STADSNIEUWS. RAADSVERSLAG j Vergadering van den Raad dezer gemeente op Maandag 24 Oct. des nam. 2 uur. Voorzitter: do Burgemeester. Afwezig zijn do heeren Polder en Noord man. De notulen der vorige vergadering worden goedgekeurd zooals die ter visie hebben ge legen. Ingekomen zijn o.a. de eigende stukken en mededeelingen: Raport dcL 12 October 1927 van de opname van kas en boeken bij dc Centrale Boekhou ding door den verificateur. Kennisgeving. Proces-verbaal dd. 12 October 1927 van de opneming van kas en boeken van den ge meente-ontvanger door den verificateur. Kennisgeving. Adres dd. 5 October 1927 van Mr. R. van der Mark en andere ouders van leerlingen van klasse III A van het gymnasium, hou dende verzoek dit lokaal te verbeteren of een ander lokaal aan te wijzen. Advies Burgemeester en Wethouders. Adres dd. 30 September 1927 van het Be stuur van don Nationalcn Bond van Han- dels- en Kantoorbedienden „Mercurius", waarbij belangstelling gevraagd wordt voor een doelmatige inrichting der arbeidsbemid deling. Ter lezing. Verzoek dd. 4 October 1927 No. 1862 van het Hoofdbestuur van den Algemeenon Bond van Politiepersoneel in Nederland om aan het politiepersoneel een vacantietoeslag te geven. Advies Burgemeester en Wethouders bij begroot ing no. 207. Adres dd. 15 October 1927 aan het Bestuur van de Oudheidkundige Verceniging „Flé- hite" om de subsidie van f 600 te verhoogen tot f 1000. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit adres in te willigen on te behandelen bij de begrooting 1028 no. 436. Adres dd. 14 October 1927 van G. Veldkamp en anderen wonende in de nabijheid van het Rijksopvoedingsgesticht, om bij eventucelc subsidieverlening aan N. Hilversum met hun belangen rekening to houden en dezen exploitant de verplichting op te leggen om een verbinding van het Berghotcl met de stad te onderhouden. Advies Burgemeester en Wethouders. Schrijven dd. 15 October 1927 van het Be stuur der Speeltuinvereeniging ,,'t Soester- kwartier", waarbij wordt toegezonden een begrooting voor 1928 om te voegen bij hun verzoek om subsidie. Te voegen bij het adres om subsidie. Adres dd. 1 October 1927 Letter E. 4 No. 231 van het Bestuur van den Ned. Fed. Bond van Personeel in Openbaren dienst waarbij .verzocht wordt: ten 1ste instelling van een commissie van onderzoek naar de corruptie in de gasindus- trie en ten 2de de subsidie aan de Vereeniging van Gasfabrikanten in dien deze gegeven wordt stop te zetten. Advies Burgemeester en Wethouders. Aanbieding van het gemeenteverslag ove* 1926. Adres dd. 10 October 1927 van Mr. H. Th. Gerlings en^pndere ouders van leerlingen van het gymnasium, houdende verzoek ten spoedigste maatregelen te nemen voor den bouw van een nieuw gymnasium. Advies Burgemeester en Wethouders. 2. Behandeling van de gemeente-begroo- ting dienst 1928 en de daarbij behoorende stukken. De heer Hofkamp: Uit het antwoord van B. en W. op de afdeeling-verslagen blijkt dat het College zich met eenige van mijn aanwijzingen vereenigd heeft en bereid is dienovereenkomstig de begrooting 1928 als nog te veranderen. Daan*oor ben ik erkente lijk. Gereed zijn wij daarmede echter niet en moet ik op enkele punten terugkomen. Mijn vraag omtrent de betaling der recog nitiegelden wordt vrijwel gelijk beantwoord als een jaar geleden. Ik zal hier thans niet verder op ingaan en mij bepalen tot het ver zoek, deze zaak eerlang af te handelen en den Raad daarvan dan mededeeling te doen. Tegen een volgend antwoord van B. en W. moet ik mij echter ernstig verzetten, om dat het geen antwoord is op hetgeen ik ge zegd heb. Betrekkelijk ligt dat niet aan B. en W., want het afd. verslag zegt alleen, dat ik herinnerd heb aan de kwestie specialis tische hulp en verzocht, te willen mededee- len hoe het thans hiermede staat Dat zou onzin geweest zijn en een vraag naar den hekenden weg, dus volmaakt overbodig. Ik deed die vraag dan ook niet Nu moet ik dus herhalen, wat ik daarvan in de tweede afd. gezegd heb. Zakelijk komt dat hierop neer: De Voor zitter van den Raad zal zich uit een confe rentie met mij herinneren, dat ik reeds in Dec. '24 begonnen ben de invoering der spe cial. hulp bij dj ziekenfondsen hier ter stede te bevorderen, d.w.z. uitsluitend gezien als een gemeentebelang en dóór komt het op aan, wat ik zal aantoonen. In Dec. '24 dan ontdekte ik, dat de Ge meente jaarlijks uitgaven voor spec, hulp aan ziekenfondsleden voor haar rekening nam, natuurlijk geheel ten onrechte, maar het go- beurde dan toch. Dit feit gaf mij aanleiding te traenten daaraan een einde te maken, zonder dat do Z. F. leden van die hulp ver stoken zouden zijn. In het laatst van Febr. '25 verzocht ik den Voorzitter van onzen Raad mij behulpzaam te willen zijn, omdat het mij toen nog niet gelukt was jaarverslagen en een volledig re glement van de ziekenfondsen in handen te krijgen. Dat klinkt wel wat vreemd als men wil aannemen, dat er niets te verbergen is. Uw ervaring M. de V. was niet anders, want 10 Maart '25 schreef u mij: „Na gedaan on- derzoek is mij tot mijn spijt gebleken, dat ik u niet kan helpen aan bedoelde jaarversla gen, enz.n Onder dat „enz" moet het ge- wenschte reglement begrepen zijn. Ik was dus weer op eigen pogingen aangewezen en bereikte toen mijn doel. Later, en dat is u. M. de V. ook bekend, ben ik aangeval lea op hetgeea ik in een openbare raadszitting omtrent deze zaak ge- fcegd heb. Een bereidverklaring mijnerzijds deze aangelegenheid met mijn aanvaller in een samenkomst, door hem te bepalen, te bespreken, werd afgewezen. Men eischte mijn toelichtingen schriftelijk. De bevoegdheid tot dien eisch heb ik niet gevoeld en ben daarop dan ook niet inge gaan. Had men niet de pretentie gehad mij ter verantwoording te roepen, ik zou zeker niet gesteld zijn geweest op een verklaring van uw College waaruit blijkt, dat hetgeen ik zoide volkomen juist was en het in 1924- '25 „geslaagd" initiatief van mij is uitgegaan. Ik moet mij verzetten als anderen mijn werk, hun werk noemen, al hebben zij dan ook later waarschijnlijk getracht in eenzelfde richting de onvoldoende hulp aan de leden der ziekenfondsen aan te vullen, waarmede dan toch in geen geval een gemeentebelang beoogd werd. Uit welke beweegredenen dan wel, kan ik hier onbesproken laten. Zeker is het, dat die spec, hulp bij de ziekenfondsen reeds veel vroeger ingevoerd had behooren te zijn en dat daarin tot 1 Jan '26 op onrechtmatige wijze werd voorzien. Maar... via het bur gerlijk armbestuur ging liet tot dien tijd goed. Dit feit alleen moge bij mijn toelich tingen thans voldoende zijn. Het is derhalve bekend, dat ik in Dec '24 heb vastgesteld, dat de gemeente de ziekenfondsen finantieel steunde door uitgaven voor spec, hulp aan de léden, geheel ten onrechte ten laste van de gemeenterekening te brengen. Ik mag dus verwachten, dat B. cn W. nu eens wat rui mere inlichtingen verstrekken cn zullen me- dodeelen door ,wiens bemoeiingen in de eer ste plaats de spec, hulp op 1 Jan. '26 bij de ziekenfondsen moest worden ingevoerd. In dit bijzondere geval is mij het door B. en W. gegeven antwoord wat trouwens geen antwoord is op hetgeen ik in dc tweede afd. gezegd heb niet voldoende. Het feit, dat de Gemeente sedert 1 Jan. '26 ontheven is van uitgaven welke tot dien tijd op haar rekening gebracht werden, doch daarop niet behoorden voor te komen, mag nu eindelijk wel eens in het juiste licht ge steld worden. Een volgend antwoord van B. en W. be treft mijn mededeelingen in zake het aange vraagd subsidie door dc V. v. V. Verhooging van het maximaal subsidie ad. f 800 moet het Collego ontraden. Op welke gronden wordt niet gezegd en kan ik die on bekende gronden dus niet trachten te weer leggen. Ik meen het uitgebreide werk der Vcreeniging in het belang der Gemeente reeds meermalen in alle détails gememo reerd te hebben en zal die uitvoerige mede deelingen niet herhalen. Men kan de ver kregen resultaten vaststellen en dan ver schillend waardeuren. Ontkent kan niet wor den, dat V. v. V. zeer actief bleek en kan wij zen op veel succes, waarbij de Gemeente ge baat werd. Zegt het B. en W. nu niets, dat elders aan dat werk steun verleend wordt op een wijze, waaraan wij nog niet kunnen tippen? Waar om moet Amersfoort nu zóóver daarbij ach terstaan? De V. v. V. te Baarn om slechts één voorbeeld tc noemen ontving in 1926 f 5250, in 1927 f 5650, en zal voor 1928, het Olympiade jaar f 6510 ontvangen. Met zulke subsidies, aangevuld met een jaarl. contri butie-ontvangst van f 2475 is wat te doen, is zelfs veel nuttig werk tot stand te brengen. Nu zou ik zoo'n steun hier ook wel wen- schen, maar bescheiden ab ik ben, blijft dat bij mijn wensch. Maar met des te meer vrij heid en aandrang herhaal ik mijn verzoek: trek voor 1928 een maximum subsidie uit van f 1200, met de bepaling,, dat dit maxi mum alleen dan ter beschikking is als de V. v. V. aantoont dat van de leden minstens eenzelfde bedrag aan jaarl. contributie ont vangen wordt. Bij een lagere ontvangst gaat het subsidie evenveel lager. De plannen der V. v. V. voor 192S zijn, binnen het practisch bereikbare, breed opgezet, ook in verband met de a.s. Olympiade, waarvan ook Amers foort kan, en mist de Vcreeniging niet een redelijken steun, zal profitecrcn. Een even tueel voorstel van mij moge daarom, in de eerste plaats bij uw College, ccn gunstige af doening vinden. En wanneer dan het Verkeershuis, al zal het bijna een jaar te laat zijn, in gebruik ge steld wordt, dan zal het niet noodig zijn nu nog nader aan te toonen, waardoor de uit gaven van V. v. V. belangrijk stijgen en een verhooging van het maximum subsidie met slechts f 400 onder dc bekende voorwaarde, uiterst redelijk niet alleen, maar ook ter ver dere pi?ictische bevordering der daarbij be trokken Gemeentebelangen, noodzakelijk is. Ook hier gaat het voor de Gemeente niet om een noemenswaardig bedrag cn het wordt nog lager dan f 400 als de Vereeniging er niet in mocht slagen het aantal leden ver der krachtig uit te breiden. Ten slotte M. de V. zult u mij toestaan in herinnering te brengen cn daarbij te verwij zen naar het officieel verslag van de Raads zitting op 29 Maart j.l. pag. 43 onder no. 211, waaruit blijkt, dat ik toen wel ctogelijk heb verzocht te overwegen, op welke wijze een betere regeling ware te treffen voor do sub sidies aan de Gemeentel. Reclame-Commis sie en aan dc V. v. V.; en wat daar verder volgt. De Voorzitter antwoordde daarop in die zelfde vergadering, dat hij de zaak van de Reclame-Commissie in het College ter spra ke zal brengen. Dit antwoord zal hem, naar ik vertrouw, nu aanleiding geven deze aan gelegenheid vóór de vaststelling dezer Be grooting alsnog te bespreken en te regelen, te eerder omdat in het antwoord van B. en W. op de jongste Afd. Verslagen, pag. 4 on deraan, te lezen is: „Wij zullen echter over wegen in hoeverre een andere verdecling mogelijk en gewenscht is te achten." Wat daarvóór staat laat ik nu maar rusten. Het college staat dus geenszins tegenover een nieuwe zaak. Met betrekking tot do uitbe taalde Ziekengelden heb ik niet alleen ver zocht die gelden voortaan afzonderlijk te vermelden, maar ook nadrukkelijk om die cijfers alsnog te verstrekken, afzonderlijk voor elk door mij genoemd bedrijf of afdee- ling, omdat die in de Begrooting niet te vinden zijn. Die opgave mag dus alsnog ver wacht worden. Ik hoop gaarne, dat hel antwoord van B. en W. op mijn vragen in zake de slechte bevaarbaarheid van dc Eem, voldoende blij ken. Ik wil echter opmerken, dat de voor genomen maatregelen mij niet afdoende schijnen, doch zal mij verheugen als ik hier* in ongelijk heb, Mijn indruks dat aan die zaak, voorzoover onze Gemeente daarmede tc maken heeft, nu doorgewerkt zal wordcnl totdat met succes aan de bezwaren tegemoet' gekomen is, mag ik zeker als juist aanne men? Mijn vraag betreffende straatbelasting is niet, die in zake meterliuur wel beantwoord. Beide punten blijf ik in de aandacht van B. en W. aanbevelen. Op pag. 2 van het antwoord van B. en W. aan den Raad heeft een mededeeling mijn bijzondere aandacht en belangstelling ge wekt. Het is mij bekend, dat het Rapport der in gestelde Staatscommissie ter verbetering der regeling van de finantieelo verhouding van Rijk en Gemeente verschenen is en tevens oen verhandeling van don Thesaurier-Gene raal, waarin diens zienswijze omtrent dat Rapport. Het heeft geen nut daarop nu in bijzonderheden in te gaan. Voor belangstel lenden zal dat Rapport verkrijgbaar zijn. In teressant is het zeker, omdat het een vrij duidelijk beeld geeft, hoe de Staatscommis sie over deze aangelegenheid denkt en wat zij meent vermoedelijk tc kunnen bereiken. De commissie werd ten slotte zóó eenstem mig in haar oordcel, dat een minderheids- rapport vermeden werd. Ik kan mij niet voorstellen, dat er één College van B. en W. of één Gemeenteraad is, zonder buitenge wone belangstelling in zake de verdere be handeling van meergenoemd rapport door de Regeering. Zelfs bij redelijk succes is het een redmiddel ter verlichting van den linan- tieclen druk aan de Gemeenten opgelegd. En welke perspectieven komen dan nader bij? Wel zal het verschil tusschen de tegen woordige Rijksuitkeeringen en het bedrag zooals nu door de Staatscommissie voorge steld wordt en dat is geen onbelangrijk verschil voor het eerste jaar uitsluitend bestemd moeten worden tot belastingverla ging (op zich zelf reeds een groot voordeel), daarna zullen dc Gemeenten echter zelf over dit verschil zeggingschap erlangen. Kortom, hier is een groot Gemeentebelang, aan de orde. Veel invloed zullen dc Gemeentebestu ren rechtstreeks niet kunnen uitoefenen, maar het schijnt wel zeer gewenscht en het is practisch ook uitvoerbaar, dat i. c. van ons College, indien wcnschelijk meteen namens den Raad, een adres uitgaat aan dc Regee ring in bewoordingen die B. en W. daar voor het meest doelmatig achten waarbij op een behandeling en afdoening in korten termijn aangedrongen wordt, terwiUe van den ernst cn van 't groote, dringendo belang der Gemeente in deze zaak, welk vraagstuk immers reeds gcruimen tijd urgent, zoo niet nijpend is. Men zal mij misschien antwoorden, dat ik dat rapport tc optimistisch bekeken heb. Maar dan kan ik daarin niet meegaan. Zon der optimisme komt men in den regel niet ver cn voor pessimisme behoeft geen aanlei ding te zijn. Zekerheid vooraf is er natuur lijk nooit, maar dat behoeft dc Gemeenten niet te weerhouden een steentje bij te dragen ter aanbeveling eener zoo spoedig mogelijke behandeling en afdoening, waarbij zulke groote finantieele belangen voor haar be trokken zijn. Ik geef B. cn W. mijn opvatting bescheiden in overweging. Onze Gemeente zal met een adres als cloor mij bedoeld niet alleen staan. Waarom zou Amersfoort dan niet een der eersten zijn? Met het antwoord van B. cn W. op een vraag naar het standpunt van het College tegenover het georganiseerd overlqg, ten aanzien eener toelage waarmee dc Raad op grond van de toelichting door B. en W. ge geven cn ontleend aan het bepaalde bij Art. 14, 2e lid der jaarwedde-regeling in meer derheid accoord is gegaan, kan ik mij in het algemeen wel vereenigen. Het verdient ech ter m.i. wel overweging, dat B. en W. ter voorbereiding van dergelijke beslissingen van den Raad waar die voortvloeien uit een verordening welke tot stand is gekomen na gepleegd overleg, het georganiseerd overleg \oortaan vooraf te raadplegen. Art. 1 der verordening, waar gesproken wordt van alle zaken die in den ruimstcn zin des woords de arbeidsvoorwaarden van het personeel betreffen, geeft daartoe alle aanleiding. Dat mijn verzoek, voor ambts- kleeding een jaarlijkschc vergoeding aan dc Boden toe te kennen door het College inge willigd is, heeft, dat spreekt wel vanzelf, mijn volle sympathie. Niettemin zal het voor dc goede orde ook hier aanbeveling verdienen, het georgani seerd overleg alsnog hierin tc kennen voor wat betreft het bedrag, waartegen bij uw College wel geen bezwaar zal zijn. Toelagen als bier bedoeld, allen zeer waarschijnlijk ook onder werkingsfeer van het G.O. Dc salarisregeling voor de leerling-kler ken zal wel vooraf in het G.O. komen. Het College meent, dat een technische herzie ning in dc lagere rangen gewenscht is. De mogelijkheid en wenschclijkheid die techni sche herziening clan meteen wat uit tebrej- den, zullen B. en W. wel willen overwege#. Wordt aan deze opmerking tegemoet geko men, dan beinvloedt dit dc Bcgrooting 19JS niet en zal een herziening voor 1929 rustig in het G.O. kunnen worden voorbereid. De heer Van Beurden wenscht B. en W. een compliment te merken over de be grooting, die een mooi stuk administratief werk is. Spreker is echter bang, dat het tempo wat te snel gaat. Komen we zoo niet heel ver van de belastingverlaging af. Er wordt gezegd, dat het den Middenstand goed gaat, doch bij die Middenstand behooren ook de ambtenaren. Doch om die ambtena ren wordt nimmer gedacht. Toch moet er alles voor gedaan worden dat. dc belasting verlaging, die werkelijk hoog noodig is, wer kelijkheid wordt. De heer Verhey vindt het jammer, dat de begrooting cn de rekening van het grond bedrijf eerst dezer dagen is verschenen, zoo dat van een serieus doorwerken geen sprake kon zijn. Vervolgens merkt spreker op, dat het volgens hem wenschelijk is, dat de be- grootihg behandeld wordt in de commissies van bijstand. Het beleid van het college wil spreker in tweeën splitsen. In de eerste plaats het bo leid dat zich uit in het nemen van verschil lende beslissingen, zonder echter een groote lijn te volgen. In verband hiermede zij ge noemd het uitbreidingsplan dezer gemeente. Spreker verzoekt het college den Raad het uitbreidingsplan zoo spoedig mogelijk voor te leggen, zoodat ook de Raad zich te dien opzichte kan uitspreken. Ook de rioleering gaat een heel verkeerden kant op. Bij ds rioleering in de Bergstraat heeft spreker dar als deskundige duidelijk kunnen constatce ren. Ook het rioleeringsplan alsmede dat van den afvoer van liet afvalwater legge het college den Raad voor. Vervolgens is spreker van oordcel dat dc leden van het college zich individueel to veel bemoeien met het werk, dat voor de hoofdambtenaren bestemd is. Hierin moet spoedig verande ring gebracht worden, want dit werkt fnuikend. Overgaande tot het onderwijs vestigt dc heer Verhey de aandacht op het gymnasi um. Het gebouw van het gymnasium is een krot. Het is hoog noodig, dat er een nieuw gymnasium wordt gebouwd, want de toe stand, waarin het gymnasiale onderwijs nu gegeven wordt, kan niet langer zoo "voort duren. 1 Voorts moet de Gemeente zorgen voor jen goed voortgezet meisjesondenvijs. Hier- n is op absoluut onvoldoende wijze voor den. Ook het voorbereidend ondenvijs be- ïoeft groote verbetering, in verband waar- piede spreker aandringt op de inrichting van Montcssori-scholen. Over het algemeen geeft de begrooting niet de minste reden op timist te zijn. Er moet gezonnen worden op middelen, waardoor bezuinigingen zijn te verkrijgen. En die middelen moeten op rati- pnoele wijze in de praktijk gebracht wor den. Zoo is het spreker opgevallen, dat aan verschillende jongere ambtenaren veel te hooge salarissen worden gegeven. Het rati oneele beheer moet verkregen worden door <9e serieuse besprekingen in de commissic's van bijstand cn niet door een bezuinigings commissie. Raad en College beoogen het zelfde doel, n.l. het belang der gemeente. Daarom moet ook deze kwestie in gemeen schappelijk overleg worden opgelost. Betreffende de bedrijven acht de heer Ver hey het wenschelijk, om naast den directeur een elcctrotechnisch ingenieur aan te stel len omdat speciaal l ij het electricitcitsbe- clrij f zich tal van specifiek-technische vraag stukken kunnen voordoen. Verder kan spre ker er noodc in toestemmen de 30.000 die uit de personeele belasting moest komen, te halen uit het elec.tricitcitsbedrijf. De heer Stadig bespreekt uitvoerig de kwestie van de wethoudersbenoeming en wat daaraan is voorafgegaan. Dat de S. D. A. P. een zetel als wethouder toekwam, houdt verband met de evenredige vertegen woordiging. Deze fractie wilde dezen zetel echter alleen aannemen, als een vooropge steld program werd aanvaard. Dc lieer Noordewier heeft tevens echter verklaard, dat de fractie een wethouderszetel niet noo dig had en dat zij zich „kip-lekker" aan deze zijde van dc groene tafel voelden. Het feit, dat de fractie wei een zetel wilde heb ben, als een vooropgesteld program wordt aanvaard, leidt tot een merkwaardige con sequentie ten opzichte van de meerderheid. Komende tot de begrooting zelf moet spre ker toegeven, dat er verschillendo punten zijn, die dankbaar stemmen cn waarvoor we. erkentelijk moeten zijn. Bij alle voorspoed wordt echter ook thans door het college, weer geen enkel uitzicht geopend op belas ting-verlaging. Wel wordt er gezegd, dat be lasting-verlaging noodzakelijk is, doch er wordt niets gezegd, op welke wijze die be lasting verlaging tot stand zal komen. Het had spreker juister geleken als verschillen de posten van dc begrooting niet waren verhoogd. Verschillende voordeden, die op enkele posten zijn verkregen, zijn weer te niet gedaan door verhooging van andere posten. Ten aanzien van verschillende hoofd stukken is volgens spreker wel degelijk eenige bezuiniging toe te passen, waardoor men meer zou naderen tot de belasting-ver laging. Verder moet er gezorgd worden voor een groote en sterke trek naar Amersfoort in verband waarmede de verkoop van grorv den een groote rol speelt. Wat betreft dc posten, waarop bezuinigd zou kunnen wor den, wil spreker enkele voorbeelden noe- men als b.v. dc extra-afschrijving van de gasfabriek; verder zijn onderwijs, politie, openbare werken naar boven gegaan. Bij openbare werken was een achterstand in te halon, doch dit gebeurt in een zeer snel tempo. Spreker vraagt zich af of dit tempo niet wat al te snel is. Ook de uitgaven voor het onderwijs zijn verhoogd, doch is dit noodig. Ook zoo bij de politie. Een motor met zijspan; zeer nuttig, doch is dat nu werkelijk noodzakelijk. Wan neer al dergelijke verhoogingen achterwege blijven, dan zouden we misschien binnen enkele jaren de belastingverlaging kunnen doorvoeren. Gebeurt dat niet, dan ziet spre ker van een belastingverlaging nimmer iets komen. De heer Koetsveld vindt het houden van algemeene beschouwingen een mode, waaraan men nu eenmaal meedoet Ver schuiving van deze beschouwingen van de openbare zitting naar elders, acht hij zeer wenschelijk. Spreker keert zich vervolgens tot de kwestie der wethoudersbenoeming. Het is geen oogenblik de bedoeling van de C. H. geweest om het aantal wethouders- zetels te vergrooten. Alle plannen in dien geest heeft de partij steeds ontraden cn zich van medewerking te dien opzichte onthou den. Spreker citeert enkele gedeelten uit een desbetreffend artikel in het Amersfoortsch Dagblad, in verband waarmede hij opmerkt, dat er bij de C. H. nimmer nevenbedoelin gen zijn aanwezig geweest ten aanzien van de kwestie van de wethoudersbenoeming. Spreker motiveert vervolgens het blanco stemmen der C. H. louter omdat een andere handelwijze een nuttelooze demonstratie zou zijn. Wel is dit blanco stemmen der C. II. ge heel iets anders dan het blanco stemmen der S D. A. P. Het is spreker totaal onverklaar baar hoe of gedacht kan worden dat de C. H. zich los gemaakt hebben van de rechterzijde. Slechts dart zou de partij los kunnen ge maakt worden van de rechterzijde, indien zij geen C. H. meer waren. Doch zoolang dat niet het geval is, zullen de C. H. bij de rech terzijde blijven. Dc C. H. houden een lijn met de rechterzijde, waar het een beginsel be treft. Ten aanzien van zelfstandige belangen der partijen gaat ieder zijn eigen weg. De heer van Koetsveld brengt verder onder de aandacht, dat een vermindering van be lastingdruk cn een streven naar bezuiniging geenszins overbodig is. Spreker toont aan de hand van enkele cijfers aan, dat Amers foort behoort tot de „duurdere gemeenten". Speciaal kan volgens spreker bezuinigd wor den op dat wat betreft genot, gemak en luxe. Deze bcgrooting staat echter allesbehalve in het teèken der bezuiniging. De lieer van L o n k li u ij z e n wil ook vex- -schillcndc bezuinigingen, voorzoover die ten goede van onze stad kan zijn. Spreker vraagt enkele inlichtingen over nolceringen enz. I-Iet lijkt hem b.v. minder gewenscht dat openbare werken den grond, na de rioleering dicht maakt en dat de gasfabriek den vol genden dag wöer komt om de gasleiding na te zien. Samenwerking tusschen dc verschil lende diensten onderling moet volgens spre ker in meerdere mate worden toegepast. De heer Noordewier geeft allereerst een overzicht van de samenstelling van don ouden Raad. Er waren twee kampen, één vóór do belastingverlaging en één daartegen, omdat daardoor andere zeer noodige verbe teringen als krotopruiming enz. in het ge drang zouden komen. Dit laatste kamp werd ingenomen door dc S. D. A. P. Vervolgens wijst de lieer Noordewier erop, dat de frac tie wel zitting wil nemen in een college van B. on W. tenzij die weet, dat het eon meer derheid heeft, die haar wonscht tc volgen. Steeds heeft do S. D. A. P. openlijk in woord en geschrift gezegd, dat zij tegen belasting verlaging is, zoolang cr op sociaal gebied nog zulk een groote achterstand in deze ge meente is. En ondanks die mededeeling, is de S. D. A. P. bij de laatste verkiezingen pro- ccntsgewijze 1.8 in stemmen vooruit gegaan. Spreker laat voorts ook den achteruitgang, resp. vooruitgang der andere partijen de revue passeeren om zoo te komen tót een algemeen overzicht van dc huidige samen stelling van den Raad. Wanneer de S. D. A. P. een oppositie blijft voeren zal dat niet zijn een onredelijke. Doch de draagkracht van een gemeente heeft zijn grenzen en die grenzen kunnen niet onge straft overschreden worden. Zal nu de oude politiek van verlaagde belasting met behoud van sociale wantoestanden wórden voortge zet. In den begrootingsbrief zijn verschillen de passage's, die ten opzichto van dit punt aangenaam stemmen. In het vervolg van zijn betoog wijst spreker op den overweg Soesterweg, waarvan een verbetering hoog noodig blijft, doch waarover de begrooting geen woord rept. Alleen zullen er aparte hoo rnen voor voetgangers komen, doch een af doende verbetering geeft dat absoluut niet. Voorts wijst spreker op de Eemkwestie, die nog op een oplossing wacht, terwijl ook het voorbereidend onderwijs groote verbetering behoeft. Voorts wijst de heer Noordewicr op de algemeene sociale verbeteringen, die nog immer noodig blijven. Spreker zal in ver band hiermede verschillende voorstellen doen. Dc staat van de personeele belasting van f 30.000, die gedekt zal worden door ds winsten op het electricitcitsbedrijf, doet spre ker opmerken, dat de S. D. A. P. niet accoord zal gaan met clcze handelwijze. Zich richtende tot het dagelijksch bestuur wijst spreker erop, dat het dagelijksch be stuur aan een uitnoodiging voor het bezoek eener tentoonstelling van dc wcreld-biblio tlieek van het Instituut voor Arbeidersont wikkeling geen gevolg geeft, doch blij lebaar liever een bokswedstrijd bijwoont. Spreker hoopt hierover nog een nadere toelichting te hooren. Tenslotte memoreert spreker nog met klem dat de meeste raadsleden pal staan voor een belastingverlaging, alsof de geheele ge meentepolitiek draait om belastingverlaging. Spreker is een tegenstander van lang pra ten, doch hij kan het er niet mee eens zijn, dat de behandeling der begrooting in de com missie's moet plaats vinden. De heer Hehenkamp brengt hulde aan de samenstelling van de begrooting. Spre ker wil wel belastingverlaging, doch is geen belastingmaniak. Hij wil in de eerste plaats verbeteringen in de stad en wil ook geen verlaging van loonen en salarissen. De heer Spiekermann vertrouwt dat in het nieuwe college van B. en W. dezelfde homogeniteit zal heerschen als in het oude. Wel hoopt spreker, dat voorstellen van den Raad in het vervolg ietwat spoediger behan deld worden. Spreker wil het niet zoo noemen, maar vaak leek het op sabotage. Voorts stelt spreker voor de raadsagenda's niet te overladen, zooals den laatstcn tijd meerdere malen het geval is geweest. Daarna wordt de vergadering verdaagd tot 's avonds half acht. Openbare vergadering op Maandag 24 Oct. des avonds 7Yi uur. Voorzitter de Burgemeester Aanwezig alle leden. Voortgegaan wordt met de algemeene be schouwingen over do Gemeente^-begrooting ID28. De heer Muilwijk sluit zich aan bij hen, die naar vorert hebben gebracht het grond bedrijf en de aa'nvullingsagenda. Zaterdag j.l. waren allo stukken op de leeskamer nog niet aanwezig. Ook het jaarverslag is pas Zater dagmiddag toegezonden en het is haast niet doenlijk deze begrooting te behandelen zonder kennis te nemen van het verslag over het af- geloopen jaar. In de eerste plaats wil spr. iets zeggen over de ambtenaren. B. en W. en de Raad hebben het doorgedreven een verhooging te geven aan een ambtenaar ter secretarie. In huishou delijke zitting is er op gewezen, dat er ook nog andere ambtenaien zijn, die voor verhoo ging in aanmerking komen en spr. begrijp1, nog niet waarom het voorstel op stel' en sprong moest worden doorgedreven. Er zijn ambtenaren aan wie stelselmatig de verhoo ging wordt onthouden, die hun rechtmatig xoekom» Een andere kwestie is die met de schrijvers, welke nog in behandeling is. In het georg. overleg is de kwestie in Januari besproken en er is een kleine commissie voor benoemd,, maar tot heden hebben de bestuurders er nog niets van gehoord. Spf. verzoekt hiervan zoo spoedig mogelijk werk te tnaken. Van het gelaid van den heer V^hfij henft spr. wel wat opgezien, n.l. dat de jonge ambtó* naren in dienst der gemeente komen en maar blijven zitter tot ze 05 i- ar zijn Iemand die rich gelukzalig zou voelen met het kleine trac- te;ncnt, moet toch wel een nul van een arr.bte^ naar zijn. De geschiedenis bewijst wel, dat ze voor promotie wel werken. Een, ander geval is bet loon voor de typist®

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 6