DE MALVERSATIES AAN HET MILITAIRE MAGAZIJN TE WOERDEN in behandeling voor het hoog militair gerechtshof offervaardigheid van het Nederlandschc volk, waardoor een opbouw en herstel van dergelij- ken omvang is tot stand kunnen gebracht wor den. Een woord van dank volgde aan de Wa tersnoodcommissie te Amsterdam en het Bouw bureau te Nijmegen, welke beide lichamen een zoo belangrijk aandeel hebben gehad in het economisch herstel. Bijzonder vestigde hij de aandacht op hetgeen door den burgemeester en plaatselijke com missies nu ruim VA jaar lang gedaan is, niet alleen een enorm werk van voorbereiding, doch ook maandenlang confereeren met de slachtof fers en de organisaties, besprekingen met leden van het Bouwbureau en vertegenwoordigers der Alg. Ver. Commissie, welke immer veel tijd vorderden. Het heeft volgens Spr. steeds ieder getrof fen, dat wanneer een der herstelleiders een be spreking wenschte, de plaatselijke commissies niettegenstaande hun particuliere werkzaamhe den, steeds klaar stonden om te vergaderen, soms uren lang, dat bij hun groot tijdverlies, nimmer voorstellen werden gedaan om daarin tegemoet te komen door presentiegeld of an derzins. Dat de uitkeeringerv naar recht en bil lijkheid zijn geschied, dat de menschen grooten- deels tevreden zijn, hebben de slachtoffeis voornamelijk te danken aan de plaatselijke commissies, die steeds voor hun belangen in de bres sprongen. Een bijzonder woord van dank bracht de voorzitter aan den heer Rutten, te Wamel, wiens gastvrij huis steeds voor alle leiders van het herstelwerk openstond, aan mej. Betsy Rutten, die vooral in het begin der ramp als hoofd van de Centrale Kleeren-industrie schier dag en nacht voor ieder klaar stond. De heer De Leeuw, burgemeester van Dreu- mel, beantwoordde den heer Keurschot, maar wenschte allereerst een woord te wijden aan de nagedachtenis van zijn ambtgenoot van Wamel, den heer Schuyt, die Zondag j.l. overleden is. Wijlen de heer Schuyt heeft met hart en ziel meegeleefd in de rampen die den inwoners van zijn gemeente hebben getroffen en zich met volle kracht toegelegd om mede te werken aan het herstel. Voortgaande wijst burgemeester De Leeuw erop, dat de honderdtallen woningen in Maas en Waal door de ramp vernield en nu geheel weer opgebouwd en hersteld, de verwoeste boomgaarden, door jonge aanplantingen ver vangen, kortom de groote kapitalen in Maas en Waal verwerkt hem, ook sprekend namens zijn ambtgenooten tot groote dankbaarheid stemmen, dat wat op het gebied der volkshuis vesting tot stand werd gebracht door Ir. Kuysten en zijn medewerkers, do bevolking thans in economischen en hygiënischen zin on eindig veel beter doet leven dan voor de ramp. Met een slotwoord van dank aan allen, die direct of indirect aan het herstelwerk deelna men, besloot de heer Keurschot deze bijeen komst. WERKVERSCHAFFING. De Arnhemsche werkloozen aan de Baaksche Beek. De regeering heeft, wat betreft de werken, welke op de terreinen aan de Baaksche Beek in werkverschaffing worden verricht, den eisch gesteld, dat gedurende de zomermaanden 50 uren per week zal worden gearbeid, omdat een compensatie noodig is tegenover een te korten werktijd gedurende den winter Het is nl. niet mogelijk, dat gedurende wintermaanden 48 uren per week wordt gewerkt. Indien aan den eisch tot invoering van een 50-urige werkweek niet wordt voldaan, zal het werk worden stop gezet. De verschillende ploegen werklieden aan dc Baaksche beek waren Dinsdag j.l. met dezen maatregel in kennis gesteld, hetgeen voor een aantal beteekent, dat zij niet hun gewoonte om den vollen Zaterdag vrij te nmen zouden kun nen volgen. Dc overgroote. meerderheid der Arnhemsche werkloozen is Zaterdag aan het werk gegaan, zoowel aan de Wiersse (bij Vorden) als bij dc Tolhut (bij Doetinchem). Tien arbeiders bij de Tolhut weigerden ech ter naar het werk te gaan, en bleven in de keet achter. Zij werden door de opzichters ont slagen en zijn Maandag te Arnhem gebleven, terwijl de overige, ruim TOO werkloozen weer naar de Baaksche Beek vertrokken. Het Arnhemsche gemeentebestuur heeft de regecring met het ontslag der tien werkloozen op dc hoogte gesteld. De minister heeft nu te beslissen, of het ontslag al dan niet gehand haafd zal blijven. EEN ZEVENTIGJARIGE. F. M. Knobel. Het Hbld. schrijft Gister werd een man 70 jaar, die zijn land onder zeer moeilijke omstandigheden in den vreemde heeft vertegenwoordigd. In Pcrzië en China, in Zuid-Afrika en Rusland heeft hij op zeer geëxponeerde posten voor de be langen van zijn vaderland op de bres gestaan. De wijze, waarop hij dat deed, heeft aanlei ding gegeven tot vecj critiek. Ook in dc Twee de Ktmcr en in ernstige tijdschriften. Vooral zijn werk in Teheran lokte critiek uit. De re geering evenwel verdedigde hem tegen die aan vallen en een ander ministerie zond hem later, in 1905, uit voor een zoo delicaat werk als in Zuid-Afrika te doen was vlak na den Boeren oorlog. Daarvóór had hij in Berlijn en St. Peters burg gewerkt, in Peking en in Perzië. Zijn reislust voerde hem naar tal van andore landen der wereld. In „Tijdspiegel" sm „Vra gen v. d. Dag", in „Elseviers", het „Tijdschr. voor Econ. Geografie" en de „Aarde en haar Volken" heeft hij van die reizen verteld en de resultaten van zijn studie medegedeeld. Nog steeds vinden de indrukken van den heer Knobel, die een man is van zeer veel zijdige belangstelling nu en dan neerslag in dagblad- of tijdschriftartikelen. Mogft hem de frischheid van geest, die zijn werk kenmerkt, nog lang geschonken blijven. Anderen ten voordeel. VOLKSSANATORIUM „HEll.ENDOORN"- De herdenking van het 23- jarig beslaan. In de met bloemen en groen versierde feest tent op de terreinen van de verceniging is Dinsdagmiddag de herdenkingsplechtigheid ge vierd van het 25-jarig bestaan van het Volks- fcanatoriirm „Hellend'oorn"- De voorzitter der Vereeniging tot Oprich ting en Instandhouding van Volkssanotoriu voor Borstlijders in Nederland, de heer mr. G. Jannink, opende de plechtigheid met een woord van welkom tot alle aanwezigen, in het bijzonder tot H.M. de Koningin-Moeder en minister Slotemaker de Bruine. Spr. ging daar na in het kort de geschiedenis van de vereeni ging na, waarbij hij er op wees, dat bij de op richting plaats was voor 54 patiënten. Thans zijn er 168. Nadat door mevr. 'Noordewier-Reddingius eenigc liederen ten gehoore waren gebracht, nam minister Slotemaker het woord. De minister zedde gaame de uitnoodiging om hier tegenwoordig te zijn te hebben aan genomen. Hier wordt een strijd gestreden te gen wat onbestrijdbaar scheende strijd te gen de tuberculose. Spr. wenschte in het bij zonder dr. Vos, den geneesheer-directeur en zijn staf geluk met dit jubileum cn het vele en schoone werk, dot onder hun leiding tot stand is gebraecht. De minister deelde ten slotte mede, dat het H. M. de Koningin heeft behaagd dr. Vos te benoemen tot officier in de orde van Öranje-Nassau. De burgemeester van Hcllendoorn, de heer Van der Steen van Ommeren, voerde vervol gens het woord. Spr. herinnerde er aan hoe juist 25 jaar geleden een concessie werd uit gereikt om in deze gemeente goud te graven Het edele metaal is niet gevonden, maar tege lijkertijd waren andere pioniers aan het werk. Hun arbeid is met succes beloond. Prof. Vening Meinesz sprak als buur en ge tuigde, van nabij den zegenrijken invloed van het sanatorium te hebben bespeurd. De voorzitter van de Centr. Vereeniging tot bestrijding van de tuberculose bracht dank voor dc goede samenwerking, waarvoor hij zich' ook voor den vervolge houdt aanbevo len. Dr. Vos bracht ten slotte, ontroerd, allen dank voor hun vriendelijkheid. Mr. G. Jannink sprak daarna nog een slot woord. Onder de aanwezigen waren dr. Josephus Jitta, medisch adviseur vaan den Gezond heidsraad dr. Van Eden, medisch adviseur van de Rijksverzekeringsbankdr. Suoeck Henckemans, adviseur der Rijksverzekerings bank dr. Littaert Peerbolte, directeur-gene raal van de volksgezondheid, afd. tuberculose. De Koningin-Moder vertrok ongeveer half- vijf per auto naar Soest dijk. 's Ochtends had een bijeenkomst plaats ge had van verplegend personeel om den direc teur te huldigen. Hem werd een leeren fau teuil aangeboden. Voorts waren er vele bloem stukken. DE HERDICHTING VAN MARK EN DINTEL. Honderd jaar geleden. Het is thans honderd jaar geleden, dat de herdichting van de rivier de Mark en Dintel vanwege het heemraadschap van Mark .en Dintel heeft plaats gehad. Op 30 Januari 1810 was het eerste sas dezer rivier, na ontzaglijk- veel moeiten en tegenslag gebouwd, onder den di uk van hooge watervloeden volledig wegge zakt. Na 17 jaren eerst gelukte het den be woners der streek, het zoover tc brengen, dat tot herdichting van de rivier kon worden over gegaan. Op 28 Mei 1827 heeft burggraaf Van der Fosse, gouverneur van Noord-Brabant, den eersten steen der nieuwe sluizen gelegd. Ge heel West-Brabant leefde hierin mee, wijl het wel en wee van bijna alle dorpen van dit nieuwe werk afhing. Een jaar later konden, ondanks veel tegenslag, de nieuwe sluizen in gebruik genomen worden. De Mark en Dintel waren wederom dicht. Ter herdenking van dit feit zijn gister twee monumentale granieten lantaarns bij het sas onthuld door den dijkgraaf, den heer J. B. Koenraadt, in tegenwoordigheid van den Com missaris der Koningin in Noord-Brabant, mr. A. E. J. baron Van Voorst tot Voorst, en mr. J. F. Schönfeld, administrateur van het minis terie van waterstaat, die minister Van der Vegte vertegenwoordigde. ZWAAR WEER IN ZUID-LTMBURG. Velen beken buiten haar oevers getreden. Een buitengewoon hevig onweer, gepaard met zwaren regclval, heeft gisternacht naat uit Heerlen aan de Tel. wordt gemeld over een deel van Zuid-Limburg gewoed. Door den neerstortenden regen zijn vele beken buiten haar oevers getreden. In verschillende straten werden de grond en steen door het water los- gespocld. BRANDEN. Brand te Voorschoten. Maundagavond is te Voorschoten een woning van den heer J. Zwetsloot in de Tramstraat geheel afgebrand. De oorzaak is onbekend. De inboedel was niet verzekerd. KORTE BERICHTEN. Tram storing. Vanmorgen heeft tus3chen Leiden en den Haag het electrische tramverkeer der N.Z.H. T.M. van helf 10 tot elf uur stilgestaan we gens een defect aan de bovenleiding. KORTE BERICHTEN. Verdronken. Gistermorgen omstreeks 11 uur is uit de Schutkolk van de Zuid-Willemsvaart bij den Bosch opgehaald de 22-jarige van Os uit do Nieuwe Hofstad te den Bosch, die eenige uren tevoren door een noodlottig toeval te water was geraakt. Nadat de ongelukkige per ra derbrancard naar het gasthuis was vervoerd, konden de geneesheeren slechts den dood con- stateeren. Uit de vierde verdieping gevallen. Maandagmorgen Is de 17-jarige Booas, sinds eenige dagen in dienst bij het manufacturen- en beddenmogazijn van den heer En gein te Alkmaar van de vierde verdieping door een luik gevallen. De jongen kwam op het hoofd neer en overleed spoedig daarna. DE ZAAK TEGEN MAJOOR E. Voor het hoog militair gerechtshof heeft gis ter terecht gestaan de majoor van de militai re administratie W H. Egewezen hoofd van het centraal, magazijn te Woerden, wien ten laste gelegd is le. dat hij in 1923 een tekort in kas had van f 10,000, waarin hij heeft voorzien door het laten opmaken van twee rekeningen van houtlevering, welke niet geschied waren, doc^ geboekt voor bedragen, tezamen op f 1 na 10,000; 2e dat hij twee rekeningen in het kasboek heeft opgenomen. De verdachte ontkent dat er een tekort in kas was, de rekc-ningen 'heeft hij niet laten opmaken. President: Waren de rekeningen niet gefingeerd en was het hout wèl geleverd V e r d a c h te: Daar kan ik niets van zeggen. President: Dat is wel wonderlijk, want zulke groote leveranties moet u toch kennen. Zij zijn vrij dicht op elkaar gevolgd, n.l. op 31 Maart en 16 April geschied. Verdachte: Ik hield daar geen controle op en teekende de rekeningen zonder ze in te zien. President: Dat is geen manier van doen, zulke dingen behoort u te weten. V erdachte: Dit waren geen bizonder groote leveringen, er zijn cr wel grooter ge weest. President: U hadt geen kasboek? Verdachte: Neen. President: Uw voorganger wel. V erdachte: Een klein kasboekje. President: Het lijkt toch een zeer nut tig voorschrift. Verdachte: Het kasboek hield een van mijn ondergeschikten. President: Waarom deed u dat zelf niet? Verdachte: Aanvankelijk deed ik het wel, maar het bedrijf breidde zich zóó uit, dat ik het niet meer doen kon. President: Hebt u, toen de controleut kwam, niet gauw een kasboek in elkaar gezet? Verdachte: Neen, er zijn altijd kasboe ken geweest De president merkt op, dat er ook nog een bedrag van ongeveer 45,000 uit de de- kenkas verdwenen was en dat, nadat verd. de kas had overgedragen aan Sanders, hij door middel van rekeningen geld uit de kas had gekregen. Verdachte: Dat is onjuist. President: Er is een oud kasboek, dat vrijwel gelijk is aan het nieuwe, alleen is er een verschil in het soldo van ongeveer 10,000. De beide houtposton komen in het oude niet voor. Wat is dat voor een oud kasboek? Verdachte: Ik heb het niet gezien voor eenige dagen geleden. Verdachte: Ik heb het nieuwe kasboek geheel zelf geschreven. President: Dan moet u het oude toch ook gezien hebben? Het nieuwe is blijkbaar naar het oude gemankt. Verdachte: Of het oude naar het nieu we. Ik heb het kasboek opgemaakt naar het kladboek van Sanders. Het beheer was slordig, maar daar was een oorzaak voor; ik had vol komen onvoldoende hulp. President: De auditeur-militair heeft het indcrtiiu een Augiasstal genoemd. Als u de controle niet uitoefende, wat deed u dan in Woerden Verdachte: Wanneer u het bedrijf ken de zoudt u die vraag niet gesteld hebben. Wan neer ik, zender eênige controle uit te oefenen, alleen maar het terrein rondliep, had ik 2*A uur werk. President: Men heeft u wel eens huif gezonden, maar het scheen, dat u daar niet veel prijs op stelde. Verdachte: Men heeft mij een luitenant gezonden, dien men te Zeist en Delft niet wil de houden en die ik ook niet kon hebben. President: Het maakte den indruk, dat it zich met onbetrouwbare menschen omringde, Sanders was ook niet zoo heel betrouwbaar. Verdachte: Hij was de eenige, die werk te. Men heeft mij ondanks mijn vertoogen geen hulp gezonden. Wel zijn er op mijn verzoek eens drie accountants geweest, die alles in orde vonden en ook was ik er bijna nooit zonder commissies. President: Het maakte den indruk, dat u veel uit was. Verdachte: Ik heb een tijd lang in Utrecht eens per week vioolles gehad en ik ging 's middags wel uit, maar men moet niet vergeten, dat ik gedurende dc mobilisatie geen dag vprlof heb gehad. President: U hadt zcilbooten, een auto, een motor en liet die in diensttijd door onder geschikten onderhouden. Wel vijf of zes mah bracht u daarvoor in dienst. Verdachte. Dat is niet met mijn toe stemming gebeurd. De verdediger van verdachte, mr. Dam- brink, vraagt of majoor E. erkent, dot er een tekort in dc dekenkas was van f 45,000. Oor log beweert, dat hij dit erkend heeft cn ont houdt op grond daarvan'zijn vrouw het noo- dige geld om van te leven. Verdachte: lk weet van dit tekort niet. President: Is het waar, dat als de loo- nen moesten worden uitbetaald, u tot Sanders zeidoe dat maar uit de dekenkas. Verdachte: Dat is onwaar. Wel zijn er loonen betaald uit de dekenkas, maar alleen als Oorlog nog geen geld gezonden had en dan alleen tegen kwitantie, zoodat na ontvangst van het geld van Oorlog, verrekening kon plaats hebben. Er was dan ook geen tckori. Als getuige wordt gehoord de houthandelaar J. Buis te Zaandam, vroeger te Woerden, die verklaart, dat de majoor met den aanne mer Wassink bij hem is geweest met de vraag of hij voor f 10,000 hout zou kunnen leveren. Het zou in een loods opgeborgen moeten wor den met bordjes eropeigendom van het rijksmagazijn. Later had get. nooit meer van de levering gehoord. Verdachte. Het bezoek betrof de vraag of Wassink, die failliet was en geen crediet kon krijgen, hout zou kunnen krijgen. De be doeling was een reservevoorraad te laten op slaan voor het rijksmagazijn, omdat die voor raad toch noodig zou zijn. Wassink kon daar van dan weer hout betrekken. Wassink, aannemer, nu als getuige ge hoord, verklaart met den majoor te zijn mee gegaan omdat hij dikwijls werk deed voor het rijksmagazijn. Het gesprek heeft hij niet ge volgd en van de levering weet hij niets af. President: De rekeningen zijn er toch, geteekend met uv rtaam. Getuige: Mijn vrouw heeft de rekenin gen blanco geteekend. Dat gebeurde wel eens meer, maar dan was de zaak altijd in orde. President: Het hout is dus nooit geleverd en geld is er nooit voor betaald. Getuige: Neen. Sanders, bureelambtenaar bij het cen traal magazijn verklaart, dat, toen de overste v. d. Bosch voor het eerst zou komen contro leeren, hij vooraf een briefkaart zond. Toen de eerste contröledag was afgeloopen, zei de majoor: Sanders ik zit er tusschen, er is een tekort van 10.000. Den volgenden dag kwam de majoor met twee blanco, geteekende reke ningen van Wassink, die ingevuld moesten wor den. Er was een papier bij waarop stond hoe veel hout het was in kubieke meters. Er werd echter nimmer hout gekocht in kub. meters. Toen get. vroeg waar het hout was, zei dc majoor, dat het in een loods lag, waar de firma Buis het geleverd had. Het hout was echter nimmer geleverd. President: Hoe verklaart u het verschil tusschen de beide kasboeken en wat is dat oude kasboek voor een ding. Getuige: Dat oude kasboek is het mijne, daar heb ik de posten uitgehaald, aan de hand waarvan de majoor het nieuwe heeft samenge steld. President: Maar hoe komt dat verschil er dan? Getuige: Dat weet ik niet. De twee posten van samen 10.000 uit het nieuwe kasboek staan wel in het oude, maar met potlood; de majoor heeft ze er zelf in gezet. Verdachte, nog eens gehoord, ontkent de cijfers met potlood geschreven te hebben. President: Hoe weet u, Sanders, dat dat de cijfers van den majoor zijn Getuige: Ik ken de hand van den majoor. President: Verbaasde het i\ dat de majoor in de knoei zat Getuige: Neen, want hij zat financieel al tijd in den knoei. Er was niet één maand, dat dc majoor een volledig tractement kreeg; er was altijd tekort. Ik heb dc kas onder dwang overgenomen, om den majoor ervoor te vrij waren, dat hij altijd met zijn handen aan rijks- centen zat. De dekenkas is opgegaan aan de loonen van de rijkswerklieden, waarvoor geen geld in de andere kas was. De President: Hoe ging het met de con trole Getuige: Wij zonden de betalingsbeschei den naar de directie in Amsterdam; de décharge ging naar Oorlog en de 8c afdeeling van Oorlog moest de berekeningen nagaan, waarna zij naar de Rekenkamer gingen. President: Had Oorlog de fouten niet kunnen ontdekken Getuige: Als ze maar goed gekeken had den. President: De meneer over de 8e afd. was een goede kennis van den majoor Getuige: Ja, meneer van Andel ging wel met den majoor zeilen. De verdediger Mr. Dambrink vraagt waar de kwitanties bleven waarop de verre kening na de uitbetaling der loonen uit de dekenkas plaats had. Get: Dat waren maar onderonsjes, die werden wel een poos bewaard, maar later ver brand. Mr. Dambrink: Het is dus niet zoo als Sanders voor den rechter-commissaris heeft verklaard, dat de majoor zich van die kwitan ties meester had gemaakt. Pres.: U hebt voor den rechter-commis saris niet heelemaal de waarheid gesproken, maar daür bent u later op terug gekomen. - Get.: Juist. De volgende getuige, gep. kolonel van de mil. administratie v. d. Bosch, was als con troleur op 26 en 27 'April 1923 te Woerden. Hij had niet den indruk, dat er na den eersten dag posten in het kasboek waren opgenomen, die er den eersten dag niet in stonden. Pres.: Het oude kasboek heeft men u ze ker niet getoond Get.: Ik herinner mij maar een kasboek gezien te hebben. Pres.: Hadt u niet den indruk, dat hct in Woerden een vrijgevochten boel was? Get.: Ik had met het magazijn niets te maken, alleen met de kas. Advocaat-fiscaal: U hebt aan het departement van oorlog de opmerking ge maakt, dat de controle, zooals die werd uitge oefend niet afdoende was. Get.: Dat is ter sprake gekomen, maar men is cr niet op ingegaan. Pres.: Hadt u den indruk dat verd. ruim leefde? Get.: Hij kon zoo niet leven van zijn sa laris, maar men had algemeen den indruk, dat hij over particuliere middelen beschikte. Pres.: Men heeft wel gezegd, dat hij wel 1000 in de week aan kon. Get.: Dion indruk heb ik nooit gehad. Pres.: Hebt u het beginsaldo, dat in de beide kasboeken verschillend is, niet gecontro leerd? G e t.: Dat interesseerde mij niet, want fk ging uit van de laatste décharge. Mr. Dambrink: Op welke bewijsstukken is het onderzoek gegrond. G e t.: De décharge is het bewijsstuk, waar van ik uitga om, aan de hand van dc stukken, de kas te onderzoeken .Het kasboek kan ik daar bij desnoods missen, al is het natuurlijk een groot gemak. De referendaris aan het dep. van oorlog C. R i n g e 1 i n g, hoofd van de achtste afdeeling, verklaart, op de vraag van den pres. hoe het mogelijk is dat de zaak te Woerden zoo lang sleepende is kunnen blijven, zonder dat dit aan' de afdeeling comptabiliteit gemerkt was, dat het onderzoek van de stukken zeer ernstig gebeurt. Het is een formeel onderzoek. Het onderzoek in 1923 is absoluut fout geweest, hetgeen hieruit te verklaren is, dot bij het verificotiewerk, dat zeer eentonig is, posten over het hoofd zijn gezien. Pres.: Waren er geen termen om, na de opmerkingen van de Rekenkamer, meer dan een formeel onderzoek in te stellen? G e t.: Men zendt zulke opmerkingen aan den beheerder van het magazijn. Pres.: Dat lijkt mij bedenkelijk. Gebeurt ei nooit iets anders? De beheerder van het ma ga*» zijn is ten slotte belanghebbende. Wat heeft men dan aan een afdeeling comptabiliteit? Get.: Het antwoord, dat op de opmerkingen gekregen werd, was absoluut afdoende. Pres.: Het was u bekend, dat de heer Van Andel, hoofd van het bureau, een vriend van verd. was. G e t.: Dat was mij bekend. Pres.: Er zijn verklaringen van ambtenaren, dat op opmerkingen van verificateurs door den heer Van Andel geen acht werd geslagen cn dat stukken van Woerden als spoedeischend niet werden gecontroleerd. Get.: Dat is mij niet bekend. Pres. Het is toch bedenkelijk, dat iemand door een goeden vriend gecontroleerd woidt. Get.: Dat is toch niet te voorkomenik kon toch niet vragen aan Van Andel, toen hij aan het departement kwam, te breken n\et E., daar was geen enkele reden voor. Op een vraag van den verdediger* verklaart get., dot het centraal magazijn zich irt de laatste jaren zeer heeft uitgebreid en dat er beter gesproken kon worden van een inten dance-werkplaats. Toen E. er kwam in 1912, was het nog een bescheiden opslagplaats, die zich tijdens de mobilisatie zeer heeft uitge breid. Dat heeft een schat van geld gekost, in 1921 nog een paar ton, alleen voor uitbrei ding. Organisatorisch en technisch was maj. E. te Woerden zeer op zijn plaats. De hoofdcommies van het Dep. van Oor log J. van Andel, als getuige vervolgons gehoord, kwam veel bij E. Hij had den in druk, dat hij op grooter voet leefde dan zijn salaris toeliet, doch niet dat hij een royaVn staat voerde. Pres.: Hebt u met de conti ole, die uw bureau op Woerden uitoefende, nooit de hand gelicht Get.: Integendeel, ik heb opmerkingen al tijd doorgezonden en aangedikt. W-el heeft get. raad gegeven aan Woerden, maar steeds van zuiver comptabelen aard. De zitting wordt te 12.45 geschorst tot 2 uur. Na heropening der zitting wordt gehoord J. Bakker, timmerman bij het centraal maga zijn te Woerden, die verklaart, dat het niet mogelijk was in 14 dag-en (het tijdsverloop tusschen de beide rekeningen) voor zooveel geld als de rekeningen aangaven, te verwer ken aan tentbenoodigdhedenhet zou hoog stens voor 300 a 400 in de week per man kunnen zijn en get. werkte met drie man. Voor den majoor particulier heeft get. niet gewerkt, wel aan zijn rijkswoning. J. Kiel, eveneens timmerman bij het cen traal magazijn, verklaart, dat het onmogelijk is, dat wanneer een houtbestelling van 4500 gedaan is, 14 dagen later weer voor f 5400 hout noodig is. Zooveel kon men onmogelijk in 14 dagen verwerken. Get. heeft voor den majoor aon de kajuit van een motorboot, aan de woonark, aan dc .woning, aan een boeier enz. gewerkt, in zijn diensturen, zonder dat hij er belooning voor ontvangen heeft. Daarbij werd rijksmateriaal en rijksgereedschap ge bruikt. Majoor van E. verklaart, dot de get. zeer goed wist, dat hij den tijd, waarin hij voor hem werkte, als verzuim moest opgeven, waarna dit verrekend moest worden. Rijks- materieel is er rviet gebruikt, alles was in de boot. Get. verklaart, dot hij bij het bestellen van hout wel dc opdracht kreeg te zeggen, dat het voor den majoor persoonlijk was. Pres. Dat is één puntmaar u hadt tocK behooren te zorgen, dat' de werklieden die voor u werkten van de loonlijst werden afge-* voerd. U hebt ze laten werken voor Rijkst rekening. A. W. Tesser, schilder aan het centraal ma gazijn, heeft in Rijksdienst een luxe motorboot van maj. E opgeschilderd met rijksverf. Ook andere werkzaamheden heeft get. uitgevoerd. Overuren werden door den majoor betaald, voor andere uren kreeg hij gewoon zijn rijks- loon. De president maakte tot den verd. de op merking, dat deze dingen niet ten laste zijn gelegd, doch dat hieruit blijkt, dat verd. geen onderscheid maakte tusschen de ri.jksbeurs cn zijn particuliere beurs. Vérd. meende, dat get. voor de weikzaanv* heden aan de ark verlof heeft gevraagd. Get. ontkent dit M. W. v. d. Pas, bureelambtenaor te Woer* den, deelt mee, dat Tesser en een -ander. Kam perman, niet wegens werkzaamheden voor den majoor van de loonlijst afgevoerd geweest zijn. Er werd zooveel werk voor den majoor gedaan aan den auto, de booten, in den tuin, dat hij er, als hij het had moeten betalen, voortdurend wel zes ïnan voor had moeten bezoldigen. Get. heeft oneenigKeid gehad met bcbl toen get. zeide, dat de majoor en Sanders na de mobilisatie wel binnen zouden zijn. Dc ma joor heeft toen met een klacht gedreigd bij den officier Van justitie, waarop get. geant woord heeft, dat hij dan uit zou brengen, dat er voor honderdduizenden in rekening ge bracht werd, dat nooit geleverd was. Er werd bijv. in een paar weken voor T20.0C0 aan touw besteld. De maj. B. J. Vcrbruggen heeft eenigc malen in T925 en 1926 controle uitgeoefend. Het trof hem dat het kas/boek op duistere wijze was bijgehouden, dat een groot aantal, 50 a 60 rekeningen niet in het kasboek gebracht waren en dat hout rek en in gen lot f II 12.000 blijkbaar gesplitst waren om open bare aanbesteding te ontgaan. Get. heeft toen in Woerden geinformeerd of er wel openbare aanbestedingen werden gehouden, waarop men hem meedeelde, dat dit niet het geval was, doch dat Wassing alles ondershands' kreeg. Wassink kon echter over de bedragen geen inlichtingen geven omdat hij geen boek hield. Dit waren leveringen waarvoor de goed keuring van den, Minister noodig was, die echter niet gevraagd was. De hoeveelheid hout

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 6