FEUILLETON.
Wie is Edmund Gray?
26e
Jaargang ™AMËRSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANPER
DE OPENING DER KAMERS
n Woensdag
21 September 1927
(Vervolg van ons Tweede Blad)
EEN BESCHRIJVING DER PLECHTIGHEID
PRINSES JULIANA VERGEZELT THANS HARE OUDERS
Men meldt ons uit 's Gravenhage
Gisteren had in de gravelijke zalen op het
Binnenhof de plechtigheid van de opening,
door H. M. de Koningin, van het nieuwe zit
tingjaar der Staten-Generaal plaats.
Men zou kunnen zeggen geheel op de tra-
ditioneele wijze, ware het niet, dat dit jaar
de ceremonie zich kenmerkte door een groote
nieuwigheid, wel in staat om een groot aantal
inwoners van den Haag en van elders meer
op de been te brengen, dan het respectabele
aantal, dat gewoonlijk reeds opkomt ter aan
schouwing van het voorbijtrekken van den
kleurrijken koninklijken stoet ter bijwoning van
de plechtigheid in de Ridderzaal zelf.
Die afwijking van de traditie bestond In het
feit, dat ditmaal na het bereiken van den 18-
jarigen leeftijd, voor de eerste maal Prinses
Juliana die anders het afrijden en den te
rugkeer van den stoet placht gade te slaan,
achter één der vensters van het Koninklijk
Paleis in het Noordeinde zelf hare ouders
vergezelde bij de plechtigheid, zoodat thans
de vermaarde gouden koets plaats bood aan
het gcheele koninklijke gezin.
Zooals gewoonlijk stonden in de nabijheid
van het Koninklijk Paleis, waar voor de kijk-
lustigen in de eerste plaats wat moois te zien
valt, n.l. do voorbereiding tot de samenstel
ling van den koninklijken stoet, en het ver
trek naar de grafelijke zalen, honderden ach
ter de. afzetting door militairen en politie, om
straks Koningin, Prins en Prinses op hartelijke
wijze toe te juichen.
Reeds vroegtijdig was daar ter plaatse veel
publiek bijeen, dat gestadig aangroeide.
Kort voor één uur vormde zich, in de dezei
dogen reeds officieel gemelde samenstelling,
de stoet, die nog altijd sedert de mobilisatie
tijden, sterk ingekort is in vergelijking met
de vooroorlogsohe jaren.
Achter het commando cavalerie, dat den
stoet opende, en dat gevolgd werd door een
rijknecht-majoor en twee rijknechts te paard
en het met tweè paarden bespannen rijtuig,
waarin gezeten was de opperceremoniemeester
Graaf Du Monseóu, grootmeester van Hr. Ms.
Huis, sloot zich dus al dadelijk aan de gouden
koets, met acht paarden besponnen en waarin
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van
Z.KH. den Prins der Nederlanden en van
H.KH. Prinses Juliana der Nederlanden, alle
drie getooid met het lint en het versiersel van
het grootkruis der orde van den Nederland-
schcn Leeuw, hadden plaats genomen, de Prins
gezeten naast de Koningin en de Prinses te
genover haar moeder.
H. M. de Koningin droeg een toilet in zacht
mauve-kleur, de Prinses een toilet in wit en
turquoise en de Prins droeg de gala-tenue van
vice-admiraal a la suite.
Telpaard reden onderscheidenlijk ter rech
ter- en ter linkerzijde van de staatsiekoets
de vice-admiraal Bauduin, adjudant-generaal
van de Koningin en chef van haar militair
huis en de gouverneur van de residentie, ge-
neraal-majoor E. T. Insinger.
Even vóór 1 uur bestegen de vorstelijke
personen de gouden koets, onder de tonen
van het oude Wilhelmus, gespeeld door de
Koninklijke Militaire Kapel (onder leiding van
luitenant Boer), welke deel uitmaakte van de
compagnie van het regiment jagers, die, met
het regimentsvaandel, ter weerszijden van den
ingang van het Paleis als eerewacht stond
opgesteld
Tegelijkertijd weerklonk het eerste der mi-
nuutschoten uit de in het Malieveld opgestelde
batterij, verkondigende dat de Koningin zich
op weg had begeven naar de Vereenigde Ver
gadering van de Staten-Generaal.
Dit een en ander, waarbij zich het gejuich
der menigte voegde, maakt altijd dit afrijden
van het Paleis, hoe vaak ook reeds in den loop
der jaren bijgewoond, tot een indrukwekkend
oogenblik
Achter het Koninklijke rijtuig reden te paard
alle leden van het Militaire Huis der Koningin
tot welke ditmaal als adjudanten in buitenge-
wonen dienst behoorden de Luitenant-Gene
raal b.d. P. W Weber en de gpneraal-majoors
b.d. H. C. J. Terbeek en J. H. Borel.
Een commando Cavalerie sloot den Stoet.
Overal langs den door militairen en politie
vrijgehouden weg van Noordeinde naar de
Ridderzaal via Lange Voorhout en Korte Vij
verberg ondervond het Koninklijk gezin aller
hartelijkste begroetingen von de zijde ven het
publiek zich uitende in hoera-geroep en ge-
wuif.
Op het Binnenhof, in de onmiddellijke om
geving van de Ridderzaal, waarvan de toegang
overhuifd was door het gebruikelijke rood-
fluweelen baldakijn, met gouden franjes, was
het ook stampvol van kijklustigen, die van
ouds weten, dat ook daar veel to zien is aan
uniformen geschitter en fraaie damestoiletten,
wanneer tusschen elven en twaalven de genoo-
digde officieele personen bij de ridderzaal
aankomen om de plechtigheid binnen het ge
bouw bij te wonen.
Ook hier weder het aardige gezellige ge
zicht van de honderden dames, heeren en kin»
deren, die achter de geopende vensters van
allo het Binnenhof omgevende landsgebouweh
de aankomst van den stoet verbeidden.
Hier ter plaatse werd. ter weerszijden van
den hoofdingang der Ridderzaal, de eerewacht
betrokken door tachtigtal manschanpen van
het regiment Jagers, waarbij zich ijlings, na
dat de Koninklijke Stoet van het Paleis Noord
einde was afgereden, de Koninklijke Militaire
Kapel voegde, juist cp tijd om de Koninklijke
Familie, bu aankomst op het Binnenhof weder
met het Wilhelmus oude toonzetting te be
groeten en dit Volkslied te blüven aanheffen,
totdat het Koninklijk Gezin dc Ridderzaal ha cl
betreden.
In de zaal hadden zich inrruddels vercenigd,
behalve dc leden der Staten-Generaal, alle
ministers, de Leden van don Raad van State
en de zeer talrijke autoritehen en verdere gc-
noodigden.
Van de Hofhouding waren daar saomgeko
men de Grootmeesteres van het Huis der Ko
ningin, Gravin van Lyn^pn van oandenburg,
geboren Baronesse van Nagell dc Dame du
Paleis Mevrouw van Reygersbèrg Vcrsluvs,
geboren Barones Schimmrinenrinrk van der
Oye, verschillende der Oroot-Officicrcn van
Hare Majesteits Huis, de Kamerheer-Ceremo
niemeester der Koningin, wiens funcrie ditmaal
wegens verblijf buitenlands, van Baron van
Hardenbroek van Lookhorst, werd vervuld
door den Kamerheer Jhr. A. G. S'ckinghe: de
Kamerheer en Particulier Secretaris- van Hare
Majesteit, F. M. L. Baron ven Geer de Ka-
merheeren in buitengewonen dienst F. J. W
Baron van Pallandt van Rosendeel, Mr. G. C
D. R. Baron van Hardenbroek van Bergam
bacht O. L Baron Bcntinck, mr. A Baron
Schimmelnenninck v. d OyeMr W. J. Ba
ron van Lyndon, Jhr. H. J. Repelaer vnn
Driel en Mer. J. C. Baron Band, laatstgenoem
de kamerheer van Prinses Juliana.
Alvorens de Ridderzoal te betreden, vonden
de Koningin, Prins en Prinses ter hunner be
groeting opgesteld onder de peristyle vóór den
ingang tot de zaal. de adjudanten in buitenge
wonen dienst der Koningin, vice-admiraal b d.
J J. Rambonnet, oud-minister van marine, vice-
admiraal b. d. C. C. Zegers*Rijser, secretaris
generaal van het departement van marine,
schout bij t.adht b. d. jhr. J. C. F. von Mühlen,
voormalig adjudant van den Prins en luit ter
zee Te kl. J. W. Termijtclen, een der tegenwoor
dige adjudanten van den Prins.
Daarna had de ontvangst van de koninklijke
familie in de Ridderzaal zelf plaats door dc
commissie van in- en uitgeleide uit de vereenig
de vergadering, die daarna, voorafgegaan door
den kamerheer-ceremoniemeester jhr. Sickinghe
voornoemd, de acht hierboven vermelde ka-
merheeren, de groot-officieren en den opper
ceremoniemeester de Koningin en Prins en
Prinses naar de vergaderzaal geleidde.
Dc grootmeesteres, de chef van het militaire
huis, de gouverneur der koninklijke residentia
en alle officieren van het militaire huis volg
den onmiddellijk.
Na het plaats nemen der Koningin op den
Troon, met aan hare rechterzijde den Prins en
aan hare linkerzijde Prinses Juliana, schaarden
de meergenoemde dames en heeren der hof
houding zich op de gebruikelijke in het offi
cieele programma aangewezen plaatsen echter
en ter zijde van den troon en begon Hare Ma
jesteit de voorlezing van de Troonrede.
Na afloop daarvan werden Koningin, Prins
en Prinses op dezelfde plechtstatige wijze uit
geleid en werd, toen de stoet weer gevormd
was, onder de tonen van het Wilhelmus naar
het paleis teruggereden, langs de omgekeerde
route en onder groot gejuich van de menigte.
Oudergewoonte stond het geheele corps di
plomatique, dat de plechtigheid in de zaal had
bijgewoond, bij het verlaten door den stoet
van het Binnenhof in dubbele rijen opgesteld
nabij den voor de diplomaten bestemden in
gang, om de vorstelijke personen een eerbie
digen groet te brengen.
Bij terugkeer ten paleize speelde de Kon. Mi
litaire Kapel, die middelerwijl weder daarheen
was teruggemarcheerd, het Wilhelmus.
Nader seint men ons
De voorlezing van de Troonrede duurde bij
na tien minuten. Na beëindiging zette het Ka
merlid Duymaer van Twist wederom de kreet.
„Leve de Koningin-" in, die gevolgd werd
door een levendig hoera-geroep. De soc.-de»
mocratische Kamerleden, die en bloc de Rid
derzaal waren binnengetreden, verhieven zich
bij binnenkomen en heengaan der Koningin
van hun zitplaatsen, doch stonden niet op bij
het hoera-geroep.
In het polcis teruggekeerd vertoonde het
Vorstelijk Gezin zich nog een oogenblik ach
ter een der vensters, hetgeen wederom een
spontaan gejuich van de dicht saamgepakte
men:gte uitlokte. Mooi herfstweder begunstigd-
de de plechtigheid.
Do commissie uit de beide Kamers der Sta
ten-Generaal. die heden H. M. de Koningin bij
de plechtige zitting in de Ridderzaal in- en uit
geleide deed, bestond uit de Eerste Kamerleden
Van Wasseneer van Cetwijck, Briët, Van Emb-
den, Fransen en Koster, en de Tweede Kamer
leden Marchant, Snoeck Henkemans, Staalman,
Deckers, Boon, mej. Frida Katz, Droogieever
Fcrtuyn, Vos, Bijleveld en Kortenhorst.
Men meldt ons nog uit den Haag
Tot degenen, die gisteren de opening van
dc zitting der Staten-Generaal hebben bijge
woond, behooren de Eerste Kamerleden v. d.
Berg, de Vos van Steenwijk, in het ambtscos-
tuum van kamerheer in b.d v. d. Hoeven, de
Muralte Heerkens Thijssen, Smecnge, de Vries
de Savornin Lohman, v. Embden, de Veer, de
Gijselaar, in het ambtsccstuirm van burge
meester, Fransen, Griet, Anema, Colijn, in
ambtscostuum met do witte ministersbroek,
Slingcnberg, van Lanschot van Wassenaer van
Cotwifck, Dobbclmann. v. Nagell van Anvpsën,
Blomjous, dc Jong Verkuteren, in het ambts
costuum van lid der Provinciale Staten van
Noord-Holland, Koster, Haffmans, Rink, in
ambtsrostuiim met de witte ministersbroek,
de Vhrot, Steger, Moltmaker, in jacquet, Wes-
terdijk en Polak, in jacquet.
Van de Tweede Kamerleden waren aanwe
zig de bóeren Ruys de Beerenbrouck, in ambts
costuum met witte broek. Staalman, Weitkamp
in geklecde jas. Knottenbelt, Boon, Droogiee
ver Fortuyn, De Wilde, Van Gijn, Tn ambts
costuum met witte broek. Van Boetzelaer van
Dubbeldam, Tilanus in de uniform van kapi
tein der vesting-artillerie, v. Rij'ckevorsel, prof
Visscher, in de toga van hoogleeraar aan de
universiteit te Utrecht, Beumer, Bijleveld, in
ambtscostuum met witte broek. Deckers. Broat
Bakker, in gekleede jas, Mej. Katz, Snoeck
Henkemans, Kortenhorst, Zijlstra, Van Aalten,
in rok, Boissevain, dr. de Visser, in ambtscos
tuum met witte breek. Kersten in jacquet,
Wintermans, Krijger, Ament, Bierema, Heems
kerk in ambtscostuum met witte broek. Van
Schaik, Vos, Engels, in rok, Mej. Meyer, Mej.
Westerman, J, B. van Dijk, Duymaer van
Twist, in gencraals-uniform, v. Wijnbergen,
Aolberse, in ambtscostuum met witte broek
v. d. Heuvel in rok. Ketelaar in rok, mevr.
BakkerNort, Rutten, in rek, v. d. Bilt in
rok. Oud, Ebels en Bulten, alle in rok. Arts,
Scheper in rok met zwarten das, als derde
voorzitter der Tweede Kamer, Zandt in rok,
Longman in gekleede jas. Schouten in rok, J.
J. C van Dijk, in ambtscostuum met witte
broek. Linkbeek in gs>kleede jas, Joekes in
rok. Loerakker in jacquet, Kuiper in rok, H.
C. Hermans In rok, Kampschöer, v. Voorst tot
Voorst, v. Roppard, Smeenk in rok, Nolens in
het ambtsgewaad van huisprelaat van den
Paus, Afbarda, Vliegen, Kleerekooper, van
Braambeek, mevr. do VriesBruins, v. d
Sluis, Cramer, IJzerman, v. d. Waerden, Ger
hard, Hlemstra, v. d. Tempel, v, d. Bergh, tei
Laan. Duys, v. d. Heide.
De leden achter wier naam niets anders is
vermeld, droegen ambtscostuum, uitgezonderd
de sociaal-democraten, die, op den heer Scha
per na, in jacquet waren.
Verder waren aanwezig de president -an het
Permanente Hof van Internationale Justitie,
dr. Huber, met den oud-president van het Hof
dr. Loder, en den griffier, den heer HammerV
kjöld de secretaris-generaal van het Perma
nente Hof van Arbitrage, baron Michiels van
Verduynen de commandant van het veldle
ger, generaal Muller Massisde waarn. bur
gemeester van 's Gravenhage, dr. Van der
Meulen de hofprediker ds. Welter, dr. Van
Gheel Gildemeester, e.a.
Bij het binnentreden en verlaten van do zaal
werd de Koningin begeleid door het lid der
commissie von in- en uitgeleide, van Wasse
naer van Catwljck, de Prins door den heer
Marchant en de Prinses door den heer Briët.
Nadat de vorstelijke personen, bij wier bin
nentreden alle in dc zaal aanwezigen opston
den, op de voor hen bestemde troonzetels had
den plaatsgenomen, las do Koningin met bij
zonder heldere on krachtigo stem de Troon
rede voor.
VERLAGING RITKSINKOM-
STENBELASTING
EEN WETSVOORSTEL INGEDIEND
DE BELASTING VOOR ALLE
INKOMENS MET ONGEVEER
Ingediend is een wetsontwerp tot verlaging
van het tarief der inkomstenbelasting en wijzi
ging van art. '243 a der gemeentewet en van
art. 126 quinquies der Provinciale wet.
Zooals de Minister van Finarcicn in de Mil-
lioencnnota heeft uiteengezet, is de Regeêring
van oordeel dat in de gegeven omstandigheden
een verlaging van het tarief van dc inkomsten
belasting niet langer op zich mag laten wach
ten.
De Regeering is van meening, dat van die-
verlaging alle belastingplichtigen zooveel mo
gelijk in dezelfde verhouding behooren te pro-
fiteeren. Het voorgestelde nieuwe tarief Is dan
ook zoodanig ontworpen', dot voor alle inko
mens dc belasting ten naaste bij met M i^rdt
verlaagd. „Ten naaste bij"r omdat de nood
zakelijke afzondering' van de percentages die
van de opvolgende toenemingen van het inko
men worden geheven, hier en daar enkele af
wijkingen tengevolge hebben. Bij de toepassing
van het nieuwe tarief op alle aanslagen zullen
die verschillen elkander echter geheel ophef
fen, zoodat het verlies in opbrengst over een
vol jaar kon geschat worden op 20 pet. van
de huidige opbrengst der belasting.
Aan de hand van de voor 1928 geraamde
netto-opbrengst ad 100,000,000 kan der
halve het jaarlijksch verlies op 20,000,000
worden begroot. Aangezien echter de verlaging
volgens art. IV van het ontwerp eerst met in
gang van I Mei in werkingtreedt, zal het ver
lies in opbrengst over 1928 minder dan
20,000,000 bedragen. Houdt men rekening
met de omstandigheid, dat de verlaging wèl
op het kohierbedrog over 192829, waarvan
1-3 aan den dienst 1928 ten goede komt, haai
invloed zal uitoefenen, doch niet op den af
trek wegens de ten laste van dien dienst ko
mende kwade posten, die immers uitsluitend,
althans nagenoeg uitsluitend, betrekking zul
len hebben op aanslagen, berekend naar het
thans geldende tarief, dan komt men voor het
begrootingsjaqr 1928 tot een geraamd ver
lies van een hoogcr bedrag dan Yz van
20,000,000, te stellen op 15,000,000.
Door de bij art. II voorgestelde verruiming
van de bevoegdheid der gemeenten tot het
heffen van opcenten op de Rijkninkomstenbe-
lasting zullen de gemeentebesturen in staat
worden gesteld te voorkomen, dat de ge-
meentefinanciën van de verlaging der belasting
in hoofdsom nadeel ondervinden. Hetzelfde
geldt voor de provinciale besturen (art. Hl).
Een gevolg van deze laatste wijziging zal zijn
cenige verruiming van dc bevoegdheid der pro
vinciale besturen ook wat aangaat de opcenten
op de vermogensbelasting.
UIT DE STAATSBE-
GROOTING
ENKELE POSTEN
De Minister von Binrenlandsche Zaken en
Landbouw heeft zich genoopt gezien de rijks
subsidie aan dc burgerwachten met 150.000
te verminderen
Voor den landbouw.
Door vermindering van het rijkssubsidie
voor de Burgerwachten en door a"d,«I? be
sparingen kon een bedrog van circa 300.U0U
aan den landbouw meer ten goede komen.
Het artikel voor de ontwatering in de be
grooting van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw is met 250.000 verhoogd.
Een som van 50.000 wordt meer aange
vraagd op den post, subsidies voor een tien-
tel lagere land- en tuinbouwscholen.
In verband met de nationale tentoonstelling
von paarden, rund- en kleinvee, welke in T928
tijdens de Olympische Spelen zal gehouden
worden wordt meegedeeld, dat vermoedelijk
een bedrog van 30.000 als garantiepost
noodig zal zijn.
De spoorweg GoudaBoskoop
—Alphen aan den Rijn.
In de Waterstcatsbegrooting Is voor den
aanleg van den spoorweg Gouda—Waddinx-
vecnBoskoojo—Alphen aan den Rijn een post
van 1.000.000 uitgetrokken.
De klompenindustrie.
Op de Arbeidsbegrooting is o.a. een post
uitgetrokken ten bate van de klompen-indus-
trie, aan te wenden voor meer intensieve voor
lichting van klompenmakers en voor reclame
van het product in het land.
Bestrijding der tuberculose en
rheumatiek.
Voor steun aan het particulier initiatief in
zeke tuberculose-bcstrijding is 100.000 meer
uitgetrokken dan voor 1927. Ook is een post
uitgetrokken voor bestudeering en bestrijding
van de rheumatiek. i u
HET STAATSMUNTBEDRIJF
VERLIES BIJNA ANDERHALVE TON
DE MUNT IN 1928 WEER ZONDER
RIJKSWERK
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
regeling van de inkomsten cn uitgaven ven het
Staatsmur.tbedrijf voor het dienstjaar 1928.
Het aangeboden wetsontwerp 'strekt tot vast
stelling van de begrooting van inkomsten en
uigaven van het Staatsmuntbedrijf.
Bij den opzet der begrooting is er van uit
gegaan. dat de Munt in 1928 voor rijksrekening
geen muhtwerkzaamheden van eenige beteekc-
njs zal hebben uit te voeren ook voor de kolo
niën is het muntprogram voor 1928 blanco.
Het verlies is op 149,086 geraamd.
HET S.S. AMERSFOORT
AAN DEN GROND
DE POSITIE ONGUNSTIG
DE BEMANNING IN DE BOOTEN
Een Lloyd-bcricht uit Londen meldt, dat
het Nederl. stoomschip Amersfoort op 17 gra
den N.-Br. cn 61.50 graden W.-L. (West-
Indië) aan den grond is geloopen. De ligging
van het schip is ongunstigde opvarenden
hebben zich in de booten begeven.
De Amersfoort behoort aan dc Koninklijke
Nederlandschc Stoomboot-Mij. te Amsterdam.
Het schip meet bruto 7680, netto 4798 ton.
Het is gebouwd in 1916.
's Menschen geest ligt niet aan teugels.
H. J. Schimmel.
Geautoriseerde vertalin gnaar het Engelsch van
WALTER BESANT.
door Mej, E. H0OGEWERF.
4b
Hoe verdeeld dus ook de opvatting, heel het
personeel verkeerde in spanning I En geheel
onbewust van dezen burgeroorlog de eene
partij toch fluisterde de beschuldiging, de an
dere ontkende ze ging het voorwerp van
deze verdeeldheid stil en onverstoord rijn
gang.
Nu hij echter gehoord had, dat de oude
klerk de beschuldiging op hem wilde werpen,
werd George het fluisteren gewaar. Toen hij
op den ochtend, het eerste kantoor doorging,
merkte hij dat alle klerken hem nieuwsgierig
naoogden, al waren ze ook naar het scheen,
geheel verdiept in hun werk.
Op de trnp ontmoette hij den jongsten klerk
die een klaur kreeg toi achter de o^ren, in het
bewustzijn van z'n verdenking. Op weg naar
zijn eigen vertrek, door het kantoor van zijn
eigen klerken, voelde Jiij, dat ze onder elkaar
fluisterden, zoodra de deur achter hem dicht
was. Dit maakt hem ontzettend boos. Toch kon
men, om zulk een enkel gefluister, zijn drift
niet toonen. Ten onrechte verdacht te worden.
maakt een mensch beslist veel prikkelbaardci,
dan dat de verdenking gegrond is.
Van het oogenblik af, dat Geórgc dan ook
had plaats genomen aan zijn schrijftafel, was
zijn ergernis steeds heftiger geworden. In deze
stemming was het dat hem een kaartje werd
overhandigd.
„Ik kan sir Samuel dadelijk ontvangen", zei
hii.
Toen sir Samuel het kantooi van den nieu
wen deelgenoot binnentrad, fluisterden de
nieuwe klerken tegen elkaar
„Nu is het met hem gedaan I Die durlt.
Let eens opZe zullen hem niet vervolgen.
Als het één van ons was. Dat zou wat anders
zijn Sir Samuel komt hem enkel maar waat-
schuwen".
Sir Samuel groette, koud en gewichtig, als
altijd, en nam een stoel.
„Een enkel woord sir," begon hij, „een en
kel. ernstig woord 1"
George zat in luisterende houding. Hij wist,
wat komen zou. Sir Samuel zocht een inleiding,
want het is niet makkelijk, om tegenover een
hoogst-achtenswaardig jongmensch in een
hoogstachtenswaardige positie, te voorschijn
r* komen met de verklaring, dat hij beschul
digd wordt van zulk een leelijk iets.
„Ik ben hier", zei hij, „zonder dat mijn broer
er van weet, om u een raad te geven".
„Zou die raad verlangd worden, denkt u?"
„In een ggval als dit, verlang ik, dat aie
'raad wordt opgevolgd", antwoordde sir Sa
muel, met waardigheid. „Er zijn omstandig
heden, dat men moet spreken, dat het zijn
plicht is te' spreken. Vergeet niet, dat ik uw
zwager zou worden
„11 zult mijn zweger worden. Maar gaat u
voort, sir Samuel. Wat heeft u te zeggen?"
„Er zal gelijk u zeker wel verwacht en
vreest een beschuldiging tegen u uitgespro
ken worden van medeplichtigheid in een lan
ge reeks van vcrvalschingen".
„Waarlijk?Ja, ik heb het laatst van Elsie
gehoord, dut er sprake was van zoo'n beschul
diging. Maar, sir Samuel, een man van uw er
varing moest toch erkennen, dat het niet vol
doende is, of nu el zo.o n dwaze oude klerk een
heschuldiging uitspieeekt, maar er moet toch
eenig verband zijn tusschen den beschuldigde
en het vergrijp?"
i.Vcrband? Goede hemel I Geen schakel
ontbreekt aan de keten van beschuldigingenl"
„Ik zal u niet vragen, om met die keten te
voorschijn te treden. Wat heeft u mij meer te
zeggen?"
„Ik zou wenschen, jongmensch, zoowel om
uzelven als om der. wille van het ongelukkige
meisje, dat u haar hart heeft gegeven, dat de
keten was van glas, zoodat die bij de minste
aanraking versplinterde. Maar dit is helaas niet
zoo er ontbreekt niets aan. Alles is duidelijk
uiteengezetde beweegreden, de verzoeking,
de samenzwering, het schijnbaar welslagen Als
bewecgden gebrek aan geld."
„Zoo? Ja, ik was vrij slecht af, dat kan
niet ontkend worden. Maar gaat u voort."
„Je had geld noodig, beiden geld noodig. In
negentig van de honderd gevallen is dit de aan
leiding."
„Dit moet dan dus zoo wezen. Star1 u nu
n--ar niet langer stii bij de verzoeking en bij de
rest. Dat hoor ik dan later wel. Maar komt u
lievpr met uw raad te voorschijn."
„Juist. Wat ik wilde zeggen jongmensch
het beste is, maar zoo gauw mogelijk met de
zaak voor den dag te komen."
Georgo knikte slechts, zoo goedmoedig als
hec hem onder de omstandigheden mogelijk
was.
„Dit is toch altijd het beste, wat je nog doen
kunt", herhaalde sir Samuel. „Want. vooral in
dit geval, is er meer dar. één reden, om schan»
daal te vermijden. Er heeft nog niets van u in
de bladen gestaan, we hebben enkel uitgevon
den wat er gestolen werd; de politie is er niet
in gemengd. Nu is mijn broer geen wraak
zuchtig mensch. En ik zou niet graag zien, dat
de broer van mijn vrouw .om niets van je
persoonlijk te zeggen zou terecht staan we
gens vervalsching in geschrifte. Afschuwelijk
zou het wezen om op een ochtend in de City
te hooren fluisteren „Zijn zwager heeft vijf
tien jaar gekregen" Want vijftien jaar werden
't zeker."
„Vijftien jaar zeker", herbaalde George.
„Laat ik je helpen uit dc moeilijkheid. Denk
aan Elsie I"
„Doet u mij het genoegen en noemt u niet
haar naaml" verzocht George, met bovenmen-
schelijke poging om zijn zelfbcheersching te
bewaren.
„Het zou haar 't hart breken, niet waar?
Maar, als wij de zaak nu maar kunnen sussen,
zal zij er nog wel overheen komen."
„En wat heeft u nog meer te zeggenl"
„Ik wil je beiden helpen, Athelstan evenzeer.
Wat doet die jongen anders weer ineens op
te duiken? Was hij liever in Camberwell ge
bleven, in dat fraaie gezelschapl Maar nu, geef
mij Je stukken terug. Je hebt er toch nog geen
geld op geïnd aan de Bank. Dan zal ik het
wel alles met mijn broer in orde maken. Ook
wil ik je een paar honderd pond voorschieten,
dan moet jc onmiddellijk het land verlaten en
er vooral nooit weer terugkeeren. Ofschoon
het feitelijk wel strafbaar is, zullen we de hee-
le zaak dan verder in den doofpot stoppen."
„Heel vriendelijk van u."
„Je ziet, ik wil alles zoo gemakkelijk moge
lijk voor je maken, maar vooral ook schandaal
vermijden. Wat Athelstan betreft, ik herinner
mij hem heelemael niet meer en zou hem ta
ker niet kennen, al viel ik over hem. Maar
met jou heb ik altijd veel op gehad, tot nu
dit geval zich voordeed."
„Zeer verplicht, inderdaad."
„Toen de zaak uitkwam, zei ik tot lady
Dering„Lieve, het spijt mij voor je zuster,
want het zal haar geweldig veel verdriet doen.
Het engagement zal natuurlijk verbroken wor
den, maar we kunnen geen schandaal hebben I
Daar zijn we niet rijk genoeg voor. Dc zal
intusschcn trachten alles voor alle partijen
zoo goed mogelijk te maken." Dit zei ik tot
lady Dering, Maar wees nu verstandig en volg
mijn raad. Deel 'Athelstan mee, wat ik gezegd
heb. Het bevel tot inhechtenisneming van Ed
mund Gray zal morgen, naar ik meen, of mo
gelijk ook overmorgen, uitgevaardigd worden.
Déarna bij je niet meer te redden."
„Ben je niet meer te redden V herhaalde
George. „Is dat al wat u mij te zeggen heeft,
sir Samuel
„Ja, alles."
„Nu, laten we dan," en George nam een
pak papieren van de tafel, „naar mijn deel
genoot gaan. Dan zult u hooren, wat ik t«
zeggen heb."
„Juist. Dat is verstandig I II wist wel, dat
je vatbaar was voor goeden raad. Mijn broer
is zeker alleen op dit vroege uur."
De heeren traden nu uit George's kantoor
en de klerken zagen, dat de jonge deelgenoot
fier het hoofd omhoog hield.
(Wordt vervolgd).