AMTEP5FÖÖRT3CE DACBL®
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD
.DE EEMIANDERT
Maandag 16 Juli 1298
DE MIJNRAMP TE
BRUNSSUM
ZIEKTEGEVALLEN
„INSULINDE"
BEGRAFENIS MR. DR. J. WYTEMA
BRAND TE ZAANDAM
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
„GLUCK AUF"
ERNSTIG MOTORONGELUK
FEUILLETON.
De Verdwenen Noodmunten
27c JAARGANG
No. 13
HOE HET ONGELUK GESCHIEDDE
Een berichtgever van het Hbld. uit de mijn
streek meldt:
Op de afdeeling S, twintig minuten ten
oosten van den mijnzctel, geschiedde de ramp.
Het was in de zoogenaamde opbraak, 500
meter diep. Deze koker klimt daar 30 meter
naar boven. Dc ontploffing moet verschrikke
lijk zijn geweest. De lier werd geheel vernield.
Wagens van den mijnspoorweg werden door
elkaar geslingerd. In deze afdeeling ontstond
natuurlijk een groote paniek. Dc middngplceg
was na het gebeurde toch nog afgedaald, doch
keerde terug wegens gevaar voor mijngas. Om
vijf uur in den namiddag verspreidde deze zich
door het dorp; het was juist loondag. De
menschcn hielden zich kalm; wel ontstond na
tuurlijk een geweldige oploop nuar tic mijn
Mijnpolitie en marechaussee's handhaafden
de orde. Hetgeen gemakkelijk geschiedde, daar
de bevolking zich merkwaardig rustig hield.
Om kwart na twee was reeds geestelijk hulp
aanwezig. Drie paters-lazuristcn wnren op de
mijn; écn ervan daalde met de reddingsbrigade
af. Beneden werden sommigen der slachtoffers
de laatste heilige sacramenten toegediend. Dc
paters-lazaristen bleven tot half drie 's nachts
de gewonden bijstaan.
Nader vernemen wij, dot de moeste slacht
offers den verstikkingsdood zijn gestorven;
slechts enkelen zijn aan hun verwondingen
overleden. Door kolenstof en vei schroeiing liet
zich alles natuurlijk verschrikkelijker aanzien.
Het volk bespreekt bruut de schuldvraag.
In mijnwerkerskringen klaagden men over
onvoldoende waarschuwing. Het gebruik van
electrische mijnlampen schijnt op dit punt ook
bezwaarlijk te wezen, daar benzinelampen beter
waarschuwen. De schuldquaestie zal bezwaar
lijk opgelost kunnen worden, door de schie-
mcester, die de verantwoordelijkheid bad voor
het schieten met dynamiet, zelf omgekomen is.
De begrafenis zal waarschijnlijk 'h'nsdag
plaats hebben, wanneer van de zijde van de
justitie tenminste geen bezwaren worden ge
maakt.
Onder de acht dooden bevinden zich zes
katholieken en twee hervormden. Eén der om
gekomenen is vader van zeven kinderen. Vijf
er van hooren te Brunssum zelf thuis. Dc ver
misten worden als verloren beschouwd, aan
gezien het zoeken nog wel één a twee weken
kan duren.
Te Brunssum zijn alle feesten afgelast. De
voetbalwedstrijden en volksconcerten gaan niet
door. Het prijsschieten der burgerwacht is
eveneens uitgesteld.
Wij vernemen, dat van de drie gewonden,
die in het St.-Josephs-hospitaal te Heerlen zijn
opgenomen, één is overleden. De beide anderen
verkecren, de omstandigheden in aanmerking
genomen, in goede gezondheid.
r A. P. FOR TANIER. f
Te Antibes is overleden, in den leeftijd van
62 jaar, de heer A. P. Fortanier, oud-notnris
te Zierikzee en oud-directeur der voormalige
Mij voor Zekerheidsstelling voor Ambtenaren
en beambten te Amsterdam. Nu reorganisatie
dezer instelling was hij geruimen tijd direc
teur der Int. Handel- en Crediet-Mij. te Am
sterdam. De overledene was ridder in de Orde
van het Legioen \an Eer.
PERSONALIA.
Tot Ieeraar-lcidstcr aan de koloniule school
voor meisjes en vrouwen te 's Graver.hqge is
benoemd mej. M. Heyning, wijkverpleegster
van het algemeen ziekenhuis te Doetinchem.
VRAGEN VAN HET KAMERLID ALBARDA
DE BEHANDELING DER MAIL
De heer Albarda, lid der Tweede Kamer,
heeft den ministers van Waterstaat en van
Koloniën de volgende vragen gesteld
1. Hebben de ministers een onderzoek inge
steld naar de waarheid der berichten, dat reeds
op de heenreis ven de „Insulinde" aan boord
van dat vaartuig van den Rotterdamschen
Lloyd zich een dertigtal gevallen van een ver
moedelijk besmettelijke keelziekte hebben voor
gedaan, en zijn zij bereid de uitkomsten van
dat onderzoek mede te deelen
2. Zijn dc ministers ven oordeel dot, alvo
rens met dc „Insulinde" de reis naai Neder
land werd ondernomen, de noodige maatre
gelen zijn getroffen om dot schip te ontsmet
ten Zoo ja, hoe is het dan te verklaren, dat
op de terugreis zich opnieuw een aantal ge
vallen van besmettelijke ziekte hebben voor
gedaan, waarbij cenige met doodelijken of-
loop
5. Zijn de bevoegde autoriteiten in Neder-
iandsch-Indië behoorlijk in kennis gesteld met
het feit, dat zich aan boord van de „Insulinde"
een aantal verontrustende ziektegevallen had
don voorgedaan Zoo neen, wie is dan in ge
breke gebleven van de noodige mededeelingen
te doen Zoo ja, welke maatregelen hebben
dan die autoriteiten genomen om voor do pos-,
sagiers, die met dot schip dc reis naar Europa'
wilden ondernemen, gevaar van besmetting
zoovee1 mogelijk te voorkomen
4. Moet uit het gebeurde worden afgeleid,
dat het toezicht van regeeringswege onvol
doende is geweest, of dat dc wettelijke voor
schriften niet toereikend zijn om in zulke ge
vallen de noodige voorschriften in het belang
der gezondheid te geven
5. Indien dc vierde vraag bevestigend wordt
beantwoord, welke muatregclon denken dc
ministers dan te nemen, om in de toekomst
dergelijke gebeurtenissen zooveel mogelijk te
voorkomen
Op gezag van het Staatstoezicht op de
Volksgezondheid kan worden medegedeeld, dat
het op grond van de Sanitaire Conventie van
Parijs (ÏQ26) overbodig is de door het s.s.
Insulinde medegevoerde mail welke ziekte
ook aan boord heerscht of geheerscht mag
hebben aan eenigen maatregel van ont
smetting tc onderwerpen.
Ten opzichte van de z.g. losse correspon
dentie, de brieven, die aan boord geschreven
zijn en waarvan het dus mogelijk is, dat deze
met zieken in aanraking zijn geweest, zullen
in ieder geval de noodige ontsmettingsmidde
len worden toegepast.
VELE ROTTERDAUSCHE BURGERS BRENGEN DEN OVERLEDENE EEN
LAATSTEN GROET EEN STOET VAN 23 RIJTUIGEN
EEN MAN VOL HECHTE EN STERKE LIEFDE
VOOR ROTTERDAM EN VAN DIEP-RELIGIEUZE GEVOELENS
EEN HOUTZAGERIJ IN DE
VLAMMEN OPGEGAAN
Zondagmiddag is te Zaandam te 5 uur door
onbekende oorzaak brand uitgebroken in do
houtzaagfabriek „De Breeuwer", staande aan
het einde van de Harcnmakerstraat in het
Wcsteinderveld van dc N.V. Houthandel van
gebr.' Endt.
Toen de brandweer ter plaatse kwam, stond
dc van hout gebouwde zagerij geheel in brand
en was het duidelijk dat er geen houden nar.
zou zijn. De brandweer, die zich lon^s alle
paden en stegen toegong had verschaft, be
paalde zich in hoofdzaak tot bescherming van
de machinekamers van het ketelhuis en den
houtvoorraad. Hierin is zij geheel geslaagd
Dc fubriek brandde tot den grond toe uf, ter
wijl een betrekkelijk kleine hoeveelheid hout
verloren ging.
De schade wordt door verzekering ged.'kt.
Utrechtscheweg 10 Tel 179 Amersfoor
PRACHT SORTEERING VOILE-FOULARD EN
TUSSOR JAPONNEN VOOR DE WARME DAGEN
Zaterdagmiddag heeft onder groote belang
stelling van de zijde van de Rotterdamsche
burgerij de teraardebestelling plaats gehad
van het stoffelijk overschot van burgemeester
Wytema.
Voor het sterfhuis aan den W estzccdijk had
den zich zeer vele belangstellenden tezamen
geschoord, toen het stoffelijk omhulsel werd
uitgedragen. In de volgrijtuigcn namen achter
eenvolgens plaats de vertegenwoordigers van
H. M. de Koningin, C. W. baron Swcerts de
Landas .Wyborgh, dc vertegenwoordiger van
Z. K. H. de Prins, luitenant ter zee lc kl. J. W.
Termijtelcn, de echtgenootc van den overle
dene. diens kinderen en de verdere familiele
den. de Commissaris der Koningin in Zuid-
Holland, jhr. mr. dr. H. A. van Kurnebeek, de
waarnemend-burgemeester, mr. A. de Jong, de
wethouders, de gemeente-secretaris, mr. M. C
Suringh, directeur van het gasbedrijf, als oud
ste hoofd in gemeentedienst, de waarnemend
hoofdcommissaris von politie D. A. Cospers,
de gemeente-ontvanger P. C. v. d. Have en
mr. A. Th. Peiffer, chef van het kabinet van
den burgemeester.
Nadat een achttien kransen op den blocni-
wagen wuren geladen, en aan de lijkkoets een
kians was gehecht van dc familie en een van
de gemeente Haarlem, vertrok de stoet, terwijl
de dichte hagen van hen, die hier den doode
de laatste eer bewezen, eerbiedig het hoofd
ontblootten.
Langs den weg', dien de stoet nom, stond hei
publiek in dichte rijen.
Op den Coolsingel werd voor het stadhuis
halt gehouden. Hier was dc belangstelling
enorm, doch de politie had uitgebreide orde
maatregelen genomen, zoodat nergens de ge
ringste verstoring der orde plaats vond.
Óp het bordes van het Stadhuis hadden zich
nagenoeg olie gemeenteraadsleden opgesteld
Hier werd namens het gemeentebestuur een
krans aan den lijkwagen gehangen. De raads-
'eden sloten zich vervolgens in volgrijtuigcn bij
den stoet, die thans uit niet minder dan 23
rijtuigen stond, aan.
Op den weg naór de begraafplaats was even
eens dc belangstelling overstelpend. Even voor
de stoet de begraafplaats bereikte, bracht de
Bond von Vrijwillige Brandweervereenigingen
met de omfloerste vaandels der aangesloten
vereeenigingen een stille hulde.
In de oprijlaan bracht een detachement po-
litictroepen> onder commando van luitenant
Antheunissen. de ecibetuigingen.
Op het kerkhof zelf weien slechts een be*
perkt aantal belongstellendcn toegelaten. On
der hen waren de ambtsgenooten van de om
liggende gemeenten, terwijl ook de gemeente
besturen van Haarlem cn Dordrecht, waar mr.
Wytema vroeger was werkzaam geweest, ver
tegenwoordigd waren. Voorts waren er de hooi
den der verschillende gemeentebedrijven, en
vele umbtenaren der secretarie, vertegenwoor
digers van do Kamer van Koophandel, vele
consuls, leden van de rechterlijke macht, de
burgemeesters van Den Hang cn Alkmaar,
vooraanstaanden op het gebied van handel en
geestelijk leven, uit onderwijskringen en uit de
kringen van wetenschap.
Nadat dc kist in de groeve was neergelaten
heeft de waarnemend burgemeester, mr. A.
de Jong, het woord gevoerd. Hij herinnerde
cr aan, dat reeds in de laatste zitting van den
gemeenteraad, de ontslapene is herdacht en
hier staan wij nu aan zijn graf. Spreker ziet
niet voorbij den pracMigcn zonneschijn, die cr
is, maar toch is het hier het oord van den ko
ning der verschrikking. Hier is de plaats, waar
lichaam en ziel gescheiden worden, hier worden
de familiebetrekkingen vaneen gescheurd; hiei
komt een einde aan de vriendschapsbetrekkin
gen. Hier moet men prijsgeven, alles wat men
op deze wereld aan waarde bezit. Zoo is het
ook met onzen burgemeester. Spreker hcrin-
ncdc er aan, dat het ziekbed vele maanden
heeft geduurd. Ten slotte is ook voor den ont
slapene bewaarheid geworden, dat men de laat
ste schrede alléén doet. W ij weten niet, wat
er in zijn ziel is omgegaan
Het verheugt spr., dot de belangstelling zoo
groot is, niet alleen uit Rotterdam, ook verte
genwoordigers uit Dordrecht en Huarlem, had
den hier willen spreken. Spr. meent, dat men
den overledene grooten dank verschuldigd is
oor dc toewijding aan de publieke zauk. Elke
begrafenis moet ons iets leeren, moor hier kun-
nen wij ook iets lecren van den ontslapene zelf
Hij had een liefde voor Rotterdam, hecht er.
sterk, en zei spreker, laten wij raadsleden zijn
.'Oepstem verstaan, en iets meenemen van dc
lieifde, die hij voor Rotterdam gevoelde, dan
zullen de raadsleden, hoe verschillend ook in
politiek inzicht, steeds op den voorgrond stel
len de eendrachtige liefde voor de stad, wiei
belangen aan hun zorg is toevertrouwd. Duoi-
door zullen wij zijn nagedachtenis op dc meest
sympathieke wijze eeien
Ds J. C. H. S c h o t e n had het getroffen,
dat in de beschouwingen, die de bladen aar.
den overledene hebben gewijd, getuigd werd,
dat hij voor alles mensch was. Hij was, zei
spreker, de mcnsch, die naar boven ziet, die-
niet onderging in de materie, maar die gedra
gen werd door de eeuwigheidsgedachte. H.j was
een man van diep religieuze gevoelens; diep
in zijn ziel leefde God als het allerhoogste,
ai uitte hij dit gevoel misschien niet zooals on
deren zouden wenschcn
Spreker wes op 't voorrecht zulk een man,
zulk een vader te hebben gehad. Dc Heer heeft
gegeven. God heeft genomen. De nabestaan
den. die zooveel in hem verliezen, zullen nu
moeten leeren te fluisteren De naam des Hoe
r»n is geloofd. Wie dot kan zeggen, dankt zijn
Heer lot in den dood.
Rust mijn ziel, uw God is Koning, aldus ein
digde spreker.
De oudste zoon heeft in de allereerste plaats
tien vertegenwoordigers van het koninklijk
huis verzocht den meest eerbiedigen dank tte
willen overbrengen aan H. M. de Koningin en
aan Z K. H den Prins. Het blijkt welk ccn
magistraat de gemeente, welk een man mijn
«nocder, welk een vader zijn kinderen, welk een
vriend zijn vrienden heoben verloren. Hij dank
te allen voor dc aan den doodc bewezen eer.
Op dc Nenijto vijf minu^n stilte.
Als laatste eerbetoon aan de nagedachtenis
van burgemeester W''ytcma, tevens eerc-voor-
zitter van de Nenijto 1028 tc Rotterdam, wer
den Zaterdagmiddag van 4 uur het tijdstip
ven aankomst van den rouwstoet op de alge-
meene begraafplaats te Crooswijk tot 4 uur
'j min alle machinerieën op do tentoonstelling
stopgezet.
HOT NED. OPENLUCHT MUSEUM
Dc tiende ulgemeenc vergudcring.
De 10e algemeene vergadering van de Ver
Het Ned. Openluchtmuseum, gisteren op den
Waterborg tc Arnhem gehouden, werd bijge
woond door den eerc-voorzittcr, den pas hie»
te lande teruggekeerden oud-gouverneur van
Suriname, mr A. J. A. A baron van Heem
stra, wiert de voorzitter, dc heer F A. Hoe-
fer, denk bracht voor het vele, dot hot open
luchtmuseum hem is verschuldigd. Dank brucht
de voorzitter voorts aan den Commissaris dc»
Koningin in Gelderland, die het openluchtmu
seum een warm hart toedraagt en aan het
Arnrhemsche gemeentebestuur, dat steeds
medewerking verleent.
Dc voorzitter droeg na zijn openingsrede
de leiding der vergadering op aan den ecrc-
voorzitter.
Fan lauwerkrans, aan het begin der bijeen
komst op dc bestuurstafel neergelegd, legde
de heer Van Heemstra den grijzen, maar nog
steeds met enthousiasme bezielden voorzitter
op de schouders.
De vergadering werd met een gcmeenschap-
pelijken maaltijd der bestuursleden besloten.
Zwoegende delvers in
't donkere duister,
Daalden op zoek naar het
git-zwarte goud.
Net als reeds jaren
werd als naar gewoonte,
't Alles, hun leven,
der aard' toevertrouwd.
Evenals anders is vader vertrokken,
Kleuterkes brachten ten
afscheid ccn zoen
't Kleinste mocht paatje,
den tobbenden werker
Tot aan dc straat
uitgeleide zelfs doen.
En als voorheen, zooals
jaren geschied was
Spoedt men ter arbeid.
Als t aanvangsuur slaat,
Dreunen machines al
bonkend als altijd,
Knarsend en gierend:
„Gliick auf, kameraad
Raad'loozc moeders en
ragende kleintjes
Wachten vergeefsch op hun
dierbaren held.
Staren wanhopig in
bitt'rc vert wij fling,
Als hen het vrees'lijke
nieuws wordt gemeld.
Hopen alsnog op een
wonder als 't ware,
Zoeken en wachtend
in razende smart.
Biddend, verlangend en
sussend het kloppen
Van het onrustig cn
bloedende hart.
Schijnbaar bezeten vliegt
men dan in doodsangst,
't Vrccs'lijk tooneel van het
mingebied af
Nu niet als vroeger,
dc thuiskomst wordt anders:
Vadertje keert nooit.
Dc mijn werd zijn graf.
Hoort ge, mijn Holland,
het kleppende klokje,
Dat, ons hier noodende.
t scheidingsuur slaat?
Eerbied den HELDEN
en én met die rouwen,
't Vaderland groet U.
Gluck auf, kameraad.
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
TWEE MOTORRIJWIELEN
IN BOTSING
EEN DOODE EN TWEE GEWONDEN
Gistermorgen heeft op den Haarlemmerweg
een ernstig motor-ongeval plaats gehad, ten
gevolge waarvan drie personen verwond wer
den, waarvan inmiddels een is overleden.
In de vroeger ochtenduren waren uit Am
sterdam vertrokken de motorschipper W. Hcu-
keld, wonende aan do Transvaalkudc tc Am
sterdam en diens schoonzoon Menno dc Vries,
wonende te Maastricht, om een motor, welke
tc Hcarl cm in reparatie was gegeven terug te
ludcn. Zij bereden een motorrijwiel en waren
juist bij do stad gekomen, toen uit de tegen
overgestelde richting een motorrijder uit Haar
lem aankwam, die signalen gaf, doch door h«-t
tweetal niet tijdig werd opgemerkt Een botsing
volgde, tengevolge waarvan Heukels en De
Vries op den weg geslingecrd werden cn d<- mo
toirijc'or over den kop sloeg. Beide eerstge-
noemden bleken zeer ernstig verwond te zijn.
De motorrijder was bewusteloos.
Per auto-brancard werden Heukels en De
Vries naar het St. EJisnbcth-gasthuis te Hoar-
lem overgebracht. Daar is Heukels in don loop
vun den morgen overleden. De toestand van
De Vries is neg zeer zorgwekkend.
Door J. S. FLETCHER.
Geautoriseerde vertaling, uit het Engclsch door
MR. G. KELLER.
26
„Metaalriep hij uit. „Laten we eens
zien wat hij hierin heeft gestopt!"
Het onderzoek van die kistjes leverde ver-
ressend rcsultuat op. Het waren er in het ge
heel twaalf. Stever.ege en zijn metgezel zetten
ze op het bed en maakten ze stuk voor stuk
open. Zij bleken alle met zilverwerk gevuld te
zijn, netjes gesorteerd cn in zeemleer gewik
keld. De cene kist bevatte theelepeltjes, do
andere dessertlepels, een derde kleine, een
vierde g'roote vorken; d>? grootste Bevatte
groente- en soeplepels. Op de meeste voor
werpen prijkten familiewapens en het was al
les zwaar massief zilver. Verder lagen in de
bergplaats nog groote doozon, woarin massief
zilveren zoutvaatjes, suikervazen, olie- cn
azijnstellen, presenteerbladen enz. waren ge
borgen. Blijkbaar waren zij afkomstig van dief
stallen uit heerenhuizen en toen de gansche
verzameling uitgespreid op het bed lag, kon
den zij eerst zien, welk een waarde in die kist
Was geborgen.
„Toch niet erg waarschijnlijk, det hij dit al
les'achter had willen laten," merkte Stevenege
op. „Neen, hij was wel degelijk van plan hier
terug te komen. Maar wat ligt hier heel onder
aan
Hij haalde een bundel, blijkbaar oude ver
geelde couranten voor den dag, die met een
rood bandje waren samengebonden; tusschen
het koord was een zwortgekaft schoolschrift
gestoken. Vast overtuigd, dat die bundelge-
wichtiger onthullingen zou opleveren don al
wat zij tot nog toe hadden gevonden, ging
Stevenege op een stoel zitten en maakte het
bandje los, dat alles bijeenhield.
De coui anten waren «He van zeer oude do-
tums. Zij waren in verschillende steden ver
schenen, een paar tc Londen, de meeste hoofd
zakelijk in steden in Zuid-Engeland. In elk
blad was een stukje zorgvuldig omluiald met
blauw potlood of roode inkt. En elk stukje
bevatte het bericht omtrent het terechtsoan
voor een rechtbank of een gerechtshof van een
verdachte, die nu eens als Septimus Tyson,
dan weer als Samuel Thomson, soms ook als
Steven Tilmore, ook wel eens met een anderen
naam, waarvan de voorletters echter steeds S.
en T. waren, werd aangeduid. Nu eens werd
diefstal, dan weer inbraak ten laste gelegd cn
de straf was soms een paar maanden gevan
genis en ook wel een paar jaar dwangurbeid.
„Een wonderlijke vent toch ze i Stevenege.
„Kijk eens, wat hij heeft gedaan. Hij heeft zoo
veel mogelijk getracht bijeen te brengen wat
in dc couranten omtrent zijn daden werd ver
meld blijkbaar vond hü dat boeiende lectuur.
Maar wij hebben hier een aardige verzameling
vonnissen bij de hand, zeker acht of tienl
Moor wat zou er in het schrift staan?"
Het schoolschrift bleek bij opening nog
maagdelijk tc zijn. Dc gelinieerde bladzijden
bevatten geen regel schrift; het was blijkbaar
gekocht voor een doel, dat de kooper niet had
kunnen verwezenlijken. Doch cr lag tusschen
de bladzijden een knipsel uit een courant, dat
Stevenege zijn metgezel voorlas. Het luidde
„Samson Turner, alias Samuel Thomson,
letterzetter, stond gisteren terecht voor dc
strafrechtbank voor Surrey te Guildford,
beklaagd van diefstal van een diamanten
ring ter waarde von 30 pond, ten nadeelc
van John Good, juwelier in de High street,
Woking. Verdachte, die bekende en van
wien bleek, dat hij reeds herhaalde malen
gevangenisstraf had ondergaan, werd tot
vijf jaar dwangarbeid veroo-rdecld. Nadat
deze zaak wus afgedaan heeft rechter
Twcddlemaine warme hulde gebracht uan
den sergeant-detective J. Penthony, be-
hoorend tot het personeel van Scotland
Yard, voor zijn groote scherpzinnigheid
en zijn taaie volharding, die door de ar
restatie van verdachte bekroond werden."
Met een uitroep van voldoening legde Ste
venege het courantenknipsel ter zijde.
„Zoo, dat is ten minste wat. Ik ken Pentho
ny; hij begint op jaren tc komen en een paar
juoi geleden heeft hij zijn ontslag genomen.
Het ongeluk wil, dat ik zijn adres niet weet,
doch dat zal men in Scotland Yard wel geno
teerd hebben. Ik moi.t met dien Penthony eens
praten. Nu, we hebben zeker wel het een en
onder ontdekt, ik zou alleen wel den datum
van dc courant, waarin dit stukje heeft ge
staan, willen weten. Wc weten volstrekt niet,
wanneer dit vonnis te Guildford is uitgespro
ken."
„Waarom zou hij dien heelen rommel be
waard hebben?" vroeg de rechercheur.
„Och', om allerlei redenen! Uit excentriciteit!
Uit ijdelheid! Uit zelfingenomenheid; de men
taliteit van een misdadiger is vol raadsels. Hij
vond het prettig zijn eigen veroordccling te
lezen. Ik vermoed, dut hij dit schoolschrift
heeft gekocht met het plan om al die omhaal
de berichten uit le knippen n ze naar
tijdsorde op te plakken. Ik zou echter
graag willen weten op welken datum dat von
nis te Guildford is uitgesproken, maar ik kon
het van Penthony wel te weten komen. Vijf
jaar niet Nu, hij heeft hier in York al ceni
ge jaren ongestoord en rustig (vcorzoovcr wij
ten minste weten) het vak van letterzetter be
oefend, zoodat dit zaakje van Guildford al
tamelijk oud moet zijn. Intusschen
Hij zette er zich toe om alles weer in de
kist te pakken, waarna hij deze sloot en op
haar oude plaats terugschoof. Doch het uit
knipsel betreffende de rechtzaak te Guildford
stak hij bij zich en teen hij in het centrum
der stad was teruggekeerd, begaf hij zich naar
het telegraafkantoor, vanwaar hij een uitvoe
rig telegram verzond aan ccn collega in Scot
land Yaid, waarin hij dezen verzocht onmid
dellijk den voormuligen sergeant-detective
Penthony op te zoeken cn hem te vragen zich
met hem, Stevenege, tc Alanschester in ver
binding te stellen
„Ik wil zooveel mogelijk tc weten komen
omtrent dien Tyson," zei hij tot zijn metge
zel toen zij afscheid van elkaar namen. „Ik
ga nog altijd met de gedachte om. dot Ty
son op de een of andere wijze in connectie
heeft gestaan met dien Whatmore Tyson is
blijkbaar een Londenaar of in i'.'der geval her
komstig uit Zuid Engeland. Whatmore heef*-
vroeger eenigc jaren te Londen gewoond én
't is mogelijk, dut zij met elkaar in aanraking
zijn gekomen. Er is nog heel wat onverklaard
vun de gebeurtenissen, die zich op het kasteel
Alanschester hebben afgespeeld I" I
Hij bracht vervolgens een afscheidsbezoek
aan Callaway, wien hij de uitkomsten van zijn
onderzoek in Tyson's woning mededeelde cn
met wien hij wijders afspraak maakte omtrent'
het publiceeren van berichten betreffende de
znak. Daarop keerde hij naar Alanschester te
rug. Zijn eerste bezoek gold Detterling, wien
hij ook mededeelde, wat hij dien dag had ge
daan. Doch Detterling had zijnerzijds niets
nieuws; van Whatmore had hij niets gehoord.
„Ten minste niets zekers", liet hij er op vol
gen. „Het eenigc, wat wij hebben \ernomen,
is dat een heidebewoner, zekere Outes, een
persoon heeft gezien die eenigszins beunt-
woordde aan het signalement vun Whatmore
en die de Siltwaiteheide overstak ongeveer
twee uur nadat 't onderzoek was verdaagd-.
Maar hij zag hem op een afstand."
„Welke richting is dat uit vroeg Steve
nege.
„Zuid-Oostelijke richting, een woeste en ver
loten streek, maar door die heide over tc ste
ken bereikt men een zijtak von den spoorweg,
ongeveer achttien mijl van hier. Intusschen heb
ik olie stations, het zijn er maar drie, per te
lefoon gevraagd of zij mij iets bijzonders kon
den mededcelen, doch zij hadden geen nieuws".
„Toen ik hierheen ging, schoot mij wat te
binnen. Zou iemand zich niet in dut oude kas
teel kunnen verbergen? Dat is een ding vol
hoekjes cn gaatjes
,,'t Is alleen dc vraag, hoc dan nan eten te
komen. Intusschen, -'t is mogelijk. Vooral om
dat Whatmore beter dan iemand andei's den
weg in dat oude bouwwerk kent
Stevenege keerde naar zijn hotel terug,
zich afvragende, waarom Detterling nooit
op dat idee was gekomen In d. gang von
het „Dravende Hert" overhandigde dp por
tier hem een brief, die naur hij zei dc, zoo
even was gekomen. Met hanepooten van
letters was daarop zijn adres geschreven. De
detecticvc begaf zich naar de rookkamer en
scheurde daar de vuile enveloppe van goed-
kopp papier open. Het v/as een anoniem
briefje en de naam van Barbie Lonsdale werd
in den aanvang genoemd.
(Wordt vervolgd).