AHEPSF00RTSC1H DAGBLAD
BINNENLAND.
feuilleton!
ONRECHTMATIG BEZIT
TWEEDE BLAD
Dinsdag 24 Januari 1928
26e JAARGANG „DE EEMLANDER" No. 176
PRINSES JULIANA ALS
STUDENTE
EEN UNIVERSITAIRE
FEESTDISCH TEN HOVE
Gisteravond werd ten Hove een feestdisch
gegeven, die verbond hield met de opleiding
van prinses Juliana aan 's Rijks Universiteit
te Leiden.
Met de Koningin, den Prins en prinses Ju
liana namen hieraan een 45-tal genoodigden,
leden van de hofhouding der koningin cn van
prinses Juliana, hoogleeraren, en dames cn
heeren uit de kringen der Leidschc Studen
ten vereenigingen deel.
O.o. namen aan den maaltijd deel jhr. mr.
dr. dc Gyselaar, voorzitter van het college van
curatoren, der Rijksuniversiteit te Leiden; prof
dr. Wensinck, rector-magnificus dier Univer
siteit prof. dr. Muller, oud-hoogleeraar dei
Leidsche Universiteitde professoren dr. Kris-
tensen, mr. Van Vollenhoven, jhr. mr. dr. van
Eysinga, mr. de Blécourt, dr. Huizinga, dr.
Verwey, all enhoogleeraren aan de Rijksuni
versiteit te Leidenprof. dr. Verrijn Stuart,
hoogleeraar aan de Nederlandsche Handels
Hoogeschool te Rotterdammej. dr. Serru-
rier, privaat-docente aan de Rijksuniversiteit
te Leiden (bij deze hoogleerarcn en genoemde
privaat-dicente volgt prinses Juliana de col
leges of heeft ze die gevolgd).
Voorts het bestuur van de Vereeniging van
Vrouwelijke Studenten te Leiden mej. Bosman
praesesmej. Benthem Sypkes, quaestrix
mej. A. O. James, ab-^ctis I en mej. Merens,
assessorde novitioatscommissie van dc Ver.
van Vrouwelijke Studenten te Leiden mej.
Tjeenk Willink, praesesmej. van den Brond-
hof, ab-ctis; mej. de Graeff, quaestrix; mej
A. M. James, assesoor en mej. Heerkens
Thyssen, assessor.
Verder woren genoodigd mej. Michelln,
jonkvrouwe de Brauw en mej. Rooseboom,
studievriendinnen van de Prinses en ten slotte
het Collegium Civitatis Academicae Lugduno
Batavorum Sapremucm, bestaande uit de hee
ren Jhr. de Ranitz, praeses; Bierman, ab-actis
Van der Valk, quaestorVan Marle, assessor
I en Dresselhuys, assessor II.
De maaltijd werd gegeven in de Groote
Zaal en de bloemversiering der tafel ver
toonde de kleuren der Leidsche Universiteit,
blauw en wit, door een rangschikking, in ver
guld zilveren bloembakjes, van witte serin
gen en blauw Knt.
De Kon. Militaire Kapel voerde, onder lei
ding van haren directeur, le luit. Boer, een
muziekprogramma uit en begeleidde eenige
tafelzangen.
De vorstelijke personen begaven zach aan
tafel onder de tonen van den marsch der
Leidsche Studentenvereeniging tot vrijwillige
oefening in den wapenhandel „Pro Patria",
welke marsch destijds gecomponeerd werd
dooT den heer A. Grentzius, kapelmeester van
het 4e reg. inf. te Leiden.
Tijdens den maaltijd werd door een deel der
gasten het ,Jo Vivat" gezongen. En voorts
werd aan tafel nog gezongen het CoTpslied
van de Vereen, voor Vrouwelijke Studenten
te Leiden.
Us werd opgediend in noga-bnhjes, naar het
model van het bekende kookpot je of keteltje,
dat na het opbreken van het beleg van Lei
den achtergelaten gevonden werd in het kamp
der Spanjaarden, en dat zich thans bevindt in
het Museum de Lakenhal te Leiden.
Na tafel begaven de vorstelijke personen
en hun gasten zich naar een andere zaal; daar
werden door den heer Cor van der Lugt Mel-
sert en mevr. van der Lugt Melsert—Van Ees
eenige voordrachten gehouden en wel van „de
Gewichtige Rol", „Het Vrouwelijk Studentje"
cn „Vrede Thuis".
GIFTEN EN LEGATEN.
Wijlen mevr. de Bas—Beau sar te 's-Graven-
hage heeft aan de diaconie der Nederd. Herv.
gemeente aldaar 2000 vermaakt.
VOOR F 40000 GESTOLEN
DE VACCINATIEKWESTIE
HAAGSCHE GEMEENTE-
DS. G. HORREUS DE HAAS
HERDENKING VAN ZIJN
ZILVEREN JUBILEUM
EEN GEDACHTENISREDE
Zondag 1.1. heeft ds. G. Horreus dc Hoos,
nnar wij reeds met een enkel woord meldden,
zijn zilveren ambtsjubileum gevierd.
In de geheel gevulde Groote Kerk sprak ds.
H. dc Hoos een herdenkingsrede uit naar aan
leiding van het evangelie van Lucas XVI, 1
cn 2a.
No een inleiding besprak de jubilaris de 'aak
der Hprv. Kerk, dc taak om het licht van het
Evangelie te bewaren en om het uit te helpen
dragen in dc harten van jong en oud. Ge
brekkig zeker, dot is zij en dat is niet moeilijk
te zien, maar eerbiedwaardig is zij ook, die
oude Kerk van ons, geboren in dc dagen van
vrijheidsstrijd van ons voorgeslacht, geëdeld
door zooveel mortelaorsbloed, verstard dan
ook weer in enghartigheid en dogmatisme,
mear waarin wij willen hundhaven dc vrijheids
gedachte, die wij willen helpen hoeden en ma
ken tot dc vrije volkskerk, waarin wij volgens
het Vrijz. Herv. programma: „willen voortbou
wen op het Evangelie van Jezus Christus, over
eenkomstig de beginselen cn het karakter van
de Ned. Herv. Kerk."
Dot programma is een eenvoudig, groot en
viij programma, en als dot een weinig in ver
vulling gaat, don hebben wij een groot werk
in die kerk van ons cn dan hebben wij alle
reden die kerk te ceren en voor die kerk dank
baar te zijn.
Maar dc waarheid, die deze Kerk draagt,
oldus spr., is ook weer een meer dan kerkelijke
waarheid: het is een universeelc wereldwaar
heid, het goot niet om dc Kerk, maar om het
Godsrijk. Bij een wereld met zooveel zelfzucht
en geweld, met zooveel onrecht cn oorlog, kan
het in ieder geval niet blijven, on het is dc geest
van Christus, die ons maakt tot denkors over dc
maatschappelijke problemen en die ons roept
om naar ons beste inzicht mode tc arbeiden
aan de komst van een hoogcr gemeenschaps
ideaal.
Doerna ging spr. zijn ambtelijk leven na, ge
waagde met groote dankbaarheid ervan, dat
hij ook in Zwolle vriendschap en vertrouwen
vond, vriendschap van ds. Proost en ds. Schol
ten, en goede verstandhouding met de andere
collega's.
„Wij hebben aanraking met elkander gevon
den", zoo vervolgt spr., „in dogen van
lief en leed, een aanraking, die nog inniger, nog
vertrouwelijker zal worden, als mij nog wat rijd
is gegund."
No het gezang sprak namens de gemeente
dr. F. K. Proost van den kansel een getuigenis
van groote woordecring en vriendschap tot ds.
De Haas.
Van de gelegenheid ds. De Haas in de con
sistoriekamer te complimenteeren. maakten
honderden mcnschen gebruik. Van de autoritei
ten en corporaties noemen we het burgerlijk
gemeentebestuur van Zwolle, dc kerkvoogdij, de
Vrijz. Herv. Gemeentebesturen van Sncek en
Zwolle, den V. C. J. B.; namens den kerkeroed
sprak ds. De Jonge. De arbeidersbeweging had
den jubilaris reeds op den eigenlijken herden
kingsdag (18 Jan.) gehuldigd-
MR. W. M. VAN HAAFTEN. f
Oud-griffier der rechtbank tc
Groningen.
Te Oosterbeck overleed in den ouderdom
van 69 jaren mr. W. M. van Haaften, ouch-grif-
fier bij dc rechtbank te Groningen. De heer
Van Haaften was tevens geruimen tijd penning
meester van het departement Groningen van
de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en
boekhoudend voogd van het Sint Anthony
Gasthuis.
PROF. LORENTZ.
Reden tot bezorgdheid.
Men meldt ons uit Leiden:
De toestand van prof. Lorentz geeft reden
tot bezorgdheid. Er zijn hooge koortsen opge
treden.
DE INBRAAK IN DEN
ROTTERDAMSCHEN JUWELIERSWINKEL
EEN ZELDZAAM ZORGVULDIG
VOORBEREIDE INBRAAK
Omtrent de inbraak in de juwelierswinkel
van den heer A. Siebel Jr. aan den Binnenweg
te Rotterdam, kan nog het volgende worden
medegedeeld Om vier uur Zondagmiddag is
de filiaalhouder met zijn vrouw en zijn kind
de stad in gegaan en toen te halfzes een oude
dame, die op de tweede étage boven den win
kel woont, zich naar de kerk wilde begeven,
ontdekte zij zij moet om op straat te kun
nen komen, den winkel door dat in den win
kel alles was overhoop gehaald. Op den grond
lagen plat getrapte ringen en sieraden, de
vitrines en de étalage waren totaal leeg ge
haald. De vrouw waarschuwde onmiddellijk
de politie, en het daarop ingestelde onderzoek
wees uit, dot men hier te doen had met een
zoo zorgvuldig voorbereide inbraak, als men
weinig of nooit aantTeft. In het kantoor achter
den winkel werd een groot gat ontdekt, dat in
een 30 c.M. dikke mirur was gebeiteld en
waardoor de daders van een opslagplaats van
balen meel van den naast aangelegen bakkerij
uit in het winkelpand van den juwelier zijn ge
komen. In den opslag van balen hebben de
inbrekers een ruimte vrij gemaakt, zoodat zij
daar rustig cn beschut konden werken. Ook
hebben ze een gat gemaakt in een een-steens
muur, waardoor zij bij een trap kwamen, welke
naar een sigorenmokerij leidt.
Zondagmiddag hebben ze hun laatste werk
verricht en zij zijn in de juwelierswinkel geko
men, waar zij voor een waarde van I 40.000
hebben gestolen.
Uit de kassa is een bedrag van 300 aan
geldstukken ontvreemd Tusschen vier uur en
halfzes moet zich alles hebben afgespeeld, want
toen de oude dame door den winkel kwam,
was van de daders geen spoor meer le be
kennen.
Uit de sigarenmaker ij is niets gestolen.
Vermoed wordt, dat de inbrekers zich in de
bakkerij hebben laten insluiten en dat zij ver
scheiden Zaterdagavonden achtereen daar ge
weest zijn, teneinde hun voorbereidingen te
treffen, totdat Zondagmiddag do groote slag
geslagen werd. Zij hebben den winkel weei
verlaten door het gat in het kantoor en de
bakkerij door een met een Lipsslot gesloten
achterdeur.
VRIJHEIDSBOND.
De Centrale Kiesvereen. in Leiden.
Onder voorzitterschap van den heer P. Tie-
ter, heeft Zaterdag te Gouda een vergadering
van de Centrale Kiesvereeniging van den Vrij
heidsbond in den Rijkskieskring Leiden plaats
gehad. Er woren 17 afdeelingon vertegenwoor
digd door ongeveer 50 personen.
In zijn openingswoord heette de voorzitter in
het bizonder mr. Fock en mr. Boon, voorzitter
en secretaris van den Vrijheidsbond, welkom
Uit het jaarverslag van den secretaris bleek,
dat de centrale 27 afdcelingen' heeft, mot bijna
3000 leden
De rekening van den penningmeester gaf een
voordeelig saldo.
Als leden van het bestuur werden gekozen:
F. Tieter, te Gouda, voorzitter; J. Beijen, te
Bodegraven, secretaris-penningmeester; dr. T
Beekenkamp, 2e voorzitter; mevr. M. Heering,
mevr. E. A. H. RiesNoothoven van Goor,
mr. A. J. Romijn, mr. J. Best, J. P. Werkman,
J. G. Tuytel, H. Ph. Sobels, A. J Turion, C.
Broere Jzn., P. N. de Jong, J. H. Schouwinck
en N Bodegraven.
Met algemeene stemmen werd besloten, de
beide onder-ccntralen op te heffen en als één
geheel de verkiezingsactic in 1929 te voeren.
Mr. Fock heeft een korte rede gehouden,
waarin hij opwekte, pal te blijven staan voor
de liberale beginselen.
ONDERSCHEIDING
De heer dr. J. Stroomberg, hoofd van Han
del en Nijverheid te Buitenzorg, is benoemd
tot officier in de orde vnn den Koninklijken
Draak van Annom.
PROF. ALDERSHOFF EN DR. VIT RIN GA
TEN ONDERZOEK NAAR HET
BUITENLAND
VOOR CONFERENTIES
MET COLLEGA'S
Het onderzoek van de commissie uit den
Gezondheidsraad, belast met het opsporen der
oorzaken van dc aandoeningen van het centraal
zenuwstelsel die na het inenten tegen pokken
zijn woargenomen, vordert geleidelijk
De commissie bestudeert het vraagstuk op
zoo uitgebreid mogelijke schaal, zoowel van
een practisch als van een zuiver wetenschap
pelijk standpunt.
Deze weck zullen prof. dr H AldershofT,
directeur van het Rijks-Serologisch Instituut
te Utrecht, en dr. A. J. Vitringa, onder-direc
teur van de „Koepokinrichting" te Amsterdam,
naar Kopenhagen, Rostock en Berlijn vertrek
ken, ten einde met hun collega's in die ver
schillende steden te confereoren om enkele1
punten op te helderen, alsook uitkomsten tot
nu toe verkregen, met elkaar te vergelijken.
GEVANGENISARBEID.
Een interdepartementale commissie.
Het Hbld verneemt, dot een interdeparte
mentale commissie zal worden ingesteld, welke
zal hebben na te gaan, of het rendement van
den gevangenisarbeid, in verband met de re-
classeering en de economie, wel zoo hoog mo
gelijk is. De instelling dezer commissie werd
reeds voorbereid, voordat het Kamerlid dr
Möller zijn schriftelijke vragen over dit onder
werp had ingediend.
ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Zondagavond heeft de laatste trein van
Meppel naar Steenwijk op een onbewaakten
overweg in den rijksweg bij Steenwijk Jakob
Wind, uit Giethoorn, die daar per auto pas
seerde, overreden en vermorzeld.
HET KAMERLID H. A. LEENSTRA.
Naar de Stand, verneemt, is het A.-R Ka
merlid H. A. Lcenstia, te Heerenveen, ernstig
ongesteld. Men zeide het blad, dat de heer
I.eenstra aanvallen van koliek heeft De pa
tiënt lijdt hevige pijnen. Dc laatste nacht was
rustig.
Dr. J. DEKKER.
Arts te Bergen (N.-H.).
Bij de familie tc Bergen (N.-H.) is bericht
oi tvongen, dat dr. J. Dekker, die om gezond
heidsredenen in Zwitserland vertoefde, in den
ouderdom van 34 jaren is overleden. Hij had
te Amsterdam gestudeerd en zich acht jaoi
geleden te Bergen gevestigd, waar hij zioh een
drukke praktijk verwierf. Vooral door de be
studeering der methode Pondorff ten nanrien
van de tuberculosebestrijding trok hij, zoo
meldt de N. R. C.. zeer dc aandacht en hij
werd als een weldoener voor de geheele streek
beschouwd. In het Ned. Tijdschrift voor Ge
neeskunde verdedigde hij op wetenschappelijke
gronden deze methode
Het bleek, dot de proefnemingen van dr
Dekker klopten met die van het instituut Pas
teur te Parijs, waarna hij de vereorendc uitnoo-
diging ontving om rich in het instituut te
Parijs een halljaar aan proefnemingen te wij
den. Tengevolge van zijn drukke praktijk kon
hij hieraan geen gevolg geven. Door het werk
van dr. Dekker werd de afdeeling Bergen van
het Witte Kruis een der voornaamste afdee'in-
gen van deze vereeniging tot bestrijding der
tuberculose.
RUITENKRASSERIJ.
Uitbreiding dezer „epidemie".
Eenige winkeliers te Gouda vonden Zater
dagavond de spiegelruiten van hun étalages
met een scherp voorwerp bekrast. Vermoede
lijk heeft de ruitensnijder dus nu het terrein
van zijn werkzaamheden nnar Gouda ver
plaatst.
RAAD
EEN GROOT FLATGEBOUW
THEESCHENKER IJ
IN HET WESTBROEKPARK
In de gisteren gehouden raadsvergadering
werden o.m. benoemd tot hoofden van ge
meentelijke bewaar- of voorbereidingsscholen
de dames E. C. Schenkman te Amsterdam cn
B. Perné, te Dordrecht, en tot onderwijzer bij
het L. O. de heer E. S. B. Nannenberg te Kes-
tereru
Na eenige discussie werden aangenomen
met 20 tegen 19 stemmen het afwijzend prae-
advies op het adres van het Instituut voor
Lichamelijke opvoeding „Opleidingsinrichting
tot het vormen van leerkrachten bij het .Chr.
Onderwijs te 's Gravenhage, houdende verzoek
om een subsidie van 487 ter bestrijding van
de kosten van het gebruik van gemeenteloca-
liteiten en met 34 tegen 4 stemmen het voor
stel tot nadere vaststelling van de rooilijn vnn
den Hofweg en tot verkoop van aan genoem
den weg gelegen grond aan de 's Gravenhoag-
sche Pussage-maatschappij.
Bij het prae-advies van B. en W. op het
adres van ir. J. J. Groenerna betreffende den
bouw van een flctgebouw op den hoek van de
Adriaan Goekooplaon cn de Stadhouderslaan
verdedigde de heer Van Beresteyn (v. b.) dezen
bouw.
De heeren Fcber (r.-k.), v. d. Oever (r.-k.) cn
Josephus Jitta (V. D.) sloten zich hierbij aan.
Wethouder Vrijenhoek (S.-D.), merkte op,
dot B. en W. tegen den bouw geen bezwoer
hebben. De gevellengte is echter veel tc groot
en daarbij is het gebouw zoo hoog ontwor
pen, dat het in de omliggende tuinen veel
schaduw zal werpen.
De Voorzitter achtte dc bezwaren voor dc
omwonenden van voldoende belang, om op
grond daarvan den eisch te stellen, dat het
gebouw lager moet zijn.
Na replieken werd het prae-advies verwor
pen met 20 tegen 18 stemmen.
Bij het voorstel om te besluiten tot de stich
ting van een thecschenkerij in het Westbrock-
park maakte de heer Duymaer van Twist (A.-
R.) er bezwaar tegen, dot het gebouwtje op
Zondag open zal zijn.
De heer Van Vuuren (R.-K.) had openbare
inschrijving gewild. Voorts achtte hij het een
bezwaar, dat de gemeente winst trekt uit een
bedrijf, maar bij verlies de exploitant alleen
aansprakelijk blijft.
Wethouder Quant achtte sluiting op Zon-
dug niet mogelijk. De bezwaren van den heer
Van Vuuren vond hij overdreven. De onder
vinding heeft geleerd, dat inschrijving geen
gunstige resultaten geeft.
Het voorstel werd aangenomen met 29
togen 7 stemmen.
Hot voorstel om verweer te voeren tegen
do door A. M. Mortens ingestelde rechtsvor
dering werd aangenomen met de stem van den
heer De Visser (C. P.) tegen.
De vergadering werd hierop gesloten.
GOLD GEBRUIKT OM „GATEN TE
STOPPEN".
De aanhouding van den Grick-
schcn zeeofficier.
In verband met de aanhouding te Amster
dam van den Griekschen zeeofficier, die ver
dacht wordt van verduistering van een bedrag
van ongeveer drie millioen drachmen, meldt de
Tel. nog, dat de aangehoudene bij zijn verhoor
verklaarde, dat het geld op was. In de eerste
pinats had hij een gedeelte reeds in Athene
gebruikt om eenige „gaten te stoppen". Von
het overgeblevene, dat nog een respectabel be
drag vertegenwoordigde, had hij hier in Hol
land zeer royaal geleefd.
Hij stelde er geen prijs op in het Huis van
Bewaring te wachten tot het verzoek om uit
levering zou binnenkomen. Liever ging hij met
de Grieksche politie mee. Hieromtrent zal la
ter een beslissing worden genomen.
Moed is het licht in den tegenspoed.
Naar het Engelsch, van Dorothea Gerard
Door Mr. G. KELLER
68
„Ga eens kijken wat het is, ik zal zoolang
de teugels wel vast houden", zei de man die
rechts van den koetsier zat, dienstvaardig.
De man aan zijn linkerzijde stapte even
dienstvaardig met den dommen jongen Hercu
les van den bok.
De oudste stond diep voorover gebogen over
een der achterwielen en bekeek iets van zeer
dichtbij. De koetsier volgde zijn voorbeeld,
doch werd onmiddellijk aan beide kanten door
een paar sterke armen vastgegrepen en met
zulk een bliksemsnelheid op den grond gewor
pen, dat nog vóór er een geluid over zijn ver
baasde lippen was gekomen een opgerolde zak
doek stevig in zijn mond was geduwd. Onge
boeid daar de tijd te kostbaar was werd
hij als een blok opgetild en hals over kop op
den vloer van den gevangeniswagen geworpen,
waar hij languit bleef liggen aan de voeten
van de bevrijde gevangenen.
„Wij zullen je niet doodschieten, als je la
waai maakt, omdat dat te veel leven zou ge
ven", verklaarde hem de Oudste, „maar wij
beschikken over heel wat sobels en ook mes
sen om je af te maken".
Zelfs zonder den prop in den mond zou de
jonge kerel vermoedelijk toch geen kik heb
ban gegeven, wijl hij te zeer verlamd was van
verbazing en schrik om zijn stem te ge
bruiken.
De nieuwe koetsier kende blijkbaar zijn ze*
ken goed. Want zij reden nu met een heel an
dere snelheid weg. Hier en daar keek een pa-
trouilleerende agent lui naar den gevangenwa
gen, en begreep misschien niet, waarom er
zoo'n haast werd gemaakt, maar verder dacht
hij niet aan den wagen, die voor hem een da-
gelijksche verschijning was.
De streek, waarheen de wagen reed, was die
der moestuinen, welke Warschau van groen
ten voorzien, in den zomer een weelde van
groen, nu echter bedekt met een smetteloos
sneeuwkleed. Daar wachtte in een verlaten
hoeve de reserve op hen, doch zij had hen op
dit oogcnblik reeds als verloren opgegeven.
Reeds reden zij door een doolhof van paden,
waarin dc wielen, moeilijk zich door de pas ge
vallen sneeuw bewegend, slechts langzaam
voortrolde. Men was bijna in veiligheid, maar
de inzittenden in den wagen dorsten nauwe
lijks ademhalen, hielden hun revolvers om
klemd en zagen in eiken boom die in de bleeke
ochtendschemering voor hun oogen opdoem
de, een vervolger.
„Is het hier? Is het dan hier?"
Bij elk© kromming werd die vraag gedaan,
op steeds dringender toon. Nog niet. En weer
gingen enkele minuten voorbij met stijgend
ongeduld, waarbij men zich met alle kracht
tegen onredelijken angst moest verzetten, tot
eindelijk de bevrijdende woorden weerklonken
„Hier is het f
Nog een schok en het voertuig stond stil
voor een grooten houten poort, die, als door
een tooverwoord zich openend, eon kring van
angstige gezichten deed zien, terwijl de han
den naar de geredden werden uitgestrekt of
tot een dankgebed werden gevouwen.
Nog een paar schokken en de samenzweer
der op den bok liet de teugels vallen en sprong
op den grond.
Reeds hadden eenige handen den gevange
niskoetsier bij de beenen gegrepen. In een
oogwenk werd .hij uit den wogen getrokken en
op den grond gelogd. Een zijden koord om
hem honden en voeten *e binden lag gereed en
hij kreeg een geschikter prop in den mond.
Vervolgens boog zich een lid van de troep
over hem heen met een zakdoek in de eenc
hand, in de andere het apothekersfleschje, dat
Katya op de vergadering op de tafel had zien
staan en dat chloroform bevatte
Intusschen stapten allen rumoerig uit den
wagen. Er was geen tijd tc verliezen, daar al
len van klecren moesten veranderen en die
welke zij nu droegen nog vóór het goed dag
was moesten verstopt worden.
Katya beproefde evenals de anderen op te
staan, maar bemerkte tot haar ontsteltenis, dat
haar dit niet mogelijk was. Duizelig en ove:
haar gonsche lichaam bevend, liet zij zich
weer op de bank neervallen. Het gevoel var*
vi ijigheid beroofde haar van haar krachten,
du prikkel van angst had haar slechts op de
been gehouden Maar op hetzelfde oogenblik,
dat zij haar oogen sloot, voelde zij zich als een
kind opgenomen en naar buiten gedragen; om
te weten in wiens sterke armen zij lag behoef
de zij haar oogen niet eens weer tc openen.
Toen zij op de platgetreden sneeuw weer op
haar voeten stond, hield een dier armen haar
nog steeds omvat om haar te steunen, maar
geen nieuwsgierigheid welde in haar op Eerst
toen een paar gansch andere armen haar on
stuimig om den hals werden geslagen opende
zij plotseling dc oogen.
„Mijn lieveling! Mijn suikerpoppetje I Hoe
heb ik dezen nacht kunnen overleven! O, hoe
zal ik den hemel toch danken I"
In een bij haar haast onbegrijpelijke over
spanning lag Mulania Petrowna op Katya's
schouder te snikken.
„Je dacht zeker niet mij hier te vinden, lieve
schat? Ja, Witek heeft mij hierheen meege
nomen".
Daarnaast stonden de broeders, hand In
hand; zelfs Witek zog geen kans iets te zeg
gen, dat op. dot oogenblik niet dwaas zou heb
ben geklonken.
En wie was dat? Dat donkeroogige vastbe
raden blikkende meisje in praktisch korte rok
ken die nu zonder complimenten Molania op
zijde duwde om een kus van zusterlijke toege
negenheid op Katya's bevende lippen te druk
ken. Dat was bepaald niet de Olympia Zakiev,
maar een andere Olympia, dezelfde, die als
antwoord op den berouwvoller brief, welke
Katya aan Witek opgedragen had haar te
schrijven, te Warschau was verschenen, te
laat echter om haar boetvanrdigen beminde op
te passen bij zijn griepaanval. En ook Karol
Dembowski was er Het was Katya alsof al die
gestalten als door een valluik ten tooncele wa
ren verschenen. Niets was haar volkomen dui
delijk; maar er was thans geen gelegenheid
om iets te vragen, daarvoor waren de oogen-
blikkcn te kostbaar
Zij stonden op een groot erf, aan drie zijden
door schuttingen omgeven, aan de vierde be
grensd door eenige vervallen schuren en berg
plaatsen.
Olympio duwde Katya haastig in een dier
bergplaatsen en begen zondei omslag haar
kleeren los te maken. Hier lag tusschen bloem
potten en harken een bundel kleeren 'gereed,
een grof linnen hemd, een wollen rok, een man
tel ven schapenvel en een gekleurde hoofd
doek. In nog geen 5 minuten stond voor haar
het allersnoczigste boerandeerntje, dat ooit te
Warschau was gezien, wat bleeker don een
boerenmeisje mag zijn, maar het bloed bracht
reeds een lichten blos op haor tecre wangen
Olmyia klapte in de handen, toen zij haat
werk aanschouwde
„Niemand zal je kunnen herkennen! Je bent
niet meer dezelfde persoon".
„Ik geloof, dot ik je ook niet zoo dadelijk
herkennen kan", zei Katya halfluid met een
flouw glimlachje.
In de bergplaats rook het danig Jeelijk van
de rottende planten, die er lagen, maar Olym
pia scheen dot niet eens te bemerken. Neen,
het was waarlijk niet meer hetzelfde dametje,
dat Katya te Zalkicv had gekend. Moor t©
Zalkiev deden zich dan ook geen onverwachte
moeilijkheden voor I
Dc dog brak reeds bijna aan, toen Katya op
het erf kwam Daar stond eert bonte schare
bijeenarbeiders, boeren een paar priesters,
een schoorsteenveger met een schitterend vuil
gezicht. De opgewonden jongeman, die hen
bijna had verraden, was herschopen in een
bakker met een wit schort De gewonde knaap
wos een dicht-gesloierde non geworden, alt»
het beste middel om zijn verbond te verber
gen. Hef geheel dppd denken aan een haastig
in elkaar gezette maskerade, monr dc gezich
ten stonden ernstiger en angstiger dan men
gewoon is van verkleede mcnschen. De poli
tieagenten van den nacht, die nu armelijk©
burgerkleeding droegen, stopten hun unifor
men in den gevnngeniswngen, op welks bodem
de koetseir in diepen slaap verzonken lag.
Het denkbeeld om op de bank een papier te
spelden met de woorden „de groeten van de
socialistische partij", opgeworpen dooT den
jongen man met de blonde snor, werd ver
worpen als niet in overeenstemming met den
ernst van de zaak Uitgespannen en aan een
boom vastgebonden, verzadigden de vermoeide
paarden zich met wat hooi, dat in een schuur
was gevonden. In een kuil, achter een der berg
plaatsen gedolven, werden de revolvers be
graven om ze te gelegener tijd weer voor den
dag te halen. En nu moest er eindelijk nog
iets gebeuren, de uitdceling der velsche pas
poorten en van pakjes met levensmiddelen.
'Slot volgt.)