BINNENLAND.
De Geheimzinnige Talisman.
25e Jaargang No. 2<i AM E RS FOO RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER" "r.™
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
KON. BESLUITEN.
Eervol ontslagen in verband met het voor
nemen hem in een andere betrekking te be
noemen J- L. C. Lignian, directeur van het Huis
ven Bewaring te Zwolle en benoemd als zoo
danig J. de Jonge, thans commies der directio
bij 't Huis van Bewaring te Utrecht;
benoemd tot lid van den voogdijraad te Leeu
warden J. M. Welling, geboren Claasen, wo
nende te Huizum en op verzoek eervol ont
slagen met dank M. de Beer als lid van den
Voogdijraad te Winschoten;
benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in
het kanton Woerden I. v. d. Spoel, inspecteur
der directe belastingen te Woerden;
benoemd tot adjunct-secretaris van de bi-
zondere commissie voor georganiseerd overleg
in zaken rakende de departementsambtenaren
en de daarmee gelijk te stellen personen, mr. J.
C. Tenkink, tijdelijk ambtenaar bij het depar
tement van justitie te 's-Gravenhage;
benoemd bij het reserve-personeel der land
macht bij het personeel van den geneeskundi
gen dienst tot reserve-officier van gezondheid
2e klas D. Hausdorff, arts, idem bij den gene-
ralen staf tot reserve le luitenant voor speciale
diensten de reserve le luitenant H. Groene-
weg van het regiment grenadiers met toeken
ning van eervol ontslag uit de tegenwoordige
betrekking; «-
verlengd voor een tijd van tenminste 5 jaar
de termijn van benoeming als zoodanig van
de reserve-officieren van gezondheid der 2e
klasse J. van Asselt en J. W. Gotmnn, beiden
van het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht;
eervol ontslagen de reserve-officieren van
gezondheid 2e klasse G. J. W. E. van Hesteren,
P. J. Snijders, K. B. de Groot, J. H. Wolfs, dr.
J. J. J. Koster, O. Meeuwes, H. C. J. Hoek en
W. A. Mijsberg, alien van het personeel van
den geneeskundigen dienst der landmacht;
benoemd tot vice-consul der Nederlanden te
Lysekil (Zweden) buiten bezwaar van 's lands
schatkist B. W. Christenson.
DIPLOMATIE.
Baron Gevers zal zijn ambt
neerleggen.
Naar wij vernemen heeft H. M. gezant te
Berlijn,Baron Gevers het voornemen te kennen
gegeven binnenkort in verband met zijn leef
tijd zijn ambt te willen neerleggen en den di-
plomatieken dienst te verlaten.
Onze vertegenwoordiging to
Teheran.
Hr. Ms. gezant te Constantinopel Baron van
Weideren Rengers heeft gisteren die stad ver
laten om zich naar Teheran te begeven ten
einde den Shah van Perzië zijn geloofsbrieven
aan te bieden als buitengewoon gezant en ge
volmachtigd minister. Baron Rengers is verge
zeld door den heer de Decker die bestemd is,
om wanneer de gezant te Constantinopel zal
zijn teruggekeerd als zaakgelastigde te Téhe-
ran op te treden.
MINISTERIEEL BEZOEK AAN LEIDEN.
In den loop van deze week zal minister Slo-
temaker de Bruine een bezoek brengen aan
den cursus, die te Leiden is opgericht tot ver
vorming van ongeschoolde en minder ge
schoolde arbeiders.
DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Minister Van der Vegte neemt
persoonlijk een onbewaakten
overweg in oogenschouw.
De Minister van Waterstaat vertoefde Zaterdag
te Tilburg, vanwaar hij een bezoek bracht aan
een overweg in den spoorweg Tilburg—Den
Bosch, waarvan de opheffing der bewaking
reeds lang in overweging is, doch op grooten
tegenstand stuit.
Met het oog op de ook na herhaald onder
zoek lijnrecht tegenover elkaar staande inzich
ten der plaatselijke en provinciale autoriteiten
eenerzijds en van spoorwegdirectie en rijkstoe-
zicht anderzijds, wenschte de minister den toe
stand bij dien overweg persoonlijk in oogen-
schouw te nemen.
De Minister die vergezeld was door den chef
van de afdeeling Vervoer- en Mijnwezen van
zijn departement mr. Silvergieter Hoogstad,
werd door het lid der Eerste Kamer, den heer
Blomjous per auto gebracht naar den over
weg, waar zich nog eenige autoriteiten bevon
den en eenigen tijd werd vertoefd.
DE OVERWEG OP DE SPOORLIJN
BOXTEL—TILBURG.
Een telling van het verkeer.
Blijkens een brief van den Minister van Wa
terstaat aan de Tweede Kamer naar aanleiding
van het adres van het gemeentebestuur van
Haaren e.a. en van B. en W. van Oisterwijk
betreffende behoud van de overwegafsluiting
op de spoorlijn Boxtel—Tilburg nabij wacht
post 29, is alsnog een telling gehouden van
het verkeer over dien overweg op Zaterdag,
Zondag en Maandag 19, 20 en 21 Pebr. jl.
De uitslag dier telling is, dat op 19 Februari
passeerden 33 voetgangers, 164 wielrijders, 2
motorrijwielen, 2 karren en 6 stuks groot vee,
op 20 Febr. resp. 21, 84, 2, 0 en 0., op 21
Febr. resp. 68, 72, 0, 10 en 4.
Blijkens een vorige telling (op 12 Juni 1925)
passeerden dien dag 67 voetgangers, 270 wiel
rijders, 25 karren en 1 stuks groot vee het
aantal motorrijders is niet opgegeven zoo
dat wordt geconcludeerd, dat het verkeer over
den overweg gering is.
HET NED-BELGISCHE VERDRAG.
Het oordeel van de „Times".
Nog vóór de behandeling van het verdrag In
de Eerste Kamer komt een artikel in de „Ti
mes" verhalen, dat België, indien Nederland
weigert het troctaat te ratificeeren dat zijn mi
nister van buitenlandsche zaken in het belang
van Nederland zelf en in dat van Europa aan
beveelt, een beroep zal doen op de mogend
heden, die' de regeling van 1839 waarborg
den. Dot is een vooruitzicht, dot zoo min Ne
derland als Europa onverschillig kan laten.
Dat is de slotsom van een hoofdartikel door
het Engelsche blad aan de zaak, die bij ons
de gemoederen zoo warm maakt, gewijd. Het
artikel zelf wijst er op, dat na Versailles het
statuut van België wijziging behoefde, de ver
dragen van 1839 konden niet gehandhaafd
blijven.
De „Times" verhaalt dan, dat België -de zaak
voor den „Oppersten Raad" bracht na den
wapenstilstand en geeft een historisch overzicht
van de zaak, waarvan men wel mag aannemen,
dat het op Belgische informatie berust. Althans
hier wordt wederom de onwaarheid verteld,
dat de niet-onderteekening van het tracteat in
1920 gevolg was van een door Nederland op
geworpen moeilijkheid, de Nederlanders zou
den „aanspraak hebben gemaakt op de alge-
meene souvereiniteit over de Wielingen".
(Wij zijn benieuwd zoo teekent het Hbld„
waaraan wij dit resumé ontleenen, aan of
buitenlandsche zaken zal pogen deze onwoar-
hejd in het Engelsche blad recht te zetten I)
Nog zonderlinger voor wie van de historie
ook maar iets weet, klinkt de bewering, dat de
heer Hijmans „zich haastte mede te deelen, dat
de onderhandelingen niet zouden worden af
gebroken" en dat „die onderhandelingen voort
duurden, totdat hij met den heer Van Karne-
beek het verdrag van 3 April 1925 teekende".
De „Times" acht het lot van het verdrag
onzeker en noemt het verzet in de openbare
meening meer economisch en commercieel dan
politiek van aard.
Van Vandervelde's antwoord op de desbe
treffende vragen zegt het Engelsche blad, dat
volgens hem „het verdrag geen wijziging
bracht in den op de Schelde bestaanden toe-
*.:and."
Het blad vermeldt dan de tegen de Belgi
sche kanalen over ons gebied geopperde be
zwaren en wat daartegen o.a. door den minis
ter is ingebracht, het gewaagt van het protest
van de Antwerpsche Kamer van Koophandel,
dat herinnert aan de sluiting der Schelde in
de dagen van Philips D. Het blad schijnt aan
te nemen, dat van de mentaliteit die aldus voor
Amsterdam den handel van Antwerpen wil
veroveren in Nederland nog bij vele Neder
landers wel wat over is.
Het blad wijdt dan eenige beschouwingen
aan de kansen van het verdrag in de Eerste
Kamer, die den indruk moeten vestigen, dat het
goede kansen heeft te worden aangenomen.
Het blad weet met de partijen niet heelemaal
goed den weg en komt daardoor tot een niet
geheel zuivere berekening.
Van meer belang is dat het ernstige gevol
gen voorziet van verwerping.
„Men schijnt in België algemeen te denken,
dat dit onder de vigeerende omstandigheden
m
alle verdere pogingen van directe onderhan
delingen doelloos zou maken. Het verdrag, zoo
wordt verklaard, vertegenwoordigt het mini
mum der Nederlandsche concessie, die noodig
zijn voor het economisch leven van België en
men doet uitkomen, dat de mogendheden bij
de verdrogen van 1839 van Nederland niet
slechts cischten, dat het België vrije vaart op
de Schelde zou geven, maar het ook moesten
toestaan een vrije communicatie met den Rijn
Het blad herinnert dan aan de bepaling uit
het verdrag van 1839, die den Belgen een
weg dooT Limburg toestond, waarvoor België
naar men weet een spoorweg heeft gekozen.
De „Times" weet daarvan blijkbaar niet en
meent dat op grond daarvan een Schelde-Rijn-
kanaal kan worden gevorderd van Nederland.
Het blad poogt voorts den indruk te vesti
gen als ware het kanaal van Hansweert de ver
vanging van het dkhtgeworopen Sloe en be
weert dot het kanaal een minder goede route
oplevert.
Van het verdrag zegt het blad:
„Het pretendeert niet alle hangende vraag
stukken uit de wereld te helpen en een ideale
oplossing te geven van de kwesties, die het wel
behandelt. Maar het is een eerlijke poging en
een gezonde, om enkele practische grieven,
waarvan Antwerpen nadeelen ondervindt te
doen verdwijnen en enkele nog al verre Belgi
sche aspiraties te bevredigen, zonder de Ne
derlandsche souvereiniteit te belasten of den
Nederlandschen handel te schaden.
Jr. Van Karnebeek heeft den Nederlandschen
liberalen en socialisten gezegd, dat niet zal
worden gepoogd de onderhandelingen te her
openen en men gelooft, dat de Belgische re
geering die opvatting deelt."
Dan volgt de hierboven vermelde slotsom.
Dat een dergelijk artikel kon verschijnen be
wijst opnieuw, hoeveel beter de Belgische re
geering den weg naar de organen der bui
tenlandsche openbare meening weet te vinden
dan de onze.
Een Belgisch oordeel.
In het verslag van senator Digneffe uit
naam van de Belgische senaatscommissie voor
buitenlandsche zaken wordt het volgende ge
zegd van het Nederlondsch-Belgische ver
drag Het in toepassing treden van deze
overeenkomst zal een ernstige vooruitgang
beteekenen op den vroeger bestaanden toe
stand. Aldus zal een goede verstandhouding
worden bezegeld tusschen onze beide volke
ren, welke hunne gemeenschappelijke belan
gen in hooge mate ten goede zal komen.
Een conferentie van den Kerke!.
Wereldbond te Brussel.
Men meldt ons
Op 4 Maart jJ. had er, naar aanleiding van
de uiteenloopende meeningen aangaande het
te sluiten Nederlandsch-Belgisch Tractaat, een
samenkomst te Brussel plaats van een afge
vaardigde van het Nederlandsch Comité van
den Kerkdijken Wereldbond met de leden van
het Belgisch comité, waar hij, In opdracht van
zijn comité, de gevoelens van het Nederland
sche comité vertolkte. De samenkomst droeg
een uiterst vriendschappelijk karakter. Men
besloot hoe ook de uitslag van de stemming
van de Eerste Kamer mocht zijn alle pogingen
in het werk te stellen om in brceden kring de
overtuiging te wekken, dat staatkundige of
staathuishoudkundige wrijvingen niet den band
konden verbreken, die de christenen van Ne
derland en België vereenigt, van de twee lan
den, die hoe langer hoe meer zouden blijken
tot samenwerking te zijn geroepen.
Een adres uft Gelderland
Het Geldersch comité in zake het Neder-
landsch-Belgische verdrag heeft aan de Eer
ste Kamer geschreven
dat op verschillende plaatsen in Gelderland
een sterke ontroering is ontstaan tengevolge
van de niet-verwachte aanneming ven het
verdrag door de Tweede Kamer
dat uit mondelingen en schriftelijke gc-
dachtenwisseling hierover, het bovengenoem
de comité is voortgekomen
dat het comité van oordeel Is dat het tot
stand komen van het verdrag een ernstige
ramp voor ons land zou zijn, in zedelijken en
in stoffelijken zin
zedelijk om de vernedering die Nederland
hierdoor zou ondergaan; stoffelijk om de
materieele nadeelen wier omvang nog niet te
schatten is, en om de verhooging van den
reeds zeer zwaren belastingdruk, die daarvan
hoogst waarschijnlijk het gevolg zou zijn.
Het comité verzoekt de Kamer mitsdien met
grooten ernst, het verdrag niet goed te keu
ren.
Het comité heeft uit zeer verschillende
kringen talrijke blijken van instemming met
zijn streven ontvangen zonder dat eenige aan
drang is uitgeoefend.
BESCHERMING DER NEDERZETTING
TE SJANGHAI.
De taak der Ned. mariniers.
De verschillende consulaire autoriteiten te
Sjanghai, zoo deelt de diplomatieke corres
pondent van de „Daily Telegraph", volgens
een Londensche dépcche aan de Tel mede,
evenels de vertegenwoordigers van de ver
schillende mogendheden in den gomeentcraad,
zijn thans tot volkomen overeenstemming
gekomen over de wijze van verdediging van de
internationale nederzetting en het plaatsen der
troepen.
De Nederlandsche mariniers zullen den
Oostelijken sector van het cordon bezetten,
samen met de Japensche troepen.
ONZE ZIHVELUITVOER NAAR
FRANKRIJK.
Stappen van de regcering.
Naar de Meosb. verneemt, heeft de Neder
landsche regeering reeds stappen gedaan om
de voorgenomen verhooging van Fransche in
voerrechten op Nederlandsche landbouwpro
ducten te voorkomen. Nieuwe middelen om de
voorgestelde tariefsverhooging tegen te gaan
worden, aldus het blad, op het oogenblik over
wogen.
HET 25-JARIG BESTAAN DER STAATS
MIJNEN.
Naar men ons uit Kerkrede meldt zal het
25-jerig bestaan der Staatsmijnen in de
maanden April en Mei feestelijk herdacht
worden
HR. MS. O. 6
Niet in een draaikolk geweest.
Het Ned. Corr. Bureau meldt ons
Naar aanleiding van het courantenbericht
betreffende een ongeval, aan een Nederland
sche onderzeeboot in het zeegat van Vlissin-
gen overkomen, kan het volgende worden me
degedeeld
Donderdagvoormiddag werd gedurende een
vaartocht, die ten deele onder water plaats
had, aan boord „Hr. Ms. O. 6" geconstateerd,
dat een reeds bestaande speling tusschen kop
peling en as van de Dicselmachine zóó was
toegenomen, dat het zaak was, geen verdere
vaartochten te ondernemen, alvorens deze spe
ling was weggenomen, waarom de comman
dant omdraaide teneinde door het Oostgat
naar Vlissingen terug tc keeren. Iets bijzon
ders deed zich daarbij niet voor.
Blijkbaar heeft het voren van deze onderzee
boot, dat, in verband met den toestand van do
zee, boven water, doch met gesloten luiken
plaats had, op den Nederlandschen loods van
een passcerend koopvaardijschip den indruk
gemaakt, dat iets met deze boot niet in den
haak was, en hem aanleiding gegeven, hiervon
dadelijk melding te maken.
Van Vlissingen uit zijn daarop op eigen ri
sico drie sleepbooten naar buiten gegaan, ter
wijl de onder-commandant der Marine maat
regelen nam om eveneens hulp te zenden. Aan
dit laatste werd geen gevolg gegeven, omdat
intusschen reeds bericht van „Hr. Ms. O. 6"
was ontvangen, dat zij naar de hnven opstoom-
de en geen hulp noodig had.
Van een draaikolk is aan boord „Hr. Ms.
O. 6" mets gemerkt en van eenige ruïne aan
boord is geen sprake geweestevenmin is er
reden geweest voor eenigen angst.
De kleine noodige herstelling aan de even-
genoemde koppeling heeft met eigen nvddelen
plaats. De boot kan morgen (Maandag)middag
weer varen. -
WATERONTTREKKING AAN DE VELUWE.
Vergadering van de commissie
van onderzoek.
Gelijk wij vermeldden, heeft de minister van
binnenlandsche zaken en landbouw een com»
missie benoemd, die alle belangen zal hebben
te onderzoeken, die middellijk of onmiddellijk
betrokken zijn bij een wateronttrekking aan de
Veluwe ten behoeve van de drinkwatervoorzie
ning der gemeente Amsterdam. Deze commissie
heeft enkele dogen na haar instelling onder
voorzitterschap van den directeur van het
Stoatsboschbehecr te Utrecht vergaderd.
In zijn openingswoord ging de voorzitter de
vragen na, die aan het oordcel der commissie
zijn onderworpen. Hij wees voorts op de groo-
te belangen, dio hier op 'het spel staan en jp
groote verantwoordelijkheid, die op de com
missie rust. Om do haar opgedragen taak tot
een goed einde te brengen, zal ingespannen ar
beid en betrachting van do grootst mogelijke
objectiviteit geboden zijn.
Vervolgens werd de verdecling der werk
zaamheden behandeld.
Binnen zeer korten tijd hoopt de commisslo
opnieuw bijeen to komen.
WIJZIGING ARBEIDSWET 1919.
De minister von arbeid, handel en nijverheid
heeft het advies von den hoogen raad van ar
beid gevraagd omtrent een voorontwerp van
wet tot wijziging van de Arbeidswet 1919.
Het ligt in de bedoeling von den voorzitter
van den Raad een bazondcre commissie uit den
rood in te stellen, dio omtrent het vooront
werp prac-advies zal uitbrengen.
Deze commissie zal vermoedelijk eind Maart
vergaderen.
DE STATENVERKIEZINGEN.
Het hoofdbestuur van den Bond voor Staots-
pensionneering maakt bij zijn actie voor dc
Statenverkiezingen gebruik van een vragen-
lijst, aan de candidaten voor te leggen, waar
bij do urgentio van premievrij staatspensioen
op den voorgrond wordt gesteld.
H. C. SUTHOFF.f
Jongste directeur der Hnogsche
Coufant.
Gisteravond laat is aan een plotseling opge
komen ongesteldheid to zijnen huize to Was-
scnaar op 39-jarigcn leeftijd overleden de heer
H. C. Sijthoff, jongste directeur van de Hoog-
scho Courant en van Sijthoff's boekdrukkerij.
Zooals zich denken laat, verwekte dc tijding
van het plotseling heengaan van den jongen
patroon, die zich kenmerkto door groote ac
tiviteit, en gisteren nog den geheelcn dag ar
beidde, veel ontroering onder het personeel.
Voor zijn broeder, met wien de heer Sijthoff
in de directie steeds op do meest aangename
wijze samenwerkte, is dit onverwacht verschel
den wel ccn zeor zware slag.
MR. P. J. VAN LÖBEN SELS.f
Te Oakland (Californië) is in den ouderdom
van 76 jaren overleden dc heer mr. P. J. van
Löben Seis, oud-consul der Nederlanden (e
San Francisco.
BEGRAFENIS PROF. MR. L W. C. VAN
DEN BERG.
Onder groote belangstelling werd Zater
dagmiddag op dc begraafplaats Jaffa ter aar
de besteld het stoffelijk overschot van mr. L.
W. C. van den Berg. oud-burgemeester ven
Delft, oud-lid der Eerste Kamer en oud-lid
van dc Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Toen de lijkstoet op dc begraafplaats aan
kwam had zich daar een groot aantal belang
stellenden verzameld, onder wie o.a. werden
opgemerkt Baron de Vos van Steen wijk, lid
der Eerste Kamer; mr. A. H. Du Mosch, pre
sident van de Arr. Rechtbank te 's-Groven-
hogcprof. ir. W. H. L. Janssen ven Rnay,
rector magnificus der T. H.prof. ir. N. C.
Kist, secretaris van den Senaatprof. dr. M.
do Haas, prof. C. Fildmann.
Aan de groeve werd gesproken door den
Burgemeester van Delft mr. G. von Baren,
die den overledene schetste als ccn kundig en
bekwaam, arbeidzaam mensch aan wie de
gemeenschap, doch bovenal dc gemeente
Delft veel dank verschuldigd is. Deze gemeen
te vooral voor het zoo moeilijke voorberei
dende werk dnt bekroond werd met dc an
nexatie der buitengemeenten, waardoor Delft
zich verder kan ontplooien.
Namens curatoren der T. H. bracht spreker
hem mede een laotsten groet.
Met enkele woorden van troost tot de we
duwe besloot spr.
Nog werd gesproken door prof. Ir. Janssen
van Roay, die uit naam von den Senaat der
T. H. n«* dc nagedachtenis van den overle
dene enkele waardeerendc woorden wijdde.
Ten slotte sprak Ds. Bcrtault.
Een zoon van den overledene dankte voor
de aan zijn vader bewezen eer en de belang
stelling.
Wijs zijn zij, die leven om zich vrij te ma-
ken ran hun fouten. FRED. DE GROOTE.
naar het Engelsch van
E. F. BENSON. r-Z3E
24
Een geruimen tijd stond hij daar, zijn gelaat,
verlicht door de stralen van de ondergaande
zon, zijn oog verteederd door ingehouden tra
nen, zijn haar licht bewogen door de liefko
zingen van de avondkoelte, met wie weet hoe
veel droomen uit 't verleden en velerlei her
inneringen uit zijn jongenstijd in zijn hart
Zijn hard, moeilijk leven was vergeten, op dat
oogenblik ieefde hij terug in de dagen, voor
dat moeiten en zorgen zijn pad verduisterden.
Verlangens schenen de plaats van het verle
den te hebben ingenomen hij was weer
jong, en de blik, waarmede Harry hem gade
sloeg was vol liefde en eerbied. Het was al
bijna donker toen zij terugkeerden en slechts
de flauwe weerschijn van het rood van de on
dergaande zon weerspiegelde zfch tegen de
lucht. Het gToen van gras en boomen was ver
duisterd tot een somber groen, en het groen
van de grillig gesneden palmenhaag was bijna
zwart, toen zij weer liepen onder de vergroeide
figuren en afschuwelijke wangedrochten. Hoe
het kwam wist hij niet, maar de aanblik van
deze figuren, die zich tegen de fijne en teere
lucht in den achtergrond afteekenden gaf Har
ry een onheilspellend voorgevoel.
„Daar moet ook naar gekeken worden," zei-
de hij, er naar wijzend. „Kijk toch eens naar
die afschuwelijke figuren, het is als een bange
droom."
„Die oude haag?" vroeg mr. Francis. „Als
ik jou was, liet ik er niets aan doen. Zie eens
hoe de natuur tracht de schendende hand van
den mensch uit te wisschien. Hoe grillig en
vreemd steken deze figuren tegen dit licht afl
Zoo heerlijk fantastisch F
„Fantastisch, zeker," zeide Harry, „maar ik
vind er niets heerlijks aan. Maar kom, oom
Francis, laten wij naar binnen gaan. Het is
zoo etenstijd, en ik moet mij nog verkleeden."
Maar de haag scheen een vreemtie aantrek
kingskracht voor mr. Francis te hebben, want
hij bleef dralen en midden op den weg staan
de, liet hij zijn oog gaan langs de lijnen van
de schrikwekkende silhouetten.
„Ik zou er heuseh niets aan laten doen,
Harry," zeide hij, „het fs zoo grillig en zoo
grappig I Wat moet die haag dik zijn, op zijn
jninst wel acht voet."
„Maar zij is afschuwelijk," antwoordde de
jonge man, „het is genoeg om iemand een
schrik aan te jagen."
Maar jou en mij Jaagt zij toch geen schrik
aan; en ik denk aan de tuinlieden ook wel
niet. Dc heb een honger als een wolf
Een uur daarna had het tweetal het mid
dagmaal genuttigd en wachtte tot de koffie
binnengebracht werd. Nadat Harry zijn glas
leeggedronken had, stak hij een cigaret op,
hetgeen non zijn oom, die de zijne nog onaan
gestoken tusschen zijn zachte, dikke vingers
hield, gekscherend een aanmerking ontlokte.
„Eerst ©en slokje koffie, Harry, één slokje
maar," zeide hij, „het is heel verkeerd om je
cigaret op te steken, voordat je een slokje
koffie genomen hebt. Dét is het juiste oogen
blik. O, dnt stralende ding I Wat schittert hetl
Het was een mooi plan van je, om het midden
op tafel te willen hebben, Harry. Het verheldert
de kamer. De Talisman roept je een hartelijk
welkom thuis toe, mijn beste Jongen I Maar
ofschoon ik niet zoo stralen kan als hij, daar
om is mijn welkom niet minder hartelijk."
En het was waar, dat stralende kleinood in
het midden van de tafel was zoo schitterend
om aan een blinde bijna het gezicht weer te
geven. De kaarsen, die de tafel verlichtten,
wierpen, ofschoon zij van kapjes voorzien wa
ren, hun bescheiden stralen van uit vijftig hoe
ken er op, en Iedere steen schitterde met een
innerlijken gloed en telkens met een ander
licht. De minste beweging van het hoofd was
genoeg om de blauwe lichten van de diaman
ten te veranderen in een gloeiend roodnog
een beweging en het brandende noodsignaal
werd veranderd in een helgroen. Do paarlen
blonken met een va6ten gloed, als sterren
in den mist, maar zelfs de stemmige smarag
den naman iets over van de dolzinnigheid van
de met diamanten bezette handvaten en schit
terden met andere kleuren dan hun eigen.
Gedurende het geheele middagmaal was Har
ry als betooverd door het ding, en de betoo-
vering scheen hem nog meer te boeien, want
opeens vulde hij weer zijn glas.
„De Talisman," zeide hij, „fk drink op den
Talisman," en hij zette het geledigde glas neer.
Mr. Francis was op het punt hem en vrien
delijke terechtwijzing tc geven voor zijn
dwaasheid, toen de bedienden met de koffie
binnenkwamen. Achter den knecht, die de kof
fie bracht, kwam ©en man met de likeuren, die
Harry zich niet herinnerde vroeger gezien te
hebben. Hij keek even naar hem, zich afvra
gend wie dat zijn kon, toen hij zich opeens
herinnerde, dat zijn oom hem van zijn eigen
knecht gesproken had, en gevraagd had of het
goed was, dat hij hem mee naar Vail nam
om voor hem te zorgen. Achteraan kwam Tem-
pleton met het leeren étui van den Talisman
Harry nam koffie en likeur en keek nog eens
naar den bediende van zijn oom. De man
droeg het onbeweeglijke masker van een wel-
opgevoeden knechthij was niet meer dan
een machine om de dingen rond te dienen.
„Ja, neem jij den beker, Templeton," zeide
Harry, „beb je het sleuteltje er van V
„Neen, mylord, dat heeft mr. Francis aan
zijn sleutelring."
„Zoudt u mij den sleutel willen geven, oom
Francis Ik wil hem zelf sluiten en dan wil
fk graag den sleutel houden."
Mr. Francis antwoordde niet dadelijk, maar
bleef met kleine teugjes zijn koffie drinken, en
Harry, die dacht, dat hij hem niet verstaan
had, herhaalde zijn vraag. Bij deze herhaling
nam mr. Francis dadelijk den sleutel van den
ring.
„Wel zeker, mijn jongen," zeide hij, „het is
ook veel beter, dat jij hem bewaart
Templeton plaatste den beker in het étui en
Harry sloot hem af.
„Zal je hem zelf opbergen, Templeton, in
een van de kasten. Ik denk, dat ik er een
nieuw étui voor moet laten maken. Dit is zoo
oud, en hij kon zóó veel te gemakkelijk wor
den meegenomen, wat zegt u, oom Francis
En hij zwaaide luchtig met het gesloten étui
heen en weer.
JHet is het origineele étui, Harry," zeide
deze, „het zou Jammer zijn het te veranderen."
De bedienden hadden de kamer verlaten;
Templeton het laatst met het étui met den
beker. De kaarsen brandden nog helder, maar
de kamer leek donker nu het kostbare kleinood
niet langer op de tafel blonk. Het was alsof een
wolk de zon verduisterd had. Harry hield nog
den sleutel in zijn hand, cn keek met verba
zing naar de fijn-uitgevoerde bewerking en
een paar minuten lang bewaarden zij beiden
het stilzwijgen. Daarna stak hij hem in zijn
zak en zijn stoel een weinig van de tafel af
schuivend, sloeg hij zijn eene been over het
andere.
„Be ben van plan hier een dag of vier te
blijven, oom Francis," zeide hij, „maor niet
langer, als wij ten minste klaar kunnen ko
men met ons werk. Maar ik begrijp eigenlijk
niet, wat er te doen is. De plaats ziet er, dank
zij u, zoo keurig uit. De haag, is het eenige
die volgens mij, noodzakelijk onder handen pr_»
nomen moet w- den."
Mr. Francis begon hartelijk te lachen.
„Mijn beste Harry," zeide hij, „als je niet
oppast, dan ga je net zoo malen over die
haag, als dat je het nu al over je Talisman
doet. Die grappige, schilderachtige oude haag!
Hoe kan je willen hebben, dat zij gcfatSoe*
neerd en gesnoeid wordt I"
Nu lachte Harry.
„Zooals u terecht aanmerkte, jaagt zij
noch den tuinlieden schrik aan," zeide hij,
„maar zooals ik u had willen vertellen, ter
wijl wij van het station reden en dit mij
door het een of ander is ontschoten «Ik
moet ook nog rekenschap met anderen hou
den."
(Wordt vervolgd.)