L. J. LUiJCX Zn.
de wilde Hertogin
Zomer-Opruimimg.
'Jaargang No. 8 APAfcKSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
'TWEEDE BLAD.
GEVAARLIJKE CORRES
PONDENTIES
RADIOPROGRAMMA
FEUILLETON.
.ff -
Zaterdag
9 Juli 1927
HET KLASSIEKE
VOORBEELD
(Nadruk verboden).
Toevallig bladerend in een boek van een
bekend geleerde, die aan de levensbe
schouwingen der oude volkeren veel aan
dacht beeft gewijd, trof mij een opmerking,
waarmee ik het niet geheel eens kan zijn.
Handelend over den beroemden Cihinee-
sdhen wijsgeer Kong-tse, verklaart de ge
leerde, dat hij het van dezen niet verstandig
vindt, niet zichzelf, maar een paar oude
legendarische wijzen aan zijn tijdigenooten
tot voorbeeld te hebben gesteld.
,;Dit was", zegt de geleerde, „een groote
misgreep, en rustte op een geheele misken
ning van de menschelnjfce natuur. Alsof de
nevelachtige gestalte van lang gestorven
wijzen een sterk motief kon worden voor
bet leven, en alsof hun voorbeeld' ten baken
kon dienen in de stormen van het heden!"
Met <Le®e opmerking- veroordeelt de ge
leerde een algemeen e levensgewoonte. Zijn
niet al de groote voorgangers en lands
lieden, die wij elkander tot voorbeeld stel
len. personen uit het verre verleden? De
iheüden uit de geschiedenis, de heiligen uit
den godsdienst zijn zonder uitzondering
nevelachtige gestalten van lang gestorve
nen. Waarom zien wij in hen de volmaakt
heid en niet in onze verdienstelijke tijdge-
nooten?
^Zou het niet zijn, wijl ook de verdienste
lijkste onder ons op den keiper beschouwd;
zijn tekortkomingen heeft? Kong-tse zal ze
gehad hebben, en was zioh dit zelf 'bewust.
Had hij zichzelf ten voorbeeld .gesteld dan
wist hij, dat ten overstaan van zijn naaste
cfigeviwg zijn onvolmaaktheid spoedig zou
blijken en dat hij daarmee zijn gezag zou
verliezen. Niemand is groot voor zijn kamer-
die naar en dikwijls ervaart men, dat juist
de edelste en geniaalste onzer medemen-
cdhen zich onderscheiden door misschien
op 'zichzelf vrij onschuldige hebbelijkheden,
die echter htm beeld voor den vereerder
ontsieren. Ook de grootste persoonlijkheid
Heeft zijn kleine oogenblikken; ook het
sterkste karakter zijn zwakke zijden.
En zoo zal, wie weet het niet uit eigen
■vering? de persoonlijke kennismaking
met een door ons vereerd mensdh steeds
..«eer teleurstellen. Is dit het navolgenswaar-
<Sge voorbeeld, deze man met zijn lachwek
kende eigenaardigheden; deze vrouw met
haar onbevallig uiterlijk of grillig humeur?
Slechts op een afstand blijft onze illusie on
gerept.
Helden en heiligen moet men, gelijk
schilderijen, op een afstand bekijken Van
dichtbij onthult zich het schoonste beeld als
een menigte onooglijke verfklonters. En zoo
acht ik het zeer menschkundig van Kong-
tse, dat hij zijn tijd de groote wijzen uit den
voortijd als navolgenswaardig voorhield,
overtuigd als hij was, dat men met de ver
ering voor hem zou wachten, totdat ook
ijn gestalte in het grijze verleden terug
getreden zou zijn.
Er zal voor menig argeloos mewsch iets
nbe vredige nds liggen in de gedachte, dat
vij slechts gestorven helden en heiligen
unnen ten voorbeeld nemen, omdat de
evenden nimmer volmaakt blijken te zijn.
s onze vereering dan. slechts op illusie ge
grond en niet op de werkelijkheid?
Inderdaad zou men het zoo kunnen be
schouwen, wanneer men de hoogste en
veiligste idealen der menschheid voor inge
heid hield. Want wat doen wij met onze
hiligen en helden tenslotte andei's, dan dat
ij onze eigen idealen op hun nevelachtige
estalte projecteeren. Wij versieren dat
grijze beeld uit de oudheid niet slechts met
chitterende gewaden; wij zetten het niet
Heen een stralende aureool om het hoofd,
maar wij versieren het met iets, dat veel be-
angrij'ker en veel heerlijker is dan het kost
baarste purper en, het zuiverste goud. Het,
verhevenste, wat wij in de ziel ais verlan
gen eni hoop aankweeken, dragen wij op
onze voorbeelden over en wij maken, wat in
ons nog slechts gevoel en gedachte was,
voor hen tot werkelijkheid. Zij zijn de be
lichaming van ons hoogste goed, de ver
persoonlijking van onze innigste deugd.
Wat wij nimmer kunnen bereiken, laten
wij hen bereiken en als zij het bereikt heb
ben, worden hun onvergelijkelnvke daden
navolgenswaardig voor ons. Ligt hun groot
ste bete eken-is niet in hetgeen wij in h un
gestalte met ons verlangen geschapen heb
ben? Het is niet om hun groote deugd in
het verleden, dat zij belangrijk zijn; het is
om de groote deugd, welke zij aan het
levende heden hebben ontleend.
Illusie is niet dit verheven verlangen, dat
van geslacht op geslacht overgaat, dat in
eiken memsoh zich herhaalt en aldus de
eeuwigheid heeft. Illusie is de tijdelijke ge
stalte met haar noodwendige gebreken en
met de klemmensohelijke eigenaardigheden,
welke de grootschheid van de Idee onver
mijdelijk afbreuk doen.
Wanneer in zekeren mensch het heilige
en heldhaftige zich op bovenmatige wijze
heeft geopenbaard, dan vergeten we de
hinderlijke bijkomstigheden, zoodra de dood
met zijn wijdende hand hem heeft aange
raakt. Dan is het belachelijke en benepene
rerleden geworden, maar het eerbiedwaar
dige en grootsche heeft het eeuwige heden
bereikt. Hierom is het, dat wij als vanzelf
onze navolgenswaardige voorbeelden bij het
voorgeslacht zoeken. De grijze voortijd ver
schaft slechts het kader, waarin onze helden-
en heiligenfiguren in hun volmaakten glans
uitkomen. De vlekjes, waarmee de natuur
lijke menschelijkheid ook» de volmaaktste
wezens besmeurt, wisciht louter de tijd uit
Desondanks kan ik onzen geleerde toe
geven, dat het levende voorbeeld beter ten
baken kan dienen in de stormen van het
•heden d'an de nevelachtige gestalte van een
lang gestorven heilige of held. Doch om
het levende voorbeeld boven het d'oode te
kiezen, moet de mensohelijke gemeenschap
een hooger peil van ontwikkeling hebben
bereikt dan de Ghineezen tijdens Kong-tse,
maar ook dan de Europeanen uit de twin
tigste eeuw.
Het hoogste, wat de mensch kan bereiken,
is dat hij de werkelijkheid onverbloemd
durft aanvaarden. De werkelijkheid met haar
deugd, maar ook met haar tekortkoming.
De volmaakt wijze mensch, die den zjn van
het leven doorzien heeft, zal het onder
scheid tusschen leelijk en mooi niet meer
gevoelen als een volstrekt verschil. Hij zal
het lidht met de schaduw als een onver
brekelijk geheel, als een harmonische
schoonheid waar deer en en in den edelen
nsch juist het verhevene te eerbiedwaar-
>,.;er achten, naarmate het door de onver
mijdelijke tekortkomingen van het mensch-
zijn de bekoring van het natuurlijke erlangt.
Want de held' en de heilige kan- voor hem
alleen dan het navolgenswaardige voor
beeld zijn, zoo hij meer dan een volmaakt
schilderij en meer dan een belichaamd be
grip, zoo hij is een van vleesöh en bloed
warm levend, strijdend en strevend mensch
zooals wij.
H. G. CANNEGIETER.
UIT DE STAATSCOURANT.
Voornaamste Kon. besluiten enz.
uit dc Stuatscourant van heden
avond.
Op verzoek eervol ontslagen mr. J. H. Hy-
mans als rechter-plaatsvervanger in dc recht
bank te Amsterdam;
idem mcj. M. E. J. van Rijn als secretaiis
van den Armenraad tc Alkmaar.
DE NIEUWE NEDERLANDSCHE GEZANT
TE BERLIJN.
Men seint ons uit Berlijn
Rijkspresident Hindenburg ontving heden
den nieuwen Nederlandschen gezant Graaf van
Limburg Stirum ter overhandiging van zijn ge
loofsbrieven.
RECf
Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer 1.—
Langestraat 49
Groote Jaarlijksche
Spolkoopjes in alle afdeelingen
DE AANGEHOUDEN FOOL
HEEL WAT MEER OP Z'N
KERFSTOK
Men meldt ons uit s Gravenhage
Zoools men zich zal herinneren, zijn eeni-
gen tijd geleden enkele bijzonderheden gepu
bliceerd over dc aanhouding "an een Pool,
die door middel van advertenties in de blu-
den in connecties zocht tc komen met dames
en van wie later bleek, dat hij een „onge-
wenschte vreemdeling" was, die verschillende
valsche passen in zijn bezit had
Dit bericht trok ook in de buitenlandsche
pers de aandacht en kwam zoo onder de oogen
van buitenlandsche autoriteiten
Toen bleek, dat de aangehoudene nog veel
meer op zijn kerfstok heeft, dan men aanvan
kelijk vermoedde.
Uit verschillende plaatsen in Tsjecho-Slo-
wakijc. Polen cn Duitschland bereikten de
Haagschc politie brieven, waarin mededeeling
werd gedaan van oplichterijen, zwendelarij enz,
waarvan de aangehoudene, die zich nu eens
uitgaf voor Odermnfh, dan weer voor Sandoi,
Wepbach of Bcigel, verdacht wordt
Van den officier van justitie te Offenburg
kwam een schrijven, dat men een zekeren
Odermath zocht ter zake van oplichting en
„Heiratsch windel".
Een bevel tot gevangenneming was reeds
tegen hem uitgevaardigd
De verschillendee namen, welke op zijn pos
sen voorkomen, zijn alle van dames, waarmee
hij in connectie geweest is.
Op de ccn of andere slinkschc wijze wist
hij een pas van de dame in handen te krij
gen, welke hij zich toeeigende, portret ver
anderde enz. Zoo kwam hij in het bezit van
valsche passen.
Enkele van de dames zijn verdwenen, zoo
dat het vermoeden, dat men met een hande
laar in vrouwen cn meisjes te doen heeft, aan
merkelijk versterkt is.
Een uitgebreid internationaal onderzoek om
trent de handelingen van den Pool zal inge
steld worden.
Ondertusschen heeft de officier van justitie
te Offenburg aan de ï^edcrlondschc regeering
zijn uitlevering gevraagd.
INBREKER AANGEHOUDEN.
Dc politie te Oegstgecst heeft aangehouden
en ter beschikking van de justitie gesteld, een
zekere J. H. G. S. uit den Haag, die in den
nacht van Dinsdag op Woensdag pogingen
had gedaan om in te breken in twee villa's in
de Emmalaan te Oegstgeest, welke door de fa
milies van H. en van der W worden bewoond.
Bij laatstgenoemde had de inbreker het raam
reeds opgeschoven, toen de heer van der W.
onraad bemerkte en met een geweer gewa
pend aan het venster verscheen, waarop de
inbreker zich ijlings uit de voeten, maakte er»
in het nachtelijk duister verdween. Alhoewel
dc man weigerde een bekentenis af tc leggen,
heeft de politie overtuigende bewijzen tegen
hem, terwijl ook de heer van der W. beweerde
in hem den inbreker te herkennen. Hij is van
morgen in het Huis van Bewaring ingesloten
Bij fouilleering werden op hem inbrekerswerk
tuigen gevonden.
MISHANDELING MET DOODELÏJKEN
AFLOOP.
Dc rechtbank te Tiel veroordeelde verder
W. 'A. K. te Heenuvaarden wegens mishande
ling den dood ten gevolge hebbende, tot cén
jaar gevangenisstraf met aftrek van dc preven
tieve hechtenis.
GEHUWD RESERVEPERSO-
NEEL
VOOR VERBLIJFSVERGOEDING
ONGEHUWD BESCHOUWD
Op de vragen van den heer K. ter Laan be.
treffende de ministerieelc beschikking van 1
Maart 1926, waarbij het gehuwde reserveper-
soncel, dat zich in wcrkelijken dienst bevindt,
voor de toekenning van verblijfsvergoedingen
als ongehuwd wordt beschouwd heeft de heet
Lambooy, Minister van Oorlog o.m. het vol
gende geantwoord
Het in de ministerieele beschikking van 1
Maart 1026, 11de afd. no. 27 (L. O I92C no.
70) met betrekking tot het recht op verblijfs
vergoeding van het verlofspersoneel bepaalde
acht ik niet in strijd met art. 0 vnn de Wet
voor het reservepcrsoneel der landmacht 1905
en in overeenstemming mot de sedert de to'
standkoming dezer wet steeds door dc Re-
gecring gehuldigde opvatting.
Het gehuwde reservepcrsoneel, dat zich in
wcrkelijken dienst bevindt, wordt als onge
huwd beschouwd krachtens het bepaalde
punt c van II ven de Algemeene Bepalingen
v&n het Reglement van Administratie bij de
Landmacht, vastgesteld bir Kon. besluit van
6 Juni 1916 no '25 en bij Kon. besluit van 24
Anril 1920 no. 33 gewijzigd.
Thans sedert de daarin bij Kon. besluit van
7 December T922 no. 36 gebrachte wijziging
luidt het
JBij dit reglement wordt verstaan door
e. Gehuwden vrijwillig; dienende militairen,
niet behoorende tot het verioT^personeel, die
gehuwd zijn of die weduwnaar of gescheiden
man zijn met één of meer bij hen inwonende
onverzorgde eigen of aangehuwde kinderen,
mits, voor zooveel dc militairen beneden den
Tang van officier betreft, voldaan wordt aan
de door Onzen Minister van Oorlog vastge
stelde of nader vfi^t te stellen eischen, dan
wel de belanghebbenden met toestemming van
don Minister von Oorlog als gehuwden voor
den militairen dienst zijn aangenomen'
Ik tecken hierbij vooit aan, dat ook vóór
het in werking treden van de Wet \oor het
reserve-personeel der lundmacht 1905 alleen
het beroepspcrsoneel militair-administratief
tot de gehuwde gerekend werd en wel alleen,
wanneer tot het huwelijk de vereïschte toe
stemming of goedkeuring was verkregen.
OVERTREDING WET GEDISTILLEERD.
Een boete van f 290,000.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Naar men zich wellicht herinnert heeft de
Rijksadvocaat mr. Asser in de zitting van het
gerechtshof alhier van 15 Juni j.l. bekrachti
ging gevraagd van het op 16 December van
het vorig jaar door dit Hof bij verstek gewezen
arrest in de zaak-Schönhuth uit Haarlem. In
dit arrest heeft het Hof bij verstek bevestigd
het vonnis van dc rechtbank tc Haarlem van
2 Februari van 't vorig jaar, waarbij de heer
J. C. E. L. Schönhuth, beheerend vennoot der
handelsvennootschap J. A. de Haas en Zoon
te Haarlem, wegens overtreding der wet op het
gedistilleerd, werd veroordeeld tot 82 geld
boeten, te zamen bedragende 296.861.40, bij
gebreke van betaling of verhaal te vervangen
door 82 hechtcnisstraffen van 2 dagen.
Men weet dat de lange duur van dit straf
proces verband heeft gehouden met het feit,
dat op 28 December van het vorig jaar de ver
oordeelde van genoemd verstekvonnis in ver
zet was gekomen, terwijl hij tevens cassatie
bad aangeteekend tegen een beslissing van het
Hof, waarbij verstek tegen hem werd verleend,
hoewel aanvankelijk zijn gemachtigde mr. J. de
Vrieze te dezer stede en zijn verdediger, mr.
G. W. C. Plister uit Haarlem, waren toegela
ten fia 28 December heeft het Hof zich nog
met de behandeling dezer zaak bezig gehouden
op 31 Mei(het cassatie-beroep was inmiddels
verworpen) op 15 Juni j.l., op 29 Juni j.l. en
eindelijk op heden.
Het Hof heeft thans zijn bij verstek gewezen
arrest vernietigd en de gronden tot vrijspraak,
door den verdediger aangevoerd, verwerpende,
den beklaagde schuldig verklaard aan het koo-
pen van accijnsgoed, hetwelk bij vervoer door
document gedekt moet zijn; 102 maal gepleegd
en strafbaar gesteld bij artikel 8 der wet van
4 April 1871, en hem deswege veroordeeld
tot een totaal aan boeten van 290.000, bij
niet betaling te vervangen door twee dagen
hechtenis voor elke boete.
DE ONBEWAAKTE OVER
WEGEN
PAARD EN WAGEN DOOR EEN
TREIN GEGRÉPEN'
Een wagen met tapijten, vlechtwerken, enz
van de firma C. T. Vreeswijk te Haarlem rijdt
van stad tot stad. Gistermorgen verliet de
wagen, besponnen met oen paard, Meppel om
noor Steenwijk te gaan. Bij den onbewaakten
overweg tc Onna werden paard cn wagen door
den sneltrein, die te half tien van Meppel naai
Leeuwarden vertrekt, gegrepen. Het paard
werd gedood en dc wagen werd vernield. De
beide begeleiders, twee jongemannen, bleven
ongedeerd. De trein stopte.
NEDERLAND EN HONGARIJE.
Ncd. studenten naar Boedapest.
Toebereidselen voor ccn groot
sche ontvangst.
Men seint ons uit Boedapest
Voor de ontvangst van de Nederlandsche
studenten die Zaterdagavond met een Donau-
schip te Boedapest zullen aankomen, worden
groote voorbereidingen getroffen. Do minis
ter van buitenlandsche zaken, eenige andere
ministers en de Vereeniging voor Buitenland
sche politiek zullen aan de ontvangst deelne
men. Een uitvoerig program is opgesteld. Op
13 Juli begint de Hongoaisch-Nederlondsche
studentenconferentie. Op 15 Juli vertrekken
de Nederlandsche studenten naar Miskolc cn
Diosgyoer en vervolgens nnar het beroemde
Mczoekoevesa. Tenslotte zal een driedaagsch
uitstapje naar het Plattenmeer worden ge
maakt. In de commissie rwn ontvangst hebben
talrijke Nederlandsch sprekende Hongaren,
waaronder vele meisjes zitting.
DIPLOMATIE.
Dc Nederlandsche gezant te Wcenen, jhr.
mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, is hier
te lande aangekomen en heeft zijn intrek ge
nomen in het Oranje Hotel te Scheveningen,
Zondag 10 Juli.
Daventry, 1600 M.
10.50 Tijdsein van Greenwich. Weerbericht.
3.50—4 50 Programma van Londen.
4 20 Tijdsein.
8.20 Zje Londen.
9.15 Liefdadigheidsomroep.
9.20 Weerbericht, nieuws.
9.30 Weerbericht voor schepen.
9.35 Progr. van London.
10.20 Tijdsein.
11.15—11.25 The silent Fellowship (Uitzen
ding uit Cardiff).
Hilversum, 1050 M.
9.50 Dienst in de Herst. Evang. Luth. Kerk
te Amsterdam. Voorganger: Drs. C. F. Wester*
mann. Orgelspel door Jan Zwart.
12.00—1.15 N.O.V.-Conccrt uitgezonden uit
Cinema Royal, Nieuwendijk, Amsterdam. Ver
sterkt orkest onder leiding van Hugo de Groot.
Medewerking van Magda van Donk, sopraan.
Gerard Leendcrs, bariton. J. H. Jong, orgel.
Toegang voor publiek bij dc opneming van dc
muziek.
1.30—2.00 Causerie door den heer Herman
Salomonson, oud-hoofdredacteur van de Java-
Bode, leider van het bedrijf van het Neder-
landsch-Indischc Persbureau Aneta in Europa
over: De telegrafische nieuwsdiensten tusschen
Nederland en Indië, zestig jaar geleden en nu,
cn iets over de buitenlandsche voorlichting
omtrent Indië.
2.004.00 Concert. Medewerkenden: Adolf
Pcth, viool. Het Residentie Dubbel-mannen-
kwaitet. Jos Heydens, levensliedjes. J. R. Gra-
velotte. piano.
6.45 V.P.R.O.-uitzending uit het gebouw van
den N.P.B te Hilversum. Spr. Ds. D. Sijpkens,
over: De chxistel. vrijheid. F. Kloek, orgel.
V.P.R.O.-lcoor o. 1. v. F. Kloek.
8.00 Persberichten cn sportuitslagen.
8.10—10.30 K.R.O-uitzending uit Leeuwar
den, ter gelegenh. v. d Jaarlijksche bedevaart
der Broederschap van den H. Bonifacius cn
Gezellen. Mannenkoor der gezamenlijke Kerk
gangers te Leeuwarden en het Leeuwarder sym*
phonie-orkest o. 1. v. Kapelaan H. C Brugge-
man.
Verdriet doodt niet; men wordt er grooter
door.
BLICHER CLAUSSEN.
Uit het Duitsch dooi ERNST KLEIN
Geautoriseerde vertaling van
L. DITHMARINE.
36
Er werd geklopt en moeder Anne, die het
zich niet liet ontnemen bij dit gelukkig ontbijt
zelf te bedienen, ging naar de deur. Een lakei
bracht het kaartje van een heer, die Lady
Grace zou willen spreken.
„Mij
Grace schrok Zij las het kaartje
„Sir WALTER RYCE,
St. James Club, Londen."
„Sir Walter zeidc zij, terwijl zij ver
geefs poogde zich te herstellen, „ik geloof dat
dit e^n jeugdvriend van Harnld is Wat zou hij
van mij willen
„Ryce laat eens zien Misschien heeft hij
berichten van Harald," riep Lord Burnham
verheugd. In stilte hoopte hij steeds nog
Gloria en Grace zagen elkander aan Tot
nu toe was het hun gelukt de aankomst van
Lord Neville geheim te houden. Daar er in de
couranten ook geen woord over hem gestaan
had, wist Lord Burnham niet eens, dat zijn
schoonzoon in Londen was, om er niet van
te spreken, dat hij in voorarrest zat I En nu
Rïce l,
Gloria gaf haar zuster een wenk. Deze ver
hief zich
„Halt", riep hun va.dcr, „ik weet al waarover
Sir Walter je wil spreken. Hij is immers in den
geheimen dienst Waarom kijken jullie zoo
"verbaasd, wist je dat niet Hij gaat door voor
een van onze meest geschikte beambten. Een
genie op zijn gebied. Ja, zoo is het
en kinderen, nu moet ik jullie ook zeggen,
waarom hij hier komt. Ik heb drie dagen ge
leden in mijn club gehoord; wilde er echter
niet over spreken, om Gloria niet onnoodig te
vermoeien Denk eens. Las Valdas is in zijn
eigen huis vermoord geworden."
Het was een geluk, dat Grace op dit oogen-
blik achter den rug van Lord Burnham stond.
Zij hield de eene hand krampachtig tegen hoor
borst en greep met de andere de leuning van
den stoel, waarop haar vader zat.
Bijna onmerkboar trilde het koffiekopje, dat
Gloria juist naar haar mond bracht. Bijna on
merkbaar toch trilde het
„Las Valdos vermoord? Dat is ve schrikke
lijk I" zeidc zij langzaam met een klank von
medelijden in haar stem. Zij verwonderde zich
over zichzelf, waar zij opeens deze tooneel-
speelkunst vandaan haalde. Achter l ord Burn
ham hield Grace zich met moeite rechtop
de oogen ,vol schrik op haar gevestigd, rand
en hulp van haar verwachtend.
„Ja ja ging Lord Burnham voort,
„hij is nog op denzelfdcn dag, dat hij van ons
nnar Londen terugkeerde, vermoord. Op de
club wordt vermoed, dot er jalousie achter
steekt."
„Hij maakte op mij dadelijk den indruk van
een man, die zonder aanziens des persoons de
vrouwen het hof maakt. Heb ik dat niet da
delijk gezegd. Grace toen je hem aan mij. voor
gesteld had." v
„Dat is zoo. U bent altijd een goede men-
schenkenner geweest," kon Grace met moeite
kalm uitbrengen.
Daarbij gingen steeds hun blikken heen en
weer.
Hun vader stond op.
„Nu, ik zal Ryce ontvangen. Daar Las Val
das tot het corps van de diplomatie behoorde,
zal het onderzoek wel aan hem toevertrouwd
zijn en zal hij ons allerlei vragen willen stel
len."
Gloria overzag bliksemsnel den toestand en
de daarin verborgen gevaren. Noch dc niets
vermoedende vader, noch de geheel weerlooze
Grace mochten met Ryce spreken, die met
hun beiden zeker zou kunnen doen, wat hij
wilde. Zij moest hem zelf zien. Zij zelve
„Vadertje, één verzoek", zcide zij glimla
chend, „breng Sir Walter boven 1 Al mocht ik
Las Valdas niet lijden, toch interesseert de
hccle geschiedenis mij zeer. Ik heb lang ge
noeg stil moeten liggen en niets mogen zien
of hoorer
„Maar jc kunt toch onmogelijk
„Ik heb u al getoond, vader, dat ik het on
mogelijke kan Moeder Anne, ga naar bene
den en verzoek Sir Walter een kwartiertje tc
wachten Wij zullen hem dan in mijn salon
ontvangen Vader, blijft u nu eens braaf buiten
mijn deur wachten, om bij de hand te zijn voor
het geval, dot ik toch nog niet sterk genoeg
zou zijn om alleen te loopen I En jij, Grace,
moet mij helpen mij aan te kleeden I"
Tegenspraak was onmogelijk. Moeder Anne
snelde op dit bevel heen, Lord Burnham stelde
zich op wacht voor de deur.
Binnen fluisterde Grace, terwijl zij Gloria
hielp uit het bed op te staan
„Hoe zal ik je bedanken I Hoe kan ik
allés vergelden wat je voor jne doet P
Gloria was reeds lang niet meer boos op
haar zuster.
Grace, die niet zooveel weerstand had, zoo
beheerscht was als zij zelve, leed zeer, zoo-
als alle passieve naturen, die zich tegenover
vrcesejijke gebeurtenissen weerloos zien. Daar
bij pijnigde haar waarachtig berouw en vrees
voor Gloria, zij die eens met een lichtzinnige
glimlach alle onaangename dingen uit den weg
ging Nu had zij dag en nacht aan het bed
gezeten en met fanatieke overgave zich gewijd
aan de zieke die met de koorts worstelde.
„Praat geen onzin", zeide Gloria, „wat wij
begonnen zijn, moeten wij ook ten einde bren
gen Aangezien ik hier geen klecren heb, moet
je mij een paar japonnen en kimono's brengen.
Maar vooral degelijk Engclsch, geen Parijsch
goed I"
Sir Walter Ryce stelde zichzelf voor met een
groote bouquet rozen in de hand. Geen spier
van zijn jeugdig gelaat verraadde zijn verba
zing. dat Gloria hem zelve ontving.
„Ik was reeds verscheidene malen zoo vrij
geweest, telefonisch naar uw gezondheid te in-
formeeren, mevrouw Sainsbury", begon hij,
terwijl hij haar zijn bouquet overreikte.
„Ik dank u. Sir Walter", antwoordde Glo
ria, terwijl zij met welbehagen dc geur dei
bloemen opsnoof „Men heeft er mij echter
niets van gezegd er is zooveel getelefo
neerd Zij zag haar zuster aan.
„Ja", bevestigde deze, „het zou u misschien
onmogelijk lijken, met hoeveel blijken van
sympathie wij overladen worden. Ik had nooit
gedacht, dat men in Londensche kringen zoo
veel medegevoel met andere menschen kon
toonen
„Dat hangt van de zoogenaamde andere
menschen af I" glimlachte dc elegante Sir
Walter en trok een jongensachtig gezicht tot
bewondering.
Hij glimlachte en liet zijn blik van de eene
naar de andere gaan. Grace sloeg de hare
neer. Gloria glimlachte dankbaar eveneens. Zij
is het, zeide hij tot zichzelf.
„Eigenlijk is het een heele onderneming van
mij," zeide zij, „om te wagen op te staan,
maar ik ben zoo nieuwsgierig om te hooren
wat er voor interessants'in Londen gebeurt is.
U sir Walter, weet zeker veel nieuwtjes,
hè, vertelt u ons eens iets I"
Duivels, wat voerde zij in haar schild Hij
voelde zich onbehagelijk. Hij wist niet hoe hij
deze lachende, vroolijk gestemde Gloria
Sainsbury aan moest pakken. Hij had zich
voorgesteld haar heel anders aan te treffen.
„Ach antwoordde hij, „nieuwtjes zijn
er genoeg. Waarover wilt u op de hoogte ge
bracht worden, mevrouw Sainsbury. Over po
litiek sport of, hm, zeggen wij uitgaande
kringen
„U bedoelt kwaadsprekerij U mag niet
protesteeren, Sir Walter. Papa zeide vanmor
gen, dat u bekend staat als de beste ambte
naar van den geheimen dienst maar ons
vrouwen kunt u niet voor den gek houden.
U wilde ons allemaal echt gebeurde geschie
denissen komen vertellen. Ja of neen
„Ik wil het bekennen, maar verzoek geen
te streng oordeelen."
„Toegestaan onder één voorwaarde, dat u
ons iets werkelijk interessants verteld. Weet u
wel. Sir Walter, wat Papa daar straks zeide
toen u aangediend werd
„Nu
„Dat u zeker voor de moordzaak van deze
armen Las Valdas kwam."
J
^Wordt vervolgd^ i