Vervaardigen van Lampekappen
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Wie is Edmund Gray?
TWEEDE BLAD.
Victoria water - Spuitwater.
Minerale- en Medicinale water.
A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23.
WILLEM GROENHUIZEN Langestraat 43 Telefoon 25 8
Gouden Trouw- en Verlovingsringen.
L. J. LUYCX Zoon
LANGESTRAAT 49
Groote keuze Carcassen
en andere benoodigdheden
2Se Jaargang No. 50 AM E RSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Zaterdag
27 Augustus 1927
ARTIKEL 73 DER LAGER
ONDERWIJSWET 1920.
'Bij de aanvrage gelden toe te staan voor
de stichting eener bijzondere school aan de
Kruistkanvp is in den Gemeenteraad geble
ken, dat de verklaring van een aantal
ouders, dat hun kinderen de nieuw te stich
ten school zullen bezoeken, absoluut geen
steun, vond in overwegingen van princi-
pieel'eai aard. Zij toch zonden, nog vóór de
aanvrage in behandeling kwam, aan den
Raad een adres met de meded'eekng, dat zij
hun handteökerting onder de vereischte
verklaring terugnamen. Dit was niets
nieuws.
Van verschillende zijden is meermalen op
gemerkt, dat aan de veiMaring, bedoeld in
art. 73, le lid a, niet die waarde kan werden
toegekend, als in de bedoeling van den
wetgever zal hebben gelegen. Meer dan
eens tod> frlarktr dat het vereischte aantal
handte ev^ipgen niet op regelmatige wijze
Ss venkresg^sru In verband daarmede werd er
dan ook herhaaldelijk op aangedrongen aan
den Raad het recht toe te kennen om eene
aanvrage voor medewerking tot schoolstich
ting te weigeren, indien op het tijdetip, dat
daarop eene beslissing wordt genomen,
redelijkerwijze vaststaat, dat de school niet
door het vereischte aantal leerlingen zal
worden 'bezocht.
Het komt ons voor, dat de bierboveivbe-
idoelde opmerking alle aandacht verdient. Bij
de behandeling van verschillende beroepen,
als bedoeld in art. 75 der wet, is gebleken,
dat op de waarde der overgelegde verkla
ringen heel wat af te dingen valt; enkele
keeren bleek zelfs dat niet minder dan de
helft der op de verklaring vermelde kinde
ren buiten beschouwing moesten worden
gelaten. Ook is meermalen gebleken dat de
ouders, die hunne handteekeningen plaats
ten, nimmer de bedoeling hadden hunne
kinderen naar de nieuw te stichten school
te zenden. Een wijziging van d'eze bepaling
komt ons dan ook zeer noodig voor.
In de allereerste plaats meenen wij. dat
het aanbeveling verdient in de wet vast te
leggen, dat de „verklaring" waarvan sprake
is in art. 73 le lid a, bestaat uit verklarin
gen der betrokken ouders, gestaafd door
hunne handteekeningen, en waarin de na
men en geboortedata der kinderen moeten
worden vermeld, alsmede hunne woon
plaats.
Het tegenwoordig artikel zegt, dat ëèr.e
verklaring moet worden overgelegd, waar
uit blijkt, dat de school zal worden bezocht
door een bepaald aantal leerlingen. Het
komt ons voor, dat aangenomen moet wor
gden, dat de wetgever heeft gewild, dat de
gelden der gemeente niet beschikbaar ge
steld zullen worden, indien bij de aanvrage
niet op goede gronden aangetoond kan wor
den, dat er van het begin af een voldoend
aantal leerlingen zal zijn. In verband hier
mede ware in de wet te bepalen, dat uit de
verklaring behoort te blijken, dat het aantal
kinderen aanwezig zal ziin op eten tijdstip,
ongeveer of geheel overeenkomende met
dat van de opening der school- Hieruit volgt
dan tevens, dat niet mogen medetellen de
kinderen, die bij de opening der school nog
niet hebben bereikt den leeftijd, welke inge
volge art. 11 der wet bij Koninklijk Besluit
5s of wordt aangewezen. Het zal dan niet
meer voorkomen, dat, zooals somwijlen is
geschied, kinderen van 1, 2 en 3 jaar, ja
somwijlen zelfs beneden 'het jaar, op eene
Hijst worden vermeld.
Het oordeel over de vraag of het ver
eischte aantal kinderen ('bij de opening der
school) aanwezig zal zijn, staat dn eerste
onstantie ter beslissing van het schoolbe
stuur, dat zijne aanvrage bij den Raad heeft
in te dienen. Daarnevens behooren zoowel
de Raad als in hooger beroep, Gedeputeer
de Staten en de Kroon, in eene beoordee
ling te mogen treden van de juistheid1 der
door het schoolbestuur overgelegde verkla
ring. Waar immers uit deze verklaring bij
het verzoek om medewerking aan den Raad
over te leggen moet blijken, dat de school
door ten mdnste 40 (of 60, enz.) leerlingen
zal worden bezocht en in art. 75, 2e lid is
bepaald, dat de gevraagde medewerking
wordt geweigerd, wanneer aan de in art. 73
omschreven vereischten niet is voldaan,
daar moet aan den Raad en in hooger be
roep, aan d!e betrokken autoriteiten, ter be
oordeeling zijn overgelaten de waag of het
in meergenoemde verklaring neergeschre-
vene op waarheid berust. In den Haag hul
digt men echter blijkbaar een andere mee
ning, wat we® zeer sterk tot uiting komt in
het Kon. Besluit van 21 Maart 1927, No. 8,
waarin overwogen wöuxit: „dat bij de beoor
deeling (door den gemeenteraad) van de
vraag, of de door he. schoolbestuur inge
diende verklaring voldeed aan het bij art.
73, eerste lid onder a der wet gestelde mi
nimum aantal leerlingen, alleen met die
leerlingen rekening mag worden gehouden,
ten aanzien waarvan ten tijde van 'het in
dienen der verklaring kon worden aange
nomen, dat rij de school, tot oprichting
waarvan medewerking is gevraagd, zouden
bezoeken, dat op den datum van indiening
der verklaring door het schoolbestuur rede
lijkerwijze kon worden aangenomen, dat ae
op de overgelegde lijst voorkomende kinde
ren, althans 55 daarvan, de school, tot op
richting waarvan medewerking is gevraagd,
zouden bezoeken, d'at 'hiervan niet afdoet,
dat de ouders van een 34-tal kinderen
achteraf hebben verklaard; hen niet naar de
op te ridhten school te zullen zenden, op
welke nadere verklaring een 9-tal ouders
daarna trouwens wederom teruggekomen is,
dat de Raad (van Odoorn) mitsdiens ten on
rechte zijne medewerking heeft geweigerd
en Ged. St. (van Drenthe) dit besluit ten
onreohte 'hebben gehandhaafd.
Wij merkten hiervoren reeds op, dat de
verklaringen in vele gevallen niet met de
vereischte zorg worden opgemaakt.
Waar behoort te blijken, dat de school
door een zeker aantal leerlingen zal worden
bezocht, zal iedereen, hetzij voorstander van
het openbaar, hetzij van het bijzonder on
derwijs daarin naar onze meening niet an
ders kunnen en willen lezen, dan dat uit
die verklaring dan ook naar waarheid be
hoort te blijken, dat de school inderdaad of
redelijkerwijze door het vereischte getal
leerlingen zal worden bezocht. Maar dan
zal de Raad (en in hooger beroep Ged. Sta
ten en de Kroon) ook niet alleen hebben ie
onderzoeken of de ouders, die teekenden,
op het oogenbli'k van onderteekening inder
daad het voornemen hadden hunne kinde
ren. naar de nieuw te stichten school le
zenden (een onderzoek dat buitengewoon
moeilijk zal zijn) maar behoort ook rekening
te worden gehouden met nader blijkende
omstandigheden. Wanneer een of meerdere
ouders b.v. naar elders vertrekken, of
hunne handt eekening terugnemen om welke
reden dan oo'k en daarvan aan den Raad
doen blijken vóór deze eene beslissing
heeft genomen, zullen die kindejen van
deze ouders niet mogen medetellen. Uit die
nader afgelegde verklaring(en) kan immers
volgen, dat de school niet door het ver
eischte aantal leerlingen zal worden bezocht,
in welk geval er geen aanleiding kan be
staan de gevraagde medewerking te ver
kenen. Mochten er onder deze ouders zijn,
die later verklaren (vóór de Raad zijne be
slissing neemt) hunne kinderen toch naar
de nieuw te stichten school te zenden, dan
behooren deze kinderen te worden medege-
rekend1. Wij achten het derhalve noodig de
wet zoodanig te wijzigen, dat duidelijk blijkt,
dat de Raad; tot wien de aanvrage is ge
richt, zijn beslissing heeft te nemen, naar de
hem op het oogen'blik der beslissing ter be
schikking staande gegevens.
RECLAMES.
Van T4 regels 4.05, elke regel meer T.—
JUWELIER
UIT DE STAATSCOURANT
Voornaamste Koninklijke be
sluiten.
Eervol ontslagen uit den zeedienst wegens
langdurigen dienst onder toekenning van le
venslang pensioen de officier bij den marine
stoomvaartdienst der le klasse W. A. Swart.
bevorderd tot officier van dien dienst Ie
klasse die der 2e klasse G. van Noortwijk
bevorderd tot luitenant ter zee Ie klasse die
der 2e klasse jhr. W. Boreel
verlof verleend aan luitenant ter zee 2e kl.
A. Kaasdorp op het koopvaardijschip onder
zijn bevel de reservevlag als natievlag te
voeren
benoemd tot eerste luitenant bij hun tegen
woordig korps: bij het wapen der infanterie de
tweede luitenants H. G. Hagens van het 18de,
E. L. Voorwinden van het 9e, J. M. Diehmann
van het Ie, P. J. M. Evers van het 13e, G. D.
van de Pol van het 10e, A. P. Duran van de
school voor verlofsofficieren der infanterie en
F. J. M. van der Linden van het reg. wielrij
ders;
bij het dienstvak der militaire administratie
de twee luitenants F. A. Nieuwland van het
14e en L. -A. van Baarsel van het 18e regiment
infanterie;
bij het reserve-personeel der landmacht bi)
het wapen der artillerie tot reverve-ecrste-lui-
tenant bij de luchtvaartafdeeling de reserve-
tweedc-luitenants W. A. Jansen, R. P. Cleve-
ringa, C. S. Vrijburg, H. M, Brands, J. J. Wes
terkamp, C. E. A. Harloff, J. J. M. Sluys en
H. F. J. Harcksen, allen .waarpemer van dc
luchtvaartafdeeling; I. Brokaar en T. P. dc
Haas, beiden vlieger van de luchtvaartafdee
ling;
op verzoek eervol ontslagen de reserve-eer-
ste-luitenants A. C. Mcyling en A. Koot, onder
scheidenlijk van het 20e en 5e reg. infanterie;
benoemd bij het reserve-personeel der land
macht bij het wapen der infanterie tot reserve
kapitein bij het T3<> reg. de gep. kapitein dei
infanterie van het leger in Ned.-Indië W. van
Geer;
op verzoek eervol ontslagen de reserve-ma
joor E. A. Vrolijk van het T9e reg. infanterie en
de reserve-eerste-luitcnants J. W. L. van der
Moer, van het T4e reg. infanterie en G. Kam-
stra, van het 9e reg. inf.;
benoemd tot leeraar aan de rijkslsndbouw-
wintc-rschool te Goes C. van Baak, aldaar.
PARADE IN DEN HAAG.
Ter eerc van den verjaardag van H. M. do
Koningin zal op Woensdag 31 Augustus
's ochtends 11 uur door de troepen van het
garnizoen een groote parade worden gehou
den op het Malieveld te den Haag.
De parade wordt geïnspecteerd door den
gouverneur der residentie; de troepen worden
gecommandeerd door den kolonel J. C. Wag
ner, commandant der Ic infanterie-brigade.
DE NED. HARING-
VISSCHERIJ
POLITIETOEZICHT OP DE NOOPF^EE
ADRES VAN DE REEDERS-
VEREENIG ING
Eenige dagen geleden kreeg de Reedcrsvci-
eeniging voor de Nederlandsche haringvissche-
rij de mededeeling, dat dc minister van marine
den commandanten der politickruisers had ge
last. het terrein op en beoosten de Doggers-
bank tot in de Duitsche Bocht, voor zoover be-
vischt door Hollandschc vaartuigen, geregeld
te bekruisen, hetgeen vanzelf inhield een meei
intensief toezicht. Een en ander hield mede ver
band met door Deensc'*e snurrevaaders bij den
commandant van den Deenschen politiekruiser
Diana ingediende klachten over last en schade,
hun berokkend door Hollandsche treilers.
Gelijktijdig gewerd de Reedersvereeniging
het bericht, dat het in dienst stellen van een
derden politiekruiser gedurende 't tijdvak Sep
temberDecember, zooals in vorige jaren ge
schiedde, uit een personeelsoogpunt zeer be
zwaarlijk zou zijn cn dat daartoe derhalve niet
eerder zou worden overgegaan dan na gebleken
dringende noodzakelijkheid.
Het hoofdbestuur der Reedersvereeniging
voor de Nederlandsche haringvisscherij heeft
zich thans met een adres tot den minister van
binnenlandschc zaken en landbouw gewend,
waarin wordt herinnerd aan zijn in vorige ja
ren bij de tegeering ingediende adressen, hou
dende klachten over het vernielen van Holland
sche haringnetten door Dconsche snurrevaa-
ders. Het is alleszins begrijpelijk aldus hei
adres dat wanneer schepen, van mechani
sche kracht voorzien, zooals treilers en snurre-
vaaders, elkaar reeds last en schade berokke
nen, zij weinig zullen doen om het vischluig
van onze drijfnetharingvisschers te sparen.
Voorts' wordt gewezen op het feit, dat onze
haringvisschers de laatste jaren niet meer zot>
Oostelijk van de Doggersbank durven te vis-
schen uit vrees voor verlies van netten, ten
gevolge van de stoomtreilers en snurrevaaders,
die daar hun bedrijf uitoefenen en er niet tegen
opzien, door de haringnetten te stoomen, er in
te ankeren of af te kappen.
Het hoofdbestuur der reedsrevereeniging
juicht daarom een intensiever politietoezicht
op en beoosten Doggersbank ten zeerste toe,
doch meent, dat dit alleen te bereiken valt door
uitbreiding van het aantal politickruisers ge
durende de maanden SeptemberDecember
Bij hernieuwing roept het don ook de mede
werking van de regeering in om den datum
van indienststelling van een derden kruiser tc
bespoedigen.
DE ONBEWAAKTE
OVERWEGEN
OP 'T NIPPERTJE ONTSNAPT
Men meldt dd. 25 Augustus uit Meppel aan
de „Asser Ct.":
Gistermiddag wilde het vierjarig zoontje
van den heer G., wonende in de Indische
Buurt alhier, dat in een eigengemaakt kinder
wagentje gezeten was, dat het zusje voortduw
de, nog den overweg in de Oosterboer pas-
secren, toen de sneltrein van 2.15 uur uit
Groningen naderde. Het zusje van het knaapje
wist hem op het laatste nippertje nog uit het
wagentje tc rukken. Dit laatste werd geheel
verbrijzeld, terwijl de beide kinderen met den
schrik vrijkwamen.
VOLKSHUISVESTING EN
STEDEBOUW
EEN EXCURSIE
Op Vrijdag en Zaterdag 9 en 10 September,
zullen dc leden van het Nederlnndsch Instituut
voor Volkshuisvesting en Stedebouw een ex
cursie maken naar Hengelo (O.) ten einde al»
daar den woningbouw te bezichtigen en zich
rekenschap te geven van de stedebouwkundigc
vraagstukken, welke zich aldaar voordoen.
Het programma vermeld o. m. een ontvangst
door het gemeentebestuur van Hengelo, eer;
lunch in het hotel ,,'t Lansink", aangeboden
door het gemeentebestuur cn dc directie der
Machinefabriek van Gcbr. Stork en Co., een
autorit naar Delden, een thee, aangeboden door
het gemeentebestuur van Hengelo en dc directie
der Machinefabriek van Gcbr. Stork cn Co.,
een a»*«orit over Bome naar Hengelo cn bezfrh-
tiging *an de bouwcomplexen der gemeente en
der bouwvereenigingen nabij de Borivschr-
straet.
Deze eerste dag wordt besioten mat sen ge-
mcenschappelijken maaltijd in hct<4 „Dc
Halve Maan".
Zcterdag wordt een bezoek gebracht aan
Enschedé.
Het gezelschap wordt door het gemeentebe
stuur ontvangen cn een koffiemaaltijd aange
boden.
Met auto's wordt dan een rit gemaakt ter
bezichtiging van den woningbouw.
Tot slot wordt een thee door het gemeente*
bestuur aangeboden.
Ir. C. F. Stork, directeur der Machinefabriek
van Gcbr. Stork en Co., en de heer Ir. M.
Scheffer, directeur van Gemeentewerken, zullen
den eersten dag der excursie een lezing met
lichtbeelden houden over de stedebouwkundigc
problemen en den gemeentelijken woningbouw
van Hengelo.
In Enschede zal ir. H. G. Mos, directeur van
Gemeentewerken aldaar, een lezing houden
over de stedebouwkundige problemen cn dep
woningbouw van Enschedé.
NEDERLAND EN BELGIE
INTELLECTUEELE SAMENWERKING
EEN PRINCIPIEELE
OVEREENKOMST
In principe is tusschen Belgic en Nederland
een overeenkomst gesloten voor intellectueelr
samenwerking door uitwisseling van universi
taire leerkrachten en gelijkstelling van dc diplo
ma's onder bepaalde voorwaarden.
Dc ratificatie van deze overeenkomst zal
eerstdaags langs den diplomaticken weg ge
schieden.
DE LEGEROEFENINGEN NABIJ EDE.
Een dagorder van generaal
Muller Massis.
Na afloop der oefeningen onder den Com
mandant van het Veldleger, heeft deze Com
mandant de volgende dagorder aan de onder
deden van het leger ter kennis gebracht.
Dagorder.
Het is mij bijzonder aangenaam bij het
einde der onder mijne leiding gehouden ge
vechtsoefeningen mijn dank te brengen aan al
len die aan de voorbereiding of uitvoering
daarvan hebben medegewerkt.
In het bijzonder heeft mij de opgewektheid
en toewijding getroffen, waarmede algemeen
aan de oefeningen werd deelgenomen, terwijl
ik met tevredenheid heb waargenomen, dat de
Infanterie zeer is vooruitgegaan in de wijze
van gebruik maken van het terrein, waardoor
hare waarde en die der weermacht ten zeerste
wordt verhoogd.
Ook overigens heeft dc loop der oefeningen
mij in algemeenen zin kunnen bevredigen,
waardoor de daaraan verbonden opofferingen
goede vruchten hebben kunnen dragen.
25 Augustus 1927.
Hoofkwartier van hot VeldlegeT,
De Luitenant-Generaal,
- W.g. MULLER MASSIS.
Slechts bij treden klimt men de trap op.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
28
En daar te midden van hun verbazing, ge
beurde er iets, dat haast nog niet zoo onver
wacht was het verlies van de certificaten. Tus
schen de andere papieren in lag een rolletje
met rood touw er om heen. Checlkey deed het
open.
„Banknoten", zei hij en legde het op zij.
Want, op het oogenblik keken ze niet naar
banknoten, maar naar certificaten. Toen hij
hier nu maar overheen was, dat die niet in de
safe waren en hij de verantwoordelijkheid van
dit ter plaatste ontbreken, als het ware op zijn
chef had geschoven, nam hij, andermaal, dezen
bundel. Het was, zooals hij gezegd had: een
rolletje banknooten. Hij maakte het touwtje los,
streek ze glad en telde ze
„Eigenaardig", sprak hij, „het zijn alle tien-
ponds banknoten; er moeten wel meer dan fijf-
tig zijnl En de bovenste is met stof overdekt.
iWat beteekenen die
„Hoe weet ik dit nu vroeg mr. Dering met
ergernis. „Geef eens hier. Banknoten Er zijn
geen banknoten in mijn safe".
„Vergeten!" preveld© de klerk. ïfMisschien
van een cliënt Maar die zou er dan toch om
gevraagd hebben. Vijf- of zes-honderd pond.
Hoe kan vijf- of zes-honderd pond nu vergeten
zijn. Zelfs een Rothschild zou zich zoo'n som
metje herinneren. Vijfhonderd I"
Met achterdochtigen blik keek hij eens naar
zijn chef, schudde het hoofd en bleef tusschen
de papieren scharrelen.
Mr. Dering nam het bundeltje van zijn klerk
over. Ja, waarlijk, het waren banknoten tien-
ponds-banknoten en ze waren vergeten I De
klerk had gelijk. Er is geen firma ter wereld,
waar een rolletje van vijf-honderd pond ver
geten kon zijn en er geen onderzoek naar zou
zijn gedaan Mr. Dering keek er naar een en
al verbazing.
„Banknoten I" riep hij. „Banknoten I Tien-
ponds banknoten Wat voor banknoten
Checkley, hoe zijn de banknoten hier geko
men
„Als u het niet weet, dan weet niemand het I"
antwoordde de klerk. „U heeft den sleutel van
de safe".
„Goede hemel!" Als mr. Dering twintig jaar
jonger was geweest, zou hij zijn opgesprongen.
Maar mannen van vijf-en-zeventig mogen niet
meer springen. Hun waardigheid gedoogt di<
niet.
„Verwonderlijk, Checkley, het is geheimzin
nig
„Wat is het
„Die banknoten; ik geloof, dat de duivel
in hoogst-eigen persoon vandaag in de kast zitl
De certificate zoek rr. deze banknoten weer bo
ven water 1"
„Wat zijn het dan voor banknoten
„Wel, die aan de Bank werden uitbetaald
op vertoon van dien valschen wissel, nu acht
jaar geleden. Daar is geen twijfel aan. Ik her-
ipner mij de opeenvolgende nummer^ 72 .war.
ren het erhet was zeven-honderd-twintig
pond. Maar hoe komen die hier. Wie heeft ze
hier in gelegd. Checkley, hoor toch eens,
hoe kwamen die hier
Hij hield de banknooten in de hand en deed
deze vragen, uit pure verbijstering, niet om
dat hij eenig antwoord verwachtte.
„De banknoten, die den vervalscher van
den wissel uitbetaald werden, zijn zeker weet
door hem in de safe teruggebracht. Anders
kan het niet verklaard worden. Hij durfde cr
natuurlijk niet mee voor den dag komen, toen
hij u hoorde zeggen, dat die stopgezet wa
ren. Toen heeft hij ze teruggelegd. Mij dunkt,
ik zie het hem doen I"
Mr. Dering zei hier niets op. Hij legde dc
banknoten neer en staarde zijn klerk aan of
liever, beide oude heeren keken elkaar aan,
terwijl het gelaat van Checkley misschien nog
de meeste verbazing uitdrukte.
„Hoe kwamen die banknoten in de safe
herhaalde de notaris „Dat is nog veel ver
wonderlijker, dan het niet op z'n plaats lig
gen van de certificaten I Jij hebt ze er uit
gehaald, Checkley. Laat eens precies zien,
waar ze lagen
„Achter deze boeken. Kijk I De bovenste Is
nog overdekt met stof'.
Ze moeten daar dus al die jaren gelegen
hebben I In mijn safe I Wat beteekent dit
toch alles Ik heb een gevoel, of ik gek
wordZeg eens Checkley, wat zou het toch
eigenlijk beteekenen
De oude klerk gaf weer hetzelfde antwoord,
nog wat meer in bijzonderheden uitgesproken.
„Daar de jonge Arundel den wissel ver-
valschte, kreeg hij de banknoten. En. daar de
jonge Arundel de banknoten had, moet hij ze
ook teruggelegd hebben. Niemand anders kon
_dat doen. Als de jonge Arundel dit deed dan
deed hij het, omdat hij bang was, dat u er
achter zoudt komen. Hij heeft ze ongemerkt
teruggelegd op den dag, dat u hem van het
vergrijp beschuldigde".
„rk beschuldigde hem niet. Ik heb niemand
beschuldigd I"
„Ik beschuldigde hem dan en u sprak het
niet tegen. Ik zou hem andermaal beschuldi
gen, als hij hier was".
„Iedereen kan een ander wel beschuldigen
van wat dan ook. Er was echter geenerlei be
wijs van er is ook nooit een aan het licht ge
komen".
„U verlangt ook altijd bewijzen, om te over
tuigen. Ik heb enkel gezegd, dat niemand an
ders het kon doen. Wat het terug leggen van
de banknoten in de safe betreft nu begin
ik te bedenken en zijn gelaat kreeg een
listige, boosaardige uitdrukking, ja, o, nu
herinner ik het mij, herinner ik het mij dui
delijk heel duidelijk zie ik het nog of
ik het voor mi] had Hij ging zoo zijdelings
al dichter en dichter naar de safe, terwijl we
praatten hij kwam er vlak bij zoo hij
schoof het bundeltje er in, toen hij dacht,
dat ik niet keek. O, ik kan er wel een eed
op doen".
„Onzin I" zei de notaris. „Je geheugen ïs
te helder. Bind de banknoten maar bij elkaar,
Checkley en leg ze weer terug in dc safe. Ze
kunnen helpen om te ecniger tijd misschien
den man te vinden. En laten we nu terugkce-
ren tot ons onderzoek.
Ze hadden nu ic-der pakje in de safe na
gekeken. 2^e hadden ieder boek opengeslagen
en tusschen de bladzijden gekeken .Er was
geen twijfel mogelijk r de certificaten waren
cr niet.
Checkley begon dc pakjes wc.er bil elkaar -
tc binden. En zijn chef trachtte zich al iets
te herinneren, wat het verdwijnen verklaren
kon.
HOOFDSTUK XI.
Verdere ontdekkingen.
Nadat de safe geheel nagekeken was, ble
ven er nog een kast, twee la-tafels cn twin
tig of dertig blikken trommels na te zien.
Checkley keek dc drie bewaarplaatsen na. Te
vergeefs. Er was nergens een spoor van de
certificaten.
„Toch moeten ze ergens zijn", sprak mr.
Dering. „Ze kunnen niet wegvliegen I Boven
dien niemand anders h'eeft er iets aan".
„Heeft u ze ook mee naar Kuis genomen
„Waarom zou ik dit doen. Ik heb thuis
geen safe of kluis".
„Heeft u ze dan ook ter meerdere veilige
heid naar de Bank gezonden, al zouden ze
daar don ook niets veiliger zijn
„Ga den directeur don nog eens vragen, of
hij ook certificaten van mij heeft
De oude klerk wilde onmiddellijk dit bevel
gaan uitvoeren. Maar mr. Dering hield hem
terug. Als hij de papieren had, zou er toch
dividend op zijn gekomen. „Wat kan ik er
toch aan doen
Voor het eerst van zijn leven, misschien,
had dc notaris de gewaarwording die hij dik
wijls bij clienten had opgemerkt, of cr nL«s
veilig was; zelfs geen eigendom. Of de
wet dit niet beschermen K^-
V
(Wordt vcrvolgJ.)