ONRECHTMATIG BEZIT 2*. i..rg.ngmo.«3AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMlandeR"22HOV.™927 HET SPOORWEGONGELUK TE RIJSWIJK FEUILLETON. HET OPENBARE ONDERZOEK DE VOORTZETTING VAN HET GETUIGEN-VERHOOR De Commissie van onderzoek inzake het spoorwegongeval nabij Rijswijk, in den nacht van 15 op 16 October jl.., heeft gistermorgen een aanvang gemaakt met de openbare ver- hooren. Voorzitter der Commissie isir. A. H. W van der Vegt, oud-hoofdinspecteur-generaol der Spoor- en tramwegen, leden zijn ir. L. M. Barnet Lyon, oud-lid van den Raad van Toe- richt op de Spoor- en tramwegen, en de heer F. L. D. Nivard, wethouder te Rotterdam toe gevoegd secretaris der commissie is ir. D. Ver hoop, Rijkshoofdingenieur voor d<? Spoorwe gen. Te half tien zouden, in „Diligentfu" te den Haag de verhooren beginnen. Er was echter dezen morgen een vrij oa> merkelijke vertraging in den treinenloop, a<s gevolg van ijzel, zoodat o.a. de heer Nivard en de eerste getuige, de heer Alma uit Rotter dam niet tijdig aanwezig konden zijn. Te 10.15 werd, zonder den heer Nivard, en met een anderen getuige, het verhoor begon nen. Gehoord wordt eerst de seinhuiswachter var post UI (Vaillantlean) uit den Haag. k Schneider. Deze deelt mede, dat hij sedert eAn tiental j maanden als seinhuiswachter werkzaam is Voor dien tijd was hij o.m. rangeerder. Trein no. 1140 had hij op den béwusten avond door laten gaan naar Den Haag en daarvoor had hij de wissels moeten omleggen. Voor de komst van trein no. 1143 uit den Haag had hij toen het sein op veilig moeten zetten, maar de automatische inrichting liet dat niet toe. Getuige heeft daarop naar de oorzaak gezocht, maar kon deze niet vinden. Natuurlijk had hij de handles naar beneden moeten zetten, maar hij is, blijkbaar door de drukte, niet op die gedachte gekomen. Hij werd toen door Den Haag opgebeld met dc vraag of trein 1T45 kon vertrekken, waarop hij antwoordde, dat hij het signaal niet veilig kon trekken. Get. vermoedde een electrisclt defect en zoo werd n*a eenige verdere infor maties met het station Den Haag overeenge komen, dat de trein toestemming zou krijgen, door het onveilig signaal te gaan. Dit ge schiedde cn de betrokken posten werden hier van verwittigd, tenvijl de we gen voerder het z.g. model A daartoe ontving. Toen dc trein uit Den Haag den post Vail- lartlaan voorbijreed, zag gc-tuige, dat op ver keerd spoor werd gereden. Daarop heelt getuige inderhaast getelefo- neerd met volgende posten, o.a. Rijswijk, waar de trein echter reeds passeerde, zonde» dat men nog ken ingrijpen. Op een vraag waarom getuige het alarm sein niet in werking had gesteld, waardoor alle seinen op onveilig zouden komen tc staan, ter wijl tevens sluiting der bocmen daardoor zou zijn gelas', antwoordde getuige, dat hij daar mee wel bekend was, moor niet op de gedachte is gekomen, terwijl hij in de meening vei keer. de, langs telefonische.! weg resultaat tc berel» ken. De volgende getuige, de stations-ambtcnaoi A. Bos, van Den Haag H.S., heeft het be doelde model A, dat toestemming gaf tot he; rijden door onveilig signaal, aan den wagen- voerder afgegeven, na de noodige inlichtingen te hebben gevraagd. Deze lastgeving gold vooi beide volgende seinpalen. Getuige is reeds vela jaren in rijn tegenwoordige functie en hij is, wanneer hü dagdienst heeft, oprichter en in den nachtdienst is hij met de regeling van den treinenloop op het station belast. Getuige was dien avond om 10 uur in dienst getreden, na een rustdag van des morgens 6 uur al. Op een vraag van den voorzitter aan pet Schneider antwoordt deze niet geweten t& hebben dat de toestemming van model A vooi beide signalen gold. De le seinhuiswachteT J. van Aken van het Haagsche station (zijde Rotterdam) ver klaard met Schneider getelcfoneei d tc hebben over de mogelijkheid van vciligzetting der sei nen. Hij geeft hieromtrent eenige inlichtingen en antwoordt op een vraag van ir. Barnet Lyon, g^en bericht van den postVaillantlaan of van een ander te hebben ontvangen, dat trein 1145 cp verkeerd spoor reed. De arbeider-telegrafist P Goedhart *en het station Rijswijk heeft, zoodra hij bemerkte, dat de trein op verkeerd spoor reed <lcz» was toen 75 M. van rijn post af naar den post Kleijwcg gctclefonecid om den lieir» te gen te houden Dc afstand van zijn post naai den Kleijwcg wordt door den ucin in 35 se conden afgelegd. Ook had getuige met dc rooco lamp naar bui'» n kunnen £aan, mtar dar, had hij niet meer kunnen tclefoneeren. De trein reed, naar getuige meende, met gewone snelheid De seinhuis wacht er N van W ij k van post T. A. (Kleyweg) zegt eveneens, dot toen de trein uit den Haag bij hem passeeide, met gewone snelheid werd gereden. Getuige zag, dat de trein op verkeerd spoor reed cn werd op dat moment aon de telefoon geroepen. Hij heeft daarop meegedeeld, tc weten dat de trein op verkeerd spoor reed en rende naar buiten om te trachten den trein tegen te hou den, wat echt-r niet meer gelukte Get. wist, dat toen een butsing met den trein uit Delft onvermijdelijk was. tenzij de bestuurders el- kaars treinen nog tijdig zouden opmerken. Toen de botving geschied was, heeft ge tuige, na zijn w ibouwerqerdheid te zijn be komen. maatregelen genomen in het belang van dé hulpverleening, enz. Hierna wordt voorlezing gedaan van hea \crhoor san dc-n wogenvoerder D. A. dc Gast uit Rotterdam, die den trein uit den Haag besturde, welk verhoor 18 dezer in het Gemeente Ziekenhuis alhier heeft plaats gehad. De voorzitter lichtte toe, dat De Gast voorloopig het ziekenhuis neg niet ral kunnen verlaten, a! is algeheelo genezing niet buiten gesloten Uit de voorlezing blijkt, dat De Gast den hoofdconducteur bij de Vaillantlaan attent maakte op het feit. dot op verkeerd spoor werd gereden. De hoofdconducteur, die n.l. bij hem op het balcon van den motorwagen stond, ant woordde niets anders dan: „ja", doch op zulk een toon alsof hij wilde zeggen: „nu dat is toch goed." De Gast was niettemin blijven twijfelen of zijn trein wel op verkeerd spoor moest loo- pen en durfde dan ook niet hooger te schake len dan „parallel'zo.odat dc trein geen grootcr snelheid dan pijn. 70 K.M. kreeg. Al verder twijfelende, dacht hij: „laat ik goed opletten, wat station Rijswijk doet, daar zal men ons wel tood licht voor houden als het verkeerd ia. Dicht bij Rijswijk zag hij den chef of althans iemand van het personeei in de deuropening van het station staan, die zich, toen get's trein een paar meter van hem af was, omdraaide en naar binnen ging. Toen dacht get. nu is "t toch wel goed, doch dot duurde slechts een oogenbljk, want toen zijn trein den boog uitreed, ontwaarde gei plotselirg te midden van de vele lichten van Delft de twee witte, lichten vanden. trein, die hem op hetzelfde spoor tegemoet reed. De stand van het blokhuis te Rijswijk was „veilig Get. wist -wel, dat het „onveilig" had moeten staan, indien zijn trein volgens aanschrijving op verkeerd spoor had moeten rijden, maar bij de nadering van Rijswijk en bij de waarneming van het veilige bloksein is de gevo'gt rekking cat hi) ten onrechte op verkeerd spoor reed, niet bij hem opgekomen. Een en ander schrijft De Gast toe aan het gevoel van onzekerheid en gejaagdheid, dat zich van hem ha i meester ge maakt, cn ook aan de omstandigheid dat hij voor het eerst een trein vervoerde in den hulp» stuurstand, zooais hier het geval was. Getuige wierp de remkraan terstond in den stand „snel remmen" en gaf alarmseinen met de luchtdrukfluit. De hoofdconducteur liep ter stond naar de zijdeur en ging op de treeplank staan. Zijn trein kwam vóór de botsing tot stilstand, zeide get., die niets anders meer kon doen dan alarmseinen geven. Daarop hoorde hij een horden klap, gekraak en gegil en weldra zat hij beklemd tusschen ingedrukte wanden. Na de voorlezing van dit proces-verbaal werd gepauzeerd tot twee uur. Bij den aanvang der middagzitting was het commissielid de heer Nivard aanwezig, evenals de inspecteur van het vervoer, dc heer J. A. Alma uit Rotterdam. De heer Alma geeft een resumé van hei voorgevallene, zooals hem dat uit de inlichtin gen langs ambtelijken weg en door persoon lijke waarneming ter kennis is gekomen. Vol gens dezen deskundige ligt de groote fout bij den seinhuiswachter aan de Vaillantlaan, die den trein op verkeerd spoor heeft laten gaan, cn verder bij den wagenvoerder en den hoofd conducteur van den trein uit Den Haag, die hadden moeten zien, dat zij ten onrechte op verkeerd spoor reden. Een lastgeving A, om door beide onveilige seinen tc rijden, had door den ambtenaar van het Haagsche station niet mogen worden gegeven. De lastgeving mag slechts voor één sein worden uitgereikt. Intusschen komt het in de practijk wel eens meer voor, dat voor twee seinen tegelijk zoo danige lastgeving wordt verstrekt, hetgeen dot* werd gedaan om andere noodzakelijke vertra ging te voorkomen. Er had in dit geval eer» loods meegegaan moeten zijn, doch dit is niet geschied. Intusschen is het bijzonder vreemd, dat dc seinhuiswachter, toen het sein niet op veilig gesteld kon worden, niet heeft bemerkt, dot de verkeerde wisselstand daarvan de oor zaak was. Daan-oor is geen kruid gewassen. Het is de indruk van dezen deskund:gc, dat de wogenvoerder en de hoofdconducteur, die bei den de lastgeving A. ontvingen, gelezen moe ten hebben, dat rij alleen voor het onveilige sein en niet voor het andere spoor bestemd was. De heer G. Muller, stationchef van Den Haag (H. S.) deelt bijzonderheden mede om trent de maatregelen tot hulpverleening, zoo dra het bericht van het ongeval, te ruim half een 's nachts, het station had bereikt. Spr. heeft niet den indruk, dat de hulpdienst niet binnen den kortst mogelijken tijd ter plaatse was. Volgens spreker heeft Schncidet den wachter van het seinhuis Vaillantlaan den volgenden morgen volkomen toegegeven, dat hij zich schromelijk had vergist. De wissels hebben wel een kwartier „krom" gelegen, ter wijl zij direct na het passeeren van den vori- gen trein recht gezet hadden moeten worden. De hoofdconducteur van den trein uit Den Haag J. H. Verbeek uit Rotterdam verklaart, dot op het laatste moment voor het vertrek uit Den Haag een stationsambtenaar naar hem toekwam met de mededecling: „Teeken eens gauw, want het sein kan niet veilig gesteld worden." Dit gold de lastgeving model A. De voorzitter: „Hebt u zich rekenschap gegeven van den inhoud der lastgeving Getuige: „Dear is geen tijd voor; alles gaat gauw-gauw." De v o o r z i 11 er: .„Maar u diende toch te weten wat er in stond Getuige: „Ju. maar dat gaat allemaal op goed vertrouwen I" Verder antwoordt getuige, dot hij de last geving in zijn portefeuille heeft gestoken. Hij heeft daarop plaats genomen naast den be stuurder, evenwel zonder in dit preval daartoe verplioht tc zijn. Voorz.: Ingeval van storing behoort de hoofdconducteur toch naast den bestuurder te staan Get.; Jo, maor storing in dien zin was ei m. i. niet. V o o r z.Dus was het toeval, dat u naast den bestuurder ging staan Get.; Ja, meneer. Voor;.: Kwam het u niet vreemd voor, dat de trein op verkeerd spoor ging rijden. U was toch verantwoordelijk Get.: Maar de bestuurder was het voor zijn bestuurderstaak.lk dacht, dat het rijden op het verkeerde spoor in dc lostgeving was inbegre pen. V o o r z Maar u hadt toch alleen toestem ming voor het rijden door onveilig sein Get.: Dat is juist, mear ik dacht op dat moment, dat het rijden on -rkccrd spoor erbij v/os inbegrepen. Verder vestigt get. er dc aandacht op, dat in de maand September 493 en in October 643 aanschrijvingen zijn verschenen, waarvan ook hij kennis moest nemen Hcele wanden zijn er mee volgeplakt I Get. heeft op het balcon van den bestuurder niets meer kunnen lezen, want het is daarop volslagen donker, hetgeen noodig is om het uitzicht op de baan te verbeteren. V oorzitter. Met welke snelheid werd ge reden? Getuige. Det heb ik niet kunnen consto- teeren, want er was geen snelheidsmeter, aan gezien de motorwagen andersom was gekop peld. De trein van getuige stond stil vóór de bot sing, want get. was er toen reeds afgestapt. Tijd om deuren van den waggon te openen en ^assogiers te waarschuwen, was er niet meer Wat getuige toen gedaan heeft, was het nemei. van uiterste veiligheids- en zoo noodig hulp- vcrleeningsmaatregelen. Get. cn de wagenvoer der dachten, dat ook de Rotterdomsche trein nog tijdig zou stoppen. De conducteur van den Rotterdamschen trein, G. J. S c h r ij v e r s uit Den Haag, deelt mede, dat hij als hoofdconducteur dienst deed. Ook Lij vergezelde den wagenvoerder op het voor- balcon. Toen hij de botsing zag aankomen, heeft hij tot den wogenvoerder, die alles had gedaan om den trein tot stilstand tc brengen, gezegd Laten we zoo gauw mogelijk naar ach teren gaan cn dc passagiers waarschuwen. Gei. zelf is op den grond gaan liggen. Noch de wagenvoerder, noch hij was aan vankelijk op iets abnormaals voorbereid, want men reed op het goede spoor cn dc seinen stonden op zijn baanvak veilig. De heer H. C. P e 1 e t i c r, stationschef to Delft, geeft een relaas van de maatregelen tot huipverleening die hij heeft genomen. De stationsambtenaar H. Quaadgras van Den Haag heeft eveneens aan dc huipverleening deelgenomen en vertelt uitvoerig hoe deze in Ka.tr werk is gegaan. De voorzitter brengt in herinnering dot hij ook bij het ongevdl bij De Vink Quaadgras heeft ontmoet cn dat deze toen evenzeer krachtdadig heeft gewerkt aan de huipverlee ning. Spreker brengt hem hiervoor thans we der hulde. De wagenvoerder van den Rotterdamschen trein C. J. van Aken uit Leiclschendam zegt op 409 a 509' M afstond van den Hnagschen trein dezen te hebben bemerkt. Deze trein had geen rood licht op, wat hij had moeten hebben op verkeerd spoor. Daardoor viel het hem niet cp, dot de trein uit Den Haag zich op verkeerd spoor bevond. Toen men den Haagschcn trein op dot spoor zog rijden, zijn onmiddellijk alle maatregelen tot remming genomen. Vlok voor de botsing kan de snelheid pl.m. 20 K.M. zijn geweest. Spr. vertelt verder van de hulpverleening, en van de wijze van opleiding tot wagenvoerdcr Ir. J. J. Stieltjes, uit Den Haag, waarne mend hoofdinspecteur-generaal der spoor- en tramwegen, zat toevallig o!s reiziger in het 4e rijtuig van den trein uit Rotterdam. Hij was toen vergezeld van zijn zoon. Plotseling ge voelden zijn zoon en hij een schok die op zichzelf gering was waarop de trein stilstond. Toen zij daarna uitstapten bleek hun dat er een ernstige botsing had plaats gehad. Spr. heeft geconstateerd, dat er maatregelen tot dekking waren genomen en dat de stroomaf nemers naar beneden waren gehaald. De deuren van de verschillende rijtuigen waren, bcholvK natuurlijk op de vernielde balcons, waar zich de de bestuurders hadden bevonden, intact geble ven. Doordat misverstand tusschen hulptrein er. ongevallentrein was ontstaan, kwant de eigen lijke ongevallentrein, waarin allerlei materiaal voor opvijzeling, zogen enz. aanwezig is, eerst een tijd later aan. Wel wat er spoedig verband- materiaal enz. voor medische hulpverleening aangebracht. Door het ontbreken vut het an dere materiaal, werktuigen enz., was het niet eerder mogelijk, den wagenvoerder uit zijn be narde positie te verlossen. De heer P. Duif, eerste technisch cpzichtei van het gem. gasbedrijf te Rotterdam, heeft als passagier in den trein uit Rotterdam c-c.n krachtig aandeel in de hulpverschaffing ge had. Hij geeft dienaangaande verschillende in- 'ichtingen. De trein had kort voor de botsing nog een behoorlijke snelheid, meent getuige. De verdere verhooren worden te half vijf ver daagd tot Dinsdagochtend. Dan zal o.a. dc se cretaris der Ned. Vereen, voor Spoor- en Tram wegpersoneel, de heer Van Braambeek, inlich tingen geven. DS. W. WESTHOFF. f Te Hardenberg is plotseling overleden ds. W. Westhoff, predikont der Ncd. Herv. gemeente aldaar. Ds W., geboren in 1862, stond te Kolder veen van 1889 tot 1894 cn sindsdien te Har denberg. A. JACOT. f Te sGiavcrthoge is, 61 jaar oud, overleden de heer A Jacot, die te Amsterdam als archi tect werkzaam is geweest. O.a. heeft hij ge bouwd Hirsch op het Lq^ischeplein, de Bon- neterie in de Kalverstraat cn Meijer op het Koningsplein. De heer Jacot heeft ook dc niet- uitgevoerdc pionnen voor hot hotel Alonta gemaakt. K. V. K. VOOR DE NEDER-BETUWE DE KANAALVERBINDING AMSTERDAM- BOVENRIJN DE OVERBRUGGING VAN DE WAAL In de vergadering van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor de Neder-Betuwc heeft de voorzitter, de heer H C. de Jorgh, een rede gehouden over dc kannalverbinding van Amsterdam met den Bovcnrijn. Spr. wees op dc verschijning van het rapport van dr. ir, L R. W ontholt en de uitgebrachte adviezen van het gemeentebestuur van Amsterdam en de K v. K. aldaar. Waar ook de Staatscommissie-Limburg, even als de hierboven genoemde personen cn licha men de voorkeur geven aan een kanaalverbin ding door de Gelderschc Vallei, mag aangeno men worden dat Tiel het eindpunt wordt. Spr. acht het rapport Wentholt van belong voor do Nedcr-Betuwe, omdat daarin aan een verbin ding over Vreeswijk de voorkeur wordt gegeven boven een verbinding over Wijk bij Duurstedo cn omdat dc K. v. K. voor de Neder-Betuwc zich heeft uitgesproken voor een verbinding over Vreeswijk, is het raoport-Wenthol? in deze streek met genoegen en instemming ontvangen. Spr. wees vervolgens op het eveneens on langs verschenen rapport van de Lingecommis- sic, waarin wordt betoogd, dat een goede op lossing mcgclijk is voor de aansluiting van do Linge aan het Rijnkanaal bij de beide trace's cn het rapport komt tot de conclusie, dut geen bepaalde voorkeur voor een der beide routes van het Rijnkanaal bestaat wegens aansluiting von dc Linge. Van groot belang noemt Sor. het werk der Linge-comntissie voor de Neder- Betuwc in verband met vraagstukken betreffen de afwatering, scheepvaart, landbouw, nijver heid er de volksgezondheid. Dr. Lely stelt bij de totstandkoming van het Rijnkanaal onver schillig langs welke route voor uitvoering van een verbinding tusschen de Linge met de Waal en de Lek in Oostelijke richting via het Rijnkanaal. Daardoor wordt een doorgaande vaarweg van Gorinchem via Gcldermr.'sen naar de Waal cn de Lek verkregen, bevaarbaar met schepen van 600 ton laadvermogen Het is thans de taak voor de K v. K voor de Nedcr-Bctuwe ont te wijzen op de zoo spoedig mogelijke uitvoering van de werken, daar de verbetering van den bestaanden toestand der Linge in het belang der scheepvaart en der in dustrieën urgent is alzoo een doorgaande vaarweg Gorinchem vin GoldcrmalsenRijn kanaal. Het bureau van de Kamer heeft echter ge meend, geen bcs'uit te moeten voorstellen, doch hiermede tc wachten tot na de lezing van dr. C Lely op 28 November a.s te Tiel over do kar aal verbinding Amsterdam—Boven-Rijn. Voorts werd medegedeeld, dn» het Bureau een onderhoud heeft gehad met B. en W. var» Tiel betreffende overbrugging van de rivier de Waal. Naar voren werd gebracht, dat de K. v K genegen is om elke poging tot overbrugging van de Waal bij Tiel te steunen, doch dat deze actie niet tengevolge mag hebben, een opschor ting van de pogingen om de verbinding van Tiel met Maas cn Waal zoo spoedig mogelijk te ver beteren. Verder is het bureau werkzaam om verbete ring te verkrijgen in den toestond van het veer te Zaltbommel. Zij stoat daarbij voor eén op heffing van de belemmering, veroorzaakt door de sleeptrcinen en ten tweede door vervanging vun de bestaande gierpont door een stoompont Het bureau vroeg thans machtiging om zich in verbinding tc stellen met de ministers van waterstaat en financiën, den ingenieur van den Rijkswaterstaat te Arnhem M B W d^s Tombe, onder wien de veren ressorteeren, de K N. A. C en de Wegencommissie. Hiertoe werd machti- girg verleend. Op voorstel van den heer W. O. A Koster werd besloten aan de Tweede Kamer kenbaar te maken, dat, indien bescherming van de cera- mische industrie wordt noodig geacht, het on-* billijk is, slechts een deel van deze industrie te beschermen, zooals uit het wetsontwerp blijkt, dat de regeering voornemens is. Op voorstel van den heer Srhouten (Culent- borg) werd nog besloten de Eerste Kamer tc verzoeken het wetsontwerp op de N.V. te ver werpen. W« hoeven onze medemenschen niet allen te respecteeren, maar we moeten ze acceptce- ren„ Nam het E'gr'sch e- Dooi Ml Cf KET.LF.R „Neen, vermoedelijk niet," antwoordde Ko- tye terwijl rij omzag in den salon, waar nu de heele serie der Swfgello's weer op hun oude plaats hing Eerst kort geleden was een lang gekoesterd plan om hun de hun toeko mende plaats terug te geven, verwezenlijkt, ondanks het tweezijdig verzet van Timosh en Malania. "Ik vind enkele dier portretten zeer mooi, en ik kon die theaterwolven en die kinderlijk welgedane moeders evenmin uitstaan «Is die pilaren en palmboomen,die aan beschilderd blik deden denken Daarginds nao^t het raam hangt Stanislas Swigello, de man, die naar Siberië werd gebennen en die daarvan terug keerde, zoools u zoo vriendelijk was voor mij ïvo te speuren." r.O ja, de laatste dcT Swigello's I" Een oogenblik stond Katya op het punt hem mede te deelen. det het niet de laatste der Swigello's was, dat rij zelve heel wat meer had «ttdekt, dan hij voor haar had kunnen uit vis-ch en, maar zij hield zich in. Zij had te veel hekel aan den man om hert deelgenoot van haar ontdekkingen te maken. „Het moet eén wonderbaarlijk knappe man geweest zijn, viridt u niet zéide zij in plaats daarvan, naor het portret kijkende. „Wonderbaarlijk F verklaarde Klobinski, doch hij keek niet naar het portret bij die woorden, doch naar Katyo's profiel en den fijnen omtrek van het oor, dat onder het zijdeachtig haar uitkwam, en zijn kleine don kere oogen gloeiden als kooltjes vuur daarbij. „Lieve kind," zei Malania tot Katya, nadat de bezoeker was vertrokken, die man is veel verliefder dan je vermoedt Eer. dezer dagen komt hij met zijn liefdesverklaring voor den dag, en als je hem de deur wijst, wat zal hij dan doen Het is niet wenschelijk een vijand bij de politie te hebben „Malligheid, matousltka I" antwoordde Ka tya lachend. „Ik geef toe, dat het een brutaal heer is, maar toch niet brutaai genoeg voor zoo iets. U vergeet zeker, d*»t ik een goede partij ben, en hij op s*uk van zaken niet meer don een ambtenaartje Hij kon onmogelijk eenige hoop koesteren En zelfs nis vijand kan hij niet gevaarlijk zijn met zoo'n lach Hij kan ons zeker nu en dan van nut zijn en blijkbaar is hij verliefd, maar ik geloof niet. dat zijn verliefdheid hem tot dwaasheden zal brengen. Malaria zuchtte eens diep, zii was nfet be- vred:gd. Zijwas niet schrarder, mner zi) kopsterde het instinctmatige wontrouwen van een beschroomd mcnsch BovencHen had zij den steelschen vurigen blik ven Klobinski op gemerkt, welke Katya niet had gezien en iets dat meer van instinct dan van verstond had, zei haar. dat een man, met een dergelijk ge voel vervuld, gevaarlijk zou kunnen worden als hij gedwarsboomd werd. Dergelijkcn kijk op den toestond hebben niet altijd dc scherp- zinnigsten, en vindt zelfs een blinde kip niet soms een graantje HOOFDSTUK V. Wat de winter bracht. „Wat I De post al Nog nadere telegram men vroeg Malania aan Katya, toen deze met een bundeltje couranten dc kamer bin nenkwam. frJe komt me zeker vertellen, dat het heelemaol een vergissing is, dat Port Arthur zou zijn gevallen Dat zijn weer die socialisten 1" „Het spijt mij, dot het de Japanners rijn en niet de socialisten, matoushka. Hier vindt u alle bijzonderheden omtrent de overgave als u er belang in stelt." „Belang in stelt Natuurlijk niet f Wie stelt belang in een bundel leugens Van wien komt die brief „Van Fedor Gregorow." Malania, die rich naar gewoonte aan jam te goed deed, ving ter sluiks een grappig lachje om Katya's lippen op. „Staat er wat belangrijks in „Ja, een allerdolst voorstel." Fedor Gregorow was Katya's voogd, een gepensionneerd generaal te Moskouw woon achtig, dien zij slechts éénmaal, na den dood haors vaders, had gezien. Door jicht geplaagd en tamelijk lui van aard had de generaal zich zelden om zijn punil bekommerd. Het thans door hem overgebriefde voorstel door Kat va allerdolst geheeten, bewees intusschen. dat hij zich plichten niet geheel vergat. Hij deed daarin een huwelijksplan in optima forma aan de hand, de voorgestelde echtgenoot was de drager van een adellijken titel en eigenaar: van een landgoed, dat niet veel kleiner dan Luby- nia was. Gegeven twee jongelieden, ieder rij ker dan noodig is om te kunnen leven, kon men dan beter plan bedenken dan dot zij hun lot aan elkander paarden, hun geldzakken bij elkaar voegden en aldus nog meer rijdom in één hand brachten „En wat ben je van plan to antwoorden vroeg Malania, nadat Katya haar den hoofd inhoud van Fedor Gregorows brief had mede gedeeld. terwijl zij van verrukking de honden in haar schoot samenklentdc, daar al wat op huwelijk betrekking bad de vroegere kinder- juffrouw in geestdrift bracht. „Dat ik nog niet van plan ben te trouwen en dot indien ik daar wel aan denk, ik zeker mijn echtgenoot zelve hoop te kiezen." „Maor kun je je nu een mooier partij dan deze bedenken „Zeker wel Maar intusschen, zooals ik zei, ik ben nic? van plan t° trouwen." „Nooit vroeg Malania. een weinig ver- blcekend bij het hooren van zoo'n afschuwe lijke verklaring. ..Vermoedelijk nooit, behalve wanneer „Behalve wanneer wat?" Katya keek naar buiten naar de langzaam neerdwarrelende sneeuwvlokken. „Behalve wanneer iets erg ongerijmds mocht gebeuren. Als ik ooit trouw, zal het vermoedelijk niet voor mijn genoegen zijn „Maar Katya, mijn snoesje, wat bedoel je daarmede Wanhopig als door een panischen schrik bevangen richtte Malania haar bruine oogen naar Katya, als vreesde zij voor haar ver stand. „Men kan toch wel trouwen om zijn gewe ien gerust te stellen, niet waar? Wanneer men bijvoorbeeld door te trouwen een on recht herstelt Maar nu gerankte Malania, die Katya's ge dachten niet kon volgen, dermate overstuur, dat zij geen woord meer kon uiten, maar haar geheele houding cn gelaatsuitdrukking droe gen zulk een vragend karakter, dat Katya zich haastte er op te laten volgen „Nu, maak je maar niet ongerust, matoush ka I Er bestaat niet de geringste kans, dat zoo iets gebeurt, vermoed ikIk geloof, dat het ophoud met sneeuwen. Als het weer opklaart, go ik in den namiddag een slederit maken." „Met deze koude „Ja, ik wil van Panna Rudkowska de laatste berichten omtrent Stasia hooren." „Altijd die Panna Rudkowska," zeide Mala* nia zuchtend, in een aanval vun naijver, daar zij vond, dat de Poolschc schooljuffrouw in onbehoorlijke mate beslag legde op de belang stelling van haar suikerpooje. „Ik begrijp niet, wa! je in dat meisje ziet." Toen het in den namiddag opgehouden had te sneeuwen, ging Katya op weg naar FcLk- soto. Stasia was op het gunstige oogenblik naar voren gekomen Men kon het excentriek, desnoods ongcloofelijk heetcn, dat de belang stelling in de vorderingen van het dienst meisje haar geregeld een praatje deed maken met de schooljuffrouw, maor voor Katya was dit werkelijk een behoefte geworden. °anna Rudkowska was de een'ge broze band, dio haar aan de Swigello's bend, haar eenige zwakke bron van inlichting. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5