Maison de Nouveauté, DOE HET NU! Telefonisch Weerbericht. Amersfoort- Telef. 302. Nouveauté's in alle sooiten Japonsloffen Garneeringen, Kanten, Knoopen, enz, Kragen, Vesten, Ceintuurs, Zakdoeken, Gespen, in groote keuze. Kousen en Handschoenen in alle prijzen Katoenen en Zijden en Fil d'Ecosse Zijde Ondergoederen. Alle Naaisters-Fournituren wwniiw ii'ihüb iii—nm VIT PEN OMTREK. „ONS BELANG". Openbare vergadering van „Ons Belang", vereeniging van onder- officieren enz. U t r e c h t, 2 Juni. In de groote zaal van het gebouw voor K. en W. het podium was rijkelijk" met bloemen en planten versierd werd vandaag dc 24e algemeene vergadering gehouden van de Ver eeniging van Onderofficieren, enz. „Ons Be lang". De vergadering, buitengewoon druk be zocht, zaal en balcon waren geheel gevuld, stond onder leiding van den voorzitter, den heer W. Wijk uit Amersfoort, dio te half twaalf de openingsrede hield. Spreker verwel komde in 't bijzonder de pers en de genoo- digden. Hier, in Utrecht, voelen wij ons thuis, al herinnert spreker met genoegen aan de prachtige vergadering in Maastricht. Wij dan ken de afdeeling Utrecht voor de hartelijke en gulle ontvangst. Spreker verzocht om het bondslied te zin gen, wat met enthousiasme geschiedde en waarop een driewerf hoera volgde voor „Ons Belang". Het is een bedroevend verschijnsel, aldus de Keer Wijk, dat het getal van hen, die wel pro- fiteeren van het werk van den Vakbond, maar niet toetreden, eerder grooter wordt dan klei ner. Er zijn ook nog te veel leden, die niets doen dan toekijken. Eendracht maakt mocht en samenwerking geeft kracht. Wanneer er één groep in de maatschappij is, wier be staan en positie wordt bedreigd, dan is het die der onderofficieren. Ontwapenaars willen niets liever dan onze verdwijning, en de reactie loert op onze financieele positie. De organisatie en de afdeelingen verkeeren in een zeer gezonden toestand. Wij zijn ge zond en mobiel. De achteruitgang van leden is tot staan gebracht, en er zijn kleine tee kenen die wijzen op verbetering van onzen toestand. De hoogst dringende salarisverbete ring en het rechtsherstel inzake de berucht© korting van 5% bleven achterwege. Het aan zien van het korps onderofficieren is in het leger nog meer gedaald. Wat zijn de oorza ken daarvan? In 't algemeen zijn onzê vijan den de reactie en de ontwapenaars. De klove tusschen hoogere en lagere standen wordt gaandeweg weer verbreed. Er vormt zich, ook in 't leger, een mentaliteit die voert naar dc tijden van weleer, toen de officier alles en de onderofficier niets was. De verbetering sinds '18 wordt geleidelijk te-niet-gedaan. Het be roeps-personeel dient daarom meer dan ooit één te zijn. Alle middelen om zich van goed- koope krachten te voorzien, schijnen geoor loofd. De verzwakking van het leger is het gevolg van de houding van de bezitters, dl© feitelijk het leger 't meest noodig hebben. Aan den anderen kont staan de ontwapenaars. „Brand hét beroepskader uit"- riep mr. Mar* chont. „Nooit meer oorlog" roepen anderen. Hélène Swarth ziet in den soldaat een ruw beest en een groot-moordenaar. Men spiegelt ons voor, dat wij 't goed zullen hebben, wan neer v/ij worden ontslagen. Maar heeft één ontwapenaar ooit zich te voren voor onze ontslagen kameraden aangetrokken. De pre dikers van nieuwe legersystemen zijn onze grootste vijanden. Er zijn er onder, die nog nooit een compagnie hebben kunnen aanvoe ren. De anonymi die in de groote dagbladen over de weermacht schrijven, doen ons leger onberekenbare schade. De onbekende schrij ver in De Standaard die 30 millioen meent te kunnen bezuinigen, moest indien hij een mi litair blijkt te zijn veroordeeld worden wegens hoogverraad. Het wordt tijd de hand wat krachtiger aan den ploeg te slaan en de Regeering duidelijk te maken, dat het noodzakelijk en rechtvaar dig is onze positie te verbeteren. Onze rechts positie is gebrekkig, de salarieering veel te laag, de bevordering een bespotting, en de kwestie van de dubbelrangen het vreemdste experiment dat men ooit zag vertoond, ter wijl de vergoeding te laag zijn en de vaklie den achterstaan bij het troepenkader. De pas ingediende capitulonte-wet is de meest on rechtvaardige en onoprechte wet die ooit is ingediend. Zij zou een raipp zijn voor het le ger, voor de onderofficieren en voor dc schat kist, maar voor leger allereerst omdat iedere gedupeerde de felste anti-militarist zal wor den. Het Hoofdbestuur zal zich uit alle macht tegen deze wet verzetten. Dat ondanks alle tegenslagen ons onder officierenkorps misschien tot het beste van Europa behoort, is niet in de laatste plaats te danken aan den geest en den arbeid in onze organisatie. Laten we oppassen voor het ver lies onzer geestdrift. Wij roepen uw aller me dewerking en steun in. Op deze rede volgde een daverend applaus. De voorzitter riep nog in 't bijzonder het welkom toe aan het bestuur van den Alg. Mil. Pensioenbond, dot voltallig aanwezig is. Een telegram van hulde wordt gezonden aan de vorstelijke personen van den volgenden in houd De onderofficieren van de Ned. Land macht, leden der Ver. „Ons Belang" bren gen Uwe Majesteit, Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden en H.K.H. Prinses Juliana eerbiedig hulde. 'Alsnu was aan de orde een rede van den heer D. F Brandwijk, over de noodzakelijk heid en mogelijkheid van het instandhouden van ten goed georganiseerde weermacht in Nederland. De afd. Assen had een motie van orde ingediend over dit punt en verdedigde haai uitvoerig. De bedoeling was de rede niet te loten plaats hebben, omdat zij in strijd komt met het neutraliteitsbeginsel van de organisa tie on zich begeeft op het terrein van dc po litiek. Eenigc afdeelingen kwamen met klem tegen deze motie van orde op. Speciaal Dor drecht noemde haar een tactische fout. As sen wil niet doen aan politiek, maar haar voorstel druipt zelf van politiek. De bezuint- gingsdrang die zich richt op het leger, spitst zich altijd meer toe op \et onderofficieren- korps. Daarom is het funest als naar blijkt dat er een groote strooming onder ons zou zijn, die staat op het standpunt „geen man en geen cent". Wie dat standpunt inneemt moet consequent zijn en het leger verlaten. Rotterdam en Utrecht huldigen de zelfde meening. Soesterberg verklaart- zich accoord met Assen. Het Hoofdbestuur betoogt, dat de or ganisatie zich moet laten voorlichten op een terrein, dat ons het allernaast aan 't hart moet liggen Een geest, die zich verzet tegen het leger, mag onder ons niet aangekweekt. Vol gens onze statuten moet „Ons Belang" -de militaire en maatschappelijke deugden van haar leden aankweeken. Assen ontkent dat politieke meeningen invloed hebben gehad op het indienen van haar motie. De soc dem. leden van Assen waren bij de besprekingen over deze motie niet aanwezig. Wij hebben ons alleen te be moeien met de positie van ons korps, niet met den vorm waarin met het leger wil brengen. Het gaat alleen om onze positie en ons pres tige. De motie-Assen wordt hierop in stemming gebracht en verworpen met 94 tegen 12 stem men Behandeling der afdeelings-voor- stcllcn. De afd. den Haag stelt voor de zaak in huishoudelijke bespreking te behandelen, aangezien het anders voor de tegenstanders moeilijk is zich uit te spreken. De Voorzitter adviseerde, het voorstel van den Haag niet te steunen. Het voorstel werd ingetrokken. De noodzakelijkheid van een weermacht. De heer D. F. Brandwijk (Soesterberg') sprak alsnu zijn rede uit over: „Dc nood zakelijkheid en mogelijkheid van het in standhouden van een goed georganiseerde Weermacht in Nederland". Wanneer het hoofdbestuur do vraag stelt „Is het instandhouden van een goed georga niseerde Weermacht in Nederland noodzake lijk?" dan moet het Hoofdbestuur deze vraag bevestigend beantwoorden. De leus der ontwapenaars „Nooit meer Oorlog", is ook de onze. Het militaire geweld dat Europa voor 1914 bedreigde is neerge slagen. Toch zijn we even ver van een oor log gescheiden als voor 1914. Heel de wereld maakt zich momenteel gereed voor een nieu wen oorlog, met een energie een betere zaak waardig. Dit lijkt allerminst op een streven „Nóóit meer Oorlog!" Zelfs de ontwapende Duitsche Republiek blijft een bedreiging. Polen, Belgie, Frankrijk en andere landen wapenen zich sterker dan ooit. De leus van de ontwapenaars „Weg met den Oorlog, weg met het geweld", is fout. Men heeft de meening gewekt, dat de ont wapening de aangewezen weg tot den wereldvrede zou zijn. Tusschen de volkeren van Europa zijn nog hooge sombere muren opgericht, waarvan de poorten slechts open gaan om legers op elkaar los te laten. Die muren moeten verdwijnen. Men heeft hier voor den Volkenbond opgericht, toch wordt ook nog de Volkenbond in gevaar gebracht. Men heeft van den Volkenbond meer ge vraagd dan verwacht kon worden. De strijd voor ontwapening die internatio naal was, Is in sommige landen nationaal geworden, dit is ook weer een struikelblok voor de algchecle ontwapening. Ons eigen land is hiervan ook wel een der bewijzen. Men heeft echter het doel voorbijgestreefd. De nationale kracht wordt gebroken door klasse- cn standstrijd. Wij moeten echter voor alles zijn tegen éénzijdige nationale ontwapening. Het komt ons voor, dat een eenzijdige ontwapening niet de aangewezen weg is. Wanneer Nederland ontwapend zou zijn, zouden Duitschland en Engeland conclusies trekken, die voor ons land funeste gevolgen zouden hebben. Men weigert aan België een kanaal van den Rijn naar den Moerdijk te graven, wat tot minder vredelievende handelingen van België aanleiding zou kunnen geven, maar men gaat toch voort, om de éénzijdige natio nale ontwapening te prediken! (Applaus). Spr. citeert dan cenige gedeelten uit het programma van do Belgische Sociaal-Demo craten, waaruit de conclusies getrokken worden dat een ontwapening van het Belgi sche leger ongewenscht is. De Oostenrijksche Sociaal Democratie wapent zich. eveneens tegen de Bolsjewiki. Het Nederlandsche leger heeft door alle eeuwen heen eon bezuinigingsdruk moeten weerstaan. Nederland is met de bezuiniging van het leger verder gegaan dan het mocht. Het is jammer dit tc moeten zeggen van een land, dat buiten de verschrikkingen van den oorlog bleef. Wij zijn beoepsonderofficieren d.w.z. vrij willigers. Deze vrijwillige positie, heeft ons ten opzichte van do-éénzijdige ontwapening verplichtingen opgelegd. Wij hebben op ons genomen het Nederlandsche volk weerbaar te maken. Tot onze voornaamste eigenschap pen behooren eerlijkheid en ridderlijkheid. Ridderlijkheid is. dat wij ons tegenover dc overheid niet anders voordoen dan we zijn. Daarin zijn dc bewijzen te vinden in onze acties. Wanneer er ongewcnschte toestanden bestonden, hebben wij nooit geschroomd het U cn de Overheid voor tc loggen. W ij heb' hen altijd wonrdrci ing gehad voor wat man nen als tor Haar. Marchant en Oud hebben gehad voor dc belangen van onze positie, cn wii zullen ons blijven verzetten tegen hen, die het misscnicn met een groot deel van deze rede eens zijn, maar die nog nooit iets voor de onderofficieren hebben gedaan. Hier uit blijkt ten duidelijkste de mooie neutraio objectiviteit van ons standpunt (daverend applaus). Verschillende afgevaardigden brengen hulde aan de fraaie rede, die men in brochu revorm uitgegeven wenscht te zien. Ilct Be stuur neemt dit laatste in overweging. Met uitzondering van Assen en Hcmbrug voreenigt de vergadering zich met de vol gende motie van het Hoofdbestuur: De Algemeene Vergadering van „Ons Belang", gehoord de besprekingen over do noodzakelijkheid cn mogelijkheid van het instandhouden van een goed ge organiseerde weermacht, voor Neder land; van oordeel: dat de internationale omstandighe den en verhoudingen zich nog niet dermate hebben gewijzigd en verbe-. terd, dat in de toekomst ten oorlog in Europa buitengesloten kan worden ge acht; dat de geografische ligging van ons land net gevaar medebrengt, dat het bij een cventueelen oorlog tusschen do naburige landen, daarin zijdelings bc- trokken wordt; dat de Nederlandsche bevolking niets liever wenscht, dan in vrede cn vriend schap te leven met de omringende landen; dat deze wensch de verplichting in houdt, zoodanige maatregelen to ne men, als noodig zijn om in voorkomen- de gevallen de volstrekte neutraliteit van het grondgebied te kunnen verde digen en te handhaven; van oordeel voorts: dat de historisch gegroeide eenheid van het Koninkrijk der Nederlanden, het monarchaal, doch democratisch regeerstelscl, dc grondwettelijke po sitie van den Nederlandschen Staats burger en het culturcele leven, alsmede hooge peil waarop wetenschap en kunst zich in ons land bevinden, be zittingen zijn van zoo groote waarde, dat ieder Nederlander het zich tot eer en plicht moet achten, voor het behoud daarvan do noodige offers te brengen; dat voor het behoud dezer bezittin gen het handhaven onzer nationale onafhankelijkheid noodzakelijk moet worden geacht; dat, zoolang internationale regelin gen cn overeenkomsten deze nationale onafhankelijkheid niet waarborgen, het instandhouden eener weermacht een onafwijsbare eiscli-is; spreekt uit als haar meening, dat het plicht is van elk Nederlander, voort durende zorg te betrachten voor ver hooging van de waarde dier weer macht en zich te keeren tegen alles, wat verzwakking der weermacht tot doel heeft of tot gevolg kan hebben; besluit deze Motie ter kennis tc bren gen van dc Regeering en dc Volksver tegenwoordiging en verder op zoo ruim mogelijke schaal te publiceeren. Ook wordt een motie van de afd. Utrecht aangenomen, waarin uitgesproken wordt, dat de weermacht reeds meerdere jaren ten prooi is aan een schier eindeloos gereor- ganiseer en geëischt, dat in het leger einde lijk eens rust £ome en dat dit leger weder om zal moeten beschikken over een voldoend aantal beroepskader, zoodat het houden van groote oefeningen mogelijk zal zijn, zonder dat de rust in het land wordt bedreigd of verstoord. De encadreering van het Ned. leger. Do heer W. J. Vaatstra (alg. secretaris, te Amersfoort) leidt vervolgens het onderwerp in: „De encadreering van het Ned. leger". Spreker gispt het beleid van Colijn, die aan vankelijk voor liet leger goed werk deed, maar toen hij de financiën beheerde, een soort Zwitsersch legerstelsel liet propagee- ren, dat onze weermacht moest verzwakken. Minister van Dijk reorganiseerde de infan terie. Hij verscheurde het kleed waarin het leger was gehuld. Inplaats van die scheur te herstellen, maakten zijn opvolgers het nog erger. Op den weg der bezuiniging werd voortgegaan, dio de weermacht niet verbe tert, maar verzwakt. Men kan zeggen dat ons land er op 't oogenblik financieel gunstig voorstaat, al moeten wij de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen. Het onderhouden van een goedgeorganiseerde weermacht blijft nood zakelijk. Spreker toont aan de hand van de cijfers aan, dat de kosten van de landmacht sedert 1913 relatief zijn gedaald inplaats van gestegen. In 1913 bedroegen ze 15 vaai de totale staatsuitgaven, thans nog geen 10 Spreker herinnert aan de gebeurtenissen in 1914„ toen dank zij het beroepskader een een heid geschapen werd waar het een chaos leek. De- hulp die toen aan het verlofskader gegeven werd, zal thans echter ontbreken. Het verlofskader kan niet meer paraat zijn al beschikt het over de grootste bereidwillig heid bij de leden. De toestand is nog niet verloren, als dadelijk met aanvulling wordt begonnen. Een capitulantenstelsel zal die aanvulling belemmeren. Een kaderschool moet zoo spoedig mogelijk weer wórden op gericht. De deskundigen houden zich het hart vast, als zij denken aan een nieuwe mobilisatie. Het is dwaasheid te me en en dat een recruut binnen enkele maanden opge leid kan zijn tot instructeur. Een goed leger is niet mogelijk zonder een militairen geest, wat heel iets anders is dan een mili- tairistische geest. En de dragers van dien militairen geest zijn het beroepskader. Van daar dat mr. Marchant ons heelc kader wil uitbranden. Dat men het verlofskader wil belasten met de instructie van rccrutcn komt ten eerste voort uit de lust tot bezuinigen, maar vervolgens uit den wensch om aan de ontwapenaars enkele brokjes loc tc werpen. Spreker besluit met de woorden van majoor Al ting von Gcusau: „het opdragen van dc opleiding onzer militie aan het vcrlofskader met inkrimping van het berocpspcrsoneel voert ons leger noodzakelijk ten verderve." (Applaus). In aansluiting aan deze rede wordt een motie aangenomen, onge\eer als volgt lui dend: De Algemeene Vergadering van „Ons Be lang; gehoord dc besprekingen over de cncadrce ring van net Nederlandsche leger; gelet op: de korte oefeningstijd in ons leger, waardoor eene intense oefening der dienstplichtigen noodzakelijk is; de algemeene ongeschiktheid van het dienstplichtig kader om instructie te geven en de onmogelijkheid om aan dat kader do instructie op te dragen voor opleiding der overige dienstplich tigen; de noodzakelijkheid van een vol- ddoend aantal kundige beroepsonder officieren, om een vlot verloop der mo bilisatie te waarborgen; is van oordoel: dat het Nederlandsche Lcgey geëncadreerd moet zijn met een behoorlijk aantal beroeps- onderoffieceren; dat het aantal beroepsonderofficceren na de kaderinkrimping van 1923 reeds te sterk is verminderd, waaronder tucht, geoefend heid en mobiliseeringsmogelijkheid ornstig lijden, terwijl de werkzaamheden der over geblevenen overmatig zijn geworden. Verzoekt Regeering en Volksvertegenwoor diging dringend geenerlei maatregelen tc nemen of goed te keuren, waardoor het getal beroepsonderofficieren, (dat vermeerdering behoeft), nog meer wordt verminderd. Enkele afdeelingsvoorstellcn worden nader besproken. De bezoldiging. De heer W. van 01 st (Haarlem, lid van het H. B.), bespreekt de bezoldiging in 't algemeen. Het Hoofdbestuur heeft tegen de gewoonte in een nieuw voorstel geformu leerd nadat de agenda gereed was n.a.v. een maatregel van „Oorlog", volgens welke on deraf ici eren in hoogere rangen kunnen wor den geplaatst zonder de daaraan verbonden bezoldiging. .Het Hoofdbestuur wil tegen dit besluit actie voeren. De vergadering gaat hiermee accoord. Terzake de bezoldiging brengen de afdeelingen nog verschillende wenschelijkheden naar voren, o.a, om actie te blijven voeren voor verbetering der sala rissen, voor uitvoering van de motie-Bulten, en tegen de „beruchte 5 Ook wordt erop aangedrongen, de bezoldiging der militaire werklieden in overeenstemming te brengen met den rang dien ze bekleeden. Ilct Hoofd bestuur zegt toe een krachtige actie te voe ren voor deze groep, teneinde haar weer in de oude salarisschaal geplaatst te krijgen. De voorstellen van het hoofdbestuur en de afdeelingen nopens de bezoldiging worden aan genomen. Huldiging van den voorzitter in verbond met zijn 25-jarig be stuurslidmaatschap. 'Daarna heeft de feestelijke huldiging plaats van den voorzitter, den heer W. Wijk, die eeni- ge maanden geleder, een kwart-eeuw lid van het hoofdbestuur was. Als de president en zijn gezinsleden de zaal binnentreden, begeleid door het comité van ontvangst, zingen de aanwezi gen staande het bondslied. De jubilaris wordt vervolgens toegesproken door den voorzitter van het huldigingscomité, den heer De Riemer, uit Amsterdam, die een fraai gelegenheids-al bum in echt leder gebonden, aanbiedt, verlucht met vele foto's, en een album, bevattende de handteekeningen var. allen die aan het Hulde blijk hebben deelgenomen. Het geschenk gaat vergezeld van een albumtafeltje van coroman- delhout. Ook wordt den voorzitter onder daverend applaus zijn geschilderd portret aangeboden. De woordvoerder, do heer De Riemer, wijst er op, dat de heer Wijk zijn wérk heeft vol bracht c .danks alle wantrouwen en verguizing, die in de eerste jaren zijn deel zijn geweest. Gij zijt pal blijven staan. Het wekt een traan van ontroering als wij denken aan alles wat gij moedig hebt doorstaan. Wij willen getuigen van onze dankbaarheid voor uw strijd tot er kenning van onze i echten en verbetering onzer positie. De weduwen en weezen zijn niet min der dankbaar voor uw arbeid. Spreker richt zich ook tot mevrouw Wijk, die haar man in zijn moeilijke worsteling trouw terzijde stond. -Als stoffelijk blijk van dank Liedt hij haar een zilveren theeservies aan. De dames van het gezin van den jubilaris worden alle vereerd met een bloemstuk. De heer Klooster voert vervolgens het woord namens het hoofdbestuur, om nog eens te getuigen van de groote waardeering voor des jubilaris' persoon en werk. Wij eeren u door de daad, door trouwen en eerlijken steun, wij voelden dat bij alles uw richtsnoer was het belang van onze onderofficieren en hun gezinnen. Gij ontvangt den ridderslag van dui zenden vrouwen en kinderen in den lande. Spreker verklaart, dat het van het jongste tot het oudste lid van ons bestuur, hun aller vu rigste harte wensch is, den heer Wijk nog vele jaren als leider en hoofd van onze organisatie te mogen behouden. Gij waart bouwer, metse laar en opperman tegelijk, maar tegelijk het bindend cement. Deze onze verklaring beze gelen wij met een handdruk (applaus). Moogt gij nog lang blijven zooals gij thans voor ons staat, recht en sterk als een eik. Spreker stelt de vergadering voor een driewerf hoera aan te heffen op onzen leider en vriend( daverende toejuichingen). De heer W a 1 r a v e spreekt uit naam yan de instellingen. Wij allen weten wat gij hebt gewrocht. Spreker verklaart hoe' het geschil derd portret is tot stond gekomen. Het moest dc persoon van den leider uitbeelden: gereed tot het beantwoorden van vragen, tot het ver dedigen van onze belangen, in 't kort paraat. Spreker verzoekt den voorzitter naast het por tret te gaan staan, zoodat iedereen de goede gelijkenis kan constateeren (applaus). Spreker stelt den schilder Theo Dijkveld (Den Haag) aan de vergadering voor. De heer Visser voert het woord namejfi1 Moeten we het nog .vel zeggen, Moet het nog wel in de krant Als zóó iets gebeurd is, weet je Wal je doen moet, Nederland. Als er menschen zijn getroffen Waar je eerst de welvaart vond, Als er nu ruïnes liggen t Waar een dorpje eertijds stond Als plöts een natuurgebeuren Véél in d'Achterhoek verwoest, Dan zou Holland nog niet weten Wat het kon en wat het moest? Vele, vele landgenooten, Zijn daar bijna alles kwijt Zeg, bedenk dat als je kalmpjes In je limousine rijdt. Holland, dank je voor je me5ï!Jr Denk eens terug aan Borculo, En doe, naast je meelij, daden,.» Tientjes, twintigjes en zoo PIMM7. den Alg. Mil. Pensioenbond. Spreker tooit zich met het kleed der dankbaarheid, in de plooien waarvan een sprookje is verborgen. Het ver haal van dit sprookje, dat het levenswerk van den leider in korte trekken schetst, wordt met intense belangstelling gevolgd en vehvekt een hartelijk applaus. Dc jubilaris is de man die het schoone sprookje tot werkelijkheid heeft gemaakt. Hij heeft op de zonnige hoogten een vesting gebouwd, en die vesting genoemd „Ons Belang". Een onbedaarlijk applaus volgt op dit woord. Namens den A. M. P. biedt spreker ten slotte een herinnéringsalbum aan. De jubilaris dankt voor de hem gebrach te hulde. Spreker is door alle dankbaarheid, die hem in den loop der laatste maanden is getoond, overstelpt. 'Als er iets is tot stand gebracht, is dat zeer zeker ook te danken ge weest aan de toewijding van de velen, die hem hielpen. Sprekers hart is vol. In 't bizonder dankt hij het hoofdbestuur. Mede namens zijn familie spreekt hij zijn dank uit voot de aan geboden geschenken. Hij hoopt dot men hem de oude vriendschap ook in de toekomst zal blijven toedragen, (luide toejuiching). De 'heer De Riemer spreekt nog woorden van hulde tot den heer Beerens (Dordrecht), die 28 jaar lang in het hoofdbestuur zitting heeft gehad en thans afscheid neemt, omdat hij den dienst gaat verlaten. Namens de vereeni ging biedt spreker een paar crapauds aan als bewijs van genegenheid en waardeering (luid applaus en toejuiching). De vergadering wordt hierop geschorst. De avondvergadering was huishoudelijk. Op voorstel van den alg. voorzitter, den heer A. Wijk, wordt door opstaan stille deelneming betuigd met het lot der slachtoffers van de jongste natuurramp in den Oosthoek van het land. De heer Leegstra, H.-B.-lid, deelt bij de be spreking van dc opleiding tot hoogeren rang mede, dat een request dienaangaande aan den M. v. O. zal worden ingediend. Aan het verlangen van velé afdeelingen, die voorstellen voor den beschrijvingsbrief hierom trent hebben ingediend, wordt hiermede vol daan. Door het H. B.-lid Schutijzer wordt de kwes tie der bevordering besproken. Het hoofdbestuur heeft de meening, dat al léén de definitieve periodieke bevordering, zoo- als reeds jaren door de organisatie voorge staan, de eenigstc oplossing is voor het vraagstuk der bevordering. Hoewel er reden van dank aan den M. v. O. is voor de poging van zijne excellentie om ook de onderofficieren tegemoet te komen, door per 1 Mei j.l. de z.g. „dubbelrangen" in te stellen, kan er toch geen tevredenheid over be~ tuigd worden. Bevordering alléén bestaande in het ontvan gen van de onderscheidingsteekenen voor den hoogeren rang, kan niet bevredigen. Bij ver hooging van rang behoort ook verhooging van inkomen en overige verbetering van positie te komen. Naar de meening van de afd. Utrecht is het te voorzien, dat velen der thans bevor derden binnen zéér korten tijd spijt zullen heb ben van hun rangs-verhooging. Ook kan het verleenen van een voorschot aan de nieuwe sergeanten-majoor de instem ming dezer afdeeling niet verwerven. f Verschillende der andere afdeelingen zijn in dezen dezelfde meening toegedaan. Op een vraag van een der afdeelingen wordt door het H. B. medegedeeld, dat het niet bekend is wanneer de eerstvolgende be vordering plaats zal hebben. Een voorstel van de afd. Gorinchem om ac tie te voeren vopr afsluiting der candidatenlijst voor hooogeren rang op I Jan. 1930 en instel ling van een candidatenlijst per jaarklasse, vindt geen steun in de vergadering. Van de Belgische Vereeniging van Onder officieren werd een telegram ontvangen/ waarin de groeten van die vereeniging aan de zuster organisatie in Nederland werd gebracht en waarin de beste wenschen voor welslagen van het congres van „Ons Belang" werd uitge sproken. Door het H. B. v/erd bij monde van den heer D. F. Brandwijk, lid van dit college, huid© ge- bracht o.a. aan de sergeanten van de afdeeling Naarden, die onmiddellijk na de „dubbelran- gen"-bevordering op I Mei j.l. voor zich op- eischten het vervul'en van de sergeantsdien sten. Deze sergeanten meenden dat o.a. de nieuwe sergeanten-majoor géén diensten moch ten verrichten in den naastlageren rang, zulks in strijd met de uitgesproken opvatting van den commandant van het veldleger. Ook het H. B. is van dezelfde meening. Naar waarneming in den ochtend van heden. Hoogste stand 766.8 te Scilly. Laagste stand 754.8 te Sëma. Verwachting tot den avond van 4 Jtmis Zwakke tot matige W. tot Z.W. wind, ge* deeltelijk bewolkt, weinig of geen regen in het Zuiden, in het Noorden mogelijk enkele regenbuien, overdag iets warmer.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 6