laargang No. 198 AMERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMf ANDER" DERDE BLAD. ONDEROFFICIERS-VEREENIGING „ONS BELANG" 25e Zaterdag 19 Februar 1927 HET NED.-BELGISCHE VERDRAG. De voorgeschiedenis van het verdrag. Ihons is verschenen de Memorie van Ant woord op het Voorloopig Verslag van de Eer ste Kamer inzake het Ncderlandsch-Belgisch Tractaat. Na een beschouwing over den historlschcn grondslag van het verdrag, komt de ministei tot de opmerkingen over zijn beleid in 1910 gemaakt. Blijkens het voorloopig verslag aldus de memorie van antwoord hangt thans opge komen twijfel samen met een gerucht over een interventie ten onzen behoeve, welke reeds voor het bijeenkomen der ministersconferentie geleid tot het resultaat, dat één of meer der groote mogendheden met de territoriale eischen van België niet instemden. Nopens de vermoedelijke houding van an dere mogendheden tegenover evcntueele ter ritoriale eischen van België, werden in de eer ste maanden van 1919 verschillende berichten ontvangen, welke evenwel uitécnloopend en tegenstrijdig waren. Van een interventie ten onzen behoeve bleek niet. Breedvoerig releveert dan de M. v. A., war In 1919 op de minister-conferentie is besloten, hetgeen in de bekende resoluties is belichaamd Wat nu de concessies betreft, die „uit vrees voor erger" ter ministersconferentie zouden zijn gedaan, moge de verklaring in herinne ring worden gebracht, welke vóór de ministers conferentie in de Tweede Kamer is afgelegd. Het rcgceringsbcleid niet door angst ingegeven. De opvatting, als zou het regeeringsbeleid door angst zijn ingegeven geweest en vreemd zijn aan het Nederlandsche belang, is niet vol te houden. De regccring heeft een positief beleid ge voerd, daar waar een negatief beleid geen be leid zou zijn geweest, en iederen stap zo-?. Evuldig overwogen en bekend gemaakt. En zij heeft daarbij in volle zelfstandigheid gehan deld, terwijl aan haar houding het dingen naor gunst, van welke mogendheid ook, vreemd is geweest Geen politiek van aansluiting bi] een der groote mogendheden, doch zelfstandiglieidspolitiek. Hoe door eenigc leden in de gevolgde poli tiek een aansluiting wordt gezien aan een dei groote mogendheden, is den minister een raad sel, wanneer men denkt aan den strijd, die te gen militaire verbintenissen en aansprakelijk heden werd gevoerd. Indien iets door de ge- geschiedenis van de herziening wordt gelogen straft, dan is het wel deze opvatting. Juist in die dagen is de minister er toe gekomen de zelfstnndigheidspolitiek te formulcercn. Het in het Belgische probleem gevolgde beleid had niet ten doel Nederland op het Zuiden te oriënteeren, maar aan België, als gevolg van het vervallen der neutraliteit, den weg nnnr het Noorden te effenen, waarop het door ziin geografische ligging en de tendenz der in 1859 getroffen voorzieningen aangewezen is. Wat verder het argument betreft, dat het verdrag wegens zijn onereuzen inhoud niet is te begrijpen, wordt de vraag gesteld, of ei grond is voor die bewering cn of daarbij niet schromelijk wordt overdreven. Het land is steeds op de hoogte gehouden Met nadruk wijst de minister de bewering al, dat de Staten-Generaal en het land door de regeering van de onderhandelingen niet op de hooogte zouden zijn gehouden. Deze grief is onjuist en onbillijk Er is geen internationale kwestie, waarover naar buiten meer mededcc- lingen zijn gedaan dan over deze. Dc Wielingen. De minister kan niet gegeven, dat het ont breken van een regeling omtrent de Wielingen een bedenkelijke leemte is in het tractaat. Onjuist is ook, dot de kwestie door het ver drag en met name door de loodstegeling wordt geprnejudicieerd Om aan de bedenkelijke ge volgen van het tegenwoordige concuvrentie- systeem een einde te maken, is een regeling gemaakt, waarbij de noordelijke Scheldetoe- gang vooi rekening van het Nederlandsche en de zuidelijke voor rekening van het Belgische loodswezen wordt genomen. Dit geldt echte: alleen voor de opvaart naai Antwerpen. Indien de Wielingen, voor zoover zij niet langs den Nederlandschen wol loopen, inte graal aan België werden gecedeerd, zou, in dien ooit de noordelijke toegang onbruikbaai mocht worden, de Schelde alleen over Belgisch gebied toegankelijk zijn. De Ned°rlondsche Schelde zou dientengevolge feitelijk een en clave worden in Belgisch gebied. Met het oog op de Nederlandsche souvereiniteit mag deze mogelijkheid niet worden bevorderd en zal slechts een oplossing kunnen worden aanvaard, waarbij dit gevolg wordt vermeden. Om deze reden alleen reeds schijnt een voorstel om de Wielingen zonder meer of te staan in ruil vooi het vervallen van het Antwerpen—Moerdijk- kanaal onaannemelijk De minister staat aan de zijde van de leden, die tegen dit voorstel bedenking hebben Maar bovendien, afgeschei den hiervan en van andere consideraties, schij nen door zulk een aanbod de eer en het pres tige van ons land. dat indertijd niet voor de Belgische pretenties heeft willen bukken, niet te worden gediend. Het Scheldcreglem. Gelet op de uitvoerige beschouwingen van algemeenen aard, die de minister schriftelijk en mondeling non de nieuwe regeling hoeft gewijd, meent hij zich thans tc mogen bepalen tot een kot te behandeling van dc punten, die in het Voorloopig Verslag zijn te berde gc- brneht De M v. A. zegt o.m. dot de ScheHerefre- ling in de moderne rechtsopvatting wortelt, omtrent het internationale rivierenrecht cn dat de regeling niet minder dan voor Nederland, voor België van belang is. 25-JARIG JUBILEUM VAN HET HOOFDBESTUURSLID W. WIJK. EEN PRAESIDIUM VAN 20 JAREN. Maandag, 21 Februari o.s. zal onze stad genoot, dc heer W. W ij k, den dog herdenken waarop hij vóór 25 jaar geleden in liet Hoofd bestuur werd gekozen van de bekende Onder- officiersvcrccr.igir.g „Ons Belang", wcarvon do zetel is gevestigd in het Vercenjgingsge- bouw ,dcr genoemde organisatie, Unechtsche- weg 13, alhier. Sedert ruim 20 jaren is hij thans VooizittT en onder ziin eminente leiding is de oiganisn- tie gegroeid, tot een der best georganiseerde vckvereenigingen in den lande. Naast de vakvereniging zijn, op zijn initia tief, verschillende instellingen opgericht, ter behartiging van de moreele cn materieclo We llingen der leden. Drukkerij, Snnntoriumfonds, Levensverzekering, Ondersteuir.gskas, Snaar- en Voorschotbank, Woningstichting Ecrcra- dcn. Ontwikkelingsarbeid, Plontsingbureel enz Om met een onkel voorbeeld te wijzen op het nut dezer instellingen ruim 500 pntien- ten, mannen, vrouwen cn kinderen, genoten geheele of gedeeltelijke verpleging in gevallen van t.b.s of andere ernsfige ziekten, vad ds golden in het Sanotoriumfonds bijeengebracht. Middels de vakorganisatie, is het korps on derofficieren ontkomen aan den geest e'ijken en stoffelijken diuk, waarin het 25 jaar geleden verkeerde. Naast het behartigen der materieele belan gen, werd als eisch gesteld het nankweeken van mi'itaire en maatschappukc deugden. Hierdoor is het kcros onderofficieren zoo danig omhoog gestuwd, dat het ren vergelij king met dat van andere legers, glansrijk kan doorstaan Het ideaal isgeen drilmeesters meer, maar opVoeders en onderwijzers van de Neder'andsche jongelingen, die in het leger worden geroepen tot het vervullen van, hun grondwettclijken plicht Leger- en landsbelang gingen a'dus tezamen met dc belangen van h^t individucel lid En het is zeker niet het minste verdienste van den le:der, dat hii het scheepje met vaste hond in die richting heeft gestuurd en gehouden tot op den huidigen deg. Het spreekt wel vanzelf, dat dc onderoffi cieren van het Nederlandsche leper cn hunne gezinnen cn ook velen daarbuiten, dien her denkingsdag van hun zoo werkzamen. stocren en populairen leider, niet onopgemerkt zullen loten voorbijgaan. Naor wij vernemen zal op dien dag ccn ju bileumnummer van het Algemeen Mi'itoir Weekblad verschijnen, waarin o.m. de gepen- sionneerd Luitenant-Generaal, Oud-Minister van Oorlog. Staaldraad W. Cool, generaal Fu~ bins. Dr. P H. Ritter Jr., leiders van Vak bonden, hoofdbestuursleden en leden, van hun., ne gevoelens voor den jubilaris doen blijken. Voorts zal op dien dag o.m. ccn bloemenhulde worden gebracht, terwijl op de Algcmeenc Vergadering 2 cn 3 Juni o s een grootschc huldiging zal plaats hebben. Als iemand een huldiging verdient, dan is het wel deze man, die zich 25 jaren met volle toewijding en opoffering heeft gegeven aan de sociale, cujtureele, intcllcctueele en economi sche verheffing van een groote groep mon- schen, die vijf cn twintig jaren geleden gebukt ging ender vernederende cn liocgst zorgelijke levensomstandigheden. Van die verheffing was W. Wijk de ziel. dc bindende en stuwende kracht. Gesteund door uitstekende medewerkers, heeft hij een bewon derenswaardig werk gewrocht, in het belang van duizenden menschcn, in het belang mede van leger cn land. Dat 3e verbeterde positie der vele onder officieren en hunne gezinnen, alhier in garni zoen, ook pan de gemeente Amersfoort cn haar burgerij ten goede kwam, evenals het te werk stellen van personeel aan dc instel lingen alhier, de woningbouw etc.. moge wel eens gememoreerd worden voor hen. die in waardccring te kort schieten voor dc beteeke- nis van „Ons Belang" óók voor onze stad. Tcns'otte laten wii hier, door de Redactie van liet Algemeen Militair Weekblad daartoe in stoet gestald, een gedeelte volgen van een doot; Zijne Excellentie W. Cool geschreven artikel in het a.s. Maandag verschijnend jubi- leumblad „Ofschoon in het a'gcmccn geen voor stander van de tegenwoordige „manie' van jubileeren, wil ik gaarne voor dit ge val ccn uitzondering maken omdat hier voor het korps Onderofficieren von „Ons Belang" een werkelijk groote rëden tot ju bileeren bestaat omdat hel hier een man betreftdie op„ kwam voor het korps tot dit in druk en nocd stoffelijk cn geestelijk ver keerde die met volkomen toewijding zich aan de vrijwillig aanvaarde taak gaf, pal stoon- de tegenover bedreiging en vervolging die gedurende een kwart eeuw sedert T9C6 als voorzitter deh strijd krachtig en volhardend voerde en. wien het tenslotte gelukte, daarbij trouw gesteund door zijne medewerkers, het korps Onderofficieren van „Ons Be lang" tot een krachtig lichaam te maken en het materieel, moreel cn intellectueel op te heffen tot een hoogte, die de ver gelijking met andere legers in elle op zichten kon doorstaan. WM kunt gij hij dit jubileum met groote voldoening op dezen arbeid terugzien I Houdt goeden moed I Moge Uwe Vercenig:ng „Ons Belang", den geochten jubilaris nog lang ols Uw Voorzitter, Uw Leider, aan het hoofd der vereeniging vinden, even pal staande als te voren, met dezelfde toewijding, dezelf de energie, wakende voor Uwe be'ongen die ook de belangen van onze Weermacht zijn. Den Haag. W. COOL, Stoatsraad. Luitenant-Generaal b.d. Het verdrag niet in strijd met dc Grondwet. Voor zoover in de mededeeling, dot eenige leden een aantasting van het oppertoezicht over den waterstaat van den koning, alsmede overdracht van verordende bevoegdheden aan niet zuiver nationale autoriteiten in strijd met de Grondwet achten, moet worden gelezen, dat deze leden dc ter zake in het verdrag op genomen bepalingen in strijd met dc Grond wet oordeelen, acht de minister voor deze mee ning geenerlei grond aanwezig. Krachtens art. 191 van de Grondwet heeft de koning het op pertoezicht over alles wat den waterstaat be treft. Dit oppertoezicht blijft de koning behou den, ook na het tot stand komen van het ver drag dbesluiten van dc beheerscommissie ziin aan zijn goedkeuring onderworpen, en de uitvoerbaarheid is van zijn toestemming af hankelijk De minister vertrouwt verder dot thans, nu het helder en afdoend antwoord bekend is ge worden, dat dc Belgische minister van buiten- landsche zaken heeft gegeven op de tot hem door den volksvertegenwoordiger. Herman Vos en den senator Lamborellc, gerichte vragen, het wantrouwen zal zijn geweken en de over tuiging, dat Nederlond's souvereiniteit aan geen enkele reserve onderworpen is en dat het zoowel in oorlogs- als in vredestijd, het onbetwist en door de mogendheden en België erkend recht heeft de Schelde voor oorlogs schepen van alle natiën te sluiten, algemeen zal zijn geworden. De kanalen. D- M. v A. behandelt daarep de kanalen cn noemt de bezwaren tegen Tiet Antwerpen Moerdijk-kanaal ongegrond cn te breed uitge meten Het kanaal voorziet in een verkeers- hehoefte De vrees voor het „leegpompen" van Rotterdam is volstrekt ongegrond en deze stad zal een aontrekkingspimt voor de Rijnscheep- voart worden. Voor Amsterdam en Dordrecht is, volgens de M v. A., ook geen gevaar te vreezen. De kunstmatige bevoordeeling van Antwer pen door België houdt met het kanaal niet lW minste verband Deze- hoofdpunten worden nader gestaafd, waarna betoogd wordt, <^at ook de minister geen commissie wenscht, om over deze kwes tie te rapporteeren. Wat het Rijn-Moas-Scheldekonaal aangaat, de minister noemt de nadeelen voor onze scheepvaart schromelijk overdreven. De nieuwe regeling der bc- loodsing. De nieuwe regeling der beloodsing zal het aantal Nederlandsche beloodsingcn doen toe nemen en een niet onoanzicnlijke kostenbe sparing opleveren. De oord van het verdrag. Dit verdrag, hoezeer ook van inhoud econo misch, is politiek van aard cn strekking. Het kon niet van zijn oorsprong worden los gemaakt en het wordt alleen don juist begre pen, wanneer het als uitkomst wordt verstaan van de herziening, waaruit het is voortgekomen. Her sluit, te zomen met het collectieve verdrag van 22 Mei 1926, deze herziening af, met in begrip van het Scheldevraagstuk en ook "an het militair-politieke probleem, dat door het wegvallen van de gewaarborgde onzijdigheid aan dc orde was gekomen. Het geeft aan deze afdoening een internationale sanctie, welke voor Nederland van het hoogste gewicht is. Zelfs al zou het waar zijn, dat verwerping van het verdrag door een meerderheid des volks werd gcwenscht, dan zou nog, tegenover zoo danig feit, ernstig zijn rekening te houden met de vraag, onder welk licht het verdrag door die meerderheid wordt gezien. Allerlei misvattingen over het verdrag. Doorbij komt dat omtrent den zakelijken in houd van het verdrag, afgezien van het vraag stuk waarop het betrekking heeft, nog allerlei voorstellingen en misvattingen gangbaar zijn, die met de werkelijkheid niet zijn te rijmen en ingang hebben gevonden ook bij het ont wikkelde volksdeel, op welks houding in het Voorloopig Verslag een beroep wordt gedaan. In breeden kring schijnt men nog in den waan te verVeeren. dat de kesten der nieuwe kanalen door Nederland zullen worden gedragen en dat de Nedcrlnn/dsche souvereiniteit in het 1 nieuwe Schelde-regime vrijwel prijs^wordt ge geven, terwijl men zich tegenover het gesloten verdrag beroept op de opvatting van een onzer gedelegeerden, alsof dit verdrag met toelich ting een onder was don de overeenkomst, die door de delegatie werd tot stand gebracht en waaraan, ook in overleg met hoor, om dc meer molen aangegeven redenen, na de schorsing vast werd gehouden Het zou te betreuren zijn, indien door een stemming, die op deze dwaling berust, gewicht in dc school werd gelegd. Dc gevolgen von aonneming of verwerping. Wat nu dc gevolgen van aanneming of ver werping betreft, heeft de minister zich van zijn plaats met voordacht onthouden van een in gaande bespreking daarvan. Met een negatieve beslissing zou het vraag stuk niet zijn afgedaan. Bij heropening van het geding zou de be paling van het bestek der onderhandeling niet uitsluitend ter discretie van Nederland staan. De vraag rijst voorts, hoe de kwestie zelf zich verder zou ontwikkelen. Bij de overwe ging van dit punt ware de gedachte van pressie door derden buiten beschouwing te loten. Even min als vroeger zou dwang op de houding van Nederland van invloed kunnen zijn; bij do mondelinge, noch bij de schriftelijke behande ling heeft de minister de mogelijkheid daarvan doen gelden of tot een element bij de over weging gemaakt. Wonneer evenwel de kwestie weer open komt en hij verwerping het collec tief verdrag van 22 Mei 1926, dat met het Belgisch-" lederlandsrh verdrag als on geheel is tc beschouwen, automatisch verve-t, zal zijn af te wachten welke houding bij nieuw overleg door de andere mogendheden zal worden aan genomen in verband met hoor recht en haar belang. Bij evenlucelc verwerping. Verschillende nadeelen. Overigens wordt in groote trekken bij ver- weiping zakelijk de positie deze. De tegenstan ders van het verdrag bereiken, dat de voor het graven van de beide kanalen gegeven toestem ming vervalt. Daar staat echter tegenover, dat 8 van art IX van het bestaande verdrog, over dc instandhouding der waterverbinding, blijft gelden en dat de bepalingen von dit ver drag, wat haar strekking betreft, in geding leunnen komen. Bovendien vervallen de toezeg gingen, welke ten behoeve van Terncuzen cn bunko den sleepdienst cn dc opheffing der gut taxes worden verkregen. Oor gaa* niet door de voorgenomen ontsluiting van het Lulkscho Industriegebied voor onzo havens cn wordt België er toe gebracht bulten Nederland om ccn rechtstrcekscho verbinding tusschcn Ant werpen cn Luik in overweging tc nemen. Voorts blijft ochtcrwcgo dc verbeterde rege ling der watcrtocstondcn, met name in Noord- Brabant cn der woternftoppingcn uit dc Maas. Bovendien blijven de vraagstukken zelf bestaan cn dc herziening, zonder verder perspectief, aan de orde, terwijl, wat de Schelde als ver binding met den Moerdijk betreft, ccn toestand bestendigd wordt, die slechts tot moeilijkheden aanleiding kon geven cn op den duur toch ge regeld moet worden. De „huivering". Gevraagd werd in het Voorloopig Verslag, wat den Minister aanleiding gof in de Tweede Kamer tc verklaren, dut hij „huiverde bij do gedachte, dot er een undero uitspraak zou worden gedaan". Wordt zoo moge hij op zijn beurt vragen het probleem, waarop het tractaat betrekking heeft, don zoo weinig ver staan, dat zulk een verklaring wederom slechts ols een uiting van vrees wordt begrepen In zijn tweede rede van II November 1926 (Han delingen, blodz. 505) heeft hij zijn woorden nader toegelicht. Gedacht werd daarbij niet slechts aan dc complicaties, waarin men zich stceks bij heropening der quocsties, moor ook aan het nieuwe hoofdstuk, dat toegevoegd zou worden aan dc geschiedenis von het antago nisme, dot op dc verhouding tusschcn Noord en Zuid sedert eeuwen zijn schaduw werpt. Was niet het oogenblik, waarop oon dc zui delijke gewesten de mogelijkheid werd geopend cener ontwikkeling in het kader von volledig© zelfstandigheid, aangewezen om oon die verhou ding een andere wending to geven Er was in de lootstc jaren in die verhouding een ken tering gekomen, die op zulk een wending voor uitzichten bood. Moeten nu door de houding von Nederland deze vooruitzichten worden te niet gedaan En moet. in ccn tijd, waarin klei nere Stoten op onderlinge verstandhouding aangewezen zijn, het geschil, dot ten cindo liep, dc onderlinge verhouding blijven bedrei gen, met het gevaar dot oon territoriale pro blemen tusschcn buurstaten eigen is Verwerping zou niet alleen het antugonismc, doch ook het annexionismc opwekken. Verwerping zou niet slechts het antagonis me, moar ook het annexionismc 'weder opwek ken. Zij is ook niet in ons economisch belong. Moar oolc afgezien van dc engere Belgisch- Nederlondschc verhouding is het duidelijk, dat Nederland voor zijn beleid ook uit algemeen staatkundig oogpunt cr belang bij heeft van de hypotheek der hangende herziening tc wor den ontlast. Daarbij komt, dot Nederland in deze niet alleen met zichzelf cn zijn rclntiö tot België tc rekenen heeft. Het heeft zich ooit de vroog tc stellen of het gerechtigd is, in een tijd, die den eisch stelt van verzoening cn schikking cn von regeling van geschillen, een houding aan te nemen, die zich niet wel zou verdrogen met de beginselen, die het interna tionaal pleegt te belijden, cn of het veront- woord zou zijn oon dc intcrnotionool-politicke verhoudingen in dit deel von Europa de be stendiging op te leggen van een geschil, dat daarop reeds zoo lang heeft gedrukt. Verwerping zol Nederland niet verheffen, zoo min ols aanne ming vernederen. Zij, die zich voorstellen, dot Nederland zich door verwerping von het verdrag zou verhef fen cn door aonneming zou vernederen, maken zich van de werkelijkheid een bcdriegclijk beeld. Naor 's ministers overtuiging verdient do totstandkoming van dit verdrag aanbeveling en wordt het tijd om aan het geding een einde tc maken cn dc verhouding tusschen België en Nederland tot rust te brengen en vrij van vreemde medezeggenschap in nieuwe banen te leiden. De commissie van rapporteurs heeft in de memorie aanleiding gevonden tot het formu- leercn vun nog eenige vragen, waarop zij tijdig voor dc mondelinge behandeling nog gaarne schriftelijke inlichtingen zou hebben. „Het gevaar". De hoefijzer-redacteur van het Hbld. meldt; Bij do huldiging van mr. S. van Houten is een opmerkelijk woord van den jubilaris, dat alleen verstaanbaar was voor zijn ollcrnaasto omgeving (waartoe wij op dat oogenblik toe vallig behoorden) voor de verslaggevers ver loren gegaan. Toen mr. Van Houten den heer Van Hardenb'roek verzocht, zijn dank aan do Koningin over te brengen, voegde hij daaraan toe„Mijn hart is vol zorg voor het gevaar dot haar dreigt". Voor ieder die uit de laatste Staatkundige Brieven weet, hoe zeer mr. Van Houten het bedenkelijk zou vinden, wanneer de Eerste Ka mer aan de koningin zou overlaten om het odium eener goedkeuring van het Belgisch tractaat op zich te nemen, is het niet twijfel achtig, waarop deze uiting sloeg. EEN GESCHENK VOOR DE KONINGIN. Van de Delftsche kerkvoogden. Kerkvoogden der Nederl. Herv. gemeente t« Delft hebben de koningin ten geschenke aan geboden een door mej. E. H. H. Issels uh Delft geschilderd interieur van het gerestaureerde koor der Nieuwe Kerk te Delft, ter herinnering aan het nationaal huldeblijk, H. M. bii haar 25-ierig regeeringsjubileum door het Neder landsche vólk aangeboden. H. M. heeft het doek aanvaard.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 9