25e Jaargang No 290 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Vs-Ijdag
10 Juni 1927
DE BIJZETTING VAN GENERAAL J. B. VAN HEUTSZ.
Het stoffelijk overschot van Generaal J. B. van Heutsz is Woensdagmiddag te li u. 02 aan net Centraal
Station te Amsterdam aangekomen. Op het perron werd de kist overgeplaatst in den lijkwagen, welke
van den Westelijken oprit af naar het Paleis op den Dam reed. Wij geven een foto terwijl de lóst uit
- den trein werd gehaald, "*r
De stoet vanaf het station op het Damrak te. Amsterdam op weg naar liet Kon. Paleis op den Danv
Een algeheel overzicht tijdens het vertrek van den stoet op den Dam gemaakt, _f.'
In het Paleis op den Dam was de historische „Vierschaar" ingericht tot Chapellc Ardcntc,
waarbij vier officieren de wacht hielden.
De overbrenging van het
stoffelijk overschot van
Generaal Van Heutz.
In de Chapelle Ardcnte.
Vóór den aanvang" van de groote ibijzettings-
plechtigheid hebben Donderdag" vel hoofd
officieren gedefileerd langs de jGhapelle Ar-
dente, die in de „Vierschaar" van het Konink
lijk Paleis was ingericht.
De rouwkamer was bekleed met groote doe-
ken, afgezet met zilveren koorden. Als eene
sobere versiering Waren er wat groen en aarons
kelken in de chapelle ardènte aangebracht.
Op de gepolijst notenhouten kist, bedekt met
het nationale dundoek, lagen alle eereteekens
van wijlen generaal van Heutsz, zooals het
Grootkruis der Militaire Willemsorde, het
Grootkruis van den Ned. Leeuw, de eeresabel,
de Krato-medaille, het expeditiekruis met twee
gespen, het officierkruis voor langen dienst, de
nestels als adjudant-generaal in buitengewonen
dienst van de Koningin en de kepi van den
ontslapen generaal.
Onbewegelijk stonden de vier officieren van
de eere-wacht in de chapelle ardent e, waarin
een tiental kaarsen hunne zachte lichtstralen
verspreidden.
De eerewacht bestond uit leeraren en leer
lingen van de Hoogerc Krijksschool te 's-Gra-
venhage.
Dc uittocht van het stoffelijk overschot.
Op het Centraal Station te Amsterdam zoo
wel als aan dat van de Wtesperpoort heerschte
Donderdag een ongewone militaire bedrij
vigheid. Hoofdofficieren, officieren en onder
officieren en minderen als vertegenwoordigers
van alle onderdcelen der weermacht werden
met verschillende treinen aangevoerd om deel
te nemen aan de plechtige bijzetting van het
stoffelijk overschot van wijlen den luitenant-
generaal J. B. van Heutsz.
Tegen half twaalf trokken al deze militaiie
afdeelingen, nog aangevuld met marine-troe
pen, naar het koninklijk paleis op den Dam,
waar het stoffelijk overschot in een rouwkamer
was geplaatst.
Om ongeveer 12 uur werd het stoffelijk
overschot uitgedragen door ridders van de mi
litaire Willemsorde. Tusschen de officieren die
de eerewacht in de rouwkamer hadden betrok
ken en zich thans in twee rijen hadden ge
schaard, werd de kist naar de affuit gedragen.
Op het oogenblik dat de kist naar buiten
wordt gebracht, slaan tamboers van de marine
een roffel. De troepen op den Dam presentee
ren het geweer. Wanneer de kist op de affuit,
die door zes paarden wordt getrokken, wordt
bevestigd, nemen de commandant van het
veldleger luitenant-generaal Muller Massis en
zijn staf benevens de hoofd-officieren hun
plaats in den stoet in.
De kop van den stoet bevindt zich reeds,
wanneer het stoffelijk overschot van generaal
Van Heutsz wordt uitgedragen, op de Heeren
gracht bij de Oude Spiegelstraat.
Deze stoet wordt geopend door een escorte
cavalerie van het le reg. huzaren. Hierop volgt
dc muziek van de tweede divisie met de tam
boers. Bij het in beweging komen wordt treur
muziek gespeeld. 'Achter dit muziekkorps ko
men de verschillende militair© onderwijs-inrich-
tingen, gevolgd door de deputaties van de gre
nadiers en jagers. Hierbij sluiten aan de di
visies van de infanterie.
Achter de infanterie loopt het vuurpeleton te
zamen 80 man, samengesteld uit de kol. reser
ve, inlandsche troepen, mariniers en grena
diers.
Thans volgt Ihet eigenlijke hoofdgedeelte.
Voorop gaat de koninklijke militaire kapel
Onmiddellijk daarbij sluiten zich aan opper- en
vlagofficieren benevens de deputaties van te
wapens en dienstvakken. Aan de affuit vooraf
gaat de commandant van het veldleger met
zijn staf.
De affuit wordt getrokken door zes paar
den, die aan den teugel worden geleid. De kist
wordt gedekt door de driekleur, waarnaast vier
slippendragers loopen, n.l. de luitenants-gene
raal b.d. H. N. A. Swart, C. K. van Rietschoten,
S. 'A. Drijber en G K. Dijkstra.
■Achter de affuit volgen de 16 ridders der
militaire Willemsorde, die als dragers hebben
gefungeerd.
Hierop volgen enkele hofrijtuigen, gereden
van den bok. In het eerste heeft prins Hendrik
als vertegenwoordiger van H. M. de Koningin,
plaats genomen. In de overige koetsen hoog-
waardigheidsbekleeders en familie.
Achter deze rijtuigen schrijden officieren en
onderofficieren, allen dragers van de Mil. Wil
lemsorde, die onder generaal Van Heutsz heb
ben gediend. Dit gedeelte wordt gesloten door
het stafmuziekkorps van de marine.
Als nu volgen de vertegenwoordigende af
deelingen van het Oost-Indische leger, waarbij
zich bevindt het detachement dat voor deze
gelegenheid uit de koloniën is overgekomen.
Hierachter sluil zich aan de marine, gevolgd
door genie en artillerie. De stoet wordt geslo
ten met marechaussee en cavalerie.
Gedurende den marsch naar de Oosterbe
graafplaats werd door de verschillende mu«.
ziekkorpsen, welke in den stoet meeliepen,
treurmuziek gegeven.
De troepen die voor dc affuit liepen, mar«
cheeren over een der rijwegen redhts van het
hoofdgebouw gelegen. Het vuurpeleton stelt
zich bij den ingang rechts en links op.
De troepen die achter de affuit marcheer
den bereiken langs den Middenweg het kerk
hof de Nieuwe Oosterbegraafplaats.
Inmiddels hebben d© ridders van de Mil.
Willemsorde, die achter de affvit liepen, de.
kist ervan afgenomen en dragm. deze het kerk
hof op. Wanneer zij langs het vuurpeleton
schrijden wordt het eerst© salvo afgegeven.
Tusschen de zeer talrijke genoodigden, die de
beid© wegen langs het Middengazon vullen,
wordt voortgeschreden naar de op dit gazon
opgestelde katafalk. Achter de kist hebben zich
inmiddels aangesloten zij die in de rijtuigen
meekwamen, bovendien de hoofd- en vlagoffi-
Ondcr het spelen ven treurmuziek door de
Kon. Militaire Kapel, die achter heesters ver
borgen staat, verzamelen zich ook de vaan
deldragers langs het middenpark.
EBNIGE INDRUKKEN.
Een zeldzaam indrukwekkende
plechtigheid.
(Van een spedalen verslaggever).
Dat is in jaren niet voorgekomen, zulk een
plechtigheid in de stratn der hoofdstad. Majoor
Thomson, de held van Albanië, werd te Gro
ningen begraven, maar sedert de dagen van
onze grootste zeehelden, die op kosten van
den Staat werden bijgezet in de Nieuwe Kerk,
heeft de Dam zulk een schouwspel niet meer
gekend. Thans evenwel stond in de „Vier
schaar" in Jacob van Campen's groote schep
ping, het aloude raadhuis, het stoffelijk over
schot van een der grootste Nederlanders der
latere jaren, van den man, die door de geschied
schrijvers op één lijn is geplaatst met Jan Pie
terszoon Coen, van den krijgsman, die aan een
moordende campagne van vele jaren een einde
maakte, van den staatsman, die onze landen
onder den evenaar tot bloei bracht, van den
pacifist, die er den vrede wist te brengen. En
na vele eeuwen maakte Amsterdam zich op, om
dezen held op vadcrlandschen bodem dc laatste
eer te bewijzen.
't Was Donderdag vroeg al druk in de Am-
sterdamsche straten. Veel militair vertoon hield
do publieke belangstelling bezig. Telkens kwa
men troepen soldaten de stad doormarcheeren,
om zich naar den Dam te begeven. En daar allo
wapens tegenwoordig woren, leverde dit op
zichzelf al een interessant schouwspel, temeer,
waar de militairen in groot tenue waren gesto
ken. Zoo marcheerde de veld-artillerie, voor
dezen keer onbereden, met de groote beren
mutsen op door de straten, en de officieren der
verschillende wapens, voor zoover ze niet de
stormhelm droegen, met gouden tressen op, en
veeren op de kepi. In den omtrek van den Dam
werd het tegen half twaalf geweldig druk, maar
het publiek, dat zich hier verzameld had, heeft
van het magnifieke schouwspel op het plein
voor het Paleis niet veel kunnen zien, omdat
de politie een groote afzetting had gemaakt.
Dc geheele Dam was vrij gehouden, en de toe
gangen waren afgesloten. Er stond publiek voor
het Rokin, voor den ingang van het Damrak,
en langs het hek van den Damtuin op het trot
toir, en in de ingangen van Kalverstraat cn
Nieuwendijk. Voor de rest werd geen publiek
toegelaten; de Paleisstraat en de Mozes- en
Aaronstraat werden ook vrij gehouden.
Maar des te meer belangstelling was er in do
gebouwen rondom den Dam. Voor de vensters
en zelfs op de daken (voor zoover dit mogelijk
was) zag het zwart van de kijklustigcn, die op
deze uitverkoren plaatsen een prachtig gezicht
hebben gehad op alles, wat op den Dam ge
beurde. Achter de politie-afzettingen stonden
duizenden menschen te probeeren nog een
glimp op te vangen van de plechtigheid.
Voor het Paleis stond dc bloem van het
Nedcrlandsche leger. En toen de zon hoe
zijn de elementen met ons geweest dezen dag I
langzamerhand het wolkendek begon te ver
breken, overstraalde zij een militair schouw
spel van ongekende bekoring Op de „kleine
steentjes" stonden de hooge autoriteiten, die
straks in den stoet zouden mceschrijden naar
de begraafplaats, en op het middenplein waren
opgesteld de troependeputoties van de ver
schillende wapens van het Nederlandschc leger.
Daar stond de infanterie, dc genie, de vesting
artillerie, de veld-artillerie, de matrozen, de
mariniers, een afvaardiging van de luchtmacht,
>vaarbij wij onzen populaircn vlieger Versteegh
opmerken, dc koloniale reserve, en, last not
least, het Indische detachement, met dc opval
lende bruine hoofddeksels, en de nog bruinere
gezichten. De meesten van hen zien Nederland
voor het eerst, nu zij Insulinde's laatstcn groet
overbrengen aan Van Heutsz. Heel het midden
plein is met troepen gevuld, die allen staan
opgesteld met het front naar het Paleis. Ach
teraan staat nog een detachement bereden
veld-artillerie, dat den rouwstoet zal sluiten.
Voor de Polcisdcuren staan, zooals gezegd,
dc hooge autoriteiten in vol ornaat. Velen var»
hen hebben korter of langer onder de Dolmcr»
gediend en van nog meer is de borst beladen
met onderscheidingen. Oude snorrebaarden,
vergrijsd in den dienst, staan er tusschen, voor
deze gelegenheid weer eens, misschien voor
het laatst, in uniform, met de Willemsorde er
op gespeld. Stil staan ze, peinzend over vroe
ger dagen. De herinneringen treden ook wel
schrijnend fel r.aar voren op een dag als deze
nu de grooic voorganger cn leider met eer
betoon van de geheele natie ten grave zal
woiden gedragen. En dc zon speelt met het
goud op de uniformen, cn met het grijs, dat
het sieraad van hun jaren is
Het loopt tegen twaalven.
De meest linksche paleisdeuren, waarboven
het rouwbaldakijn uithangt, gaan open, een
eerewacht van officieren treedt naar buiten.
Ze stellen zich op dwars over het trottoir heen,
van het bordes af naar den rijweg. En dan
komt langzaam uit de Palcisstraat het affuit
aangereden, getrokken door zes paarden,
waarop de kist zal worden geplaatst. Links en
rechts veldartilleristen met berenmutsen op
Het affuit stopt voor het Paleis; een roffel
klinkt, dof en somber. De deuren gaan weei
open, en naar buiten gedragen wordt het stof
felijk overschot van luitenant-generaal Joan
nes Benedictus van Heutsz. Alles staat stram.
Do soldaten hebben de geweren gepresen
teerd, de officieren maken met ontblooten de
gen het groot saluut. Nog gromt de roffel,
maar plotseling wordt zacht en statig, met
veel koper, treurmuziek ingezet. De menigte
ontbloot eerbiedig en stil het hoofd. Ontroe
ring is op veler gezicht te lezen
Op de kist ligt de vaderlandsche driekleur
en daarop dc onderscheidingsteekenen van
den doode: de kepi, dc sabel, de gouden tres
sen en de ridderorden. Langzaam schrijden de
dragers voorwaarts, gebogen onder den zwo
ren last. Midden op de straat staat de com
mandant van het veldleger, generaal Muller
Massis, vóór zijn troepen.
Eindelijk staat dc kist op het affuit, en be
gint dc stoet zich te formeeren. De kapel
zwijgt, doch de pijpers van dc marine hebben
de treurmelodie overgenomen, begeleid door
zachte roffels op de omfloerste trommen. Ge
dempte bevelen klinken over den Dam; de
laatste gang van Van Heutsz gaat beginnen.
Als dc kop van den stoet de Mozes"- en
Aaronstraat ingaat, loopen wij de Palcisstraat
door, en hebben dan een mooi gezicht op het
geheel. Achter het Paleis waait een straffe
wind, die de witte veeren op de kepi's doet
wapperen. Maar in tegenstelling daarmee zien
we even verder de vaandels der regementen met
zwart behangen, lusteloos neerhangen.
Duizenden staan langs den weg, en ontbloo
ten eerbiedig dc hoofden, als dé vlagbedekte
kist passeert. Langzaam, heel langzaam gaat
de lange stoet voorbij, de Raadhuisstraat in.
En langzaam, met rustigen stap, volgen de
militairen, het geweer aan den schouder, en dc
officieren met ontblooten sabel. Zoo trekt de
stoet voorbij. Een groot man wordt te grave
gedragen, door dc straten, van de hoofdstad
des lands, dat hij zoozeer aan zich heeft ver
plicht. Langzaam, haast kruipend gaat alles.
Als de helft ongeveer voorbij is, brengt do
wind ons verre treurmuziekklanken tot ons, dio
in den cadans van de voorbijtrekkende troepen
ecnige verandering brengen. Even hokt het,
maar dan gaat het in hetzelfde rythme weer
verder. Stil en rustig staat de menigte langs
den kant, stil en rustig gaan de hoeden en
pelten af. Een zacht gemompel van bewonde
ring gaat op, ols de Indische oud-officieren
voorbij gaan, deze oudgedienden met de goud-
beladen uniformen. Ook het kranige corps-
marechaussée met de mooie uniformen maakt
indruk langs den weg.
Het duurt nu al 20 minuten, en nog is Het
einde er niet Steeds nieuwe troepenafdeelin-
gen komen den hoek om. Het muziekcorps
van de mariniers geeft hier den cadans aan.
Met afgemeten pas zwenken onze Jantjes de
Raadhuisstraat inhun officieren dragen de
steek, waarop de wind telkens een aanval doet.
Hier en daar geeft het tot onderdrukte hilariteit
aanleiding. Maar de ernst overheerscht toch.
Na een half uur is de geheele stoet voorbij.
Bereden veld-artillerie sluit den trein. En dan
snelt het publiek heen, om op een ander punt
den droeven tooht nog eens gade te slaan.
Ook de tramdienst wordt weer hervat, die op
ongeveer alle lijnen geruimen tijd had stop
gestaan.
Langzaam trok de stoet de stad door, naar
de Nieuwe Oosterbegraafplaats. En overal
stonden duizenden langs den weg, brengend een
laatsten groet aan den grootcn Nederlander,
die niet vergeefs heeft geleefd.