KINDERRUBRIEK
EEN BUITENKANSJE
VOOR DE KLEINTJES
Spelen
Een Achterdochtige
Boerin
EEN DIERENLEGENDE
De Rubriek van Oom Karei.
Een opstellenwedstrijd.
Volgens belofte zul :k jelui deze week ver
tellen wat voor een wedstrijd we kriigen. De
vorige keer schieef ik jelui al, dot de meeste
stemmen waren uitgebracht op de opstellen
wedstrijd. En in den loop van deze week kreeg
ik nog verschillende brieven, waarin wenschen
waren uitgesproken. Zooals ik wel verwacht
had, weren de mecstcn voor een opstellen
wedstrijd. Jelui weten het dus nu, we gaan een
opstellenwedstrijd houden. Je moogt schrijven
waarover je wilt. Een bepaald onderwerp geef
ik niet op. Kies dus zelf maar een onderwerp,
dat je aardig vindt en waarover je denkt wel
iets te kunnen schrijven. Ook over de lengte
van het opstel zal ik niets bepalen. Dot laat
ik geheel aan jelui over. Alleen moet jc er
om denken, dat de opstellen om in dc krant
te komen niet al te lang mogen zijn. En na
tuurlijk is al te kort ook weer niet de bedoe
ling. Ik zou zoo zeggen gemiddeld 3 a 4
kantjes uit een gewoon schrift. Ea willen jelui
er vooral aan denken het papier maar
nan een z ij d e te b c s c h r ij v e n. Dat is
bepaald noodzakelijk voor de drukkerij. En je
begrijpt wel, dat ik niet alle opstellen kan
overschrijven. Dat zou veel te veel tijd kos
ten. Dus mng het popier slechts aan een zijde
beschreven woidcn. En nu nog dc tijd. Natuur
lijk hebben jrlui ruimschoots tijd voor je op
stellen. Hot is vandaag 29 September Laten
we zeggen dat ik ze uiterlijk Maandag 22 Oc
tober in mijn bezit moet hebben. Dot is dus
ruim drie weken. En mocht je dan nog niet
klaar zijn, nu ja, donMaar reken op 22
October. Nu kunnen jelui dus aan den gang
gaan. En veel succes er meer hoor. Natuur
lijk worden er evenals de vorige keer prijzen
beschikbaar gesteld voor d>? beste opstellen en
ook een troostprijs. Maar daarover zal ik nog
wel later vertellen. Nu kunnen jelui dus al
vast beginnen. Tenslotte maak ik jelui nog
even speciaal opmerkzaam op het ruilhandel-
hoekje hieronder.
Zooals jelui al bemerkt zullen hebben, doet
onze oude bekende Silene weer mee met onze
krant. Uit de verschillende brieven die ik deze
week weer kreeg, kon ik opmaken, dat jelui
dat allemaal erg prettig vinden. Nu, ik ook
hoor. Want wc weten allemaal nog heel goed,
wat een mooie verhalen Silene voor ons
schreef. En zc heeft me beloofd dot ze. hoewel
ze het op school erg druk heeft, nu weer ver
haaltjes zal schrijven. Voor deze krant kreeg
ik er al een van haar dat ik hier maar direct
laat volgen. Het heet
EEN SMULPARTIJ OP DE HANDWERKLES
Een ware geschiedenis.
Het was Woensdagmiddag kwart voor 2.
Wij hadden handwerken, dus geen vrije mid
dag zoo ols op onze andere school. Onze klas
bestond nu uit 6 meisjes, daar de jongens vrij
hadden.
Het eerste uur ging gewoon door, cn er ge
beurde geen bijzonders. In do pauze gingen
wc naar buiten on bleef mevrouw, die ons
handwerkles geeft, alleen in do klas. Na 10
minuten gingen we weer naar binnen, en wat
zagen we door op onze bank? Een reuze ap
pel, zoo rood, en zoo grootl „Omevrouw,
hoe komen wc daaraan, wat hcerlijkl" riepen
we
„Die hebben we van die mijnheer gekregen,
••an wicn die mooie tuin is." Die tuin was n.l.
naast onze school, en bevatte heerlijke vrucht-
boonicn. „Ik heb er nog meer", zei mevrouw.
„Hoe kreeg U die appels mevrouw?" vroeg ik.
„Nu," zei d-cze, „ik zat te handwerken en zag
die mijnheer aan 't appels plukken Hij zog
mij en vroeg hoeveel leerlingen er zouden ko
men. „Zes", zei ik, cn nu gooide hij vanuit
dc boom appels naar mij toe, die ik door het
room opving. „Ik heb er al zeven, mijnheer",
zei ik toen. „O, dat geeft niets," zei hij en gooi
de, er nog meer.
„Wat een reuze aard:go man," zeiden we.
„Mogen we hem bedanken?" „Even wachten",
zei mevrouw, „straks plukt hij weer cn kun
nen jullie hem in den boom zien en dan be
danken". In die titsschentijd moest ik even ccn
mes gaan vragen aan een jongen uit een an
dere klus Toen ik het had, schilde mevrouw
ze of cn kregen wij er nog allemaal één bij
Nu bleven er nog drie over. Eén stok mevrouw
cr in het mes cn zoo moest ik het mes terug
brengen. Dc klas, waar ik het mes bracht, be
gon hard te lachen om het rare gezicht van
het mes met de appel er in.
De appels smaakten ons verrukkelijk. Zoo
heerlijk zuur en sapp'g I Toen we zc op had
den gingen we weer ijverig door mot hand
werken. We waren nl weer goed en wel bezig,
totdat we iemand hoorden fluiten. En daar
stond die mijnheer al weer, met een lodder te
gen de schutting en een mand met peren in
zijn hand.
Alweer voor ons. Mevrouw ging voor het
open ream staan en ving de peren op. Twee
vielen er in de schooltuin.
„Weet je wat zei mevrouw tegen mrt,
„Klim jij door het mam en raap zc op". Nu
begon ccn fijne klimpartij. Het raam is r.cg al
hoog, zoodat ik een reuze stap moest doen,
om op die vensterbank te komen. En zoo in
de tuin gesprongen. „Neem dc mand meteen
maar even aan" zei mijnheer. „Wat veel, al
les riep ik. Het mandje werd geleegd, cn
met een glunder gezicht bedankten wc.
„We zullen deze tot de volgende week be
waren", zei mevrouw. „Maar cr zijn cr een
paar met zachte plekjes, mevrouw" zeiden we.
„Nu, dan eten wij er nu allemaal één op cn
bewaren de onrijpste voor dc volgende week.
Ook de peren waren groot en saptrg, zoo
dat we nu ook weer smulden „Zóón hand
werkles is wel gezellig, mevrouw", zeiden wc,
terwijl we in onze peer hapten. Zoo cinditrde
onze handwerkles en hopen we a s. Woensdag
weer tc smullen.
(Ingezonden door SILENE.)
RAADSELS.
Oplossingen van de vorige week.
De oplossingen van de vorige raadsels wa
ren
I. „H aarlc m" met de woorden haas,
bank, Brum, gier, kalf, berk, maag.
II. „S n o e k" met dc woorden stuf, nar.
Oom, eik, klos.
Deze weck is de prijs gewonnen door „Don-
derpadje" en kan os. Maandag aan ons bureau
worden afgehaald.
NIEUWE RAADSELS
I.Hct geheel is een spreekwoord van 35
letters en 9 woorden.
8, 10, 20, 12 is een vrucht.
1, 26, 50, 28 is een rivier in 't zuiden van
ons land.
9, 14, 32 is een deel van 't hoofd.
7, 13, 16, 17 wordt \eel gedronken.
4, 22, 25, 18, 15, 24 is een stad in Oos
tenrijk.
2, II, 19 is een boom.
55, 5, 6, 3 is ccn deel van de voet
25, 27, 29, 21, 31 is een verblijfplaats voor
schepen.
II Het geheel bestaat uit 9 letters cn schenkt
genot aan jong en oud.
3, 5, 7 wenscht een ieder te zijn.
6, 4 2 behoort niet in oen hinder hand thuis,
terwijl elke jongen het wenscht te bezitten.
7, 8 9 is een vaartuig.
9, 8, 6, 4, 5 vindt men in elk hu's
KLEIN ZUSJE.
Klein Zusje morst voor 't eerst naar school,
En dat beviel haar slecht
Ze was altijd bij Moes geweest
Zc. hadden 't saam zoo echt-
.Hoe kan Moes mij r.u missen."
Zoo redeneerde Zus.
Maar Moe zei: „Jij word knap dan
Kom geef me maar een kus I"
Toch viel op Zusjes wangetje.
Heel eventjes een traan.
Ze wou veel liever met haar Moe,
Weer gauw naar huis toe gaan.
Maar Moesje troostte haar cn zei
„Ik kom al gauw weerom.
Dan mag jij weer bij Mees zijn hoor,
Dus denk daar don maar om -"
„Jan, jij moet het boek naar meneer
Hondius brengen," zei Piet van Dongen op
een Zaterdagavond tegen zijn jonger
broertje.
„Heeft Vader dat gezegd? Ik heb juist
zelf zoo'n mooi boek te lezen en heele-
maal geen zin, dat eind te loopen. 't Is
bijna een half uur," stribbelde Jan tegen.
„O, je bent natuurlijk bang, want het be
gint al donker te worden, flauwe jöngën 1
zei Piet nu, wien Vader eigenlijk had op
gedragen het boek weg te brengen, maar
die dit liever door zijn broertje doen liet.
Jan kreeg een kleur, tot achter zijn
ooren, stond op en mompelde:
„Ik zal dan wel gaan."
Natuurlijk was hij niet bang 1 Net wat
voor Piet om zoo iets te zeggen 1 Vlug liep
Jan nu naar de villa der familie Hondius,
die aan het andere einde van het dorp ge
legen was.
Na een goed kwartier belde hij aan en
werd onmiddellijk opengedaan door Han
Hondius, die ongeveer van zijn leeftijd
was.
„Fijn, dat je ert bent. We beginnen
zoozei Han.
Jan keek even verbaasd, 't Klonk net,
alsof hij verwacht werd.
Op hetzelfde oogenblik kwam meneer
Hondius in de gang en kon Jan hem hel
boek overhandigen.
„Dank je, Jan," zei meneer Hondius.
„Kom binnen. We zijn juist op het punt
met de tooverlontaarn te verloonen."
„Ja maar, ik moet naar huis," zrï Jan,
die eigenlijk niets liever gewild had dan te
blijven, doch bang was, dat Vader en
Aioeder het niet goed zouden inden.
„Nee, nee," bracht meneer Hondius hier
tegen in. „Vanmiddag heb ik Vader go-
sproken en tegen hem gezegd, dat degene
van jullie tweeën, die mij vanavond hot
boek bracht, mocht blijven om de toover-
lanlaarn te zien vertoonen. Ik zou 'm rr :t
mijn auto thuis brengen. Vader en Moe
der weten er dus van. Trek jij nu maar
gauw je jas uit en kom binnen
Blij, in het vooruitzicht van dit onver
wachte pleziertje, trad Jan in het volgend
oogenblik de huiskamer der familie Hon
dius binnen. Een heel gezelschap jongens
zat daar reeds in afwachting van de d:.\-
gen, die komen zouden.
Weldra zagen de jongens de mooiste en
grappigste vertooningen op het witte :!oek.
Meneer Hondius deed er allerlei verhalen
bij en de toeschouwers schaterden Iu .el-
kens uit. 't Was ook zóó grappig: J zko,
den potsierlijken aap, te zien met zijn def-
tigen hoed, waarmee hij vroolij.. zwaaide.
Het volgend beeld vertoonde hem na net
uitvoeren van den één of anderen kwajon
gens-, ik bedoel apen streek, waarbij hij
achtervolgd werd door de politie. Telkens
als de agent hem bijna te pakken had,
toonde ons aapje zich een slim aapje en
ontkwam hij nog juist bijtijds aan de -m
der gerechtigheid. De kinderen hadden
dolle pret, terwijl limonade en taartjes de
korte pauzes deden omvliegen.
Maar zelfs aan den heerlijksten avond
komt een einde, zoo ook aan deze vertoo
ning. De jongens, die allen thuis gebracht
zouden worden, namen dan ook afscheid.
De groote auto der familie Hondius was
bijna nog te klein om allen naar huis te
brengen, maar evenals er veel makke
ifl«w V^/)A \V
-
Jaap en Agaatje spelen
Maar plots wordt Joapje kwaad
En roept uit, heel verdrietig,
Nee, d a t is flauw, Agaat!
Toe, laat nu voor één keertje
Mij toch eens Vader zijn T
Agaat zegt echter bazig
Nee; Rietje-pop heeft pijn.
Jij bent vandaag dus dokter,
Kijkt naar mijn zieke kind
Denk je, dat ik kan kiezen,
Wat ik het prettigst vind? -
De woorden van Agaatje
Staan onzen Jaap niet aan
Toen is dat domme tweetal
Aan 't kibbelen gegaan.
5.
Was *t kibb'len maar gebleven -
Het werd een heel gevecht
En als de kind'ren zóó doen,
Is dat voor 't popje slecht.
6.
Op eens komt aangetrippeld
Fidel van buurvrouw Daan.
Die is er met klein Rietje
Pardoes van door gegaan
7.
Agaat roept: Stoute hond toch
Fidel, foei laat datGauw
Maar 't hondje laat haar praten;
Dat neemt het niet zoo nauw l
8.
Jaap krijgt berouw, wil helpen.
Fidel tolt in het rond,
Plots laat hij 't popje vallc-n
't Ligt op den harden grond 1
O.
Agaat en Jaapje hollen
Op 't arme popje af.
Het heeft een been gebroken.
Agaat snikt: Dat 's mijn straf!
10.
Nee, 't is m ij n schuldzegt Jaap
dan.
Maar Zus, ik weet wel raad:
We gaan naar d' echten dokter;
Hij woont in onze straat.
11.
Dat 's Vader, die zoo knap is.
Vast maakt hij Rie gezond.
't Kind is van streek. Geen wonder-
Zoo'n buit'Iing op den grond l
12.
'k Zal voortaan dokter wezen,
Dan spelen we weer fijn
En zal er geen gekibbel,
Geen ongeluk meer zijn
13.
Dat 's bestjuicht plots Agaatje,
Zeg Jaap, 'k weet nu, hoe 't moet'
Wat voorlaan wij gaan spelen.
Toe, luister nu eens goed!
14.
Je kunt toch net als Vader
'k Word Vader-dokter. fiin!
Twee dingen samen zijn!
Hoera! —roept Jaap. GevondenI
schapen in een hok gaan, kunnen er veel
jongens, die van een auto-ritje houden, in
een auto.
Telkens moest deze stoppen om een jon
gen af te zetten en ook Jan van Dongen
kwam aan de beurt.
Opgewonden vertelde hij nan Moeder en
Piet, die ter eere van den Zaterdagavond
nog niet naar bed was, van het buiten
kansje, dat hem te beurt gevallen was.
Juist beschreef hij de grappige avontu
ren von Jocko, toen Vader binnenkwam en
verbaasd uitriep:
„Maar heb j ij dan de tooverlantaarn ge
zien, Jan Ik had Piet toch opgedragen,
het boek weg te brengen!"
Piet keek beschaamd vóór zich. Het
speet hem n u geweldig, dat hij dit werkje
op zijn beurt weer aan Jan opgedragen
had, maar er was nu eenmaal niets me^r
aan te doen. Hij nam zich echter stellig
voor: in het vervolg liever tien boeken
weg te brengen dan geen.
Leopold II, koning van België, sprak niet
alleen dikwijls op zeer minzamen toon met
zijn onderdanen, doch hield cok veel van
een grap.
Toen hij nog in de kracht ven zijn leven
was, kon hij soms uren lang door bos-
schen dwalen, slechts vergezeld van _en
adjudant, die evenals de koning zelf, als
toerist gekleed was.
Zoo gebeurde het eens op een mooien
zomerdag, dat de koning weer zoo'n
boschwandeling ondernam en zoowel hij
zelf als zijn metgezel stoffig en warm- wer
den. Ook hadden ze ergen >rst.
„Laten wij even naar gindsche boerde
rij gaan," zei de koning.
Zonder zich hg,1''la maken bezielde
de vorst twee glazen melk.
Do boerin, die zeer achterdocl «.n
de gasten niet herkende, vroeg zich af, of
zij de melk maar niet vooruit zou laten be
talen. Zij mo"'-' "tdërs eer.s I... liegen.
In zichzelf prevelend haalde zij de melk,
die nog warm was en zotte haar vóór de
gasten op een tafeltje. Nu het er op aan
kwam, durfde zii he" eld toch niet vr-0en.
Zij keek de beide heeren evenwel onder
zoekend en norsch aan.
„De boerin schijnt niet erg in haar
humeur te zijn," zei Leopold II in het En-
gelsch tegen zijn adjudant cn deze ant
woordde in f-al.
Intusschen bleef de boerin in de buurt
der gasten. Zij was nog steeds beng, dat
deze zonder te betalen zouden heengaan.
Eindelijk kwam één der kinderen en zei
de vrouw overtuigd, dat de toeristen
haar niet verstaan konden in hel
Vlaomsch:
„Blijf hier en zorg, dat ze niet zonder
te betalen heengaan. Dien Engelschman
met den langen neus vertrouw ik niet al
te best."
En zij ging even weg om naar haar eten
te kijken.
De beide gasten zagen elkaar met een
blik van verstandhouding aan. Z': hidden
inwendig de grootste pret, doch lieten
hiervan niets merken. Toen zij hun glazen
leeg gedronken hadden en de boerin weer
verschenen was, nam de Koning een gou-
den munt, waaroo zijn beeltenis prijkte, uit
zijn beurs en zei:
„Uw melk is uitstekend, moeder, en als
herinnering aan zijn bezoek zal de En
gelschman met den langen neus zijn por
tret voor u achterlaten. Hier is het en tot
ziens
De boerin begreep nu plotseling, wien
zij vóór zich had en stamelde allerlei ver
ontschuldigingen. Zij had wel door den
grond willen zinken van schaamte.
Lachend verlieten de beide wandelaars
de boerderij.
A
De volgende legende vertelt, hoe dc
vogels aan hun vleugels komen.
Toen de vogels pas geschapen waren,
hadden zij geen vleugels. God vervaardig
de de vleugels, legde ze vóór de vogels
neer en zei:
„Neemt uw lsst op en draagt dien."
De vogels namen nu hun lest in hun bek
en legden hem op hun schouders. De vleu
gels leken hun een zeer moeilijk te dragen
last. Zij droegen dien echter geduldig en
kwamen weldra tot de ontdekking, wat
zij eerst hadden moeten drage.., hen nu
droeg. Zij stegen gemakkelijk in de lucht
op en de vleugels verleer hun de
kracht over bosschen en zeeën hoog de
lucht te vliegen.
Zoo gaat het ook ons dikwijls dat wat
ons eerst een last leek, is mer' ge
bleken een zegen voor ons te zijn.
VARIA.
Moeder: Tom, wat is er met Broertje
aan de hand
Tom: Hij huilt omdat ik mijn koekje op
eet en er hem niets van geef.
Moeder: Is zijn eigen koekje dun al op?
Tom: Ja moeder, en toen ik dat op
at huilde hij ook al
Pietje had gevochten en liep rond met
wraakzuchtige gedachten.
„Je moet altijd kwaad met goed vergel
den", leerde moeder hem nu. „Weet je
wat je doen moet Je moet morgen naar
Jaap toegaan, en zeggen* „Jaap we hebben
gisteren gevochten, je hebt me een blauw
oog geslagen, maar nu wil ik kwaad met
goed vergelden, en daarom breng ik een
koekje voor je mee."
Den volgenden ochtend komt Pietje
thuis met twee blauwe oogen en verschrik
kelijk toegetakeld.
„Moeder", hakkelt hij, „Jaap heeft me
vandaag weer een blauw oog geslagen en
vraagt of u nu morgen een taartje voor
hem wilt meegeven
CORRESPONDENTIE.
Boterbloem,, Regendropje, K r u 1-
lobol Natuurlijk mogen jelui meedoen.
Hoe meer neefjes cn nichtjes er zijn, des te
prcttigei vind ik dat. Nu schrijven jelui me
de volgende weck ccn lange brief, is niet?
En doen jelui ook mee met de opstellenwed
strijd?"
Javaantje. Dan de volgende week
maar dubbel zoo veel. Doe jc best er maai op.
Kolibrie. Dat kan heel goed hoor.
Dat tref je, want zoo'n wedstrijd komt er ook.
Zonnestraaltje. Dat I behoef je
cr heusch niet bij te zetten. Jij was het eerste
met dien naam, dus die blijf je altijd behou
den Die andere Zonnestraal wil wel een
andere naam kiezen.
Robbedoes Dat mort je niet doen,
want dan schiet je riet op. Altijd maar het
eerst afmaken, dat is het beste. Daar reken
ik op hoor I
Frisianntje Zoo, dus je vindt dat
dat moet voorgaan. Nu, heel erg is dat niet
hoor, maar vertel mij nog eens welke nummers
van welke plaatjes wil jc graag hebben? Dat
was ik vergeten.
Bobbie. Wie wcetl M'sschien gebeurt
dat ook wel. Doe cr maar goed jrt best op.
C1 y v i o. Is het aardig Ik ken het zelf
tol mijn spijt niet.
Cupido. Dat vindt je zeker wol fijn hè.
En waar gebeurt dat In een zaal of buiten
in dc openlucht
Kampioen. Dot is goed, want daar
heeft ze al om gevraagd Zoo'n enkel „heel"
gemakkelijk mag ook wel eens
Vosje. En toch heeft do opstellenwed
strijd het gewonnen. Probeer het maar eens.
Blondje. Dat zal een heele drukte ge
ven Veel plezier hoor
Donderpndje. Maar nu doe je toch
weer steeds mee, is 't niet
Silene. Wat leuk dat je weer bij ons
bent. Jc moest al die brieven eens kunnen le
zen, die ik gekregen heb cn waarin de neef
jes en nichtjes schreven, hoe prettig ze het vin
don. dat jc weer mee doet. Je opstel staat al
in de kinnt zoo jc ziet. Je zult het wel fijn
vinden, dat cr nu een opstellenwedstrijd komt.
Zie maar, dat je iedere weck meedoet.
Spin. Ju. het is erg vreemd weer, dc
laatste dogen. Vondt je het mooi?
M icr. Heel aardig hoor. Je kunt knop
teeltenen. Waar heb je dat geloerd
B r u i n o o g. Ja, dat is niet prettig. Toch
niet ernstig ziek Beterschap cr mee hoor I
Balscmientje. Donk jc wel hoor.
Heel leuk gedaan, 't Komt natuurlijk in dc
krant. Neen, dat gebeurt niet meer.
Kwik. Waar was dat? In La Panne?
Maak maar eens een mooi opstel over je va-
cantic, die je daar hebt d-oorgebracht. Dat zal
wel interessant geweest zijn. Ik ken die streek
niet.
Edelweiss. Dat begrijp ik zelf ook
niet. Dank jc wel voor je raadsel, dat ik best
gebruiken kan. Ja dat is ook zoo. maar nu is
de voorraad n:et erg groot. Dus het komt best
van pas. Neen, dat is een nichtje, net als de
onderen.
V i o 1 i c r t j e. Ja, dat hob ik gemerkt.
Natuurlijk, wat aardig hoorHoe zou jc het
vinden als het altijd vacantie wasIk denk
dat het je gauw zou vervelen.
C o s m e a. Dat dacht jc maar. Als ik
dit schrijf, staat dc zon aan een mooie blauwe
hemel Alleen is het wat koud. Maar het kon
toch slechter. Probeer het maar. Het zal best
gaan hoor
OOM KAREL.
RUILHANDELHOEKJE.
Er liggen pakjes klaar voor Goudkivict cn
Frisianntje
Deze week heb ik alles, wot er nog is a
te ruilen eens nagezien cn gesorteerd. Hieron
der kunnen jelui zien wat er nog is en of je
er nog wat van kunt gebruiken. Denk er aan
als je plaatjes wilt hebben duidelijk dc num
mers op te geven van de verlangde plaatjes.
Op 't oogenblik zijn er
V e r k n d c's p.l a a t j e s (cn bonnen) van
de albums aquarium (ook cén groote plaat B),
Blonde duinen,, Nanrdcrmeer, Herfst, Zuider
zee, Bloemen in onzen tuin, Texel, Vecht, IJs-
scl. Bosch en Heide cn Friesland.
Wascholne plaatjes.
Lcnsvelt-Nicola plaatjes.
Ploincs-plnatjcs, Albums IXI.
Schiltc, Vndcrl. Hist, plaatjes.
Klaverblad, Vogels cn bloemenvelden.
Ha list plaatjes.
K. cn G. plaatjes.
Vogelplaat i s Tik-tak.
Broedende Vogels.
Diverse Chocolade omslagen.
Oldcnkott bonnen.
Molcnbonnen, Tielemnn en Dros
Vapcnbonnen van Hog.
Vlaggen van Droste.
Kwntta soldaatjes.
Diverse sluitzegels.
Postzegels.
Sigarenbandjes.
Herkens plaatjes serie III.
Plantjes „Hop heet die vogel".
Deventer koek plaatjes.
Diverse plantjes en bonnen