DONDERDAG IÏÖ NOVEMBER WEER
99 Zendt tijdig Uw
„KEITJES" in.
KINDERPOSTZEGELS EN
KINDERBRIEFKAARTEN
voor de weldadigheid
VERKWISTING VAN OPEN
BARE GELDMIDDELEN
de regeering in
gebreke gesteld
DE NEDERLAND
SCHE VLOOT
verzet van
transportarbeiders
OPEN VE. STERS IN
SPOORWEGRIJTUIGEN
een oplossing aan
de hand gedaan
een nieuwe iindustrie
-;V- f-.'V-is -:<vr
KEITJES
Van 15 December a.s. tot cn met 14 Januari
1928 zullen aan de postkantoren wederom wel
dadigheidspostzegels voor het kind verkrijgbaar
zijn. Evenals in het vorige en het daaraan
voorafgaande jaar is de opbrengst bestemd
voor de instellingen, welke arbeider» voor het
bescherming- en hulpbehoevende kihd. Uitge
geven worden, gelijk wij reeds meldden, vier
zegels met frankeerwaarde van 2, 5, 7l/t en
15 cent, voor resp. 4> 8, 11 en 18 cents.
In deze zegels vindt men wederom de wa
pens van vier provinciën verwerkt, ml. Drente,
Groningen, Limburg en Overijsel, hiermee is
de reeks d«r elf provinciën voltooid. De ont
werpen voor deze elf zegels zijn alle van de
hand van Ant. Molkenboer. Op alle ziet men
behalve het provinciale wapen een teekening
van een bloom of plant.
Reeds bij het verschijnen van de eerste drie
zegels dezer serie provinciale wapens in 1925
is een uitleg van den ontwerper gepubliceerd
dat de illustreerende bloemen en planten bij
de provinciale wapenschilden geïnspireerd wa
ren door de heraldische eigenaardigheid, dat
vele landen landstreken of geslachten bij hun
bekend blazoen nog een bepaald herkennings-
teeken voeren de leliën der Bourbons, de kla
ver der Ieren, de roos der Tudors enz. zijn
genoeg bekend. Dit werd het uitgangspunt;
echter slechts enkele onzer provinciën geven
zulk erkend motief. Om deze bloemen- en
plantenzegels te kunnen voltooien heeft de ont
werper een stel zorgvuldig opgebouwd en pas
thans, nu dit jaar (December 1927) de laatste
zegels het geheel ven elf zullen completeeren,
kan overzien worden hoe de ontwerper, kiezend
tussehen de vele gegevens, die land en ge
schiedenis hem boden, zijn taak heeft voltooid,
waardoor tevens uitkomt hoezeer deze post
zegels zijn echt Nederlandsche. De elf proi'in-
cfën vormen tezamen het Koninkrijk Nederland
en de ontwerper heeft aldus die provinciale
zegels willen zien als één geheel, d.w.z. de ge
kozen motieven vullen elkaar aan cn symboli
seren samenvattend de meest karakteristieke
gesteldheid van ons „lage land bij de zee".
Want al zijn de zegels klein naar het opper
vlak, de groote, decoratieve lijn, waarnaar on
ze huidige tijd streeft, wordt bepaald door den
opzet en niet door grootere of kleinere maten.
De elementaire motieven von land, water en
geschiedenis zijn aldus verwerkt
Land
1. vet weilandgras met boterbloemen
(landbouw, veeteelt), Groningen.
2. heidegrond heidebloem, Drente
5. kolcngrondhet zwarte goud, ford van
Limburg.
Water
4. zeemotiefwitgekuifdc golven met zwal
pend zeewier (storm op zee), Zeeland.
5. riviermotlofstroomend water met wui
vend riet (water en wind), Overijsel.
6 binnenwatermotiefde drijvende water
lelie der stilstaande plassen, Friesland.
7. bevroren waterijskristallen, sneeuw*
bloem (koude en grijze mist), Utrecht.
Historische motieven
8. de lelie var. Genoveva van Brabant (Ka-
rel de Groote-tijd), Brabant
9. de mispel der Geldersche hertogen (gra
ventijd), Gelderland
TO. de oranje-appel der Oranjes (stadhou-
derstijd) Noord-Holland
TT de roos (koningsmotief uit den Holland-
schen tuin koninkrijk) Zuid Holland.
Bovendien is een herinnering aan onzen
vóór-Christelijken tijd aangegeven in het ijs-
bloemzcgel, waar de Germaanschc sneeuwgod
het motief suggereerde (Utrecht),
Het vorige jaar nam de Ned. Bond tot Kin
derbescherming ©en proef met de uitgifte van
een serie prentbriefkaarten, ten bate van het
zelfde doel als dat der postzegels. Men herin
nert zich de zes kindervoorstellingen uit schil
derijen van Jan Steen. Deze proef is boven ver
wachting geslaagd en de Bond heeft daarom
dit jaar opnieuw een reeks kaarten laten druk
ken, wederom kinderafbeeldingen, ontleend aan
oude Hollandsche schilderijen.
De reeks heeft de volgende nummers
1 Michiel Sweerts, slapende jongen, frag
ment uit een Italiaansch landschap in het Mau»
ritshuis.
2. Gerard Dou, meisje bij de wieg; fragment
uit het bekende schilderij „De jonge moeder"
uit hetzelfde museum.
3. Gerard ter Borch, moeder en kind, uit het
Mauritshuis
4. Frans van Mieris de oude, de bellenbla
zer, uit het Mauritshuis.
5. Johan van Staveren, jongen in een toog,
uit het museum Bredius,
6 Gerard ter Borch, jongen met hond, uit
de oude Pinakothcek te München.
De kaarten zijn in lichtdruk uitgevoerd door
de drukkerij Th. van Hemert en Zn. te Oos
terhout.
Zij zullen, evenals het vorig jaar de Jan
Steenkaarten, verkrijbaar zijn bij de propogan-
dacomité's voor kinderpostzegels, waardoor de
kosten beperkt blijven tot die van drukken en
verzenden De prils is wederom gesteld op 35
cent per serie: d^ze maal wordt geen prijs
vermindering toegestaan aan hen. die tevens
postzegels koopen.
SCHOOLWEELDE TE OOTMARSUM
De raad van bestuur der Nationale Unie heelt
deaa ndacht van minister De Goer gevestigd
op „een markant geval van bij de tegenwoor
dige ontreddering der financiën, naar het voor
komt, onverantwoordelijke verkwisting dei
openbare geldmiddelen" en wel in verband met
de omstandigheid dot, het beleid der afzonder
lijke departementen inzake het onverzettelijk
tegengaan van verkwisting als de toepassing
mag worden beschouwd van een homogene ka-
binetspolitiek.
Het gevel dan betreft de gemeente Ootmar-
sum, een enclave van ongeveer 2 H.A. in de
gemeente Denekamp met een bevolking van
omstreeeks T500 zielen, die een zóó geringe
mate van welstand geniet, dat de opbrengst van
de 100 opcenten op de vermogensbelasting
over 1926 beneden 450 is gebleven en slechts
één inkomen de f 4000 te boven gaat.
De ontreddering van haar financiën schrijft
de Nat. Unie in de eerste plaats toe aan de
onoordeelkundige administratie van de gemeen
telijke electriciteitsvoorziening en den bouw
van een nieuwe bizondere R.-K, lagere meisjes
school ter vervanging van een alleszii.s vol
doende reeds bestaande soortgelijke inrichting,
die thans als bewaarschool dienst doet
De schuldenlast per I Januari T927 s'eeg
daardoor tot f 121,943 en heeft een dienover
eenkomstige stijging van den belustingchuk
met zich medegebracht. Over 1926-1927 weid
in Ootmarsum geheven G14 gemeentelijke
inkomstenbelasting, benevens het maximum
aantal door de wet toegelaten oprenten op alle
directe rijksbelastingen.
Ondanks deze buitengewone maatregelen
blijft het bezwaarlijk de uitgaven door de in-
komsten te dekken met 1 Januari 1927 motst
voor rente en aflossing van schulden f 16,370
op de begrooting worden gebrach: terwijl dt.
toteol-opbrengst der gemeentelijke inkomsten
belasting over 1927 op f 15,340 geraamd
werd.
Thans dreigt deze verarmde gemeente finan
cieel volkomen te gronde te worden gericht.
Doch instede van strenge bezuiniging valt
nieuwe verkwisting te constateeren, doordat
weer geheel overbodig werd besloten medewer
king te verleenen tot .den bouw van een nieuwe
school op een terrein, dat aan de bestaande
openbare school vrijwel aansluit, wat de ge
meente Ootmarsum een nieuwe uitgave oplegt
van 48,000, waardoor de schuld opnieuw
met 30 verhoogd is.
De burgemeester ^c-eft dit besluit wJ aan d*.
Kroon ter vernietiging voorgedragen, doch aan
flezfi voordracht is tot dusver geen gevolg ge
geven, en de gebruikelijke schorsing van het
raadsbesluit hargende het onderzoek is achter
wege gebleven
De Raad he« it tem 19 'Augustus besloten
over 13 gaan tot een gt-ldlecning van ƒ37,000
en het ki'kbestuur moet reeds den grani heb»
ben aangekocht nog vóórdat de schooloan-
vrage in den Raad ook rog maur besproken
was.
Tegenover zoo o. verantwoordelijke verkwis
ting ziet de Not. Unie de hoogere instanties tot
ingrijpen bevoegd verplicht.
De Nat. Unie vraagt nu den minister
a. Waarom op de voordrucht van den bur
gemeester van Oolmn-sum tot vernieiiging van
het raadsbesluit van 31 Mei T927 geen vernie
tiging is gevolgd? Waarom, hangende het on
derzoek, geen schorsing van bedoeld besluit
is bevolen? of bedoelde voordracht de Kroon
langs den regelmatigen weg heeft bereikt?
b. Waarom Gedep. Staten van Overijsel tot
dusver niet aan hunne wettelijke verplichting
tot ingrijpen hebben voldaan?
c. Waarom, nu Gedeputeerde Staten niet
hebben ingegrepen, de ministers van onderwijs
en van binnenlandsche zaken en landbouw, niet,
ter correctie van deze instantie, proprio motu
dit besluit van den Raad van Ootmarsum aan
de Kroon tot vernietiging hebben voorgedra
gen?
d. Is de minister bereid, teneinde den kwa
den schijn van conniventie der controleerende
instanties met deze verkwisting te vermijden,
alsnog zijn invloed te doen gelden tot onmid
dellijke schorsing van het betrokken raadsbe
sluit, opdat op deze aangelegenheid niet -ordes
gepraejudicieerd worde?
In verband met het feit dot bevoordeeling
van het bizonder onderwijs boven het open
bare, tot een nieuwen schoolstrijd moet le'den
en het bizonder onderwijs de liefde en steun
des volks, die het groot maakte, doen vorlie-
zen, is deze locale aangelegenheid van typische
en derhalve algemeene bcteekenis.
De sloffe gang der administratie, oa. blij
kende uit het vervagen, zelfs van de door het
laatste parlementaire kabinet gestelde normen
van bezuiniging inzake het nationaal onder
wijs, rechtvaardigt, naar het inzien der Natio
nale Unie, het groeiend verlangen naar de for
matie van 't nieuwe parlementaire meerder
heid, die het optieden eener sterke, verant
woordelijke. nationale resreerirux zal mogelijk
maken.
HET KLEURLINGENV RAAG STUK
Het hoofdbestuur van den centralen bond
van transportarbeiders heeft „in de ernstige
gevolgen, welke tewerkstellen van kleurlingen
op de Nederlandsche vloot medebrengt, zoo
wel voor de veiligheid aan boord der schepen
onder Nederlandsche vlag als voor de wel
vaart van een groot aantal Nederlandsche zee
lieden", aanleiding gevonden zich te wenden
tot de regeering, de Statem-Generaal, de ge^
meenteraden van Amsterdam en Rotterdam en
allen, die belast zijn met eenige verantwoor
delijkheid in het Nederlandsche koopvaardij-
bedrijf, om de aandacht te vestigen op de vela
wantoestanden, welke zijn ontstaan. Aan het
uitvoerige betoog ontleenen wij het slot:
De schepenwet schrijft sub h. van art. 4
voor, dat de schipper verplicht is, alvorens
met zijn schip een reis te ondernemen, te zor
gen dat het schip behoorlijk bemand is en het
personeel lichamelijk geschikt "is om het schip
veilig over zee te brengen.
Het komt op de interpretatie van deze bepa
ling aan.
Welnu, het is wenschelijk, ja noodzakelijk,
dat de Scheepvaart-inspectie aan deze bepaling
eens wat meer aandacht schenkt en wel dege*
lijk een regelmatig onderzoek instelt naar de
geschiktheid der gekleurde bemanning. Eén
der meest elementaire eischen daarbij is we),
dat de opvarenden do commando's kunnen
verstaan in de taal, waarin deze gegeven be-
hooren te worden, d.w.z. in het Nederlandsch
op een schip onder Nederlandsche vlag.
Voorts een nauwkeurig toezicht op het oefe
nen der reddingbooten met Chincezen en Las
karen.
Het ware daarnevens wenschelijk zop spoe
dig mogelijk maatregelen tc treffen, dat een
overeenkomst, welke namens dc gekleurde
schepelingen wordt aangegaan ter contróle
bekend wordt gemaakt, terwijl de uitbetaling
van gage aan anderen dan de gemonsterden
verboden wordt.
Tegenover de ongunstige elementen, welke
onder de Chineezen worden aangetroffen, die
nen op grond van de vreemdelingenwet montw
regelen te worden getroffen.
Het aan den wal zetten van Chincezen en
Laskaren vooral ook door schepen onder
vreemde vlag moet worden tegengegaan, ter
wijl het hoog tijd wordt, dat de Chineezenlo-
giezen zoowel te Amsterdam als te Rotterdam
danig onder controle komen, niet slechts van
de politie, maar ook van de volksgezondheid.
Dit kan men bereiken door voor het ;houden
van logiezen speciale voorschriften vast te
stellen, opdat de onhoudbar© en onhygiënische
toestanden kitnnen verdwijnen.
Ten slotte zij der regeering aanbevolen, het
initiatief te nemen tot het onderzoek naar de
vraag, op welke wijze het mogelijk zal zijn, de
door de recderijen aan te voeren bezwaren te
gen het wederom varen van Nederlandsche
zeelieden, op te heffen.
De medewerking van de organisatie der zee
lieden worde bij voorbaat toegezegd, mits dit
onderzoek volkomen objectief en met mede
werking van de betrokkenen wordt ingesteld.
Het lijkt niet overbodig ten slotte nog eens
duidelijk ons standpunt tegenover de kleurlin
gen uiteen te zetten.
Wanneer de kleurlingen komen als vrij ar
beider op de vrije arbeidsmarkt en zij zich
aanbieden tegen voorwaarden, welke niet on
gunstiger zijn, dan de geldende, don zou tegen
dit aanbod onzerzijds geen bezwaar worden
gemaakt.
Tegen het varen van negers, halfbloeden uit
Amerika enz., is nimmer bezwaar gemaakt.
Het gaat er ook niet om, zeelieden van andere
nationaliteit van de vloot te weren. Maar wel
gaat het bezwaar tegen de Chincezen en Las
karen, omdat zij georganiseerd tegen lager
conditie op de vloot worden geïmporteerd.
Wij verzetten ons tegen den handel in Chi
neezen en Laskaren. Wij verzetten ons tegen
het varen met een bemanning welke niet on
der alle omstandigheden voor haar taak bep
rekend is.
Wij zijn ervan overtuigd, dat wanneer de
Chinees en de Laskaar komen als vrij man op
de vrije arbeidsmarkt in eerlijke concurrentie
met den Nedcrlandschen zeeman, deze laatste
zijn plaats niet zal behoeven af te staan.
Thans wordt de Chinees en de Laskaar be
schermd op een hoogst onbillijke wijze. Het is
geen loyale concurrentie. Daartegen gaat ons
verzet.
Wij doen een beroep op de regeering, de
Staten-Generaal, de gemeenteraden van Rot
terdam en Amsterdam en allen, die in het
koopvaardijbedrijf verantwoordelijkheid dra
gen, om het door ons aan de orde gestelde
vraagstuk onbevangen te bezien.
Wij zijn ervan overtuigd, dat welbegrepen
inzicht in de volkswelvaart er toe zal leiden,
dat de onrechtvaardige bevoordceling van de
Chineesche en Laskoarsche crew don zal op
houden Dat er een eipdc zal worden gemankt
aan den slavenhandel, zooals deze thans g»-
dreven wordt en dat er vooi den Nederland-
schen zeeman wederom een „job" zal te vin
den zijn.
EEN OPEN VRAAG
Wij hebben de vorige week een bericht op
genomen, voorzien van een aonteekening van
de directie der Nederl. Spoorwegen dat be
trekking had op het al of niet geopend zijn
van vensters in spoorwegrijtuigon. De vraag
waar het over liep was deze:
moet op verlangen van één of meer der rei
zigers in een spoorwegcoupé het venster aan
de niet-windzijde open staan of wel heeft één
of meer der reizigers het recht te eischen, dat
ook dit venster gesloten blijve. Men achtte
deze vraag eigenlijk geen vraag meer, zoodra
men het Algemeen Reglement op het Vervoer
maar naslaat en daar van het in art. 11 sub
11 bepaalde kennis noemt„De vensters moe
ten, wanneer één of meer der reizigers het
verlangen, aan de windzijde gesloten zijn".
Daaruit werd afgeleid dat de vensters aan
de niet-windzijde, wanneer één of meer der
reizigers het verlangen, geopend moeten zijn.
Het wil ons voorkomen, zoo wordt nu aan
de Maasbode geschreven, dot degene, die deze
conclusie uit het geciteerde artikel trok, blijkt
van uitleg van wetten, verordeningen en regle
menten niet zijn dagelijksch werk te maken,
misschien zelfs er heelemaal geen kaas van
gegeten te hebben. Immersover de ven
sters aan dc niet-windzijde zwijgt juist
Kct geciteerde artikel in alle talen, terwijl er
verder in het he^le reglement geen enkel ar
tikel te vinden is, dat oVer deze druk-bedis*
cussieerde vensters spreekt. Een argument a
controria is uit de geciteerde bepaling al even
min te putten voor het geopend blijven der
vensters aan de niet-windzijde. Dit zou wel het
geval zijn, indien dc mcnschheid het eens was
over de vraag, wat dc normale stand van een
venster is: epen of gesloten.,. Immérs, dan kqn
men zeggen zoodra omtrent een venster niets
is bepaald, blijve het in zijn nórmalcn stand
en is er algemeene overeenstemming noodig,
om den abnoimalen stand te sanctionneeren.
Maar helaas, over dc kwestie van den norma
len stand van een venster, heerscht nu juist
geen eenstemmigheid
Het vraagstuk is dus nog niet opgelost en
er zullen nog steeds twistende reizigers en
bemiddelende conducteurs blijven, zoolang het
Reglement deze materie niet afdoende regelt.
Is dit mogelijk Getuigt niet juist het feit,
dat deze kwestie, waarop ongetwijfeld toch
bij het samenstellen van het reglement de
aandacht gevallen is toen de regeling voor
het sluiten der vensters aan de windzijde werd
gemaakt, niet geregeld is, dat men het te
moeilijk vond hier een olgemcenen regel te
stellen
Ongetwijfeld is hier botsing van belangen
de een verlangt vcrsche lucht, de onder bei
vrijd van tocht te blijven. Wanneer de een de
lucht versch genoeg acht, vindt de ander er
reeds een bedenkelijk „luchtje" aan, terwijl
de een reeds over tocht klaagt als de ander
't lekker frisch noemt. Dergelijke menschen
tot elkaar te brengen de practijk in de
spoorwegcoupé's bewijst het is een onmo
gelijkheid. Dit ligt niet uitsluitend aan de on
verzettelijkheid der betrokkenen, aan de sport
om hun zin door te zetten, of aan den onwil,
om ter wille van een ander nu eens een klein
ongemak te verduren. Neen, de hardnekkig
heid, waarmee de strijd gcvoeid wordt en de
diepe overtuiging, waarmede wederzijds de ar
gumenten worden aangevoerd dikwijls met
een geheel onhollandsche hartstochtelijkheid
wijzen er op, dat Holland bewoners heeft
van gansch verschillende constitutie.
Er zijn er die in een ecnigszins onfrisscho
atmosfetr subiet dreigen te stikken, er zijn
er die bij den geringsten frissche-luohtstrooro
een kou te pakken krijgen, bronchitis, long
ontsteking en andere akelige kwalen opdoen
en eveneens het leven er bij inschieten.
Het aantal der regelmatig op reis zijnde Ne
derlanders, dat zijn jaarlijksche of halfjaarlijk-
sche influenza aan een open raampje van eer,
spoorwegcoupé te danken heeft, is niet gering
En een flinke verkoudheid of influenza is nu
eenmaal iets, dat niet alleen op zichzelf hoogst
onaangenaam is en iemand dagenlang uit zijn
werk kan houden, maar dat bovendien niet zel
den ernstige gevolgen na zich sleept.
Naast de normale menschen, die vatbaar
zijn voor den invloed van een koude-lucht-
stroom, moeten bovendien nog genoemd wor
den de kleine kinderen, dc reconvalescenten,
de in ons land zoo talrijke lijders aan rheu-
matiek, allen personen van een meer dan ge
wone vatbaarheid en die toch ook bescher
ming verdienen.
Is er werkelijk geen weg te vinden om hel
elk naar den zin te maken om de vcrsche»
luchtmaniakken met vollen teugen de heerlijke
buitenlucht te laten inademen en de brocikas-
menschjes behoedzaam bij elkaar in glazen
doosjes te pakken Wc mcencn van wel.
Men heeft reeds twee soorten coupé's rook-
cn niet-rookcoupé's. Wanneer men nu de
vookcoupé's, waar de meeste behoefte bestaat
aan luchtverversching, eens proclameerde tot
„opencoupé's", waar één reiziger reeds hei
recht heeft, te eischen, dat het venster aan de
niet-windzijde open staat. En de niet-rook-^
in limburg.
Fabricage van kunstdarmen.
„Limburgsch Dagblad" meldt, dat Zaterdag
een bespreking heeft plaats gehad op initiatief
van den burgemeester van Amstenrade, 'van
den directeur der Rijn-Maashypotheekbank te
Vaals met medewerking von het fonds voor
sociale instellingen der staatsmijnen, waarbij
men er in slaagde de Rheinische Parasin
Werke te Bonn te doen besluiten haar zetel en
werkkring naar Amstenrade over te brengen.
In deze fabriek, waarin kunstdarmen worden
vervaardigd, zullen eerst veertig en later en
kele honderden dochters van mijnwerkers te
werk kunnen worden gesteld.
Dit is de eerste industrie in dc mijnstreek,
die werk aan vrouwelijke arbeidskrachten zal
verschaffen.
VISCHVERG1FTIGING.
Bedorven makreel-
Door den heer G. S., wonende aan dc Fre-
dcrikstraat te den Haag, werd Zaterdag aan
gifte gedaan, dat in het huis van den heer va*i
T. aan de Frederikstraat zich verschijnselen
van vergiftiging hebben voorgedaan.
De geneeskundige dienst, die een onderzoek
instelde, constateerde, dat zich verschijnselen
van lichte vischvergiftiging voordeden bij
den heer van T., diens echtgenoote on beid»
zoons.
Vermoedelijk heeft het gezin bedorven mn-
kreel gegeten, tengevolge waarvan zich dfc
verschijnselen openbaarde.
De geneeskundige dienst oordeelde echte*
opname in het ziekenhuis niet noodzakelijk.
Ook tc Rotterdam hebban zich na het
eten van makreel verschijnsel n van vergifti
ging voorbijgegaan bij 'n I3-t personen, wie*"
toestand gelukkig niet ernstig is.
een brutale aanrander.
Zaterdagochtend, omstreeks half twaalf, ver
voegde zich ten huize van don heer H. van
de Rozenstraat te Den Haag een man van on
geveer 26 jaar, die aan het dienstmeisje zeide,
dat hij een pakje aan den heer des huizes had
af te geven.
Het dienstmeisje zcide, dat mijnheer niet
thuis was.
Toen de man dit hoorde, deed hij eenige
stappen naar voren en greep het meisje onver
wachts bij de keel en trachtte haar op den
grond te werpen Het meisje verzette zich en
begon luidkeels te gillen.
De man vond het toen maar geraden er van
door te gaan. Men heeft hem tot op heden
niet kunnen opsporen. Het pakje bleek een
steen te bevatten.
DE OPVOLGER VAN LUIT.-GENERAAL
QUACK.
Naar de Msb. verneemt zal binnenkort de
kolonel M. Belzer, commandant van de II©
Infanterie Brigade tc Ede benoemd worden tot
lid van het Hoog Militair Gerechtshof te 's-
Gravenhage.
coupé's dan tot „gesloten coupé's" waar één
reiziger reeds het recht heeft te eischen, dat
het venster aan de niet-windzijde gesloten
blijft.
Voor het openen van het venster aan do
windzijde blijft in beide soorten coupé's de
toestemming van allen noodig.
De versche luchtmaniakken vinden dan hun
gading, de brociplantjcs evenzeer.
Of zoodoende een ideale toestand gescha
pen wordt Geenszins. Deze zou pas komen
met open en gesloten rookcoupé's en open én
gesloten niet-rookcoupé's. Veegt men dan nog
daarbij open en gesloten domes-coupé's dan
kreeg men zes soorten en zou de trein in den
regel juist vertrekken, wanneer een reiziger uit
deze zes soorten, verdeeld over drie klassen,
alzoo achttien soorten, er eindelijk in geslaagd
was, dc hem passende soort, te vinden.
Een ideale oplossing is daarom niet steeds
een practisch uitvoerbare. Dat is echter do
boven aangegevene wel. Vooreerst toch zou
dan in het vervolgvoor de thans geregeld
voorkomende meeningsverschillen geen' plaats
meer zijn. En vervolgens zouden de moeilijk
heden aanzienlijk worden gereduceerd. Wie
don „gesloten" wilde reizen moet zich ler wille
daarvan maar een paar uur rooken ontzeggen.
En wie bij een open raam wil zitten moet een
rooker bij zich kunnen verdragen, die trou
wens door het open mam niet zoo hinderlijk
is Is de tabaksrook hem te benauwend: hij
kieze van twee kwaden het minste en
zich in een gesleten compartiment