DE WILDE HERTOGIN TWEEDE BLAD. BINNENLAND. FEUILLETON 25e Jaargang No.297 AM E KSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 18 Juni 1927 ALZIJDIGHEID. (Nadruk verboden.). Toen men eens aan Lili Green, de be kende danseres, vroeg, wat wel het geheim was van haar methode, antwoordde ze, dat ze haar leerlingen er aan trachtte te ge wennen, de spieren te brengen naar den kant waar ze niet liggen. „Alleen door dat te doen", zei ze, „brengt men zijn lichaam tot volle ontwikkeling." Er zit in dit stelsel iets, dat navolgens waardig is ook buiten het gebied van de louter lichamelijke opvoeding. Een harmo nisch lichaam, maar ook een harmonische geest is alleen te vormen door datgene, wat het minst ontwikkeld is, meer dan het overige te oefenen. Toch heeft ook deze methode haar grenzen. Wij allen worden geboren met een be paalde voorkeur voor zeker soort lichaams verrichtingen, zeker soort van gedachten, zeker soort arbeid. We plegen deze voor keur aanleg te noemen en achten het van overwegend belang, na te gaan, waarvoor onze zoon of dochter aanleg bezit. Dezen aanleg nemen wij tot grondslag voor de toekomstige loopbaan onzer kinderen; we bevorderen hem en bouwen er ons onder richt en onze opvoeding op. Met belangstelling, met voldoening en trots volgen wij de ontwikkeling van den jeugdigen musicus, schilder of redenaar; we sporen hem aan bij zijn oefening en verschaffen hem goede meesters. En een groote teleurstelling wordt het ons straks, zoo desondanks h eenenmale mislukt. Wat is levensmislukking? Het kan zijn, dat onze pupil inderdaad een groot musi cus, schilder of redenaar wordt, en dat wij hem toch beklagen. Want hij blijkt niets dan musicus, schilder of redenaar. De ont wikkeling van zijn overige functies, welke tezamen den mensch vormen, heeft stil gestaan. Buiten het enge terrein van zijn speciale volmaaktheid weet hij niets, voeit 'hij voor niets, is hij een armzalige stumper. Kennen we ze niet allen, de knappe vak- menschen; de zakenlui, die geheel opgaan in hun bedrijf; de propagandisten, samen gegroeid met hun stokpaardje; de sport- msniakken. voor wie heel de wereld één paard is of één voetbalveld; de kamerge leerden, verzamelaars, knutselaars, kortom, die eenzijdige uitblinkers op hun eigen terrein. voor wie de rest van het leven niet schijnt te bestaan- Van kindsbeen af hebben ze zich op hun bijzondere aanleg gespecialiseerd; ze zijn hierbij aangemoedigd door ouders en riemden, die hun opmerkelijke gave be wonderden, en steeds meer materiaal aan droegen voor hun verbluffend talent. Ze zijn groot in hun "vak,'ma'ar'klein en benepen als mensch. Eigenlijk zijn ze, als alle won derkinderen en wondermenschen. mismaak te sohepselen, die eer meelijden dan naijver verdienen. Want de vreugde en de heerlijkheid van het menschzijn ligt in de veelzijdige vol heid van het bestaan. In anderen zin dan de bekende Romein moeten we, willen we het voorrecht van het mensoh-zijn smaken, kunnen verklaren: niets mensehelijks acht ik mij vreemd Het ideaal blijft voor ons de complete, harmonische gestalte van een Goethe, die al de verschillende gaven en krachten van lichaam en geest op even wichtige wijze ontwikkeld ha'd en daarmee lvet voorbeeld blijft, dat ons openbaart, tot welk een majestueuse hoogte de aitaijdi; strevende mensch zich verheffen kan. Ook zonder een genie als Goethe te zijn, kunnen wij. ieder naar vermogen, trachten raar een evenwichtig en. alzijd'igein groei. Desnoods in zeer bescheiden formaat kun nen wij toch een beeld opleveren van een harmonisch en mensch. Een regelmatig ge vormd boompje vei schaft meer vreugde aan het oog dan een gewas, waaraan een on evenredig lange tak die hoogte inschiet, doch dat verder onvolgroeid is gebleven. Tegenover dé opvoedingsmethode, die den bijzontderen aanleg eenzijdig ontwik kelt, staat het stelsel, dlat Lili Green op de lidhaamsvonming zegt toe te passen De spieren, die uit eigen beweging overmatig goedl functionmeeren, kan men gerust aan haar lot overlaten. Maan- de spieren, diie stug haar dienst weigeren en niet van haar plaats willen, dienen door onafgebroken oefening aan haar plicht te worden gewend. Wanneer een jongen een ware hartstocht heeft voor muziek, zou het natuurlijk dwaas zijn, zoo men hem muzieklessen onthield. Maar zijn muziekles behoeft geen bijzon dere aanmoediging; uit zichzelf zorgt bij wel, dat hij nauwlettend studeert. Inmiddels druilt en dreint hij tegen de vervelende wiskunde en tegen de talen, waarin hij niet meekomen kan. Een verstandig vader of moeder zal hem niet in dezen tegenzin stijven, maar de muziekles als belooning stellen voor het stipt vbl'brengen van zijn tegennatuirrlijken plicht. Toen eens een jongmensdh met een alles beheerschende liefhebberij voor schilderen in de kunst zijn loopbaan wrou zoeken, dwong zijn vader hem, zich te bekwamen tot een beroep, wraarin hij op zakelijke wijze zijn brood kon verdienen. „Is de roe ping tot schilderen echt", aldus redeneerde de vader, „dan zal die zich trots alles baan- breken. Maar het is noodig, dat dfe jongen intusschen ook de andere zijde van het leven leert kennen." Dit lijkt op de ouderwetse he opvoedings methode, waarbij de kinderen alles moesten leeren ete-n. Ze kregen niets anders dan de versmade spijs, die zoolang voor hun neus werd gezet, tot de honger hun tegen zin overwon. Voor menig kind is dit paar denmiddel de kwelling zijner jeugdjaren ge weest. Het lijkt mij onraadzaam, in dezen te overdrijven. „Opvoeden", aldus heeft een kundig paedagoog eens gezegd, „is het ontwikkelbare tot cm!wikkeling brengen". Met de grenzen van het ontwikkelbare hebben we rekening te houden. Er zijn soms vermogens, die niet ontwikkel baar zijn. Kinderen, die met den besten wil zelfs geen denkbeeld van breuken, van toonlad ders of van naamvallen is bij te brengen, vormen geen uitzondering. Anderen ken merken zich door een volstrekt gemis aan handigheid, koopmansgeest, sportiviteit. Zoolang men met dergelijke afwijkingen rekening houdt, blijft het stelsel, om juist het van nature achterlijke door oefening te versterken, aanbevelenswaardig Want evenwicht en harmonie zijn de toetsstee- nen voor het volmaakte. H. G. CANNEGFETER. UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot wetenschappelijk assistent Isfe klasse bij de Koninklijke Bibliotheek Dr. L. B. v. Umrnel, thans tijdelijk biblothecaris bij de Koninklijke Academie voor Wetenschappen tc Amsterdam. Bij beschikking van den minister van binnen landsche zaken en landbouw is benoemd tot assistent aan de landbouwhoogcschool te Wa- geningen dr. ir. P. C. Labouchère, aldaar Benoemd tot plar.ikundigc bij den dienst der lijkslandbouwproetstations ir. Tj. Huisman, te Schcemderzwaag; h>j is werkzaam gesteld aar» het proefstation voor veevoederonderzoek tc Wageningen. DE RIJKSMIDDELEN Opbrengst over Mei. Do Rijksmiddelen hebben in Mei 48.736.864 opgebracht, voor wat de gewone bronnen vun inkomsten betreft, hetgeen ruim 3 X millioen meer is dan een jaar geleden Aan buitenge wone baten kwam daar nog 12.188.551 bij, of ruhn IT Y: ton meer, afgescheiden van de ƒ4.037.726 uit de nieuwe wegenbelasting. Se dert 1 Januari leverden de gewone bronnen 215.609.000 op, zijnde ruim 10.1 meer dan verleden jaar. DIENST- EN RESERVEPLICHT. Geen belemmering voor sollicitatie op verlol. In een binnenkort te verwachten legerorder zal de minister van oorlog ingevolge besluit van den ministerraad ter kennis brengen van de onder het Dep. van Oorlog ressorteerende diensten en ambtenaren, dat militaire dienst pn reserveplicht geenerlei grond vormt tot ont slag uit of voor ccnig nödeel ten opzichte van een Rijksbetrekking en dat, in verband daar mede, dienst- en reserveplicht igen bij solli citatie naar openbare betrekkingen niet op grond vao hun militaire verplichtingen mogen worden achtergesteld Voorts mag t.a.v dienst- en reserveplichtl- gen in openbaren dienst het verblijf in mili tairen dienst voor herhalingsoefeningen niet in mindering worden gebracht van het hun tocv komende ontspanni^gsverlof ZILVEREN JUBILEUM VAN DEN MIJN- RAAD. Een instituut, dat in stilte werkt. Het was Donderdag naar de Tel. meldt, 25 jaar geleden dat de Mijnraad in het leven werd geroepen. In tegenstelling met het luisterrijke vieren van het zilveren feest der Staatsmijnen, is deze dag zonder ecnig feestvertoon voorbij gegaan. Ligt dit echter met geheel en al aan den arbeid van dit college, dat nooit aan den weg timmerde, doch nu reeds een kwart eeuw lang zijri brlangrijk werk in alle stilte zonder in het openbaar op te treden, verrichtte? Bij Kon. Besluit van 29 Mei 1902 werd deze rr.ad ingesteld ten behoeve van de inrichting van den dienst der Staatsmijnen in Limburg. In het kort kornet» de werkzaamheden van den Mijnraad hierop neer. Den ministers van Waterstaat, Handel en Nijverheid wordt raad gegeven in alle zaken, welke het mijnwezen betreffen. Verder wordt toezicht gehouden op de wijze, waarop de dienst der Staatsmijnen in Limburg naar de bevelen van den minister van Waterstaat en die van Handel en Nijver heid wordt uitgeoefend Bij genoemd Kon Be> sluit is uitdrukkelijk vastgelegd, dat zonder toestemming van de regeering aan de door den Mijnraad behandelde zaken geen openbaarheid .mag worden gegeven, waarin tevens de ver klaring ligt, dat buitenstaanders zoo weinig over het werk van den Mijnraad vernemen In 1002 was de samenstelling#van dit eenerzijds ndviseerend en anderzijds toezichthoudend col- loge als volgtoud-minister C. Lely, voorzit ter mr. J. A N. Patijn, secretarisC. van Citters, D. Gadcrman, A. K. P F R van Has selt, W. Leemans, dr W. H. Nolens, mr L. H Regout, dr. R. D. M. Verbeek, allen leden Thans ziet het college er als volgt uitdr. W. H Nolens, voorzitterJ F Vogel, secretaris; T B. I. Klokgieters, plaatsvervangend secre taris, dr C. Lely, dr. F G. Waller, A. F. Phi lips, prof. dr G. A. F. Molengraaff, jhr M. Ch. J. M Ruys de Beerenbrouck, R. de Kat HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS. Zestigjarig bestaan. Onder voorzitterschap van Z. K. H. Prins Hendrik is .gist.cr in een der zalen ven den Dierentuin te den Haag dc jaarli.iksche alge meene vergadering van de vereenigihg „Het Nederlandsche Roode Kruis" gehouden. Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan woei dc Roode Kruisvlag van het gebouw, waarin de vergadering plaats had. Een fraai groot bloem stuk, voorstellende een wit kussen met rood kruis, was aangeboden door de secretarissen en het bureaupersoneel. Aanvvezig waren namens het Centraal Co mité voor het Nederlandsch-Indische Roode Kruis prof. dr. E. Moresco en dr. J. J. van Lonkhuizen. Verder werden opgemerkt het eerelid luit. Generaal Collettc en het oud be stuurslid Jhr. E. van Loon. Z. IC. H. hield, na het welkom te hebben toegeroepen, de volgende openingsrede: Onder gansch buitengewone omstandigheden heeft dit jaar dc algemeene vergadering van het Nederlandsche Roode Kruis plaats. Niet alleen toch dat wij de werkzaamheden van het afgeloopen vereenigingsjaar moeten behandelen, doch wij herdenken tevens het hoogst merkwaardige feit. dat het Nederl. Roode Kruis zijn 60-jarig jubileum viert. Ik moge hierbij in herinnering brengen, dat, toen 10 jaren geleden het Ned. Roode Kruis zyn gouden jubileum zou vieren, de toenmalige tijdsomstandigheden een ook maar eenigszins feestelijke herdenking van dat jubileum on mogelijk maakten. Immers, wjj waren toen midden in den wereldoorlog, waarbij van het Ned. Roode Kruis en zijn leden gestadige arbeid werd vereischt, doch onder den ernst der tijds omstandigheden elke gedachte aan feestviering was uitgesloten. Toenmaals werd in beginsel besloten om de feestelijke herdenking van het 50-jarig jubi leum 10 jaar uit te stellen. In verband hier mede zou dit jaar, samenvallende met onze alg. vergadering, een luisterrijke feestviering plaats hebben. Ken feestcommissie, samenge steld uit twee leden van het Dagelijksch be stuur en twee bestuursleden van de afd. 's-Gra- venhage werd gevormd en een ieder onzer ver heugde zich bij voorbaat op de Juni-dagen van het jaar 1927! Bijgestaan door twee wakkere secretaris sen, vatte deze commissi^ haar taak op de meest ernstige wijze op en ieder onzer weet welk een schoon en gevarieerd feestpro gramma ons wachtte! Het heeft 'evenwel niet zoo mogen zijn. Een stormramp, die in hevigheid die van 1925 evenaarde, teisterde verschillende dee- len van ons vaderland en in stede van ons op te maken om feest te vieren moest het Ncd. Roode Kruis, getrouw aan zijn roeping, dc slachtoffers van den stormramp ter hulp snellen, eerst door in «Ie getroffen streken dc gewonden bij te staan, daarna door gel den m te zamelen ter herstelling van dc ge leden schade. Waar wij niet innig gevoel van deernis en medelijden hen herdenken, die bij den stormramp het leven lieten, dan wel hun naaste betrekkingen verloren, zijn wij ander zijds niet groote en rechtmatige bewondering vervuld voor hen, die den naam van het Ned. Roode Kruis hoog hielden door hun kordaat en beleidvol optreden bij het intre den van den stormramp. Ik ben dan ook verzekerd, dat ik op ieders instemming mag rekenen wanneer ik hier openlijk hulde breng aan de kringcommis- sarissen in Gelderland en Overijsel en den commissaris der IVe divisie-groep, die bij gelegenheid van den stormramp door hun beleidvol en voortvarend optreden den naam van het Ned. Roode Kruis wisten hoog te houden. (Applaus). Moge hun voorbeeld navolging vinden! Diep onder den indruk van de rampeD, die oen deel van ons vaderland troffen en wier leniging zeer aanzienlijke geldelijke offers van de natie in het algemeen en van het Nederlandsche Roode Kruis in het bij zonder vergen, werd besloten aan de her denking van het 60-jarig bestaan van onze Vereeniging elk feestelijk karakter te ont nemen. Is dit voor ens allen een groote te leurstelling, zeer zeker moet die teleurstel ling bijzonder pijnlijk zijn voor hen, dio zich reeds zooveel moeite gaven om die fees' telijkheden voor te bereiden. Ten hoogste erkentelijk voor hetgeen de» feestcommissie reeds heeft verricht, werd besloten het Kruis van Verdienste van het Nederlandsche Roode Kruis toe te kennen aan ecrlige harer leden, te weten aan de heeren Dr. Rutgers, lid van het dagclijksch bestuur. luitenant-generaal ten Bosch, hoofdcommissaris. Mevrouw de Baronesse Douairière Clifford geboren van der Otidcr- meulen, bestuurslid der afdeeling 's Graven- hage en dc lieer de Kanter, die aan dc com missie als secretaris was toegevoegd. Openlijk moge ik hierbij hulde brengen aan de hier genoemden, die zich reeds te voren in de onderscheidene betrekkingen als hoogst verdienstelijke Roode Kruisleden deden kennen, terwijl ik tevens hierbij hul de, breng aan de heeren Ds. Dietz, lid en Jhr. Fluijt van Aspermont, secretaris der feestcommissie, wier verdiensten als zooda nig door lillen op hoogen prijs worden ge steld." Hierop noodigde spr. mevrouw Clifford en de heeren Rutgers, ter Bosch en dc Kantcr uit om de versierselen en het brevet van dc Roode Kruisorde in ontvangst te nemen. Spreker eindigde aldus: „En thans dames en heeren zijn wij gekomen tot onze jaarlijksche algemeene vergadering. Mogen onze beraadsla» gingen zich kenmerken door een geest van eensgezindheid cn allen bezield zijn met den wensch om ons Nederlandsche Roode Kruis hetwelk thans 60 jaren bestaan heeft, verder vooruit tc brengen, opdat bet meer dan ooit moge groeien en Moeien, steeds weer moge be antwoorden aan zijne hoogc roeping cn blijvc voortgaan het plichtanker te vormen, waaraan in tijden van nood cn gevaar elkeen zich vast» klampt. Dc voorzitter verklaarde daarop de vergade» ring voor geopend. Dc lieer F r a n c k (afd. Meppel) bracht Z. K. H. cn het overige hoofdbestuur dank voor hetgeen ten behoeve van het Roode Kruis door hen werd vcricht. Dc verklaring van Z. K. H. van gisteravond zal wel door ieder met be» langstelling cn instemming zijn gelezen. Dc afdeclingcn hebben gemeend, toch een blijk van hulde tc moeten aanbieden. Namens die afdcelingcn sprekend, zcidc dc heer Franck dat voor een fonds gelden waren bijeenge bracht, welke ter beschikking van het hoofd* bestuur worden gesteld (applaus). Voorts bood spr. namens dc afdcelingcn een voorzittershamer aan. Dc Voorzitter bracht den heer Franck oprechten dank voor de aanbieding dezer som cn voor den nieuwen hamer, waarvan Z. K. H. hoopte, dat die menig goed besluit moge bc» zegelen. Dc p c n i n gm e e s t e r dankte in het bh» zonder nog voor dc stichting van het fonds, dat kan worden bestemd voor hen, die zich jegens het Roode Kruis verdienstelijk hebben gcfriaakt. Hierop was het jaarverslag aan dc orde. ZUID-AFRIKAANSCHE BOEREN. Een vluchtig bezoek aan ons land. Van 21 tot 24 Juni zal con gezelschap land bouwers uit Zuid-Afrika, bestaande uit onge veer 100 personen, waarvan 23 dames, ons land bezoeken. In den avond van 21 Juni den ken zij in Den Haag te orriveeren uit hot Noorden van Frankrijk. De reis is georgani seerd door de Zuid-Afrikaansche Nationale Unie cn behalve door een aantal deelnemers uit elk der provincies der Unie wordt daaraan ook dóór ecnige landbouwers uit Rhodesia deelgenomen. Het voornaamste deel der reis is het bestu- deeren van dc methoden, volgens welke in Europa de producten van landbouw en vee teelt ter markt worden gebracht, alsmede van de eischen, welke Europeesche verbruikers stellen aan de producten van den Zuid-Afri- kaanschen landbouw, welko naar ons wereld deel worden uitgevoerd. Voor het bezoek aan Nederland, dat eerst vijf dagen zou durep, zijn ten slotte slechts 2Y- dagen beschikbaar gebleken en nadat het gezelschap in den avond van 21 Juni zal zijn uangekomen, wordt den volgenden dog een bezoek gebracht aan hot Wcstland en aan do Rotierdomsche haven. In het Westland zal do heer J. Barendse, voorzitter van de vereeni ging „Het Westland" te Poeldijk van voorlich ting dienen, terwijl te Rotterdam het pand „St Job" van de N V Blaauwhoedenveem- Vriesseveem zal worden bezichtigd. Dienzclf- den avond nog wordt de reis voortgezet naar Leeuwarden. De reizigers gevoelen speciaal groote be langstelling voor den Frieschen veestapel cn de zuivelproductie en door de Friesche Maat- 0 schappij van Landbouw worden op 23 Juni eer» aantal excursies door dc provincie Fries land georganiseerd, waarbij het gezelschop in verschillende groepen wordt verdeeld en iedere groep in de gelegenheid wordt gesteld om zui velfabrieken, veeteelt- en akkerbouwbedrijven in oogcnschouw te nemen, benevens dc pak huizen en fabrieken der Friesche Coöperatieve Zuivel Export-Vereeniging te Leeuwarden. Des avonds biedt het gemeentebestuur van Leeu warden in den Prinsentuin een concert aan. Op 24 Juni wordt na een bezoek aan do Leeuworder veemarkt de reis voortgezet naar de provincie Groningen, onder de leiding van de Groninger Maatschappij van Landbouw, waarbij het bekende kweekerijbedrijf van dr. R. J. Mnnsholt te Westpoldcr bezichtigd wordt, Des avonds vertrekt het gezelschap van Groningen naar Bremen. GEVAAR DOOR SCHULD. Een beschonken autobusbestuurder. 'Het gerechtshof te Amhem heeft een auto bestuurder, die te Apeldoorn met zijn wagen, terwijl hij in beschonken toestand verkeerde, door den boom van een afgesloten overweg reed, wegens het door schuld gevaar veroor zaken voor het spoorwegverkeer tot 200 boete of 40 dagen hechtenis veroordeeld. Dc rechtbank te Zutphen had verdachte veroor deeld tot 14 dagen hechtenis. Loon en straf wekken geen deugd; zij doen daaraan dikwerf schade. Uit het Duiisch door ERNST KLEIN Geautoriseerde vertaling van L D1THMARINE js „Ik zal natte compressen maken en beloof u vana.ond wederom mijn pikTi' aan de piano te vervullen," zeidc hij. .Daar bleef het bij en met opgewekte „chcers" en wuivende zakdoeken reed do heeic optocht weg. De arme Las Valdas sleepte zich aan den arm van een bediende naar zijn kamei. In den namiddag hielden twee met stof over dekte auto's voor het slot stil. Verscheidene heeren stegen er uit, die in de hall door den secretaris van Lord Burnham ontvangen wer den cn dadelijk dooi hem in de bibliotheek ge bracht werden. Het waren mr Craighton Davis, de directeur van de Koninklijke Engelsch-Hollandsche pe- troleummaatschappij, mr. John David Miller, de Londensche vertegenwoordiger van de Standard Oil met zijn secretaris, verder Sergef Kar$schin en de beide Duitschc heeren Giol- mans en Di. Roder De knecht diende thee rond en men onder hield zich met animo over het nieuwe stuk van Shaw, over den mooien overtocht, over Jackie Coogen cn andere interessante thema's, loen de thee weggeruimd was en vervangen werd door whisky en syphons, maakte de knecht zich gereed de bibliotheek tc verlaten. „Ryther", zeide Lord Burnham tot hem, „Je bent persoonlijk verantwoordelijk, dat ik door niemand gestoord wil worden." „Zeer goed, Mylord „Daar valt me te binnen, hoe maakt de graaf het „Ik heb hem zoocven zelf thee gebracht. Hij voelde zich iets beter, en hoopt heden avond tc kunnen opstaan en aan liet diner te kunnen deelnemen." „Zoo, dot is goed. Wees zoo goed naar hem to^ te gaan en hem mijn verontschuldi gingen over te brengen, dat ik hem bij de thee geen gezelschap kan houden. Het zol mij ech ter een groot genoegen zijn hem bij het diner tc kunnen begroeten." „Zeer goed, Mylord 1" De deur sloot zich achter den ouden be diende. De heeren schoven hun fauteuils dich terbij. „Wij hebben allen de interessante rede van onzen premier gelezen," begon Lord Burnham de onderhandeling. „Zij ontheft.ons van groote 'moeilijkheden, want zij toont ons, dat het mij gelukt is, onze regeering tot een gunstig in zicht in onze zaak te bewegen. Verder bewijst ons de tegenwoordigheid van mr. Miller hier. dat ook de erbij geïnteresseerde kringen van dc Vereenigde Staten geneigd zijn, zich bij ons aan te sluiten Aan den anderen kant leid ik af uit het feit, dat twee invloedrijke persoon lijkheden, als de heer Grolmans en Dr. Roder, den heer Karachin naar Londen begeleiden, dat het Duitschland's wensch is aan onze groote onderneming mede te werken." „Hmknorde Grolmans. Dr. Röder boog zwijgend. Het was een merkwaardig span, dié. beide Duitschers. Walter Grolmans, Westfaal van geboorte, gezet, met breede massieve schoudeis, onbe houwen bijna in zijn slechtzittend pak, met een machtigen schedel en ruw, met donkere baard omringd gelaat. En toch geen overdrevenheid in dit uiterlijk. De mar. die het erts voor zijn hoogovens uit eigen grotten uit de Oeral uit Zweden, Spanje en Zuid-Amerika betrok, het op zijn eigen schepen naar Hamburg trans porteerde die zijn eigen slaapwagon had om op reis altijd zijn gchcele secretariaat bij zich te kunnen hebben deze man, die per dag zestien uur werkte, was arbeider Niets anders. Kon niets, niets anders zijn. Voor lange passe- rijen bij den kleermaker, voor uren bij dc ma nicure had hij geen tijd. Hij bezat in de om geving van Essen een buiten, dat met sprook jesachtige praal ingericht was hij was er nog geen drie dagen aaneen geweest. Hij leef de op zijn kantoor, in zijn hotel cn in zijn slaapwagon. Een kosmopoliet in het werk. Geheel anders was zijn metgezel. Grolmans, een goede vijltiger, Röder zeker twintig jaar jonger. Goed gekleed, met lichtblauwe oogen, vriendelijk ook een kosmopoliet, maar in zijn genoegens. Men kan wel niet zeggen dat hij, omgekeerd, zooals Grolmans, nog r.ooit drie dagen aaneen op zijn kuntoor had door gebracht, maar men moet toch toegeven, dat Dr Fritz Röder Parijs, San Sebastiaan, Monte Carlo en St. Moritz verre voortrok boven het oponthoud aan zijn schrijftafel in de Bchren- straat te Berlijn. In ieder geval staat het vast, dat de meeste groote zaken niet op zijn kan toor afgesloten werden. Toen Grolmans den vorigen winter op het punt stond de ertsgroe ven in den Oeral in bezit te nemen, had Dr. Röder juist zijn tenten in het Carlton Hotel in St. Moritz opgeslagen en bracht zijn tijd door met een zeer schoone Fransche dame, die hij op het dwaalspoor bracht, dat zij hem het hoofd op hol kon brengen. Grolmans zond een dringend telegram, hetwelk Dr. Röder met een vriendelijke uitnoodiging beantwoordde de conferentie zou in St. Moritz gehouden kun nen worden. Grolmans kende zijn man, zag ai van iedere verdere telegramwisseling, pakte Sergej Karaschin met zijn heele staf van ciga- rctten rockende secretaressen in zijn slaap wagon-trein en reed hen naar St. Moritz. Daar gaf Dr Roder ter eere van den grooten Rus een diner, waar vele dames aanzaten, die den neer Sergej Karaschin in een toestand van bo- venaardsche zaligheid brachten, waaruit hij eerst ontwaakte, toen hij weder in het Russi sche gezantschap in Berlijn aankwam. Toen hij hier met nuchtere oogen het verdrag doorzag, dot hij in St. Moritz geteekend had, moest hij erkennen, dat deze vriendelijke, ongelooflijke onschuldige gastheer hem op een dergelijke manier te pakken had gehad, waarbij zelfs de meest geslepen belsjcwiken-slimheid ec-n klein kind leek. Sedert dien behandelde Sergej Karaschin ern stige aangelegenheden alleen vóór het diner en daarom was hij nu naar Berlijn gelrokken, om Röder en Grolmans als hulp te halen. En nu zat hij met de twee Duitschers in de prachtige bibliotheek van Lord Burnham, draaide zooals zijn gewoonte was zijn geliefd cigorettenrolletjc cn wachtte tot één van hen de openingsrede van den gastheer zou beant woorden. Dr. Röder had klaarblijkelijk juist weer wat anders aan het hoofd. Hij bewonder de de talrijke Gainsborotighs cn Reynolds die de hooge wonden van de bibliotheek versier den. Grolmans rukte heen en weer in zijn stoel en kauwde nadenkend op zijn cigarette. Hij was geen groot redenaar en liet het woord liever aan anderen over. Hij zei ja, of hij zei neen. Hij teeken^le, of hij teekende niet. Hij was altijd reeds aan het eind van een zaak, als de anderen nog overlegden, hoe zij beslui ten zouden. Miüer, de Amerikaan, een klein verschrom peld mannetje, wiens gezicht slechts scheen te bestaan uit een reusachtige bril, deed cr ook het zwijgen toe. Hij wachtte wat de Duitschers te zeggen hadden. Lord Burnham en Dr. Davis deden cvenzoo. Karaschin rookte zijn cigarette, hij was de „tertius gaudens" bij den handel. Stilte. AJleen de Neurenbergsche klok tikte als van ouds. Mr. John David Miller mengde zich met zorg een whisky-soda. Karaschin was met zijn tweede cigarette bezig. Grolmans be gon de groote sterke handen te wrijven „Nu, dan kunnen wij beginnen," 'begon dr. Röder eindelijk en glimlachte. „Mylord, wij hebben de rede van uwen premier gisteren in ons hotel in Londen gelezen. Wij waren zeer opgewonden en vooral de heer Grolmans en ik ais Duitschei s bewonderen deze rede. Wij benijden Engeland niet alleen om den staats man, die die rede hield, maar ook om het volk, waarvoor hij het hield. Intusschcn schij nen toch zekere kringen cn vooral de toon* aangevende, niettegenstaande alle vaderland- sche ijver, niet geneigd tc zijn, het enthousias me van den premier zonder meer te volgen." Lord Burnham richtte zich op en richtte een hoogmoedig-vragenden blik op den spreker. Dat een Engelschman tekort zou schieten aan vaderlandsliefde nog bovendien van een Duitscher aan te hooren ondervond hij als een persoonlijke beleediging. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5