BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Ds Geheimzinnige Talisman.
25e Jaargang No. 2£7 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" t2^eMS27
U3T DE STAATSCOURANT.
bevorderd tol architect bij het Rijksbureau
voor dc monumentenzorg te 's Grovenhage
H Onnes, thans bouwkundig ambtenaar Iste
klasse op dat bureau
bevorderd tot commies bij het Rijksarchief
te Utrecht mej. AI. J van Soest en bij het
Algemeen Rijksaichief te 's Grovenhage A.
Brouwer, beide thans adj.-commies bij die in
stellingen
op verzoek eervol ontslagen mej. J. M.
Wakker, als leerares R.H.B.S. te Helder
benoemd tot hoofdinspecteur van de volks
gezondheid bij den dienst welke is belast met
de zaken rakende dc kinderhygiëne en de be
strijding van dc tb.c. en de geslachtsziekten
R. N. M. Eykel te Nijmegen, hoofdinspecteur
titulair bij dien dienst.
Benoemd tot notaris te Rotterdam AI. Das
sen, canc'idaat-notoris te Rotterdamte Go-
rinchem W. J. Courrcch Stoul, c'ondiduat-noto-
ris, wonende te Rhenente Dieren, gemeente
Rheden, C. van de Velde, candidaat-notaris te
Arnhem.
Benoemd tot rechter in de rechtbank te Tiel
Mr. E. J. \V Tap, thans substituut-griffier bij
gemelde rechtbank.
Benoemd tot plaatsvervangend lid van. dc
Rijkscommissie voor de keuring van trekpaar
den G. de Wilde, te St. Maartensdijk
DE COLLECTIEVE ARBEIDS
OVEREENKOMST.
Het overleg met de Regeering.
Het verslag is thans verschenen van het
overleg, door de commissie van voorbereiding
uit de Tweede Kamer met de regeering ge
pleegd, betreffende het wetsontwerp tot na
dere regeling van dc collectieve arbeidsover
eenkomst
De meeste leden voor aanvaarding.
Bij het nfdeelingsonderzoek verklaarden de
meeste leden het ontwerp te willen aanvaar
den, zij het ook dot niet alle vootstanders
even geestdriftig waren gestemd en van ver
schillende zijden op- en aanmerkingen werden
gemaakt. Eenige leden meenden, dat een re
geling van de collectieve arbeidsovereenkomst
niet moet worden opgetrokken op privoatrech-
telijken grondslag. Deze overeenkomst, is h.i.
geen gewone burgerrechtelijke overeenkomst.
Door deze instelling te persen in het kader
van het burgerlijk recht zou men de ontwik
keling der C. A. O. in verkeerde richting be
vorderen.
De regcering merkte hiei tegenover on, dat
het een verkeerde gedochte zou zijn de C.A O.
te beschouwen als een burgerrechtelijke over
eenkomst. Doch juist op den grondslag van
het burgerlijk recht heeft het instituut der
C.A.O. dc vlucht genomen, welke het thans
heeft. Men kon zich ongcwijfcld een publiek
rechtelijkon opzetvoorstellen, doch voor de
stelling, dat zoodanige opzet uit de natuur der
CAO. dwingend z.ou voortvloeien, werd naar
de meening de rregeering in het verslag geen
argument bijgebracht
Weinig dwingend recht.
Een aantal andere Kamerleden oordeelden
dit wetsontwerp van geringe waarde. De pri
vaatrechtelijke regelingen, welke in den loop
der jaren bij het sluiten van C.A O. tot'ont
wikkeling zijn gekomen, worden h.i. in hoofd
trekken cn dan nog slechts ten decle, in dit
wetsontwerp geconsolideerd. Overigens bevat
het -ontwerp weinig dwingend recht, zoodat
het practisch van nagenoeg geen beteekenis
zou zijn.
De regecring antwoordde hierop, dat vele
voorschriften van dwingend recht niet wen-
schelijk geacht worden. De totstandkoming
van C.A.O. word door zoodanige voorschriften
riet bevorderd, daar niemand gedwongen kan
worden een C.A O aan te gaan. De vraag, of
bindendverklaring aJ of niet wcnschelijk is,
verklaarde de regeering binten beschouwing,
te laten, omdat zij door dit wetsontwerp niet
aan de orde is gesteld. Echter merkte de
regeering op, dat de regeling, zooals zij is
ontworpen in geen geval een beletsel vormt
tegen een eventueclen publiekrechtelijken uit
bouw. Een ander bezwaar, dat geopperd werd,
betrof de omstandigheid, dot het berechten
van geschillen toevertrouwd blijft aan de kan-
tonrechers He nauwe verband, dat tusschen
<je individueele arbeidsovereenkomst en de C.
A. O. bestaot, leidt echter volgens de regee
ring daartoe. Overigens wordt de kwestie van
de berechting van geschillen practisch van
ondergeschikten aard geacht, daar in het over-
groote deel der C. A. O. bepalingen nopens
arbitrage zijn opgenomen (in de laatste vijf
jaren is dit het geval bij C. A. O., welke 90
pet. omvatten van het totaal aantal d'cr bij C
A O. betrokken arbeiders).
Wettelijke regeling van de
vakvereenigingen.
Eenige leden achtten het een leemte in het
wetsontwerp, dat daarin ontbreekt een behoor
lijke wettelijke regeling van de vakvereenigin
gen, die bevoegd zijn C. A. O. af te sluiten
De regeering is evenwel van meening, dat
in dit ontwerp, hetwelk wil geven een privaat
rechtelijke regeling van de C. A. O., geen
plaats is voor een algemeene en systematische
regeling van het vakvercenigingsrecht, zooals
voor de Coöp. Vcrecnigingen en dc N.V. is
getroffen.
Naar aanleiding van de opmerking van som
mige leden, dat het gcwenscht zou zijn in het
wetsontwerp een verbod op te nemen van
loonacties van de zijde der arbeiders, strek
kende om tijdens den duur der overeenkomst
andere arbeidsvoorwaarden te verkrijgen, be
toogde dc regeering, dat het ontwerp niet
meer dan het juridische raam geeft. Zijn ma-
terieelen inhoud krijgt het contract door het
geen partijen overeenkomen. Het is dus aan
partijen om het loon te bepalen en het is even
zeer aan partijen om desgewenscht een en an
der overeen te komen nopens werkstakingen
en uitsluitingen.
De regering acht het niet noodig het wets
ontwerp aan te vullen met bepalingen betref
fende de mogelijkheid van tusschentijdschc ont
binding, op grond van gewichtige redenen naar
analogie van artikel IÓ39 W. van het B. W.,
komt haar niet wenschelijk voor. Te vreezen
zou zijn dat een partij, die achteraf van de
C. A. spijt heeft, te gemakkelijk een aah-
leiding zou vihden, zich van die overeenkomst
te ontdoen. Te minder reden wordt er vooi
een wettelijk ontbindingsrecht geacht, omdat
dc gestelde duur van het C. A. O. van vijf
jaren een maximum is. In de praktijk worden
de C. A. O. voor meer dan 80 afgesloten
voor een jaar en korter.
Bezwaren werden verder nog gemaakt bij
het afdeelingsonderzoek tegen de artikelen 10,
11 en 14, o.m. omdat dc in die artikelen gege
ven oplossingen meer liggen in de lijn van de
publiekrechtelijke dan van de privaatrechtelijke
overeenkomst. Het was de regecring cchtei
niet duidelijk, hoe men deze mccning kon koes
teren, terwijl men geen bezwaar heeft dat die
bepalingen in de C. A. O. zelf (dat is een bur
gerrechtelijke overeenkomst) worden opgeno
men
Bij de artikelen deelt de regeering nog me
de, dot op gron dvan art. 91 (tweede onder
alinea) der Zegelwc' 1917 een vrijstelling zal
worden uitgelokt voor dc verzoekschriften om
goedkeuring van wijziging van de statuten van
bij de in werking treding der wet bestaande
vereenigingen indien de wijzigingen met het
oog op die wet worden aangebracht en mits
goedkeuring gevraagd wordt binnen twee jaar
na dc inwerkingtreding.
Het denkbeeld de werking der C. A. O. eerst
te doen aanvangen, nadat deze ter kennis is
gebracht van alle leden, kan de regeering
rie^ overnemen, daar dit een te strenge eisch
is. Den in artikel 10 gestelden termijn wil do
regeering ecnigszins verruimen en nader be
palen op 21 dagen. Do regeering vereenigt
zich met de zienswijze, dat een bizondere be
paling voor gedeeltelijk invalide personen in
dc C. A. O. op haar plaats zou zijn.
Het verslag gaat vergezeld van een gewijzigd
wetsontwerp. O.m. wordt voorgesteld artikel
15 te lezen als volgt „Een vereeniging, wel
ke een C. A. O. heeft aangegaan kan, indien
een der andere partijen bij die overeenkomst
of een der leden van dezen, handelt in strijd
met een harer of zijner verplichtingen, vergoe
ding vorderen, niet alleen voor de schade wel
ke zij zelve dientengevolge lijdt, doch ook voor
die, welke hare leden lijden. Verder wordt
de in de overgangsbepaling van artikel 26
gestelde termijn van 5 jaar teruggebracht op
2 jaar.
Oud-gouvcmcur-generaal Air. Fock, de
voorzitter van den Vrijheidsbond, die
gisteren avond in „Bellevuc" te Am
sterdam heeft gesproken.
REDE VAN DEN OUD-GOUVERNEUR-
GENERAAL MR D. FOCK.
De Indische politiek.
In „Bellevuc" te Amsterdam heeft de Vrij
heidsbond gisteravond een openbare vergade
ring belegd, waar de oud-gouverncur-generanl
mr. D. Fock voor de eerste maal in zijn
hoedanigheid van voorzitter van den Vrijheids
bond in het openbaor is opgetreden. Toen de
vroegere oud-gouverneur-generaal dc groote
zaal, die tot in alle hoeken bezet was, binnen
trad, werd hem een warme ovatie gebracht.
De voorzitter van de afdeeling Amsterdam
van den Vrijheidsbond, mr. J Rutgers, zcide
in zijn openingsicde, dat deze vergadering dc
inzet is voor de actie voor de as. raadsver
kiezing, die beslissend zal zijn voor dc samen-
stel'ing van doe. nieuwen gemeenteraad.
Onder appluus der vergadering verwelkomde
hij den oud-gouverneur-generaal mr. D Fock,
dien hij den jongeren ten voorbeeld stelde.
Daarop hield mr. D. Fock zijn lezing over
„De Indische politiek". Allereerst constateerde
hij met vreugde, dat in Nederland wel grootere
sympathie gekoesterd wordt voor den Vrijheids
bond, die bij de laatste Statenverkiezing sterk
is vooruitgegaan. Sprekende over de algemeene
Nedërlandsche politiek herinnerde hij eraan, dat
de coalitie in stukken is geslagen en dat men
nu steeds poogt de stukken weder bij elkander
te lijmen. De lijm cn de spijkers, die houden,
zijn nog niet gevonden en het ziet ernaar uit,
dat het intermezzo-kabinet het nog tot 1929 zal
uithouden. Zulk een intermezzo-kabinet geeft
echter niet den gelukkigsten toestand en de
Vrijheidsbond zal zich erop hebben voor tc be
reiden, dat door zijn invloed in 1929 een eind
daaraan gemaakt kan worden. In een parlemen
tair land moet oen parlementair ministerie zijn.
Laat de Vrijheidsbond er voor strijden, dat onze
vrijzinnige instellingen en beginselen verder on
aangetast blijven. Komende tot het onderwerp
van zijn rede wees hij erop, dot de belangstel
ling in ons land gelukkig steeds toeneemt voor
Ned.-Indië.' Hot verdient toejuiching, dat hier in
Amsterdam een instelling zich erop toelegt
jonge menschen naar Indië te zenden. Bij het
opkomend geslacht moet de overtuiging wak
ker worden, dot Indië onze volle aandacht
vraagt. Agenten van dc Sovjets pogen nu op
roer in Indië te verwekken, maar die pogingen
zullen en kunnen niet slagen. De Indische be
volking gevoelt niet voor het drijven en stoken
der communisten.
Spr. keurde sterk nf dc plaat van de socialis
ten, waarop Spr. staat afgebeeld als iemand, die
een inlander worgt. Deze plaat deert Spr. niet.
Eerder werpt zij een blaam op dc socialisten,
die zulk een plant durven uitgeven, waardoor
zij de Inlondschc bevolking tegen het gezag
opzetten. Ons volk is van zulk een mentaliteit,
dot het dit soort propaganda van de socialisten
afkeurt. Spr. liet uitkomen, dat vele maatrege
len der Indische regcering tegen de communis
ten hier tc lande zijn gecritiseerd. 't Is echtei
onjuist, dat het vcrgadcringsrecht voor de rus
tige elementen beperkt is geworden. Van dc
spoorwegstaking in 1923 heeft de bevolking
zich niets aangetrokken De actie der com
munisten eischt intusschen groote waakzaam
heid der regecring. Deze actie kost tijd, die
onders beter besteed zou kunnen worden aa*«
de ontwikkeling von de bevolking. Zoolung dc
waakzaamheid echter niet verslapt kan met ge-
lustheid en vertrouwen de toekomst in Indië *t-
gemoetgezien worden.
Mr. Fock ging daarop in den breede dc be
stuursorganisatie in Indië na. Daarbij kwam hij
tot dc conclusie, dot degene, die thans nog
durft beweren, dat op bestuursgebied in Indië
rcuctie bestaat, niet onbevooroordeeld, maar om
politieke overwegingen van het slechtste allooi
oordeelt. De centralisotie heeft overal pluats
gemaakt voor decentralisatie met toezicht van
het opperbestuur. Voor het algemeen kiesrecht
is de Indische bevolking, waaronder nog tal van
analphabeten zijn, nog niet rijp. Dit zullen
zelfs de sociaal-democraten moeten toegeven.
Spr. releveerde, dat hij steeds veel mede
werking van de nationalisten heeft gehad en
men dient steeds te bedenken, dat de nationa
listen niet afgestooten worden.
Ten aanzien van de Chineezen moet mch ook
letten op hetgeen zij verlangen. Hun wensch
om gelijkgesteld te worden met de Inlandschc
bevolking moet wordent bevredigd. Dc ElI^ope..,-
sche ambtenaren moeten steeds op rde hoogte
blijven van hetgeen onder de Inlandschc bevol
king leeft. Dit is dc eenige wijze om het be
stuur rcoht te houden
Na in het licht te hebben gesteld, dat dc
Volksraad nog meer zijn volle verantwoorde
lijkheid zal gaan voelen als dit college een
beslissende, in plaats von een odviscerendc stem
heeft gekregen, constateerde hij, dat in Indië
thons een flinke actie en een goede vooruit
gong valt te constatecren. Nu heeft men ge*
zegd, dat er reactie was, maar aldus vroeg
Spr. zich af ligt dan de reactie in de bezui
nigingen? Spr. vond het zelf onaangenaam, dat
belangrijke werken niet konden worden uitge
voerd, maar het financieel evenwicht moest
worden hersteld en dit is bereikt. Vergeleken
bij 25 jaar geleden is Indië sterk vooruitge
gaan. Het onderwijs heeft zich sterk ontwikkeld
en de gezondheidsdienst is goed opgezet, met
het gevolg dat de cholera in jaren niet meer
is voorgekomen en het sterftecijfer is gedaald.
De irrigatiewerken zijn voortgezet; de arbei-
derstoestanden zijn verbeterd. Voor het werk
volk wordt goed gezorgd.
Mr. Fock constateerde, dot, de toestand in
Indië bevredigend is. Op verschillend gebied
wordt krachtig en flink gearbeid en alles gaat
vooruit. Spr. zou den Amsterdammers willen
toeroepen: „Gaat door uw kapitaal, uw energie
en uw werkkracht beschikbaar te stellen voor
het schoone Ncderlandsch-Indiël" Niet alleen
voor Nederland, maar ook voor Nederlandsch-
Indië is veel goeds van den Vrijheidsbond te
verwachten. De liberale politiek, die de rustige
ontwikkeling van het land wil, brengt Indië
vooruit. De liberale politiek zal voortgaan met
de bestrijding van olie anarchistische, commu
nistische en oproerige elementen.
Alet een opwekking aan de Amsterdammers
om den Vrijheidsbond in de vertegenwoordi
gende colleges te versterken, besloot mr. Fock
zijn luid toegejuichte rede.
NEDERLANDSCH FABRIKAAT.
Een aanschrijving van den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw heeft onder dagteekening van 7
dezer de volgende circulaire gezonden oan de
gemeenten, welke met steun van het Rijk werk
verschaffen
Bij verschillende aanschrijvingen, verzochten
mijn ambtsvoorgangers den gemeentebesturen
bij het doen van bestellingen, indien overwogen
werd de opdracht aan de buiten'andsche nij
verheid te geven, voordat tot de bestelling
werd overgegaan, overleg te plegen met de
Rijkscommissie Werkverschaffing.
In aansluiting nu oan deze aanschrijving heb
ik de eer U mede te deelen, dat de Rijkscom
missie Werkverruiming een dezer dagen o.m.
het volgende te mijner kennis bracht
„Der Commissie is het bekend, dat de Re
geering cn in het bijzonder Uwe Excellentie ter
uitvoering van post no. 63 (subsidiën in de
kosten van werkverschaffing en steunverlee*
ning in verband met crisiswerkloosheid en
andere uitgaven in verband met die werkloos
heid, benevens voorschotten op die subsidiën.
en op die andere uitgavan 4,000,000) van
de begrooting van het Departement van Bin
nenlandsche Zaken en Landbouw, de werk
gelegenheid in verscheidene gemeenten in het
algemeen tracht to bevorderen o.m. door het
toekennen van subsidiën onder bepaalde voor
waarden aan die gemeenten De commissie
juicht het tc dat het Rijk aldus zijnerzijds
blijk geeft het streven der befokken gemeente
besturen tot het scheppen von werkgelegen
heid door samenwerking met die gemeentebe
sturen te willen steunen De commissie heeft
echter met leedwezen mqeten vaststellen, dot
sommige gemeentebesturen, wier gemeenten
o.m. door subsidie Rijksstcun ontvangen, hun
nerzijds niet in zulke mate blijk geven het ulge-
meenc streven der Regcering, waarvar o.m. het
bestaan dezer commissie ccn bewijs is, te steu
nen als de commissie zou mogen verwachten.
Meermalen toch komt het voor, dat gemeen
tebesturen, die belangrijke orders hebben tc
plaatsen en waarnaar ook buitcnlandschc on
dernemers dingen, die naar het buitenland
vergeven, omdat het betrokken gemeentebe
stuur öf niet óf niet tijdig overleg met dc com
missie heeft gepleegd. De commissie heeft de
overtuiging, dat, zou dat overleg tijdig hebben
plaats gehad, menigmaal een order voor de
Nedcrlandschc nijverheid zou kunnen zijn be
houden.
Ook komt het voor, dat de bedoelde ge
meentebesturen bij hunne beslissingen zulk een
enge opvatting von het gemeentebelang huldi
gen, dat hierdoor zoo niet het gemeentebelang
in ruimeren zin, dan zeker het algemeen be
lang zoo niet geschaad, dan toch zeker niet
bevorderd wordt."
Ik betreur het, dat cr nog steeds gemeente
besturen zijn, welke niet, of in niet voldqpndo
mate, rekening houden met het feit, dut een der
levensvoorwaarden voor de Nedcrlandschc
nijverheid deze is, dot zij zooveel mogelijk op
drachten krijgt
In bijzondere mate betreur ik het, dat ge
brek aan medewerking in deze zelfs nu en dan
moet worden geconstateerd bij gemeentebestu
ren, welke jnet steun vanwege mijn departe
ment werk oan werkloozen verschaffen. Deze
besturen toch weten uit ervaring, hoe nodcclig
de gevolgen van werkloosheid zijn en hoe
zegenrijk het is, niet alleen voor de arbeiders,
doch ook voor de gehecle gemeenschap, dot het
vrije bedrijf in de gelegenheid is, werkgelegen
heid te openen.
Nu blijkbaar volgens de mededeeling van de
Rijkscommissie-Werkverruiming helaas niet
alle gemeentebesturen, welke met financicelcn
steun vanwege mijn departement werk aan
werkloozen verschaffen, volledig medewerken
aan de bevordering van de Nedcrlandschc in
dustrie, zie ik mij genoodzaakt tc uwer kennis
te brengen, dot ik voortoun ernstig zal hebben
te overwegen, verdere steun in de kosten van
werkverschaffing aan die gemeenten tc ont
houden, von welke mij mocht bjijken, dat zij
niet het hare doen om hare bestellingen, vooi
zooveel mogelijk, aan onze industrie op te dra
gen. Ik zal moeten aannemen, dat voldoende
medewerking niot wordt verleend, indien het
gemeentebestuur óf niet, óf niet tijdig dus
vóórdat ten aanzien van dc te geven order de
betrokken gemeente eenige verplichting jegens
den buitenlandschen leverancier op zich heeft
genomen overleg heeft gepleegd met de
Rijkscommissie-Werkverruiming, Kloveniers
burgwal 70, Amsterdam.
Nu ik nogmaals de aandacht van uw college
op deze zaak heb gevestigd, meen ik te mogen
vertrouwen, en ik krijg daurvan gaarne de
schriftelijke bevestiging, dat uw college bereid
is in de door mij gewenschte richting werk
zaam te zijn.
DE WEGENBELASTING.
Dc minister van Financiën heeft bepaald, da'/
aan de in zijn beschikking genoemde houders
van motorrijtuigen in de daarbij vermelde bij
zondere gevallen vergund wordt om gedurende
ten hoogste 60 dogen per jaar, te rekenen van
het tijdstip, waarop de belastingkaart wordt 'jf-
gegeven, met een motorrijtuig op meer dan
twee wielen te rijden of te doen rijden op den
openboren weg tegen betaling van van
hetgeen voor dot motorrijtuig over een vol jaar
verschuldigd zou zijn, vermeerderd met 5 pet.
De houder van een motorrijtuig, die gebruik
wenscht te maken van de verleende vergunning,
doet hiervan mededeeling in de volgens artikel
7 der Wegenbelostingivet in te leveren oan1-
gifte.
Verzoeken om vergunning, in bijzondere, niet
in deze beschikking genoemde gevallen, be-
hooren te worden gericht aan den minister van
Financiën. Zij kunnen spoedshalve worden in
geleverd bij den in artikel 7 der Wegenbclas-
tingwet aangewezen ontvanger.
Niets is zoo dor r-ls het gebied der ontken
ning; het levert nooit nieuwe vruchten.
nooi het.Engelsch van
E. P BENSON.
•79
Weer ging een koude rilling door de
twee toehooiders en was het ulsof hunne ha
ren rechtop gingen staan van afschuw. Deze,
op zich zelf onbeduidende bijzonderheden als
die schoenen en dat fluitspelen, dtden hun het
plan neg duidelijker voorkomen dan het ver
haal van dc misdaad zelf, zij begonnen er de
mogelijkheid van fn te zien, hoe het plaats
kon grijpen vandaag of de volgende week, en
zij zagen het zich afspelen op de hun zoo be
kende plaatsen.
Weer begon de dokter tc spreken.
„Een voorzorgsmaatregel heb ik reeds ge
nomen," zeide hij, „ik heb het fleschje met de
echte metholycine leeggemaakt en er gewoon
zout ingedaan. Dadelijk, nadat ik mr. Francis
gesproken heb, ben ik zoo gauw mogelijk-naar
mijn huis gegaan cn ik heb het hierheen mee
gebracht. fk zal blijvzijn als ik het kwijt ben,
het is niet iets om zoo maar gewoon bij je te
dragen."
Hij haalde een klein pakje te voorschijn,
zorgvuldig verpakt als kwam het van ccn
apotheker cn opende het. Het bevatte ongc\
veer één ons wit grofkorrelig poeder, veel
gelijkend op gewoon keukenzout cn zonder
iets meer te zeggen, wierp hij het in het vuin.
De roodgloeiende kool werd zwart toen hij het
er op gooide en daarop weer rood en een
oogenblik werd de geheele haard verlicht dooi
een flikkerende goud-gele vlam.
„Ziezoo, dit goedje zal mr. Francis ten
minste niet gemakkelijk meer kunnen krijgen,"
zeide de dokter.
Dc uitwerking van deze daad was in het
oogvallend.
Beiden, Lady .Oxted, zoowel ols Geoffrey,
voelden zich opgelucht alsof er een groot ge
vaar was afgewend, ofschoon de logica hier
van, aangezien zij beiden dr. Armytage ver
trouwden, in wiens bezit het Vergift zich be
vond, de proef van een onderzoek niet goed
zou hebben kunnen doorstaan. Lady Oxted in
elk geval richtte zich opeens op uit de in el
kaar gedoken houding, waarin zij het verhaal
van den dokter had aangehoord en klapte in
haar handen.
„Mooi zoo I" zeide zij, „dot is één poging
verijdeld, en wat nu dr. Armytage
„Dot hangt er vanaf welk punt u nu op het
oog hebt," zeide hij, „is het u genoeg, dat
Hnrry buiten gevaar is
„Ja, maar daar moeten wij voor goed zckei
von zijn," zcide zij, „ik wil dien man in een
krankzinnigengesticht zien voor misdadigers
of hij moet dwangarbeid krijgen Harry zal
nooi? veilig zijn, voordat die man achter de
tralies zit."
„Dat ben ik met u eens," zeide Geoff rev
Dr. Armytage verliet zijn plaats bii den
haard, waar hij gestaan had, zoolarg als zijn
verhaal geduurd had en ging zitten
„Beseft u wel goed, wat dat inhoudt vroeg
hij, „het tril zeggen, dat mr. Francis in dc
gelegenheid gesteld moet worden om zijn po
ging te herhalen."
„Die wij reeds verijdeld hebben," zeide Lady
Oxted, op het vuur wijzend.
Dr. Armytage schudde het hoofd.
„Als wij hem op heeterdaad willen betrap
pen, dan is dit niet voldoende," zeide hij, „Har
ry zal op zekeren avond zijn whisky-soda en
zout nemen, heel weinig zout, want het goed
is sterk, hij zal, of misschien zal hij niet
proeven, dot het zout er in is, wat dan In
den tusschcntijd wacht Sanders op hem bij de
zilverkast. Sanders zullen wij dan natuurlijk
wel kunnen betrappen, maar dat is ook alles."
Lady Oxted belde.
„Wij kunnen niets doen," zeide hij, „behalve
regelrecht naar Scotland Yard gaan en de ge
heele zaak in handen van de politie geven. Dr.
Armytage wilt u zoo goed zijn met mij mee te
gaan en jij ook Geoffrey. Voor ons is na
tuurlijk het geheele geval overweldigend maar
als men het beschouwt van het Houldsworth
geval af Opeens hield zij op, terwijl zij
naar den dokter keek. „Goede hemel 1 Daar
had ik heel niet aan gedachtzeide zij.
De dokter stond op.
„Ik heb, zooais u wel denken zult, daar meet
dan eens aan gedacht," zeide hij.
„Zou het niet mogelijk zijn, dat wij dien
Sanders te pakken kregen vroeg Lady Oxted
eindelijk. „Roep een hansom voor mij," zeide
zij tot den knecht, die op haar bellen gekomen
was.
„Dat zou ik liefst het eerst probceren," zeide
de dokter, „cn ik zal zien wat ik doen kan
Misschien kunnen wij den man wel omkoopen;
hij is misschien wel zóó'n groote schurk, dat
hij omkoopbaar is Als wij naar Scotland Yard
gaan moeten, dan zullen wij naar Scotland
Yard gaan, maar voor het oogenblik is dat nog
niet noodig; Harry is nog voor een dag of
tien veilig bij u en mr. Francis is niet eer
van plan dan over tien dagen Londen te ver
laten. Alisschien komt er in dien tusschentijd
nog uitkomst; zoo niet, dan ben ik bereid tc
handelen."
Lady Oxted voelde dat het toch niets zou
geven verder nog wat te zeggen, en deed
daarom ook maar geen poging.
„Dan zal de hansom mij inplaats van daar
heen, naar het station brengen," zeide zij, „ik
kan nog net den trein holen. Wil je mij bren
gen, Geoffrey Zij stond op en deed haai
handschoenen aan. „Zult u mij op de hoogte
houden, dr. Armytage," zeide zij, „of indien u
mij iets mede te deelen hebt, wat misschien
voorzichtiger is om niet te schrijven, komt u
dan op Oxted, of telegrafeert u mij, dan kom
ik hier. Op het oogcnbilk hebben wij dus niets
meer of te spreken."
Zij gaven elkaar de hond en de drie liepen
door de hall en over bet breede trottoir, waar
het rijtuig stond te wachten. Lady Oxted stapte
eerst in, en Geoffrey stond reeds op hel
treedje om haar te volgen, toen er iemand de
straat overstak en van achter het rijtuig voor
den dag kwam en op het trottoir stopte, dicht
bij de plaats waar de dokter stond.
„Beste vriend," zeide een bekende stem,
„wat een schitteiende middag is het I"
Het gebeurde alles zoo gauw, det dc doktei
letterlijk geen tijd had om zijn tegenwoordig
heid van geest te verliezen.
„Stap gauw in en kijk niet om," zeide hi]
heel zacht tot Geoffrey.
Maar hij kwam te laatop het hooren van
die stem had Geoffrey reeds omgekeken en
hii on mr Francis staarden elkander voor ccn
ondeelbaar oogenblik aan. Dc vriendelijke
glimlach verdween echter niet van het gelaa!
van den ouder man het scheen alsof hij cr
voor goed op blijven zou.
Tegelijkertijd klonk van binnen uit de han
som Lady Oxted's stem
„Stop in, Geoff," zeide zij, „wij hebben niet
zoo heel veel tijd."
Mr. Francis kwam een stap nader, zoodat
hij in den hansom kon zien.
„O, en Lady üxted ook al," merkte hi]
vriendelijk op. „het is klaar, koetsier
Het paard zette zich dadelijk in een snellen
draf en hij en de dokter bleven alleen achter.
Mr. Francis stond nog steeds glimlachend
het zich verwijderend rijtuig na tc kijken.
„En Lady Oxted, en Lady Oxted ook," bleef
hij maar in zichzelf mompelen. Toen wendde
hij zich opeens vlug naar zijn metgezel en op
een zachte, zangerige stem zeide hij heel lang
zaam „een charme vrouw; een vrouw, die
men graag onder zijn vrienden telten die
goede Geoffrey ook, die goed Geoffrey, Har
ry's beste vr iend Hoe heel i jk om hem toch
nog even te hebben gezien Wat een verras
sing om jullie dani allen zoo-bij elkaar tc ont
moeten I Mna- kom, ik moet verder. Tot weer
ziens dus, beste vriend."
Hij keerde zich van hem af, liep een pas ol
drie voort, bleef loen slaan en keek nog eens
om. Op dar oogenblik dacht de dokter, dat
zijn oog of zijn verstand hem de een of nndere
onverklaarbare poets speeldehij kon zich
niet voorstellen, dat het gelaat, dat hem nu
aankeek hetzelfde was als dat. hetwelk nog
geen twee m'nuten geleden oen en al glim
lach en beminnelijke hoffelijkheid was geweest.
Nu was het nauwelijks menschelijk het ge
laat van eer duivel of van een wild boes* 'ra
zend van hartstocht cn haot grijnsde hem te
gen.
(Wordt vervolgd.)