeraren en leer
lingen steeds'wel gaan. Dat-is de oprechte
wcnsch van een oud-inwoner en oud-leerling
van het gymnasium.
Schooljaren op het
Gymnasium in de Heerestraat
door F. KENNINCK.
Aartsbisschop van de Oud Katholieke Kerk
Gaarne voldoe ik aan het verzoek om voor
het feestblad ter herinnering van het 550-
jarig bestaan van het Amcrsfoortschc Gym
nasium ccn kleine bijdrage te leveren.
Tijdens mijn verblijf te Amersfoort, dat
bijna een halve eeuw beloopt, ben ik altijd
min of meer met het Gymnasium betrokken
geweest en heb ik de lotgevallen dezer illus
tere school met groote belangstelling gevólgd.
Ik was haar leerling van 187*21877 en heb
later de eer gehad een plaatsje te mogen in
nemen in het college van curatoren.
Mijn leertijd aan die oude Latijnschc
school leeft in aangename herinnering bij
mij voort. Gij dwaalt, welwillende lezer, wan
neer gij hierbij, denkt aan moderne college
zalen met daarbij passende ruime gangen en
gemakkelijke trappen. Vijftig jaar geleden
was het hooger onderwijs nog echt classielc,
d.w.z. dc luister zat van binnen. „Omnis
gloria ejus ab intus".
Mijn commilitoncs uit dien. tijd herinneren
zich zeker nog levendig het oude gebouw in
de Heercnslraat, dat, horribüe dictu.'in 1895
gesloopt is. Door de«hoogé/poort, waarboven
het wapenbord met de grimmige lcetrwen
prijkte, betrad rnen het met. onvervalschtc
AmersfoortscFfc keien geplaveide voorhof,
met links het. instrument, dat ons het panta
réi ad oculos.hiocst demonstreert'» en rechts
twee sacraria voor minder klassiek gebruik.
Het gebouw, dat daar recht voor u oprijst,
lijkt wel een bolwerk. Gij raadt natuurliijk
onmiddellijk dc p'aé'cTagogVschc" strekking:
hier moet gestreden worden voor de godin
der wijsheid. Ons werd het al spoedig cl^iclo
J ijk gemaakt door het voorleggen van d6
Grickschc zinsnede: „de gpden hebben het
zweet voor dc deligd gesteld". Als in ccn slot
toren klom incn op tot dc verschillende ver
trekken. Die wenteltrap, culmincereiicl in
den Olympus, was misschien wel het fraaiste
van Minerva's heiligdom. Ongetwijfeld werd
hij als zoodanig aangezien en behandeld
door dc brave vrouw van den concierge Sit
ters. Wat zag dat meubel (ik bedoel den
trap), bij het begin der week er keurig uit,
blank geschuurd cn met fijn wit zand be
strooid! Op dien trap is heel wat afgespeeld,
waarvan 111 dc kronieken der school niets te
vinden is, maar waarvan de herinnering bij
de ouderen nog voortleeft. Laat mij één fac
tum vermelden.
Het is eens voorgekomen, dat bij ccn
tijdelijke afwezigheid van den rector de
liefde van dc „spes patriae" voor de
ars musica in zoo'n reuzenlyriek zich uitto,
dat dc „patres conscripti" van de naburige
rechtbank plechtig een bode afvaardigden om
dc enthousiaste jeugd er aan te herinneren,
menschelijklicid is, om aan hen, die niet
meer werken kunncn,w\ocdscl te geven, cn
dat men bezielde wezens niet moet behan
delen als schoenen en vaatwerk, die men
wegwerpt als zij gebroken of versleten zijn,
eindigt hij.
Met dezen brief had hij (n.l. J. Verkam
men, Pracccptor Quintac Classis) weinig suc
ces. Den leerlingen werdén geen rijpe drui
ven gegund, want men stelde een jongeren
leeraar^ in. zijn plaats en hem gunde rrïcn
geen dulce merum, daar hij een pensioen
kreeg van 150, waarvoor hij vermoedelijk
niet veel dulcc merum zou drinken, hoogs
tens kon genieten van zijn otium cum digni-
tatc. Dc verbeteringen, die door al clic be-
mociingen^ dc school werden aangebracht,
kostten veel werk en veel tijd. Krachtige hulp
wercl den Hoeren geboden door dc benoe
ming van Petrus Schut, broeder van den
rector, die wel het mcesto werk verrichtte
van alle leden van deze .comrpissie van rc-
glementhcrziening en verder bleef Didericus
Schut nog tot 1G69 hier als rector en bracht
zijn laatste levensjaren pog hier als docter
door. Aan de Latijnsche School werd hij als
rector opgevolgd door Dr. Assnerus Schut,
neef of oomzegger van zijn voorganger. Deze
was al voor deze benoeming tot rector aan
de school verbonden' als' pracccptor. De oom
kreeg een pensioen van 6*25 doch daar de
nieuwe rector en nog een paar anderen ver
hoogd werdén in rang en het te duur zou
zijn om zc allen hooger.tractement te geven,
deed men dit niet. maar beloofde de overige
tractemcnten na den dood van den gtfpcn-
sionnccrdc te vcrhoogen. N'u bleef de benoem-,
de rector dus het bestuur voeren. Maar over
eenigc jaren zou hij er een nieuwe betrek
king bij voeren en wel van Raad der stad,
eene betrekking, die dc vorige rectoren niet
gchacl hadden cn die dus zijn waardigheid
Dr. D. BURGER
Rector van 1873 1885.
dat de „temperantia" ook tot de schoonc
deugden behoort. Op de eerste verdieping
van het gebouw bevond zich links het lokaal
van den conrector en rechts dat van den
lector, waarboven dc leerzaal van den rector
was. Met het noemen van deze titularissen is
meteen het getal der leeraren vermeld. De
„memorabilia" van laatgenoemd lokaal tij
dens het rectoraat van Dr. Burger zijn admi-
randa non imitanda. Maar ik mag niet te'
veel plaats innemen. Slechts nog dc volgende
herinnering.
Uit den aard der zaak behoorde de Amcrs-
foortsche Latijnschc school 50 jaar geleden
tot de kleine Gymnasia; maar zij had een
goeden naar, dank zij de mannen, die daar
doceerden en onder dezen neemt Dr. D. Bur
ger een eereplaats in. Wat was die man rijk
begaafd met kennis, maar slecht bedeeld met
paedagogisch inzicht. Zijn geleerdheid, die
hem ccn professoraat waardig maakte, ging
helaas voor velen verloren, omdat hij den
jongen jnensch van 15 tot IS jaar in zijn
dorst naar kennis overschatte. Wie hem ech
ter bij zijn fijne beschouwingen over Latijn
schc of Gricksche grammatica kon volgen,
die heeft van Dr. Burger heel wat kunnen
meenemen voor zijn verdere studie. Zoo is
ondergeteckcndc, die in de twee hoogste plas
sen als eenig leerling privaatles genoot, met
den grootst?» eerbied ervuld voor dien ge
leerden cn daarbij zoo gemoedelijkcn man.
liet was misschien een gebrek in die dagen,
dat er te weinig van klassieken gelezen werd.
Veel tijd werd besteed aan otymologic en
syntaxis. Dat was dc oisch van Cobet, die
toen oppermachtig gebood. Het bracht intus-
schen dit voordeel mee, dat men de construc
tie van den zin eerder begrijpt en zoo goed
gewapend en wel toegerust zich tot verdere
lezing kan zetfeh. Ik geef toe, dat het veel
vuldig raadplegen van oen woordenboek den
leeslust kan temperen. Maar dat zal toch wel
niet kuil non afschrikken iemand, die een
Gymnasium bezocht heeft en dus op intel
lectueel gebied zich heeft loeren oefenen, ja,
harden.
Moge de Amcrsfoortschc School, die haar
bestaan niet met lustra maar mot secula telt,
nog vele jonge menschcn met liefde vervul
len voor het goede en schoonc cn alzoo voor
bereiden tot de klassieke studiën, waarvan
dc beoefening slaat en kerk'"ten goede kome.
Een herinnering aan Bilders
door Prof. Dr. P. GROENEBOOM.
Als rector heb ik -kennis gemaakt met ver
schillende concierges en «lat niet tot mijn
genoegen: lui waren zc allemaal; één was
bovendien diefachtig, cn een ander bedronk
zich 's morgens vroeg om zeven uur, terwijl
hij weinige uren later onder den invloed van
den alcohol dc leerlingen van de zesde klasse
tot een vuistgcyepht placht uit tc dagen,
waarbij hij met schorre stem ccn loflied op
zijn rector zong. Geen wonder dus, dat, zoo
vaak mijn herinnering teruggaat naar mijn
gymnasiumtijd, het beeld voor mij oprijst
van den voortreffelijke» Bilders, die in mijn
jeugd concierge was van het Ann r.Toorlicho
gymnasium,"cn die bij 'verschillende gelegen
heden blijk gaf van zulk ccn kennis van de
jongensziel, dat de vermaarde paedagoog
Gasimier daaraan een puntje zou kunnen
zuigen. Vergun mij één herinnering aan den
braven man op te halen.
Het was een .Tanuari-aclUormiddag in den
winter van 1890; wij zaten in dc vierde klasse,
twaalf jongens, want in dien gezegenden tijd
verhoogde en zijn invloed vermeerderde. Bij
zonderheden omtrent zijn bestuur zijn niet
tc melden. Hij bleef hier in functie tot 1700.
Niet dadelijk daarna benoemde men een vol
genden rector. Deze werd eerst benoemd in
1707. Men stelde dit uit, niet omdat men de
school geen volledig onderwijzend personeel
waardig keurde, maar gedeeltelijk waar
schijnlijk ofdat het door allerlei oorlogen en
moeilijkheden zeer duur was, voor stads- en
landsbestuur. Tot 1735 leefde Francisèus
Lentfrinck. Toen werd hij opgevolgd door
Martinus dc Coninck. Van deze is al even
min iels te vertellen als van zijn opvolger
Ludovicus Jungius, die .een vrij goede broi
van inkomsten had in zijn juridische prak
tijk, zoodat toen de regeerders de bepaling
invoerden, dat het niet langer geoorloofd was
de juridische praktijk te combineeren met
cenc betrekking van rector of conrector aan
een Gymnasium, hij zijn rectoraat neerlegde,
wetende dat de rechtspraktijk hem meer op
zou brengen. Na 15 jaar dus zijne betrekking
te hebben waargenomen legde Jungius zijn
rectoraat neer. Zijn opvolger was Wilhelmus
van Helmond. Deze ontving gedurende zijn
verblijf alhier een beroep naar het Gymna
sium van Haarlem maar bedankte voor dat
beroep en uit erkentelijkheid daarvoor wer
den hem van stadswege twee sil veren secoups
(waarschijnlijk bedoeld: soucoupes) met
stadswapen aangeboden.
Op hom volgde Richacns van Ommeren,
die nog al ccnigen naam had als nco-La-
tijnsch dichter. Hier was hij echter slechts
zeer kort, niet langer dan vier jaar, werk
zaam om opgevolgd tc worden dopr Prof.
Adamus Nodell te Kampen, die daar werk
zaam was. Professor Eloqucntiac et Histo
rian»» cn ook hier dezen titel kreeg. Of ech
ter ook hier aan dezen titel werkzaamheden
verbonden waren, heb ik niet vermeld gc-
oecupeerüen de meisjes althans in Amers
foort zich alleen practisch cn nog niet
linguïstisch met het vermaarde, „amo, amas,
amat". Ik liad juist op dringend verzoek van
ons leeraartje een poging gewaagd om eenigo
Homerische verzen te scandeercn. Veel suc
ces had ik daarmee niet, daar het lezen mij
cenigszins bemoeilijkt werd door mijn groot-
neuzigen achterbuurman Azueer Jacobus, die
me onophoudelijk in den nek kietelde, en
door mijn bankgenoot Kees W. (thans een
eerwaardig man cn hoogedelgestreng curator
van het Amersfoortsch gymnasium), die zijn
oolijken jongenssnuit op afzichtelijke wijze
verdraaide. -Voeg daarbij, dat mijn voorman
Jean Philippe Theodore bij beweerde een
Fransch markies Ie zijn en geparenteerd aan
een zich noemenden en schrijvende» Bour
bon, welke laatste zijn monarchistische ge
zindheid openbaarde door een besliste voor
keur voor Oranjebitter op weing aristo
cratische -wijze tijdens mijn voordracht ach-
tcruitschopte, en aan den anderen kant mijn
vriend Simon Johannes hardnekkig probeer
de mijn bock dicht te gooien. Het judicium
over gezegde voordracht luidde dan ook,
dat het „meer dan peroerd" was, welk von
nis door den delinquent met gelatenheid
werd aanvaard.
De les ging ondertusschcn haar verve
lenden gang; de leeraar beweerde iets over
liet nut van „de Goudmijn" zoo noemde
hij bcscheidclijk 'een grammatica, die hij
zelf vertaald had cn Achilleus wandelde
juist zwijgend langs liet strand der luid-klot-
sende zee; toe» plotseling dc stilte Verbroken
werd door een piepend, knarsend geluid, dat
van alle kanten en van nergens kwam.
Vreugdevolle belangstelling bij de leerlin
gen, zenuwachtig getrappel cn getuur bij den
leeraar, die spiedend in het rond zag, maar
geen dader kon ontdekken!
Voor ons was het raadsel spoedig opgelost,
want alras ging fluisterend van bank tot
bank de blijde mare, dat Bart v.d. St.. de
jongeman met het perkamentengezicht,
die op onnavolgbare wijze „de Schoolmees
ter" kon voordragen, een nieuw talent had
ontdekt: hij kon piepen zonder de lippen tc
bewegen!
De leeraar werd al rooder cn al onrustiger,-
totdat één van ons met een gezicht, waarvan
men dc onschuld kon afroomen, het idéé op
perde, dat het ongetwijfeld dc wind was, die
piepte in dc ouderwetsche kachel. Onverwijld
werd een ernstig onderzoek ingesteld: er
werd geschoven aan alles, waaraan gescho
ven kon worden; er werd gedraaid, gepookt,
geduwd maar het piepen hield aan.
Den volgenden dag in de Griekschc les het
zelfde spelletje; ook den daarop volgenden
was het geluid eer toe- dan afgenomen.
Maar op Maandagmorgen om negen uur ai
ging de (leur van het locaal plotseling open
cn binnen trad een drietal mannen: onze res
pectabele rector voor m ij na al die jaren
nog „De Rector" gevolgd door een zwar
ten smid en den onvolprezen Bilders. Op
nieuw werd dc kachel, ditmaal door een des
kundige, aan ccn ernstig onderzoek onder
worpen, beklopt aan dezen, bevoeld aan
genen kant; er kwam een hamer aan tc pas
cn een knijptang en een zaag en een hoor en
ik w eet al niet wat, maar ten slotte schudde
dc smid mismoedig liet hoofd cn verklaarde
het euvel niet te kunnen ontdokkc:1.
Op dit,merkwaardig oogenblik was het, dat
de brave claviger zich in zijn volle geniali
teit aan ons openbaarde; want, terwijl hij
zich oprichtte cn een militaire houding aan
nam het eene oog eerbiedig gericht op
den rector, het andere dartel spelen over on
ze in aandacht gespannen gezichten sprak
Bilders, puik vair alle Nèdorlandscho con
cierges, oud-dragondér van wijlen Z. M. Wil
lem III, de lapidaire woorden:
„Ik geloof, m'nlicer dc rector, dat dat pie
pen zit in dc asenipics van dc jongchéééc-
ren!"
Johan Hendrik Moll
(looi- Pro(. Dr. P. IlARTING, '.304—1910.
En dat de Rector groot is.
dc Gcncstct.
Aan de grootheid" van hun rector heeft
geen cn Moll's leerlingen ooit getwijfeld.
maar het was een grootheid van een andere
aard dan de deftigheid cn. bet gezagsbewust-
zijn waar de Geneslet blijkbaar op doolt.
Moll was niet deftig, maar als ccn \aderlikc
vriénd; hij regeerde niet, maar leidde.
Keer op koer is mij gebleken dat dc herin
nering aan Moll de grote band vormt tussen
de oud-leerlingen van het Amcrsfoorts Gym
nasium van het eind van de vorige cn het
vonden. Ilij was in elk geval geen vreemde-1
ling op geleerd terrein en gaf o.a. uit Flavii
Aviani labulac, welk werk hij aanbood aan
de Regeerders van Amersfoort. Op de Ko
ninklijke Bibliotheek is een exemplaar van
dit werk aanwezig. Zijn opvolger, hier be
noemd in 1791 was Hendrik Ha na, die, toen
hij zijne benoeming als reetor van Amers
foort ontving nog slechts student was, doch
bleek reeds met vaste hand te kunnen regee-
ren. In 1798 vertrok hij echter reeds weer,
omdat een beroep naar Amsterdam hem tc
verleidelijk was om af te slaan. Met zijn op
volger stappen wij dc 19e eeuw binnen, maar
die intrede was voor Amersfoort, al even
min als voor hare Nedcrl. zustersteden, een
j'oycuse entréc. De Stcdel. rcgecrir.g had nau
welijks meer macht genoeg over hare eigen
dommen om den rector een onderkomen to
kunnen aanwijzen voor hare school. Rector
cn conrector gaven hun lessen aan huis, daar
dc Latijnsche school al sedert geruimen tijd
ontruimd had moeten worden, omdat er toch
natuurlijk een onderkomen moest wezen
voor onze dierbare vrienden, de Fransche
soldaten, die ons zulk een onwaardeerbare
en onbaatzuchtige(l) hulp hadden gebo
den en nog zouden bieden in den strijd tegen
dc dwingelandij der Oranjes(!). Er was dus
geen gebouw beschikbaar voor de lessen van
rector en conrector. Deze werden dus aan
huis gegeven, gelijk blijkt uit een paar brief
jes, te vinden in de Sted. rekeningen, van
turf, geleverd voor rekening van dc Stad bij
dcu rector en conrector. Ook in het gesticht
dc Poth is tijdelijk een lokaal afgestaan aan
het Gymnasium, gelijk ons verteld wordt
door Pietcr Pijpers, den Amersfoortschen
dichter en patriot uit dien tijd. Hun die van
rijmelarij houden, kan ik zeer de lezing rc-
commandeeren van zijn Eemlands Tempo,
maar het is reeds sinds lang niet meer in den
Dr. J. H. MOLL
Rector van 1886 1914
begin van deze eeuw. De schoolkennis is
vervaagd of verdwenen, maar Moll leeft Dc
dankbaarheid waarmee hij herdacht wordt,
is geen dankbaarheid voor verworven weten
schap, maar voor het geluk, de invloed on
dergaan te hebben van een man van karak
ter, van diepe rechtschapenheid, en vooral:*
van grote liefde voor zijn vak en zijn leer
lingen. De belangstelling voor zijn leerlingen
bleef Moll houden ook nadat zc de school
verlaten hadden; hij volgde hun loopbaan
zoveel hij kon, en wist hun hij een toevallige
ontmoeting na jaren verbaasd tc doen staan
over zijn nauwkeurige kennis van hun lot
gevallen.
In dc klas was hij in zijn element. Hij
hield van het lesgeven, genoot er van om
Homerus en Herodotus cn zijn lievelings
schrijver Plutarchus voor ons te doen leven,
dikwels met verwijzing naar de moderne
tijd: „Dat is nu net als bij ons." Wat hij gaf
was de oude, gezonde, degelike klassieke
vorming, ontwikkeld cn beproefd door gene
raties van klassieke schoolmannen. Dat on
derwijs was in wezen aristokratics, en ook
voor Moll was het Horatiaanse Odi profa
num vulgus geen lege klank.
Zijn leerlingen hadden een onbeperkt ver
trouwen, in hem. Ze konden op hem aan. In
de school was hij altijd dezelfde, van hu
meurlgheid liet hij nooit iets blijken. Een
rustige, bezonken natuur, met zichzelf in 't
reine, met een wefeldsbeschouwing. die niet
zonder een cyniesc tint was. Soms kwam er
een les van levenswijsheid, die voor ons acht
tienjarig begrip, wel wat weinig idealistics
klonk, maar waarvan we dc diepere,grond,
do samenhang met Moll's aard en onder
vinding. toch eerst later konden doorvoelen.
Of wij zagen er een grapje in, want Moll had
ccn gezonde Hollandse zin voor humor, die
hem, dikwels tot onze schrik, onmiddellik
de komieke kant deed zien van een foutieve
\crtaling. Hot manuaal waarmee hij de lorg
net afnam om des te hartcliker te kunnen
schudden van dc lach om een dwaasheid,
zal menig zondaar lang bijblijven.
Naast zijn school had hij zijn wandelin
gen. „He had the characteristic passion of the
good and wise for walking." Uren achterccn>
kon hij voortstappen, genietend van het bui
ten zijn; gezelschap had hij daarbij niet nodig.
Ver buiten Amersfoort, kon men dc kordate
figuur tegenkomen, met dc mooie grijze kop
rechtop, altijd met het blauw-witte veertje
van een Vlaai.. c Gaai in dc hoed gestoken.
handel. Tot nog toe hebben wij van nog
geen andere personen gehoord, dan van rec
toren. En nu zijn rectoren zeker onbereken
baar groote, gewichtige menschen, maar zon
der bijstand van anderen doen zij nog niet
veel. Wij hebben bijv. nog conrectoren, prae-
ccptorcn, een pedel, die eigenlijk op een Gym
nasium dc veel waardiger naam verdient van
claviger, dat zoowel beteekent slcuteldrager
nis knodsdrager. Voor een vreedzamen pedel
is slcuteldrager passender. Knodsdrager is
beter geschikt voor een Hercules. Op het
Gymnasium waar mijn eerste wankele schre
den geleid werden op het glibberige pad dei
Latijnsche en Gricksche syntaxis was zulk
een claviger een zeer deftig man, gekleed in
een deftigen gekleeden jas, buitenshuis met
een hoogen hoed (wat stond die gekleede,
die zwarte geklecde, die lange, gekleede jas
hem goed!) en versierd met ccn witte strop
das. Dc sleutels, die hij als slcuteldragei
droeg, waren de sleutels van de kasten in
zijn vertrek en van het turf- cn kolenhok cn
dan, schrikt niet, dames! van het stinkhok
Van nature was hij een gemoedelijk, vreed
zaam man van meer dan middelbaren leef
tijd, die ons altijd gastvrij, maar zeer voor
zichtig (n.l. uit vrees voor den rector) in zijn
vertrekje ontving, als cr geen kwaad door
ons bedreven was, maar die soms ook, doch
slechts geroepen, binnenkwam om een onzer
weg te halen, die wel wist waarom, want de
stem van ons geweten had al gesproken:
„Pietje, zoo ge niet wilt deugen
Dan verschijnt dc zwarte man."
En dan gingen wij, soms na nog eenig te-
gengespartcl naar het stinkhok. Dat stink
hok* was ccn ongcmeubeld vertrek, waar
niets te zien was, waar wc mochten naden
ken over onze zonden. liet stinken was ech-
Dc Amcrsfoortse Gymnasiasten hebben
heel veel aan Moll te danken. In rechtscha
penheid, en toewijding aan dc taak die hem
gesteld was, is hij een voorbeeld voor allen
geweest. Van hem kan gezegd worden dat
tiij leefde volgens de regel van Vergilius:
Disce, pucr, virtutem ex me, vcrumque
laborem.
Herinneringen 1898-1905
door Mr. C. P. VAN ROSSEM.
Er wordt me gevraagd naar eenigc herin
neringen van m'n gymnasium-tijd te Amers
foort. Ik ben nooit erg sterk in data geweest
was het in 1901 of 1905 dat ik het gymna
sium, na eindexamen verlaten heb? Wat
maakt het tenslotte uit; het was in het einde
van de vorige eeuw. O, wat worden we oud
en het begin van de volgende eeuw, dat
m'n gymnasiale schooltijd zich te Amersfoort
afspeelde. Toen ter tijde was Amersfoort een
der meest fashionable verbanningsoorden
voor lastige jongens. Er werd me op zekeren
dag door m'n ouders medegedeeld, dat er
thuis geen huis met mc te houden was en
dat ik naar Amersfo >rt zou worden gestuurd.
Ik zou cr naar het gymnasium gaan en bij
den rector Dr. Moll worden ingekwartierd.
En dat is later gebleken een van de groote
levensvoordeelen geweest te zijn, die trou
wens ook altijd uit al m'n ondeugden zijn
voortgesproten. Ik verhuisde uit een vieze
groote stad naar een luilekkerland van veel
gezonde frissche lucht, hei en bosch. Men-
schelijke ondeugden openen soms prachtige
perspectieven laten wc ze daarom in eerc
houden.
In dc jaren 18981904 zat Amersfoort vol
verbannen jongelieden, van heinde en ver
toegestroomd, veilig opgeborgen bij strenge
leeraren of in andere gastvrije huizen. Was
het de gezonde lucht of de. gunstige atmos
feer wie zal het zeggen de onhandelbare
jongelieden ontwikkelden zich in Amersfoort
langs een. normale gunstige lijn en de anna
len van die jaren weten weinig ongunstige
evenementen aan te wijzen. Welk een on
schuldige genoegens waren in dien tijd ons
deel vergeleken bij de amusementen van de
tegenwoordige gymnasium-jongens uit groo
te steden. We hadden wedstrijden in het eten
van taartjes bij Wcssels en de Jager de
recorcl-houder hield het met een aantal van
zestien tom-poucen we speelden veel voet
bal, we tennisten veel cn we hadden ieder
iaar onze nieuwe kalverliefde, die ons tech
nisch ontwikkelde op het nuttige gebied van
Amor en Venus. En alles was gezond, kinder
lijk en absoluut onbedorven. Voor de één was
er de H. B. S.t voor de agder dc kostschool
van Dalhuizen, voor mij was er het gym
nasium.
En weer vergelijk ik met de toestanden
van nu cn elders en ik zeg: welk een ideaal
gymnasium! Niets dan prettige en gezellige
herinneringen! Hocvclc menschen kunnen
ditzelfde herhalen als zc aan hun gymna-
sim-tijd terug denken? Daar was dan aller
eerst een school, die ioderen dag prompt om
drie uur sloot. Bestaan er tegenwoordig nog
gymnasia, die om drie uur sluiten? Ik betwij
fel heten Om drie uur waren we jirij cn we
fietsten naar onze voetbalvelden ot onze ten
nisvelden of we gingen wandelcn-:met onze
allerlaatste kalverliefde en we kwatnen thuis*
met ccn gezond lichaam cn een blijmoedige
geest. Nooit was het huiswerk overdadig, en
werkten het af, spelenderwijs, zelfs als wo
ter zoo erg niet, alleen rook liet er een beetje
muf. Als dc boosdoener echter minder bru
taal was opgetreden, dan liep dc zaak rusti
ger af. Dan werd de delinquent bij een ande
ren leeraar ingedeeld, clic hem strafwerk op
gaf, maar zulk een kalme zaak had veel min
der onze belangstelling. Maar in zulk een
meer kritiek geval was de pedel een man
van gewicht, dan was hij bovendien nog de
leverancier van schrijfboeken en papier, hij
kwam 's winters elk uur eenmaal elke klas
binnen om de kachels aan te houden, want
dc. macht van een leeraar ging niet zoo ver,
dat hij aan den kachel mocht komen; hij
was het factotum van rector en leeraren en
bij allen zeer populair. Ook aan de Amers-
foortsche school is,gercgold aanteekening ge
houden van de benoeming van een nieuwen
claviger.
In zaken, waarbij dc orde in 't nauw kwam,
moeide men aan onze school de pedel niet.
Ik vertelde reeds, dat Hendrik Ilana op het
einde der 19de eeuw naar Amsterdam ver
trok eu wél in 1798. Hier werd zijne plaats
als rector ingenomen door Jan Anthony van
Engelen, een Amersfoorter. Onder zijn rec
toraat en toen er in zoovele zaken het staats-
bestuur aangaande, meer orde en regelmaat
kwam werd ook meer regel gebracht in de
bevoegdheden tot het geven van onderwijs.
Toen bleek ook, dat de rector zoowel als de
conrector geen officieele bevoegdheid had om
onderwijs te geven. Deze konden zij echter
krijgen, als zij er om vroegen. Geweigerd
werd zij niet als zij er op wettige wijze om
vroegen. In 1826 kregen zij eene aanschrijving
om die aanvraag te doen. Zij deden het en ont
vingen die bevoegdheid. Nog slechts eenige
jaren en de rector werd hoewel eervol, ont
slagen (1S29) om do gebrekkige wijze, waar
op hij de orde handhaafde.
Na den laatst genoemden rector, den