KINDERRUBRIEK.
v.
De rubrek van Oom Karei
Zoo langzamerhand komen de verschillende
wenschen van dc neefjes en nichtjes betref
fende den eerstvolgenden wedstrijd binnen. En
het wordt me steeds duidelijker dat een kleur
wedstrijd nog het meest gewenscht wordt. Ik zol
dus in die richtingen mijn gedachten eens la
ten gaan en eens zien of we niet iets aardigs
kunnen bedenken. En als we dan een beetje
geluk hebben, kan het dan net een aardige
Sint Nicoloas verrassing worden. Ik zelf vind
zoo'n kleurwedstrijd altijd erg aardig. We heb
ben er al meer eens een gehad en het was
opmerkelijk, wat con aardige gekleurde plaatjes
ik toen kreeg. Het was werkelijk jammer, dat
ik jelui dnt niet allemaal in de krant kon
laten zien. Er waren enkele neefjes en nichtjes,
die cr bijna ccn schilderijtje van gemaakt had
den Nu hangt de goede uitslag van zoo'n
kleurwedstrijd natuurlijk heel veel af van het
plaatje, dat gekleurd moctf worden. Maar ik zal
zien dat ik een leuk plaatje daarvoor beschik
baar krijg. In de laatste briefjes werd me van
verschillende zijden gevraagd of het niet mo
gelijk zou zijn om bij het plaatje dat gekleurd
is, een verhaaltje of een gedichtje te maken.
Jar mogelijk is dot natuurlijk wel en het voor
stel is in ieder geval te overwegen. Maar daar
over zal ik jelui nog wel later vertellen. We
moeten nu eerst de kleurwedstrijd zelf verder
gaan uitwerken en dan komt dc rest van zelf.
Nu heb ik nog een klein verzoek aan jelui.
Het Staat ook onder het ruilhandclhockje
maar ik herhaal het hier ook nog eens. Er zijn
enkele neefjes en nichtjes, die nog plaatjes
missen uit de Verkade's Albums Aquarium en
Bloemen. Ze hebben de album bijna vol, doch
kunnen hem niet compleet maken, omdat e*-
nog eenige plaatjes mankeeren. Dat is erg jam
mer. Maar ik heb hoop, dat er onder jelui nog
wel zijn, die nog in het bezit zijn van Aqua
rium en Bloemen plaatjes. Ook de groote
platen uit 't Aquarium-album zijn zeer wel
kom. Als jelui me daaraan kunnen helpen,
stuur ze me dan maar. Zooals gewoonlijk zal
ik dan voor doorzending zorgen.
RAADSELS.
Oplossingen van de vorige week.
De oplossingen der vorige raadsels waren
I Goudenregen, met de woorden g,
kririn, oor, bunders, Hilversum, goudenregen,
tramrails, beneden, angst, heg, n.
II Hagelslag, hagel, slag.
De prijswinnaar B 1 o n d je kan Maandag
zijn prijs oan ons bureau afhalen.
NIEUWE RAADSELS
I -
X
X
X
X -
X X. X X X X X x X
X
X
X
X
Op de kruisjeslijncn komt de naam van een
groote winkel of een bazar.
Op de le regel een medekb'nker
Op de 2e regel een gladde vïsch.
Op de 3e regel een goedo kennis van jelui.
Op de 4e regel doen vaak arme menschen.
Op de 5e regel het gevraagde woord.
Op de 6e rij een plaats om te baden.
Op de 7e rij een meisje dat gaat trouwen.
Op de 8e rij iets dat men in een kinder
speeltuin vindt.
Op de 9e rij een medeklinker
IL Waarom loopt een kip en trippelt
een musch Z
VOOR DE NICHTJES.
Van ons nichtje Rozenknop ontving ik ver
leden week een aardig briefje, waarvoor ik
haai' nog wel donk. Misschien zijn ook wel ge
schikte handwerkjes voor onze krant? Dan
houd, ik me daar steeds voor aanbevolen hoor.
Vis nu al weer gauw St. Nicolaas cn daan-
om J ik jelui nog iets opgeven wat gemak
kelijk te maken is en voor verschillende doel
einden gebruikt kan worden. In de eerste plaats
dan een spreienhanger. Hiervoor nemen we
b.v. een bezemsteel of iets dergelijks, welke
mèt cretonne overtrokken moet worden, leuk
gebloemd goed, dit is 't aardigst hiervoor. Dit
voorwerp moet don opgehangen worden aan
een lang stuk lint of koord cn wel zoo beide
einden worden met een strik aan de uiteinden
van dé stok bevestigd en de spreienhangcr is
klaar. Op dezelfde manier kunnen wc een
handdockcnhanger maken, maar dan natuur
lijk kleiner, dus een kleinere stok doet hier
dienst. Nemen we dan nog een kleinere stok,
b v. von een halve meter, dan hebben we een
hanger voor dassen, boorden, enz. Inplaats van
bovengenoemde cretonne, kunnen we de stok
ken ook met een aardige kleur verf schilderen
cf.. omwikkelen met smal lint, dot laat ik na-
tu(ulijb aan jelui over.
Zoo jelui ziet is 't een heel gemakkelijk
werkje en dnt niet kostbaar is. Veel succes cr
dus mep.
TANTE BETS.
WIE l
Wie past er op me dag en nacht?
Toen ik noe in mijn wiegje lag?
Mijn moeder
Wie maakte kleertjes voor mij klaar
En droeg mij rond nu hier dan daar
Mijn moeder.
Wie gaf me melk en brood genoeg?
Cok zonder dat ik daarom vroeg
Mijn moeder.
Wie kon mij ullefccrst verstaan
Wie leerde praten mij en gnnn
Mijn moeder,
Wie speelt het allerliefst met mij
En zit, als ik ziek ben aan mijn zij
Mijn moeder.
Wie heb ik toch zoo innig lief
En wie is ook mijn hartcdief
Mijn moed«w
(Ingezonden door Blondje.)
November
Toen ik van October vertelde, zei ik al,
dat deze en November geen al te beste
maatjes waren. Moeder Aarde had dit reeds
vanaf hun jeugd met leede oogen aange
zien en daar zoowel October als November
dolveel van Moeder Aarde hielden, deden
zij erg hun best. vriendelijk en verdraag
zaam tegen elkaar te zijn.
Dat dit dikwijls moeilijk, heel moeilijk
was, is te begrijpen, als we bedenken, dat
October de schilder bij uitnemendheid
hield van roode, gele en bruine kleuren,
November daarentegen alles 't liefst grauw
zag; gr8uw en grijs, dat waren zijn Üeve-
lingstinlen. Bracht het Octoberzonnetje
dikwijls nog heerlijke dagen in 't najaar,
November keek maar zelden vroolijk. Och,
och, wat kon die November toch een ver
drietig gezicht zetten I En dat kon Octo
ber in den broer, die op hem volgde, niet
uitstaan, maar het meest boos was hij toch,
als hij er door aangestoken werd en zelf
dan niet vroolijk meer zijn kon, wel moest
huilen van akeligheid en blazen van boos
heid
November had zich vanaf zijn vroegste
jeugd eenzaam gevoeld, anders dan de an
deren. Hij paste niet bij September en
October. Bij de Winterbroers: December,
Jan, Feb en Maart nog veel minderBij
wie dan wel Was daar nu geen van de
elf broers en zusters, die November in be
scherming nam 't Spijt me, het te moeten
zeggen, maar we mogen de waarheid niet
verhelen: November was altijd een eenzel
vige jongen geweest. Grauw, grijs en saai
kon het er ook i n hem uitzien en hij had
een onverschillige houding tegenover de
anderen aangenomen. Hij deed, alsof het
hem niet schelen kpn, maar soms, als het
eenzame gevoel hem t e machtig werd,
schudde hij zijn onverschillig masker af,
blies zich op van kwaadheid en joeg de
wolken door het luchtruim; de laatste bla
deren door October zoo fraai gekleurd
moesten zijn booze bui ontgelden: geen
enkele mocht er meer aan de takken, waar
aan zij den geheelen zomer gezeten had
den, blijven. Hij vond niet eens goed, dat
ze stuivertje verwisselden, neen ze moesten
er allemaal af, want de boomen moesten
kaal worden, kaal en grauw, don was het
nsar zijn Novembers zin.
Moeder Aardê zuchtte, schudde het
hoofd en dacht:
„Mijn kinderen iijn allemaal verschil
lend, daar zijn er nu geen twee hetzelfde
bij, de één is wat vroolijker, wat zonniger
dan de ander, maar zóó stil en in zichzelf
gekeerd als November is er toch geen. Wat
moet de jongen zich ongelukkig voelen I"
En dat deed November ook, al wilde hij
het zichzelven nauwelijks en anderen
zelfs Moeder Aarde heelemaal niet be
kennen. Achter zijn grauw masker staarde
èen bedroefd oog en onder zijn grijs jasje
klopte een hart, dat hunkerde naar liefde
en warmte.
Moeder Aarde begreep dat maar al te
goed. Dit kind van haar mocht dan uiterlijk
het minst aantrekkelijk zijn en zelfs onder
de broers geen vrienden hebben, hij was
toch evengoed haar zoon als alle anderen
en had evenveel, neen, zelfs meer recht op
haar liefde.
Moeder Aarde had eigenlijk diep mede
lijden met dezen onverschilligen jongen en
zij deed, wat zij kon, om hem uit zijn on
verschilligheid wakker te schudden. Zij
hield November zooveel mogelijk bij zich
thuis en verzon allerlei spelletjes, kunstjes
en andere gezéllige dingen om de langs
winteravonden te korten.
Moeder Aarde kende haar jongen natuur
lijk het best en zij wist, wat een gezellige,
huiselijke baas hij zijn kon, als hij maar
wilde en hij zijn somber masker afgezet en
zijn grauw jasje' uitgetrokken had. Samen
met Moeder bedacht hij dan allerlei aardig
heden voor de feestdagen. Allen wilden zii
verrassen, zoodat er natuurlijk heel wat te
doen viel. En terwijl Moeder banketletters
bakte, borstplaat ên marsepein maakte, was
November aan het dichten.
Wat kon hij een grappige versjes maken,
waarin hij de broers en zusters met hun
fouten en eigenaardigheden plaagde Zou
je dat wel van dién saaien November ver
moed hebben? Ik wil je eens een paar van
zijn gedichtjes voorlezen, maar denk er
aan! ze zijn geheim en hij wil niet weten,
dat hij -de maker er van is.
Behoedzaam kijken wij dus over zijn
schouder heen, terwijl Moeder Aarde druk
bezig is met bakken en de heerlijkste geu
ren tot onze reukorganen doordringen, geu
ren, die zijn als een belofte voor de dagen,
die weldra komen zullen- En we lezen een
paar van zijn versjes.
Voor zijn broer .Februari, in dè familie
kortaf Feb genoemd, heeft hij een sneeuw
pop van witte watten gemaakt met het vol
gende versje:
Zie dien stijven Klaas eens staan,
Die niet eens op stap kan gaan I
't Venlje is zoo koud als ijs,
Zon-lief brengt hem van de wijs I
Kriebelt hem in oog en neus
Van zijn wang drupt ja, 't is
K^usch
Ik ga dus heen, kom nooit terug,
Dat kun je iedereen vertellen.
j Wij willen hopen, dat hij woord gehou
den heeft
Van Alles Wat.
DE DANSENDE STUKJES PAPIER.
Op het blad van een tafel worden eenige
snippertjes heel dun papier gesh-ooid. Ver
volgens neem je een pijp lak en wrijf één
der zijden (zijn ze allen niet even breed,
dan de breedste) ervan eenige molen zacht
jes met een wollen lapje, of tegen de mouw
van een wollen kleedingstuk.
Als het lak warm geworden is, houd je
het vlug op een kleinen afstand boven de
j papiersnippers, die dan allen heel snel en
j soms met allergrappigste bewegingen op-
springen en ten slotte aan het lak blijven
hangen. Wil je ze nog vlugger laten dan
sen, beweeg dan het lok snel heen en
weer.
Deze aantrekkingskracht van het lak is
niets anders dan electricileit. Je zult daar
later wel veel meer von leeren.
GRAPJE.
Kleine Elly had voor haar \erjaardag
een zilveren ringetje gekregen, waar ze
geweldig trotsch op was. Maar tot haar
groote teleurstelling merkte niemand van
de gasten het nieuwe sieraad op.
Toen zij eindelijk aan tafel zaten en nog
niemand Elly's ring bewonderd had, was
ze ten einde raad en opeens riep ze uit
„O! Wat heb ik het warm in mijn nieu-
Er waren eens twee kleutertjes,
Jan A Ibert en Marie I
Jan Albert was een jaar of zes,
Zijn zusje nog maar drie.
Die beide kleine kleutertjes
Van samen no^ geen tien,
Die wilden,' stel qè toch eens voor!
Wat van do. were! J kien.
Jan Ubert wist dsaroo wel road,
Hij sprak: ,,zus, luister goed,
Als moes een middagslaapje doet,
Vertrekken wij vol spoed f
Wij gaan het eerst naar Amsleiuam,
Daar ligt vast ..wel een schip I
Dan varen wij de op.
Maar zus, v.ot kijk je sïp-1
Je bent op 't water tcch niét bang?
Zeg, malle rticid, waarvoor?
Als 't stormt, houd ik je stevig vost;
Wees dus niet angstig, hoor!"
Zus dacht een oogenblikje na.
Toen riep ze: „Broer, 'k ga meel
Denk niet hoor, dat ik dat niet durf,,
'k Vind 't juist wat fijn op zee
Gaan w' ook naar 't land, waar aapjes
zijn
Dan koop ik een voor moes
Of denk je, dat hij vechten zou
Mét onzen Fik en poes?"
Die beide kleine kleutertjes
Van samen nog geen tien.
Die wilden, stel je toch eens voor!
Wat van de. wereld zien.
J?AAA/
Toen Moes een middagdutje deed,
Zei Albert Jan kordaat:
„Nu is het tijd, hoor zusje-lief,
't Wordt anders veel te laat
Hier is je mantel, hier je hoed,
Maak voort Marietje, vlug 1
En kijk, dien zak waar brood in zit,
Dien draag ik op mijn rug!"
Het plan was prachtig voor elkaar!
Dra stonden zij op straat,
Maar als ik 't verder nu vertel.
Wed dat je lachen gaat!
Zij waren goed en wel op stap.
Of, lieve help! wat schrik!
Daar zag broer Jan plots een agent!
Eén echtereuze-dik
Op eens was 't met zijn moed gedaan,
Verbeeld je, dat-ie-keek
Dan werden ze vast opgepakt f
Broer werd van schrik heel bleek
Zoo gauw 't maar kon, ging 't weer terug,
Zus trok hij met zich mee
„Neen", zei hij met een diepen zucht
„Wij gaan maar niet naar zee!
We zijn voor zulk een verre reis
Ook nog wel wat te klein.
'k Stel 't uit, totdat ik grooter ben,
Dan word ik kapitein."
Hoe moeder beiden wel ontving?
Zij was verschriklijk kwaad,
Maar wat ze zei, verklap ik niet,
'k Wed, dat je dit wel raadt
R. WINKEL.
Langzaam een heel dikke traan
En hij zucht: k Ga naar de maan
'k Smelt als sneeuw weg voor de zon,
Dat ik zóó verand'ren kon!
Ik, die eens zoo helder was,
Word een vieze, grijze plas!
Voor Maart maakte November een pop
petje met een verbazend langen staart en
daarbij een versje*
Het spreekwoord zégt: Maart roert
ziin staart,
i Dat is nu éénmaal zoo zijn aard.
Maar 't staartje slaat let hij niet
op -
Dien dommen Maart juist op zijn kop
Voor October had hii een clown met een
vuurrood gezicht geschilderd. Daarnaast
stond een leege verfpot, waaronder de vol
gende regels:
Oktober liet zijn veifpot staan
's Nachts kwamen tw.r» kabouters aan,
Die verfden Okkïe's wanten rood
En lachten zich daarbij half dood
Zijn neus krèe nog een extra streek.
Weet je, waarop hij toen veel leek?
Op 'n clown, u t 't circus wegge-
ste*:t,
Of hij dat leuk .vond Veen. je snapt:
October, was .ceveVig kwaad,
Bij wasschén Vond hii zelfs /reen baat.
De v?rf orlrierdé nog héél lang
Zijn vsprf.pcfd, neus en ook ziin wang.
Hadt je wel d-t d'e 'vnuwe No
vember rrv' dt-'- en hï«?M en de
fln '-'-rpn yrr».-* Ir, rotje np.m
Moeder Arrde kH groot «"eliik, als ze
zei. dp.t November het van
cl heer K:j hrd nietteeen-
stmde ri'n pc ••we onverschilligheid voor
de buitenwereld een rezelbVen aard en
dat waardeerde Moeder Aarde in hem.
Alle kinderen kunnen nu eenmaal niet
hetzelfde zijn, maar zijn die niet de liefste
onder hen, van wie in huis veel gezellig
heid uit°aat?
Alpensagen.
De Plaaggeest van den Seiser-Alp.
Vele jaren geleden werd de Seiser-Alp
door een plaaggeest gekweld. Hij fopte en
plaagde de herders en maaiers op alle
denkbare en ondenkbare manieren. Iets,
wat hij al heel graag deed, was het omver
werpen van hooibergen.
Als de lieden zich bij het opstapelen van
hét hooi moe'gewerkt hadden en van hun
wel verdiende rust genoten, konden zij er
zeker van zijn, dat de boosaardige plaag
geest kwam en de hooibergen onderst
boven gooide.
Toen dit weer eens gebeurd was, zei een
vindingrijke knecht:
„Wacht eens! Wij zullen het hooi op
nieuw opstapelen, zoodat het lijkt, alsof er
niets gebeurd is, maarin iederen berg
zu'len we een hooivork verstoppen."
Zoo gezegd, zoo gedaan.
's Nachts kwam de plaaggeest terug en
hij lachte zóó hard, toen hij al die hooi
bergen zag, dat het tot ver in den omtrek
gehoord werd.
Toen hij echter den eerslen den besten
hooiberg onderstboven wilde keeren, be
merkte hij de list en riep hij jammerend
van pijn, zoodat het iemand door merg en
been drong:
Nu 'k ondervind, wat plagen is,
Wil ik een ander niet meer kwellen.
V'
wen ring!
CORRESPONDENTIE.
C. v. H. Ik vind het erg leuk als je mee
doet, maar wil je dan net als de onderen ook
een schuilnaam kiezen. En een brief bij de
raadseloplossingen schrijven mag je ook doen.
C. V. Aon jou zou ik hetzelfde antwoord
kunnen geven. Alle andere neefjes cn nichtjes
hebben ook een schuilnaam, dus doe jij het
dan ook maar.
Vlinder. Ja, die^iet eerst komt is ook
het eerst aan dc beurt. Maar het zal nu toch
wel niet meer zoo lang duren. Lees dus maar
goed de krant door iedere week. dan zal je
het wel tegenkomen.
Th eis. Natuurlijk vind ik dnt goed. Uit
stekend hoor, zooveel je wilt. Jn, daar begint
het nu weer tijd voor te worden. Heb jc al
veel aardige dingen bedacht
Sprinkhaan. Hoe had je dan mee
willen gaan. Ik heb het gezien en het was erg
leuk. Trouwens dat is altijd eert nnrdig ge
zicht. Alleen was het jammer dnt het weer
niet erg meewerkte. Jn, we loopen hard naar
den winter.
Krekel. Dan moet je er maar veel vra
gen aan Sint Nicolans. Was het eerste zoo
moeilijk. Dat had ik niet gedocht. Misschien
ben je een volgenden keer gélukkiger in hot
oplossen.
Hansje me knecht. Ik zal cr om
vragen voor je. Stuur drfin maar vast wat
aquarium-plaatjes, want daar is ook nog erg
veel vraag naar. Hoe komt het zoo, dat je
nooit meer mee doet met de raadsels
Bobbie. Ja, dat is niet lang geweest.
Maar toch is zoo'n weekje wel aardig. Nu
maar weer flink aan het werk tot de Kestva-
centic. Dat vinden de meesten ook het aar
digst, zoo'n wedstrijd als je bedoelt. Misschien
gebeurt dat dan ook wel.
Goudenregen. Dot denk ik ook wel.
Hij heeft er zeker al zijn wcnschen in gezet.
Doe jij ook veel aan knikkeren. Ik deed het
vroeger ook veel en had een heeie verzame
ling, van heele kleintjes tot geweldige groote.
Van die glazen bammen met zoo'n figuurtje er
in, weet je wel 1
P. M. Hartelijk dank voor de gezonden
bonnen. Die komen immer te pas
Blondje. Doe dat maar. Je schijnt er
dus wel liefhebberij in te hebben. Het moet
nog even blijven liggen, maar het komt
heirsch toch gauw in onze krant.
Zwartkop Zoo, dus je vindt het mooi.
Dat doet me altijd plezier zoo iets te hooren.
j Of het koud Is. We zitten zoo midden in den
I winter. Let maor eens op.
I Cupido. Was jc niet bang. Gelukkig
maar dat hij geen kwaad kon doen, want het
zijn nu niet bepaald huisdiertjes. Jn, daar zijn
er nog veel meer. Ben je daar nog nooit go-
weest. Je zult wel volop genieten als je daar
komt, want daar zijn allerlei dieren.
Kampioen. Zijn dlc handwerkjes niet
goed voor onze krant. Tante Bets heeft jelui
al telkens om handwerkjes gevraagd. Misschien
kan je deze eens opschrijven. Ja, stuur die
me maar. Dan zullen we zien of ze niet tc
moeilijk zijn.
Leesgraag. Ja, zoo langzamerhand
kom ik wel te weten wat jelui graag willen.
Je mag dc raadsels in zoo'n geval wel instu
ren, maar je kunt niet meedingen naar den
prijs. Dot zou een beetje tc gek ziin, vindt je
niet.
Bobbie. Die kan je nu best gebruiken,
want het begint aarditr koud te worden. Zöo,
dus je houdt erg veel van lezen. Dan komt
daarvoor juist een prettige tijd met die ge
zellige winteravonden.
OOM KAREL.
ONS RHILHANDELHOEKJE.
Ons neefje „Hansje me knecht" vroeg mij
om Verkade's plaatjes voor de Bloemenalburo.
Ook wil hij graag wapens van koffie „Hag"
hebben. Wie kan hem hieraan helpen.
Zijn cr misschien nog neefjes en nichtjes,
die nog in het bezit fijn van Verkade's Aqua
rium-plaatjes. Enkele neefjes of nichtjes heb
ben deze album bijna compleet, doch missen
nog eenige kleine plaatjes cn alle groote Ook
daan oor houd ik mij aanbevolen I