DE WILDE HERTOGIN
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
FEUILLETON
25e Jaargang No.297 AM E KSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Zaterdag
18 Juni 1927
ALZIJDIGHEID.
(Nadruk verboden.).
Toen men eens aan Lili Green, de be
kende danseres, vroeg, wat wel het geheim
was van haar methode, antwoordde ze, dat
ze haar leerlingen er aan trachtte te ge
wennen, de spieren te brengen naar den
kant waar ze niet liggen. „Alleen door dat
te doen", zei ze, „brengt men zijn lichaam
tot volle ontwikkeling."
Er zit in dit stelsel iets, dat navolgens
waardig is ook buiten het gebied van de
louter lichamelijke opvoeding. Een harmo
nisch lichaam, maar ook een harmonische
geest is alleen te vormen door datgene,
wat het minst ontwikkeld is, meer dan het
overige te oefenen. Toch heeft ook deze
methode haar grenzen.
Wij allen worden geboren met een be
paalde voorkeur voor zeker soort lichaams
verrichtingen, zeker soort van gedachten,
zeker soort arbeid. We plegen deze voor
keur aanleg te noemen en achten het van
overwegend belang, na te gaan, waarvoor
onze zoon of dochter aanleg bezit. Dezen
aanleg nemen wij tot grondslag voor de
toekomstige loopbaan onzer kinderen; we
bevorderen hem en bouwen er ons onder
richt en onze opvoeding op.
Met belangstelling, met voldoening en
trots volgen wij de ontwikkeling van den
jeugdigen musicus, schilder of redenaar;
we sporen hem aan bij zijn oefening en
verschaffen hem goede meesters. En een
groote teleurstelling wordt het ons straks,
zoo desondanks h
eenenmale mislukt.
Wat is levensmislukking? Het kan zijn,
dat onze pupil inderdaad een groot musi
cus, schilder of redenaar wordt, en dat wij
hem toch beklagen. Want hij blijkt niets
dan musicus, schilder of redenaar. De ont
wikkeling van zijn overige functies, welke
tezamen den mensch vormen, heeft stil
gestaan. Buiten het enge terrein van zijn
speciale volmaaktheid weet hij niets, voeit
'hij voor niets, is hij een armzalige stumper.
Kennen we ze niet allen, de knappe vak-
menschen; de zakenlui, die geheel opgaan
in hun bedrijf; de propagandisten, samen
gegroeid met hun stokpaardje; de sport-
msniakken. voor wie heel de wereld één
paard is of één voetbalveld; de kamerge
leerden, verzamelaars, knutselaars,
kortom, die eenzijdige uitblinkers op hun
eigen terrein. voor wie de rest van het
leven niet schijnt te bestaan-
Van kindsbeen af hebben ze zich op hun
bijzondere aanleg gespecialiseerd; ze zijn
hierbij aangemoedigd door ouders en
riemden, die hun opmerkelijke gave be
wonderden, en steeds meer materiaal aan
droegen voor hun verbluffend talent. Ze zijn
groot in hun "vak,'ma'ar'klein en benepen
als mensch. Eigenlijk zijn ze, als alle won
derkinderen en wondermenschen. mismaak
te sohepselen, die eer meelijden dan naijver
verdienen.
Want de vreugde en de heerlijkheid van
het menschzijn ligt in de veelzijdige vol
heid van het bestaan. In anderen zin dan
de bekende Romein moeten we, willen we
het voorrecht van het mensoh-zijn smaken,
kunnen verklaren: niets mensehelijks acht
ik mij vreemd Het ideaal blijft voor ons
de complete, harmonische gestalte van een
Goethe, die al de verschillende gaven en
krachten van lichaam en geest op even
wichtige wijze ontwikkeld ha'd en daarmee
lvet voorbeeld blijft, dat ons openbaart, tot
welk een majestueuse hoogte de aitaijdi;
strevende mensch zich verheffen kan.
Ook zonder een genie als Goethe te zijn,
kunnen wij. ieder naar vermogen, trachten
raar een evenwichtig en. alzijd'igein groei.
Desnoods in zeer bescheiden formaat kun
nen wij toch een beeld opleveren van een
harmonisch en mensch. Een regelmatig ge
vormd boompje vei schaft meer vreugde aan
het oog dan een gewas, waaraan een on
evenredig lange tak die hoogte inschiet,
doch dat verder onvolgroeid is gebleven.
Tegenover dé opvoedingsmethode, die
den bijzontderen aanleg eenzijdig ontwik
kelt, staat het stelsel, dlat Lili Green op de
lidhaamsvonming zegt toe te passen De
spieren, die uit eigen beweging overmatig
goedl functionmeeren, kan men gerust aan
haar lot overlaten. Maan- de spieren, diie stug
haar dienst weigeren en niet van haar plaats
willen, dienen door onafgebroken oefening
aan haar plicht te worden gewend.
Wanneer een jongen een ware hartstocht
heeft voor muziek, zou het natuurlijk dwaas
zijn, zoo men hem muzieklessen onthield.
Maar zijn muziekles behoeft geen bijzon
dere aanmoediging; uit zichzelf zorgt bij wel,
dat hij nauwlettend studeert. Inmiddels
druilt en dreint hij tegen de vervelende
wiskunde en tegen de talen, waarin hij niet
meekomen kan. Een verstandig vader of
moeder zal hem niet in dezen tegenzin
stijven, maar de muziekles als belooning
stellen voor het stipt vbl'brengen van zijn
tegennatuirrlijken plicht.
Toen eens een jongmensdh met een alles
beheerschende liefhebberij voor schilderen
in de kunst zijn loopbaan wrou zoeken,
dwong zijn vader hem, zich te bekwamen
tot een beroep, wraarin hij op zakelijke
wijze zijn brood kon verdienen. „Is de roe
ping tot schilderen echt", aldus redeneerde
de vader, „dan zal die zich trots alles baan-
breken. Maar het is noodig, dat dfe jongen
intusschen ook de andere zijde van het
leven leert kennen."
Dit lijkt op de ouderwetse he opvoedings
methode, waarbij de kinderen alles moesten
leeren ete-n. Ze kregen niets anders dan
de versmade spijs, die zoolang voor hun
neus werd gezet, tot de honger hun tegen
zin overwon. Voor menig kind is dit paar
denmiddel de kwelling zijner jeugdjaren ge
weest.
Het lijkt mij onraadzaam, in dezen te
overdrijven. „Opvoeden", aldus heeft een
kundig paedagoog eens gezegd, „is het
ontwikkelbare tot cm!wikkeling brengen".
Met de grenzen van het ontwikkelbare
hebben we rekening te houden. Er zijn
soms vermogens, die niet ontwikkel baar
zijn. Kinderen, die met den besten wil zelfs
geen denkbeeld van breuken, van toonlad
ders of van naamvallen is bij te brengen,
vormen geen uitzondering. Anderen ken
merken zich door een volstrekt gemis aan
handigheid, koopmansgeest, sportiviteit.
Zoolang men met dergelijke afwijkingen
rekening houdt, blijft het stelsel, om juist
het van nature achterlijke door oefening te
versterken, aanbevelenswaardig Want
evenwicht en harmonie zijn de toetsstee-
nen voor het volmaakte.
H. G. CANNEGFETER.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot wetenschappelijk assistent Isfe
klasse bij de Koninklijke Bibliotheek Dr. L.
B. v. Umrnel, thans tijdelijk biblothecaris bij de
Koninklijke Academie voor Wetenschappen tc
Amsterdam.
Bij beschikking van den minister van binnen
landsche zaken en landbouw is benoemd tot
assistent aan de landbouwhoogcschool te Wa-
geningen dr. ir. P. C. Labouchère, aldaar
Benoemd tot plar.ikundigc bij den dienst der
lijkslandbouwproetstations ir. Tj. Huisman, te
Schcemderzwaag; h>j is werkzaam gesteld aar»
het proefstation voor veevoederonderzoek tc
Wageningen.
DE RIJKSMIDDELEN
Opbrengst over Mei.
Do Rijksmiddelen hebben in Mei 48.736.864
opgebracht, voor wat de gewone bronnen vun
inkomsten betreft, hetgeen ruim 3 X millioen
meer is dan een jaar geleden Aan buitenge
wone baten kwam daar nog 12.188.551 bij,
of ruhn IT Y: ton meer, afgescheiden van de
ƒ4.037.726 uit de nieuwe wegenbelasting. Se
dert 1 Januari leverden de gewone bronnen
215.609.000 op, zijnde ruim 10.1 meer
dan verleden jaar.
DIENST- EN RESERVEPLICHT.
Geen belemmering voor sollicitatie
op verlol.
In een binnenkort te verwachten legerorder
zal de minister van oorlog ingevolge besluit
van den ministerraad ter kennis brengen van
de onder het Dep. van Oorlog ressorteerende
diensten en ambtenaren, dat militaire dienst
pn reserveplicht geenerlei grond vormt tot ont
slag uit of voor ccnig nödeel ten opzichte van
een Rijksbetrekking en dat, in verband daar
mede, dienst- en reserveplicht igen bij solli
citatie naar openbare betrekkingen niet op
grond vao hun militaire verplichtingen mogen
worden achtergesteld
Voorts mag t.a.v dienst- en reserveplichtl-
gen in openbaren dienst het verblijf in mili
tairen dienst voor herhalingsoefeningen niet in
mindering worden gebracht van het hun tocv
komende ontspanni^gsverlof
ZILVEREN JUBILEUM VAN DEN MIJN-
RAAD.
Een instituut, dat in stilte werkt.
Het was Donderdag naar de Tel. meldt, 25 jaar
geleden dat de Mijnraad in het leven werd
geroepen. In tegenstelling met het luisterrijke
vieren van het zilveren feest der Staatsmijnen,
is deze dag zonder ecnig feestvertoon voorbij
gegaan. Ligt dit echter met geheel en al aan
den arbeid van dit college, dat nooit aan den
weg timmerde, doch nu reeds een kwart eeuw
lang zijri brlangrijk werk in alle stilte zonder
in het openbaar op te treden, verrichtte?
Bij Kon. Besluit van 29 Mei 1902 werd deze
rr.ad ingesteld ten behoeve van de inrichting
van den dienst der Staatsmijnen in Limburg.
In het kort kornet» de werkzaamheden van
den Mijnraad hierop neer. Den ministers van
Waterstaat, Handel en Nijverheid wordt raad
gegeven in alle zaken, welke het mijnwezen
betreffen. Verder wordt toezicht gehouden op
de wijze, waarop de dienst der Staatsmijnen
in Limburg naar de bevelen van den minister
van Waterstaat en die van Handel en Nijver
heid wordt uitgeoefend Bij genoemd Kon Be>
sluit is uitdrukkelijk vastgelegd, dat zonder
toestemming van de regeering aan de door den
Mijnraad behandelde zaken geen openbaarheid
.mag worden gegeven, waarin tevens de ver
klaring ligt, dat buitenstaanders zoo weinig
over het werk van den Mijnraad vernemen In
1002 was de samenstelling#van dit eenerzijds
ndviseerend en anderzijds toezichthoudend col-
loge als volgtoud-minister C. Lely, voorzit
ter mr. J. A N. Patijn, secretarisC. van
Citters, D. Gadcrman, A. K. P F R van Has
selt, W. Leemans, dr W. H. Nolens, mr L. H
Regout, dr. R. D. M. Verbeek, allen leden
Thans ziet het college er als volgt uitdr. W.
H Nolens, voorzitterJ F Vogel, secretaris;
T B. I. Klokgieters, plaatsvervangend secre
taris, dr C. Lely, dr. F G. Waller, A. F. Phi
lips, prof. dr G. A. F. Molengraaff, jhr M.
Ch. J. M Ruys de Beerenbrouck, R. de Kat
HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS.
Zestigjarig bestaan.
Onder voorzitterschap van Z. K. H. Prins
Hendrik is .gist.cr in een der zalen ven den
Dierentuin te den Haag dc jaarli.iksche alge
meene vergadering van de vereenigihg „Het
Nederlandsche Roode Kruis" gehouden. Ter
gelegenheid van het 60-jarig bestaan woei dc
Roode Kruisvlag van het gebouw, waarin de
vergadering plaats had. Een fraai groot bloem
stuk, voorstellende een wit kussen met rood
kruis, was aangeboden door de secretarissen
en het bureaupersoneel.
Aanvvezig waren namens het Centraal Co
mité voor het Nederlandsch-Indische Roode
Kruis prof. dr. E. Moresco en dr. J. J. van
Lonkhuizen. Verder werden opgemerkt het
eerelid luit. Generaal Collettc en het oud be
stuurslid Jhr. E. van Loon.
Z. IC. H. hield, na het welkom te hebben
toegeroepen, de volgende openingsrede:
Onder gansch buitengewone omstandigheden
heeft dit jaar dc algemeene vergadering van
het Nederlandsche Roode Kruis plaats.
Niet alleen toch dat wij de werkzaamheden
van het afgeloopen vereenigingsjaar moeten
behandelen, doch wij herdenken tevens het
hoogst merkwaardige feit. dat het Nederl.
Roode Kruis zijn 60-jarig jubileum viert.
Ik moge hierbij in herinnering brengen, dat,
toen 10 jaren geleden het Ned. Roode Kruis
zyn gouden jubileum zou vieren, de toenmalige
tijdsomstandigheden een ook maar eenigszins
feestelijke herdenking van dat jubileum on
mogelijk maakten. Immers, wjj waren toen
midden in den wereldoorlog, waarbij van het
Ned. Roode Kruis en zijn leden gestadige arbeid
werd vereischt, doch onder den ernst der tijds
omstandigheden elke gedachte aan feestviering
was uitgesloten.
Toenmaals werd in beginsel besloten om de
feestelijke herdenking van het 50-jarig jubi
leum 10 jaar uit te stellen. In verband hier
mede zou dit jaar, samenvallende met onze
alg. vergadering, een luisterrijke feestviering
plaats hebben. Ken feestcommissie, samenge
steld uit twee leden van het Dagelijksch be
stuur en twee bestuursleden van de afd. 's-Gra-
venhage werd gevormd en een ieder onzer ver
heugde zich bij voorbaat op de Juni-dagen van
het jaar 1927!
Bijgestaan door twee wakkere secretaris
sen, vatte deze commissi^ haar taak op de
meest ernstige wijze op en ieder onzer weet
welk een schoon en gevarieerd feestpro
gramma ons wachtte!
Het heeft 'evenwel niet zoo mogen zijn.
Een stormramp, die in hevigheid die van
1925 evenaarde, teisterde verschillende dee-
len van ons vaderland en in stede van ons
op te maken om feest te vieren moest het
Ncd. Roode Kruis, getrouw aan zijn roeping,
dc slachtoffers van den stormramp ter hulp
snellen, eerst door in «Ie getroffen streken
dc gewonden bij te staan, daarna door gel
den m te zamelen ter herstelling van dc ge
leden schade.
Waar wij niet innig gevoel van deernis
en medelijden hen herdenken, die bij den
stormramp het leven lieten, dan wel hun
naaste betrekkingen verloren, zijn wij ander
zijds niet groote en rechtmatige bewondering
vervuld voor hen, die den naam van het
Ned. Roode Kruis hoog hielden door hun
kordaat en beleidvol optreden bij het intre
den van den stormramp.
Ik ben dan ook verzekerd, dat ik op ieders
instemming mag rekenen wanneer ik hier
openlijk hulde breng aan de kringcommis-
sarissen in Gelderland en Overijsel en den
commissaris der IVe divisie-groep, die bij
gelegenheid van den stormramp door hun
beleidvol en voortvarend optreden den naam
van het Ned. Roode Kruis wisten hoog te
houden. (Applaus).
Moge hun voorbeeld navolging vinden!
Diep onder den indruk van de rampeD,
die oen deel van ons vaderland troffen en
wier leniging zeer aanzienlijke geldelijke
offers van de natie in het algemeen en van
het Nederlandsche Roode Kruis in het bij
zonder vergen, werd besloten aan de her
denking van het 60-jarig bestaan van onze
Vereeniging elk feestelijk karakter te ont
nemen. Is dit voor ens allen een groote te
leurstelling, zeer zeker moet die teleurstel
ling bijzonder pijnlijk zijn voor hen, dio
zich reeds zooveel moeite gaven om die fees'
telijkheden voor te bereiden.
Ten hoogste erkentelijk voor hetgeen de»
feestcommissie reeds heeft verricht, werd
besloten het Kruis van Verdienste van het
Nederlandsche Roode Kruis toe te kennen
aan ecrlige harer leden, te weten aan de
heeren Dr. Rutgers, lid van het dagclijksch
bestuur. luitenant-generaal ten Bosch,
hoofdcommissaris. Mevrouw de Baronesse
Douairière Clifford geboren van der Otidcr-
meulen, bestuurslid der afdeeling 's Graven-
hage en dc lieer de Kanter, die aan dc com
missie als secretaris was toegevoegd.
Openlijk moge ik hierbij hulde brengen
aan de hier genoemden, die zich reeds te
voren in de onderscheidene betrekkingen
als hoogst verdienstelijke Roode Kruisleden
deden kennen, terwijl ik tevens hierbij hul
de, breng aan de heeren Ds. Dietz, lid en
Jhr. Fluijt van Aspermont, secretaris der
feestcommissie, wier verdiensten als zooda
nig door lillen op hoogen prijs worden ge
steld."
Hierop noodigde spr. mevrouw Clifford en
de heeren Rutgers, ter Bosch en dc Kantcr
uit om de versierselen en het brevet van dc
Roode Kruisorde in ontvangst te nemen.
Spreker eindigde aldus: „En thans dames en
heeren zijn wij gekomen tot onze jaarlijksche
algemeene vergadering. Mogen onze beraadsla»
gingen zich kenmerken door een geest van
eensgezindheid cn allen bezield zijn met den
wensch om ons Nederlandsche Roode Kruis
hetwelk thans 60 jaren bestaan heeft, verder
vooruit tc brengen, opdat bet meer dan ooit
moge groeien en Moeien, steeds weer moge be
antwoorden aan zijne hoogc roeping cn blijvc
voortgaan het plichtanker te vormen, waaraan
in tijden van nood cn gevaar elkeen zich vast»
klampt.
Dc voorzitter verklaarde daarop de vergade»
ring voor geopend.
Dc lieer F r a n c k (afd. Meppel) bracht Z.
K. H. cn het overige hoofdbestuur dank voor
hetgeen ten behoeve van het Roode Kruis door
hen werd vcricht. Dc verklaring van Z. K. H.
van gisteravond zal wel door ieder met be»
langstelling cn instemming zijn gelezen.
Dc afdeclingcn hebben gemeend, toch een
blijk van hulde tc moeten aanbieden. Namens
die afdcelingcn sprekend, zcidc dc heer Franck
dat voor een fonds gelden waren bijeenge
bracht, welke ter beschikking van het hoofd*
bestuur worden gesteld (applaus).
Voorts bood spr. namens dc afdcelingcn een
voorzittershamer aan.
Dc Voorzitter bracht den heer Franck
oprechten dank voor de aanbieding dezer som
cn voor den nieuwen hamer, waarvan Z. K. H.
hoopte, dat die menig goed besluit moge bc»
zegelen.
Dc p c n i n gm e e s t e r dankte in het bh»
zonder nog voor dc stichting van het fonds,
dat kan worden bestemd voor hen, die zich
jegens het Roode Kruis verdienstelijk hebben
gcfriaakt.
Hierop was het jaarverslag aan dc orde.
ZUID-AFRIKAANSCHE BOEREN.
Een vluchtig bezoek aan ons
land.
Van 21 tot 24 Juni zal con gezelschap land
bouwers uit Zuid-Afrika, bestaande uit onge
veer 100 personen, waarvan 23 dames, ons
land bezoeken. In den avond van 21 Juni den
ken zij in Den Haag te orriveeren uit hot
Noorden van Frankrijk. De reis is georgani
seerd door de Zuid-Afrikaansche Nationale
Unie cn behalve door een aantal deelnemers
uit elk der provincies der Unie wordt daaraan
ook dóór ecnige landbouwers uit Rhodesia
deelgenomen.
Het voornaamste deel der reis is het bestu-
deeren van dc methoden, volgens welke in
Europa de producten van landbouw en vee
teelt ter markt worden gebracht, alsmede van
de eischen, welke Europeesche verbruikers
stellen aan de producten van den Zuid-Afri-
kaanschen landbouw, welko naar ons wereld
deel worden uitgevoerd.
Voor het bezoek aan Nederland, dat eerst
vijf dagen zou durep, zijn ten slotte slechts
2Y- dagen beschikbaar gebleken en nadat het
gezelschap in den avond van 21 Juni zal zijn
uangekomen, wordt den volgenden dog een
bezoek gebracht aan hot Wcstland en aan do
Rotierdomsche haven. In het Westland zal do
heer J. Barendse, voorzitter van de vereeni
ging „Het Westland" te Poeldijk van voorlich
ting dienen, terwijl te Rotterdam het pand
„St Job" van de N V Blaauwhoedenveem-
Vriesseveem zal worden bezichtigd. Dienzclf-
den avond nog wordt de reis voortgezet naar
Leeuwarden.
De reizigers gevoelen speciaal groote be
langstelling voor den Frieschen veestapel cn
de zuivelproductie en door de Friesche Maat- 0
schappij van Landbouw worden op 23 Juni
eer» aantal excursies door dc provincie Fries
land georganiseerd, waarbij het gezelschop in
verschillende groepen wordt verdeeld en iedere
groep in de gelegenheid wordt gesteld om zui
velfabrieken, veeteelt- en akkerbouwbedrijven
in oogcnschouw te nemen, benevens dc pak
huizen en fabrieken der Friesche Coöperatieve
Zuivel Export-Vereeniging te Leeuwarden. Des
avonds biedt het gemeentebestuur van Leeu
warden in den Prinsentuin een concert aan.
Op 24 Juni wordt na een bezoek aan do
Leeuworder veemarkt de reis voortgezet naar
de provincie Groningen, onder de leiding van
de Groninger Maatschappij van Landbouw,
waarbij het bekende kweekerijbedrijf van dr.
R. J. Mnnsholt te Westpoldcr bezichtigd wordt,
Des avonds vertrekt het gezelschap van
Groningen naar Bremen.
GEVAAR DOOR SCHULD.
Een beschonken autobusbestuurder.
'Het gerechtshof te Amhem heeft een auto
bestuurder, die te Apeldoorn met zijn wagen,
terwijl hij in beschonken toestand verkeerde,
door den boom van een afgesloten overweg
reed, wegens het door schuld gevaar veroor
zaken voor het spoorwegverkeer tot 200
boete of 40 dagen hechtenis veroordeeld. Dc
rechtbank te Zutphen had verdachte veroor
deeld tot 14 dagen hechtenis.
Loon en straf wekken geen deugd; zij doen
daaraan dikwerf schade.
Uit het Duiisch door ERNST KLEIN
Geautoriseerde vertaling van
L D1THMARINE
js
„Ik zal natte compressen maken en beloof u
vana.ond wederom mijn pikTi' aan de piano
te vervullen," zeidc hij.
.Daar bleef het bij en met opgewekte „chcers"
en wuivende zakdoeken reed do heeic optocht
weg. De arme Las Valdas sleepte zich aan
den arm van een bediende naar zijn kamei.
In den namiddag hielden twee met stof over
dekte auto's voor het slot stil. Verscheidene
heeren stegen er uit, die in de hall door den
secretaris van Lord Burnham ontvangen wer
den cn dadelijk dooi hem in de bibliotheek ge
bracht werden.
Het waren mr Craighton Davis, de directeur
van de Koninklijke Engelsch-Hollandsche pe-
troleummaatschappij, mr. John David Miller,
de Londensche vertegenwoordiger van de
Standard Oil met zijn secretaris, verder Sergef
Kar$schin en de beide Duitschc heeren Giol-
mans en Di. Roder
De knecht diende thee rond en men onder
hield zich met animo over het nieuwe stuk van
Shaw, over den mooien overtocht, over Jackie
Coogen cn andere interessante thema's, loen
de thee weggeruimd was en vervangen werd
door whisky en syphons, maakte de knecht zich
gereed de bibliotheek tc verlaten.
„Ryther", zeide Lord Burnham tot hem, „Je
bent persoonlijk verantwoordelijk, dat ik door
niemand gestoord wil worden."
„Zeer goed, Mylord
„Daar valt me te binnen, hoe maakt de
graaf het
„Ik heb hem zoocven zelf thee gebracht.
Hij voelde zich iets beter, en hoopt heden
avond tc kunnen opstaan en aan liet diner te
kunnen deelnemen."
„Zoo, dot is goed. Wees zoo goed naar
hem to^ te gaan en hem mijn verontschuldi
gingen over te brengen, dat ik hem bij de thee
geen gezelschap kan houden. Het zol mij ech
ter een groot genoegen zijn hem bij het diner
tc kunnen begroeten."
„Zeer goed, Mylord 1"
De deur sloot zich achter den ouden be
diende. De heeren schoven hun fauteuils dich
terbij.
„Wij hebben allen de interessante rede van
onzen premier gelezen," begon Lord Burnham
de onderhandeling. „Zij ontheft.ons van groote
'moeilijkheden, want zij toont ons, dat het mij
gelukt is, onze regeering tot een gunstig in
zicht in onze zaak te bewegen. Verder bewijst
ons de tegenwoordigheid van mr. Miller hier.
dat ook de erbij geïnteresseerde kringen van
dc Vereenigde Staten geneigd zijn, zich bij ons
aan te sluiten Aan den anderen kant leid ik
af uit het feit, dat twee invloedrijke persoon
lijkheden, als de heer Grolmans en Dr. Roder,
den heer Karachin naar Londen begeleiden,
dat het Duitschland's wensch is aan onze
groote onderneming mede te werken."
„Hmknorde Grolmans. Dr. Röder boog
zwijgend.
Het was een merkwaardig span, dié. beide
Duitschers.
Walter Grolmans, Westfaal van geboorte,
gezet, met breede massieve schoudeis, onbe
houwen bijna in zijn slechtzittend pak, met een
machtigen schedel en ruw, met donkere baard
omringd gelaat. En toch geen overdrevenheid
in dit uiterlijk. De mar. die het erts voor zijn
hoogovens uit eigen grotten uit de Oeral uit
Zweden, Spanje en Zuid-Amerika betrok, het
op zijn eigen schepen naar Hamburg trans
porteerde die zijn eigen slaapwagon had om
op reis altijd zijn gchcele secretariaat bij zich
te kunnen hebben deze man, die per dag
zestien uur werkte, was arbeider Niets anders.
Kon niets, niets anders zijn. Voor lange passe-
rijen bij den kleermaker, voor uren bij dc ma
nicure had hij geen tijd. Hij bezat in de om
geving van Essen een buiten, dat met sprook
jesachtige praal ingericht was hij was er
nog geen drie dagen aaneen geweest. Hij leef
de op zijn kantoor, in zijn hotel cn in zijn
slaapwagon. Een kosmopoliet in het werk.
Geheel anders was zijn metgezel. Grolmans,
een goede vijltiger, Röder zeker twintig jaar
jonger. Goed gekleed, met lichtblauwe oogen,
vriendelijk ook een kosmopoliet, maar in
zijn genoegens. Men kan wel niet zeggen dat
hij, omgekeerd, zooals Grolmans, nog r.ooit
drie dagen aaneen op zijn kuntoor had door
gebracht, maar men moet toch toegeven, dat
Dr Fritz Röder Parijs, San Sebastiaan, Monte
Carlo en St. Moritz verre voortrok boven het
oponthoud aan zijn schrijftafel in de Bchren-
straat te Berlijn. In ieder geval staat het vast,
dat de meeste groote zaken niet op zijn kan
toor afgesloten werden. Toen Grolmans den
vorigen winter op het punt stond de ertsgroe
ven in den Oeral in bezit te nemen, had
Dr. Röder juist zijn tenten in het Carlton Hotel
in St. Moritz opgeslagen en bracht zijn tijd
door met een zeer schoone Fransche dame,
die hij op het dwaalspoor bracht, dat zij hem
het hoofd op hol kon brengen. Grolmans zond
een dringend telegram, hetwelk Dr. Röder met
een vriendelijke uitnoodiging beantwoordde
de conferentie zou in St. Moritz gehouden kun
nen worden. Grolmans kende zijn man, zag
ai van iedere verdere telegramwisseling, pakte
Sergej Karaschin met zijn heele staf van ciga-
rctten rockende secretaressen in zijn slaap
wagon-trein en reed hen naar St. Moritz. Daar
gaf Dr Roder ter eere van den grooten Rus
een diner, waar vele dames aanzaten, die den
neer Sergej Karaschin in een toestand van bo-
venaardsche zaligheid brachten, waaruit hij
eerst ontwaakte, toen hij weder in het Russi
sche gezantschap in Berlijn aankwam. Toen hij
hier met nuchtere oogen het verdrag doorzag,
dot hij in St. Moritz geteekend had, moest hij
erkennen, dat deze vriendelijke, ongelooflijke
onschuldige gastheer hem op een dergelijke
manier te pakken had gehad, waarbij zelfs de
meest geslepen belsjcwiken-slimheid ec-n klein
kind leek.
Sedert dien behandelde Sergej Karaschin ern
stige aangelegenheden alleen vóór het diner en
daarom was hij nu naar Berlijn gelrokken, om
Röder en Grolmans als hulp te halen.
En nu zat hij met de twee Duitschers in de
prachtige bibliotheek van Lord Burnham,
draaide zooals zijn gewoonte was zijn geliefd
cigorettenrolletjc cn wachtte tot één van hen
de openingsrede van den gastheer zou beant
woorden. Dr. Röder had klaarblijkelijk juist
weer wat anders aan het hoofd. Hij bewonder
de de talrijke Gainsborotighs cn Reynolds die
de hooge wonden van de bibliotheek versier
den.
Grolmans rukte heen en weer in zijn stoel
en kauwde nadenkend op zijn cigarette. Hij
was geen groot redenaar en liet het woord
liever aan anderen over. Hij zei ja, of hij zei
neen. Hij teeken^le, of hij teekende niet. Hij
was altijd reeds aan het eind van een zaak,
als de anderen nog overlegden, hoe zij beslui
ten zouden.
Miüer, de Amerikaan, een klein verschrom
peld mannetje, wiens gezicht slechts scheen te
bestaan uit een reusachtige bril, deed cr ook
het zwijgen toe. Hij wachtte wat de Duitschers
te zeggen hadden. Lord Burnham en Dr. Davis
deden cvenzoo. Karaschin rookte zijn cigarette,
hij was de „tertius gaudens" bij den handel.
Stilte. AJleen de Neurenbergsche klok tikte
als van ouds. Mr. John David Miller mengde
zich met zorg een whisky-soda. Karaschin was
met zijn tweede cigarette bezig. Grolmans be
gon de groote sterke handen te wrijven
„Nu, dan kunnen wij beginnen," 'begon dr.
Röder eindelijk en glimlachte. „Mylord, wij
hebben de rede van uwen premier gisteren in
ons hotel in Londen gelezen. Wij waren zeer
opgewonden en vooral de heer Grolmans en
ik ais Duitschei s bewonderen deze rede. Wij
benijden Engeland niet alleen om den staats
man, die die rede hield, maar ook om het
volk, waarvoor hij het hield. Intusschcn schij
nen toch zekere kringen cn vooral de toon*
aangevende, niettegenstaande alle vaderland-
sche ijver, niet geneigd tc zijn, het enthousias
me van den premier zonder meer te volgen."
Lord Burnham richtte zich op en richtte een
hoogmoedig-vragenden blik op den spreker.
Dat een Engelschman tekort zou schieten aan
vaderlandsliefde nog bovendien van een
Duitscher aan te hooren ondervond hij als
een persoonlijke beleediging.
(Wordt vervolgd).