s 0 UCRËTETlOESÏ ELLEN Witte tanden LOMA F. h ONRECHTMATIG BEZIT. TWEEDE BLAD. S.Duyker RADSOÜ BINNENLAND. FEUILLETON. 26e Jaargang No. 109 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 5 November i927 SPELDEPRIKKEN (Nadruk verboden). Wanneer men bij plechtige gelegenheden Iemand een wensch meegeeft, pleegt men als zijn hoop uit te spreken, dat de betrok kene gespaard moge blijven voor de slagen des levens- Ik voor mij zou geneigd zijn hun, wien ik genegen ben, toe te wensohen, dat zij gespaard mogen blijven voor de speldeprikken des levens. De slagen des levens zijn uitzondering; de speldeprikken regel. De slagen des levens komen i Dak aan, maar zijn dan ook voorbij; de spek.eprikken herhalen zich iederen dag, ieder uur tot in het oneindige. Tegen de slagen des levens kan men zich harnassen; de speldeprikken dringen tusschen de voe gen en naden van 't harnas door. Bij de slagen des levens kunnen we rekenen op den troost, welke de deernis der menschen ons schenkt; met de speldeprikken heeft niemand meelij; op zijn best lacht men ons om onze kleinzeerigheid uit. Nauwelijks in 't leven ervaart de mensch het verdriet van de speldeprikken. Dichters, die, omhuld door hun 'blauwe idealen, de werkelijkheid niet vermoeden, beschrijven ons het pasgeboren kindje, dat het leven tegemoet lacht. Inder daad is er geen triester aanblik dan die van dien pasgeboren mensch in zijn onafgebro ken worsteling tegen de kleine verdrietelijk heden van het bestaan. Waarom is het huilen van zuigelingen spreekwoordelijk? Wie het kind in zijn wiegje ziet liggen, krijgt niet den indruk, dat de eerste levensjaren pleizierig zijn. Br kan geen lachje af van dat ernstig vertrok ken gelaat dat voortdurend de spanning vertoont van den strijd tegen de kwellingen van de spijsvertering. Dat ongedurige, hap pende en trappende, hikkende en snikkende schepseltje, dat zich pijnigt en zich bevuilt, dat den slaap niet kan vatten, dat zich kromt onder folteringen van het weerspannige lijf, maakt den indruk van ziek te wezen. En toch is het volkomen gezond. Al dat verdrietig misbaar hoort er bij; het is de volkomen normale uiting van eerv normaal kind. Maar is dan het verdrietelijke het nor male? Het lijkt er op. Straks d-e smart van het tandjes krijgen, de kinkhoest, de maze len, de opsluiting in school, waar het kind zijn onbeweeglijk lichaam moet gewennen aan de onbeweeglijke bank. Het beknord worden door de ouders, het bedild worden door de onderwijzers, het voortdurend ver bod, 'het huiswerk, de pianoles, de tand arts Altemaal speldeprikken! Het is, of het krijtend wicht in de wieg reeds het leven vooruitziet, of het een beeld is van hetgeen volwassenen wacht- Men kan volkomen gezond zijn, een veilige plaats in de maatschappij bezet houden, in vrede en vriendschap leven met zijn om geving en tocheiken dag de kwelling voelen van te bestaan. Toen Goethe aan het eind van zijn rijk en gezegend leven ver RECLAMES. Van T—4 regels 4.05, elke regel meer T.— WWmooi> Vaak reeds ■■BUSBHBU na een enkele maat met de heerlyk verfrisschende C'h!oro«Iont Tandpasta gepoetst te hebben krygen de tanden een schitterenden, tvoorkleurigen glans, ook aan de zykanten, by gelyktydig gebruik ran den speciaal voor dit doel geschikton Chlorodont Tandenborstel, waarop de haren in den vorm van de tanden geplaatst zyn. Rottende spysresten, welke onvenn.vdelyk tusschen de tanden achterblyven en do hoogst onaaugename lucht veroorzaken, worden geheel verwyaerd. Probeert U e<.rst een kleine tubo van 35 cent in verpakking metgarantiestrook en meisjeskopje. Chlorodont Tandenborstel voor kinderen 45cent, voor dames (middelbard haar) 75cent, voor heeren (bard haar) 76 cent, in de bekende blauw groene Chlorodont-doos. Alom verkrygbaar. 65 mm klaarde, dat 'hij, zoo hij de gelukkig-e oogen- blikken uit zijn bestaan bij elkaar telde, slechts een bitter geringe uitkomst zou krijgen, doelde hij op de speldeprikken, die hem het leven dagelijks hadden vergald. Speldeprikken zijn, zegt men, onschade lijk. Ze brengen het leven niet in gevaar, gelijk zwaardslagen. Maar dat ze, juist door hun onophoudelijk neerdrukkende, prikke lende, humeuibedervende werking een maatschappelijk kwaad van beteekenis zijn, ziet men voorbij. Want, lichamelijk mogen .ze minder ge- aarlijk schijnen, voor geest en gemoed zijn speldeprikken schadelijker dan zwaard slagen. De groote smarten van 't ieven heiligen dit niet zelden. Een katastrofe kan offervaardigheid, moed, medelijden opwek ken. Van een persoonlijke of maatschappe lijke ramp kan een zedelijke verheffing uit gaan, welke tegen de stoffelijke schade op weegt. Maar wie zal de zedelijke verheffing door kiespijn, de gemoedsveredeling door ^zenu wen" bezingen of zich door verkoudheid voelen geheiligd? Juist omdat die duizenderlei kleine ver drietelijkheden zoo algemeen en aanhou dend zijn en zoo algemeen en aanhoudend den werkkracht verlammen, het humeur be derven en de levensvreugde in den weg staan, is het zoo jammer, dat de hervormers en weldoeners der maatschappij er zoo weinig aandacht aan bestedien. Zij vinden die kleine verdrietelijkheden de moeite niet waard. Toen de menschheid zich allengs civili seerde en zich een woonplaats bereidde temidden der oerwouden, heeft ze de ver scheurende dieren uitgeroeid. Voor een leeuw of ratelslang behoeven wij niet meer bang te zijn. Maar de muggen en vliegen liet men vrij spel; het was onschadelijk ge dierte, waarvan louter kleinzeerige menr schen last ondervonden. Doch allengs is men tot de ervaring ge komen, dat juist die veronachtzaamde kleine insecten de langdurigste en pijnlijkste ziek ten veroorzaken. De strijd tegen de malaria is muggen'bestrijding geworden- Nu men voor den klauw van den leeuw niet langer bevreesd behoeft te zijn, heeft men ontzag gekregen voor den beet van de mug. De moderne maatschappij heeft op alle gebied den leeuw allengs uitgeroeid. Tegen de groote slagen van 't noodlot beschermen ons steeds nieuwe uitvindingen. Maar de muggen heeft men ongehinderd zich tot in 't oneindige laten vermenigvuldigen en de geestelijke malaria, welke haar niet van belang geachte steken veroorzaken, heeft zich als een besmettelijke ziekte verbreid- In Amerika, het praktische land bij uit nemendheid, is men begonnen radicaal dé verkoudheid uit te roeien. Statistische ta bellen toonen aan, hoeveel kostelijke werk kracht en levensvreugde door dit massale niezen en snuiten vermorst wordt. En al dit verlies blijkt overbodig te zijn, zoo men aan de bestrijding van dit speldeprikken- gëvaar maar de noodige aandacht besteden gaat. Dood gaat men slechts eenmaal, ziek is men slechts zeklen en een bankroet of een ongeval behoort tot de uitzonderingen Maar de kleine verdrietelijkheden, welke te heviger gaan kwellen, naarmate de mensch heid fijner besnaard wordt, vindt men eiken dag weer terug op zijn weg. Slechts dén zal de aarde bewoonbaar wor den en de samenleving gezond, wanneer de geneesmeesters der menschheid, na de zwaardslagen te hebben geheeld, op de speldeprikken gaan Ietten. H. G. CANNEGIETBR. RECLAMES. Van 1- 4 regels 1 4.05. elke regel moer L« Dipl. Maatsch. t.b.d. Toonkunst! PIAKO's en ORGELS Havik 29 Tel. 773 UTR.STRAAT 15 TEL. 483 Wij vertegenwooidigen de bekends NOG MEER CORRUPTIE HAAGSCHE GEMEENTE AMBTENAKEN VERDACHT Uit den Haag meldt men ons: Naar wij vernemen bestaat er verdenking tegen ecnigc ambtenaren bij gemeentebedrij ven Van hier ter stede, dat zij, zij het ook toi beperkte bedragen, gelden in ontvangst heb ben genomen van bepaalde leveranciers. Een streng onderzoek is asnstonds ingesteld. DE SAMENWERKING TUS SCHEN DE MIJNWERKERS BONDEN HET EINDE IN HET ZICHT? De R.-K. MijnwerlTersbond heeft een schrij ven gezonden aan den Nederlandschen Mijn- werkersbond, waarin de terugneming van ver schillende beschuldigingen, die in het vakblad „De Mijnwerker" en op vergaderingen zijn ge uit, wordt geëischt, onder mededeeling dat in dien hiertoe niet wordt overgegaan, de R -K Mijnwerkersbond weigert verder met den Nederlandschen Mijnwerkersbond samen ie werken. HET ADVERTENTIECONTRACT VAN DE „AVONDPOST". De Avondpost in het gelijk gesteld. De Hooge Raad heeft hpden arrest gewezen in de zaak tusschen de N. V. de Avondpost en J. P. J. Born. Tusschen partijen was in Januari 1920 een contract gesloten voor de plaatsing van 5000 advertentieregel, terwijl dc Avondpost het recht zou krijgen bij niet-p'aatsing binnen I jaar het rcstcerendc bedr^v ineens op te eischen. Bom beriep zich echter op bedrog bij het afsluiten van het contract, subsidiair dwaling in de zelfstandigheid der zaak. De rechtbank te Utrecht gaf hem in dit op zicht gelijk en ontzegde de door de Avond post ingestelde vordering. De Hooge Raad heeft thans dit vonnis ver nietigd en ten principale rechtdoende, Bom veroordeeld om aan de Avondpost het gevot- derde bedrag van 365 te betalen met een rente van 6 pet. ARBEIDSONGEVAL. De lijnwerker Th. v. W., wonende te Oost- burg, is te Breskens uit een 10 meter hooge telegraafpaal gevallen. Ernstig gewond en met een hersenschudding werd do man naar het ziekenhuis te Oostburg vervoerd. Men vreest voor zijn leven. DE POSTDUEFBEMANNING GEHULDIGD KOPPEN, DE TJITJAK COR RUYS AAN 'T WOORD Wij lezen in het Hbld.: Wist men, dat luitenant Koppen in den vriendenkring do tjitjak heet vanwege dc zon derlinge geluiden die hij kon maken? En dat hij zich in dc binnenlanden van hetzelfde tro- penland waar zijn Postduif zoo allcrkranigst is neergestreken, als een zeer behoorlijk odeurtje heeft ontpopt, tien, twaalf jaar geleden toen Schiphol nog in zijn kinderschoenen stond en aan een vliegtocht naar Indië in de verste verte niet werd gedocht? Wij hebben 't gisteravond vernomen; dat c» neg heel veel andere genoegelijkc dingen uit den tijd toen Tilly en Cor en George elkander in Indië hadden gevonden. De hechte vriendw schapsband door gesloten is waarschijnlijk wel mede de oorzaak geweest, dat de Holland Indië-vliegers gisteravond in het Centraal- Theotcr werden gehuldigd zóó hartelijk maai ook zóó origineel als dat bij dergelijke gele genheden hoogst zelden het geval kon zijn Daar stonden na het einde von het tweede bedrijf in 't spiksplintcr nieuwe kantoor van Potasch en Pcrlemoer het heele personeel. Juffrouw Cohen de typiste en juffrouw Lcwin, de mannequin Daar stonden mevrouw Van Westerhoven die zoo'n gezellige moeder Poi- nsrh is en Frits Bouwmeester; hoewel Andrieff nog geen twee minuten te voren door den boos naer Canada was geëxpedieerd. Daar wa len in *t kort gezegd, met Ruys—Potasch en de Bree—Pcrlemoer aan het hoofd, allen die nu reeds zooveel avonden achtereen Amster dam doen schaterlachen om de fails et gestes van de beide compagnons. En voor hr t voet licht luisterde een stampvolle zaal naar de eenvoudige woorden door Cor Ruys tot het driemanschap in het algemeen maar tot luite nant Koppen in het bijzonder gericht. „Ik had je zóóveel willen zeggen George", begon Ruys, „en nu het er op aankomt, nu heb ik een prop in dc keel. Nu kan ik er ai- leen maar uitbrengen, dat ik voor jou en voor Frijn en Eilcman een grenzenlooze bewonde ring heb, dat ik jullie kranen vipd, waarop heéJ Nederland trotsch moet zijn. Kijk, kerel, wij hebben een ontzettend druk leven Wij reizen iederen avond laat nog naar Den Haag. Van nacht blijven we hier en dc hotel-rekening hebben wij graag voor jullie over. Maar als wij dan laat thuis kwamen: gauw even een kopje thee en gauw, hèèi gauw kijken hoe 't met jullie ging. Wat waren wij blij, dat alles zoo prachtig liep. Wat hebben wij om jullie in angst gezeten. Tilly en ik. Al sprekend kwam Ruys los en toen hij los kwam, hoorde de zaal al die kleine intimitei ten, waarvan wij er ccnige reeds debiteerden Toen hoorde het belangstellende publiek, dat het Cor Ruys is geweest, die luitenant Koppen afried om aan het toonecl te blijven en dat dc prachtig geslaagde vlucht dus voor een hèèl klein gedeelte aan hem is te donken. „Daar hen ik trotsch op", verklaarde hij, „want al was je op het tooncel niet onverdien stelijk zóó-hooge vlucht als thans, zal je op de planken nooit hebben genomen. Aan het slot van zijn speech die zoo hcelc- maal niet officieel wos, bood Ruys namens Til ly en hem zelf, Koppen een pressevpapier aan die den vorm had van een tjitjak en bovendien werd voor ieder van het driemanschap een geweldige krans aangedragen Nog eens gaf Ruys uiting aan zijn bewondering voor de geweldige prestatie van wie „De Postduif" be manden en ten slotte zei hij: „Domes on hee ren, u weet dat het hécl erg" bruiloftachtig is, maar toe, laten wij allemaal even zingen „Lang zullen zij leven" Dat is gebeurd Uit volle borst! De zaal da verde er van en de zaal daverde opnieuw toen luitenant Koppen uit de versierde loge, waar in zijn tochtgenooten met hunne dames wa ren geïnstalleerd, zijn dank uitsprak voor df» hartelijke ontvangst en tevens van de gele1- genheid gebruik maakte om Frijn en Elleman nog eens explein comité te verzekeren, dai zonder hunne medewerking het doel nooit zou zijn bereikt. Na de pauze een alleraardigste verrassing De reis van „De Postduif" op het witte doek En even hartelijk als van de vliegers te voren in levende lijve had bejubeld, werden nu hunne portretten gehuldigd. RAAD VOOR DE SCHEEPVAART DE AANVARING DER K.W. 165 De Raad voor de Scheepvaart stelde heden een onderzoek in naar dc oorzaak van he* ongeval, op 19 Cctobcr j.I. overkomen aan den zeillogger „Nederland 11" K. W. 165, welke aangevaren werd door het Engelschc stoom- schip „Audacity" en dientengevolge is gezon-- kon. Dc loods, als getuige gehoord, verkloorde, dat hij het Engelschc schip uit de slüis binnen de pieren had gebracht en halverwege de pieren van boord gegaan wos, daar dc weersomstan digheden dit toelieten en dit de overige loods* werkzaamheden ten goede komt. De schipper van de „Nederland IT' verklaar de den bewustcn nacht van de vischvangst op dc Noordzee tcrugkecrende, te ongeveer 11 uur koers te hebben gezet naar IJmuiden. Het weer was buiig en het zicht goed. Er stond cenigo deining en dc wind was West. Men sneed te I! uur met den Noordpier met koers Z.O. t. Z. en zag een stoomschip naar buiten komen, waarvan eerst het toplicht en later ook hrt groenlicht zichtbaar werden. Daarna verdween het groene licht en kwam het roodc tc voor schijn. Op den logger meende men dat do stoomboot non lij zou passecrcn, doch het groene licht werd weer gezien en het roode ver dween. Signalen von het stoomschip werden niet waargenomen. De logger liep met een vaart van circa 6 mijl Z.O. t. Z. en de vaar tuigen lagen toen vlak bij elkaar. Indien do stoomboot zoo wus blijven doorloopen, zou zij nog wel voor den logger langs hebben kunnen passeeren, meent get. De Engelschmon begon toen echter naar stuurboord tc draaien. Een aanvaring bleek onvermijdelijk. Dc schipper van de „Nederland II" sprong naar den roerganger en haalde vlug den helm stok te locvcrt op, terwijl de stuurman dc ach- terpick liet loopen. Dc Engclschman naderde en raakte S. B. het achterschip en veroorzaakte een groot gat. Men bevond zich toen op 700 meter buiten de pieren. De Engelschmon is, in weerwil van hét schreeuwen van dc beman ning van den logger, doorgestoomd. Dc giek van den logger v iel op dc. boot en de helmstok brok of. Na het ongeval heeft de logger voort durend gestokcld. Met veel moeite is het schip binnengebracht, doch buiten de kleine pier be gon het te zinken. Alle opvarenden, met uit zondering van den kok, konden gered worden. Hot verdere getuigenverhoor wierp geer» nieuw licht op dc zaak. De Raad zal togelcgenortijd uitspraak doen. UIT DE STAATSCOURANT benoemd bij het reserve-personeel der land macht, bij het personeel van den Geneeskun digen Dienst, tot reserve-officier van gezond heid der 2c klasse J. S. Stratingh, arts; op verzoek eervol ontslagen, ingang 1 De cember, A. H. Spouwen als burgemeester van Rijckholt. DE KANALENAANLEG IN WEST FRIESLAND Dc gemeenteraad te Zwaog besloot heden mot 5 tegen 2 stemmen de gevraagde 1000 gedurende 40 jaar te betalen, ten behoeve van don konalenr.anleg in West-Friesland, mits het kanaal niet wordt voorzien van dijken en het peil in den polder blijft, zooals dit nu is. UIT HET RAAM GEVALLEN. In de Lange Lijnstraat te Rotterdam speelde de 4-jarige W. Loef voor een open raam. In een onbewaakt oogenblik viel het meisje, do; het evenwicht verloor, uit het raam van dc derde verdieping. Met een zworen schedelbreuk word de kleine naar het ziekenhuis vervoerd, doch bleek bij aankomst reeds te zijn over leden. De vierde en laatste ovatie geschiedde op straat. Want toen na middernacht het Centraal Theater leeg liep, stond in de Amstelstraat een dichte menigte de vliegers af te wachten. De 6pinnekop zuigt gif, de bij haar honing uit dezelfde bloem. Naar het Engelsch. van Dorothea Gerard Door Mr. G. KELLER. De generaal kon van verbazing zijn oogen niet gelooven, toen hij zag, hoe het kruis aan het hoofd van den stoet, het eerste gelid dor Kozakken bereikte en zich schijnbaar ónbe- lemmerd verder voortbewoog. Tusschen de dicht bij elkaar staande paarden baande do oude boer zich kalm een pad en door de aldus ontstane ruimte verdrongen zich de meisjes Weldra werd de doorgang wijder, toen de wil de paardjes, opgeschrikt door de vaandels, klokjes en witte kleeren, schichtig ter zijde we ken en in een soort van paniek do achter hen geschaarde dieren terug drongen, zoodat deze op hun beurt lastiger te houden waren. Toon hij zag, dat de gelederen verbroken werden, kon de generaal geen oogenblik langer aarze len. Het afgesproken teeken werd gegeven en onmiddellijk klonk van de ongeduldige lippen van den Kozakkenkapitein het luide gegeven bevel „Charge met getrokken sabel!" De eerste slag trof het hoofd van den drager van het kruis, zoodat dezo op de knieën viel Tusschen paarden op den grond liggend, het kruis nojr steeds omhoog geheven* richtte hij zijn bebloed gelaat op en met bevende stem zette hij het lied in: „Heilige God! Almachtige Heilige, onsterfelijke God, Wees onzer genadig I" Nauwelijks waren de eerste tonen van dit lied over zijn lippen, of de meisjes achter hem, die onder den regen van sabelslagen eveneens op de knieën waren gevallen, deden haar jonge stemmen samenklinken met zijn oude schorre stem en zetten mede het volks lied in. Het volgende oogenblik nam de reus achtige schare den zang over en uit twintig duizend monden steeg het gebed ten hemel „Heilige God. Almachtige, Heilige, Onsterfelijke God, Wees onzer genadig!" Een oogenblik volgde, dot vriend noch vijand ooit zou vergeten. Bij de eerste tonen van het ontroerende lied, van kindsbeen den Kozakken bekend wijl zij hun eigen woorden boven dezelfde melodie hadden geschreven, waarin tot hetzelfde Op perwezen een bede werd gericht, waren de be reden troepen door een wonderlijke verwarring aangegrepen. Alsof het bevel daartoe had weerklonken, hadden zij him hand, die den sabel omklemde, naar het hoofd gebracht, en haast automatisch hadden zij dit ontbloot. Ere wonderlijk schouwspel, ook de generaal hield' zijn muts in de hand en zijn lippen trilden on der zijn zware snor. Blijkbaar had ook hij het hoofd verloren. Gelukkig evenwel voor Ruslands goeden naam, was de bevelhebber van de gendarmes van wat grover stof gemaakt. Hij reed near den generaal en riep „Uw plicht, generaal! Vergeet uw plicht niet!" Bij die dringende vermaning trok de generaal zijn schouders naar achter en ijlings, alaöf hij zich schaamde, zette hij zijn muts weer op. „Op de Kozakken valt blijkbaar niet te rekenen. Zou het oogenblik niet zijn gekomen om de ulanen te laten chargeeren „Ja, dat zou wel goed zijn." Zich vermannend wendde de generaal zich tot zijn adjudant en gaf hem haastig een be vel. Binnen een minuut was het paard van den adjudant het plein overgestoken en nauwelijks had hij den bevelvoerenden luitenant bereikt, of de lange, glanzende lansen waren reeds geveld. Nog een minuut en die moorddadige wepens zouden gericht zijn od de weerloóze massa. Het leek echter wel of de bede om ont ferming gehoor had gevonden in den hemel; Want nog had de luitenant zijn mond niet geopend om het noodlottige bevel te geven, of een nieuwe gestalte, te voet maar in vol uniform, vertoonde zich in het midden van het plein en lu'ef zijn hand omhoog, alsof hij iets wilde verhir.dc-ren. Bii het zien hiervan Het dc luitenant onmid dellijk ziin sabel zakken Want de gestalte op het midden van het plein, die niemand had zien komen, was van een der hooge ambtena ren, vertegenwoordiger van den gouverneur, dus de» belichaming van de regeering. AHct oogen wendden zich tot hem en in een oog- \venk, als het ware bii afspraak, weid het zin gen gestaakt. Er zou niet worden aangevallen, verklaarde de vertegenwoordiger van den gouverneur aan de stil luisterende schare. Het was niet noodig bloed te vergieten, daar er een veel eenvoudi ger middel was gevonden om oan de betoo ging den kop m to drukken. De schipbrug over de rivier* zoo gebouwd, dat zij bij hoog, water kon worden weggenomen, was in den morgen uiteengenomen. Reeds dit maakte het onmogelijk, dat do beide processies zich zou den kunnen vereenigen De troepen konden dus kalm inrukken. Er was niets tegen het volk te veroorloven een wandeling naar den oever der rivier te maken. De woorden waien welwillend, maar er sprak een diepe minachting voor de massa uit en dc blik dien hij langs de talrijke schare welke aan de processie deelnam, liet waren, was volstrekt niet vriendelijk, alleen wat min der wreed dan die. van den tcieurgestelden Kozakkenknpitein. Wat een pracht van een gelegenheid liet men nu ongebruikt! En dst alleen omdat die domme kerel zich door een volkslied van dè wijs hadden laten biengen Nijdig keerde hij aan het hoofd van zijn man. schappen naar dc kazerne terug. Gned, van daag zou er geen bloed meer gestort worden, maar de gelegenheid zou zich later wel voor doen I Intusschen was de processie, opnieuw even zorgvuldig als tevoren opgesteld, weer be gonnen voort te schrijden langs den nu vrij gelaten weg, met even groote minschting voor de officieele mededeeling als tevoren Voor de aanwezigheid der Kozakken. De oude boer met"* het kruis opende den stoet weder, even wel thans een weinig waggelend. Zijn gelaat vertoonde een gapende wonde, terwijl op de witte gewaden der meisjes, die hem volgden, tal van versche bloedvlekkon zichtbaar waren. Met vaandels, banieren en wierookvaten trokken zij door de straat, die voerde naar dc rivier en weldra stonden allen aan den oever van den stroom. Daar ondervonden zij den eersten ernstigen tegenslag. Misschien hadden zij niet len volle geloof gehecht aan dc woorden van den ver tegenwoordiger van de regeering, want bij het gezicht van de weggebroken brug verbleekten vele gezichten duidelijk, die bij den aanblik von de sabels der Kozakken zich niet vertrok ken hadden. Op den kont van clkcn oever lag het houtwerk opgehoopt, dat diende voor de samenstelling van do brug, terwijl tusschen de beide bruggehoofden de Niemen traag voort- golfde. Het scheen «-en onoplosbaar raadsel, hoe men de overzijde zou kunnen bereiken. Men begon allerwegc te twijfelen. Maar ter wijl de menigte nog stond te beraadslagen op den oever, droeg de wind het geluid van na derend rumoer over het water, en de ooren werden getroffen door sch'elgerinkel, niet af komstig van de eigen processie. Weldra zag men aan de overzijde andere vaandels en ba nieren wapperen, hei wos dc zustei processie, die uit het hart van Polen naderde. Aan het hoofd cr van ging ook weer een grijsaard, maar hier was het geen boer, doch een wit harig edelman in schitterende nationale klee- dij, mijlen in den omtrek bekend als de drager van een roemruchten naam. Dit gezicht werk te als een electrische schok. Uit alle kelen steeg een kreet op, een kreet van verlangen en saamhoorighcid. Op beide oevers vielon do menschen op hun knieën, dc samcngekneo<^ honden naar elkander uitgestrekt, terwijl rij hun lippen weer openden, niet echter voor een bede, doch voor de plechtige woorden van hun volkslied„God, die zoo vele eeuwen Polen licht en eer deelachtig deed worden. En het hartstochtelijk snikken der vrouwen mengde zich tusschen de bruisende klanken der melodie van het lied. (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5