DUCRETETIOESIELLEN
L. J. IUYCX Zoor.)
Camisoles
28e Jaargang Ne. 91 AM ERSFOO RTSC H DAGBLAD „DE EEM LANDER"
Zaterdag
15 October <927
TWEEDE BLAD.
KOERSVERANDERING?
Witte tanden"ëSSG
S. Duyker
LANGEiTRAAT <9 Te!. ICO
Woüon Directoire
voor Dames en Hinderen
wit. rose en lüa.
RADIO!?
F. H. LOM A NS
GEMEENTEZAKEN
FEUILLETON.
Wie is Edmund Gray?
Ruim 25 jaar nu, sinds zijn oprichting in
1901, heeft de-Vrijzinnig Democratische
Bond gepleit voor een andere partijgroe-
peering, dan die welke berust op de rtli-
gieuse antithese.
De Vrijzinnig Democraten ontkennen
niet. dat er geruimen tijd geleden, reden
was voor een zich aaneensluiten van de
Kerkelijke partijen. Deze ha-Jden immers
een belangrijk programpunt gemeen, n.l.
den eisch, dat aan het bijzonder onderwijs
door den staat evenveel vooral financieels
zorg, zou worden gewijd als aan het open
baar onderwijs.
Van het oogenblik af, dat deze eisch
was ingewilligd en reeds daarvoor
drongen zich echter tal van andere vraag
stukken op den voorgrond. Deze konden
en kunnen niet behoorlijk worden opge
lost, zoolang de politieke partijen zich niet
groepeert:» ter weerszijde van een lijn die
de democraten van de conservatieven
scheidt.
Voor dc beëindiging van den school
strijd was schier niemand ter rechterzijde
voor dit denkbeeld te vinden.
Nu echter ten aanzien van het onderwijs
vraagstuk vrede tusschen rechts en links
is gesloten, nu neemt van de rechterzijde
het aantal toe, van hen die met ons eenc
nieuwe parlijgroepeering wenschclijk ach
ten.
In de R. K. Staatspartij en ook in de
A. R. partij zitten tal van democraten, die
echter hun democratische belangen niet
zullen zien verwezenlijkt zoolang hunne
partijen weigeren het hunne te doen om
de tot standkoming van de nieuwe nood
zakelijk komende partijgroepeering te hel
pen benaderen. Indien liet daardoor op
den duur tot splitsing van die partijen
mocht komen, dan zullen de lieden, die aan
den eisch der democratie weerstand bieden
liet aan zichzelf te danken hebben.
De bewijzen, dat althans in de R. K.
partij de democraten geen geduld hebben
om langer een afwachtende houding aan
te nemen, zijn voor wie scherp toeziet vele.
De kwalijk weer ongedaan gemaakte af
scheiding van de nieuwe Katholieke partij
fde conservatieven) het St. Michaël ver
schijnsel en de oprichting en in standhou
ding van de R. K. Volkspartij bewijzen
afdoende, dat het niet lang meer mogelijk
zal zijn conservatief en democraat in dc
eene R. K. partij bijeen te houden. De om
standigheid, dat de eenheid in de Katho
lieke raadsfractie te Gouda en te Venlo
reeds verdwenen is, leert hoe althans
plaatselijk groepen bereid, zijn de nieuwe
antithese te aanvaarden.
Nog houdt de leiding van de R. K.
staatspartij de splitsing in hare partij te
gen, de democraten toonen ook hier hun
bereidheid zich te schikken naar de beslui
ten der meerderheid. Zcodrn de R. K par
tij in meerderheid democratisch zal zijn en
zich met de democraten van andere rich
ting zal willen verstaan, zal blijken dat
de conservatieven minder gewilligen vol-
RECLAIJES.
Van T4 regels 4.05. elke regel rrcer f
na een enkele maal
met de heerlyk verïrissciieiido Chldrotlont
Tandpasta gepoetst to hebben krygen <Je
tanden een 6chitterèhdèn, ivonrkleurigen glans,
ook aan de zykanten, by gclyktydig gebruik
van den speciaal voor dit doel geschikten
Chlorodoat Taudeiiborsiel, waarop de baren
in den vorm van de Linden geplaatst, zyn. Rottende
spysresten, welke onvermydelyk tusschen do
tanden achterblyvcn en de hoogst, onaangename
lucht veroorzaken, worden geheel verwyderd.
Probeert U eerst een kleine tube van 35 cent
in verpakking met garantmstrook en meisjeskopje.
(JLJororfout Tandenborstel voor kinderen
45cent, voor dame? (nuddelnai d haar) 75cent, voor
heeren (hard haar) 75 cent in de bekende blauw
groene Cli!<>ro«Sont-dooo. Alom verkrygbaar.
Vie ten vriend wil verkrijgen, moet hem
verdienen.
gelingen zijn en zal dc slichting van een
conservatieve R. K. partij niet meer zijl
te keeren.
V/ic geioovcn, haasten niet. Ons out
gaan al deze verschijnselen niet, uit al
deze feiten uetjn wij de juiste*conclusie te
trekken en zoo staat bij ons vast, dat dc
nieuwe partijgroepeering niet lang meer
kan uitblijven.
V/at wij meer dan 25 jaar voor juist en
wenschclijk hebben gehouden, dat ba-
schouwen we ook nu nog als wenschclijk
en noodzakelijk.
Dit moet echter eens uitdrukkelijk wor
den gezegd, dat er politici zijn. die uit
hetgeen zich in den Amsterdamsclien Ge
meenteraad bij de jongste vvethóudersver-
sic-zing heeft afgespeeld, zeer verregaan
de conclusies trekken voor de landspoli-
tiek.
Enkele bladen hebben n.l. reeds begre
pen, (Sic) dat uit liet voorspel is geweest
van een nieuwë partijgroepeering, maar in
geheel anderen zi:i dan die, welke wij
steeds hebben voorgestaan en nog voor
staan. Zij zien er de komst in van socialis
ten en communisten ee.nerzijds en anti-so
cialisten anderzijds.
Deze conclusie is er een, waarbij de
wensch de vader is van de gedachte. Het is
een conclusie, waartoe alleen conservatie
ven kunnen komen. Zoo toch zou het af
brokkelende, uit zijn aard conservatieve
bloc der Kerkelijke partijen niet alleen
worden versterkt, met den Vrijheidsbond,
maar ook met de Vrijzinnig-democraten en
dit vergroote bloc zou jarenlang over
sen meerderheid beschikken.
Wie even doordenkt, ziet dc onmoge
lijkheid van zulk een partijgroepeering al
spoedig in. De ,.anti socialisten" zouden
niet op grond van positieve gemeenschap
pelijke programpunten een bloc vormen,
maar alleen op grond van hun gemeen
schappelijke wensch, om ons land niet in
sociaal-democratische richting te zien be
stuurd.
Dit negatieve cement is erger. En zon
der dat wij er met partijgenootcn over
hebben gesproken, durven wij wel verkla
ren, dat de Vrijzinnig democraten niet be
reid zullen zijn aan zulk een politiek mede
te werken.
Men begrijpe dit goed. Ook wij willen
niet, dat in land en gemeente die politiek
wordt gevoerd. En onze houding bij de
wethouderskeuze te Amsterdam werd juist
bepaald door onze weigering, om in de
5. D. A. P. iets meer of minder te zien.
dan in een der andere politieke partijen.
De S. D. A P. behoort te begrijpen, dat
de socialistische politiek slechts mogelijk
zal zijn, als ze alleen uit eigen kracht over
ten meerderheid in parlement of raad be
schikt, zoolang dit niet het geval is, kan
zij van haar program niet meer uitvoeren,
dan die punten, die ook andere democraten
wenschen. lil de periode die achter ons
ligt, hebben wellicht de vertegenwoordi
gers der burgerlijke democratie dit af en
toe vergeten, wat hun te vergeven is, nu
het geschiedde in dc jaren na den oorlog.
In de jaren van den oorlog, moest de over
heid zooveel doen, waaraan zij naar
onze meening in gewone tijden zelfs
niet kan denken.
Zoo is er een en ander tot stand geko
men. wat kwalijk in de niet socialistische
lijn past en dit schijn succes heeft de so
ciaal democraten overmoedig gemaaki.
In aai opzicht had de sociaal democra
tie een lesje noodig. Democraten van an
dere richting willen altijd gaarne met haai
samenwerken, waar het geldt democrati
sche verlangens te verwezenlijken, niet
waar het er 0111 te doen is, socialistische
ideeën te doen triomfeeren. Dit had de
S. D. A. P. blijkbaar vergeten en de wet-
houdersverkiezing te Amsterdam heeft
haar dat nu scherp en duidelijk cn door de
omstandigheden gedwongen, op wat harde
wijze aan het w rstand pogen te brengen.
Zoodra dc sociaal democraten zich weer
tevreden willen stellen met de plaats dic-
P.KCLAME3.
Van 1—4 rngcls 4 05, e!«e tagcl meer 1.—
Dipi. f. aatsch.
t.b.d.Tocnkun".*
PIAT'G's en
ORGELS
Havik 29 Tel 773
3
UTR.ST.ïAAT 15 - TEL. 483
Wij vsrfetienwooidigen t!e bekende
met haar macht overeenkomt, kan zij de
plaats weer innemen die haar toekomt. Wij
wenschen dit zelfs.
In dc landspolitiek staat liet evenzoo.
Onveranderd sturen wij aan op dc vor
ming van een democratisch bloc. Voor een
socialistisch bloc zijn wij evenmin te vin
den als voor ecu anti-socialistisch bloc. Al
leen wie met ons een democratisch bloc
wil vormen vindt ons bereid.
Van een koersverandering is bij ons
geen sprake. liet ..Houdt koers" was, is
en blijft ons motto.
Antwoord van B. en W. op da
afdelingsverslagen.
Door een lid is gesproken over het beleid
van het vorig college van Burgemeester en
Wethouders, waarin reeds drie leden van ons
tegenwoordig college ritting hadden en v/elk
beleid zich gekenmerkt zou hebben door twee
opvattingen: le. het beleid van de invallende
gedachte; 2e. het zich te veel stellen op de
plaats der hoofdambtenaren.
Naar aanleiding hiervan zij het ons ver
gund U op te merken, dat het College reeds
sinds meerdere jaren steeds het beleid heeft
gericht op verbetering der gemeente-financiën
met daaruit voortvloeiende bevordering van
den bloei en de opkomst der Gemeente. Tegen
over den bedoelden spreker, die nu wel het
door ons ontwikkelde program van werken
slechts een dorre opsomming van uit te voe
ren werken wenscht te noemen, meenen wij
toch als gevolg van het gevoerde beleid te mo
gen noemen de mogelijkheid, om in verband
met den star.d der financiën, thans een plan
voor de naaste toekomst te ontwikkelen. Hier
uit blijkt wel, dat het gevoerde beleid niet is
geweest een beleid van de invallende 'gedach
te, doch integendeel een beleid, hetwelk met
volharding steeds is gericht op verbetering van
den financieelen toestand. Dat zoo nu en dan
voorstellen moeten worden gedaan, welke niet
oorzien zijn, is niet tc verwonderen, wanneer
wij het oog houden op de voortschrijdende ont
wikkeling van het maatschappelijk leven.
Voor de tweede opvatting: het zich te veel
stellen op de plaats der hoofdambtenaren heeft
preker speciaal gewezen op Openbare Wer
ken en Grondbedrijf. Indien wij daaruit moe
ten opmaken, dat voor alle handelingen betref
fende het Grondbedrijf niet in de eerste plaats
de medewerking der directie van Openbare
Werken wordt geviaagd, dan is daarvoor te
vijzen op het eigenaardige karakter en de ont
wikkeling van het Grondbedrijf, hetwelk nood
zakelijkerwijs nipt alleen van technischen aard
is en waai bij dikwijls het algemeen financieel
beleid in aanmerking moet worden genomen.
Daardoor moeten in het college ten opzichte
ven dit be k ijf meermalen piincijicele beslis
singen genomen worden.
De opmerking van een lid der tweede afdee-
ling, dat uit volgno. 206 blijkt, dat nog jaar
lijks een bijdrage van den gewonen aan den
kapiiaaldienst moet worden afgedragen voor
werken, die in drie of vijf jaren worden ge
dekt en dat door dergelijke verschuiving dc
kegrooting wordt geflatteerd, doet ons vermoe
den, dat bij -genoemd lid een misverstand
keerscht. Immers deze bijdrage flatteert deze
bcgrooting allerminst, doch drukt haar.
Nu kan de gedachte post vatten, dat het niet
gewenscht is, om dc in een bepaald jaar ge
dane uitgaven over meerdere jaren te verdoe
len, doch ir.dicn die mogelijkheid niet bestond,
zouden verschillende greotere werken nimmer
aoor uitvoering vatbaar zijn. Het kan toch
kwalijk ontkend worden, dat de lasten voor
een bepaald jaar te zwaar moeten worden, in
dien in dat jaar ten volle uit den gewonen
dienst zou moeten vorden betaald hetgeen
noodig is voor uitvoering van werken, die van
belang zijn voor de eerstvolgende 10, 20 of 40
jaren.
Tegenover de opmerking Aan een uwer leden,
dat niet in de eerste plaats moet gezien worden
naar de belasting, maar naar hetgeen noodza
kelijk moet gebeuren, staat de meening van
een ander lid, dat we met de belasting naar
de laagte moeten gaan. Beide sprekers achten
het dan wenjschelyk na te gaan, hoe dc bestaan
de uitgaven beperkt kunnen worden, terwijl het
laatstbedoeld lid bet niet onmogelijk acht in
deze bcgrooting belangrijke posten aan te wij
zen, welke verminderd kunnen worden, zooals
politie, openbare werken, onderwijs.
Onzerzijds zij hieromtrent opgemerkt, dat
wij voortdurend nagaan of de opgenomen uit
gaven werkelijk noodig ziin. Allerminst worden
door ons alle posten, welke door de betrokken
diensten worden aangevraagd, overgenomen.
Integendeel worden meermalen wenschclijk ge
achte uitgaven niet toegestaan. Evenwel kan
dit niet steeds zoo voortgaan, daar de voor
uitgang der gemeente toch ook eischcn stelt,
waaraan niet te ontkomen valt. Zoo gaat het
met de uitgaven voor politie, openbare wer
ken. onderwijs, waarop o. i. geen vermindering
op deze begrooting mogelijk is.
Het, door een der leden van de le afdeeling
ontwikkelde financieele plan, n.l.: le om de
opcenten personeele belasting zoodanig te ver-
hoogen, dat die hetzelfde bedrag als vroeger
opbrengen; 2e. om 30.000 extfa uit de winst
electriciteitsbedrijf ten bate van den gewo
nen dienst te brengen; 3e. om de aftrek voor
noodzakelijk levensonderhoud voor ongehuw-
den tc veringen, cn 4e. om door deze maatre
gelen de factor der inkomstenbelasting te ver
lagen, kan ons niet bekoren. Feitelijke belas
tingverlaging is in dit voorstel niet opgeslo
ten, wel belastir.gverschuiving, maar boven
dien achten wij het niet wenschelijk, om ten
behoeve van een verlaging der inkomstenbe
lasting tot verhooging der uitkeering uit do
bedrijven over te gaan. Een algemecne herzie
ning der verordening op de inkomstenbelasting
willen wy echter wel in overweging nemen.
De vraag wat bespaard kan worden op den
reinigingsdienst, als het rioleeringsplan wordt
uitgevoerd, is onder oogen gezien; onder cijfers
tc brengen is zeer gewaagd. Dc besparing is
gelegen in opheffing van het tonnenstelsel.
Deze opheffing gaat echter zeer geleidelijk. Bij
een telling in 1926 waren in 1971 huizen ton
nen geplaatst, waarvan 1246 huizen gelegen
zijn aan straten, waar reeds rioleering aanwe
zig is en 725 in straten, waar geen rioleering
is. De kosten van het maken van een closet en
èeptictank houden de eigenaren van huizen er
van terug om tot aansluiting aan het riool
over te gaan.
Of liet mogelijk is met het bestaand perso
neel bij O. W. het aangegeven werkplan uit tc
voeren, is geheel afhankelijk van de snelheid
en de volgorde, waarmede dit plan zal worden
uitgevoerd. Moeten al deze werken in een kort
tijdsverloop voorbereid worden, dan is uitbrei
ding van tijdelijk personeel beslist noodzake
lijk. Gaat het geleidelijk, dan is te zien, welke
krachten er noodig zijn en of deze al of niet
reeds ter beschikking staan. Ook is het moge
lijk, dat andere werkkrachten in dienst moe
ten komen; dit hangt geheel af van den aard
van het werk.
Wat betreft de vraag aangaande de kosten
van onderhoud van krotwoningen kan worden
medegedeeld, dat er woningen bij zijn die de
kosten waard zijn, doch ook die het niet zyn.
Zoolang deze laatste bewoond zyn en blijven,
zal het onderhoud echter niet achterwege kun
nen blyven. Toch wordt dit tot het uiterste be
perkt, vooral bij die woningen, die binnen kor
ten tyd dienen gearnoveerd te worden.
Het in het vorig jaar op volgno. 6 van den
Kapitaaldienst Bouw- en Woningtoezicht en
Woningbedrijf geraamde tyedrag ad 138.015.-
bestaat uit:
Bouw 4S woningen 120.000.(Gaslaan).
Bouw 6 woningen 16.500.(Achter de
Kamp).
Verhooging van het crediet voor aankoop
van krotwoningen 50.000.
Aankoop perceel Molenstraat 18 1.515.—.
Het ligt o.i. niet op den weg van ons college
om een voorstel te doen terzake van dc presen
tiegelden voor de raadsleden. De beslissing om
over deze aangelegenheid een verzoek aan Ge
deputeerde Staten te richten worde overgelaten
aan den Raad.
Wij zijn bereid met den stenograaf te over
leggen in hoeverre het tegenwoordig analytisch
verslag meer verkort kan worden.
Taak voor de agenten, belast met dc bedie
ning van motor met zijspan zal zyn aan het
verkeer de zoo hoognoodige leiding te geven
(zorg voor de handhaving der verkeersrege
len. maximumsnelheid enz.)bovendien sur
veillance in de zich steeds uitbreidende buiten
wijken.
Het voorstel tot aanschaffing zou niet zijn
gedaan, als het niet noodzakelijk was.
Het aangevraagde crcdiet is niet tc hoog, in
aanmerking genomen, dat onder dezen post
vallen alle borden, welke dienen voor waar
schuwingen, wat het verkeer betreft; dus ook
de borden voor aanduiding van wandelpad, rij
wielpad ruiterpad maximum snelheid
rechts houden enz. enz.
Verhooging van dezen post ten behoeve van
„nazorg' 'achten wy overbodig in verband met
het ook ten vorigen jare aangehaald raadsbe
sluit van i Juni 1926, waarbij «en ontkennend
antwoord is gegeven op de vraag of eene be
handeling in kolonies en sanatoria in dit sta
dium van dc ziekte nog wenschelijk kan zijn
speciaal ook voor de ingezetenen van onze ge
meente.
Dat er weinig zorg aan de voetpaden op den
Berg wordt besteed, is het gevolg van de wen
sch elyklieid om het toegestane crediet voorna
melijk te gebruiken voor de bestrating der bin
nenstad.
De bestrating van Kreupelstraat, Oliesteeg
enz. is een veldkeibestrating die al wel eerder
zou verbeterd zijn geworden, wanneer het cre
diet, toegestaan voor de bestratingen, hooger
ware geweest. Reeds meermalen is erover ge
sproken, doch met 't oog op de financiën moest
deze verbetering achterwege blijven.
Uitstel der verbreeding van den Arnhem-
schenweg is met 't oog op het verkeer niet ge-
wenscht.
Wat betreft de kuilen en gaten in de stra
ten, kan worden medegedeeld, dat dezp in
hoofdzaak ontstaan door vergravingen voor
gas-, water-, electriciteit-, telefoon- en riool
aansluiting. Zy worden zooveel mogelyk ge
regeld opgehaald, wat door de in vasten dienst
zijnde werklieden geschiedt, omdat in het sei
zoen hiervoor zeer moeilyk losse werklieden te
krygen zyn.
De toestand van de sloot bij den Woestyger-
weg zal verbeterd worden, als het riool in den
Leusderweg-Arnhemscheweg is doorgetrokken.
Medewerking van dc Spoorweg-Mij zal ook dan
noodig zijn.
Aangezien ook wy van oordeel zyn, dat het
salaris van den klokkenist te gering is, zullen
wij een voorstel tot verhooging bij de Com
missie van georganiseerd overleg ter overwe
ging brengen.
Plannen ter voorbereiding van een woning
stichting zijn bij ons college niet in overwe
ging.
Het denkbeeld om den onderwijzers meer ge
legenheid te geven om over onderwijszaken meo
te spreken, in dien zin, dat de vakbonden in
alle zaken, op het onderwys betrekking heb
bende, worden gekend en dat van hen schrif
telijk advies wordt gevraagd, achten wy voor
verwezenlijking niet vatbaar. O.i. kunnen de
onderwijzers naar de bestaande voorschriften
f>p voldoende wyze hunne inzichten ter kennis
van de autoriteiten brengen.
Geautoriseerde vertalin gnaai het Engelsch van
WALTER BESAN'T.
dooi Mcj E. HOOGEWERF.
6b
„O, dat komt zoo dikwijls voor, mr. Check-
ley, dat een rijke man zijn geld verliest, zei
de geldschieter. „Maar, wie weet ook, hoe ach
terstallig hij was met het betalen van zijn reke
ningen en zoo voort. Nog vrij wat erger is het,
als je met goed vertrouwen een man geholpen
hebt en het eind is, dat je niets terug krijgt
voor al je zorgen en je moeiten, dat je je een
voudig troosten moet met dc uitspraak waar
niet is, verliest de keizer zijn recht I"
Twee uur lang* bleef Chcckley nog stil daar
zoo zitten, terwijl hij klaarblijkelijk niet luister
de naar hetgeen er gezegd werd. Toen wendde
hij zich tot mr. Lunghotne:
„II heeft mr. Edmund Gray al lang gekend,
is het niet
„Negen jaar, tien jaar, sinds hij in the Inn
kwam I"
„Altijd dezelfde zeker vroeg Checkley
weer. „Niet eens een ander, een jongere, of
twee jongelui, waarvan dc een een verwaande
kwast
„Nooit meer dan één tegelijk," antwoordde
de advocaat met kalme beslistheid. „Hij kon
er twee zijn, ineengesmolten, maar voor het
uiterlijk altijd dezelfde, om te zien, en om mee
te praten."
„Ja, jo. Er is dus geen hoop meer. Hij is ten
eenenmalc verloren
Chcckley stond op en ging Het gezelschupje
keek hem na en schudde het hoofd. Toen scho
ven ze de stoelen wat dichter naar elkaar toe,
zoodat de leegte, door zijn vertrek gemaakt,
weer aangevuld was.
HOOFDSTUK XXX.
De dag na de geestverschijning.
Toen mr. Dcring den volgenden ochtend op
zijn kantoor kwam, merkte hij, dat hr-t alles op
tafel nog niet voor hem klaar gelegd was, als
gewoonlijk. De brieven van den vorigen dag
lagen nog op zijn vloeiblad; de pennen waren
in wanorde, de papieren lagen verstrooid, ner
gens was stof afgenomen. Gedurende heel zijn
loopbaan van vijf-en-vijftig jaren was dit nog
niet voorgekomen. Ongeduldig tikte hij op zijn
bel.
„Hoe komt het vroeg hij, terwijl hij zijn
jas ophing, „dat mijn tafel nog niet in orde
is
Hij keerde zich nu om en zeg zijn kleik in
de opendeur staan.
„Goede hemel, Checkley, wat scheelt er
aan
Want de oude gedienstige stond met gebo
gen hoofd en rug en met een innig-droeven trek
op het gelaat. Zijn handen hingen slap langs
het lijf, maar hij bleef steeds zoo staan, kwam
niet met een antwoord te voorschijn.
Hij had nu leeren begrijpen. Sinds de ver
schijning in South Square, had hij tijd gehad,
om na te denken. Hij begreep nu het geval
van het begin tot het eind: Er was één, slechts
één hand aan het werk geweest. Nu begreep hij
ook die buien van verstrooidheid en van
vreemde vergeetachtigheid, die zijn chef dagen
en uren door elkaar deed halen en hem zich
met verwondering deed afvragen, waar hij toch
den vorigén avond of middag geweest was.
En nog iemand anders wist het: dat jong
meisje. Zij had het haar aanstaande verteld, en
haar broerDaarom lachte de nieuwe deel
genoot hem uit en bespotte hij hem Cp zijn be
schuldiging had de jonge Arundel het land
moeten verlaten. Hij had ook verklaard, dat hij
hem de gestolen banknoten in de brandkast had
zien leggen. Hij had den jongen Austin be
schuldigd, cn sir Samuel achterdocht doen op
vatten. Nu zou de waarheid uitkomen en zou
den ze allen hem aanvallen, cn het zou zijn
chef moeten verteld worden. Wie zou dat
doen V En hoe zouden ze het doen Toch
moest het gebeuren. En wat zou cr dan worden
van den naijverigen bediende En als de oude
heer Dering dit nu van zichzelven wist, hoe zou
hij dan op zijn kantoor blijven werken Neen,
dan was alles zeker uit Hij zelf Checkley
zou weggestuurd worden cn de chef zou
naar huis gaan cn daar blijven, met een assis
tent. Hoe zou hij het uithouden zonder werk?
Wat zou hij den heelcn dag uitvoeren? Met
wien zou hij praten Alles was nu of-
geloopen I Alles
Daar stond hij dan nu als verplet, nederig en
kleinmoedig afwachtend een berisping.
„Ben je ziek, Checkley?" vroeg mr. Dering.
,Door zie je net naar uit Wat scheelt er dan
aan?"
„Neen, ik ben niet ziek", antwoordde hij, met
holle stem en met droevig hoofd-schudden. „Of
ja, misschien ben ik ook wel ziek. Ik wilde van
ochtend uw tafel voor u in orde maken, maat
ik kon het niet, waarlijk, ik kon het niet ge
daan krijgen. Ik had een gevoel, of ik nooit
meer iets voor u zou kunnen doen. Na zestig
jaren diensttijd valt dit hard, bitter hard!"
Hij trad nu op dc tafel toe en begon werk
tuiglijk de papieren te schikken.
„Niemand dan ik heeft aan uw tafel geraakt,
al zestig jaren langl En nu is het verschrikkelijk
hard voor mij om tc denken, dat een andere
hand dit voor u doen zal, cn het net zoo goed
zal doen naar u meent. Dat krijgen wij voor
onze trouwe diensten!"
Hij legde nu de papieren allemaal verkeerd,
omdut zijn oude oogen dof waren van onge
wone vochtigheid.
„Ik begrijp je vanochtend niet, Chcckley. Heb
je ook onaangenaamheden gehad met mr.
Austin of met één van de anderen?"
„Neen, neen. Maar alleen, ik ging liever uit
mijzelven, ziet u, dan dat ik cr uitgezet werd!
Dat is alles!"
„Wie zou je dan er uitzetten? Wat bedoel
je Chcckley? Wat er wereld bedoel je daar
toch mee? Ben ik don niet de chef hier? Wie
zou je nu er uit kunnen zetten?"
,U, sir! U kunt het en u zu.lt het dan ook
dóen, en ik zou liever uit mijzelven gaan, als
u het mij niet kwalijk neemt. Ik ben wel een
heel gering man, maar den hemel zij dank, heb
ik toch neg wel genoeg om van te leven."
„Ik zal je eens wat vertellen, Checkley. Je
deed beter, nu naar huis te gaan en wat te rus
ten. Je bent overstuur. En op onzen leeftijd
kunnen we dat. niet meer hebben. Ga naar huis
en houd je gemak. Oude vrienden scheiden
niet zoo licht als je wel denktl"
Mr. Dering sprak zacht en vriendelijk. Men
moet immers wat geduld hebben met zoo'n
ouden gedienstige.
Checkley huilde en snikte als ccn kind van
„U begrijpt het niet. O neen, u begrijpt het
niet! Het komt, door wat ik gisteravond zag.**
„Wonderlijk! Wat zag jo dan? Een geestver*
schijning?"
„Erger dan een geestverschijning. Wie geeft
nu om ccn geestverschijning? Geesten kunnen
een mensch niet van zijn plaats dringen en
maken, dat hij uitgelachen wordt. Het was
een man dien ik zag, niet een geestverschij
ning!"
Mr. Dering nam een stoel en scheurde vast
een enveloppe open:
„Als je nu verstandige taal praten kunt, dan
zal ik luisteren. Intusschcn geloof ik, dat je
waarlijk beter deed, met naar huis te gaan en
een paar uren te rusten. Je zenuwen zijn ge
schokt, je weet haast niet, wat je zegt."
„Het was in Gray's Inn gisteravond
Bij toevalOm acht uur." Hij sprak met
horten en stooten, zijn chef nieuwsgierig gade
slaand. „Bij toeval. Niet door spionneeren. Op
weg naar mijn club, naar de Salutation. Gaande
door South Square. Niet denkende aan iets.
Om mij heenkijkend, achteloos."
„In South Square, Gray's Inn. Dat is de
plaats, waar die Edmund Gray woont, de man,
dien wij niet kunnen vinden."
,0, Heere, Heere!" riep de oude klerk. „Is
het mogelijk!Daar keek ik op naar de ven
sters van nummero 22, de kamer van Ecrmund
Gray, zooals u weet."
,Jo, dat gelooF ik wel." Het gelaat van uur*
Dering gaf geen blijk van ccnigerlei ontroering.
Ga voort."
(Wordt vervolgd).