BINNENLAND.
ROKCOSTUMES
TWEEDE BLAB.
25e laargang Ho. 234 AMERSFOORT S CH DAGBLAD „DE EEM I-ANDER"
DE PORTEFEUILLEWISSELING AAN
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
De nieuwe minister officieel benoemd.
Bij K. B. van 31 Maort T027 is
To. op zijn verzoek eervol ontslag verleend
aan Jhr. Mr. Dr. H. A. von Karnebeek als
Minister van buitenlandsche zaken onder
dankbetuiging voor de vele en zéér belang
rijke diensten aan de Koningin en aan den
lande bewezen
2o. bcnocrr.d tot minister van buitenland-
sche zaken Jhr. Mr. F. Bcelaerts van Blokland,
buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi
nister.
De levensloop ven den nieuwen
minister.
Jhr. mr. Frans Beelaerts van Blokland, wiens
benoeming tot minister van buitenlandsohc za
ken aanstaande is, word geboren te 's Gra-
venhoge den 25 Januari 1872 en is dus thans
55 jaar.
Hij ving zijn ambtelijke loopbaan aan bij het
hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie in
den rong van adjunct-commies. Dot was op
1 Aug. 1897.
Op I Januari 1901 werd jhr. Beelaarts com
mies-griffier van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, welke functie hij een achttal jaren
uitoefende.
Uit deze betrekking ging hij, naar aanleiding
van een tot hem gericht eervol verzoek, in den
diplomatieken dienst over Als minister-resi
dent met den persoonlijken titel van buiten
gewoon gezant cn gevolmachtigd minister ver
trok jhr. Beelaerts naar Peking, in het jaar
1909.
In het jaar 1917 zag hij zich in laatstgemelde
hoedanigheid belast met de bescherming van
de Duitsche en Oostcnrijksch-Hongaarsche be
langen in China.
Na den wapenstilstand in 1919 werd de heer
Beelaerts eervol van zijn diplomatieken post
teruggeroepen en ter beschikking gesteld.
Na terugkeer hier te lande werd hij bij Kon.
besluit van 22 Juli 1919 in actieven dienst her
steld en tijdelijk werkzaam gesteld bij het De
partement van buitenlandsche zaken, belast met
de zeer gewichtige, veel tact en kunde ver-
eischende werkzaamheden van chef der diplo
matieke zaken aan het departement.
In deze functie heeft jhr. Beelaerts van Blok
land van November 1920 tot Februari 1922
te Washington deelgenomen als tweede gede
legeerde van Nederland aan de aldaar gehou
den conferentie tot beperking van de bewape
ning cn andere aangelegenheden betreffende
het Vérre Oosten.
En het was mede in de betrekking van chef
van de afdeeling dip'^mnticke ziker, dat de
heer Beelaerts, in 1924, na de hervatting der
besprekingen over het verdrag met België, aan
het nader overleg met de Belgische en vervol
gens ook met dc Britsche en Fransche regee
ringen een werkzaam aandeel mm.
Nog zeer kort geleden en wel bij kon. besluit
van 15 Maart j.l. werd jh- mr. F. Beciacits
van Blokland benoemd tot Hr. Ms. gezant te
Brussel, in welk ambt thans nog jhr. van Vrcs
denborch werkzaam is en het door den heei
Beelaerts van Blokland binnenkort zou worden
aanvaard.
Jhr. Beelaerts is*1 in 1910 onderscheiden met
het ridderkruis van den Ncdcrlaodschen Leeuw,
nadat hij reeds ridder was in de Oranje N*s-
sau-orde.
In Augustus 1926 erkende onze regeering dc
groote verdiensten van jhr. Beelaerts door hem
het groot-officierskruis dec orde Oranje-
Nassau te verleenen.
Een groot aantal van de hoogste buitenland
sche onderscheidingen werden hem in den loop
zijner verschillende functies toegekend.
Op politiek gebied is jhr. Beelaerts, naar men
meent te weten, de chr.-hist. beginselen toe
gedaan.
Het afscheid van jhr. Van
Karnebeek.
Minister jhr. Vein Karnebeek heeft gister
ochtend van de chefs der afdcelingen van het
ministerie een hartelijk afscheid genomen.
Jhr. van Karnebeek heeft gisterenmiddag het
corps diplomatique in afscheidsautdiëntie ont
vangen.
HET VERWORPEN VERDRAG.
Brussel polst Londen.
Naar de Londensche correspondent der Tel.
verneemt, heeft de Belgische regeering na de
verwerping van het Nederlondsch-Belgisch ver
drag eenige niet-officieele stappen gedaan, ten
einde de Engelsche regeering ten aanzien van
haar toekomstige houding in dezen te polsen.
Nog ccn Bolgischc opvatting,
Volgens een ander telegram heeft de presi
dent van het Belgisch Scheepsverbond aan
minister Jaspar een telegram gezonden, waarin
hij de regeering namens het verbond bezweert
geen enkele concessie meer aan Nederland te
doen op 't stuk van algeheele vrijheid van de
verbindingen van België door de Schelde met
de zee, de Maas en den Rip, zoowel in vredes-
I als in oorlogstijd, maar energiek ter hand te
nemen de verwezenlijking van de dringende
behoeften en de wettelijke verlangens van het
land, die gebaseerd zijn op de resolutie van
8 Maart 1926 van de Gezantenconferentie, be
slissende dat het verdrag van 1839 moet wor»
den herzien wat de territoriale en economische
clausules betreft, in het opperste belang van
België en om België ten volle onafhankelijk
heid en algeheele ontwikkeling op politiek cn
materieel gebied te verzekeren.
UIT DE STAATSCOURANT.
Voornaamste Kon. besluiten uit de
Staatscourant van hedenavond.
Verleend de medaille van het Roódc Kruis
aan den gepensionncerden Luitonant-Geno-
raal-titulair J. van Delft;
benoemd bij het resorve-personeel dor land
macht bij het personeel van den Gcneeskun
digen Dienst tot Reserve-Officier van Gezond
heid 2de klasse P. A. van Buuren, S. Pos
thtima on H. J. Kesscls, artsen.
Op verzoek eervol ontslagen do Reserve-
Eerste-Luitcnants B. Selhorst, van het Regi
ment Grenadiers, B. Talsma van het öo Re
giment Infanterie cn A. P. van Stolk van het
Regiment Vesting-Artillerie.
Op verzoek eervol ontslagen Mr. G Rijken,
den secretari der bezuinigingscommissie en
benoemd als zoodanig Mr. Ph. Idenburg te
Wassenaar.
MINISTER KAN BEZOEKT FRIESLAND.
De Minister vari Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, mr. J. B. Kan, is voornemens
heden, vergezeld van den Directeur van den
Veeartsenijkundigen Dienst, dr. Berger, een
bezoek te brengen aan de veemarkt te Leeu
warden, waarna het Landbouwhuis van de
Friesche Maatschappij van Landbouw bezocht
zal worden en vervolgens kennis genomen van
het werken van den Frieschcn Gezondheids
dienst voor Vee.
Daarna zal de Minister, hierbij begeleid door
den heer Mcyer de Vries cn den Rijksinspec
teur Falkema voor de werkverschaffing in
Friesland, dc ontginning in de Boornbergumer
Petten, alwaar meer dan 500 werkloozen uit de
verschillende Friesche gemeenten zijn te werk
gesteld, in oogenschouw te nemen.
D. HANS OVER „PRINSES JULIANA".
Dezer dagen is aan de Koningin, de Koningin-
Moeder, Prinses Juliana en Prins Hendrik ieder
een exemplaar aangeboden van het boekwerk
Prinses Juliana", geschreven door den heet
D. Hans en verschenen bij de uitgeversfirma
„Boek- en Periodiek" (R. J. Goddard) te 's Gra-
venhage.
Deze exemplaren zijn in perkament gebonden,
op oud-Hollondsch papier gedrukt met goud op
de randen.
De Vorstelijke personen hebben do boekwer
ken in donk aanvaard.
DE FORENSENBELASTING.
Een wetsontwerp tot wijziging het
departement verloten.
Op de vragen van den heer Kuiper betref
fende het tijdstip van indiening van een wets
ontwerp tot partieele herziening van de fo-
rcnsenbelosting cn toepassing dier herziening
op de heffing dier belasting van het komende
belastingjoai, heeft de heer de Geer, Minister
van Financiën, het volgende geantwoord
Een ontwerp van wet tot wijziging von en
kele artikelen van dc Gemeentewet met be
trekking tot do plaatselijke belastingen heeft
het Departement ven Binnenlandsche Zaken en
Landbouw en dat von den ondergeteekende
verlaten. Dit ontwerp bevat hoofdzakelijk wij
zigingen in d© bepalingen betreffende de zoo-,
genaamde forensen.
Dat dit ontwerp zóó tijdig in het Staatsblad
zal staan, dat het technisch mogelijk zal zijn
het reeds op de heffing der forensenbelasting
van het komende belastingjaar van toepassing
te doen zijn, is niet waarschijnlijk.
OFFICIERSOPLEIDING.
Vervroegde inlijving von dienst
plichtigen der lichting 1928.
Voor de ingeschrevenen, die uit de lichting
1928 tot gewoon dienstplichtige worden be
stemd cn die in aanmerking kunnen komen om
te worden aangewezen voor de opleiding tot
verlofsofficier, bestaat, tot een beperkt aantal,
de gelegenheid om in plaots van in 1928, reeds
3 October 1927 te worden ingelijfd en op dien
datum de eerste oefening aan te vangen.
Zij, die van deze vervroegde inlijving gebruik
wenschen te maken, behooren zoo spoedig mo
gelijk nh de loting, in elk geval uiterlijk 15
September 1927, een daartoe strekkend ver
zoek aan den minister van oorlog te richten,
waarin duidelijk moeten worden vermeld de
KLEERMAKERIJ
Fa. E. L. J. LAMMERTS
Amersfoort "ViS1" Groningen
In antwoord daarop zou dc Engelsche re- RECLAMES,
geering hebben verklaard, dat zij er de voor-
keur aan geeft, dat Nederland cn België ernstig Van 1-4 r**cl® 4 05' c,ke rcffo1 roeor
zoeken naar een basis voor onderlinge over
eenstemming.
Het oordeel in de afdcelingen
der Belgische Kamer.
Een telegram uit Brussel meldt
In de afdeelingen van de Kamer is de be-
grooting voor buitenlandsche zaken aangeno
men. Men betreurt in de afdcelingen levendig
de vet werping van het Ncderlandsch-Belgisch
verdrag. Men verwachtte, dat de kwestie, die
opgelost zou worden door het verdrag, thans
door de verwerping, door de beide landen aan
de mogendheden moet worden voorgelegd,
Men drong er op aan, dat de Belgische regee
ring met energie zou vasthouden aan haar
eischen, om te komen tot een billijke regeling
van het navigatie-vraagstuk op de Schelde, en
dc gcmenschap van dezen stroom met den
Rijn. Men vorderde tenslotte een absolute
eerbiediging van de Belgische rechten.
Gevestigd
1893
Utiechtsche weq 30.
Tel. S87
geslachtsnaam en de voornomen, de gemeente
waarvoor de inschrijving voor den dienstplicht
geschiedde, het lotingsnummcr cn het wapen of
korps, waarbij de indeeling gcwcnscht wordt.
Bij het verzoek behoort te worden overge
legd con bewijsstuk, dat dc ingeschrevene in
het bezit is van het einddiploma H.B.S. 5-j. c.
of Gymnasium of van een daarmede gelijkge
steld diploma.
Ann een dergelijke vervroegde inlijving is
het voordeel verbonden, dat de eerste oefening
volbracht wordt, aansluitende aan do school
opleiding en cventucclc verdere studio of vak
opleiding niet door dc eorstc-ocfening wordt
onderbroken
AUTOBUSDIENSTEN.
Dc concurrentie von dc A.T.O.
In dc memorie van antwoord op het V. V.
der Eerste Kamer betreffendo de waterstaots-
bcgrooting verklaart do minister dc vrees voor
een op de spits gedreven concurrentie der Ne-
dcrlondsche Spoorwegen met jwuticulicrc auto
bussen, wclko concurrentie zooveel geld zoude
kosten, ongegrond te achten. Opgemerkt wordt
in dit verband, dat tot nu toe nimmer tot ge
heel ongemotiveerde verlaging van de spoor
wegtarieven is besloten cn dot het ook in dc
toekomst, gelet op het bepaalde in artikel 18
der spoorwegwet, weinig denkbaar is, dat daar
toe wordt overgegaan.
Dc voorstelling van een der leden, volgens
welke do Nederlandscho Spoorwegen om zoo
te zeggen reeds op den dag na dc totstand
koming van de wijziging der Wet Openbare
Vervoermiddelen voor een geheel net van lijnen
vergunning zouden hebben gevraagd, strookt
niet met de feiten. Deze wet is 30 Juli 1926
tot stond gekomen.
Eerst op 24 November 1921 werd voor
slechts één enkelo lijn door de hierbedoelde
onderneming vergunning gevraagd. Het bedrijf
zal worden uitgeoefend door dc N. V. Alg.
Transportonderneming, waarvan de administra
tie geheel gescheiden is van die der Neder
landscho Spoorwegen, die als aandeelhouders
geen ander risico dragen dan hare deelneming
in het aondeelonkopitool. Op bijpassing van
tekorten van dat bedrijf door de Spoorwegen
of door het rijk is geen aanspraak gegeven; dc
tarieven der A.T.O. zullen dan ook zoodanig
moeten worden gesteld, dot het voortbestaan
dezer onderneming op eigen krachten mogelijk
blijft.
Monopoliseering van het eutobusvervoer
door de Spoorwegen ligt geenszins in de be
doeling en moet met het oog op den aord van
een outobusondememing, welke in tegenstel
ling met het spoorwegbedrijf met klein kapi
teel gedreven kon worden, uitgesloten worden
geacht.
De vrees, dot bonofide ondernemers van
autobusdienstcn het slachtoffer zullen worden,
van do door A.T.O. te exploiteeren diensten
komt den minister niet gegrond voor, waar de
beslissing over de vergunningen is gelegd in
handen van Gedeputeerde Staten met beroep
op do Kroon.
De Wet Openbare Vervoermiddelen getrt
den minister niet het recht om olgcmcene re-
gelfen aan Gcd. Stoten voor te schrijven no
pens het verleenen van autobusvergunningen.
De minister heeft zich bij de schriftelijk zoo
wel als bij dc mondelinge behandeling van do
begrooting voor zijn departement voor 1927
in dc Tweede Kamer op het standpunt gesteld,
dat cr voor hem geen redenen zijn om tot de
Installing van een enquête-commissie over te
gaan.
Sedert dien heeft zich niets voorgedaan, dat
hem aanleiding1 heeft gegeven dit standpunt te
verlaten.
SPOORWEGEN.
Personeelsaangelegenheden.
Aangaande de vraag, of naar aanleiding van
dc voorstellen van vnkvereenigingen tot wijzi
ging van <?do bepalingen betreffende de dienst
en rusttijden voor t spoorwegpersoneel eenige
herziening* noodig en uitvoerbaar zou zijn,
wordt, naor dc Min. van Wat. in zijn Mem. v.
Antwoord mededeelt, overleg gepleegd, zoodat
nog niet kan worden medegedeeld of en Van
hoever wijziging in uitzicht gesteld kan wor
den
Ten aanzien van de gevraagde wijziging van
de stondplaotsindeeling meent de minister die
uitkomsten van het daaromtrent loopendc over
leg van de directie met den personeclraad te
moeten afwachten.
Tusschen het vraagstuk van de oud-gepen-
sionneerden en dot van de oud-stakers bestaat
geenerlei verband. Door de directie der Ned.
Spoorwegen zal nogmaals worden overwogen of
zij ten loste van dc exploitatierekening voor be
doelde oud-gepensicnnoorden wat kan doen.
Wat de oud-stakers betreft, deze gewezen
beambten der H. S. hebben, in tegenstelling
met de beambten der S.S. geen recht op uit
gestelde rente, als gevolg van het feit, dat de
reglementen op de pensioenfondsen, die des
tijds bij H.S. en S.S. golden, niet gelijkluidend
waren. Bezwaarlijk kon verlcYvgd worden dat
achteraf eenvoudig gehandeld wordt, als of het
verschil in voorschriften nimmer bestaan had.
Het is den minister bekend dat in verband
met het bekende conflict tusschen de vereenl-
ging van werkgevers op Tramgebied en de
Ned. Ver van spoor- en trampersoneel, geen
overleg plaats vindt tusschen de directie der
Rctterdomsche Tramweg-Maatschappij en de
Neclerlandsche vereeniging hetgeen aanleiding
heeft gegeven tot minder aangename verhou
dingen tusschen die directie en een gedeelte
van het personeel.
Door de R. T .M. voor de toepassing van
art. 177 der begroeting niet anders wordt, be
handeld dan andere ondernemingen, is het min-
DE AARDBEVING IN JAPAN OP 7 24'AART 1.1.
Vijf steden werden geheel verwoest. Dc stad Mineyama werd hot
zwaarst door dc aardbeving getrof fcn. Dezo foto gcoft weer hoe do
grond door dc aardbeving vaneen scheurde.
DE OORLOG TEGEN DE MODERNE DANSEN.
Evenals in Hongarije en Italië, protostcert men ook in Oostenrijk
tegen de modern© dansen. Voor eenige dagen werden door Wecnsche
danslecraren moderne dansen gedemonstreerd, waarbij verschillende
geestelijken aanwezig waren, en waarbij men wilde bewijzen, dat
moderne dansen ook zoo gedansd kunnen worden, dat zij geenerlei
aanstoot geven.
Tc Naarden werd Woensdagmiddag hot loffelijk overschot van den Sergeant Ma
joor A. M. te Kolsto, die Zaterdagmiddag bij dc scchermwedstrijd in do zaal Paoli over
leed, ter aarde besteld. Een foto van den stoet op weg naar het Kerkhof.
Inzet. Luitenant v. d. Burg spreekt a. d. groeve.
der juist bepaaldelijk van haar te spreken ols
van eene onderneming die grootendeels op
rijksmiddelen drijft.
De Ned. Spoorwegen zullen zelve den auto
bus dienen të exploiteeren. Daormedo zal zich
eene van de Spoorwegen uitgaande zelfstan
dige onderneming belasten. Voor de arbeids
voorwaarden van haar personeel zal met
inachtneming van in voorbereiding zijndo wet
telijke voorschriften en in Vergunningen op
genomen bepalingen van hoogerhond geer»
onderscheid met andere ondernemingen ge
maakt kunnen worden.
SLUIZEN EN BRUGGEN.
Des nachts voor de scheep
vaart gesloten.
Het lid der Tweede Kamer de heer Korten-
horst heeft tot den minister van Waterstaat de
volgende vragen gericht:
I. Heeft dc minister, alvorens over te gaan
of over telkens met name genoemde vaarwaters
des nachts voor dc scheepvaart gesloten te hou
den, zich vergewist, of door dien maatregel
geen verkeers- en andere belongen zullen wor
den geschaad?
II. Heeft de minister daarover belanghebben
den gehoord?
1IL Is do minister bereid do Kamer mede te
deden, wclko overwegingen tot het nemen van
bedoeld besluit hebben geleid?
DE TOESTAND TE MAASTRICHT.
De besturen van den R. K. Werkliedenbond
te Heerlen, dc Kamer van Koophandel te
Maastricht en de R. K. Werkgeversverecniging
te Maastricht hadden per telegram aan den
minister van Arbeid, Handel en Nijverheid ge
vraagd of zijn antwoord op de vragen van
het Tweede Kamerlid dr. Kortenhorst was op
gesteld vóór of na 's ministers bezoek aan
Maastricht.
De minister heeft daarop geantwoord, dat da
j opstelling en inzending is geschied vóór zijn
tot uitvaardiging van zijn besluit, vermeld In bezoek en dat in verband met den voor do be
de „St.-Ct." von 4 en 5 Februari j.L, om met j ontwoording van vragen van Kamerleden go-
ingang van I April a.s. bij den Rijkswaterstaat i stelden termijn de Inzending niet kon worden
in beheer zijnde sluizen en bruggen gelegen in vertraagd.