AMEDSFÖÖICTSCK DAGBLAB i BINNENLAND. TWEEDE BLAD 27e JAARGANG -DE EEMLANDEft? No. 22 Donderdag 26 Juli 1928 UIT DE STAATSCOURANT N.V. COMPAGNIE LYONNAISE TWEE RECIDIVISTEN De eer van den inbreker DE GASBEDRIJVEN Publicatie der feiten FEUILLETON. De Verdwenen Noodmunten Voornaamste Koninklijke besluiten uit de Staatscourant van heden avond. Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau- orde M. J. Goudsmit te Den Haag; jr. J. v. Stolk, voorzitter van de Haagsche Cricket- en .Voctbalverecniging, wonende te Nijmegen. Tot officier in die orde dr. W. P. Jorisser», redacteur van het Chemisch Weekblad en het Recueil des Travaux chémiques des Pays Bas te Leiden Op verzoek eervol ontslagen met dank dr. M. A. v. Everdingen, als lid van den Onder wijsraad en benoemd als zoodanig dr. C. Hent- zen, :e Maastricht, met bepaling dat hij zitting zal nemen in de afdeeling algem. vormend' la ger onderwijs en bewaarschool-onderwijs. Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau- orde J. W. van Oeveren, voorzitter van den kring „Schouwen en Duivelnd" van de Maat schappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland, te Zierikzeetot burge meester van Herwijnen J. de Vriesvan Enk huizen W. Th. C. Zimmrmon van Baardcra- deelJhr. W. J, H. Hora Sicca ma. Op verzoek eervol ontslagen, met ingang van I Augustus, E. G. Konings als burgemees ter van Overschie. Op verzoek eervol ontslagen met dank Jh» Mr. C. H. M. J. J. van Nispen tot Sevenaer als kantcmrechter-plaatsvervanger in het kan ton Oirschot. Benoemd tot lid vnn den Voogdijraad te Arnhem, Mr. G. C. Crommelin, voorzitter van den Raad van Arbeid, wonende te Oosterbeek. Op verzoek eervol ontslagen met dank Mr. K. H. C. Joosten als plaatsvervangend griffier van den Raad van Beroep (Ongevallenverzeke ring) te Roermond. Benoemd tot Ridder in de Oranje Nassau- orde Dr. B. Brand, onder-voorzitter van. de Koninklijke Vereenig-ing- van Nederlarvoeche Scherpschutters. Benoemd bij den generalen staf met ingang vu» 1 Augustus tot directeur Hoogcre Krijgs school luitenant-kolonel H. A. F. G. van Ermel Scherer, van den generalen staf, toege voegd aan chef staf. Met ingang I Augustus in rang en oude» dom lang overgeplaatst bij den generaien staf, lui tenant-kolonel H. Zeeman, commandant I5de regiment infanterie, onder eervolle ontheffing uit tegenwoordig commando; benoemd bij den generalen staf met ingang van 1 Augustus tot luitenant-kolonel, majoor 1 If. Reynders, van dien staf; bij het wapen der infanterie met ingang van 1 Augustus tot luitenant-kolonel bij den staf VIHste infanterie-brigade, majoor B. ten Broecke Hoekstra, van het 2Te regiment, com mandant van de vrijwillige landstormkorpsen motoidienst, vaartuigendienst en luchtwacht dienst; tot luitenant-kolonel, commandant van het 15ae regiment majoor H. Rooseboom, van den slaf Vide infanteriebrigade; met ingang van T Augustus tot majoor bij bet tegenwoordig korps dc kapiteins H. F. Schaap, A. Kloeke, W. G. van der Loeft en J C. M. Simon Thomas, resp. van het I9de, 74de, TOde, adjudant I3dc, adjudant I4dc en 15<»e regiment; bij den stof der infanterie de kapitein P. Jesse, van dien staf, werkzaam onder de beve len chef generalen stof; bij het tegenwoordig korps kapitein S. H Smits, adjudant 17de; bij den staf infanterie kapitein J. Govcrs, van dien staf, werkzaam bij de Kon. Mil. Academie cn Hoofdcursus; met ingang van I Augustus bi| den staf Iste infanterie-brigade (brigade grenadiers en ja gers) tot kapitein bij het regiment jagers, adju dant van genoemde brigade, eerste luitenant J. H H. Dommcrs, van dien staf; tot kapitein bij het 4c regiment de eerste luitenant D. J. Oosterink, van het regiment grenadiers, toegevoegd aan den commandant van het veldleger; tot kapitein bij zijn tegenwoordig korps de eerste luitenant J. de Vries van het le regi ment tot kapitein bij de school voor reserve-offi cieren der infanterie de eerste luitenant N. J Tielrooy, adjudant van die school tot kapitein bij zijn tegenwoordig korps de eerste luitenants C. Hoogers, J. J. Vethakc, W. L Voncken, H. Schiimmer en H. C. Klop penburg resp. van het 21ste. 4de regiment wielrijders, vlieger bij de luchtvaartafdecling en van het 21e regiment; Ingang 14 Augustus tot eerste luitenant bij zijn tegenwoordig korps de tweede luitenants P. Gips, G. Dijkstra, J. Gerritsen cn G. Lant- zendürffer, resp. van het 22e, 12e, 9e en 9e re giment bij het wapen der cavalerie, met ingang van 1 Augustus tot majoor bij het 2e regiment huzaren, ritmeesters K. G. van der Mandele cn H. \V. C. E. Mathon, resp commandant van de school voor reserve-officieven der cava lerie en van dat korps tot ritmeester bij zijn tegenwoordig korps met ingang van 1 Augustus de eerste luite nants J 5. Boom en A. G. J. M. F. van dei Kroon, resp. van het le en 2e regiment hu zaren Ingang 2 Augustus eerste-luitenants H. J. Fruin, van het le regiment huzaren Ingang 14 Augustus tot eerste-luitenant bi) tegenwoordig korps, de tweede luitenants L. N. van der Minne en L C. Gnopius, resp. van het Ie en 2c regiment huzaren. bij het wapen der artillerie le tot majoor a. met ingang van 1 Augustus 1926 bij den staf der artillerie dc kapitein H. C. de Man van den stsf toegevoegd aan den inspecteur van hel wapen; b. met ingang van 2 .Aug. bij hun te genwoordig korps dc kapiteins A. E. W. de Jong, J. H. C. Bentz van den Berg en J. H. Heffener, resp. von het 6e reg. vcld-art., 2e reg onbc-.eden artillerie en het korps luchtdoel artillerie; 2e. rnct ingang van 1 Aug. tot kapitein bij zijn tegenwoordig lcorps de eerste luitenants C. \V. L. baron van Boetzelacr, F. G. Dürsi Britr. J H. Droste, A. L Verkouteren. A. Tuyte.. J. P. PI. van Wee ren cn G. A. Koppen, resp. ven hel korps rijdende artillerie, 2e reg. veld- art., 2e reg. veld-art. korps pontonniers en torpedisten, pontonniers en torpedisten, reg kustartillerie en vlieger bij luchtvaartafdecling, 5e met ingang van 14 Aug. tot eerste luite nant a bij school voor reserve-officieren de» onbereden artillerie de tweede luitenant M Brinngreve van die schoolb. bij hun tegenwoordig korps de tweede luitenants J. 1. Winkel, J. A. de Bruine, C. v. Dongen, M. J. v d. Hoog, J. M. Klinkhamer, J. J. Fens, J. K. Sjoer, L. J. A. Schooncnbcrg en J. G. G. Moot- rees, resp. van het le reg. veld-arlilleric, 8e reg. veld-art., korps luchtdoel-artillerie, 5de reg. seld-art., 2e reg. onbereden art., reg. kust- art., reg. kustart., reg. kustartillerie en korp? pontonniers en torpedisten; bij het wapen der geniet met ingang van 14 Augustus tot eorste-luitenat hit tegenwoor dig korps de tweede-luitenants H. van den Bos, K. van Tarel, Jhr. E. C. Storm var. 's-Gravenzande, H van der Sluip, W. T. L. Otten en J. van Mill, alle van het regiment genietroepen bij het wapen der Koninklijke Marechaus see met ingang van I Augustus 1928 tot ma joor de kapiteins J. van Selrn en A- R. H Roelland, respectievelijk adjudant van den inspecteur van het wapen en commandant ir» het depót van het wapen met ingong van 1 Augustus 1928 tot ka pitein bij de 5de divisie van het wapen de eerse-luitenant A. W. de Josselin dc Jong cn A. A. S. van Alphen, beiden van die di visie bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht bij den militairen vete- rinairen dienst met ingang van 7 Augustus 1928 tot Paardenarts 1ste klasse de paarden arts 2de klasse H. Lubberts van dat perso neel. bij het dienstvak der intendance mfet ingang van 51 Juli 1928, tot reserve-kapitein voor Utrechtscbeweg 10 -> Tel 179 Amersfoort PRACHT SORTEERING VOILE-FOULARD EN TUSSOR JAPONNEN VOOR DE WARME DAGEN speciale diensten, de reserve-Ie luit. voor spe ciale diensten G. W. Kobes, van het dienst vak; bij het wapen der inf. lo. met ingang van I Aug. 1928 tot reserve-majoor, resp. bij het 5de en 5de reg.r de reserve kapiteins W. J. M. Linden en D. Vlcming, ondersch. aan het reg. grenadiers en van het 5e regiment; 2o. tot reserve-kapitein met ingang van 31 Jub' 1928, bij het 14de reg., de res. le luit. mr. A. de Jongh, van het regiment grenadiers; bij hun tegenwoordig korps, de reserve le luit. G. Hey. J. Bonder, J. H. Antink, R. Veen- dorp, W. Rigter, B. Buma, A. B. J. Prakken, H. J. J. M. Peek en W. F. A. Brouwers, resp. van het 22ste. het Tste, het 18de, het 8ste, het 19de, het 9de en het 7de reg., de school- compagnie van den motordienst en het 3de reg.; met ingang van 1 Aug. 1928 bij zijn te genwoordig korps, de reserve-Te luit. W. C. Roest van Limburg van het IOde reg.; met in gang van 15 Aug. 1928, bij zijn tegenwoordig korps, de reserve-le luit. A. J. Roggeveen, van het T6de reg. 5o. met ingang van 31 Juli 1928, tot reserve-kapitein voor speciale dien sten, bij het vrijwillig landstormkorps motor- dienst, de reserve le luit. voor speciale dien sten dr. J W. Wurfbain, von dat worps; bij het 'wapen der cavalerieTo. met ingang var. I Aug. 1928 tot reserve-majoor, bij hun tegenwoordig korps dc reserve-ritmeesters A. P. M. A. Slotus de Grave en A. Blussé van Oud-Alblas, beiden van het Ilde reg. huzaren; 2c tot res. ritmeester, bij hun tegenwoordig korps, met ingang van T Aug 1928, de reserve le luit. H. G. J. Völcker, van het Ic reg. hu zaren; met ingang van 2 Aug. 1928 de reser ve-te luit. jhr. F. Bcelaerts van Blokland, van het le reg. huzaren; bij het wapen der artilleriete. tot reserve- majoor bij hun tegenwoordig korps met ingang van 51 Juli 1928 de reserve-kapitein F. A. van WoerSom, van het 2de reg. veld-art.; met ingarg van T Aug. 1928 de reserve-kapitein J. H. Westerveld, van het 4de reg. veld-art.; 2e. met ingang van 31 Juli 1928, lot reserve-ka pitein bij zijn tegenwoordig korps de reserve- le luit. O. Kuipers, van het 6de reg. veld artillerie; bij het wapen der genie, met ingang van 15 Aug. 1928 tot reserve-le luit. bij hun tegen woordig korps, bestemd voor den mil. tele graafdienst, de reserve-2e-luit. bestemd voor den rr.il. telegraafdienst L. J. van Nes, H. P. de Noo, A. van Gelder en D. Wessels, allen van het reg. genietroepen; bif het personeel van den geneesk. dienst dei landmacht hij den mil. veterinairen dienst, met ingang van 8 Aug. 1928, tot reserve-paarden arts le kl. de reserve-paardenartsen 2e kl. P. C. M. van Hooydonk cn H. F. Paul, beiden var. dat personeel. Bij Kon. besluit van 21 Juli 1928. is benoemd bij he» reserve-personeel der landmacht bij den geneeskundigen dienst tot reserve-off. van gez 2e kl. de sergeant-titulair H. Wamsteker, arts can de Te compagnie hospitaalsoldaten; is aar» den reserve-Te luit. B. L. M. van der Lande van het Ie reg. huzaren, eervol ontslag ver leend uit den mil. dienst; is met ingang van 1 Aug 1928 eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den reserve-kapitein J. J G Henkelman, van het 20e reg. inf.; met ingang van 1 Aug. verleend titulaire rang van dirigeerend paardenarts met rang majoor aan paardenartsen le kl. H. W. Klerk de Reus en A. Kuipers; met ingang 15 Juli benoemd tot ingcnieui der genie ir. H. de Lange; op verzoek eervol ontslagen kapitein W. P Grotendorst, magazijnmeester der art. cn is hij'benoemd tot kapitein bij 2e reg. onbereden artillerie; benoemd tot 2e luit. bij inf. bij 2e reg. cadet.-sergeant A. P. M. van Rooy van derde studiejaar Kon. Mil. Academie; bij wapen artillerie resp. bij 2e reg. onbereden artillerie, bij reg kust-artillerie en bij Ie reg. onber. art cadetten-sergeant F Roic, D. W. van den Bosch en W. de Bruyne, allen van derde.studie jaar Kon.- Mil. Academie; bij wapen genie bij reg. genietroepen cadetten-sergeant P. de Koek, E. C. Holle, G. Terluin en W. F.^ K Engeibrecht, allen van derde studiejaar Kon. Mil Academie. Een breekijzer in een damesparaplu Men meldt ons uit Amsterdam: In den nacht van 10 Mei 1.1. werd de koop man S. van B. door de recherche t© dezer stede gewaarschuwd, dat er in zijn kantoor, zich bevindende in perceel Keizersgracht 460, was ingebroken De heer Van B. trok er da delijk op uit cn constateerde al ras, dat het Lipsslot van de buitendeur was geforceerd. In het kantoor zelf bleek van een daar aanwezig bureau het dekblad met geweld te zijn opge licht. Merkwaardig genoeg was een geldbokje met een bedrag van 6.onaangeroerd ge laten. Bovendien had dc nachtelijke bezoeker zich te veel moeite getroosthet bureau was nj. niet gesloten. Als men de middelste lade opentrok, werd dc sluiting van de overige la den vanzelf verbroken. Voorts bleek dat men aan de brandkast geforceerd had, het nuttige voorwerp kon tenminste niet met den daarvoor bestemden sleutel geopend worden. Er van verdacht, de boven beschreven han delingen gepleegd te hebben, stonden gisteren voor de Vacantiekamcr der rechtbank alhier terecht de 37-jarige bankwerker J. G. en de 38-jarige koopman S. K. De dagvaarding sprak van poging tot diefstal tezamen en in vereeniging door middel van braakook hield zij rekening met de mogelijkheid dat G. het zaakje opgeknapt, en K. op den uitkijk gestaan had. Wat heb je daar op te zeggen, G. vroeg president mr. Huizinga. Verd. G.„Ik wil niet ontkennen, dat ik bin nen ben geweest, Edelachtbare. Ik had daar voor opdracht ontvangen, ziet U. Maar de deur was al open. Dt was afgesproken dat degeen, die de aanwijzingen had gegeven, een derde van den buit zou krijgen. Ook K. moest een derde hebben en dan waren er nog een heeleboel handlangers, die de lucht van t zaakje hadden gekregen en ook hun deel eischten, wilden ze niet naar do politie loopen Als ik de een 60 had moeten geven, en een ander 50 cn weer een ander 40, nou, dan had ik eigenlijk geld moeten meebrengen f En omdat ik er niet op wou toeleggen, had ik zelf bij de zaak geen belang meer. Dus heb ik ab leen het bureau opengebroken en daarmee uit. U ziet me toch hoop ik niet voor zoo'n kind aan dat ik de centen in dat bureau niet ont dekt zou hebben Ik lichtte dat bureaublad op, omdat ik nou eenmaal wat moest doen, omdat ik de zaak klaar moest maken". (Aan houdende vroolijkheid in de rechtzaal.) Pres.„En u, K. Verd. K.„Ik heb heelemaal niets gedaan. Edelachtbare". Rechercheur H. W. kwam hierna vertellen dat G. een oude bekende van de politie en K. een bekend „pleintype" is. Voorts bracht get. vermoedelijk vanwege de verdachte belang stelling op de publieke tribune op ietwat fluisterenden toon een technisch verslag uit van zijn verrichtingen in deze zaak. Wij vin gen daarvan op dot hij verdachten reeds den avond voor het gebeurde in de nabijheid van het bewuste perceel had gezien. Den volgenden avond had hij geconstateerd, dat K. de buiten deur met een breekijzer forceerde. Inmiddels illustreerde de bode dit verhaal, door op een tafeltje voor den president het breek werktuig in kwestie, een bos loopers en een dames paraplu, type tompouce, te déponeeren. 't Laatstgenoemde voorwerp bleek gebruikt te zijn om er het breekijzer in te verbergen. Dat er niets „achterover gedrukt" was kon volgens den rechercheur zijn verklaring hierin vinden, dat G. van het geld in het bureau geen ver moeden had en dat hij niet in staat was ge weest om de brondkast open te krijgen. Verd. G. (woedend)„Ik zou geen brandkast kunnen openkrijgen? Maar dat is te gek om los te loopenLaat dat ding hier brengen en ik zal het openmaken waar allemaal bij zijn" (hilariteit). Pres.„Dat komt uw eer van inbreker te na, niet (vreugde) Het O.M„ mr. Reilingh, meende dat, waar vaststaat, dat K. de buitendeur heeft openge broken, het primair ten laste gelegde, poging Onderzoek naar den directeur te Eceerwijk De gemeenteraad van Beverwijk heeft gis teren de beraadslagingen voortgezet over het rappoit, uitgebracht over het onderzoek naar de handelingen van dan vroegerer. gasdirec- teur, den heer F. F. M. J. Donkers. Het rap port acht bewezen, dat de directeur destijds aanmerkelijke bedragen aan provisie en te- tourcommissie heeft genoten Het keurt die handelingen ten hoogste af. Daar de heer Donkers echter niet mee,- in dienst dei ge meente is, acht de commissie het niet ga- wenscht tc adviseeren dat de gelden zullen worden teruggestort in de gemeentekas. Na langdurige discussie verrenigde de raad zich met de boven vermelde conclusie van het rap port. Besloten werd dc toeslag van f 774 per jaar boven zijn pensioen, aan den heer Don kers verleend, in te trekken. Tenslotte werd nog een voorstel-Visser aangenomen om tot publicatie der feiten over te gaan. MR. W. J. L. UMBGROVE. f In den ouderdom van 98 jaar is gisteren te Zutphen overleden de heer mr. W. J. L. Umb- grove. De thans overledene was van 6 Maart T837 tot 24 April T867 subst.-griffier en daarna tor 1 April 1917 griffier bij de arrondissements rechtbank te Zutphen. Voorts was hij nog be stuurslid van verschillende liefdadige instellin gen, o.a. van de St. Anna Broederschap en de St. Anthonie Klein© Broederschap van de Nieuwstad en als hoofd van de stichting Ne- derlandsch Mettray. Het vorig jaar herdacht hij zijn vijftigjarig voorzitterschap van de districtscommissie van het Fonds ter Aanmoediging en Ondersteuning van den Gcwapenden Dienst. MEISJE OVERREDEN. Een I4-jaris meisje, dat hedenmorgen op hoar rijwiel op den Admiraal dc Ruvterweg te Amsterdam reed, kwam ter hoogte von per ceel 349 te vallen. De cauffeur van een per sonen-auto die vlak achter het kind reed, tan niet bijtijds stoppen. Het meisje werd over reden; wonder boven wonder liep zij geer» ernstige kwetsuren op. Toch is zij ter obser vatie naar het Tesselschade-Ziekenhuis ver voerd. Volgens haar lezing van het ongeval was zij komen te vallen, doordat een voor haar rijdenden melkwagen plotseling zonde» waarschuwing stopte. LAGE WRAAKNEMING. Biggen de onschuldige slacht offers. De bedrijfsleider van het melkstation in Pur- merend had met ©en buurman voor drie we ken een viertal biggen gekocht. De beearten groeiden goed, totdat men bemerkte dat zij na Zondag lusteloos waren en niet meer aten. Na onderzoek bleek dat in den voerbak een voaht voorkwam, „soleto" genaamd, een zeer sterke sodaoplossing om de melkbussen schoon te maken. Tevens was een flesch met 6 liter van dit vocht verdwenen. Men vermoedt dot een knecht, die wegens zijn onbekwaamheid vermindering ven loon had gekregen, het hier boven vermelde op zijn geweten heeft. De bekken en pooten der biggen bloeden voort durend. Een big is stervend. De politie heeft dc zaak in handen. tot diefstal, tezamen en in vereeniging door middel van braak bewezen is. Het verhaal van G. achtte hij fantasie. Rekening houdend m©t het feit dat beide verdachten recidivisten z(jn. cischte hij veroordeeling van elk tot een jaaz en vijf fnoanden gevangenisstraf. De verdedigers, mrs. Loeb en Visser, con cludeerden tot vrijspraak. Uitspraak 31 Juli a.s. Men zoekt vaak zijn geluk, gelijk men den bril zoekt, dien men op den neus heeft. Door J. S. FLETCHER. Geautoriseerde vertaling, uit het Engelsch door MR. G. KELLER 35 Stcvenege schudde het hoofd. Hij begreep Barbie Lansdole's gedrag niet noch haar stre ven om Whatmore te beschermen, noch haar oogenschijnlijk zoo wonderlijke verhouding lot Oswald Cleverley, en hij kon niet aan nemen, dat zij een geheim, als Penthony nu veronderstelde, zou kunnen bewaren. Boven dien ging naar zijn meening de theorie niet op. „Verondersteld, dat er werkelijk een vecht partij heeft plaats gevonden en Sheffield ly- so* daarbij met zijn schop hoeft doodgesla gen, kun Je dan aannemen, dat hij hem daar na beroofd heeft „Van bcrooving is natuurlijk geen sprake l Maar ongetwijfeld heeft hij dc munten bij zich gestoken, welke Tyson had gestolen." „Maar de doode had ook geld bij zich I Ver moedelijk honderd Pond, zoo niet meer „Dat vraagt natuurlijk madcre verklaring. Naor alle waorschijnlijkheid waren munten en geld samen in een portefeuille geborgen. Maarje hebt een leege beurs op den grond gevonden?" „Je, op dat plekje", verzekerde Stevenege een punt vlok bij hen aanwijzende. „Tyson lag hier. Daar wns de plaats waar ik de schop- jesguinje vond, of ten minste mij die werd aangewezen. En hoe kun je, wat ik je vragen mag, verklaren, dat die munt daar gevonden Is Ze was van Whatmore „Om die schopjes-guinje zal ik me niet druk maken, Stevenegel" verklaarde Pentho ny. „Daar is licht een verklaring voor te vinden! Je hebt ze haast zelf gegeven. What- moie is dien morgen een paar maal door het dal gekomen, gelijk hij zelf heeft verklaard-. Dat heeft, naar ülte waarschijnlijkheid ook Tyson gedaan. Whatmore verloor het ding. Tyson vond het en raapte het op. Ongetwijfeld zat de munt in zijn beurs, toen hij hier kwam. Hoe zag die beurs er ongeveer uit „Het was een ouderwetsoh, langwerpig ding, met tusschenschotjes", antwoordde Stc venege. „Het was feitelijk een damesbeurs, die erg versleten was. Het ding ligt op het poli tiebureau „Nu, laten we het voorbeeld der Franschcn eens navolgen cn de misdaad rcconstrueeren! Hier zit Tyson zijn buit te bekijken. Daar verschijnt Sheffield, een nieuwsgierigen blik er op richtend en hoogst verontwaardigd en bevelend optredend. Hij sommeert Tyson de munten aan hem tc geven. Tyson stopt ze in zijn oude beurs en maakt zich tot verweer gereed. Zeer waarschijnlijk eaat Sheffield tot den aanval over en de strijd ontbrandt. De noodlottige slag wordt toegebracht Tyson valt ter aarde. Sheffield grijpt de beurs, haalt er zonder nader onderzoek uit wat er in zit en snelt weg. Vermoedelijk is hij zich niet bewust, dat hij Tyson gedood heeft" Stevenege hoorde dat verhaal in gemelijke stemming aan. Eerst toen zij het tooneel var» het misdrijf den rug hadden toegekeerd en naar den oever der rivier afdaalden, deed hij zijn mond weer open. „Van één ding ben ik intusschen vrijwel zeker!" zei hij. „En dat is, dat, wat juffrouw Lansdale nu ook moge weten, zij van niets wist, toen ik op den bewuster» achtermiddag haar oom bezocht." „Neen, dat spreekt vanzelf I" erkende Pen thony. „Dc oude heer heeft haar eerst later in vertrouwen genomen, toen Whatmore in de zaak werd gemengd". „Je praat, alsof alles al vaststond I" riep Stevenege uit, „alsof wij de bewijzen reeds in handen hadden „Och ja, vriend, dat is zoo mijn manier", antwoordde Penthony diroogjes. „Natuurlijk is alles enkel veronderstelling, niet meer dan theorie 1 Als je het mij op mijn geweten af vraagt, dan wil ik wel verklaren, dat tot nog toe niemand iets met zekerheid kan beweren. Maar het kan geen kwaad iets van verschil lende kanten te bekijken, 't Is toch een won derlijk interessant, romantisch; oud stadje, Stcvenegeging hij voort, toen zij, uit het bosch komende, het gezicht kregen op do stad en het kasteel aan de overzijde van de rivier. „Je bent er heen getrokken om van je verlof te genieten, niet „En ik werd gemoeid in een zaakje, dat me niets aanstaat 1" antwoordde Stevenege nijdig. „Ik was er in gemengd vóór ik er aan dacht. Zeg, zou je nog niet wat hier kunnen blijven om het met mij in orde te maken „Onmogelijk, man f" antwoordde Penthony. „Ik bon graag naar je toe gekomen, omdat de oude booswicht Tyson er in gemengd was, doch ik moet voor eigen zaken terug zijn. Maar laat ik je zeggen, wat ik van plan ben. Daar die noodmunten staatseigendom zijn en de verdwijning ervan een ernstig schodcpostje be teekent, zal ik alles persoonlijk rapportee ren, zoodra ik terug ben en misschien zendt men dan wel hulp. Maar zeg, hoe denk je over die kleinsteedse)»© luidjes hier Stevenege aarzelde. Sinds zijn ontwaken was hij zich bewust geworden van een eigenaardig gevoel van achterdocht cn ongerustheid. „Nu, om je de waarheid te zeggen, Pen thony", ze: hij na een oogenblik peinrens, „ben ik het met mezelvcn niet eens omtrent enkele Kan die plaatselijke hooge oomes 't Is gek, maar het lijkt me soms alsof zij liefst de heele zaak in den doofpot zouden wilier* stoppen." „Zoo, zoo 1" riep Penthony uit. „Aha I Zou je denken, dat dat er achter zat Kijk, kijk heb je dan wat gezien of gehoord „Zekerverklaarde Starvenege. „Loss© aanwijzingen veronderstellingen zoo de heele omgexTng, begrijp je I Van Detterling, den hoofdinspecteur van politie, zeg ik niets kwaads, 't Is een bedaarde man, misschien wat traag in zijn bewegingen, maar plichtgetrouw, doch de groote hecren „Ja, ik begrijp er alles van", zeide Pentho ny. ,Jk heb dergelijke dingen in kleine steden ook medegTnaakt. Het is gek, Stevenege, maar in elk stadje in Engeland, waar ik ooit geweest ben, was altijd een machtig kliekje, dat zoo ongeveer zeg*: „Laten we in 's hemels naam zorgen niet in opspraak te komen I" Blijkbaar voelen zij zich niet geheel zuiver op do graat, zou j© niet denken „Ja, dat zal wel zoo zijn", beaamde Steve nege. „Maar ga mee een praatie maken met Detterling, vooral nu je morgen weer moet vertrekken." Op den hoek van het Marktplein stieten zij op een eenzamen politie-agent, een jongen kerel, die naar zijn uiterlijk te oordeelen, pas kort geleden achter den ploeg vandaan waa gehaald om den wapenstok te hanteeren. Ste venege ziende, sloeg hij grinnekend aan hij scheen iets buitengewoon vermakelijk te vin den. Stevenege bleef bij hem staan cn vroeg „Weet je ook, of de hoofdinspecteur op zijn bureau is, Dobbs Of is hij thuis V' „Denkelijk wel niet op zijn bureau, meneer Stevenege", antwoordde Dobbs. „Ik vermoed, dat hij het op het oogenblik druk heeft". Er lag iets in den toon van zijn stem, dat Stevenege verwonderd deed opkijken cn kortaf deed vragen „Iets gebeurd?" „Dobbs grinnikte, zoodat de hoeken van zijn mond bijna zijn ooren bereikten. Het was blijk baar nog zoo'n echte bö©r, d»* wel houdt van een grapje, waarbij een ander er in geloopen is. „Heeft u bet dan niet gehoord, meneer Ste venege vroeg hij. „D© heele stad spreekt er over 1 Whatmore is er van door f Stevenege keek met verbaasden blik naar Penthony, maar deze vertrok geen spier. Hij hield zijn oogen op Dobbs gericht. En de agent bleef maar lachen, zoodat er kuiltjes in zijn wangen kwamen en zijn staalblauwe oogen schitterden. „Wanneer vroeg Stevenege kortaf. „Och, al wel een paor uur geleden, me neer Stevenege" antwoordde Dobbs „Ik heb niet alle bijzonderheden vernomen, triaar wel zooveel begrepen, dat hij zichzelvèn uitliet en wegkuo'erde." „Zichzelven uitgelaten?" riep Stevenege uit. „Wat... uit het arrestantenlokaal op 't po- lirie-bureau „Dat moet wel zoo zijn, naar men mij zeide", bevestigde Dobbs, nog steeds grin nikend. „Bn hij is de achterdeur uitgegaan. Toen hij eenmaal zoover was, nu. kon hij gaan waarheen hij wide. En dat heeft hij blijk baar ook gedaan". (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 5