g6e laarga"!'N°97 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander"
HANDSCHOENEN
DUCRETET T0ES1ELLEN
tweede blad.
Onwelriekende adem
L. J. LUYCX Zn.
F. H. LOM A NS
S. Duyker
RADIO!!
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Wie is Edmund Gray?
Zaterdag
22 October 1927
STEENKOOL
(Nadruk verboden),
In een zijner opstellen heeft Jan Ligthart
een troostrijke vergelijking gemaakt Met
het oog op de vele schijnbaar doode levens
van menschen spreekt hij over de steen
kool, welke is overgebleven van hetgeen
eenmaal een weelderige plantengroei is
geweest.
In die verharde rest diep in de donkere
aarde is de zonnekracht, welke voorheen
in de plant heeft gegloeid, gebleven door
alle eeuwen van stilstand en duisternis
heen. Daalt nu de mijnwerker af tot dit
versteende bestaan, dan roept hij de sla
pende krachten wakker en een nieuwe
wereld ontstaat uit de schijnbaar vergane
oude. Een wonderwereld; stoom en elec-
triciteit schitteren boven de verslijfde en
donkere koollagen in de diepte der aarde.
Nieuw leven? Neen, oud' leven treedt ver
jongd en verjongend opf
Inderdaad, de vergelijking is juist. Ik ge
loof niet aan doode mensahen, evenmin als
ik aan spoken geloof. En toch kan de aan
blik van mijn omgeving mij als een spoken-
wereld beklemmen. Duf en suf, grauw en
schimachtig waart het menschenleven voor
bij; menigmaal voel ik mezelf een geestloos
geraamte, dat wezenloos voortglijdt naar
het wachtende graf.
Eenmaal is het bij ons anders geweest,
kameraden! Als ik een jong menschen
leven verwelkom, grijpt weemoed mij aan,
wijl ook dit nieuw ontluikend bestaan
wederom den weg zal hebben te volgen van
alle vleesch. Nu: de prille beloften der
lente; morgen reeds ritselen de dorrende
blèren door de triestige najaarsmist.
Eenmaal 'hebben ook wij op een voor-
jaarsgaarde geleken. Rijk en veelkleurig
bloeiden onze verwachtingen; als de lianen
van 't oerwoud strengelden de grilligste en
•stoutste illusies haar grijparmen tot een
guirlande dooreen. Kwistige overvloed van
groen; fe'lroode sterk riekende rozen; uit
bundig vogelengezang, zóó was de inzet
van ons menschen-bestaan. We geloofden
alles, hoopten alles, hadden alles lief-
Welk e«n levenskracht deed de voorjaars
zon in ons groeien! Het tintelde in ons
bloed; 'het hamerde in onze slapen; onze
ai men rekten zich naar daden en onze voe
ten trappelden van ongeduld, om den loop
baan te beginnen, die onze duizelingwek
kende idealen bevredigen zou. Daden van
goedheid en schoonheid gingen we ver
richten; wonderen beleven in onontdekte
werelden ver achter den horizont. Als pio
niers en hervormers beseften we, geroepen
te zijn tot een taak, welke nog niemand
vóór ons vermoed had. Wij zouden het ge
luk gaaf en intact houden, dat vorige ge
slachten hadden verknoeid en beduimeld;
wij de vreugde smaken, waarvoor hun de
moed had ontbroken.
Dit was het werk van de voorjaarszon.
Dit de bezieling, de beluchting van jeugd.
Maar de zomer stelde cns allen te leur;
RECLAMES.
Van T4 regels 4.05, elke regel meer 1.—
is weerzinwekkend. Tanden met leelvke kleur
ontsieren het gelaat. Deze schoonheidsgebreken
worden spoedig verholpen door bet poetsen met
de beerlyk verlrisscbende C'hli»r«Mi«»nt Tiui<l-
payla. belanden Itrygen een schitterenden, ivoor-
kleurigen glans.ooka'andezykanten.by gclyktydig
gebruik van den speciaal voor dit doel geschiktcn
ChlorodontTandenborstel, waarop de haren
in den vorm van de tanden geplaatst zyn. Rottende
spysresten, welke onvermydelyk tusscben do
tanden acbterblyven en de hoogst onaangename
lucht veroorzaken, worden geheel verwyderd.
Probeert U eerst een kleine tube van ö5 cent
in verpakking met garaniiestrook en meisjeskopje.
Chlorodont Tnudenhorstel voor kinderen
<15cent, voor dames (middelbard haar) 75cent, voor
heeren (hard haar) 75 cent, in de bekende blauw
groene Chlorodont-doos. Alom verkrygbaar.
wat 'blijft er over van eens menschen
illusie, zoodra ervaring hem aanraakt? Wij
trokken onze voelsprieten in, die zoo vaak
pijnlijk waren beschadigd; wij verhardden
ons weeke hart, waarop zoo vaak was ge
trapt; wij ontvloden de wereld, welke ons
zoo vaak had ontgoocheld.
In onszelven besloten, deden wij stug on
zen dagelijkschen plioht, vervulden wij cor
rect onze maatschappelijke taak. Maar
angstig hoedden wij ons voor elke ver
wachting, voor elke uitbundigheid.
Is dit niet het beeld van de menschen-
gemeenschap, zoodra zij de argeloosheid
der jeugd is ontgroeid? Wat leeft er nog,
dat inderdaad leven mag heeten, in de ont
goochelden, de geblaseerden, de arrivés
die wij zijn? Het is de dood, welke rond
waart, wachtend op de begrafenis.
Met een steenkoolveld is deze men-
schengemeenschap te vergelijken. In het
hart van den enkeling, maar ook in het
groote hart van de maatschappij, rest
slechts het allengs versteende bezinksel van
ontluisterde overblijfselen. Als we soms in
ons binnenste die onbeweeglijke hardheid
ontwaren, beseffen we het: dat het de
samengepakte klomp is van al de teleur
stellingen en ontgoochelingen, welke wij
dag na dag in ons eindeloos lijkend be
slaan hebban verduwd. Doode hoop, ver
gane liefdes, tot ontbinding gebracht ge
loof.
Daar liggen in 't diepe duister de duizen
den lagen onzer verschrompelde 'bloemen,
onzer verdorde blèren, welke tezamen eens
dat kwistig en uitbundig stuk lenteschoon
heid vormden, bedwelmend van kleur en
geur. Daar ligt ons woud van hoogopstre-
vende gedachten en dooreengestrengeld ge
voel; eens de oogen verblindend met tinte
lende zon; thans opgeborgen en bijgezet,
diep in dien dompigen kelder van zwart.
Steenkool, de mensch, de menigte. Dood,
donker, hard. Maar als de mijnwerkers ko
men, en ze bikken de donkere laag los en
brengen ze boven dan blijkt het oude
materiaal nog vol ongerept zonnevuur. Dan
is die samengepakte massa in staat te ont
vlammen en daarbij licht, warmte en kracht
te verwekken, welke de kracht en de
schoonheid der lente te boven gaat.
Want we! mooi zij-n die prille bloemen en
blèren in voorjaarstooi, maar hun teere
pracht is vergankelijk en improductief. Tot
sleenkool bezonken Hebben ze eigen ver
gankelijke schoonheid geofferd aan het on
vergankelijke leven der energie. Want de
kracht, die hen eenmaal tot leven wekte
en tot schoonheid ontplooien deed, blijft
bestaan, accumuleert zich in 't donker en
wacht de gelegenheid om onstuimiger nog
dan voorheen zich te uiten. Al die doode,
gedesillusioneerde menschen rondom ons,
onze eigen duffe en suffe ziel, ze zijn
eenszins dood. Ze zijn accumulatoren, ge
reed tot gebruik. Ze zitten geladen, opeen
gehoopt met hetgeen zich aan hooge ge
dachten en sterke gevoelens allengs in hun
binnenste samenpakte.
Laat ons ds waarde van ons inwendig
wezen niet onderschatten. Er behoeft
slechts een vonk in te slaan, en de steen
kool ontbrandt. Dynamo's en motoren zet
zij in werking, welke wonderen gaan ver
richten, waarbij de wonderen der lente in
t niet vallen. Zoodra in de spannende
oogenblikken cler levensgeschiedenis de
mensch of de massa bezield raakt, trilt en
siddert het doodgewaande van leven. Dan
kan de macht, welke plotseling te voor
schijn breekt, ons ontzetten. De gedachte
beangstigt ons aan hetgeen bij ontploffing
uit de verborgen kracht van die schijnbaar
ontnuchterde, suffe en duffe menigte wor
den kan.
Grauw en doodsch lijkt ons leven, totdat
de mijnwerker komt. Het wachten is op den
held, de geliefde, den profeet, die de stugge
steenkool naar boven zal brengen uit de
donkere schachten onzer eindeloos rijke
ziel.
H. G. CANNEGIETER.
I RECLAMES.
Von I4 regels 4.05, elke regel meer 1.—
Dipl. Maatsch.
t.b.d. Toonkunst
PIANO's en
ORGELS
Havik 29 Tel. 773
Langestraat 49 - Tel. 190
Enorme keuze Tricot en ge-
breit?. Gevoerd en fantasie.
Nappa gevoerd en met bon
UTR.STtiAAT 15 - TEL. 483
Wij vertegenwooidigen de bekende
UIT DE STAATSCOURANT
Op verzoek eervol ontslagen mr. F. G.
Seheltema als hooglteraar aan de universiteit
te Leiden;
tijdelijk benoemd tot lecraar aan de R.H.B.S
te Tiel J. Oosterlee te Tiel; idem tot leerares
aan de R.H.B.S. te Ziciikzee mej. J. J Geluk
te Tholen.
Herbenoemd tot burgemeester van
Beugen en Rijkevoort Th. A Verdijk, secre
taris
Herpen H. W. C. V. van dei Sijp, secreta
ris
Nunen, Gerwen en Nederwetten Jhr. Mr.
J. Th. M. Smits van Oyen
Tilburg: Mr. Dr. F. L. G. Z. M. Vonk dc
Both
Valkenburg (Z.H.) P. Lotsy
Zaandijk D. J. J. Hellema
Abbekcrk K. Zijp Jr., secretaris
Bolsward S. J. Praomsmo
Vriezeveen J. C. Bouwmeester
Wierden J. C. van den Berg Jr.
Bramsbergen C. J. van Riemsdijk, secreta»
ris
Steen wijk Mr. A. H. Goeman Borgesius
Midwolda P. Dijkhuis
Wildervan D. P. Teenstra
Venlo Mr. B. M. Berger.
HET LOO.
Benoeming rekenplichtig secretaris
der intendance.
Met ingang van 1 November heeft H. M de
Koningin benoemd tot rekenplichtig secretaris
der intendance van het koninklijk palcis en do
mein Het Loo don heer M. J. Schi'peroort, ont
vanger der koninklijke houtvesterijen.
DE MOEILIJKHEDEN BIJ DE VACCINATIE.
Een wetsontwerp cn ccn commissie.
Een wetsontwerp betreffende de vaccinati'*-
bppnlingen heeft het Departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid heden verlaten.
De voorzitter van den Gezondheidsraad heeft
op verzoek van der. Minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid een commissie ingesteld, voor
de wetenschappelijke bestudevnng van dc
moeilijkheden, die zich in verband met de
vaccinatie voordoen. Deze commissie zal he
den haar werkzaamheden aanvangen.
OVERVAL VAN EEN
POSTBEAMBTE
DE DADER MET F 700 ER VAN
DOOR
Toen gistermorgen de postbeambte Schou
ten zich in het postkantoor te Noordwijk aan
Zee bevond werd hij onverhoeds aangevallen
door een tot nu toe onbekend gebleven per
soon, die hem een slag op het hoofd toebracht
tengevolge waarvan hij bewusteloos in elkaar
zakte. De dader slaagde erin met de kas,
waarin zich een bedrag van 700.bevond
te ontsnappen. De politic stelt een onderzoek
in. Verdere bijzonderheden ontbreken.
De politic te Leiden heeft, zoodra zij kennis
van het voorgevallene kreeg, alle toegungswe-
gen tot de stad afgesloten.
Omtrent dezen overval wordt ons nader ge
meld, dot dc postbeambte Schouten juist bezig
was met het tellen van geld, toen de aanran
der binnenkwam. Deze slopg S.. die voor cet\
lessenaar stond, op het hoofd, waardoor de
postbeambte bewusteloos ineenzakte. Toen S
weer was bijgekomen, wist hij echter niet t<*
zeggen, of de slag met een hard voorweri*
was toegebracht.
Volgens hem droeg de aanrander een brui
ncn slappen hoed en een bruine jas. Hij had
een gladgeschoren gezicht cn was ongevec
dertig jaar oud. Hij had een lengte van onge
veer 1.75 M.
In het geheel heeft dc indringer zich van
790, alles klein bankpapier, meester ge
maakt.
Dc politie in de buitengemeenten werd da
delijk van alles op dc hoogte gesteld cn ook
de politie ïc Leiden, welke de toegangen tot
de stad met rechercheurs bezette, echter zon
der resultaat.
S. kon in den loten namiddag zijn werkzaam
heden weer hervatten.
VERPLICHTING VAN GEBOORTE
AANGIFTE DOOR EEN ARTS.
Een dokter in overtreding'.
Donderdag heeft voor de Huagschc Rechtbank
terecht gestaan de arts Jhr. C. G. L. von W
uit Leiden, terzake van het niet voldoen aan
een wettelijke verplichting tot aangifte aan der.
ambtenaar van den burgerlijken stand van dc-
geboorte van een kind. De Leidsclie Kanton
rechter heeft hem deswege veroordeeld tot ce».
boete van 0 50.
Verdachte is op 25 Mei j.l. als vroedmecstei
tegenwoordig geweest bij de bevalling van een
vrouw in het Dioconessenhuis te Leiden. De
vader van het kind vertoefde ten tijde van dc
geboorte in het buitenland Verdachte erken'
de, dat hij geen aangifte van de geboorte van
het kind heeft gedaan. Hij was echter van
meening, dat in een geval als dit de verolich-
ting daartoe rust op de(n)genc, in wiens(r)
huis de bevalling plaats heeft.
Het O.M., waargenomen door mr. Rijkens,
achtte het vonnis a quo juist gewezen. De op
gelegde straf noemde hij echter tc gering.
Eisch 10.— boete.
NED. PROTESTANTENBOND.
De voorganger der afdeeling Bussum van
den Ned. Protestantenbond, ds. A. R. de Jong,
heeft ter behandeling op de eerstvolgende af-
deelingsvergadering een voorstel ingediend on
een tweeden voorganger, cn wel ven rechts-
vrijzinnige richting, te benoemen. Hij heeft
verklaard, slechts de hc-llt van zijn honorarium
te willen ontvangen cn meent daardoor cle aan*
stelling van ccn tweeden voorganger te be
vorderen.
Hr-t bestuur ontraadt den leden het nemei.
ven een zoo ingrijpende beslissing zonder
voldoende- voorbereiaing en adviseert, na over
leg met ds. De Jong en met diens volle in
stemming, tot het instellen van een ruim on
derzoek door middel van een vragenlijst naar
de wenschen van de loden betreffende predi
king en godsdienstonderwijs, hot behouder
van verschillende sprekers op 26 beurten o!
een klein getal sprekers, die ieder acht- h
'.ienmaal 'sjaars in een Zondagsdienst voor
gaan. Uiterlijk Mei 1928 zal het bestgur, reke
ning houdend met de ingekomen antwoorden,
voorstellen dienen te doen.
Als tweede catecheet der afdeeling is in func
tie getreden ds. J. H. Smit Sibirga.
ERNSTIG MOTORONGEVAL
EEN BEKEND INGEZETENE VAN
LEIDEN VERONGELUKT
Gistermorgen omstreeks half negen had op
den Lcidscheweg onder Voorschoten een zeer
ernstig motor-ongeluk plaats gehad, waarbij de
heer M. Koorts, architect te Leiden om het
leven is gekomen. De expediteur J. J. kwam
met ccn vrachtauto achteruit het terrein van
den heer D. afrijden, toqn uit de richting Leiden
dc heer Kocrts per motorrijwiel wilde passec-
rcn. Vermoedelijk heeft hij de auto n;et zien
uaniomen cn zijn vaart niet tijdig genoeg kun
nen inhouden, zoodut hij tegen dc auto opbotsü-
en over den kop in do sloot langs den weg te
recht kwam. Dr. Van der Stoel uit Voorscho
ten verleende de eerste hulp aan het slacht
offer, dot behalve een ernstig beenfractuur ook
een zware hersenschudding bekomen had. Per
ziekenauto werd dc heer Kocrts naar hot Aca
demisch ziekenhuis tc Leiden overgebracht,
waar hij korten tijd na aankomst is overleden.
De heer Kocrts was ccn zeer bekend Lcidcnoar.
O.a. was hij jarenlang bestuurslid van de 3
October-verecniging. Ook in sportkringen,
speciaal zeilerskringen, was de heer Koorts een
zeer geziene, figvui
DOOD DOOR SCHULD
Een wugenbestuurder der N.
Z.H.T.M. voor dc rcchtbonk.
Voorde Hnnrlemsche Rechtbank had zich
Donderdagmiddag te verantwoorden de. 27-
jarige wagenbestuurder J. van K., geboren te
Haarlem, aan wiens schi/.d volgens de dag
vaarding de dood te wijten is van Govert
Goosscns. Op 21 Juli 1927 deed de verdachte
dienst als wagenbestuurder op. een tramtrein
van de N Z H T.M. Hij reed te Heemstede in
do richting van het eindpunt Grocnendaal. Ter
hoogte van het Raadhuis gekomen, op het
zoogenaamde schuine pad, naderde van de te
genovergestelde richting genoemde Goossens
op een driewielig transportrijwicl, die wegens
de situatie aldaar noch naar links, noch naar
rechts kon uitwijken. Hoewel verdachte een
vrij uitzicht van circa 40 ii 50 M. had, heelt
hij hoogst loekeloos cn onvoorzichtig, althans
niet tijdig, geremd, tengevolge waarvan hij
Goossens heeft aan on omver gereden. Deze
is tusschen de tramwagens gevallen cn werd
aan den schedc-l en aan de linkerzijde getrof
fen; er ontstonden uitgebreide hersenverwon-
dingen, zoodat het slachtoffer kort na dc aan
rijding ovei leden is
Na ccn langdurig getuigenverhoor vroeg de
officier van justitie een nieuw onderzoek, om
dat hem do juiste afstond tusschen den tram
wagen en het transportrijwicl op den dog van
hot ongeluk niet duidelijk geworden was.
De verdediger, mr. Witlox, uit s-Hertogen-
bosch, adviseur der R.K Vcreeniging van
Spoor- en Tramwegpersoneel, zag geen nut In
een nieuw onderzoek. Mede omdat de ver
dachte nu a! zoo lang onder den druk der
beschuldiging geleefd heeft, vroeg p'eiter aan
dc rechtbank, den verdachte nu onmiddellijk
vrij te spreken.
Na in raadkamer geweest te zijn, deelde do
president mede, dat de rechtbank geen termen
had gevonden om een nieuw onderzoek te ge
lasten. Dc rechtbank bepaalde de uitspraak op
a.s. Donderdag Mocht zij intusschen een
nieuw onderzoek gewenscht achten, dan za!
daartoe lost worden gegeven.
De officier van justitie eischtc, als dc recht
bank den verdachte schuldig mocht achten,
certien dagen hechtenis.
Mr Witlox verklaarde niets van dezen cisch
te begrijpen Hij bleef op vrijspraak aandrin
gen; subsidiair vroeg hij een voorwaardelijke
vcroordeeling
VERLAGrNG VAN HET BRIEFPORT
NAAR NED.-INDIE.
Met ingang von T November a.s. wordt het
port der brieven naar Ned. Indië bij verzen
ding per zeepost verlaagd.
Voor brieven van een gewicht van niet
meer don 20 gram is dan slechts het gewone
binnenlondsche briefport van 7Ys cent ver
schuldigd.
De aandacht zij erop gevestigd, dat hot
port der brieven naar Ned.-Indië per üandmail
ongewijzigd blijft, nl. 10 cent.
Het is gemakkelijk toejuiching te behalen
als men te Athene de Atheners prijst.
Geautoriseerde vertalin gnaai het Engclsch van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
„Ja, ju", zei Mrs. Arundel. „En toch voor
Woensdag, waarde Sir Samuel. Voor Woens
dag ter wille van ons allen I"
„Wnarde Mrs. Arundel, het zal morgen plaats
hebben."
Tegen twaalf was Elsie terug in Half Moon
Sticet, waar George wachtte.
„ïk heb nog een poging gewaagd", zei ze,
met tranen in de oogen. „Maar het was te ver-
geefsch. Zij was al even verhard jegens jou, als
jegens Atheïsten. Verwonderlijk, dat ze zoo
weinig vertrouwen bezit. Be geloof, dat dat
komt, door haar geld-makcn in de City. Al
thans, dit zou Edmund Gray zoo zeggen. Nu
van middag hoop ik dc zaak tot een einde te
krijgen. O, George, is het mogelijk? Is
het Woensdag al onze trouwdag nu aan
staande Woensdag?... Zal die onheilspellen
de wolk dan afgedreven zijn, en
HOOFDSTUK XXXIB
Volledige bekentenis
Zondagmiddag al vroeg ging Elsie op haar
zending uit. Ze verkeerde in groote spanning,
want ze stond aan het begin van een hoogst-
belangrijke onderneming', die groot beleid
eischte. Hc-t was genoeg, meer dan genoeg, dat
haar getuigen, de een na den ander, in staat
zouden zijn, Mr. Dering te identificeercn met
Mr. Edmund Gray, maar, hoe veel sterker zou
ze staan als zij een volledig verslag van de
heele zaak kon geven, geschreven door den-
gene, die het alles bedreven had. Dot be
wuste verslag nu te krijgen, was het doel van
haar samentreffen met den meester, dien mid
dag. Maar zij was vol hoop; deels, omdat zc
haar invloed kende op den philosoof, en, deels
omdat ze zooals iedere vrouw, die zich zelve
eerbiedigt, gewoon was gedaan te krijgen, pre
cies wat zij verlangde door vriendelijk vra
gen en vleien, of door eenvoudig hnra gang te
gaan.
De Meester wachtte haar; dit mocht eigenlijk
niet voorkomen Maar zij was wat laat en hij
wat ongeduldig. Hij had haar immers zoovéél
te zeggen en te leeren en ze hadden maar vijf
korte uren voor zich. Was dit nu de ijver van
een studente
Maar, juist op dit oogenblik deed ze fle
deur open en trad buiten adem en met stra-
lenden glimlach met beide handen uitgesto
ken op hem toe; zijn leerlinge, zijn dochter;
de dochter van de Nieuwe Menschheid;
en hij vergat zijn ergernis, vatte haar handen
in de zijne en kuste haar het voorhoofd.
„Kind", zuchtte hij, „je bent wel laat, maar
je bent er dan tochl Jc bent mij zoo lief ge
worden- zie je, dat ik niet hebben kan, dat je
een minuut tc laat komt. Het is mij zulk een
geluk, zulk een vreugde voor het heden en een
belofte voor de toekomst, dat ik zoo'n leerlinge
heb. Zet je hoed af; ik heb een stoel voor je bij
het venster geschoven en ga dan daar rustig
aan tafel zitten. Hier is je aanteekenboek. Heb
jc nog eens overdacht, wat ik je laatst zei?
Dat is goed. Laten we den weer beginnen, op
het punt, waar we toen opgehouden zijn: het
wekken van den geest tot samenwerking, wat
beduidt het wekken van de Nieuwe Mensch
heid".
Hij praatte, twee uur achtereen, steeds het
vertrek op en neer stoppend, en af en toe eer.s
stilstaand voor zijn leerlinge, om met des tc
meer kracht tc betoogen de punten, waar het
hoofdzakelijk op aankwam.
Zij luisterde met groote aandacht. Nu stelde
ze een vraag; dan maakte ze een aantcekening.
Want haar belangstelling in hetgeen de Meester
sprak, was niet geveinsd. Zij hield er van, zijn
geestdriftige taal te hooren. Zelve raakte zij
zoo zeer in vervoering, dat ze het eigenlijk doel
van haar komst geheel uit het oog verloor.
Hij sprak dien middag dan ook met meci
bezieling dan ooit Was dc Profeet waorlijk een
man van over de zeventig? Want zijn geest
was jong; zijn stem klonk zelfs nog jeugdig,
terwijl hij dc glorie verkondigde van het
wereldrijk, waarin geen eigendom meer be
stond.
Hij hield op en het visioen, dat hij had ge
wekt, trok weg. Ze waren terug in Gray's Inn,
waar iedere trap, iedere kamer, is gewijd aan
de belangen van den Eigendom.
Hij hield op met profctceren en begon te
redeneeren, wat lang zoo verheffend niet was
om te hooren. Eindelijk hield hij hier ook mee
op
,Je hebt nu, lieve kind, wel zóóveel gehoord
als je geestelijk verteren kunt. Ik heb al ge
merkt, dat gedurende de laatste twee, of drie
minuten je blikken afdwaalden en je zeker niet
meer bij machte was je aandacht te bepalen bij
wat ik zei. Laat ons het dan ook hierbij laten.
Het is bij vieren", zei hij, zijn horloge voor clcn
dag halend.
„Zullen we naar den Hall gaan?"
„Nog niet. We hoeven daar nog- niet te zijn
vóór zessen. Dus hebben we ruim twee uren
vóór ons. Laten we die aangenamer doorbren
gen, dan door alleen te zitten in den Hall. U
moc-t toegeven, dat die toch stoffig is. Wc
zullen over andere dingen spreken; over ons
zelven niet over mij, want ik ben een heel
onbeduidende persoon; maar over u, waarde
Meester!"
Zc was nu op het punt, om haar huichelarij
ten uitvoer tc brengen. Ze schaamde er zich
geweldig over; maar het moest.
„Over mij?" vroeg de Meester. „Wat zou ei
nu over mij te proten vollen?"
„O, maar toch zoo veel nietwaar?"
Ze vatte zijn rechterhand en hield die vast
in de hare, daar ze zeer goed wist, dat die lief»
koozing hem zoo aangenaam aandeed.
„Meester, wat een wonderlijk toeval heeft mij
toch hier heen geleid? Ik heb er George ook
van gesproken. George Austin, mijn verloofde,
zooals u weet, en Atheïsten, mijn broer".
'Zo keek oplettend naar hem op, maar er vief
geen teeken van een herkennen waar te nemen
van deze beide namen. Edmund Gray had dan
ook nooit van hen gehoord.
„Ik heb hen gesproken van u cn van uw
groot werk, en hoe u mij alles cn alles leert.
Maar als zc mij vragen wie u is, waar u geleefd
heeft cn alles van u, dan kan ik hen niets ver
tellen. O, ik weet, het komt er wel niets op
aan voor mij en mijn vrienden, maar waarde
meester: we moeten op de toekomst bedacht
zijn. Als uw leer zich verspreid heeft over heej
de wereld, zullen de menschen ook wat willen
weten van den man, die het eerst die leer ver
kondigde. Wie zal dan in staat zijn hen in to
lichten? Niemand: u is alleen, u heeft geen
vrouw of kinderen. U moest een autobiografie
schrijven."
„Een enkelen keer heb ik er wel eens over
gedocht, dit te doen, maar maar
„U is altijd bezig met te werken voor de
wereld. U heeft natuurlijk geen tijd. Dat be
grijp ik best, en het is u onaangenaam om
uw gedachten van het heden terug te voeren
naar het verleden, niet waar?"
„Ja, ja. Juist. Zóó is het, kind".
„En toch, u moet toegeven, dat het niet
meer dan natuurlijk isr dat de wereld alles
van u weten wilWie was dc groote Edmund
Gray? Zij zullen alles van u wiüen weten,
iedere bijzonderheid waar u geboren werd
waar u uw opvoeding genootwie uw leer
meesters waren wat u leidde tot de studie
van de menschheid, met haar vraagstukken;
waar u woonde; of u getrouwd was en
wie; wie uw vrienden waren O er komt
geen eind aan de belangstelling van de we
reld, betreffende haar groote mannen".
„Misschien Hij stond op en keek aix
het venster. Als de mensch iets heel üenge-*
naams ondervindt, heeft hij altijd behoefte zich
tc bewegen. „Ik geef toe, dat ik nooit aan dit
alles gedacht heb. En toch, je hebt gelijk"/
„Nu, ik heb er aan gedacht al dien tijd, dat
ik het geluk had, door u ontvangen te wor-*
den! Meester, wilt u mij vertrouwen?
Zal ik uw biografe worden? U zoudt er géén
kunnen vinden, die meer met u ophad. U heeft
mij enkel dc stol te verstrakken. Laat ik u
nu nog een pa.?* vragen stalen, om te i-ègin-
nen, waaruit u dan meteen zal blijken den" aard
van de dingen, die ik weten wil".
(Wordt vervolgd).