KINDERRUBRIEK EEN BUITENKANSJE VOOR DE KLEINTJES Spelen Een Achterdochtige Boerin EEN DIERENLEGENDE De Rubriek van Oom Karei. Een opstellenwedstrijd. Volgens belofte zul :k jelui deze week ver tellen wat voor een wedstrijd we kriigen. De vorige keer schieef ik jelui al, dot de meeste stemmen waren uitgebracht op de opstellen wedstrijd. En in den loop van deze week kreeg ik nog verschillende brieven, waarin wenschen waren uitgesproken. Zooals ik wel verwacht had, weren de mecstcn voor een opstellen wedstrijd. Jelui weten het dus nu, we gaan een opstellenwedstrijd houden. Je moogt schrijven waarover je wilt. Een bepaald onderwerp geef ik niet op. Kies dus zelf maar een onderwerp, dat je aardig vindt en waarover je denkt wel iets te kunnen schrijven. Ook over de lengte van het opstel zal ik niets bepalen. Dot laat ik geheel aan jelui over. Alleen moet jc er om denken, dat de opstellen om in dc krant te komen niet al te lang mogen zijn. En na tuurlijk is al te kort ook weer niet de bedoe ling. Ik zou zoo zeggen gemiddeld 3 a 4 kantjes uit een gewoon schrift. Ea willen jelui er vooral aan denken het papier maar nan een z ij d e te b c s c h r ij v e n. Dat is bepaald noodzakelijk voor de drukkerij. En je begrijpt wel, dat ik niet alle opstellen kan overschrijven. Dat zou veel te veel tijd kos ten. Dus mng het popier slechts aan een zijde beschreven woidcn. En nu nog dc tijd. Natuur lijk hebben jrlui ruimschoots tijd voor je op stellen. Hot is vandaag 29 September Laten we zeggen dat ik ze uiterlijk Maandag 22 Oc tober in mijn bezit moet hebben. Dot is dus ruim drie weken. En mocht je dan nog niet klaar zijn, nu ja, donMaar reken op 22 October. Nu kunnen jelui dus aan den gang gaan. En veel succes er meer hoor. Natuur lijk worden er evenals de vorige keer prijzen beschikbaar gesteld voor d>? beste opstellen en ook een troostprijs. Maar daarover zal ik nog wel later vertellen. Nu kunnen jelui dus al vast beginnen. Tenslotte maak ik jelui nog even speciaal opmerkzaam op het ruilhandel- hoekje hieronder. Zooals jelui al bemerkt zullen hebben, doet onze oude bekende Silene weer mee met onze krant. Uit de verschillende brieven die ik deze week weer kreeg, kon ik opmaken, dat jelui dat allemaal erg prettig vinden. Nu, ik ook hoor. Want wc weten allemaal nog heel goed, wat een mooie verhalen Silene voor ons schreef. En zc heeft me beloofd dot ze. hoewel ze het op school erg druk heeft, nu weer ver haaltjes zal schrijven. Voor deze krant kreeg ik er al een van haar dat ik hier maar direct laat volgen. Het heet EEN SMULPARTIJ OP DE HANDWERKLES Een ware geschiedenis. Het was Woensdagmiddag kwart voor 2. Wij hadden handwerken, dus geen vrije mid dag zoo ols op onze andere school. Onze klas bestond nu uit 6 meisjes, daar de jongens vrij hadden. Het eerste uur ging gewoon door, cn er ge beurde geen bijzonders. In do pauze gingen wc naar buiten on bleef mevrouw, die ons handwerkles geeft, alleen in do klas. Na 10 minuten gingen we weer naar binnen, en wat zagen we door op onze bank? Een reuze ap pel, zoo rood, en zoo grootl „Omevrouw, hoe komen wc daaraan, wat hcerlijkl" riepen we „Die hebben we van die mijnheer gekregen, ••an wicn die mooie tuin is." Die tuin was n.l. naast onze school, en bevatte heerlijke vrucht- boonicn. „Ik heb er nog meer", zei mevrouw. „Hoe kreeg U die appels mevrouw?" vroeg ik. „Nu," zei d-cze, „ik zat te handwerken en zag die mijnheer aan 't appels plukken Hij zog mij en vroeg hoeveel leerlingen er zouden ko men. „Zes", zei ik, cn nu gooide hij vanuit dc boom appels naar mij toe, die ik door het room opving. „Ik heb er al zeven, mijnheer", zei ik toen. „O, dat geeft niets," zei hij en gooi de, er nog meer. „Wat een reuze aard:go man," zeiden we. „Mogen we hem bedanken?" „Even wachten", zei mevrouw, „straks plukt hij weer cn kun nen jullie hem in den boom zien en dan be danken". In die titsschentijd moest ik even ccn mes gaan vragen aan een jongen uit een an dere klus Toen ik het had, schilde mevrouw ze of cn kregen wij er nog allemaal één bij Nu bleven er nog drie over. Eén stok mevrouw cr in het mes cn zoo moest ik het mes terug brengen. Dc klas, waar ik het mes bracht, be gon hard te lachen om het rare gezicht van het mes met de appel er in. De appels smaakten ons verrukkelijk. Zoo heerlijk zuur en sapp'g I Toen we zc op had den gingen we weer ijverig door mot hand werken. We waren nl weer goed en wel bezig, totdat we iemand hoorden fluiten. En daar stond die mijnheer al weer, met een lodder te gen de schutting en een mand met peren in zijn hand. Alweer voor ons. Mevrouw ging voor het open ream staan en ving de peren op. Twee vielen er in de schooltuin. „Weet je wat zei mevrouw tegen mrt, „Klim jij door het mam en raap zc op". Nu begon ccn fijne klimpartij. Het raam is r.cg al hoog, zoodat ik een reuze stap moest doen, om op die vensterbank te komen. En zoo in de tuin gesprongen. „Neem dc mand meteen maar even aan" zei mijnheer. „Wat veel, al les riep ik. Het mandje werd geleegd, cn met een glunder gezicht bedankten wc. „We zullen deze tot de volgende week be waren", zei mevrouw. „Maar cr zijn cr een paar met zachte plekjes, mevrouw" zeiden we. „Nu, dan eten wij er nu allemaal één op cn bewaren de onrijpste voor dc volgende week. Ook de peren waren groot en saptrg, zoo dat we nu ook weer smulden „Zóón hand werkles is wel gezellig, mevrouw", zeiden wc, terwijl we in onze peer hapten. Zoo cinditrde onze handwerkles en hopen we a s. Woensdag weer tc smullen. (Ingezonden door SILENE.) RAADSELS. Oplossingen van de vorige week. De oplossingen van de vorige raadsels wa ren I. „H aarlc m" met de woorden haas, bank, Brum, gier, kalf, berk, maag. II. „S n o e k" met dc woorden stuf, nar. Oom, eik, klos. Deze weck is de prijs gewonnen door „Don- derpadje" en kan os. Maandag aan ons bureau worden afgehaald. NIEUWE RAADSELS I.Hct geheel is een spreekwoord van 35 letters en 9 woorden. 8, 10, 20, 12 is een vrucht. 1, 26, 50, 28 is een rivier in 't zuiden van ons land. 9, 14, 32 is een deel van 't hoofd. 7, 13, 16, 17 wordt \eel gedronken. 4, 22, 25, 18, 15, 24 is een stad in Oos tenrijk. 2, II, 19 is een boom. 55, 5, 6, 3 is ccn deel van de voet 25, 27, 29, 21, 31 is een verblijfplaats voor schepen. II Het geheel bestaat uit 9 letters cn schenkt genot aan jong en oud. 3, 5, 7 wenscht een ieder te zijn. 6, 4 2 behoort niet in oen hinder hand thuis, terwijl elke jongen het wenscht te bezitten. 7, 8 9 is een vaartuig. 9, 8, 6, 4, 5 vindt men in elk hu's KLEIN ZUSJE. Klein Zusje morst voor 't eerst naar school, En dat beviel haar slecht Ze was altijd bij Moes geweest Zc. hadden 't saam zoo echt- .Hoe kan Moes mij r.u missen." Zoo redeneerde Zus. Maar Moe zei: „Jij word knap dan Kom geef me maar een kus I" Toch viel op Zusjes wangetje. Heel eventjes een traan. Ze wou veel liever met haar Moe, Weer gauw naar huis toe gaan. Maar Moesje troostte haar cn zei „Ik kom al gauw weerom. Dan mag jij weer bij Mees zijn hoor, Dus denk daar don maar om -" „Jan, jij moet het boek naar meneer Hondius brengen," zei Piet van Dongen op een Zaterdagavond tegen zijn jonger broertje. „Heeft Vader dat gezegd? Ik heb juist zelf zoo'n mooi boek te lezen en heele- maal geen zin, dat eind te loopen. 't Is bijna een half uur," stribbelde Jan tegen. „O, je bent natuurlijk bang, want het be gint al donker te worden, flauwe jöngën 1 zei Piet nu, wien Vader eigenlijk had op gedragen het boek weg te brengen, maar die dit liever door zijn broertje doen liet. Jan kreeg een kleur, tot achter zijn ooren, stond op en mompelde: „Ik zal dan wel gaan." Natuurlijk was hij niet bang 1 Net wat voor Piet om zoo iets te zeggen 1 Vlug liep Jan nu naar de villa der familie Hondius, die aan het andere einde van het dorp ge legen was. Na een goed kwartier belde hij aan en werd onmiddellijk opengedaan door Han Hondius, die ongeveer van zijn leeftijd was. „Fijn, dat je ert bent. We beginnen zoozei Han. Jan keek even verbaasd, 't Klonk net, alsof hij verwacht werd. Op hetzelfde oogenblik kwam meneer Hondius in de gang en kon Jan hem hel boek overhandigen. „Dank je, Jan," zei meneer Hondius. „Kom binnen. We zijn juist op het punt met de tooverlontaarn te verloonen." „Ja maar, ik moet naar huis," zrï Jan, die eigenlijk niets liever gewild had dan te blijven, doch bang was, dat Vader en Aioeder het niet goed zouden inden. „Nee, nee," bracht meneer Hondius hier tegen in. „Vanmiddag heb ik Vader go- sproken en tegen hem gezegd, dat degene van jullie tweeën, die mij vanavond hot boek bracht, mocht blijven om de toover- lanlaarn te zien vertoonen. Ik zou 'm rr :t mijn auto thuis brengen. Vader en Moe der weten er dus van. Trek jij nu maar gauw je jas uit en kom binnen Blij, in het vooruitzicht van dit onver wachte pleziertje, trad Jan in het volgend oogenblik de huiskamer der familie Hon dius binnen. Een heel gezelschap jongens zat daar reeds in afwachting van de d:.\- gen, die komen zouden. Weldra zagen de jongens de mooiste en grappigste vertooningen op het witte :!oek. Meneer Hondius deed er allerlei verhalen bij en de toeschouwers schaterden Iu .el- kens uit. 't Was ook zóó grappig: J zko, den potsierlijken aap, te zien met zijn def- tigen hoed, waarmee hij vroolij.. zwaaide. Het volgend beeld vertoonde hem na net uitvoeren van den één of anderen kwajon gens-, ik bedoel apen streek, waarbij hij achtervolgd werd door de politie. Telkens als de agent hem bijna te pakken had, toonde ons aapje zich een slim aapje en ontkwam hij nog juist bijtijds aan de -m der gerechtigheid. De kinderen hadden dolle pret, terwijl limonade en taartjes de korte pauzes deden omvliegen. Maar zelfs aan den heerlijksten avond komt een einde, zoo ook aan deze vertoo ning. De jongens, die allen thuis gebracht zouden worden, namen dan ook afscheid. De groote auto der familie Hondius was bijna nog te klein om allen naar huis te brengen, maar evenals er veel makke ifl«w V^/)A \V - Jaap en Agaatje spelen Maar plots wordt Joapje kwaad En roept uit, heel verdrietig, Nee, d a t is flauw, Agaat! Toe, laat nu voor één keertje Mij toch eens Vader zijn T Agaat zegt echter bazig Nee; Rietje-pop heeft pijn. Jij bent vandaag dus dokter, Kijkt naar mijn zieke kind Denk je, dat ik kan kiezen, Wat ik het prettigst vind? - De woorden van Agaatje Staan onzen Jaap niet aan Toen is dat domme tweetal Aan 't kibbelen gegaan. 5. Was *t kibb'len maar gebleven - Het werd een heel gevecht En als de kind'ren zóó doen, Is dat voor 't popje slecht. 6. Op eens komt aangetrippeld Fidel van buurvrouw Daan. Die is er met klein Rietje Pardoes van door gegaan 7. Agaat roept: Stoute hond toch Fidel, foei laat datGauw Maar 't hondje laat haar praten; Dat neemt het niet zoo nauw l 8. Jaap krijgt berouw, wil helpen. Fidel tolt in het rond, Plots laat hij 't popje vallc-n 't Ligt op den harden grond 1 O. Agaat en Jaapje hollen Op 't arme popje af. Het heeft een been gebroken. Agaat snikt: Dat 's mijn straf! 10. Nee, 't is m ij n schuldzegt Jaap dan. Maar Zus, ik weet wel raad: We gaan naar d' echten dokter; Hij woont in onze straat. 11. Dat 's Vader, die zoo knap is. Vast maakt hij Rie gezond. 't Kind is van streek. Geen wonder- Zoo'n buit'Iing op den grond l 12. 'k Zal voortaan dokter wezen, Dan spelen we weer fijn En zal er geen gekibbel, Geen ongeluk meer zijn 13. Dat 's bestjuicht plots Agaatje, Zeg Jaap, 'k weet nu, hoe 't moet' Wat voorlaan wij gaan spelen. Toe, luister nu eens goed! 14. Je kunt toch net als Vader 'k Word Vader-dokter. fiin! Twee dingen samen zijn! Hoera! —roept Jaap. GevondenI schapen in een hok gaan, kunnen er veel jongens, die van een auto-ritje houden, in een auto. Telkens moest deze stoppen om een jon gen af te zetten en ook Jan van Dongen kwam aan de beurt. Opgewonden vertelde hij nan Moeder en Piet, die ter eere van den Zaterdagavond nog niet naar bed was, van het buiten kansje, dat hem te beurt gevallen was. Juist beschreef hij de grappige avontu ren von Jocko, toen Vader binnenkwam en verbaasd uitriep: „Maar heb j ij dan de tooverlantaarn ge zien, Jan Ik had Piet toch opgedragen, het boek weg te brengen!" Piet keek beschaamd vóór zich. Het speet hem n u geweldig, dat hij dit werkje op zijn beurt weer aan Jan opgedragen had, maar er was nu eenmaal niets me^r aan te doen. Hij nam zich echter stellig voor: in het vervolg liever tien boeken weg te brengen dan geen. Leopold II, koning van België, sprak niet alleen dikwijls op zeer minzamen toon met zijn onderdanen, doch hield cok veel van een grap. Toen hij nog in de kracht ven zijn leven was, kon hij soms uren lang door bos- schen dwalen, slechts vergezeld van _en adjudant, die evenals de koning zelf, als toerist gekleed was. Zoo gebeurde het eens op een mooien zomerdag, dat de koning weer zoo'n boschwandeling ondernam en zoowel hij zelf als zijn metgezel stoffig en warm- wer den. Ook hadden ze ergen >rst. „Laten wij even naar gindsche boerde rij gaan," zei de koning. Zonder zich hg,1''la maken bezielde de vorst twee glazen melk. Do boerin, die zeer achterdocl «.n de gasten niet herkende, vroeg zich af, of zij de melk maar niet vooruit zou laten be talen. Zij mo"'-' "tdërs eer.s I... liegen. In zichzelf prevelend haalde zij de melk, die nog warm was en zotte haar vóór de gasten op een tafeltje. Nu het er op aan kwam, durfde zii he" eld toch niet vr-0en. Zij keek de beide heeren evenwel onder zoekend en norsch aan. „De boerin schijnt niet erg in haar humeur te zijn," zei Leopold II in het En- gelsch tegen zijn adjudant cn deze ant woordde in f-al. Intusschen bleef de boerin in de buurt der gasten. Zij was nog steeds beng, dat deze zonder te betalen zouden heengaan. Eindelijk kwam één der kinderen en zei de vrouw overtuigd, dat de toeristen haar niet verstaan konden in hel Vlaomsch: „Blijf hier en zorg, dat ze niet zonder te betalen heengaan. Dien Engelschman met den langen neus vertrouw ik niet al te best." En zij ging even weg om naar haar eten te kijken. De beide gasten zagen elkaar met een blik van verstandhouding aan. Z': hidden inwendig de grootste pret, doch lieten hiervan niets merken. Toen zij hun glazen leeg gedronken hadden en de boerin weer verschenen was, nam de Koning een gou- den munt, waaroo zijn beeltenis prijkte, uit zijn beurs en zei: „Uw melk is uitstekend, moeder, en als herinnering aan zijn bezoek zal de En gelschman met den langen neus zijn por tret voor u achterlaten. Hier is het en tot ziens De boerin begreep nu plotseling, wien zij vóór zich had en stamelde allerlei ver ontschuldigingen. Zij had wel door den grond willen zinken van schaamte. Lachend verlieten de beide wandelaars de boerderij. A De volgende legende vertelt, hoe dc vogels aan hun vleugels komen. Toen de vogels pas geschapen waren, hadden zij geen vleugels. God vervaardig de de vleugels, legde ze vóór de vogels neer en zei: „Neemt uw lsst op en draagt dien." De vogels namen nu hun lest in hun bek en legden hem op hun schouders. De vleu gels leken hun een zeer moeilijk te dragen last. Zij droegen dien echter geduldig en kwamen weldra tot de ontdekking, wat zij eerst hadden moeten drage.., hen nu droeg. Zij stegen gemakkelijk in de lucht op en de vleugels verleer hun de kracht over bosschen en zeeën hoog de lucht te vliegen. Zoo gaat het ook ons dikwijls dat wat ons eerst een last leek, is mer' ge bleken een zegen voor ons te zijn. VARIA. Moeder: Tom, wat is er met Broertje aan de hand Tom: Hij huilt omdat ik mijn koekje op eet en er hem niets van geef. Moeder: Is zijn eigen koekje dun al op? Tom: Ja moeder, en toen ik dat op at huilde hij ook al Pietje had gevochten en liep rond met wraakzuchtige gedachten. „Je moet altijd kwaad met goed vergel den", leerde moeder hem nu. „Weet je wat je doen moet Je moet morgen naar Jaap toegaan, en zeggen* „Jaap we hebben gisteren gevochten, je hebt me een blauw oog geslagen, maar nu wil ik kwaad met goed vergelden, en daarom breng ik een koekje voor je mee." Den volgenden ochtend komt Pietje thuis met twee blauwe oogen en verschrik kelijk toegetakeld. „Moeder", hakkelt hij, „Jaap heeft me vandaag weer een blauw oog geslagen en vraagt of u nu morgen een taartje voor hem wilt meegeven CORRESPONDENTIE. Boterbloem,, Regendropje, K r u 1- lobol Natuurlijk mogen jelui meedoen. Hoe meer neefjes cn nichtjes er zijn, des te prcttigei vind ik dat. Nu schrijven jelui me de volgende weck ccn lange brief, is niet? En doen jelui ook mee met de opstellenwed strijd?" Javaantje. Dan de volgende week maar dubbel zoo veel. Doe jc best er maai op. Kolibrie. Dat kan heel goed hoor. Dat tref je, want zoo'n wedstrijd komt er ook. Zonnestraaltje. Dat I behoef je cr heusch niet bij te zetten. Jij was het eerste met dien naam, dus die blijf je altijd behou den Die andere Zonnestraal wil wel een andere naam kiezen. Robbedoes Dat mort je niet doen, want dan schiet je riet op. Altijd maar het eerst afmaken, dat is het beste. Daar reken ik op hoor I Frisianntje Zoo, dus je vindt dat dat moet voorgaan. Nu, heel erg is dat niet hoor, maar vertel mij nog eens welke nummers van welke plaatjes wil jc graag hebben? Dat was ik vergeten. Bobbie. Wie wcetl M'sschien gebeurt dat ook wel. Doe cr maar goed jrt best op. C1 y v i o. Is het aardig Ik ken het zelf tol mijn spijt niet. Cupido. Dat vindt je zeker wol fijn hè. En waar gebeurt dat In een zaal of buiten in dc openlucht Kampioen. Dot is goed, want daar heeft ze al om gevraagd Zoo'n enkel „heel" gemakkelijk mag ook wel eens Vosje. En toch heeft do opstellenwed strijd het gewonnen. Probeer het maar eens. Blondje. Dat zal een heele drukte ge ven Veel plezier hoor Donderpndje. Maar nu doe je toch weer steeds mee, is 't niet Silene. Wat leuk dat je weer bij ons bent. Jc moest al die brieven eens kunnen le zen, die ik gekregen heb cn waarin de neef jes en nichtjes schreven, hoe prettig ze het vin don. dat jc weer mee doet. Je opstel staat al in de kinnt zoo jc ziet. Je zult het wel fijn vinden, dat cr nu een opstellenwedstrijd komt. Zie maar, dat je iedere weck meedoet. Spin. Ju. het is erg vreemd weer, dc laatste dogen. Vondt je het mooi? M icr. Heel aardig hoor. Je kunt knop teeltenen. Waar heb je dat geloerd B r u i n o o g. Ja, dat is niet prettig. Toch niet ernstig ziek Beterschap cr mee hoor I Balscmientje. Donk jc wel hoor. Heel leuk gedaan, 't Komt natuurlijk in dc krant. Neen, dat gebeurt niet meer. Kwik. Waar was dat? In La Panne? Maak maar eens een mooi opstel over je va- cantic, die je daar hebt d-oorgebracht. Dat zal wel interessant geweest zijn. Ik ken die streek niet. Edelweiss. Dat begrijp ik zelf ook niet. Dank jc wel voor je raadsel, dat ik best gebruiken kan. Ja dat is ook zoo. maar nu is de voorraad n:et erg groot. Dus het komt best van pas. Neen, dat is een nichtje, net als de onderen. V i o 1 i c r t j e. Ja, dat hob ik gemerkt. Natuurlijk, wat aardig hoorHoe zou jc het vinden als het altijd vacantie wasIk denk dat het je gauw zou vervelen. C o s m e a. Dat dacht jc maar. Als ik dit schrijf, staat dc zon aan een mooie blauwe hemel Alleen is het wat koud. Maar het kon toch slechter. Probeer het maar. Het zal best gaan hoor OOM KAREL. RUILHANDELHOEKJE. Er liggen pakjes klaar voor Goudkivict cn Frisianntje Deze week heb ik alles, wot er nog is a te ruilen eens nagezien cn gesorteerd. Hieron der kunnen jelui zien wat er nog is en of je er nog wat van kunt gebruiken. Denk er aan als je plaatjes wilt hebben duidelijk dc num mers op te geven van de verlangde plaatjes. Op 't oogenblik zijn er V e r k n d c's p.l a a t j e s (cn bonnen) van de albums aquarium (ook cén groote plaat B), Blonde duinen,, Nanrdcrmeer, Herfst, Zuider zee, Bloemen in onzen tuin, Texel, Vecht, IJs- scl. Bosch en Heide cn Friesland. Wascholne plaatjes. Lcnsvelt-Nicola plaatjes. Ploincs-plnatjcs, Albums IXI. Schiltc, Vndcrl. Hist, plaatjes. Klaverblad, Vogels cn bloemenvelden. Ha list plaatjes. K. cn G. plaatjes. Vogelplaat i s Tik-tak. Broedende Vogels. Diverse Chocolade omslagen. Oldcnkott bonnen. Molcnbonnen, Tielemnn en Dros Vapcnbonnen van Hog. Vlaggen van Droste. Kwntta soldaatjes. Diverse sluitzegels. Postzegels. Sigarenbandjes. Herkens plaatjes serie III. Plantjes „Hop heet die vogel". Deventer koek plaatjes. Diverse plantjes en bonnen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 10