Maison de Nouveauté,
DOE HET NU!
Telefonisch Weerbericht.
Amersfoort- Telef. 302.
Nouveauté's in alle sooiten Japonsloffen
Garneeringen, Kanten, Knoopen, enz,
Kragen, Vesten, Ceintuurs, Zakdoeken,
Gespen, in groote keuze.
Kousen en Handschoenen in alle
prijzen
Katoenen en Zijden en
Fil d'Ecosse Zijde Ondergoederen.
Alle Naaisters-Fournituren
wwniiw ii'ihüb iii—nm
VIT PEN OMTREK.
„ONS BELANG".
Openbare vergadering van „Ons
Belang", vereeniging van onder-
officieren enz.
U t r e c h t, 2 Juni.
In de groote zaal van het gebouw voor K.
en W. het podium was rijkelijk" met bloemen
en planten versierd werd vandaag dc 24e
algemeene vergadering gehouden van de Ver
eeniging van Onderofficieren, enz. „Ons Be
lang". De vergadering, buitengewoon druk be
zocht, zaal en balcon waren geheel gevuld,
stond onder leiding van den voorzitter, den
heer W. Wijk uit Amersfoort, dio te half
twaalf de openingsrede hield. Spreker verwel
komde in 't bijzonder de pers en de genoo-
digden. Hier, in Utrecht, voelen wij ons thuis,
al herinnert spreker met genoegen aan de
prachtige vergadering in Maastricht. Wij dan
ken de afdeeling Utrecht voor de hartelijke
en gulle ontvangst.
Spreker verzocht om het bondslied te zin
gen, wat met enthousiasme geschiedde en
waarop een driewerf hoera volgde voor „Ons
Belang".
Het is een bedroevend verschijnsel, aldus de
Keer Wijk, dat het getal van hen, die wel pro-
fiteeren van het werk van den Vakbond, maar
niet toetreden, eerder grooter wordt dan klei
ner. Er zijn ook nog te veel leden, die niets
doen dan toekijken. Eendracht maakt mocht
en samenwerking geeft kracht. Wanneer er
één groep in de maatschappij is, wier be
staan en positie wordt bedreigd, dan is het die
der onderofficieren. Ontwapenaars willen niets
liever dan onze verdwijning, en de reactie
loert op onze financieele positie.
De organisatie en de afdeelingen verkeeren
in een zeer gezonden toestand. Wij zijn ge
zond en mobiel. De achteruitgang van leden
is tot staan gebracht, en er zijn kleine tee
kenen die wijzen op verbetering van onzen
toestand. De hoogst dringende salarisverbete
ring en het rechtsherstel inzake de berucht©
korting van 5% bleven achterwege. Het aan
zien van het korps onderofficieren is in het
leger nog meer gedaald. Wat zijn de oorza
ken daarvan? In 't algemeen zijn onzê vijan
den de reactie en de ontwapenaars. De klove
tusschen hoogere en lagere standen wordt
gaandeweg weer verbreed. Er vormt zich, ook
in 't leger, een mentaliteit die voert naar dc
tijden van weleer, toen de officier alles en de
onderofficier niets was. De verbetering sinds
'18 wordt geleidelijk te-niet-gedaan. Het be
roeps-personeel dient daarom meer dan ooit
één te zijn. Alle middelen om zich van goed-
koope krachten te voorzien, schijnen geoor
loofd. De verzwakking van het leger is het
gevolg van de houding van de bezitters, dl©
feitelijk het leger 't meest noodig hebben.
Aan den anderen kont staan de ontwapenaars.
„Brand hét beroepskader uit"- riep mr. Mar*
chont. „Nooit meer oorlog" roepen anderen.
Hélène Swarth ziet in den soldaat een ruw
beest en een groot-moordenaar. Men spiegelt
ons voor, dat wij 't goed zullen hebben, wan
neer v/ij worden ontslagen. Maar heeft één
ontwapenaar ooit zich te voren voor onze
ontslagen kameraden aangetrokken. De pre
dikers van nieuwe legersystemen zijn onze
grootste vijanden. Er zijn er onder, die nog
nooit een compagnie hebben kunnen aanvoe
ren. De anonymi die in de groote dagbladen
over de weermacht schrijven, doen ons leger
onberekenbare schade. De onbekende schrij
ver in De Standaard die 30 millioen meent
te kunnen bezuinigen, moest indien hij een mi
litair blijkt te zijn veroordeeld worden wegens
hoogverraad.
Het wordt tijd de hand wat krachtiger aan
den ploeg te slaan en de Regeering duidelijk
te maken, dat het noodzakelijk en rechtvaar
dig is onze positie te verbeteren. Onze rechts
positie is gebrekkig, de salarieering veel te
laag, de bevordering een bespotting, en de
kwestie van de dubbelrangen het vreemdste
experiment dat men ooit zag vertoond, ter
wijl de vergoeding te laag zijn en de vaklie
den achterstaan bij het troepenkader. De pas
ingediende capitulonte-wet is de meest on
rechtvaardige en onoprechte wet die ooit is
ingediend. Zij zou een raipp zijn voor het le
ger, voor de onderofficieren en voor dc schat
kist, maar voor leger allereerst omdat iedere
gedupeerde de felste anti-militarist zal wor
den. Het Hoofdbestuur zal zich uit alle macht
tegen deze wet verzetten.
Dat ondanks alle tegenslagen ons onder
officierenkorps misschien tot het beste van
Europa behoort, is niet in de laatste plaats te
danken aan den geest en den arbeid in onze
organisatie. Laten we oppassen voor het ver
lies onzer geestdrift. Wij roepen uw aller me
dewerking en steun in.
Op deze rede volgde een daverend applaus.
De voorzitter riep nog in 't bijzonder het
welkom toe aan het bestuur van den Alg.
Mil. Pensioenbond, dot voltallig aanwezig is.
Een telegram van hulde wordt gezonden aan
de vorstelijke personen van den volgenden in
houd
De onderofficieren van de Ned. Land
macht, leden der Ver. „Ons Belang" bren
gen Uwe Majesteit, Zijne Koninklijke
Hoogheid den Prins der Nederlanden en
H.K.H. Prinses Juliana eerbiedig hulde.
'Alsnu was aan de orde een rede van den
heer D. F Brandwijk, over de noodzakelijk
heid en mogelijkheid van het instandhouden
van ten goed georganiseerde weermacht in
Nederland.
De afd. Assen had een motie van orde
ingediend over dit punt en verdedigde haai
uitvoerig. De bedoeling was de rede niet te
loten plaats hebben, omdat zij in strijd komt
met het neutraliteitsbeginsel van de organisa
tie on zich begeeft op het terrein van dc po
litiek.
Eenigc afdeelingen kwamen met klem tegen
deze motie van orde op. Speciaal Dor
drecht noemde haar een tactische fout. As
sen wil niet doen aan politiek, maar haar
voorstel druipt zelf van politiek. De bezuint-
gingsdrang die zich richt op het leger, spitst
zich altijd meer toe op \et onderofficieren-
korps. Daarom is het funest als naar blijkt
dat er een groote strooming onder ons zou
zijn, die staat op het standpunt „geen man
en geen cent". Wie dat standpunt inneemt
moet consequent zijn en het leger verlaten.
Rotterdam en Utrecht huldigen de
zelfde meening. Soesterberg verklaart- zich
accoord met Assen.
Het Hoofdbestuur betoogt, dat de or
ganisatie zich moet laten voorlichten op een
terrein, dat ons het allernaast aan 't hart moet
liggen Een geest, die zich verzet tegen het
leger, mag onder ons niet aangekweekt. Vol
gens onze statuten moet „Ons Belang" -de
militaire en maatschappelijke deugden van
haar leden aankweeken.
Assen ontkent dat politieke meeningen
invloed hebben gehad op het indienen van
haar motie. De soc dem. leden van Assen
waren bij de besprekingen over deze motie
niet aanwezig. Wij hebben ons alleen te be
moeien met de positie van ons korps, niet met
den vorm waarin met het leger wil brengen.
Het gaat alleen om onze positie en ons pres
tige.
De motie-Assen wordt hierop in stemming
gebracht en verworpen met 94 tegen 12 stem
men
Behandeling der afdeelings-voor-
stcllcn.
De afd. den Haag stelt voor de zaak in
huishoudelijke bespreking te behandelen,
aangezien het anders voor de tegenstanders
moeilijk is zich uit te spreken.
De Voorzitter adviseerde, het voorstel van
den Haag niet te steunen. Het voorstel werd
ingetrokken.
De noodzakelijkheid van een
weermacht.
De heer D. F. Brandwijk (Soesterberg')
sprak alsnu zijn rede uit over: „Dc nood
zakelijkheid en mogelijkheid van het in
standhouden van een goed georganiseerde
Weermacht in Nederland".
Wanneer het hoofdbestuur do vraag stelt
„Is het instandhouden van een goed georga
niseerde Weermacht in Nederland noodzake
lijk?" dan moet het Hoofdbestuur deze vraag
bevestigend beantwoorden.
De leus der ontwapenaars „Nooit meer
Oorlog", is ook de onze. Het militaire geweld
dat Europa voor 1914 bedreigde is neerge
slagen. Toch zijn we even ver van een oor
log gescheiden als voor 1914. Heel de wereld
maakt zich momenteel gereed voor een nieu
wen oorlog, met een energie een betere zaak
waardig. Dit lijkt allerminst op een streven
„Nóóit meer Oorlog!" Zelfs de ontwapende
Duitsche Republiek blijft een bedreiging.
Polen, Belgie, Frankrijk en andere landen
wapenen zich sterker dan ooit.
De leus van de ontwapenaars „Weg met
den Oorlog, weg met het geweld", is fout.
Men heeft de meening gewekt, dat de ont
wapening de aangewezen weg tot den
wereldvrede zou zijn. Tusschen de volkeren
van Europa zijn nog hooge sombere muren
opgericht, waarvan de poorten slechts open
gaan om legers op elkaar los te laten. Die
muren moeten verdwijnen. Men heeft hier
voor den Volkenbond opgericht, toch wordt
ook nog de Volkenbond in gevaar gebracht.
Men heeft van den Volkenbond meer ge
vraagd dan verwacht kon worden.
De strijd voor ontwapening die internatio
naal was, Is in sommige landen nationaal
geworden, dit is ook weer een struikelblok
voor de algchecle ontwapening. Ons eigen
land is hiervan ook wel een der bewijzen.
Men heeft echter het doel voorbijgestreefd.
De nationale kracht wordt gebroken door
klasse- cn standstrijd.
Wij moeten echter voor alles zijn tegen
éénzijdige nationale ontwapening. Het komt
ons voor, dat een eenzijdige ontwapening
niet de aangewezen weg is.
Wanneer Nederland ontwapend zou zijn,
zouden Duitschland en Engeland conclusies
trekken, die voor ons land funeste gevolgen
zouden hebben.
Men weigert aan België een kanaal van
den Rijn naar den Moerdijk te graven, wat
tot minder vredelievende handelingen van
België aanleiding zou kunnen geven, maar
men gaat toch voort, om de éénzijdige natio
nale ontwapening te prediken! (Applaus).
Spr. citeert dan cenige gedeelten uit het
programma van do Belgische Sociaal-Demo
craten, waaruit de conclusies getrokken
worden dat een ontwapening van het Belgi
sche leger ongewenscht is.
De Oostenrijksche Sociaal Democratie
wapent zich. eveneens tegen de Bolsjewiki.
Het Nederlandsche leger heeft door alle
eeuwen heen eon bezuinigingsdruk moeten
weerstaan. Nederland is met de bezuiniging
van het leger verder gegaan dan het mocht.
Het is jammer dit tc moeten zeggen van een
land, dat buiten de verschrikkingen van
den oorlog bleef.
Wij zijn beoepsonderofficieren d.w.z. vrij
willigers. Deze vrijwillige positie, heeft ons
ten opzichte van do-éénzijdige ontwapening
verplichtingen opgelegd. Wij hebben op ons
genomen het Nederlandsche volk weerbaar
te maken. Tot onze voornaamste eigenschap
pen behooren eerlijkheid en ridderlijkheid.
Ridderlijkheid is. dat wij ons tegenover dc
overheid niet anders voordoen dan we zijn.
Daarin zijn dc bewijzen te vinden in onze
acties. Wanneer er ongewcnschte toestanden
bestonden, hebben wij nooit geschroomd het
U cn de Overheid voor tc loggen. W ij heb'
hen altijd wonrdrci ing gehad voor wat man
nen als tor Haar. Marchant en Oud hebben
gehad voor dc belangen van onze positie, cn
wii zullen ons blijven verzetten tegen hen,
die het misscnicn met een groot deel van
deze rede eens zijn, maar die nog nooit iets
voor de onderofficieren hebben gedaan. Hier
uit blijkt ten duidelijkste de mooie neutraio
objectiviteit van ons standpunt (daverend
applaus).
Verschillende afgevaardigden brengen
hulde aan de fraaie rede, die men in brochu
revorm uitgegeven wenscht te zien. Ilct Be
stuur neemt dit laatste in overweging.
Met uitzondering van Assen en Hcmbrug
voreenigt de vergadering zich met de vol
gende motie van het Hoofdbestuur:
De Algemeene Vergadering van „Ons
Belang",
gehoord de besprekingen over do
noodzakelijkheid cn mogelijkheid van
het instandhouden van een goed ge
organiseerde weermacht, voor Neder
land;
van oordeel:
dat de internationale omstandighe
den en verhoudingen zich nog niet
dermate hebben gewijzigd en verbe-.
terd, dat in de toekomst ten oorlog in
Europa buitengesloten kan worden ge
acht;
dat de geografische ligging van ons
land net gevaar medebrengt, dat het
bij een cventueelen oorlog tusschen do
naburige landen, daarin zijdelings bc-
trokken wordt;
dat de Nederlandsche bevolking niets
liever wenscht, dan in vrede cn vriend
schap te leven met de omringende
landen;
dat deze wensch de verplichting in
houdt, zoodanige maatregelen to ne
men, als noodig zijn om in voorkomen-
de gevallen de volstrekte neutraliteit
van het grondgebied te kunnen verde
digen en te handhaven;
van oordeel voorts:
dat de historisch gegroeide eenheid
van het Koninkrijk der Nederlanden,
het monarchaal, doch democratisch
regeerstelscl, dc grondwettelijke po
sitie van den Nederlandschen Staats
burger en het culturcele leven, alsmede
hooge peil waarop wetenschap en
kunst zich in ons land bevinden, be
zittingen zijn van zoo groote waarde,
dat ieder Nederlander het zich tot eer
en plicht moet achten, voor het behoud
daarvan do noodige offers te brengen;
dat voor het behoud dezer bezittin
gen het handhaven onzer nationale
onafhankelijkheid noodzakelijk moet
worden geacht;
dat, zoolang internationale regelin
gen cn overeenkomsten deze nationale
onafhankelijkheid niet waarborgen,
het instandhouden eener weermacht
een onafwijsbare eiscli-is;
spreekt uit als haar meening, dat het
plicht is van elk Nederlander, voort
durende zorg te betrachten voor ver
hooging van de waarde dier weer
macht en zich te keeren tegen alles,
wat verzwakking der weermacht tot
doel heeft of tot gevolg kan hebben;
besluit deze Motie ter kennis tc bren
gen van dc Regeering en dc Volksver
tegenwoordiging en verder op zoo ruim
mogelijke schaal te publiceeren.
Ook wordt een motie van de afd. Utrecht
aangenomen, waarin uitgesproken wordt,
dat de weermacht reeds meerdere jaren ten
prooi is aan een schier eindeloos gereor-
ganiseer en geëischt, dat in het leger einde
lijk eens rust £ome en dat dit leger weder
om zal moeten beschikken over een voldoend
aantal beroepskader, zoodat het houden van
groote oefeningen mogelijk zal zijn, zonder
dat de rust in het land wordt bedreigd of
verstoord.
De encadreering van het Ned.
leger.
Do heer W. J. Vaatstra (alg. secretaris, te
Amersfoort) leidt vervolgens het onderwerp
in: „De encadreering van het Ned. leger".
Spreker gispt het beleid van Colijn, die aan
vankelijk voor liet leger goed werk deed,
maar toen hij de financiën beheerde, een
soort Zwitsersch legerstelsel liet propagee-
ren, dat onze weermacht moest verzwakken.
Minister van Dijk reorganiseerde de infan
terie. Hij verscheurde het kleed waarin het
leger was gehuld. Inplaats van die scheur
te herstellen, maakten zijn opvolgers het nog
erger. Op den weg der bezuiniging werd
voortgegaan, dio de weermacht niet verbe
tert, maar verzwakt.
Men kan zeggen dat ons land er op 't
oogenblik financieel gunstig voorstaat, al
moeten wij de voorzichtigheid niet uit het
oog verliezen. Het onderhouden van een
goedgeorganiseerde weermacht blijft nood
zakelijk. Spreker toont aan de hand van de
cijfers aan, dat de kosten van de landmacht
sedert 1913 relatief zijn gedaald inplaats van
gestegen. In 1913 bedroegen ze 15 vaai de
totale staatsuitgaven, thans nog geen 10
Spreker herinnert aan de gebeurtenissen in
1914„ toen dank zij het beroepskader een een
heid geschapen werd waar het een chaos
leek. De- hulp die toen aan het verlofskader
gegeven werd, zal thans echter ontbreken.
Het verlofskader kan niet meer paraat zijn
al beschikt het over de grootste bereidwillig
heid bij de leden. De toestand is nog niet
verloren, als dadelijk met aanvulling wordt
begonnen. Een capitulantenstelsel zal die
aanvulling belemmeren. Een kaderschool
moet zoo spoedig mogelijk weer wórden op
gericht. De deskundigen houden zich het
hart vast, als zij denken aan een nieuwe
mobilisatie. Het is dwaasheid te me en en dat
een recruut binnen enkele maanden opge
leid kan zijn tot instructeur. Een goed leger
is niet mogelijk zonder een militairen
geest, wat heel iets anders is dan een mili-
tairistische geest. En de dragers van dien
militairen geest zijn het beroepskader. Van
daar dat mr. Marchant ons heelc kader wil
uitbranden. Dat men het verlofskader wil
belasten met de instructie van rccrutcn komt
ten eerste voort uit de lust tot bezuinigen,
maar vervolgens uit den wensch om aan de
ontwapenaars enkele brokjes loc tc werpen.
Spreker besluit met de woorden van majoor
Al ting von Gcusau: „het opdragen van dc
opleiding onzer militie aan het vcrlofskader
met inkrimping van het berocpspcrsoneel
voert ons leger noodzakelijk ten verderve."
(Applaus).
In aansluiting aan deze rede wordt een
motie aangenomen, onge\eer als volgt lui
dend:
De Algemeene Vergadering van „Ons Be
lang;
gehoord dc besprekingen over de cncadrce
ring van net Nederlandsche leger;
gelet op:
de korte oefeningstijd in ons leger,
waardoor eene intense oefening der
dienstplichtigen noodzakelijk is;
de algemeene ongeschiktheid van het
dienstplichtig kader om instructie te
geven en de onmogelijkheid om aan
dat kader do instructie op te dragen
voor opleiding der overige dienstplich
tigen;
de noodzakelijkheid van een vol-
ddoend aantal kundige beroepsonder
officieren, om een vlot verloop der mo
bilisatie te waarborgen;
is van oordoel:
dat het Nederlandsche Lcgey geëncadreerd
moet zijn met een behoorlijk aantal beroeps-
onderoffieceren;
dat het aantal beroepsonderofficceren na
de kaderinkrimping van 1923 reeds te sterk
is verminderd, waaronder tucht, geoefend
heid en mobiliseeringsmogelijkheid ornstig
lijden, terwijl de werkzaamheden der over
geblevenen overmatig zijn geworden.
Verzoekt Regeering en Volksvertegenwoor
diging dringend geenerlei maatregelen tc
nemen of goed te keuren, waardoor het getal
beroepsonderofficieren, (dat vermeerdering
behoeft), nog meer wordt verminderd.
Enkele afdeelingsvoorstellcn worden nader
besproken.
De bezoldiging.
De heer W. van 01 st (Haarlem, lid van
het H. B.), bespreekt de bezoldiging in 't
algemeen. Het Hoofdbestuur heeft tegen de
gewoonte in een nieuw voorstel geformu
leerd nadat de agenda gereed was n.a.v. een
maatregel van „Oorlog", volgens welke on
deraf ici eren in hoogere rangen kunnen wor
den geplaatst zonder de daaraan verbonden
bezoldiging. .Het Hoofdbestuur wil tegen dit
besluit actie voeren. De vergadering gaat
hiermee accoord. Terzake de bezoldiging
brengen de afdeelingen nog verschillende
wenschelijkheden naar voren, o.a, om actie
te blijven voeren voor verbetering der sala
rissen, voor uitvoering van de motie-Bulten,
en tegen de „beruchte 5 Ook wordt erop
aangedrongen, de bezoldiging der militaire
werklieden in overeenstemming te brengen
met den rang dien ze bekleeden. Ilct Hoofd
bestuur zegt toe een krachtige actie te voe
ren voor deze groep, teneinde haar weer in
de oude salarisschaal geplaatst te krijgen.
De voorstellen van het hoofdbestuur en de
afdeelingen nopens de bezoldiging worden aan
genomen.
Huldiging van den voorzitter in
verbond met zijn 25-jarig be
stuurslidmaatschap.
'Daarna heeft de feestelijke huldiging plaats
van den voorzitter, den heer W. Wijk, die eeni-
ge maanden geleder, een kwart-eeuw lid van
het hoofdbestuur was. Als de president en zijn
gezinsleden de zaal binnentreden, begeleid door
het comité van ontvangst, zingen de aanwezi
gen staande het bondslied. De jubilaris wordt
vervolgens toegesproken door den voorzitter
van het huldigingscomité, den heer De Riemer,
uit Amsterdam, die een fraai gelegenheids-al
bum in echt leder gebonden, aanbiedt, verlucht
met vele foto's, en een album, bevattende de
handteekeningen var. allen die aan het Hulde
blijk hebben deelgenomen. Het geschenk gaat
vergezeld van een albumtafeltje van coroman-
delhout.
Ook wordt den voorzitter onder daverend
applaus zijn geschilderd portret aangeboden.
De woordvoerder, do heer De Riemer, wijst
er op, dat de heer Wijk zijn wérk heeft vol
bracht c .danks alle wantrouwen en verguizing,
die in de eerste jaren zijn deel zijn geweest.
Gij zijt pal blijven staan. Het wekt een traan
van ontroering als wij denken aan alles wat
gij moedig hebt doorstaan. Wij willen getuigen
van onze dankbaarheid voor uw strijd tot er
kenning van onze i echten en verbetering onzer
positie. De weduwen en weezen zijn niet min
der dankbaar voor uw arbeid.
Spreker richt zich ook tot mevrouw Wijk,
die haar man in zijn moeilijke worsteling trouw
terzijde stond. -Als stoffelijk blijk van dank
Liedt hij haar een zilveren theeservies aan.
De dames van het gezin van den jubilaris
worden alle vereerd met een bloemstuk.
De heer Klooster voert vervolgens het
woord namens het hoofdbestuur, om nog eens
te getuigen van de groote waardeering voor
des jubilaris' persoon en werk. Wij eeren u
door de daad, door trouwen en eerlijken steun,
wij voelden dat bij alles uw richtsnoer was
het belang van onze onderofficieren en hun
gezinnen. Gij ontvangt den ridderslag van dui
zenden vrouwen en kinderen in den lande.
Spreker verklaart, dat het van het jongste tot
het oudste lid van ons bestuur, hun aller vu
rigste harte wensch is, den heer Wijk nog vele
jaren als leider en hoofd van onze organisatie
te mogen behouden. Gij waart bouwer, metse
laar en opperman tegelijk, maar tegelijk het
bindend cement. Deze onze verklaring beze
gelen wij met een handdruk (applaus). Moogt
gij nog lang blijven zooals gij thans voor ons
staat, recht en sterk als een eik. Spreker stelt
de vergadering voor een driewerf hoera aan
te heffen op onzen leider en vriend( daverende
toejuichingen).
De heer W a 1 r a v e spreekt uit naam yan
de instellingen. Wij allen weten wat gij hebt
gewrocht. Spreker verklaart hoe' het geschil
derd portret is tot stond gekomen. Het moest
dc persoon van den leider uitbeelden: gereed
tot het beantwoorden van vragen, tot het ver
dedigen van onze belangen, in 't kort paraat.
Spreker verzoekt den voorzitter naast het por
tret te gaan staan, zoodat iedereen de goede
gelijkenis kan constateeren (applaus). Spreker
stelt den schilder Theo Dijkveld (Den Haag)
aan de vergadering voor.
De heer Visser voert het woord namejfi1
Moeten we het nog .vel zeggen,
Moet het nog wel in de krant
Als zóó iets gebeurd is, weet je
Wal je doen moet, Nederland.
Als er menschen zijn getroffen
Waar je eerst de welvaart vond,
Als er nu ruïnes liggen
t Waar een dorpje eertijds stond
Als plöts een natuurgebeuren
Véél in d'Achterhoek verwoest,
Dan zou Holland nog niet weten
Wat het kon en wat het moest?
Vele, vele landgenooten,
Zijn daar bijna alles kwijt
Zeg, bedenk dat als je kalmpjes
In je limousine rijdt.
Holland, dank je voor je me5ï!Jr
Denk eens terug aan Borculo,
En doe, naast je meelij, daden,.»
Tientjes, twintigjes en zoo
PIMM7.
den Alg. Mil. Pensioenbond. Spreker tooit zich
met het kleed der dankbaarheid, in de plooien
waarvan een sprookje is verborgen. Het ver
haal van dit sprookje, dat het levenswerk van
den leider in korte trekken schetst, wordt met
intense belangstelling gevolgd en vehvekt een
hartelijk applaus. Dc jubilaris is de man die
het schoone sprookje tot werkelijkheid heeft
gemaakt. Hij heeft op de zonnige hoogten een
vesting gebouwd, en die vesting genoemd „Ons
Belang". Een onbedaarlijk applaus volgt op dit
woord. Namens den A. M. P. biedt spreker ten
slotte een herinnéringsalbum aan.
De jubilaris dankt voor de hem gebrach
te hulde. Spreker is door alle dankbaarheid,
die hem in den loop der laatste maanden is
getoond, overstelpt. 'Als er iets is tot stand
gebracht, is dat zeer zeker ook te danken ge
weest aan de toewijding van de velen, die hem
hielpen. Sprekers hart is vol. In 't bizonder
dankt hij het hoofdbestuur. Mede namens zijn
familie spreekt hij zijn dank uit voot de aan
geboden geschenken. Hij hoopt dot men hem
de oude vriendschap ook in de toekomst zal
blijven toedragen, (luide toejuiching).
De 'heer De Riemer spreekt nog woorden
van hulde tot den heer Beerens (Dordrecht),
die 28 jaar lang in het hoofdbestuur zitting
heeft gehad en thans afscheid neemt, omdat hij
den dienst gaat verlaten. Namens de vereeni
ging biedt spreker een paar crapauds aan als
bewijs van genegenheid en waardeering (luid
applaus en toejuiching).
De vergadering wordt hierop geschorst. De
avondvergadering was huishoudelijk.
Op voorstel van den alg. voorzitter, den heer
A. Wijk, wordt door opstaan stille deelneming
betuigd met het lot der slachtoffers van de
jongste natuurramp in den Oosthoek van het
land.
De heer Leegstra, H.-B.-lid, deelt bij de be
spreking van dc opleiding tot hoogeren rang
mede, dat een request dienaangaande aan den
M. v. O. zal worden ingediend.
Aan het verlangen van velé afdeelingen, die
voorstellen voor den beschrijvingsbrief hierom
trent hebben ingediend, wordt hiermede vol
daan.
Door het H. B.-lid Schutijzer wordt de kwes
tie der bevordering besproken.
Het hoofdbestuur heeft de meening, dat al
léén de definitieve periodieke bevordering, zoo-
als reeds jaren door de organisatie voorge
staan, de eenigstc oplossing is voor het
vraagstuk der bevordering.
Hoewel er reden van dank aan den M. v. O.
is voor de poging van zijne excellentie om ook
de onderofficieren tegemoet te komen, door
per 1 Mei j.l. de z.g. „dubbelrangen" in te
stellen, kan er toch geen tevredenheid over be~
tuigd worden.
Bevordering alléén bestaande in het ontvan
gen van de onderscheidingsteekenen voor den
hoogeren rang, kan niet bevredigen. Bij ver
hooging van rang behoort ook verhooging van
inkomen en overige verbetering van positie te
komen. Naar de meening van de afd. Utrecht
is het te voorzien, dat velen der thans bevor
derden binnen zéér korten tijd spijt zullen heb
ben van hun rangs-verhooging.
Ook kan het verleenen van een voorschot
aan de nieuwe sergeanten-majoor de instem
ming dezer afdeeling niet verwerven. f
Verschillende der andere afdeelingen zijn in
dezen dezelfde meening toegedaan.
Op een vraag van een der afdeelingen wordt
door het H. B. medegedeeld, dat het niet
bekend is wanneer de eerstvolgende be
vordering plaats zal hebben.
Een voorstel van de afd. Gorinchem om ac
tie te voeren vopr afsluiting der candidatenlijst
voor hooogeren rang op I Jan. 1930 en instel
ling van een candidatenlijst per jaarklasse,
vindt geen steun in de vergadering.
Van de Belgische Vereeniging van Onder
officieren werd een telegram ontvangen/ waarin
de groeten van die vereeniging aan de zuster
organisatie in Nederland werd gebracht en
waarin de beste wenschen voor welslagen van
het congres van „Ons Belang" werd uitge
sproken.
Door het H. B. v/erd bij monde van den heer
D. F. Brandwijk, lid van dit college, huid© ge-
bracht o.a. aan de sergeanten van de afdeeling
Naarden, die onmiddellijk na de „dubbelran-
gen"-bevordering op I Mei j.l. voor zich op-
eischten het vervul'en van de sergeantsdien
sten. Deze sergeanten meenden dat o.a. de
nieuwe sergeanten-majoor géén diensten moch
ten verrichten in den naastlageren rang, zulks
in strijd met de uitgesproken opvatting van
den commandant van het veldleger.
Ook het H. B. is van dezelfde meening.
Naar waarneming in den ochtend van heden.
Hoogste stand 766.8 te Scilly.
Laagste stand 754.8 te Sëma.
Verwachting tot den avond van 4 Jtmis
Zwakke tot matige W. tot Z.W. wind, ge*
deeltelijk bewolkt, weinig of geen regen in
het Zuiden, in het Noorden mogelijk enkele
regenbuien, overdag iets warmer.