Vervaardigen van Lampekappen BINNENLAND. FEUILLETON. Wie is Edmund Gray? TWEEDE BLAD. Victoria water - Spuitwater. Minerale- en Medicinale water. A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23. WILLEM GROENHUIZEN Langestraat 43 Telefoon 25 8 Gouden Trouw- en Verlovingsringen. L. J. LUYCX Zoon LANGESTRAAT 49 Groote keuze Carcassen en andere benoodigdheden 2Se Jaargang No. 50 AM E RSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 27 Augustus 1927 ARTIKEL 73 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920. 'Bij de aanvrage gelden toe te staan voor de stichting eener bijzondere school aan de Kruistkanvp is in den Gemeenteraad geble ken, dat de verklaring van een aantal ouders, dat hun kinderen de nieuw te stich ten school zullen bezoeken, absoluut geen steun, vond in overwegingen van princi- pieel'eai aard. Zij toch zonden, nog vóór de aanvrage in behandeling kwam, aan den Raad een adres met de meded'eekng, dat zij hun handteökerting onder de vereischte verklaring terugnamen. Dit was niets nieuws. Van verschillende zijden is meermalen op gemerkt, dat aan de veiMaring, bedoeld in art. 73, le lid a, niet die waarde kan werden toegekend, als in de bedoeling van den wetgever zal hebben gelegen. Meer dan eens tod> frlarktr dat het vereischte aantal handte ev^ipgen niet op regelmatige wijze Ss venkresg^sru In verband daarmede werd er dan ook herhaaldelijk op aangedrongen aan den Raad het recht toe te kennen om eene aanvrage voor medewerking tot schoolstich ting te weigeren, indien op het tijdetip, dat daarop eene beslissing wordt genomen, redelijkerwijze vaststaat, dat de school niet door het vereischte aantal leerlingen zal worden 'bezocht. Het komt ons voor, dat de bierboveivbe- idoelde opmerking alle aandacht verdient. Bij de behandeling van verschillende beroepen, als bedoeld in art. 75 der wet, is gebleken, dat op de waarde der overgelegde verkla ringen heel wat af te dingen valt; enkele keeren bleek zelfs dat niet minder dan de helft der op de verklaring vermelde kinde ren buiten beschouwing moesten worden gelaten. Ook is meermalen gebleken dat de ouders, die hunne handteekeningen plaats ten, nimmer de bedoeling hadden hunne kinderen naar de nieuw te stichten school te zenden. Een wijziging van d'eze bepaling komt ons dan ook zeer noodig voor. In de allereerste plaats meenen wij. dat het aanbeveling verdient in de wet vast te leggen, dat de „verklaring" waarvan sprake is in art. 73 le lid a, bestaat uit verklarin gen der betrokken ouders, gestaafd door hunne handteekeningen, en waarin de na men en geboortedata der kinderen moeten worden vermeld, alsmede hunne woon plaats. Het tegenwoordig artikel zegt, dat ëèr.e verklaring moet worden overgelegd, waar uit blijkt, dat de school zal worden bezocht door een bepaald aantal leerlingen. Het komt ons voor, dat aangenomen moet wor gden, dat de wetgever heeft gewild, dat de gelden der gemeente niet beschikbaar ge steld zullen worden, indien bij de aanvrage niet op goede gronden aangetoond kan wor den, dat er van het begin af een voldoend aantal leerlingen zal zijn. In verband hier mede ware in de wet te bepalen, dat uit de verklaring behoort te blijken, dat het aantal kinderen aanwezig zal ziin op eten tijdstip, ongeveer of geheel overeenkomende met dat van de opening der school- Hieruit volgt dan tevens, dat niet mogen medetellen de kinderen, die bij de opening der school nog niet hebben bereikt den leeftijd, welke inge volge art. 11 der wet bij Koninklijk Besluit 5s of wordt aangewezen. Het zal dan niet meer voorkomen, dat, zooals somwijlen is geschied, kinderen van 1, 2 en 3 jaar, ja somwijlen zelfs beneden 'het jaar, op eene Hijst worden vermeld. Het oordeel over de vraag of het ver eischte aantal kinderen ('bij de opening der school) aanwezig zal zijn, staat dn eerste onstantie ter beslissing van het schoolbe stuur, dat zijne aanvrage bij den Raad heeft in te dienen. Daarnevens behooren zoowel de Raad als in hooger beroep, Gedeputeer de Staten en de Kroon, in eene beoordee ling te mogen treden van de juistheid1 der door het schoolbestuur overgelegde verkla ring. Waar immers uit deze verklaring bij het verzoek om medewerking aan den Raad over te leggen moet blijken, dat de school door ten mdnste 40 (of 60, enz.) leerlingen zal worden bezocht en in art. 75, 2e lid is bepaald, dat de gevraagde medewerking wordt geweigerd, wanneer aan de in art. 73 omschreven vereischten niet is voldaan, daar moet aan den Raad en in hooger be roep, aan d!e betrokken autoriteiten, ter be oordeeling zijn overgelaten de waag of het in meergenoemde verklaring neergeschre- vene op waarheid berust. In den Haag hul digt men echter blijkbaar een andere mee ning, wat we® zeer sterk tot uiting komt in het Kon. Besluit van 21 Maart 1927, No. 8, waarin overwogen wöuxit: „dat bij de beoor deeling (door den gemeenteraad) van de vraag, of de door he. schoolbestuur inge diende verklaring voldeed aan het bij art. 73, eerste lid onder a der wet gestelde mi nimum aantal leerlingen, alleen met die leerlingen rekening mag worden gehouden, ten aanzien waarvan ten tijde van 'het in dienen der verklaring kon worden aange nomen, dat rij de school, tot oprichting waarvan medewerking is gevraagd, zouden bezoeken, dat op den datum van indiening der verklaring door het schoolbestuur rede lijkerwijze kon worden aangenomen, dat ae op de overgelegde lijst voorkomende kinde ren, althans 55 daarvan, de school, tot op richting waarvan medewerking is gevraagd, zouden bezoeken, d'at 'hiervan niet afdoet, dat de ouders van een 34-tal kinderen achteraf hebben verklaard; hen niet naar de op te ridhten school te zullen zenden, op welke nadere verklaring een 9-tal ouders daarna trouwens wederom teruggekomen is, dat de Raad (van Odoorn) mitsdiens ten on rechte zijne medewerking heeft geweigerd en Ged. St. (van Drenthe) dit besluit ten onreohte 'hebben gehandhaafd. Wij merkten hiervoren reeds op, dat de verklaringen in vele gevallen niet met de vereischte zorg worden opgemaakt. Waar behoort te blijken, dat de school door een zeker aantal leerlingen zal worden bezocht, zal iedereen, hetzij voorstander van het openbaar, hetzij van het bijzonder on derwijs daarin naar onze meening niet an ders kunnen en willen lezen, dan dat uit die verklaring dan ook naar waarheid be hoort te blijken, dat de school inderdaad of redelijkerwijze door het vereischte getal leerlingen zal worden bezocht. Maar dan zal de Raad (en in hooger beroep Ged. Sta ten en de Kroon) ook niet alleen hebben ie onderzoeken of de ouders, die teekenden, op het oogenbli'k van onderteekening inder daad het voornemen hadden hunne kinde ren. naar de nieuw te stichten school le zenden (een onderzoek dat buitengewoon moeilijk zal zijn) maar behoort ook rekening te worden gehouden met nader blijkende omstandigheden. Wanneer een of meerdere ouders b.v. naar elders vertrekken, of hunne handt eekening terugnemen om welke reden dan oo'k en daarvan aan den Raad doen blijken vóór deze eene beslissing heeft genomen, zullen die kindejen van deze ouders niet mogen medetellen. Uit die nader afgelegde verklaring(en) kan immers volgen, dat de school niet door het ver eischte aantal leerlingen zal worden bezocht, in welk geval er geen aanleiding kan be staan de gevraagde medewerking te ver kenen. Mochten er onder deze ouders zijn, die later verklaren (vóór de Raad zijne be slissing neemt) hunne kinderen toch naar de nieuw te stichten school te zenden, dan behooren deze kinderen te worden medege- rekend1. Wij achten het derhalve noodig de wet zoodanig te wijzigen, dat duidelijk blijkt, dat de Raad; tot wien de aanvrage is ge richt, zijn beslissing heeft te nemen, naar de hem op het oogen'blik der beslissing ter be schikking staande gegevens. RECLAMES. Van T4 regels 4.05, elke regel meer T.— JUWELIER UIT DE STAATSCOURANT Voornaamste Koninklijke be sluiten. Eervol ontslagen uit den zeedienst wegens langdurigen dienst onder toekenning van le venslang pensioen de officier bij den marine stoomvaartdienst der le klasse W. A. Swart. bevorderd tot officier van dien dienst Ie klasse die der 2e klasse G. van Noortwijk bevorderd tot luitenant ter zee Ie klasse die der 2e klasse jhr. W. Boreel verlof verleend aan luitenant ter zee 2e kl. A. Kaasdorp op het koopvaardijschip onder zijn bevel de reservevlag als natievlag te voeren benoemd tot eerste luitenant bij hun tegen woordig korps: bij het wapen der infanterie de tweede luitenants H. G. Hagens van het 18de, E. L. Voorwinden van het 9e, J. M. Diehmann van het Ie, P. J. M. Evers van het 13e, G. D. van de Pol van het 10e, A. P. Duran van de school voor verlofsofficieren der infanterie en F. J. M. van der Linden van het reg. wielrij ders; bij het dienstvak der militaire administratie de twee luitenants F. A. Nieuwland van het 14e en L. -A. van Baarsel van het 18e regiment infanterie; bij het reserve-personeel der landmacht bi) het wapen der artillerie tot reverve-ecrste-lui- tenant bij de luchtvaartafdeeling de reserve- tweedc-luitenants W. A. Jansen, R. P. Cleve- ringa, C. S. Vrijburg, H. M, Brands, J. J. Wes terkamp, C. E. A. Harloff, J. J. M. Sluys en H. F. J. Harcksen, allen .waarpemer van dc luchtvaartafdeeling; I. Brokaar en T. P. dc Haas, beiden vlieger van de luchtvaartafdee ling; op verzoek eervol ontslagen de reserve-eer- ste-luitenants A. C. Mcyling en A. Koot, onder scheidenlijk van het 20e en 5e reg. infanterie; benoemd bij het reserve-personeel der land macht bij het wapen der infanterie tot reserve kapitein bij het T3<> reg. de gep. kapitein dei infanterie van het leger in Ned.-Indië W. van Geer; op verzoek eervol ontslagen de reserve-ma joor E. A. Vrolijk van het T9e reg. infanterie en de reserve-eerste-luitcnants J. W. L. van der Moer, van het T4e reg. infanterie en G. Kam- stra, van het 9e reg. inf.; benoemd tot leeraar aan de rijkslsndbouw- wintc-rschool te Goes C. van Baak, aldaar. PARADE IN DEN HAAG. Ter eerc van den verjaardag van H. M. do Koningin zal op Woensdag 31 Augustus 's ochtends 11 uur door de troepen van het garnizoen een groote parade worden gehou den op het Malieveld te den Haag. De parade wordt geïnspecteerd door den gouverneur der residentie; de troepen worden gecommandeerd door den kolonel J. C. Wag ner, commandant der Ic infanterie-brigade. DE NED. HARING- VISSCHERIJ POLITIETOEZICHT OP DE NOOPF^EE ADRES VAN DE REEDERS- VEREENIG ING Eenige dagen geleden kreeg de Reedcrsvci- eeniging voor de Nederlandsche haringvissche- rij de mededeeling, dat dc minister van marine den commandanten der politickruisers had ge last. het terrein op en beoosten de Doggers- bank tot in de Duitsche Bocht, voor zoover be- vischt door Hollandschc vaartuigen, geregeld te bekruisen, hetgeen vanzelf inhield een meei intensief toezicht. Een en ander hield mede ver band met door Deensc'*e snurrevaaders bij den commandant van den Deenschen politiekruiser Diana ingediende klachten over last en schade, hun berokkend door Hollandsche treilers. Gelijktijdig gewerd de Reedersvereeniging het bericht, dat het in dienst stellen van een derden politiekruiser gedurende 't tijdvak Sep temberDecember, zooals in vorige jaren ge schiedde, uit een personeelsoogpunt zeer be zwaarlijk zou zijn cn dat daartoe derhalve niet eerder zou worden overgegaan dan na gebleken dringende noodzakelijkheid. Het hoofdbestuur der Reedersvereeniging voor de Nederlandsche haringvisscherij heeft zich thans met een adres tot den minister van binnenlandschc zaken en landbouw gewend, waarin wordt herinnerd aan zijn in vorige ja ren bij de tegeering ingediende adressen, hou dende klachten over het vernielen van Holland sche haringnetten door Dconsche snurrevaa- ders. Het is alleszins begrijpelijk aldus hei adres dat wanneer schepen, van mechani sche kracht voorzien, zooals treilers en snurre- vaaders, elkaar reeds last en schade berokke nen, zij weinig zullen doen om het vischluig van onze drijfnetharingvisschers te sparen. Voorts' wordt gewezen op het feit, dat onze haringvisschers de laatste jaren niet meer zot> Oostelijk van de Doggersbank durven te vis- schen uit vrees voor verlies van netten, ten gevolge van de stoomtreilers en snurrevaaders, die daar hun bedrijf uitoefenen en er niet tegen opzien, door de haringnetten te stoomen, er in te ankeren of af te kappen. Het hoofdbestuur der reedsrevereeniging juicht daarom een intensiever politietoezicht op en beoosten Doggersbank ten zeerste toe, doch meent, dat dit alleen te bereiken valt door uitbreiding van het aantal politickruisers ge durende de maanden SeptemberDecember Bij hernieuwing roept het don ook de mede werking van de regeering in om den datum van indienststelling van een derden kruiser tc bespoedigen. DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN OP 'T NIPPERTJE ONTSNAPT Men meldt dd. 25 Augustus uit Meppel aan de „Asser Ct.": Gistermiddag wilde het vierjarig zoontje van den heer G., wonende in de Indische Buurt alhier, dat in een eigengemaakt kinder wagentje gezeten was, dat het zusje voortduw de, nog den overweg in de Oosterboer pas- secren, toen de sneltrein van 2.15 uur uit Groningen naderde. Het zusje van het knaapje wist hem op het laatste nippertje nog uit het wagentje tc rukken. Dit laatste werd geheel verbrijzeld, terwijl de beide kinderen met den schrik vrijkwamen. VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW EEN EXCURSIE Op Vrijdag en Zaterdag 9 en 10 September, zullen dc leden van het Nederlnndsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw een ex cursie maken naar Hengelo (O.) ten einde al» daar den woningbouw te bezichtigen en zich rekenschap te geven van de stedebouwkundigc vraagstukken, welke zich aldaar voordoen. Het programma vermeld o. m. een ontvangst door het gemeentebestuur van Hengelo, eer; lunch in het hotel ,,'t Lansink", aangeboden door het gemeentebestuur cn dc directie der Machinefabriek van Gcbr. Stork en Co., een autorit naar Delden, een thee, aangeboden door het gemeentebestuur van Hengelo en dc directie der Machinefabriek van Gcbr. Stork cn Co., een a»*«orit over Bome naar Hengelo cn bezfrh- tiging *an de bouwcomplexen der gemeente en der bouwvereenigingen nabij de Borivschr- straet. Deze eerste dag wordt besioten mat sen ge- mcenschappelijken maaltijd in hct<4 „Dc Halve Maan". Zcterdag wordt een bezoek gebracht aan Enschedé. Het gezelschap wordt door het gemeentebe stuur ontvangen cn een koffiemaaltijd aange boden. Met auto's wordt dan een rit gemaakt ter bezichtiging van den woningbouw. Tot slot wordt een thee door het gemeente* bestuur aangeboden. Ir. C. F. Stork, directeur der Machinefabriek van Gcbr. Stork en Co., en de heer Ir. M. Scheffer, directeur van Gemeentewerken, zullen den eersten dag der excursie een lezing met lichtbeelden houden over de stedebouwkundigc problemen en den gemeentelijken woningbouw van Hengelo. In Enschede zal ir. H. G. Mos, directeur van Gemeentewerken aldaar, een lezing houden over de stedebouwkundige problemen cn dep woningbouw van Enschedé. NEDERLAND EN BELGIE INTELLECTUEELE SAMENWERKING EEN PRINCIPIEELE OVEREENKOMST In principe is tusschen Belgic en Nederland een overeenkomst gesloten voor intellectueelr samenwerking door uitwisseling van universi taire leerkrachten en gelijkstelling van dc diplo ma's onder bepaalde voorwaarden. Dc ratificatie van deze overeenkomst zal eerstdaags langs den diplomaticken weg ge schieden. DE LEGEROEFENINGEN NABIJ EDE. Een dagorder van generaal Muller Massis. Na afloop der oefeningen onder den Com mandant van het Veldleger, heeft deze Com mandant de volgende dagorder aan de onder deden van het leger ter kennis gebracht. Dagorder. Het is mij bijzonder aangenaam bij het einde der onder mijne leiding gehouden ge vechtsoefeningen mijn dank te brengen aan al len die aan de voorbereiding of uitvoering daarvan hebben medegewerkt. In het bijzonder heeft mij de opgewektheid en toewijding getroffen, waarmede algemeen aan de oefeningen werd deelgenomen, terwijl ik met tevredenheid heb waargenomen, dat de Infanterie zeer is vooruitgegaan in de wijze van gebruik maken van het terrein, waardoor hare waarde en die der weermacht ten zeerste wordt verhoogd. Ook overigens heeft dc loop der oefeningen mij in algemeenen zin kunnen bevredigen, waardoor de daaraan verbonden opofferingen goede vruchten hebben kunnen dragen. 25 Augustus 1927. Hoofkwartier van hot VeldlegeT, De Luitenant-Generaal, - W.g. MULLER MASSIS. Slechts bij treden klimt men de trap op. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej. E. HOOGEWERF. 28 En daar te midden van hun verbazing, ge beurde er iets, dat haast nog niet zoo onver wacht was het verlies van de certificaten. Tus schen de andere papieren in lag een rolletje met rood touw er om heen. Checlkey deed het open. „Banknoten", zei hij en legde het op zij. Want, op het oogenblik keken ze niet naar banknoten, maar naar certificaten. Toen hij hier nu maar overheen was, dat die niet in de safe waren en hij de verantwoordelijkheid van dit ter plaatste ontbreken, als het ware op zijn chef had geschoven, nam hij, andermaal, dezen bundel. Het was, zooals hij gezegd had: een rolletje banknooten. Hij maakte het touwtje los, streek ze glad en telde ze „Eigenaardig", sprak hij, „het zijn alle tien- ponds banknoten; er moeten wel meer dan fijf- tig zijnl En de bovenste is met stof overdekt. iWat beteekenen die „Hoe weet ik dit nu vroeg mr. Dering met ergernis. „Geef eens hier. Banknoten Er zijn geen banknoten in mijn safe". „Vergeten!" preveld© de klerk. ïfMisschien van een cliënt Maar die zou er dan toch om gevraagd hebben. Vijf- of zes-honderd pond. Hoe kan vijf- of zes-honderd pond nu vergeten zijn. Zelfs een Rothschild zou zich zoo'n som metje herinneren. Vijfhonderd I" Met achterdochtigen blik keek hij eens naar zijn chef, schudde het hoofd en bleef tusschen de papieren scharrelen. Mr. Dering nam het bundeltje van zijn klerk over. Ja, waarlijk, het waren banknoten tien- ponds-banknoten en ze waren vergeten I De klerk had gelijk. Er is geen firma ter wereld, waar een rolletje van vijf-honderd pond ver geten kon zijn en er geen onderzoek naar zou zijn gedaan Mr. Dering keek er naar een en al verbazing. „Banknoten I" riep hij. „Banknoten I Tien- ponds banknoten Wat voor banknoten Checkley, hoe zijn de banknoten hier geko men „Als u het niet weet, dan weet niemand het I" antwoordde de klerk. „U heeft den sleutel van de safe". „Goede hemel!" Als mr. Dering twintig jaar jonger was geweest, zou hij zijn opgesprongen. Maar mannen van vijf-en-zeventig mogen niet meer springen. Hun waardigheid gedoogt di< niet. „Verwonderlijk, Checkley, het is geheimzin nig „Wat is het „Die banknoten; ik geloof, dat de duivel in hoogst-eigen persoon vandaag in de kast zitl De certificate zoek rr. deze banknoten weer bo ven water 1" „Wat zijn het dan voor banknoten „Wel, die aan de Bank werden uitbetaald op vertoon van dien valschen wissel, nu acht jaar geleden. Daar is geen twijfel aan. Ik her- ipner mij de opeenvolgende nummer^ 72 .war. ren het erhet was zeven-honderd-twintig pond. Maar hoe komen die hier. Wie heeft ze hier in gelegd. Checkley, hoor toch eens, hoe kwamen die hier Hij hield de banknooten in de hand en deed deze vragen, uit pure verbijstering, niet om dat hij eenig antwoord verwachtte. „De banknoten, die den vervalscher van den wissel uitbetaald werden, zijn zeker weet door hem in de safe teruggebracht. Anders kan het niet verklaard worden. Hij durfde cr natuurlijk niet mee voor den dag komen, toen hij u hoorde zeggen, dat die stopgezet wa ren. Toen heeft hij ze teruggelegd. Mij dunkt, ik zie het hem doen I" Mr. Dering zei hier niets op. Hij legde dc banknoten neer en staarde zijn klerk aan of liever, beide oude heeren keken elkaar aan, terwijl het gelaat van Checkley misschien nog de meeste verbazing uitdrukte. „Hoe kwamen die banknoten in de safe herhaalde de notaris „Dat is nog veel ver wonderlijker, dan het niet op z'n plaats lig gen van de certificaten I Jij hebt ze er uit gehaald, Checkley. Laat eens precies zien, waar ze lagen „Achter deze boeken. Kijk I De bovenste Is nog overdekt met stof'. Ze moeten daar dus al die jaren gelegen hebben I In mijn safe I Wat beteekent dit toch alles Ik heb een gevoel, of ik gek wordZeg eens Checkley, wat zou het toch eigenlijk beteekenen De oude klerk gaf weer hetzelfde antwoord, nog wat meer in bijzonderheden uitgesproken. „Daar de jonge Arundel den wissel ver- valschte, kreeg hij de banknoten. En. daar de jonge Arundel de banknoten had, moet hij ze ook teruggelegd hebben. Niemand anders kon _dat doen. Als de jonge Arundel dit deed dan deed hij het, omdat hij bang was, dat u er achter zoudt komen. Hij heeft ze ongemerkt teruggelegd op den dag, dat u hem van het vergrijp beschuldigde". „rk beschuldigde hem niet. Ik heb niemand beschuldigd I" „Ik beschuldigde hem dan en u sprak het niet tegen. Ik zou hem andermaal beschuldi gen, als hij hier was". „Iedereen kan een ander wel beschuldigen van wat dan ook. Er was echter geenerlei be wijs van er is ook nooit een aan het licht ge komen". „U verlangt ook altijd bewijzen, om te over tuigen. Ik heb enkel gezegd, dat niemand an ders het kon doen. Wat het terug leggen van de banknoten in de safe betreft nu begin ik te bedenken en zijn gelaat kreeg een listige, boosaardige uitdrukking, ja, o, nu herinner ik het mij, herinner ik het mij dui delijk heel duidelijk zie ik het nog of ik het voor mi] had Hij ging zoo zijdelings al dichter en dichter naar de safe, terwijl we praatten hij kwam er vlak bij zoo hij schoof het bundeltje er in, toen hij dacht, dat ik niet keek. O, ik kan er wel een eed op doen". „Onzin I" zei de notaris. „Je geheugen ïs te helder. Bind de banknoten maar bij elkaar, Checkley en leg ze weer terug in dc safe. Ze kunnen helpen om te ecniger tijd misschien den man te vinden. En laten we nu terugkce- ren tot ons onderzoek. Ze hadden nu ic-der pakje in de safe na gekeken. 2^e hadden ieder boek opengeslagen en tusschen de bladzijden gekeken .Er was geen twijfel mogelijk r de certificaten waren cr niet. Checkley begon dc pakjes wc.er bil elkaar - tc binden. En zijn chef trachtte zich al iets te herinneren, wat het verdwijnen verklaren kon. HOOFDSTUK XI. Verdere ontdekkingen. Nadat de safe geheel nagekeken was, ble ven er nog een kast, twee la-tafels cn twin tig of dertig blikken trommels na te zien. Checkley keek dc drie bewaarplaatsen na. Te vergeefs. Er was nergens een spoor van de certificaten. „Toch moeten ze ergens zijn", sprak mr. Dering. „Ze kunnen niet wegvliegen I Boven dien niemand anders h'eeft er iets aan". „Heeft u ze ook mee naar Kuis genomen „Waarom zou ik dit doen. Ik heb thuis geen safe of kluis". „Heeft u ze dan ook ter meerdere veilige heid naar de Bank gezonden, al zouden ze daar don ook niets veiliger zijn „Ga den directeur don nog eens vragen, of hij ook certificaten van mij heeft De oude klerk wilde onmiddellijk dit bevel gaan uitvoeren. Maar mr. Dering hield hem terug. Als hij de papieren had, zou er toch dividend op zijn gekomen. „Wat kan ik er toch aan doen Voor het eerst van zijn leven, misschien, had dc notaris de gewaarwording die hij dik wijls bij clienten had opgemerkt, of cr nL«s veilig was; zelfs geen eigendom. Of de wet dit niet beschermen K^- V (Wordt vcrvolgJ.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5