Stormramp Twente
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE WILDE HERTOGIN
Verfwaren - Schoonmaakartikelen
A. VAN DE WEG, LangesSraat 23.
WILLEM GROENHUIZEN La—tfaat AmB,s,oort
88. jaargang N. 286 jyj g Rg FOO RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER"
TWEEDE BLAD.
u r
Een telefoontje 131, een brief
kaart aan den Kring-commis
saris, Nederl. Roode Kruês, Ds.
J. Visser, Utrechtscheweg 249
alhier en de kleeding, levens
middelen enz. door U beschik
baar gesteld voor de zoo ge
teisterde bevolking worden
afgehaald aan Uw huis en
verzonden door de leden der
transport-colonne van het Ned.
Roode Kruis, alhier.
Goud-, Zilver en Uurwerken. Reparatieinrichting.
Zatardag
4 Juni t927
Spreken en zwijgen.
(Nadruk verboden).
De grootste onzer vorsten droeg den bij
naam de Zwijger. Het is een eerenaam ge
weest, en wijy die over 't algemeen het
zwijgen slechts matig op prijs stellen,
mogen ons oordeel aan dit waardige voor
beeld toetsen.
Zwijgers zijn onder ons niet de uitver
korenen- Wdj houden meer van het soort,
dat gezelligheid aanbrengt door aangename
kout. En dit is ons niet kwalijk te nemen1.
Wij zijn geen kluizenaars, maar vormen een
samenleving en het verbindingsmiddel tus-
sdhen den mensch en zijne genooten is nu
eenmaal ihet woord.
Een wei ruig spraakzaam persoon prikkelt
ons. Het is, of hij zich niet houdt aan de
algemeene overeenkomst; of hij zich te
goed acht of te hoog voor den omgang met
zijn omgeving. Hij plaatst zich 'buiten, in
eigen oogen zelfs boven de gemeenschap;
hij wekt dein schijn, of hij er niet bij hoort
en of hij ook als zoodarvig wil worden be
handeld. Men vertrouwt hem niet, omdat
men geen vreemdeling vertrouwt. Maar als
hij een vreemdeling is, wat 'beeft men dan
met hem van doen? Hij wil wel de lusten
van die gemeenschap aanvaarden, hij wil
wel nemen, maar geven wil hij niet. Hij
luistert toe, ma§r zelf houdt hij zijn hart
gesloten.
Een zwijger maakt op ons den indruk
hooghartig te zijn. En zelfzuchtig, zonder
gemeenschapsgevoel. Maar sterker prikkelt
hij ons nog door den schijn, die hij wekt,
als zou hij een geheim met zich ronddra
gen, waarvoor 'hij zijn omgeving onwaardig
keurt De zwijger, veronderstelt men, weet
veel meer dan men denkt; hij weet alles, en
zijn veelbe teek ervende glimlach verraadt, dat
men hem niets op den mouw spelden kan.
Stille wateren hebben diepe gTonden.
Maar zouden die gronden in werkelijkheid
wel zoo diep zijn? Het zwijgen kan een ge
makkelijke houding wezen. Men geeft zich
niet bloot, men laat anderen praten, en als
men na-ar zijn oordeel gevraagd: wordt, haalt
men glimlachend de schouder op. Men zou
veel kunnen zeggen, maaT men heeft zijn
reden om dit niet te doen.
Hoe vaak verbloemt zulk een gewichtig
zwijgen armoede van geest! Wie niet sterk
is moet slim wezen; dit geldt niet alleen
lichaamskracht. Er zijn van die slimmeri
ken, die hun domheid op deze wijze 'bedek
ken- Op den diepen grond van hun stille
wateren ligt geen geheim; er ligt niets, hoe
genaamd niets. Hun voorname stilzwijgend
heid is eenvoudig bedrog, maar hoeveel
schrandere koppen loopen er in, en worden
het slachtoffer van zulk een tooneelspell
Neen, niet steeds 'behoeft „zwijgen" een
eerena-am te zijn, Br zijn er, die niet met
opzet hun spraakzaamheid bedwingen. Hoe
gaarne zouden ze ook hun woordje spreken
op hun pas. Hoe benijden ze de gezellige
praters, die overal een welkome gast zijn.
Maar hun tong wordt gebonden door ver
legenheid; als ze zioh verstouten tot een
gesprek, kleuren ze tot achter de ooren.
ze stotteren en kunnen hun woorden niet
vinden. Men luistert niet naaT hen of be
spot hein achter hun rug, en met schaamte
trekken de ongelukkige slachtoffers van
verlegenheid zich na hun mislukte poging
in hun stilzwijgen terug.
Spreken is zilver, zwijgen is goud. Hun
is het eon schrale troost; graag zouden ze
hun verdrietige goud voor het 'begeerervs-
waardige zilver verruilen.
Inderdaad is welbespraaktheid een gave,
waarvoor men erkentelijk mag zijn. Alleen;
men moet deze gave evenals alle gaven
naar den eisoh weten te gebruiken*. Velen
onzer misbruiken ze. Spreken op zijn tijd,
zwijgen op zijn tijd, is de eisch. En als men
spreekt, overwege men zijn woorden. Wel
bespraaktheid kenmerkt zich niet door hoe
veelheid, maar door hoedanigheid van het
gesprokene.
Spreken is kiezen; men is te -beter spre
ker, naarmate men nauwlettender schift
tus-sohen hetgeen men zeggen en hetgeen
men verzwijgen moet. De oude Homerus
liet zijn 'helden acht geven op hetgeen „het
'bolwerk hunner lippen" overschreed.
Onze lippen moeten een bolwerk zijn,
met een waakzame wacht daarop. Men
heeft het wel over de „sluizen" der wel
sprekendheid!; ook dit 'beeld is juist, immers
ook sluizen worden als een bolwerk be
diend en ibeheerscht. De woordenstroom,
die ean de zied ontwelt, moet worden ge
kanaliseerd; dammen en dijken moeten hem
regelen, aleer hij zich uitstort in de onbe
grensde openbaarheid.
Regeling, beheersohing, corvtrdle, dit zijn
de kenmerken van den mensch, die zioh op
de natuur een karakter, een persoonlijk
heid, een beschaving heeft veroverd). En
d'aarom doet het beheersohte woord' wel
dadig aan, terwijl de onbeheerschte spraak
zaamheid afstoot en ergert
Want het a'l te gekunstelde rwijgeni moge
als een bewijs van onechtheid prikkelen,
de door geen remmen tegengehouden na
tuurdrift van het woord prikkelt nog dui
zendmaal erger.
Wie ontmoet ze wel niet, die overspraak-
zamen, d-ie u in den trein of de wachtkamer
onmiddellijk deelgenoot van hun hartsge
heimen maken; de flop-uiten, die er hun
oordeel maar uitgooien, ofschoon ze dit ter
stond weer moeten herroepen; de wauwe-
laars, die heel den kostbaren avond door
leuteren en die meenen, dat gezelligheid
louter bestaat uit een onafgebroken kleppe
ren m-et de kaken.
De zwets ers en lasteraars, fraseurs en
débat-maniakken, kortom al de verschil
lend-a schekeeringen van het veelpraterdom
moesten zich de gewoonte kunnen gaan
eigesn maken, hun woorden te wegen alsof
spreken werkelijk zilver ware. Zilver strooit
men niet te grabbel; men is er zuinig op en
geeft het slechts uit, als het nut doet.
Het woord is het edelste wat wij men-
schen (bezitten; de spraak is het die ons
van het dier onderscheidt. Vergeten wij
onzen adeldom niet, wanneer wij deze kos
telijkste gave in het slijk treden, als ware
zij een waardeloos vod? Slechts wie het
spreken als zilver beha-ndelt, zal het zwij
gen els goud zien glanzen.
H. G. CANNEGIBTER.
UIT DE STAATSCOURANT.
Opnieuw benoemd tot lid van het college
van curatoren der technische hoogeschool te
Delft mgT. dr. W. H. Nolens
op verzoek eervol ontslagen mej. M. \an
Neck, leerares aan de R.H..B.S. tc Middel-
harnis
benoemd tot lector aan de Rijksuniversiteit
te Leiden in de faculteit der letteren en wijs
begeerte, om onderwijs te geven in dc Soen-
dancesche taal R. A. Kern te Leiden
op verzoek eervol ontslagen met dankbetui
ging voor de belangrijke bewezen diensten
dr. H. Zwaardemaker, gewoon hoogleeraar aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht
benoemd tot officier in de Oranje-Nasseu-
orde H. J. C. C. Golt te 's Gravenhage, in
specteur der posterijen en telegrafie in alge-
meenen dienst, aan wicn op verzoek eervol
ontslag als zoodanig is verleend, onder dank
betuiging voor de bewezen diensten.
benoemd tot notaris te Franeker: mr, K.
Bijlsma, candidaot-notaris, advocaat en procu
reur, te Amsterdam;
te t Zond: G. Elzer, thans notaris te Lem
mer; te Ginneken en Bavcl: G. H Beker, thans
notairs te Ekhuizen;
benoemd tot kontonrechter-plaatsvervangcr
in het kanton Ridderkerk P. Tas, notaris en J.
W. Klein, burgemeester van Ridderkerk;
toegekend de zilveren eeremedaille dei
Oranje Nassau-orde aan C. H. A. Keimling,
Alcohol neemt olies en geeft niets.
Uit het Duitsch dooi ERNST KLEIN
Geautoriseerde vertaling van
L DITHMARINE.
4
„Nu?" herhaalde zij, „u hebt mijn vraag
nog niet beantwoord I Als ik u die tweedui
zend pond zou geven
„Ik geef u mijn eerewoord, dat ik
„O, daaraan heb ik nooit getwijfeld", glim
lachte de betooverende vrouw, „mijn vraag wil
wat anders. Tweeduizend pond is een
som geld voor een uur van mijn leven in
ieder geval te veel. Als wij u het niettegen
staande alles geven, hopen wij, het op goede
manier te beleggen. Mijnheer Wood wij
kunnen een man als u zeer goed gebruiken.
James Wood grinnikte.
„Ik zou er zeker altijd naast trappen."
„U als croupier I Maar maar een crou
pier voor tweeduizend pond Neen, mijnheer,
u moet andere diensten verrichten, die een
meer hoogstaand man eischen. Wilt u
,^k ben hcloas niet in een toestand dat ik,
zooals de dolende ridders der oude tijden, de
schoone vrouwen tot sluier kan dienen.
„De diensten, die wij van u vragen, zijn ook
in het geheel niet romantisch van aard. Zij
zijn zeer michter en dikwijls niet zonder
gevaar. Maar zij worden goed betaald. Wilt
„Hm madame I Hoewel ik niet graag aan
de zoogenaamde betere tijden terugdenk, zijn
er toch nog ideeën en opvattingen in mij die,
hue ruim zij ook mogen lijken, toch een grens
trekken om mijn dienstvaardigheid voor u."
Madame Leonie glimlachte. Madame Leonic
stond van den ottomane op.
„Aristides," zeide zij, „ga naar het kantooi
er. haal het geld I"
Wederom flitsten hun blikken elkander aai»
En de man, wiens woede zij even tevoren nog
in bedwang moest houden, glimlachte evenals
zij Glimlachte en verliet de kamer.
James Wood verhief zich langzaam. Wat
dhivel wilden die twee nu opeens Dat glim*
Lechen der vrouwNu, hij zou het wel
zien
Zij stond voor den spiegel en schikte haai
haar. Hij trad nader en legde langzaam zijn
handen op haar schouders. Kostelijk zacht
was de huid, die zijn vingers aanraakten.
Jn den spiegel vonden hun oogen elkaar^
Honderden kabouters dansten daarin. Met
de gracieuse lenigheid van een kat g'.eed zij
weg. Spottend parelde haar lach.
„Ik heb alleen uwe diensten noodig, mijn
heer, als zakenvrouw."
James Wood beet de lippen op-een.
Zij ging voor hem staan en zag hem mei
een scheefgetrokken hoofd aan.
„Zoudt gij, als een zoo verstandig man niet
gemerkt hebben, dat, onder al mijn deugden
de trouw vooraan staat
„Trouw
„Be ben toch ook hierin van uwe discretie
verzekerd
„Zonder twijfel."
„Tegen iedereen?"
RECLAMES.
Van 14 regels 4.05, elke regel meer 1.—
waarnemend opzichter Ie klasse bij den aan
maak en aankoop van den dienst der zoutregie
in Ncd.-Indië;
benoemd tot burgemeester van Sappcmeer
A Jonkeren met toekenning van eervol ontslag
als burgemeester van Termunten; tot burge
meester von Sleen mr. G. A Bontekoe;
zijn aangewezen in de enkelvoudige Kamer
voor de behandeling van burgerlijke kinderza
ken, tevens belast met de behandeling van kin
derstrafzaken van de arrondissements-recht-
bank:
te Alkmaar tot plaatsvervangend lid mr. A.
M. Ledebocr en mr. J. Krabbe, beiden rechter;
te Zupthen tot plaatsvervangend lid mr. W.
H. van Bosten Batenburg, rechter.
PRINCES JULIANA AAN DE LEIDSCHE
UNIVERSITEIT.
H. K. H. wordt lid van de meisjes-
studcntcnvcrccniging.
Onze correspondent te Leiden meldt ons
Naar wij vernemen zal prinses Juliana, die
mc-t ingang van den nieuwen cursus aan de
Leidsche universiteit komt studeeren toetreden
als lid van de ve ceniging voor vrouwelijke
studenten te Leiden en zal zij ook zoo nu en
dar» het clublokaa. dei meisjesstudenten in het
Nutsgcbouw bezoeken.
DE COMMISSIE TOT HERZIENING
DER SCHIPPERSWET.
Bij ministcriecle beschikking ont
bonden.
Naar wij vernemen, heeft de Minister van
Waterstaat dezer dagen de op 22 Jnnuari 1912
door den Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel ingestelde commissie, aan welke was
opgedragen te onderzoeken in hoeverre de
schipperswet van 1907 wijziging behoefde, ont
bonden.
Dit besluit staat, naar wij verder, vernemen,
in verband met hetgeen in de Tweede Kamer
bij de behandeling van de begrooting van
Waterstaat, voor het jaar 1927 ten aanzien van
de Schipperswet is opgemerkt.
HR. MS. SUMATRA.
f Te Soerobaja aangekomen.
Blijkens bij het departement van Marine ont
vangen telegram is Hr Ms Sumatra I Juni te
Socrabajo aangekomen.
DE KRUISER MEMPHIS.
De oorzaak van het vervroegd
vertrek.
Nader wordt vernomen dot het vervroegde
vertrek van de „Memphis" uit Rotterdam
hierdoor veroorzaakt wordt, doordat deze
Amerikaanschc kruiser bestemd is om dei
Oceaanvlieger Lindbergh naar Amerika terug
te brengen.
Het schip gaat van Rotterdam naar Cher-
bourgh.
UITVOER VAN LEVEND VE£.
Zijn de hoogc kcurlooncn een
belemmering
Door den heer Lccnstra zijn aan den Minis
ter van Binncplandsche Zaken en Landbouw de
volgende vragen gesteld:
Heeft de Minister kennis genomen van de
klachten, dat dc bestaande hooge kéurloonen
nog steeds een belemmering vormen voor der»
uitvoer van levend vee
Is de Minister bereid, nu er cenigc opleving
schijnt te komen in den uitvoer, dezen export
zoo krachtig mogelijk te bevorderen, o a. dooi
de keurloonen tot de werkelijke kosten terug
tc brengen
Radio-programma.
Zondag 5 Juni.
Daventry, 1600 M.
Zie Londen, behalve om 9.15 Oproep ten
bate van de Factory Girls Holiday Fund.
Hilversum, 1050 M.
8 30—9.30 R.K. Morgenwijding. Caecilia-
kwartet, de dames M. Hiller-Höhnc en I Nes-
vadba, sopraan, de dames C. Pocderbach en
J Bartelsman, alt, de heeren G. Visser, tenor.
W. v. Tulder, bos, o.l.v. Mej. A van Rooyen.
1 002.30 Kamermuziekmiddag door hct
Haydn-kwortet. P. Kramer, le viool. A. de
Groot, 2e viool. H. v. d. Bosch, alt-viool. H.
J. Lysen, cello. Allen leden van hct Concert-
gebouw-quartet. Tusschen de nummers trede:,
de leden van het kwartet solistisch op.
2.30 Middagconcert in Artis, Amsterdam.
Het muziekcorps van het 5e Reg. Inf. te Amers
foort Dirigent: W. v d. Glos.
6.45 Avonddienst van den V.P.R.O., uitge
zonden uit het gebouw von den N.P.B. Spie
ker: Ds. F. W. J. v. d Poel (Tiel). Onderwerp:
Wij hebben niet ontvangen don geest der we
reld, maar den geest dit uit God is (1 Cor
2 12, le gedMuzikale medewerking van:
Margot Spoel, den Haag; Ferd. Klcck, Orgel.
V P.R O.-koor o. 1. v. Ferd. Kloek
800 Persbericht en sportuitslagen.
8.10 Symphonic Conceit door het A. N. R
O -symphonie-orkest, o. 1. v. Willem v. War-
melo, met medew. van Bussumsch capclla
koor. Dir. A. G. v. d. Voort.
Langenbcrg, 469 M.
7 50—9.20 Pinksterconcert in Remscheid.
Choral.
9.20—10.20 Kathol. Morgenwijding.
11.2011.35 Een kwartiertje over Goethe
12.20—1.20 Karl Röttgcr leest uit eigen ge
dichten voor. Gedichten aon dc lente en voot
Pinkster. Legenren. a. Das Wimder. b Legendt»
von der schonen Torheit. Uit Kindheit, Gott
und Wundcr.
1.20—2.20 Groot Pinksterconcert. Werag-
orkest en -koor.
2.50—3.20 Radiopraatje.
3.20—3.50 Schoakles.
5.506.50 Concert door het Meideriche»
Solokwartet.
6 50—7.20 Voorlezing van dc novelle Die
rotgefarbte JcngTrau.
7.40—9.05 Lezing Deutsche Humoristen der
Neuzeit.
8.50 De Troubadour, opera in 4 actcn van
Verdi. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Londen, 361,4 M.
3.50 Koor- en orkestconcert. Het Wireless
mannenkoor en het Railway Clearing Houso
mannenkoor. Symphonie-orkest.
4 35 Vertellingen uit het Ou^e Testament-
Absolom. II Samuel. Chopt. XV1H.
4.40 Concert (vervolg).
5.20 British Legion Memorial Service. Uit
gezonden van af de Cenotoph.
5.40—5.55. Lezing: Cruising among the
connibals.
6 508.05. Dienst in de St. Cuthbert's Pa-
rishkerk in Edinburgh.
8.20. Schotsche Psalmen in dichtmaat, geari
en ingeleid door Sir. R. Terry Het Wireless-
koor.
9.15. Oproep ten bate van het University
College Hospitaal.
9.2Ö Weerbericht, nieuws.
9.35. Het Grond Hotel Eastbourne orkest en
Albert Sandler.
Parijs (Radio), 1750 M.
12.20—1.05. Gewijde muziek. Gemengd
koor. Godsdienstige causerie Daarnainlich
tingen.
I.05—2.20 Concert georganiseerd door La
Pnrisiennc Edition.
5.05. Concert door de Homonyme Jazz.
8.35. Mededeelingen.
8 50. Jazz-muziek door Mario Cozes en zijn
orkest. In cU oauzes persberichten.
Maondog 6 Juni.
Daventry, 1600 M.
II.20. Daventry-kwartet cn M. Antonsa, so
praan Ch. Hedges, tenor. D. Hogben, piano.
12.05. De Cork Volunteers prize band.
12.20. Concert .(vervolg).
1.20.-2.2Q, 3.20—12 20. Zie Londen.
Hilversum, 1050 M.
9.50. Dienst in de Nieuwe Kerk te Utrecht.
12.00. Politiebericht.
T2.35—2.00. Limchmuziek uit restaurant
Trianon te Amsterdam
2.30—4.30. Tweede Zangmiddog van Ons
Hollandsch Lied, o. 1. v. J. D. v Ramshorst,
bas. Mevr. A. v. Ramshorst, mezzo-sopraan
„Tegen iedereen
..Ook tegen Sperazzi
„Ook tegen Sperazzi."
„Ik ben in het geheel niet zijn zuster, maa»
zijn vrouw."
Tien minuten later ging een stil vergenoeg*
de, zacht voor zich heen fluitende jongcmai
de marmeren trap van het Maison Astarte al
Hij droeg een zeer elegante smoking in welks
borstzak een dik pakket goede Engelsche hon-
dprdpond noten «tak.
Onderaan de trap stond Ibrahim, het brecdc,
glanzende gezicht één en al vraagteeken.
„Gij leeft, Heer Goddank I" riep hij.
„Ik leef cn ik 'betaal. Vijf procent, zooals
afgesproken was." James Wood telde uit het
dikke pak tien ljanknotcn cn drukte ze in dc
hand van den neger. Hij sperde de oogen wa
genwijd open cn staarde nu eens het geld en
dan weer den man aan, die het hem gaf.
Deze lachte.
„Valt het je tegen, brave Ibrahim Het
spijt me, maar ik heb niet meer gewonnen
Tweeduizend pond I Vijf procent maakt hon
derd pond. Je ziet, de eene gentleman 'houdt
den ander aan zijn woord. Zoo, geef mij nu
mijn jas I"
V.
James Wood was gewoon vroeg op te staan
Ais de zon door het raam van zijn slaapkamer
scheen, moest hij opstaan en het open maken
Het deed er niet toe, hoe hij den afgelooper.
nacht doorgebracht had. Als de nacht voorbij
was, stond hij met de eerste zonnestralen op
uit hct warme bed en nam een koud bad
Hierop volgde een uur fanatieke gymnastische
oefeningen en tot slot een uitgebreid ontbijt
Zelfs zeer uitgebreid. Liefst begon (hij den dag
met een halfpond biefstuk.
De drie eerste nummers van het programma
waren vervuld bad, gymnastic en ontbijt
James Wood begon aan het vierde, niet het
minst interessant zijn toilet. Een groote
keus had hij niet, want zijn laatste groote
garderebekoffer had hij met inhoud in Algiers
verspeeld maar een bescheiden rest van den
vroegeren grooten staat was er nog Twee,
drie colberts, twee dozijn dossen.
Als zijn toilet ten einde was kon James Wood
zich overgeven aan het genoegen dot hij zich
zelf beloofd had in hct eerste oogenblik, toen
hij de oogen opensloeg. Hij zette zich aan taf©'
en telde zijn geld. Hij wist wel dot het predek
negentienhonderd pond waren. In den nacht
zouden het niet meer en niet minder gewor
den zijn. Negentienhonderd I Alles in mooie
honderdpondsbankbiljetten I Alles in mooie
aristocratische banknoten, niet zooals die be
duimelde lapjes waarmee hij gisteravond zijr»
strijd tegen het noodlot gevoerd had. Maar
het was zulk een groot genoegen, te tellen
een twee drie vier.
Toekomstplannen begonnen op te dagen
Nevelig, nog nauwelijks kenbaar, nog vóór zij
een vaste gedaante aangenomen hadden gin
gen zij weer over in anderen. Vlogen achter
en door elkaar heen als wolken die door den
overmoedigen stormwind voortgezweept wer
den. Die storm was de levensvreugd van Ja
mes Wood, zijn ongebreidelde lust in het be
staan
Negentienhonderd pond I Eigenlijk toch eei.
armzalig beetje geld I Hij had reeds meer, vee.
meer uitgegeven. Maar toch dit was een
nstpunt naar het constante bergaf gedurende
een jaar. Hij kon ademhalen. Kon nadenken
Over alle nevelgedaanten heen stond zijn ver
stand voor hem opHij kon niet alleen uit
rusten. Hij kon geheel stil houden. Iets anders
beginnen.
Maar wat dan Wat
James Wood moest over zichzelf glimla
chen. Hij iets beginnen Een solide, bur
gerlijk leven Een winkel vooi heerenmode
beginnen Zich aanbieden als handelaar in
schrijfmachines of in ringen voor eksteroogen?
Wat anders wat?
Het noodlot gaf hem antwoord op zijn
vraag.
Er werd geklopt aan de deur van zijn kamer.
Hij legde het geld zorgvuldig bij elkaar en
schoof het. zonder zich te haasten in zijn zak.
trok het gordijn voor het onopgemaakte bed
dicht en riep „Binnen V'
Keurig gekleed in een smetteloos shantung-
pak trad Aristides Sperazzi binnen cn niet
tegenstaande het vroege ochtenduur had hij
reeds een zwarte havanna in zijn mondhoek
„Het is een gunstige ochtendwind, die er in
de kamer blaast I" lachte James Wood.
Met den vriendelijkstcn glimlach beant
woordde de Oosterling den groet, liet zich met
veel gratie in de kleine fauteuil vallen, die in
al zijn voegen kraakte en. zog met een soort
vaderlijke sluwheid den jongen man uon.
„Waarom gelooft u, mijn beste Wood, dot
ik hier benEn zoo vroeg in den ochtend
Mijn beste Wood? Hm welk een vertrou
welijkheid I Dat was niet erg naar zijn zin,
maar toch aanvaardde hij het met een toe
stemmenden hoofdknik.
„U hebt ingezien dat ik mijn leven te laag
-y..erT>nt heb, cn u brengt mij nog duizend
pond."
(Wordt vervolgd.)