FEUILLETON. Wie is Edmund Gray? 26e Jaargang ™AMËRSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANPER DE OPENING DER KAMERS n Woensdag 21 September 1927 (Vervolg van ons Tweede Blad) EEN BESCHRIJVING DER PLECHTIGHEID PRINSES JULIANA VERGEZELT THANS HARE OUDERS Men meldt ons uit 's Gravenhage Gisteren had in de gravelijke zalen op het Binnenhof de plechtigheid van de opening, door H. M. de Koningin, van het nieuwe zit tingjaar der Staten-Generaal plaats. Men zou kunnen zeggen geheel op de tra- ditioneele wijze, ware het niet, dat dit jaar de ceremonie zich kenmerkte door een groote nieuwigheid, wel in staat om een groot aantal inwoners van den Haag en van elders meer op de been te brengen, dan het respectabele aantal, dat gewoonlijk reeds opkomt ter aan schouwing van het voorbijtrekken van den kleurrijken koninklijken stoet ter bijwoning van de plechtigheid in de Ridderzaal zelf. Die afwijking van de traditie bestond In het feit, dat ditmaal na het bereiken van den 18- jarigen leeftijd, voor de eerste maal Prinses Juliana die anders het afrijden en den te rugkeer van den stoet placht gade te slaan, achter één der vensters van het Koninklijk Paleis in het Noordeinde zelf hare ouders vergezelde bij de plechtigheid, zoodat thans de vermaarde gouden koets plaats bood aan het gcheele koninklijke gezin. Zooals gewoonlijk stonden in de nabijheid van het Koninklijk Paleis, waar voor de kijk- lustigen in de eerste plaats wat moois te zien valt, n.l. do voorbereiding tot de samenstel ling van den koninklijken stoet, en het ver trek naar de grafelijke zalen, honderden ach ter de. afzetting door militairen en politie, om straks Koningin, Prins en Prinses op hartelijke wijze toe te juichen. Reeds vroegtijdig was daar ter plaatse veel publiek bijeen, dat gestadig aangroeide. Kort voor één uur vormde zich, in de dezei dogen reeds officieel gemelde samenstelling, de stoet, die nog altijd sedert de mobilisatie tijden, sterk ingekort is in vergelijking met de vooroorlogsohe jaren. Achter het commando cavalerie, dat den stoet opende, en dat gevolgd werd door een rijknecht-majoor en twee rijknechts te paard en het met tweè paarden bespannen rijtuig, waarin gezeten was de opperceremoniemeester Graaf Du Monseóu, grootmeester van Hr. Ms. Huis, sloot zich dus al dadelijk aan de gouden koets, met acht paarden besponnen en waarin Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Z.KH. den Prins der Nederlanden en van H.KH. Prinses Juliana der Nederlanden, alle drie getooid met het lint en het versiersel van het grootkruis der orde van den Nederland- schcn Leeuw, hadden plaats genomen, de Prins gezeten naast de Koningin en de Prinses te genover haar moeder. H. M. de Koningin droeg een toilet in zacht mauve-kleur, de Prinses een toilet in wit en turquoise en de Prins droeg de gala-tenue van vice-admiraal a la suite. Telpaard reden onderscheidenlijk ter rech ter- en ter linkerzijde van de staatsiekoets de vice-admiraal Bauduin, adjudant-generaal van de Koningin en chef van haar militair huis en de gouverneur van de residentie, ge- neraal-majoor E. T. Insinger. Even vóór 1 uur bestegen de vorstelijke personen de gouden koets, onder de tonen van het oude Wilhelmus, gespeeld door de Koninklijke Militaire Kapel (onder leiding van luitenant Boer), welke deel uitmaakte van de compagnie van het regiment jagers, die, met het regimentsvaandel, ter weerszijden van den ingang van het Paleis als eerewacht stond opgesteld Tegelijkertijd weerklonk het eerste der mi- nuutschoten uit de in het Malieveld opgestelde batterij, verkondigende dat de Koningin zich op weg had begeven naar de Vereenigde Ver gadering van de Staten-Generaal. Dit een en ander, waarbij zich het gejuich der menigte voegde, maakt altijd dit afrijden van het Paleis, hoe vaak ook reeds in den loop der jaren bijgewoond, tot een indrukwekkend oogenblik Achter het Koninklijke rijtuig reden te paard alle leden van het Militaire Huis der Koningin tot welke ditmaal als adjudanten in buitenge- wonen dienst behoorden de Luitenant-Gene raal b.d. P. W Weber en de gpneraal-majoors b.d. H. C. J. Terbeek en J. H. Borel. Een commando Cavalerie sloot den Stoet. Overal langs den door militairen en politie vrijgehouden weg van Noordeinde naar de Ridderzaal via Lange Voorhout en Korte Vij verberg ondervond het Koninklijk gezin aller hartelijkste begroetingen von de zijde ven het publiek zich uitende in hoera-geroep en ge- wuif. Op het Binnenhof, in de onmiddellijke om geving van de Ridderzaal, waarvan de toegang overhuifd was door het gebruikelijke rood- fluweelen baldakijn, met gouden franjes, was het ook stampvol van kijklustigen, die van ouds weten, dat ook daar veel to zien is aan uniformen geschitter en fraaie damestoiletten, wanneer tusschen elven en twaalven de genoo- digde officieele personen bij de ridderzaal aankomen om de plechtigheid binnen het ge bouw bij te wonen. Ook hier weder het aardige gezellige ge zicht van de honderden dames, heeren en kin» deren, die achter de geopende vensters van allo het Binnenhof omgevende landsgebouweh de aankomst van den stoet verbeidden. Hier ter plaatse werd. ter weerszijden van den hoofdingang der Ridderzaal, de eerewacht betrokken door tachtigtal manschanpen van het regiment Jagers, waarbij zich ijlings, na dat de Koninklijke Stoet van het Paleis Noord einde was afgereden, de Koninklijke Militaire Kapel voegde, juist cp tijd om de Koninklijke Familie, bu aankomst op het Binnenhof weder met het Wilhelmus oude toonzetting te be groeten en dit Volkslied te blüven aanheffen, totdat het Koninklijk Gezin dc Ridderzaal ha cl betreden. In de zaal hadden zich inrruddels vercenigd, behalve dc leden der Staten-Generaal, alle ministers, de Leden van don Raad van State en de zeer talrijke autoritehen en verdere gc- noodigden. Van de Hofhouding waren daar saomgeko men de Grootmeesteres van het Huis der Ko ningin, Gravin van Lyn^pn van oandenburg, geboren Baronesse van Nagell dc Dame du Paleis Mevrouw van Reygersbèrg Vcrsluvs, geboren Barones Schimmrinenrinrk van der Oye, verschillende der Oroot-Officicrcn van Hare Majesteits Huis, de Kamerheer-Ceremo niemeester der Koningin, wiens funcrie ditmaal wegens verblijf buitenlands, van Baron van Hardenbroek van Lookhorst, werd vervuld door den Kamerheer Jhr. A. G. S'ckinghe: de Kamerheer en Particulier Secretaris- van Hare Majesteit, F. M. L. Baron ven Geer de Ka- merheeren in buitengewonen dienst F. J. W Baron van Pallandt van Rosendeel, Mr. G. C D. R. Baron van Hardenbroek van Bergam bacht O. L Baron Bcntinck, mr. A Baron Schimmelnenninck v. d OyeMr W. J. Ba ron van Lyndon, Jhr. H. J. Repelaer vnn Driel en Mer. J. C. Baron Band, laatstgenoem de kamerheer van Prinses Juliana. Alvorens de Ridderzoal te betreden, vonden de Koningin, Prins en Prinses ter hunner be groeting opgesteld onder de peristyle vóór den ingang tot de zaal. de adjudanten in buitenge wonen dienst der Koningin, vice-admiraal b d. J J. Rambonnet, oud-minister van marine, vice- admiraal b. d. C. C. Zegers*Rijser, secretaris generaal van het departement van marine, schout bij t.adht b. d. jhr. J. C. F. von Mühlen, voormalig adjudant van den Prins en luit ter zee Te kl. J. W. Termijtclen, een der tegenwoor dige adjudanten van den Prins. Daarna had de ontvangst van de koninklijke familie in de Ridderzaal zelf plaats door dc commissie van in- en uitgeleide uit de vereenig de vergadering, die daarna, voorafgegaan door den kamerheer-ceremoniemeester jhr. Sickinghe voornoemd, de acht hierboven vermelde ka- merheeren, de groot-officieren en den opper ceremoniemeester de Koningin en Prins en Prinses naar de vergaderzaal geleidde. Dc grootmeesteres, de chef van het militaire huis, de gouverneur der koninklijke residentia en alle officieren van het militaire huis volg den onmiddellijk. Na het plaats nemen der Koningin op den Troon, met aan hare rechterzijde den Prins en aan hare linkerzijde Prinses Juliana, schaarden de meergenoemde dames en heeren der hof houding zich op de gebruikelijke in het offi cieele programma aangewezen plaatsen echter en ter zijde van den troon en begon Hare Ma jesteit de voorlezing van de Troonrede. Na afloop daarvan werden Koningin, Prins en Prinses op dezelfde plechtstatige wijze uit geleid en werd, toen de stoet weer gevormd was, onder de tonen van het Wilhelmus naar het paleis teruggereden, langs de omgekeerde route en onder groot gejuich van de menigte. Oudergewoonte stond het geheele corps di plomatique, dat de plechtigheid in de zaal had bijgewoond, bij het verlaten door den stoet van het Binnenhof in dubbele rijen opgesteld nabij den voor de diplomaten bestemden in gang, om de vorstelijke personen een eerbie digen groet te brengen. Bij terugkeer ten paleize speelde de Kon. Mi litaire Kapel, die middelerwijl weder daarheen was teruggemarcheerd, het Wilhelmus. Nader seint men ons De voorlezing van de Troonrede duurde bij na tien minuten. Na beëindiging zette het Ka merlid Duymaer van Twist wederom de kreet. „Leve de Koningin-" in, die gevolgd werd door een levendig hoera-geroep. De soc.-de» mocratische Kamerleden, die en bloc de Rid derzaal waren binnengetreden, verhieven zich bij binnenkomen en heengaan der Koningin van hun zitplaatsen, doch stonden niet op bij het hoera-geroep. In het polcis teruggekeerd vertoonde het Vorstelijk Gezin zich nog een oogenblik ach ter een der vensters, hetgeen wederom een spontaan gejuich van de dicht saamgepakte men:gte uitlokte. Mooi herfstweder begunstigd- de de plechtigheid. Do commissie uit de beide Kamers der Sta ten-Generaal. die heden H. M. de Koningin bij de plechtige zitting in de Ridderzaal in- en uit geleide deed, bestond uit de Eerste Kamerleden Van Wasseneer van Cetwijck, Briët, Van Emb- den, Fransen en Koster, en de Tweede Kamer leden Marchant, Snoeck Henkemans, Staalman, Deckers, Boon, mej. Frida Katz, Droogieever Fcrtuyn, Vos, Bijleveld en Kortenhorst. Men meldt ons nog uit den Haag Tot degenen, die gisteren de opening van dc zitting der Staten-Generaal hebben bijge woond, behooren de Eerste Kamerleden v. d. Berg, de Vos van Steenwijk, in het ambtscos- tuum van kamerheer in b.d v. d. Hoeven, de Muralte Heerkens Thijssen, Smecnge, de Vries de Savornin Lohman, v. Embden, de Veer, de Gijselaar, in het ambtsccstuirm van burge meester, Fransen, Griet, Anema, Colijn, in ambtscostuum met do witte ministersbroek, Slingcnberg, van Lanschot van Wassenaer van Cotwifck, Dobbclmann. v. Nagell van Anvpsën, Blomjous, dc Jong Verkuteren, in het ambts costuum van lid der Provinciale Staten van Noord-Holland, Koster, Haffmans, Rink, in ambtsrostuiim met de witte ministersbroek, de Vhrot, Steger, Moltmaker, in jacquet, Wes- terdijk en Polak, in jacquet. Van de Tweede Kamerleden waren aanwe zig de bóeren Ruys de Beerenbrouck, in ambts costuum met witte broek. Staalman, Weitkamp in geklecde jas. Knottenbelt, Boon, Droogiee ver Fortuyn, De Wilde, Van Gijn, Tn ambts costuum met witte broek. Van Boetzelaer van Dubbeldam, Tilanus in de uniform van kapi tein der vesting-artillerie, v. Rij'ckevorsel, prof Visscher, in de toga van hoogleeraar aan de universiteit te Utrecht, Beumer, Bijleveld, in ambtscostuum met witte broek. Deckers. Broat Bakker, in gekleede jas, Mej. Katz, Snoeck Henkemans, Kortenhorst, Zijlstra, Van Aalten, in rok, Boissevain, dr. de Visser, in ambtscos tuum met witte breek. Kersten in jacquet, Wintermans, Krijger, Ament, Bierema, Heems kerk in ambtscostuum met witte broek. Van Schaik, Vos, Engels, in rok, Mej. Meyer, Mej. Westerman, J, B. van Dijk, Duymaer van Twist, in gencraals-uniform, v. Wijnbergen, Aolberse, in ambtscostuum met witte broek v. d. Heuvel in rok. Ketelaar in rok, mevr. BakkerNort, Rutten, in rek, v. d. Bilt in rok. Oud, Ebels en Bulten, alle in rok. Arts, Scheper in rok met zwarten das, als derde voorzitter der Tweede Kamer, Zandt in rok, Longman in gekleede jas. Schouten in rok, J. J. C van Dijk, in ambtscostuum met witte broek. Linkbeek in gs>kleede jas, Joekes in rok. Loerakker in jacquet, Kuiper in rok, H. C. Hermans In rok, Kampschöer, v. Voorst tot Voorst, v. Roppard, Smeenk in rok, Nolens in het ambtsgewaad van huisprelaat van den Paus, Afbarda, Vliegen, Kleerekooper, van Braambeek, mevr. do VriesBruins, v. d Sluis, Cramer, IJzerman, v. d. Waerden, Ger hard, Hlemstra, v. d. Tempel, v, d. Bergh, tei Laan. Duys, v. d. Heide. De leden achter wier naam niets anders is vermeld, droegen ambtscostuum, uitgezonderd de sociaal-democraten, die, op den heer Scha per na, in jacquet waren. Verder waren aanwezig de president -an het Permanente Hof van Internationale Justitie, dr. Huber, met den oud-president van het Hof dr. Loder, en den griffier, den heer HammerV kjöld de secretaris-generaal van het Perma nente Hof van Arbitrage, baron Michiels van Verduynen de commandant van het veldle ger, generaal Muller Massisde waarn. bur gemeester van 's Gravenhage, dr. Van der Meulen de hofprediker ds. Welter, dr. Van Gheel Gildemeester, e.a. Bij het binnentreden en verlaten van do zaal werd de Koningin begeleid door het lid der commissie von in- en uitgeleide, van Wasse naer van Catwljck, de Prins door den heer Marchant en de Prinses door den heer Briët. Nadat de vorstelijke personen, bij wier bin nentreden alle in dc zaal aanwezigen opston den, op de voor hen bestemde troonzetels had den plaatsgenomen, las do Koningin met bij zonder heldere on krachtigo stem de Troon rede voor. VERLAGING RITKSINKOM- STENBELASTING EEN WETSVOORSTEL INGEDIEND DE BELASTING VOOR ALLE INKOMENS MET ONGEVEER Ingediend is een wetsontwerp tot verlaging van het tarief der inkomstenbelasting en wijzi ging van art. '243 a der gemeentewet en van art. 126 quinquies der Provinciale wet. Zooals de Minister van Finarcicn in de Mil- lioencnnota heeft uiteengezet, is de Regeêring van oordeel dat in de gegeven omstandigheden een verlaging van het tarief van dc inkomsten belasting niet langer op zich mag laten wach ten. De Regeering is van meening, dat van die- verlaging alle belastingplichtigen zooveel mo gelijk in dezelfde verhouding behooren te pro- fiteeren. Het voorgestelde nieuwe tarief Is dan ook zoodanig ontworpen', dot voor alle inko mens dc belasting ten naaste bij met M i^rdt verlaagd. „Ten naaste bij"r omdat de nood zakelijke afzondering' van de percentages die van de opvolgende toenemingen van het inko men worden geheven, hier en daar enkele af wijkingen tengevolge hebben. Bij de toepassing van het nieuwe tarief op alle aanslagen zullen die verschillen elkander echter geheel ophef fen, zoodat het verlies in opbrengst over een vol jaar kon geschat worden op 20 pet. van de huidige opbrengst der belasting. Aan de hand van de voor 1928 geraamde netto-opbrengst ad 100,000,000 kan der halve het jaarlijksch verlies op 20,000,000 worden begroot. Aangezien echter de verlaging volgens art. IV van het ontwerp eerst met in gang van I Mei in werkingtreedt, zal het ver lies in opbrengst over 1928 minder dan 20,000,000 bedragen. Houdt men rekening met de omstandigheid, dat de verlaging wèl op het kohierbedrog over 192829, waarvan 1-3 aan den dienst 1928 ten goede komt, haai invloed zal uitoefenen, doch niet op den af trek wegens de ten laste van dien dienst ko mende kwade posten, die immers uitsluitend, althans nagenoeg uitsluitend, betrekking zul len hebben op aanslagen, berekend naar het thans geldende tarief, dan komt men voor het begrootingsjaqr 1928 tot een geraamd ver lies van een hoogcr bedrag dan Yz van 20,000,000, te stellen op 15,000,000. Door de bij art. II voorgestelde verruiming van de bevoegdheid der gemeenten tot het heffen van opcenten op de Rijkninkomstenbe- lasting zullen de gemeentebesturen in staat worden gesteld te voorkomen, dat de ge- meentefinanciën van de verlaging der belasting in hoofdsom nadeel ondervinden. Hetzelfde geldt voor de provinciale besturen (art. Hl). Een gevolg van deze laatste wijziging zal zijn cenige verruiming van dc bevoegdheid der pro vinciale besturen ook wat aangaat de opcenten op de vermogensbelasting. UIT DE STAATSBE- GROOTING ENKELE POSTEN De Minister von Binrenlandsche Zaken en Landbouw heeft zich genoopt gezien de rijks subsidie aan dc burgerwachten met 150.000 te verminderen Voor den landbouw. Door vermindering van het rijkssubsidie voor de Burgerwachten en door a"d,«I? be sparingen kon een bedrog van circa 300.U0U aan den landbouw meer ten goede komen. Het artikel voor de ontwatering in de be grooting van Binnenlandsche Zaken en Land bouw is met 250.000 verhoogd. Een som van 50.000 wordt meer aange vraagd op den post, subsidies voor een tien- tel lagere land- en tuinbouwscholen. In verband met de nationale tentoonstelling von paarden, rund- en kleinvee, welke in T928 tijdens de Olympische Spelen zal gehouden worden wordt meegedeeld, dat vermoedelijk een bedrog van 30.000 als garantiepost noodig zal zijn. De spoorweg GoudaBoskoop —Alphen aan den Rijn. In de Waterstcatsbegrooting Is voor den aanleg van den spoorweg Gouda—Waddinx- vecnBoskoojo—Alphen aan den Rijn een post van 1.000.000 uitgetrokken. De klompenindustrie. Op de Arbeidsbegrooting is o.a. een post uitgetrokken ten bate van de klompen-indus- trie, aan te wenden voor meer intensieve voor lichting van klompenmakers en voor reclame van het product in het land. Bestrijding der tuberculose en rheumatiek. Voor steun aan het particulier initiatief in zeke tuberculose-bcstrijding is 100.000 meer uitgetrokken dan voor 1927. Ook is een post uitgetrokken voor bestudeering en bestrijding van de rheumatiek. i u HET STAATSMUNTBEDRIJF VERLIES BIJNA ANDERHALVE TON DE MUNT IN 1928 WEER ZONDER RIJKSWERK Ingediend is een wetsontwerp, houdende regeling van de inkomsten cn uitgaven ven het Staatsmur.tbedrijf voor het dienstjaar 1928. Het aangeboden wetsontwerp 'strekt tot vast stelling van de begrooting van inkomsten en uigaven van het Staatsmuntbedrijf. Bij den opzet der begrooting is er van uit gegaan. dat de Munt in 1928 voor rijksrekening geen muhtwerkzaamheden van eenige beteekc- njs zal hebben uit te voeren ook voor de kolo niën is het muntprogram voor 1928 blanco. Het verlies is op 149,086 geraamd. HET S.S. AMERSFOORT AAN DEN GROND DE POSITIE ONGUNSTIG DE BEMANNING IN DE BOOTEN Een Lloyd-bcricht uit Londen meldt, dat het Nederl. stoomschip Amersfoort op 17 gra den N.-Br. cn 61.50 graden W.-L. (West- Indië) aan den grond is geloopen. De ligging van het schip is ongunstigde opvarenden hebben zich in de booten begeven. De Amersfoort behoort aan dc Koninklijke Nederlandschc Stoomboot-Mij. te Amsterdam. Het schip meet bruto 7680, netto 4798 ton. Het is gebouwd in 1916. 's Menschen geest ligt niet aan teugels. H. J. Schimmel. Geautoriseerde vertalin gnaar het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej, E. H0OGEWERF. 4b Hoe verdeeld dus ook de opvatting, heel het personeel verkeerde in spanning I En geheel onbewust van dezen burgeroorlog de eene partij toch fluisterde de beschuldiging, de an dere ontkende ze ging het voorwerp van deze verdeeldheid stil en onverstoord rijn gang. Nu hij echter gehoord had, dat de oude klerk de beschuldiging op hem wilde werpen, werd George het fluisteren gewaar. Toen hij op den ochtend, het eerste kantoor doorging, merkte hij dat alle klerken hem nieuwsgierig naoogden, al waren ze ook naar het scheen, geheel verdiept in hun werk. Op de trnp ontmoette hij den jongsten klerk die een klaur kreeg toi achter de o^ren, in het bewustzijn van z'n verdenking. Op weg naar zijn eigen vertrek, door het kantoor van zijn eigen klerken, voelde Jiij, dat ze onder elkaar fluisterden, zoodra de deur achter hem dicht was. Dit maakt hem ontzettend boos. Toch kon men, om zulk een enkel gefluister, zijn drift niet toonen. Ten onrechte verdacht te worden. maakt een mensch beslist veel prikkelbaardci, dan dat de verdenking gegrond is. Van het oogenblik af, dat Geórgc dan ook had plaats genomen aan zijn schrijftafel, was zijn ergernis steeds heftiger geworden. In deze stemming was het dat hem een kaartje werd overhandigd. „Ik kan sir Samuel dadelijk ontvangen", zei hii. Toen sir Samuel het kantooi van den nieu wen deelgenoot binnentrad, fluisterden de nieuwe klerken tegen elkaar „Nu is het met hem gedaan I Die durlt. Let eens opZe zullen hem niet vervolgen. Als het één van ons was. Dat zou wat anders zijn Sir Samuel komt hem enkel maar waat- schuwen". Sir Samuel groette, koud en gewichtig, als altijd, en nam een stoel. „Een enkel woord sir," begon hij, „een en kel. ernstig woord 1" George zat in luisterende houding. Hij wist, wat komen zou. Sir Samuel zocht een inleiding, want het is niet makkelijk, om tegenover een hoogst-achtenswaardig jongmensch in een hoogstachtenswaardige positie, te voorschijn r* komen met de verklaring, dat hij beschul digd wordt van zulk een leelijk iets. „Ik ben hier", zei hij, „zonder dat mijn broer er van weet, om u een raad te geven". „Zou die raad verlangd worden, denkt u?" „In een ggval als dit, verlang ik, dat aie 'raad wordt opgevolgd", antwoordde sir Sa muel, met waardigheid. „Er zijn omstandig heden, dat men moet spreken, dat het zijn plicht is te' spreken. Vergeet niet, dat ik uw zwager zou worden „11 zult mijn zweger worden. Maar gaat u voort, sir Samuel. Wat heeft u te zeggen?" „Er zal gelijk u zeker wel verwacht en vreest een beschuldiging tegen u uitgespro ken worden van medeplichtigheid in een lan ge reeks van vcrvalschingen". „Waarlijk?Ja, ik heb het laatst van Elsie gehoord, dut er sprake was van zoo'n beschul diging. Maar, sir Samuel, een man van uw er varing moest toch erkennen, dat het niet vol doende is, of nu el zo.o n dwaze oude klerk een heschuldiging uitspieeekt, maar er moet toch eenig verband zijn tusschen den beschuldigde en het vergrijp?" i.Vcrband? Goede hemel I Geen schakel ontbreekt aan de keten van beschuldigingenl" „Ik zal u niet vragen, om met die keten te voorschijn te treden. Wat heeft u mij meer te zeggen?" „Ik zou wenschen, jongmensch, zoowel om uzelven als om der. wille van het ongelukkige meisje, dat u haar hart heeft gegeven, dat de keten was van glas, zoodat die bij de minste aanraking versplinterde. Maar dit is helaas niet zoo er ontbreekt niets aan. Alles is duidelijk uiteengezetde beweegreden, de verzoeking, de samenzwering, het schijnbaar welslagen Als bewecgden gebrek aan geld." „Zoo? Ja, ik was vrij slecht af, dat kan niet ontkend worden. Maar gaat u voort." „Je had geld noodig, beiden geld noodig. In negentig van de honderd gevallen is dit de aan leiding." „Dit moet dan dus zoo wezen. Star1 u nu n--ar niet langer stii bij de verzoeking en bij de rest. Dat hoor ik dan later wel. Maar komt u lievpr met uw raad te voorschijn." „Juist. Wat ik wilde zeggen jongmensch het beste is, maar zoo gauw mogelijk met de zaak voor den dag te komen." Georgo knikte slechts, zoo goedmoedig als hec hem onder de omstandigheden mogelijk was. „Dit is toch altijd het beste, wat je nog doen kunt", herhaalde sir Samuel. „Want. vooral in dit geval, is er meer dar. één reden, om schan» daal te vermijden. Er heeft nog niets van u in de bladen gestaan, we hebben enkel uitgevon den wat er gestolen werd; de politie is er niet in gemengd. Nu is mijn broer geen wraak zuchtig mensch. En ik zou niet graag zien, dat de broer van mijn vrouw .om niets van je persoonlijk te zeggen zou terecht staan we gens vervalsching in geschrifte. Afschuwelijk zou het wezen om op een ochtend in de City te hooren fluisteren „Zijn zwager heeft vijf tien jaar gekregen" Want vijftien jaar werden 't zeker." „Vijftien jaar zeker", herbaalde George. „Laat ik je helpen uit dc moeilijkheid. Denk aan Elsie I" „Doet u mij het genoegen en noemt u niet haar naaml" verzocht George, met bovenmen- schelijke poging om zijn zelfbcheersching te bewaren. „Het zou haar 't hart breken, niet waar? Maar, als wij de zaak nu maar kunnen sussen, zal zij er nog wel overheen komen." „En wat heeft u nog meer te zeggenl" „Ik wil je beiden helpen, Athelstan evenzeer. Wat doet die jongen anders weer ineens op te duiken? Was hij liever in Camberwell ge bleven, in dat fraaie gezelschapl Maar nu, geef mij Je stukken terug. Je hebt er toch nog geen geld op geïnd aan de Bank. Dan zal ik het wel alles met mijn broer in orde maken. Ook wil ik je een paar honderd pond voorschieten, dan moet jc onmiddellijk het land verlaten en er vooral nooit weer terugkeeren. Ofschoon het feitelijk wel strafbaar is, zullen we de hee- le zaak dan verder in den doofpot stoppen." „Heel vriendelijk van u." „Je ziet, ik wil alles zoo gemakkelijk moge lijk voor je maken, maar vooral ook schandaal vermijden. Wat Athelstan betreft, ik herinner mij hem heelemael niet meer en zou hem ta ker niet kennen, al viel ik over hem. Maar met jou heb ik altijd veel op gehad, tot nu dit geval zich voordeed." „Zeer verplicht, inderdaad." „Toen de zaak uitkwam, zei ik tot lady Dering„Lieve, het spijt mij voor je zuster, want het zal haar geweldig veel verdriet doen. Het engagement zal natuurlijk verbroken wor den, maar we kunnen geen schandaal hebben I Daar zijn we niet rijk genoeg voor. Dc zal intusschcn trachten alles voor alle partijen zoo goed mogelijk te maken." Dit zei ik tot lady Dering, Maar wees nu verstandig en volg mijn raad. Deel 'Athelstan mee, wat ik gezegd heb. Het bevel tot inhechtenisneming van Ed mund Gray zal morgen, naar ik meen, of mo gelijk ook overmorgen, uitgevaardigd worden. Déarna bij je niet meer te redden." „Ben je niet meer te redden V herhaalde George. „Is dat al wat u mij te zeggen heeft, sir Samuel „Ja, alles." „Nu, laten we dan," en George nam een pak papieren van de tafel, „naar mijn deel genoot gaan. Dan zult u hooren, wat ik t« zeggen heb." „Juist. Dat is verstandig I II wist wel, dat je vatbaar was voor goeden raad. Mijn broer is zeker alleen op dit vroege uur." De heeren traden nu uit George's kantoor en de klerken zagen, dat de jonge deelgenoot fier het hoofd omhoog hield. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5