BINNENLAND. FEUILLETON. DE WILDE HERTOGIN TWEEDE BLAB. 25e Ja.rg.ng Ho. 284 AM E RS FOO RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER" Donderdag 2 Juni 1927 UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Zuidbroek: J. W. G. P. Jurgens, wonende ;e Utrecht; te Steenwijk: mr. L Dufour, secretaris van het waterschap Vollenhove, wonende te Vol- lenhov©; te Brielle: mr. H. P. Schaap, kantonrechter- plaatsvervanger in het kanton Haarlem, te vens waarnemend griffier bij het kantonge recht Haarlem, wonende te Schoten te Sliodrecht: mr. P. J. E. Vonkenberg, wo nend© te Huizen (Noord-Holland) te Ter Neuzen: mr. P. B. Cos, advocaat en procureur te 's-Gravenhage, waarnemend grif fier bij het gerechtshof aldaar te Breukelen—Nijenrodemr. L. R. Otten, waarnemend griffier in het kantongerecht BreukelenNijenrode, wonende te Baambrug- gc Benoemd tot ridder der Oranje-Nassau orde dr. A. C. Kam, geneesheer aan het Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort. Verleend de eeremedaille Orarje-Nassnu- orde in zilver aan C Folmer, machinist der waterleiding van de gemeente Haider; in brons aan J. van der Schaaf, tuinarbei- der in dienst der familie van wijlen H. L Baron van Heemstra op het landgoed „Fogel- sangh—State" te Veenklooster; op verzoek eervol ontslagen de dirigeerend officier van gezondheid 1ste klasse W. G. A. Bruinier, van het militair hospitaal Utrecht en die der tweede klasse F. HeyL chef militair hospitaal te Amersfoort Op verzoek eervol ontslagen de reserve-eer- ste-liritenant G. Moerman en J. C. Jansen, on derscheidenlijk van het 11de regiment infante rie en 8ste regiment veld-artiilerie en wegens lichaamsgebreken de reserve-officier van ge zondheid 2d© klasse A. J. van Galen Last van den geneeskundigen dienst der landmacht Op verzoek eervol ontslagen uit 's Rijks dienst de bouwkundig opzichter bij de Rijks werf te Hellevoctsliris P. Goedbloed idem de teekenaar 1ste klasse bij de afdeeling hydro- graphie van het departement van marine J. W. Franken opnieuw benoemd tot lid, tevens voorzitter van de commissie van deskundigen, bedoeld in art. 55 van de Tabakswet 1921 mr. J. R. M. van Schaik en tot diens plaatsvervanger mr. J. A. de Wilde, beiden lid der Tweede Kamer te 's Gravenhage benoemd tot ridder in de Oranje-Nassau- orde J. J. Numan en dr. Balth van der Poll Jr., beiden te Eindhoven toegekend de bronzen eere-medaille in de Oranje-Nassau-orde aan mej. J. Boogens, mej. M. E Brusseler, P. Brusseler, mej. A. van der Gorz en C. J. Wijnen, allen arbeiders bij de Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven de gouden eerc-medaille aan J. B. Bleumer, chef-coupeur der N.V. Goederenhandel v.h. L A en F. L. Kattenburg en Co. te Amster dam de zilveren aar J. Wink, wegenvoerder in dienst van de Stoomtrammaatschappij Vlis- singenMiddelburg, H. v. d. Arent, bedrijfs leider bij de 's Gravenhaagscbe beg-afenison- derneming „Simplicitas" van W. J. Innemce en Zonen te 's Gravenhage de bronzen eeremedaille aan L. J. de Sterke, bedienaar, K. Inncmee, bedieraar, en S. Min- derman, lakei, allen in dienst van de 's Gra venhaagscbe begrafenisonderneming „Simpli citas", van W. J. Innemee cn Zonen te 's Gra venhage. KONINGIN EN PRINSES TE EINDHOVEN. Een bezichtiging der Philips* fabrieken. Gistermorgen half elf kwamen de koninklijke auto's voor het hoofdgebouw van Philips' Fa brieken aan. Ter begroeting waren in de com missariskamer aanwezig de heer en mevrouw Philips—De Jong, de heer en mevr. Otten Philips en mej. J. Philips. Mej. J. Philips en jkvr. S. van Lennep bo den aan de Koningin en de Prinses bloemen aan. Nadat de heer A. F. Philips een kort over zicht van de ontwikkeling der Philips' Fa brieken had gegeven, werden door de Kon. Familie de febrieken bezichtigd. De hooge bezoekers begaven zich vervol gens naar de bibliotheek van het Centraal Laboratorium, waar ecnige ververschingen weiden aangeboden en de Koningin een album met verschillende foto's uit het bedrijf der Philips' Fabrieken in ontvangst nam. Te ruim half een verliet het Koninklijk ge zelschap de Philips' Fabrieken. Hedenmiddag brengt H. M. de Koningin met de Prinses een bezoek aan het Philipsdorp. Een bezoek aan Philipsdorp dat voorafging. Men meldt ons uit Eindhoven Woensdagmiddag werd door H. M. de Ko ningin en prinses Juliana een bezoek gebracht aan twee arbeiderswoningen in het Philips' dorp. Hierna bracht het koninklijk gezelschap een bezoek aan de nieuwe Philips' kleuterschool en de Philips huishoudschool. Om 1 uur in den middag waren de Philips fabrieken en kantoren gesloten en al het per soneel in staat te stellen de koningin en de prinses op het Philips' sportpark te huldigen. Het uitgestrekte sportterrein was zóó afgezet, dat de koninklijke auto's een afgebakenden weg konden volgen en ieder de gelegenheid- zou hebben de koningin en de prinses te zien. De Philips' openlucht-luidspreker, welke op het terrein was opgesteld, bewees wederom bij de verschillende aankondigingen goede diensten. Om ruim half vier werden de koninklijke auto's het feestelijk met vlaggen getooide ter rein op onder luide toejuichingen van de op het veld aanwezigen. De Philips' harmonie liet het Wilhelmus hooren. Voor de tribune hielden de auto's stil en werden H.M. de Koningin en H. K. H. prinses Juliana door groepen uit het personeel bloe men aangeboden. De koningin en de prinses, die zeer geest driftig toegejuicht werden, stegen hierna uit de auto en H. M de Koningin overhandigde aan vijf leden van het personeel, die sedert 1891 in de Phiilps' fabrieken werkzaam zijn, te weten Maria Brusselers, Anna van der Goor, Jacoba Bogaerts, C Wijnen en P. van Brusse lers de bronzen eere-medaille van de Oranje Nassau orde. Het koninklijk gezelschap verliet korten tijd hierna het sportterrein. Ook op den verderen weg door het Philips' dorp en door Eindhoven werden de hooge bezoekers overal door her publiek toegejuicht. De uitzending naar Oost-Indië. Te kwart voor zeven Woensdagavond kwa men de hooge bezoekers weer bij het labora torium van de Philips' fabrieken aan. De Phi lips' Harmonie liet wederom het Wilhelmus hooren De toespraak van H. M. de Koningin. H. M. de Koningin hield vervolgens de vol gende lede tot Nederlandsch Oost-Indië „Het eerste woord, dat ik rechtstreeks tot Nederlandsch Indic richten kan, zij een groei van hart tot hart aan het overzeesche gewest, dat ondanks den afstand mij zoo na ligt. Gij allen, die in het verre land op dit uur luistert naar het over de wereldzeeën tot u komende geluid uit het moederland, weet, dat dit oogen- blik voor mij een oogcnblik van vreugdevolle ontroering is. omdat ik mij thans met Ned.- Indië in persoonlijke aanraking gevoel. Het was steeds een onvergetelijk oogenblik wanneer mij de bewijzen bereikten hoe Nederlandsch-Indië medeleeft met het moederland. Wanneer een natuurramp Nederland trof, Lleek Nederl.-Indiè altijd met den daad bereid om den nood tc helpen lenigen en evenzeer toonde Nederl- lndië mede te leven met het wel en wee van mijn huis. Met diepgevoelde erkentelijkheid ge denk ik de teekenen van aanhankelijkheid, die mij in allerlei vormen uit lndië gewerden. Zij hebben een onuitwischbaren indruk bij mij ach ter gela'en Het is mij een voldoening thans zelf u te kunnen zeggen hoe die sprekende getuigenis sen van het besef van saamhoorigheid mij steeds met dankbaarheid hebben vervuld. De band, dien de geschiedenis gelegd heeft tus- schen Nederland en lndië kwam tot stand in een tijd toen persoonlijke moed, die schier overmoed was, zich paren moest aan voortref felijke zeemanschap om de aardbol om te va ren naar het land. dat toen voor Europa nog een fabellar.d was Wie in den loop der eeuwer volgden op den langen tocht over den oceaan had de ervaring van hun voorgangers tot gids. Stoomvaart en kortere weg door het Suez- kanaal, zoowel als de telegraafverbindingen. hebben Ir.dië in dc vorige eeuw daadwerkelijk dichterbij gebracht. Is de afstand daardoor van maanden terug gebracht tot weken, de ontwikkeling der lucht vaart voorspelt ons, dat die afstand in de toe komst zal worden teruggebracht van weken tot dagen. Maar ondanks dit alles en ondanks de vorderingen van wetenschap en techniek, die den zeeweg tot een veiligen weg maakten, blijft voor den Nederlander, die naar lndië gaat en voor den in lndië geborene, die den tocht naar het Moederland aanvaardt, het af scheid van den geboortegrond pijnlijk. Moeders en vaders, die hun kinderen zagen afreizen of die hen voor hun vorming hier achterlieten, gij allen, die wellicht in zorgen zijt om betrekkin gen of vrienden, die ver zijn of wellicht gebukt gaat door de herinnering aan een dierbaar ge laat, dat gij niet zult wederzien, voelt het, dat ik met u meeleef in den weemoed, die deze scheiding dagelijks voor zoo velen onzer brengt. Moge God u steunen. Schiep reeds die scheiding algemeen men- schelijke banden, die van alle rassen zijn en van alle tijden, daarnaast is er tusschen Ne derland en Nederlandsch-Indië dc hechte band der geschiedenis. Nederland zag naar lndië gaan niet alleen zijn zonen, die gedreven wer den door zucht naar gewin of avontuur, maar reeds van den eersten aanvang vergezelden hen mannen, die het als een levensroeping voelden lndië te dienen om het land zelf. Trotsch en dankbaarheid vervullen mij als ik gedenk de mannen en vrouwen, die hun krach ten gaven aan de bestudeering van land en volk en het licht der wetenschap lieten schijnen over den eerbiedwaardigen cultuur, die zij in lndië vonden. Trotsch en dankbaarheid, ook om de velen, die door zuivere liefde tot den naaste gedreven er een arbeidsveld vonden, dat zij bewerkten, niet zelden met opoffering van hun leven. En hoevelen, wier namen niet algemeen be kend zijn, hebben niet vaak op eenzame pos ten land en volk met zelfverloochening ge diend. Wie zal den omvang schatten van de toewij ding der vrouwen, die daarbij de mannen kracht gaf om te volharden in zijn moei lijke taak. Naast die band van het verleden is er die andere, de band van onze gezamenlijke verant woordelijkheid voor de toekomst. Ik richt mij in het bijzonder tot U, Mijnheel den Gouverneur-Generaal, drager in mijn naam van die verantwoordelijkheid voor Ncder- landsch-Indië. Ik wensch u van ganscher harte kracht toe om u te blijven wijden aan de taak, die u reeds metterdaad getoond hebt als een levensroeping te willen vervullen. Ik richt mij ook tot u allen, kinderen van het land of die het tot een tweede vaderland hebben gekozen en in het bijzonder tot hen, die door het aanvaarden van een post van ver trouwen in den Volksraad of in de Raden der zelfbesturcnde gebiedsdeelen getoond hebt de verantwoordelijkheid voor den bloei van land cn volk te gevoelen of door hun ambt geroe pen zijn 's lands belangen te dienen. Moge de ontwikkeling van lndië u de vol doening geven, dat deze mede door inspan ning van uw beste krachten werd verkregen Voortbouwende op wat ir*ernationale samen werking op het gebied van wetenschap en tech niek. tot stand bracht tot verbetering van de verbindingen tusschen alle deelen der wereld, heeft thans Nederlandsch energie en Neder landsch organisatievermogen weten te bereiken, dat ik tot zoovelen uwer rechtstreeks het woord kan richten. Moge ook dit voor u een teeken zijn van de nieuwe verhoudingen, welke zich vormen en een bewijs, dot de toekomst ook nieuwe cischen stelt. Die eischen moeten wij met moed aanvaarden. Dan kunnen wij geza menlijk den hoogen plicht vervullen om te werken aan het heil van Nederland en Neder- landsch-Indië. Het nieuwe middel van gemeen schap tusschen deze beide deelen van het rijk zij dc zinrijke belichaming van mijn hartelij- ken wensch, dat Nederland en Nederlandsch- Indië elkaor doorbij steeds beter zullen mogen verstaan. Ik heb gezegd." De toespraak van Prinses Juliana. Na ingeleid te zijn door den heer A. F. Philips, hield vervolgens H.K.H. Prinses Ju liana de volgende toespraak tot Nederl. Oost- Indië „Het is een zoo bijzonder aai dig denkbeeld, dat ik vandaag met U allen mag spreken en wel langs dezen nieuwen weg, waarvan de ontdekking immers van zoo groote beteckenis zal blijken te zijn. Zij het ook van uit dc verte en voor U onzichtbaar, toch doet het mij op- recht genoegen om thans met U in verbinding te komen. Het was voor mij reeds een bij zondere gewaarwording, dat ik eênige weken geleden op mijn eigen kamer kon genieten van hetzelfde schoone concert, dat ook U door de Philips' fabrieken zoo vriendelijk werd aangeboden. Nu door dit gesprek de groote afstand die ons scheidt, op eenmaal schijnt te zijn weggevallen, zal ook voor mij dit eer ste persoonlijk contact met Oost-Indië een onvergetelijke herinnering blijven. Nu bovendien enkele dagen geleden het belangrijke bericht ops bereikte, dat dank zij den heer dr. ir. de Groot ook van uw zijde met Nederland kan gesproken worden, schijnt de mogelijkheid van het voeren van geregelde gesprekken tusschen Oost-Indië en Nederland zeer aanstaande, waardoor de band tusschen U en ons nog nauwer zal worden toegehaold. Ik behoef U wel niet te zeggen hoezeer ook ik mij daarin verheug. Gaarne grijp ik deze gelegenheid aan om, na dc dankbetuiging, die ik reeds aan den Gouverneur-Generaal heb gericht, voor de gelukwenschen mij mede na mens de ingezetenen van Nederl. Oost-Indië aangeboden, nogmaals aan mijn hartelijke:» dank uiting te geven voor de vele bewijzen van belangstelling en medeleven, waarmede ik kort geleden op mijn achttienden verjaardag werd verrast en voor de wijze, waarop ook bij U dien dag werd herdacht. Wel moge ik onze Oost nog nimmer heb ben aansohouwd, toch voel ik mij gelukkig tegenover dat gedeelte van ons rijk niet meer geheel een vreemde, omdat ik door mijn stu die reeds het een en ander heb geleerd van de staatsinstellingen en van de verschillende bevolkingsgroepen van dat gebied en hun ge woonten en gebruiken. Natuurlijk hoop ik de kennis nog steeds te kunnen vermeerderen, teneinde zooveel mo gelijk op de hoogte te komen van de toe standen en omstandigheden in Insulinde. 11c moge eindigen met den wensch dat, nu deze mooie, nieuwe communicatie mij het groote voorrecht schonk heden met U in aan raking te komen, zij ook in staat moge zijn elkander nader te treden op elk gebied der hedendaagsche cultuur, op geestelijk en eco nomisch terrein en dienstbaar moge zijn aan het bevorderen der gemeenschappelijke ge voelens, die zoovelen aan deze en aan gene zijde der zeeën samen verbinden. Ik heb ge zegd." Een draadlooze donkbetuiging van H. M. de Koningin. Nadat Prinses Juliana hoar toespraak be ëindigd had, nam H. M. de Koningin opnieuw het woord en hield voor den microfoon nog de volgende toespraak „Diep getroffen door de hartelijke en geest driftvolle ontvangst en de vele blijken van belangstelling mij tijdens mijn bezoek aan de Philips' fabrieken ten deel gevallen, zoowel van de zijde van het personeel der fabrieken als van de overige bevolking van Eindhoven, gevoel ik mij gedrongen, alvorens rtaar het Loo terug te keeren, aan allen daarvoor mijn bijzonderen dank te betuigen." Een slotwoord van Prinses Juliana. Hierna deelde de heer A F. Philips den luisteraars in Nederl. Oost-Indië mede, dat ook H.KJd. Prinses Juliana nog iets wenschte te zeggen. Prinses Juliana zeide toen voor den micro foon nog het volgende „Gaarne sluit ik mij aan bij de woorden door mijn Moeder gesproken. Ook bij mij zullen de vele blijken van hartelijke belang stelling, in zoo ruime mate ondervonden, dit bezoek in dankbare herinnering doen blijven. Nadat H. K. H. Prinses Juliana Haar toe spraak beëindigd had, speelde de Philips' Har monie het „Wien Ncerlands' Bloed" en eenigc andere vaderlandsche liederen. Het vertrek. De Hooge Bezoekers begaven zich vervolgens naar de bibliotheek van het Laboratorium, waar H. M. de Koningin aan den heer A. F. Philips haar dank betuigde voor de ontvangst Haar en Prinses Juliana door de Philips' fabrieken be reid. Hierna vertrokken H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana met gevolg per auto naar den salontrein. De toespraken uitmuntend ontvangen. Het Persbureau Vaz Dias meldt nader, dat reeds tijdens de toespraak, die H. K. H. Prinses Juliana tot Nederlandsch Oost-Indië hield, een telegram uit lndië werd ontvangen, dat de toespraak van H. M. de Koningin uitmuntend was overgekomen. Van het Draadloos station te Bandoeng werd later draadloos bericht ontvangen, dat beide tocsproken woord voor woord konden worden verstaan. PRINS HENDRIK Prins Hendrik is Dinsdagavond uit Het Loo te 's-Grovenhage aangekomen. Z. K. H. de Prins heeft zich bereid ver klaard op te treden als eere-voorzitter van het comité, dat door het oprichten van een monu ment te Maastricht en zoo mogelijk het uitge ven van een gedenkboek, een herdenking wil doen plaats hebben van de geboorte, 800 jaa* geleden, van Heynryck van Veldeken, den dich ter van de eerste Nederlandschc Heiligen legende, van den eersten Nederlondschen rid der-roman en van het eerste Ncderlandsche Minnelied. HET BEZOEK VAN DEN KRUISER MEMPHIS. Een noenmaal namens de Ameri- kaonsche legatie. Gisteren heeft kapitein ter zee Lamar R. Leahy, marine-attaché der Amerikaansche le gatie te 's-Gravenhage, in het hotel des Indes een noenmaal gegeven ter eere van het ver blijf te Rotterdam van den Amerikaanschcn kruiser Memphis. Met den gastheer zaten aan de Amerikaan sche gezant, de heer Tobin, de heer Henry Norweb, le secretaris en S. E. Grummon, refe rendaris van de Amerikaansche legatie; vice- admiraol Burrage, commandant van de Ame rikaansche scheepsmacht in de Europeesche wateren; captain Lackey, commandant van da Memphis; commander D. W. Bagley, vroeger marine-attaché der Amerikaansche legatie in Den Haag; captain Clifford; lieutenant-com mander Macomb; vooits de Nederlandschc vlag- en verdere marineofficieren vice-admi- raal Zeeman, chef van de afdeeling materieel van het departement van marine; schout-bij nacht Sluys, chef van den marinestaf; vicc- admiraal Zegers Rijser, secretaris-generaal van het departement van marine; luitenant ter zee Ie klasse Bolloan, werkzaam bij den marine staf; luitenant ter zee le kl. Vreede, adjudant van den minister van Marine a. i.; luitenant ter ree Io kl. Post Uiterweer, van dc Hoogere Marine-krijgsschool, en luitenant-kolonel IJssel de Schepper, van het korps mariniers te Rot terdam. Minister Lambooy was door ambtsbezigheden verhinderd aan de uitnoodiging gevolg te geven. De Amerikaansche gezant geeft vandaag een maaltijd ter eere van het bezoek van dc Memphis. Het vertrek uit Rotterdam ver vroegd. Naar vernomen wordt, zal de Amerikaansche kruiser „Memphis", die aanvankelijk tot 5 of 6 Juni te Rotterdam zou blijven, reeds moigen die stad verlaten op daartoe uit Amerika be komen order. VERLENGING VAN DUUR EN VERLAGING DER KOSTEN VAN PASPOORTEN. De regeerïng zal zooveel mo- lijk spoed betrachten. Verschenen is het verslag van de vaste Commissie voor Belastingen der Tweede Ka mer, in wier handen is gesteld het wetsont werp tot wijziging van. de Zegelwet 1917 cn van de Wet op de Kanselarijrechten. Do Commissie heeft schriftelijk overleg ge pleegd met dc Regeering en bij dat overleg aan do Regeering medegedeeld, dot tegen den inhoud van het ontwerp bij hoor geen be zwaar bestond. Naar aanleiding van in de Commissie ge maakte opmerkingen deelde de Rcgeering mede, dot rij van meening was, dat de ver dubbeling van don geldigheidsduur van pas poorten als een moatregel in het belang van velen niet mag worden nagelaten, wijl daar mede het effect van een dwangmiddel tegen over een naar verhouding klem aantal kwaad willigen min of meer zou worden verzwakt. Zij gaf daarbij de verzekering, dat, voor zoover dit van de Regeering afhangt, het tijd stip van inwerkingtreding der wet zoo vroeg mogelijk zal worden gesteld. Alcohol is een vijand der arbeidersklasse. Uit het Duitsch door ERNST KLEIN Geautoriseerde vertaling van L DITHMARINE. In de oogen van den Oosterling flikkerde een oogenblik van uit de diepten van zijn op licht ersziel een verraderlijk licht. Hij snelde naar dc deur, alsof hij zich plotseling iets bedacht had. „Ik zal dadelijk iets bestellen. U zult te vreden zijn. En wijn Ik heb een voortreffelij- ken Chablis. Ook mijn Johannisberger Auslese mag genoemd worden „Hm we konden allebei probeeren." Zooals u wilt, mijnheer I" Maar hoe kort ook het flikkeren in die oogen geweest was, James Wood had het gezien. Hij liet den Oosterling half de deur uitgaan, dan riep hij hem weer terug. „Een oogenblik, mijn waarde I Ik mag niet van u vergen, dat u u zelf al die moeite geeft. Neen, neen, werkelijk niet 1 Blijft u toch als het u belieft I Blijft u rustig hier zitten I" „Maar, mijnheer het is een genoegen voor mij. „Dat kan ik me voorstellen. Om van het begin af aan open kaart met u te spelen tooet u zoo goed zijn eon te nemen dat ik geheel desperaat ben, een geladen browning in de zak heb en er niet de minste scrupules op na houd om een schurk als u, brave vriend, voor het hoofd te schieten. Ik had het voornemen, als ik mijn laatste geldstuk eerlijk verloren zou hebben, een eind eraan te maJcen. Maar nu het noodlot zoo welwil lend is geweest mij met je bekend te maken, heb ik niet de minste lust in een „vol-au- vent" met strychnine gevuld of voor alle eeuwigheid mijn maag te bederven met een „tournedos" in arsenicum gebraden. Wij be grijpen elkaor, nietwaar En nis u nu zoo goed wilt zijn te bellen, zullen we elkaar straks nog beter begrijpen. Wilt u zoo goed zijn Interessant, wetenschappelijk interessant wa ren dc kleurwisselingen in de huid van den Oosterling gedurende dit onderhoud. Specia listen zouden aan hem een nuttige studie heb ben kunnen maken over het menschel ijke pig ment. Zijn gelaatskleur ging van donkergroen nu over in vaalgrauw. De angst kroop in zijn oogen. Zijn vleeschige tong trok zenuwachtig over zijn dikke lippen. Gehoorzaam liet hij zich in een fauteuil vallen en belde. Als u één beweging maakt of één woord spreekt terwijl ik met den kellner in onder handeling ben," ging zijn verschrikkelijke gast verder, „schiet ik u vanuit mijn zak twee ko gels in uw dikke buik. Begrepen rrM—M—MonsieurI" zuchtte de Oos terling. Een Arabier trad binnen, en James Wood wijdde zich met groote kennis van za ken aan de samenstelling van een fijn diner. Intusschen verloor hij zijn onvrijwilHgen gast heer niet uit het oog Maar deze zat daar geheel terneergeslagen en liet alles zijn beloop. Integendeel hij scheen zich ernaar te willen voegen. En hoe langer het gesprek tusscherv James Wood en dezen kellner in Turksche kleedij duurde, des te meer ontspande zich zijn gezicht. Als het gesprek over het diner het dessert bereikt had, begon zijn mond zelfs te glimlachen, fijntjes, listigjes te glimlachen. „Ik bemerk," zeide hij, „dat u het genot kent van een kunstig samengesteld menu. Maar er is toch iets wat u vergeten hebt." „En dat is V' „Wat is het kostelijkste diner, de heerlijk ste wijn zonder het gezelschap van een schoo ne VIOUW." James Wood begon lont te ruiken. „U hebt nog zoo groot ongelijk niet, waar de gastheer," lachte hij, „maar de bijzondere omstandigheden aan welken ik dit diner ver schuldigd ben Een grootmoedige, handbeweging van den directeur wees zijn tegenwerping af. „U beoordee't mij nog altijd verkeert", zei de hij en zijn gouden tanden glonsden weer als voorheen, ,.of is een man als u bevreesd voor een vrouw „Het hangt er vanaf, waarde directour, in welke verhouding die vrouw tot u en het ge heel staat. Ach U hebt gelijk dat ik wer kelijk dwaas zou zijn als ik dat kleine risico niet op mij zou nemen. p-ravo mijnheer I U zult tevreden zijn I „!k ben bang, dat het een ontgoocheling voor u 7f\ 1 worden:" ,.Dat risico neem ik op mij, mijnheer I" En zich tot den Arabier wendend „Verzoek Madame Leonie hier te komen P Drie minuten later opende zij de deur daar stond de kleine Oostersche vrouw met de onschuldige mond en de satansoogen. *A la bonne heureT riep James Wood. IV. Glimlachend trad zij binnen. Een seconde bleef haar blik op den jongen man gericht, ging dan snel op den directeur over. Blik semsnelle vraag bliksemsnel antwoord. De voorstelling volgde. „Dit is Madame Leonie Sperazzi I" „Mijn naam is James Wood I" „Ik heet Aristidcs Sperazzi. Madame is mijn Zuster". Langzaam trad zij op de tafel toe. Jamea V'ood zocht een gelijkenis maar hij vond niets anders dan de oude gemeenplaats de gelijkenis met de kat. Dat wos geen gaan dat was een soort wiegen, glijden, dat wos een voortschrijdende dans. Alleen dc muziek ontbrak, de geheimzinnige muziek van het Oosten, die de Europeanen niet begrijpen cn daarom zoo leelijk, eentonig vinden. Dc gast wilde een plaats voor haar vrij maken op de ottomane, maar zij, met haar onschuldig lachje, noodde hem naast zich. Sperazzi r.am een fauteuil aan de andere zijde van Wood. Hm nu hebben ze mij in het midden 1 dacht deze. Het diner begon. Het was een succes van den eersten tot den laatstcn gang. Maar Ja mes Wood hield het hoofd koel. Zaken zijn zaken niet waar Toen de Hennessy geschonken werd en de corona, die Sperazzi als bekroning van het geheel aanbood, aangestoken was, leunde hij behagelijk achterover en heropende het debat. „Herinnert gij u nog, madame, ons Vort gesprek aan het begin van dezen avond?" Achteloos stootte zij de asch van haar si- garette. Alleen met haar glimlach antwoord de zij. »U leek mij eenigsrins getroffen door de melancholie waarmede ik sprak cn waardoor ik mij niet goed kon uiten. Het was de diepste melancholie, die er bestaat, diegene die ont staat uit het tegenovergestelde tusschen een vol hart en een leege portefeuille. „Het schijnt echter, dat getuige dit sou per uwe melancholie verdwenen is. U ziet dat mijn wensch u geluk gebracht heeft. U hebt gewonnen." Zij leunde iets meer achterover cn zag hem spottend aan tusschen haar half gesloten oog leden. Zonder twijfel deze kleine, mooie vrouwvrouw was tienmaal gevaarlijker dan de dikke brutalen kerel, die haar broer heette te zijn. Maar de zaak I Hij dronk langzaam een kopje van den godendrank, die ze in Egypte koffie noemen. Door koffie is nog niemand tot een moord gekomen. Zij kon wel merken wat er in hem omging. Het ééne roofdie speurde het andere. Gra cieus boog zij zich tot hem over. Heel dicht bij zijn gelaat was haar mond. „Wel, mijn bekeerde melancholieker Aristides Sperazzi zat er bij, hield de han den gevouwen op zijn buik en trok een on verschillig gezicht. Voor die twee onderen leek het alsof hij er niet was. „Ja, ik heb gewonnen," zeide James Wood, „ik heb de meening gewonnen dot zoo een ingenieuse uitvinding als u aan uwe roulette tafel aangebracht hebt, zeer goed met een kleine belasting bezwaard mog worden. Geen spier vertrok in het .gelaat van ma dame Leonie. (Wordt vcrvolgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5