9, 10, 11 October
tweede blad.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Wie is Edmund Gray?
26. Jaargang No. 85 AMERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Levertraan Emulsie B. en S.
A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23.
Bezoekt de Radiotentoonstelling in het
gebouw „DE VALK". Ingang VaSke-
straat. Enirée 20 eerst.
WILLEM GROENHUIZEN La"Beslraa5J5weÜETRe,eoon 582
Gouden Trouw- en Verlovingsringen.
Zaterdag
October 1927
HET LEVEN IN EN HET
LEVEN UIT.
t (Nadruk verboden).
Bij den aanvang van den academischer»
cursus (breekt voor veel jongemenschen
een nieuw tijdiperk aan. Zij herinneren zich,
hoe zij na het eind-examen van de school
zijn ontslagen met een toespraak, waarin
zij er op werden voorbereid, dat ze, nu de
schooljaren achter hun liggen, het leven in
zullen gaan. En, wanneer straks de studen
tengemeenschap hen in zich zal opnemen,
zal nogmaals het verlossende woord weer
klinken, dat nu vóór hen staat dat verras
sende, heuglijke, bloeiende tijdperk, dat
men „het leven" noemt.
Wanneer ouderen de jeugd toespreken bij
den aanvang van haar zelfstandigheid, ont
luistert weemoed hun stem. Dat leven, dat
nu zijn deuren ontsluit voor den nieuwe
ling in ambt of beroep, voor den jongge
huwde, den kerkelijk bevestigde, is voor
den vaderlijken vriend reeds voorbij. Het
is, of zijn aanmaning, om dat leven goed
te besteden, een aanklacht is tegen hem
zelf, wijl 'hij zijn tijd heeft misbruikt. Met
leven is hem voorbijgegaan, zonder dat hij
or profijt van getrokken heeft.
Er ligt voor volwassenen in het aanhooren
Vein zulk een toespraak steeds iets ontroe
rends. Het oogenblik, waarin zij zelf aldus
vol verwachting aan de poort van het leven
hebben geklopt, treedt hun van nieuws voor
den geest. En deernis besluipt hen met die
argelooze kinderen, wier verwachtingen ook
op teleurstelling zullen uitloopen De weeke
stemming jegens de jeugd is inderdaad zelf
beklag.
De vaderlijke vriend, die zijn pupillen een
woord op hun levensweg meegeeft, is mis
schien veertig jaar oud. Heeft het leven
voor hem reeds zijn poorten alweder ge
sloten?
Hoelang duurt dan dat zoozeer verheer
lijkte leven? Hoelang is het bloeitijd voor
den naar verrassing en spanning hunke
renden mensch? Het leven is niet alleen
heuglijk, maar moeilijk ook. Doch zelfs in
deze moeite ligt vreugde besloten. De
vreugde van streven en strijd, van krachts
inspanning met wisselende uitkomst; de
vreugde van het onrustig maar voortdurend
bekorend jagen naar 't ideaal.
Deze spannende tijd is voor den vader
lijken vriend afgeloopen. Hij kan vijftig,
zeventig, negentig jaar worden, maar leven
in eigenlijken zin doet hij niet meer. Hij
rekt zijn zielloos bestaan; hij vegeteert.
Met stelligheid weten wij 't oogenblik,
waarop wij het leven ingaan. Dat is de dag-
waarop de leerlingentijd achter ons ligt en
wij door de gemeenschap als zelfstandig
erkend worden. De dag, waarop ons het
diploma als mensch uitgereikt wordt. Dan
gaan we het leven in. Maar op welk oogen
blik gaan we 'het leven uit? Is dat tijdstip
ook met zooveel stelligheid aan te duiden?
Voor den één schijnt het leven langer te
duren, dan ^or den ander. In het bijzijn
van een tachtigjarige liet ik me eens
argeloos ontvallen, dat men cp zijn zestigste
jaar toch eigenlijk het leven reeds achter
zich heeft. Dit wekte de woede van den
levenskrachtigen oude; wie op zijn zestigste
jaar reeds meent, afgerekend te hebben,
verdiende zijns inziens niet, dat hij gescha
pen was. Zestig jaar! en de oogen van
den oude tintelden van vuur, lieve hemel,
als ik naga, wat ik daarna nog heb gewerkt
en genoten!
Wanneer zullen de jongelieden, die heden
ihet leven ingaan, het leven vaarwel zeg
gen? Zoodat zij op hun beurt, met wee
moedige stem, op hun bestaar» terugzien-
als op iets, dat achter hen ligt? Dit lijkt mij
voor hen een belangrijke vraag. Gemakke
lijk schijnt het, zijn intrede in 't leven te
doen, maar moeilijk, zich in dat leven te
handhaven. Voordat men cr op bedacht is,
ligt men er ui:.
Het kenmerk van 't leven in den zin,
waarin men dit woord in toespraken tot
nieuwelingen gebruikt, is het onzekere, het
spannende en verrassende. Er bestaat een
stadhuis-uitdrukking, welke spreekt van
„komen tot den gevestigden stand". Met
het komen tot den gevestigden stand is he:
leven uit.
Veelal beschouwt men het komen tot den
gevestigden stand als een begeerenswaar-
dige gebeurtenis. Wie „er is", wordt door
vriend en vijand benijd. In het Fransen
noemt men zulk een geluksvogel een
„arrivé".
En inderdaad geeft het een geweldige
rust, zoo men bereikt heeft, waarnaar ande
ren nog streven. Een gevestigde positie in
de maatschappij, een .gevestigde levensbe
schouwing, een gevestigde meening over
alle problemen en vraagstukken op zede
lijk, staatkundig, economisch, godsdienstig
en artistiek gebied. Indien men met al deze
dingen, in 't reine is, is men klaar. De
ervaring leert echter, dat deze volmaakt
heid toch niet in allen deele bevredigt.
Waarom immers zouden anders dc ter
plaatse gekomenen, de gearriveerden, met
zulk een weemoed de nieuwe lichting der
jeugd in het leven inleiden, haar met zoo
veel geestdrift voorbereidende op de
vreugde van strijd en van moeite, op de
spanning en de verrassing van de onzeker
heid?
Zij, die het leven achter zich hebben, be
nijden de jongeren het leven, dat voor hen
nog op komst is. Zij benijden hun de
kracht om te durven, den moed om te wa
gen. Zij benijden de gulle verkwisting,
welke het tijdperk van ovèrvloed meebrengt,
waarin men niet zuinig noch eenzijdig be
hoeft te zijn met zijn gevoelens en denk
beelden; waarin men zich nog de weelde
veroorlooft, vriendschap en liefde en naam
op het spel te zetten, wijl men in zijn rijk
dom het verlorene gemakkelijk vervangen
kan. Zij benijden de gelegenheid tot het
alzijdig uitslaan der vleugels, welke nog
niet zijn gehecht en gevestigd binnen de
traliekooi der maatschappelijke en burger
lijke verplichtingen.
Zoodra de leeuwerik op zijn nest neer
strijkt, is het met zingen gedaan. Het
zingende leven eischt de onbegrensde vrij
heid van 't luchtruim. En iets van die
vrijheid moet men zich voorbehouden, wil
men in zijn gevestigden staat niet met
vegeteeren volstaan.
De beste vermaning, die men de jeugd,
welke 't leven ingaat, kan meegeven, is:
dat zij zich er voor hoede, te schielijk het
leven weer uit te gaan.
H. G. CANNEGIETER.
PRINS HENDRIK.
Z.K.H. Prins Hendrik zal Woensdag 10 de
zer te Harderwijk evn door de afdeelir.g van
het Roode Kruis aldaar te houden propagan-
da-avond voor het Vredeswerk van het Ne-
derlondsche Roode Kruis bijwonen.
De Prins is voornemens deel te nemen
aan op Vrijdag 21 dezer door dc Rentmees
ters van het Kroondomein te houden excur
sies in Zeeuwsch Vlaanderen.
INBRAAK.
Donderdag is ingebroken in de woning van
mevr. de wed. K. aan de 2de van den Bosch-
straat te Den Haag. Mevr. K. was sinds Woens
dag afwezig geweest en bemerkte gistermiddag
bij haar thuiskomt, dat men een zijraam open
gemaakt had en zich op deze wijze toegang
had verschaft tot de woning.
In een der vertrekken was een groole spie
gelkast vernield en verschillende waardevolle
A veren voorwerpen zijn gestolen. Wat precies
vernist wordt, kon mevr. K. nog niet opgeven.
Van de daders heeft men tot op heden geen
spoor.
RECLAMES.
Vun 1—4 regels 4.05, elke regel meer 1.-*
Prima Medicinale Levertraan - Scott's Emulsion
Geopend: Za'.erdag van 15-23 uur. Ce overige dagen van 10-21 uur
UIT DE STAATSCOURANT
Benoemd tot ridder der Oronje-Nassau-orde
A H. Hammer, pastoor te Maasland.
Toegekend dc zilveren ceremedoille der
Oranjc-Nassau-orde aan A. Haag, te Dort
mund; H. L. P. Lubbers, te Sodingen; A. Meems,
tc Iserlohn; H. Pietcrs, te Dortmund; M. J
Spits, te Lüncn a.d. Lippe; W A. Wouters,
te Hagen i/W., en J. Dijksmo, te Wcsel.
Machtiging is verleend aan den Commissaris
der Koningin in Noord-Brabant tot het bijeen
roepen van de Staten dier provincie in buiten
gewone zitting op 25 October 1927.
Machtiging is verleend aan den Commissaris
der Koningin in Drenthe tot het bijeenroep'-n
van de Staten dier provincie in buitengewone
zitting in de tweede helft van October 1927.
Aan J. W. Jorissen, arts, wethouder der ge
meente Amersfoort, is verlof verleend tot het
oonneir.cn van het vreemde eeretceken: Ridder
van den Heiligen Gregorius den Groote van
den Heiligen Stoel.
Op verzoek eervol ontslogen G. M. van
Riemsdijk, hoogleeraar nan dc R. H. B. S. tc
Breda.
EERSTE KAMER.
BijcenrOeping tegen 13 October.
Naar wij vernemen staat het thans vast, dat
de Eèerslc Kern er, omtrent wier bijeenroe
ping nog geer. definiticven datum in de jong
ste vergadering op 27 September j.l. kon
worden vastgesteld, bijeengeroepen zal wor
den cp Dinsdagavond IB October.
Het is te verwachten, dat in een openbare
vergadering op Woensdag 19 d.a.v zal wor
den overgegoap tot de benoèming van een
commies-griffier der Kamer.
Ook zo' nu hoogstwaarschijnlijk kunnen
overgegaan werden tót het afdéelingsonder-
zoek van het wetsontwerp betreffende de wet
geving op de noamlooze vennootschappen,
waaromtrent ihans bij de Eerste Knmer is
ontvangen dc leidraad, onontbeerlijk voor de
behandeling van dit wetsontwerp.
HET TWEEDE KAMERGEBOUW.
Na de veranderingen in de vergaderzaal der
Tweede Kamer aangebracht, werd erover ge
klaagd, dut thans een deel der Kamer van de
perstribune af niet meer te zien was, hetgeen
oor het volgen der sprekers hinderlijk was.
Thans is men bezig zoowel de lessenaars als
den vloer der perstribune een twintig centime
ters omhoog te brengen, wuarmee mer. het
euvel hoopt verho'pen tc hebben.
MINISTER KAN TE NIEUW-AMSTERDAM.
Vrijdagmorgen bracht minister Kan een be
zoek aan Nieuw-Amsterdam, veigezeld van den
Commissaris dér Koningin in Drenthe en den
burgemeester van Emraen, mr. Boumü. In hotel
Brouwer had Z.-Excollentie een onderhoud met
een commissie uit de Verveners, n.l. de heeren
H Hadders, J. v. d. Sluis en J C. Rühder.
Daarna ontving Z.E. in tegenwoordigheid van
bovengenoemde heeren het bestuur van de
Handelsvereeniging Nieuw-Amsterdam. Te on
geveer elf uur vertrok Z.Exc. naar De Wijk om
den Fokveedag aldaar bij 1c wonen.
HAVENONGEVAL
TRANSPORTEURSKRAAN DOOR EEN
KOEENBOOT OMVERGEWORPEN
AALJZIENLI]KS MATERIEELE
SCHADE
Donderdag nacht heeft tc Amsterdam de Engcl-
sche kolenboot „Whitwoth", komende uit de
richting Rietlanden, groote schade teweeg
gebracht doordat zij tusschen do Coenhavcn
en de Phosphnatfabriek een transporteurs
kraan om eer heeft gevaren. De kolenboot
heeft eerst een steiger met ducdalven wegge
duwd. Daarop is vermoedelijk de mast in aan
raking gekomen met de transporteurskroan
van l oods C., een der kotoenloodsen van de
Gemeente. Deze kraan hangt over het wa
ter door dc eonraking zijn kraan en kraan-
huis omgevallen en door het dak van do
loods geslagen.
De* schade, die door deze zeer ernstige
aanvaring is ontstaan, is zeer groot naar men
aanneemt ongeveer een ton. De oorzaak van
dc aanvaring is onbekend.
\V. A. F. BARON GEVERS t
Dc begrafenis op Oud Eik en
Duinen.
Men seint ons uit Den Haag:
Onder groote belargstelling uit Hof, regec-
ring en diplomatieke kringen is gister tc Den
Haag op Oud Eik en Duinen ter aarde besteld
het stoffelijk overschot van den te Bern over
leden voormoligen Ncderlandschen gezant te
Berlijn W. A. F. baron Gevers, kamerheer in
buitengewonen dienst van de Koningn. Ten
teeken van rouw waren tijdens de begrafenis
aan het departcmcntsgebouw van Buitenlond-
schc zaken de gordijnen neergelaten. Aan de
begrafenis ging in de rouwkamer op de be
graafplaats een rouwdienst :n intiemen kring
vooraf, waarbij o. a. tegenwoordig waren de
vertegenwoordigers van de Koningin en van
de Koningin-Moeder, terwijl de Prins door per
soonlijke aanwezigheid van zijn deelneming
deed blijken. Dc begrafenisplechtigheid werd
o. a. bijgewoond namens de Duitsche regee
ring cn president Hindenburg door den Duit-
schen zaakgelastigde bij ons Hof. Door een
vertegenwoordiger van den Duitschen ex-kei
zer door den minister van Buitenlondsche za
ken jhr. Beelaerts van Blokland en den oud
minister jhr. van Karnebeek. Er waren o. m.
kransen van de Koningin, van ex-keizer Wil
helm en gemalin, en van president Hindenburg.
Aan de groeve heeft o. m. jhr. Beelaerts van
Blokland het woord gevoerd.
ONTROUW PENNINGMEESTER.
4600.verduisterd.
Door de recherche te Haarlem is aangehou
den de 35-jarige H. W. S., wonende te Be*
verwijk, secretaris-penningmeester van de» Wa-
ningbouwvereeniging „Si. Joseph" te Haarlem
Hij heeft bekend een bedrag van 4600 te
hebben verduisterd.
ROTTERDAMSCHE
GEMEENTERAAD
KORTING HOOGERE AMBTENAARS-
JAARWEDDEN
DE EXPLOITATIE DER TRAM
De wedden vun sommige hoogerc ambtena
ren, zooals leeraren bij het gcmeente-lyccum,
ambtenaren van de bank van lecning en den
keuringsdienst te Rotterdam, totaal 70 in ge
tal, worden wel is waar door den Rand gere
geld, doch voor deze regeling wordt dc goed
keuring van Gedeputeerden vereischt. Gede
puteerden hadden zoo herinnert de Tel.
nu wel goedgekeurd de korting der 2
doch niet do verdere korting volgens het voor-
stel-Von Aalten, voor de hoogere salarissen
vastgesteld. Dunr de Kroon het besluit van
Gedeputeerden handhaafde, woien B. en W.
thans genoodzaakt den Rood voor te stollen op
bedoelde salarissen alleen 2 te korten.
Door den heer D u t i 1 h (V. B.), was een
amendement ingediend, om nu ook voor dc
wedden der 1300 overige ambtenaren der ge
meente alleen de 2 korting toe te passen.
Voorstel cn amendementen kwamen heden in
behandeling. Het amendement vond algemeen
verzet. Wethouder He y koop wees er op, dat
de toegepaste korting een maatregel was van
den ouden Raad. Het ging nu z. i. niet aan, dat
de nieuwe Raad een besluit van den ouden
Rand vernietigde.
Het amcndement-Dutilh werd verworpen,
waarop het vootstol van B. en W. zonder hoof
delijke stemming werd goedgekeurd.
Nadat dc Raad na langdurige discussies een
voorstel inzake wijziging van de opcentenrego-
ling op de personecle belasting tot na dc be
handeling van de bcgrooting had aangehouden,
en had aangenomen het voorstel von B. cn W.
betreffende de oprichtincr bij wiizc van pToef
van een nieuw type Nijverheidsschool voor
meisjes op den linker-Maasoever, is gisteravond
laat nog een aanvang gemaakt met de behan
deling van het voorstel van B. en W. om do
Rotterdamsche Electrische Tramweg-Mij. na
afloop der concessie op 15 Oct. a.s. bij wijze
van noodmaatregel als gemeentelijk bedrijf te
exploiteeren.
De beide sprekers van dezen avond, mr. DtJ-
t i h 1 (v.-b.) en mr. Baars (r.-k.) kantten zich
ernstig tegen deze voorstellen. Beiden zetten
zij uiteen, dot aanneming van dit voorstel prec-
tisch hierop neerkomt, dat dc trom niet alleen
voorloopig, maar ook in de verre toekomst als
gemeentelijk bedrijf zal worden geëxploiteerd.
De heer Dutihl wees er in dit verband nog
op, dot wanneer de tegenwoordige bf.V. op 15
October a.s. wordt geliquideerd, en men later
als gemeentelijken bedrijfsvorm wederom een
N.V. kiest, dit alleen aan registratiekosten een
bedrag van een ton zal kosten. Spr. gaf in
overweging de tram na half October in haar
bestaansvorm voor rekening van de gemeente
te exploiteeren.
Feller was dc heer Baars, die B. en W.
verantwoordelijk stelde, dot thans nog geen de
finitieve beslissing kan worden genomen. Spr.
noemde dit voorstel onbevredigend en zeide,
dot het voor den Rand thans bijna niet doenlijk
was, positieven arbeid te leveren. Spr. was don
ook niet bereid voor het voorstel van B. en W.
te stemmen cn zal weigeren zijn medewerking
tc verlcenen, dat op 15 Oct. n.s. dc tram als
gemeentebedrijf wordt geëxploiteerd.
Verder zal spr. weigeren er toe mede te wer
ken, dot de loonregeling voor gemeentewerk
lieden gelijk gesteld wordt aan die van per
soneel van de tram.
Voorts zal spr. weigeren voor credieten tc
stemmen, die B. en W. ongetwijfeld voor het
nieuwe bedrijf noodig zullen hebben.
Als dwangmaatregel wilde spr. het college
van B. cn W. nopen om op korten termijn met
definitieve voorstellen te komen.
De verdere behandeling van de voorstellen
werd daarop geschorst tot Vrijdagmiddag.
MIJNONGEVAL MET DOODELUKEN
AFLOOP.
De 22-jorige mijnwerker BineKeroe uit Gul
pen heeft in den nacht van Woensdag op Don
derdag in dc mijn Willem-Sophia to Kerkrade
een stuk hout op het hoofd gekregen. De man
was onmiddellijk dood. Hij was ongehuwd.
Een vroolijk gezicht is een zon in huis.
Geautoriseerde vertalin gnaar het Engelsch van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
12
„Deze vrouwen kennen niet anders, dan het
leven, dat zij leiden", sprak de meester. „Ze
verlangen ook niet andeis. Ze zouden zich
ongelukkig voelen, als ze niet hier in zulk
een buurt woonden. Zij en haar kinderen ver
longen niets dan warmte, eten en drinken. Ze
zijn de producten van ons verkecrd-ingerichte
maotschuppij, waardoor ze van haar ziel zijn
beroofd. Bij een betere inrichting konden deze
menschen niet bestaan, zouden ze geen ouders
kunnen zijn. Je ziet wel de kinderen en de
moeders, maar de mannen zie j»2 niet. Dat
kornt, die zijn meest in de herberg, vast werk
hebben ze toch niet, gewoonlijk is dit dus
hun toevlucht. Oude mannen zie je óók niet,
want die sterven in den regel vóór hun zes-
tiffste, of anders gaon ze naar het armhuis.
Al die ellende bergen we in deze achterbuur
ten en me meunen, dat dit niet gevaarlijk is.
Maar dit zal ééns blijken
Dc andere stem sprak tosn weer
„Daarvoor hebben wij de politie. Zulke ge
vaarlijke lui zouden cr niet minder gevaarlijk
op worden, nis ze voor niets te eten kregen
cn vrij mochten wonen. Ze zijn zoo geworden
idoor hun eigen slechtheid en ondeugden cn
die van hun vaderen, dus moeten ze dnn ook
maar hebben, wat cr bij staat. Een dergelijk
ontembaar element blijft gevaarlijk. Maar,
om ze te beklagen en over hen te treuren, is
dwaas en nutteloos.
Mr. Gray hod voor die allen een woord.
Hij ging vrij overal binnen, en sprak ze toe,
steeds met zijn leerlinge naast zich.
,,'t Is als in een bijenkorf I" zei Elsie, die nog
nooit zoo'n dicht-bevolkte buurt gezien had.
„Toch zijn het allen menschen kind, men
schen van denzelfden aanleg als jij. Ze kennen
dezelfde behoeften, hebben dezelfde verlangens,
lijden dezelfde smarten Wat maakt je geluk
kig: Als je warmte en voedsel hebt in voldoen
de mate en niet te veel hoeft te werken. Zooa'.s
ik de wereld ingericht wil zien, zullen ze dit
net zoo goed hebben, cn ze zullen ook even
goed genot vinden in de beoefening van" kun
sten cn wetenschappen en zullen hun gedach
ten laten gaan over veel, waar ze nu geen be
sef van hebben. Moor ze zijn allen precies als
jij. En vooral in één opzicht: Ze hebben even
zeer behoefte aan liefde."
Hij zweeg een oogenblik, maar teen Elsie
niets zei, ging hij voort:
„En dit zijn nog niet eens de allcr-ongeluk-
kigsten, velen van hen hebben het zelfs zoo
druk met zakjes en doozen plakken en lucifers
en voetkussens maken, dat ze er niet eens den
tijd van kunnen nemen, om op te kijken, terwijl
ik met hen praat. De ellendigsten zijn degenen,
die niet werken willen en die den hec-lcn dog
maar leegloopen en steler.."
„Maar meester, wat zult u met zulke men
schen nu bereiken met uw stelsel Zal het
degenen, die niet willen werken, nu ijveriger
maken
„Hel zal ieder de vruchten van zijn eigen ar
beid schenken, het zal iederen man een vak
doen leeren en werk hebben voor iederen werk
willige. Degenen, die niet kunnen werken, zal
het opsluiten tot aan hun dood. Zo zullen geen
kinderen krijgen, daardoor zullen er niet zoo
veel geestelijk-misvormden zijn. Deze straat is
vol lessen, die ten duidelijkste aandringen op
vernietiging van den eigendom."
Nu stond de meester ineens weer stil voor
een vrouwtje, natuurlijk col; met een kind in
de armen, en cr mogelijk nog afgetobder uit
ziend, don zijn overige beschermelingen.
„Is het nog altijd hetzelfde?" vroeg hij, vol
deelneming.
„Ja, sir altijd hetzelfde: hij wil wel werken,
maar hij kan geen werk krijgen, geen mensch
wil iemand in dienst nemen, die zoo ongelukkig
is geweest. Mijn eenige troost is, dat hij zich
tenminste niet bedrinken kan, als er geen geld
is."
„Haar man was klerk," lichtte de meester
toe, „en zij hoorde ook tot dien stand, maar
hij bestal zijn chef en heeft een paar jaar
gevangen gezeten. In onze maatschappij zou dit
niet ktmr.en voorkomen. Niemand zou in ver
zoeking worden geleid tot diefstal."
De andere stem sprak weer:
„Wij komen vooruit door onze deugden. Zij
raken achteruit door hun ondeugden. Laat die
menschen lijden. Hun lijden zal de rest van ons
wijzer maken. Komt niet in opstand tegen de
groote wet, die lijden schenkt als gevolg van
slechtheid."
Hierop begon dc meester een toespraak
zijnerzijds, meer uitsluitend tot zijn leerlinge
gericht, maar waarbij hij steeds meer in vuur
geraakte, zoodat zich een heele groep van luis
teraars om hen heen gevormd had.
Om den hoek van de straat kwam naderbij
gesloper een jonge man van het onvervolschtc
misdadigerstype, met schichtigcn blik, sluipen
den gang, gebogen houding, onnatuurlijk groo
te oogen en spierwit gelaat. Hij nam eens even
een overzicht, want een dichte menigte levert
in den regel een uitstekende gelegenheid, om
z'n slag te slaan.
Maar do spreker had opgehouden, het
groepje ging dan ook uiteen en wat de mcestei
nu zei, was in waarheid uitsluitend tot zijn leer-
linge gericht.
„Deze straat biedt inderdaad een uitstekende
leerschool. „Vriend", sprak hij toen den onge
lukkige toe, „zou je voor één keer eens een
shilling eerlijk willen verdienen
De jonge man keerde zich schichtig om er.
zijn scherpe oogen flikkerden op het gezicht
van het geldstukje, ofschoon deze wijze van
verdienen hem niet de ware leek.
„Waarmee?" vroeg bij.
„Met mij enkele vragen te beantwoorden.
Waar ben je geboren
„Waar ben je grootgebracht Hier, in deze
straat
„Ja."
„Je hebt toch zeker, gelijk met de anderen
de school bezocht
Hij knikte.
„Wat voor vak heb je geleerd
„In het geheel geen."
„Je vader was zeker een dief
Al weer een knik.
„En je moeder een dievegge
Op alles dezelfde treurige bevestiging, nu
ook nog op die laatste vraag:
„En je broers cn zusters hebben waarschijn
lijk allen dit vooibeeld gevolgd Hier heb je
je shilling."
De arme gedegenereerde schuifelde weg.
„Vader, modder, hot gehecle gezin leeft van
diefstal. Waar geen eigendom is, is ook geen
diefstal mogelijk. In onze maatschappij kan een
dergelijk schepsel niet geboren worden, zulke
ouders als hij had, kunnen niet bestaan in een
wereld, waarin de eigendom vervalt."
„De vernietiging van den eigendom" sprak
de andere stem, „zou onmiddellijk gevolgd
worden door de geboorte van den eigendom.
De macht om te scheppen en uit te vinden,
die eenmaal niet valt weg te nemen, is immers
ook een vorm van eigendom. Geen wet kan
tegen dezen natuurlijken aanleg worden uit
gevaardigd, een wet kan de menschen ook niet
tot ijver aansporen. Een wet kan niet verhoe
den, dat de geestelijk-vlugge voordeel behaalt
op den geestelijk-trage. Laat die zedelijk diep
gezonkenen hun leven uitleven, al is het ook
dat ze van de eene gevangenis in de andere
komen dit strekt de wereld tot afschrikwek-
kervl voorbeeld".
Juist op dit oogenblik kwam Elsie tot dc
min-aangename ontdekking, dat ze haar beurs
kwijt was. Die moest dus gerold zijn door
een handigen gauwdief onder de menigte.
Toen ze haar verrassing hierover uitsprak,
antwoordde de meester:
„Kind, als er niet langer eenige eigendom
bestaat, zal het geld verdwijnen, en zullen geen
beurzen meer zijn, zelfs de zakken zijn dan
niet meer noodig. Zat er veel in de beurs
Stel je eens voor, dat j.* nu niets meer te win
nen of te verliezen had. Wat zou dat een ver
licht gevoel gevcnl Ik vrees, dat je rijk bent
kindl Dat heb ik uit tal van kleinigheden al
mèenen op te maken. Vrij wat beter zou het
zijn. als je niets bezat In de toekomst zal er
geen armoede en geen rijkdom meer bestaan.
Niets te bezitten is het algemeene lot en toch,
allerminst gebrek te lijden evenzeer. O, er zal
nog heel groot verschil bestaan tusschen de
menschen
fWordt vervolgd).