BINNENLAND.
Onze collecties zijn gereed
Hst Geheimzinnigs
Genootschap
EEN ONTWERP INZAKE DE
FINANCIEELE VERHOUDING
VOORNAAMSTE BEPALINGEN
EN MEMORIE VAN TOELICHTING
Afschaffing gem. inkom
sten en forensenbelasting
Inwerkingtreding 1931
M.V. COMPAGNIE LYONNASSE
FEÜLLETOW.
UIT DE STAATSCOURANT
Bij Kon. besluit is aan mevr. M. E. Leliman
—Bosch to Boom cp haar verzoek eervoi ont
slag verleend als inspeclrice van het Nijver
heidsonderwijs onder dankbetuiging voor de
door haar bewezen diensten en is bij benoemd
tot ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw
Bij Kon. besluit is benoemd tot burgemees
ter der gemeente Nieuw en St. Joostland G
XV E D. Baron Thoë Schwartzenberg en
I johcnlandsbcrg
la do gouden cere-medaille verbonden aan
de orde der Oranje Nassauorde toegekend
San G vnn Oortnerssen, boekhouder bij da
gemeentebedrijven te Delft en aan H L A
J Lambermont hoofdboekhouder der vereeni-
giflg tot verpleging van zwak- en krankzinni
gen op het land Coudewater te Rormalen
is met ingang van 8 October 1928 le. aan
den eersten luitenant H. A. Felix, van het regi
ment genietroepen op het daartoe door hem
gedane verzoek een eervol ontslag als zoodanig
verleend uit den militairen dienst;
2e. benoemd bij het reserve personeel der
landmacht bij het wapen d'cr genie tot reserve
Te luitenant bij het regiment genietroepen de
eervol ontslagen le luitenant H. A. Felix
voornoemd.
Bij K B. is aan den consul-gcneronl der Ne
derlanden te Bazel, de heer D. Nochenius, op
zijn verzoek onder dankbetuiging voor de be
wezen diensten eervol ontslag als zoodanig
verleend.
Bij beschikking van den Minister van De
fensie zijn de officier-vliegers der 2e klasse H
J Stemmerik en D. J R. Beugeling, dienende
bij het vliegkamp De Mok den 24en October
o s, ter beschikking gesteld.
PROF. FRANCOIS.
Benoemd tot ridder in de orde
van den Ned. Leeuw.
Prof mr. dr. J. P. A. Francois, adminisüa-
ttur bij het departement van Buitenlandschc
Zaken, chef der ofdeelingen Volkenbondszakcn
oan dit departement en buitengewoon hoog
led aar aan de handelshoogcschool te Rotter
dam, is door de Koningin benoemd tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
ROTAR7, DE KATHOLIEKEN EN
DE VRIJMETSELARIJ
Een verklaring van den voorzitter
der R. T.
Naar aanleiding van berichten van er.kc-le
Italiaansche bladen, dat de Rotary-bewegtng in
zeer nauwe relatie staat met de Vrijmetselarij,
berichten, welke overgenomen werden door
verschillende Ncderlandschc bladen, heeft de
voorzitter van Rotary International, de heer I.
B. Sutton, de volgende verklaring afgelegd:
Als president van Rotary International en
als katholiek verklaar ik op eerewoord, dot
Rotary nimmer in eenige relatie of erbioding
met de Vrijmetselarij heeft gestaan, in welken
vorm ook. Verder heeft Rotary nimmer eenige
houding aangenomen of deelgenomen aan
eenige actie, die onvriendelijk jegens het
katholicisme is. Het is van beteekenis, dat dui
zenden katholieke leeken cn priesters het lid
maatschap van Rotary nimmer onvereenigboar
hebben geacht met hun lidmaatschap van hun
Kerk.
DIPLOMATIE.
De Nederlandsche gezant te Parijs, jhr. dr
J. Loudon, is op zijn post teruggekeerd.
Mr. A. M. baron Sweerts de Landas Wyborgh,
Nuclei landsch gezant tc Stockholm, is met ver
lof naar Nederland vertrokken.
RUK EK GEMEENTEN
De
regiering icreenigl zich niet met de conclusie3
der Staatscommissie
Instelling ccner gemeentefonds-
belasting
Bij dc Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp tot herziening vam dc financieele
verhouding tusschen het Rijk cn dc Gemeen
ten <^n wijziging van eenige bepalingen.
De voornaamste bepalingen daarvan zijn dc
volgende
Ingesteld wordt een Gemeentefonds, waar-
uit jaarlijks aan de gemeenten uitkecringcn
zullen worden gedaan volgens een formule,
waarin ccnerzijds de druk der verplichte uit
gaven en anderzijds de draagkracht dei in
gezetenen tot uitdrukking is gebracht.
Dc middelen van het fonds worden ver
kregen uit de opbrengst van de „Gemeente
fonds-belasting", oen nieuwe heffing, die blij
kens de Memorie van Toelichting bedoelt tc
- ijn een unificatie in gematigden vorm van
de gemeentelijke inkomstenbelasting
De gemeentelijke inkomstenbelasting wordt
afgeschaft, evenzeer als de forcnscnbelasling.
Aan de gemeenten wordt afgestaan de
hoofdsom der grondbelasting, hetzij op dc
gebouwde, hetzij cp dc ongebouwde eigen
dommen, raar keuzo van elke gemeente.
Aan de gemeenten werdt de bevoegdheid
gegeven een eigen verteringsbelasting t- hef
fen. Hiertegenover wordt de Rijksbelasting op
het personeel afgeschaft.
Aan dc gemeenten zal vrij staan opcenten
op de Gemeentefondsbclosting t- heffen, waar
van het getal niet hooger mag zi n dan het
getal opcenten dat in dc gemeenten geheven
wordt op het gebouwd, cn dat, indien het de
50 overschrijdt, in zekere verhouding zal moe-'
ten stoan tot het aantal opcenten op de vermo
gensbelasting.
De wet van 1897 inzake de uitkcerir.gen
aan de gemeenten wordt ingetrokken
Door een wijziging van de Provinciale Wet
wordt aan de provinciën ter vervanging van
opcenten op de personccle belasting een iets
ruimere bevoegdheid gegeven tot het heffen
van andere opcenten
Het ontwerp van dc Staatscommissie 1921
tot regeling van den steun aan noodlijdende
gerhcenlcn wordt, behoudens wijziging van
één der artikelen, in dit wetsontwerp over
genomen.
Het ontwerp zal in werking treden op 1
Mei 1931 een gedeelte der bepalingen op 1
Januari 1951.
Aan de Memorie van Toelichting wordt
verder nog het volgende ontleend
Uitvoerig zetten de ondertcekenaars dor Me
morie, de Ministers van Financiën on van Bin-
ncnlandsche Zaken en Landbouw, uiteen, waar
om zij, groote waardcering hebbende voor den
arbeid, welken de commissie heeft verricht, en
UTRECHTSCHEWEG 10. - TEL. 179. - AMERSFOORT
op een voornaam punt de door de Commissie
getrokken lijn volgende, zich met dc conclu
sies van het verslag der Staatscommissie 1921
niet kunnen vereenigen. Hun bczwoor ligt
voornamelijk in het niet voldoende rekening
houden met het verschil in draagkracht tus
schen de verschillende gemeenten.
De Memorie zet daarna breedvoerig' uiteen,
waarom naar haar oordeel der Rcgeering in
het bestaan van een gemeentelijke inkomsten
belasting naast de Rijksinkomstenbelasting één
der grondfouten ligt van den huidigen toe
stand.
Somimg€ middelen waarmee men de hier
uit ontstane euvelen heeft willen bestrijden,
zijn niet alleen als lapmiddelen te beschouwen,
maar ook in zichzelf ondeugdelijk.
Dit wordt achtereenvolgens betoogd ten aan- I
zien van dc gemeentelijke grensregeling cn ten
aanzien van de forenscnbclasting.
Terzake van de laatste zegt de Memorie
onder meer
Historisch is zij zeker in alle opzichten ver
klaarbaar.
De omstandigheden zijn intusschen in de
laatste dertig jaren geheel veranderd cn wel
zoo, dat de huidige forensenregeling onhoud-.
(baar is geworden.
In het vervolg der Memorie wordt uiteenge
zet dat, zoo in dezen tijd een gemeentelijke
belasting naor het irkomen ondoelma'ig is,
daarentegen bij uitstek als heffingsobject zich
aanbiedt datgene wat zichtbaar aan dc plaats
zelve verbonden is en daar bliik geeft van
den meerderen of minderen welstand van hen,
die zullen worden ".ingeslagen. Een verterings
belasting als de rijksbelasting op het perso
neel en een zakelijke belasting als dc grondbe
lasting zijn in beginsel heffingen, die een ge
meente behoeft cn die voor hoor passen. De
opbrengst dezer belastingen is r iet afhankelijk
van vluchtige rijkdommen, die den oenen dag
aan een gemeente kunnen toekomen en
den volgenden dag weder verdwijnen, mapi in
hoofdzaak van de vaste outillage der gemeen
te. van het beeld dat zij vertoont en dat niet
dan geleidelijk wijziging ondergaat. In deze
heffingen zit ook een natuurlijk accres bij uit
breiding van dc bebouwing, terwijl wat in
het bijzonder dc personccle bolasting betreft
hier overvloedig cn veel meer dan bij de
uniforme heffing van di< belasting door het
rijk, gelegenheid bestaat om met tal van zeer
uitccnloopendc plaatselijke omstandigheden
rekening te houden en op die wijze, zonder in
onbillijkheden te vervallen, de opbrengst soms
aanzienlijk hooger, tc doen zijn dan dit thans
het geval is.
Met de vervanging van de inkomstenbelas
ting door een meer voor gemeentelijk gebi uik
geëigende heffing zal, zegt de Memorie, uiter
aard niet kunnen worden volstaan. Naast haar
zal bchooren tc komen een algemeene uitkee-
ring op aanzienlijk ruimeren voet dan in de
bestuende wet vervat is. De rechtvaardiging
daarvan is gelegen in dc omstandigheid, dat
het huidige overmatige verschil in druk tus
schen de gemeenten onderling voor een aan
merkelijk deel berust in andere factoren, dan
welke van de gemeentelijke gestie afhankelijk
zijn.
Het niet te vermijden deel van de uitgaven
der gemeenten bepaalt zich niet tot datgene
wat haar door de wet wordt opgelegd, of wat
als van algemeen rijksbelang wordt aangeduid,
maar strekt zich uit over een groot gebied
van haar eigen aangelegenheden.
Dc ministers betoogen, dat ook in het rap
port der voornoemde Staatscommissie dezelf
de gedachte tot uiting komt cn dat om die
reden naast de „rijksuitkeeringen", welke de
commissie thans toegekend wil zien, voor ce
toekomst door dc commissie rijksbijdragen"
in uitzicht worden gesteld als een middel om
den Staat tc doen medcbetalcn in de uitgaven,
welke de gemeenten doen om het algemeen
plaatselijk belang èn het landsbelang beide te
dienen. Wat de commissie hierover schrijft,
versterkt dc minister in dc overtuiging, dat
de „uitkccringen" en dc „bijdragen" princi
pieel niet een onderscheiden basis hebben en
dat het onderhavige vraagstuk zich dei halve
niet tot de wettelijke verplichte uitgaven be
perkt.
De nieuwe uitkeering zal tot strekking heb
ben dot deel van dc overheidstaak, dat naar
ons Staatsbestel nu eenmaal oan de gemeen
ten is toevertrouwd en waaraan zij zich, zoo-
al formeel, toch feitelijk niet kunnen onttrek
ken, méér dan tot dusver te doen financieren
uit dc door alle ingezetenen op tc brengen
middelen.
Het voorbeeld zal hiermee worden gevolgd,
door menig ander land reeds gegeven. In
Duitschland heeft ten aanzien van het inko
men uitsluitend het rijk dc „Objektshohcit"
(dc bevoegdheid om een belastingbron aan te
boren) en hebben de Liinder en de gemeenten
slcohts „Ertragshoheit" (d.w.z. aanspraak op
een deel van dc opbrengst der belasting). De
Memorie zet dc daar getroffen regeling in
algemeene trekken uiteen en wijst ook op die,
"welke in België bestaat.
Zij doet uitkomen, dat ook hier tc lande
moermalen is aangedrongen op maatregelen,
waardoor dc woonplaats haar overwegenden en
ongerechtvaardigden invloed zou verliewn bii
hetgeen in het algemeen landsbelang door de
burgers moet worden opgebracht. Gememo
reerd wordt wat mr. A. R Zimmerman schreef
in 1903 in een praeadvies, uitgebracht voc
de Vereeniging voor de Staathuishoudkunde
cn de Statistiek.
In een ten vorigen jare verschenen werk
van dr. F C Crcmer werd aanbevolen het
voorbeeld te volgen van Londen met zijn 65
„parishes", waar een fonds bestaat, waarin de
bevoorrechte gemeenten stortingen doen ten
bute van de minder bevoorrechten.
De ministers meenen, dat in ons land een
ongewijzigde overneming van dat voorbeeld or
moeilijkheden zou stuiten, maar dat de grond
gedachte ervan op andere wijze kan worden
verwezenlijkt, gelijk door het ontwerp wordt
beoogd.
Naast dc nieuwe uitkeering zullen in dc
plants vnn dc afgeschafte inkomstenbelasting,
zegt de Memorie, moeten komen nieuwe plaat
selijke middelen.
Het tarief vnn dc gemccntefondsbelesting
is, wat dc progressie en den aftrek voor nood
zakelijk levensonderhoud aangaul, in het ont
werp aldus ingericht, dat het zich zooveel
doenlijk aansluit bij de thar.s daaromticnt in de
gemeenten gevolgde regelen, terwijl het, wat
c!c heffingspercentages aangaat, zoodanig is
gesteld, dat het niet hooger komt dan wot
thans geheven wordt in gemeenten waar, blij
kens de rangschikkingslijst van het Centraal
Bureau voor dc Statistiek, de druk aanzien
lijk beneden het gemiddelde blijft.
De opbrengst van .de belasting zol gcstoi
worden in het in te stellen Gemeentefonds.
De uitkeering, welke uit dit fonds aan dc ge>-
mcentcn zal worden gedaan, zul berusten op
een berekening, waarvan de gedachte ten deel
een zekere gelijkenis vertoont met die van het
door Minister Trcub in 1915 ingediende wets
ontwerp.
In aanmerking worden genomen eenerzijds
de draagkracht, anderzijds dc uitgaven in het
algemeen landsbelang gedaan.
Het vastgestelde bedrog per inwoners von
elke gemeente blijft ook in volgende jaren
gelden, zoodot het totooi bedrag voor iedere
gemeente slechts wisselen zal met het aantol
inwoners. Intusschen wordt om de 5 jaar de
berekening vernieuwd.
De opbrengst van dc ontworpen Gcmeen-
tefondsbclasting wordt geschat op ruim 80
millioen *s jaars. Dit bedrag zal dus aan de
gemeenten ten goede komen.
De kosten, die het wetsontwerp voor het
Rijk zol meebiengcn worden als volgt bere
kend:
Dc afstand aan dc gemeenten van de hoofd
soin der grondbelasting, hetzij op het ge
bouwd hetzij op het ongebouwd: 15 a 16 mil-
lioen.
De intrekking van de persóneelc belasting
22'/: millioen. Tezamen 38 millioen.
Hiertegenover zal staan de intrekking van
dc* uitkceringswct van 1897 ad rond 20 mil
lioen
Voor liet Rijk zul derhalve een hoopcre lnst
blijven vnn ongeveer 18 millioen, afgezien van
evcntueele uitgaven tengevolge van en in het
ontwerp voorkomende garantiebeonling.
Wat de gevolgen voor de gemeenten betrtft,
hebben uitvoerige berekeningen doen zien,
dat het samenstel der nieuwe bepalingen over
hot algemeen non het gestelde doel zal be
antwoorden en oen zoodunige working zal heb
ben, dat, met vermijding dor conti ibunbolui-
de gemeenten in stont zullen zijn hoar tank le
vel vullen.
De Ministers betoogen, dot do gezamenlijk' i.
belastingdruk van Rijk en gemeente, komt dv
voorgedragen regeling tot stnnd. neigcnsniem
het donkere beeld zal vertoonen dat thans in
onderscheiden gemeenten gezien wordt
Wanneer dan bovendien beducht wordt, dm
aan dc eiken dug meer onhoudbaar wordende
forensenheffingen een einde komt dan mee
nen de ministers, dat., al zijn natuurlijk dék
tegen de voorgestelde herziening, evenals t-^-
gen elke op dit gebied denkbare, bezwaren
aan te voeren, zij een aannemelijke oplossing
voor een sedert lang hangend vraagstuk biedi
Aanvankelijk is het voornemen geweest, d*
inwerkingtreding tc doen plaats hebben in lmi
jaar 1930 Het is echter gebleken, dat, al
wordt, gelijk ondersteld wordt de wet in den
zomer van 1929 afgekondigd, de tijd vnn
voorbereiding voor de gemeenten, vooml niet
het oog op haar bevoegdheid tot het heffer
van een eigen verteringsbelasting, dan te koit
zal zijn. Het is nuttig, dat d- gemeenten een
vol jaar tijd hebben, zich op den nieuwen tor-
stond voo-r te bereiden en dat met name bii
het opmaken van dc begrooling voor het
eerste jaar, waarin de nieuwe regeling werken
zal, deze gciuimcn tijd tevoren is afgekondigd,
ook opdat de onderscheidene gegevens, waar.
medc te rekenen zal vnlen, volledig en nauw
keurig bekend zijn. Daarom wordt voorge
steld. de inwerkingtreding te doen plaats heb
ben in het jaar 193T,
DE STAKING IN DE GOUDSCHE AARDE
WERK-INDUSTRIE.
Opnieuw ingrijpen van den Rijks-
bemiddelaar
Naar het „Volk" verneemt, moet het in de
bedoeling liggen van den Rijksbcmiddeloar,
den heer Van IJsselsteijn, om partijen, betrok
ken bij het conflict in de Goudsche aardewerk-
industrie, tegen Zaterdag a.s. tot een confe
rentie uit te noodigen.
FINANCIEELE VBfcHOUDING RIJK EN
GEMEENTE
Het wetsontwerp thans ingediend.
Men seint ons uit den Haag
Thans is bij dc Tweede Kamer ingediend
het in de Troonrede aangekondigde wetsont
werp tot herziening van de financieele ver
houding tusschen het Rijk cn d. gemeente en
tot wijziging van eenige bepalingen de Ge
meentewet.
HR. MS. „EVERTSEN" EN „DE RU7TER
Hr. Ms. torpedobootjages „Dc Ruyter en
„Evcrtsen" zijn in den nacht van Vrijdag op
Zaterdag te één uur Ouessant gepasseerd.
BRAND AAN BOORD VAN EEN
SCHIP.
Door sleepbootcn op het strond
gezet.
Zondagmiddag is door twee sleepbooten van
uit de Wielingen naar Rammekens gesleept en
op het strand gezet het vrachtschip „IJzel"
van hét Adolp-Pieppe-lijn. Door broeiing was
brand ontstaan, die zich nogal ernstig liet aan
zien De brand is volgens een later bericht
gcbluscht. Voorzoover bekend, zijn or geen
persoonlijke ongevallen te betreuren.
De zon ziet dc wereld slechts vol warmte
cn licht
Naar het Engelsch van J. S. FLETCHER
door Mep A. T.
33
„Ik weet genoeg van het hotelleven", zei
Jimmie, „om te weten, dat cr dingen in ka
mers achterblijven, hoeveel kamermeisjes ei
ook in bezig zijn. Mannen, mevrouw By water,
hebben een gewoonte, om ervveloppes, ver
scheurde papieren, allerlei dingen in loden tc
gooien, achter ornamenten, onder de dingen
op de toilettafel te stoppen, dat weet ik
Mannen zijn in den regel slordig. In ieder ge
val zou ik graag' die kamer eens rondkijken.
„Oh, u kunt den sleutel wel krijgen, zei
mevrouw Bvwnter, glimlachend. „Als wij te
rug keeren, laat ik dan eerst naar binnen
gaan. Volgt u een puar minuten later en ik
zol u den sleutel in een enveloppe geven. Na
tuurlijk, als de kamer niet verhuurd is.
Een uur lat°r was Jimmie op weg naar bo
ven in liet hotel, met den sleutel van kamer
43 in zijn hand. En toen hij lnngzaom dc
gang doorliep, dacht hij diep na over de ver
wisseling van het namoak-pakket mot hetwei-
kelijke Het kwam hom het beste voor, det te
verklaren, door te trachten om te bedanken,
hoe het gedaan was. Het numaak-pakket, dat
in zijn bezit gekomen was, had al de postze
gels en stempels van Parijs, die het hebben
moest, ei was geen twijfel aan, dat bet op do
gewone, geregelde manier met de post geko
men was. En toch -- was hot niet aan het
hotel bezorgd. Slechts één pakket was aan het
hotel bezorgd, het werkelijke. Hoe was nu het
namaak-pakket daar in plaats van het echte
pakket gekomen? Tot nu toe kon Jimmie
omtrent dit punt geen licht krijgen, moor hij
gevoelde met instinctmatige en stellige zeker
heid, dat het gekomen was door den man,
dien Curtis buiten het hotel ontmoet had. Die
man had Curtis het nnmaak-pakket gegeven,
en Curtis had het voor het echte verwisseld.
Zij hadden dc kans geloopen, dat Iventover
om de brieven naar beneden kwam in het halvo
uur, dat Curtis afwezig was, en de kans was in
hun voordcel geweest Maar de stempels?
„Dat vervloekte pak kwam met de post, ge
adresseerd aan het hotel I" zei Jimmie voor
den vijftigsten keer. „Hoe hoe kregen zij
dat in handen? Hebben die lui een agent in
het postkantoor? Zulke dingen gubeuien
men leest er wel van in de kranten. Nu hier
is nummer drie en veertig."
Nummer drie cn veertig was een kamer aan
het einde van een lange gang. De hall ver
lichte gang was geheel verlaten, toen Jimmie
den sleutel in het slot stak cn het veitrek
binnentrad, dot misschien of misschien niet
waarschijnlijk niet, zooals hij met een spot-
tenden glimlach dicht hem iets kon open
baren. Hij voelde naar het knopje van het
electrisch licht, diaaide het om, keek, rord en
sioot de deur achter zich. Weer rondziende,
gal de kamer hem geen anderen indruk dan
dien van verlatenheid en ledigheid.
„Ik vermoed, dat ik op een dwaze onderne
ming uit ben," peinsde Jimmie „Nu ik echter
hier bc-n. zal ik zorgvuldig zoeken naar iets,
wnt hier zijn kan. Veilig in de wetenschap,
dat niets hem kon storen, begon hij alles
kalm tc doorzoeken. Er stond oen papiermand
onder de tafel er was niets in. Er lag
een vlociblad op de tafel zelf niets tus
schen de bladen het blok was óf in het laatst
niet gebruikt, óf het kamermeisje had het
juist op een schoon vel afgescheurd. Er waren
talrijke loden in de toilettafel cn een kast. Alle
waren ledig, behalve schoone vellen postpa
pier
En lag een helder kleed op de toilet
tafel niets er onder. Er stond een kolen
emmer naast dc kachci. Jimmie lichtte het
deksel op en vond niets dan kolen. Hij keerde
zich tot den haard zelf, keek op den rand.
Alles was zorgvuldig schoon gemaakt. Hij on
derzocht de ornamenten op dun schoorsteen
mantel er lag in geen van olie iets. Het bleek,
dat de kamer niets bevatte dan wat eten goed
ingerichte slaapkamer in een goed hotel moet
bevatten.
Maar Jimmie was niet von plan, om ook
maar één steen op den anderen te laten. Het
rooster bekijkende, zag hij, dat het benoo-
digdc voor een vuur klaargelegd was. En hij
begon te redeneeren. A's het kamermeisje een
vuur aanmaakte, zei hij. zou zij de kolen uit
den kolenemmer krijgen. Zij zou natuurlijk iets
nemen, dat in den kolenemmer gegooid was
Stel, dat iemand iets verscheurd cn in den
kolenemmer geworpen had Het was ook na
tuurlijk te veronderstellen, dot een kamermeis
je alle stukjes papier of andere dingen in de
kachel zou gooien, die zij in de papiermand
gevonden had.
Het slot van deze redenecring was, dat Jim
mie op zijn knieën ging liggen, en de kolen
van het rooster stuk voor stuk er uit begon
te holen. Eindelijk kreeg hij stukjes papier
in handen tusschen ondeie prullen in. Het
meeste er van was reeds verschroeid, vooi
een deel verbrand. Hij begon weer te rede
neeten. Do laatste bewoner van de kamer
Curtis, zeer waarschijnlijk had vuur aon
gehad. Hij had cr dingen in gegooid om tc
veibranden Toen het kamermeisje den haard
had schoongemaakt en het vuur weer had
klaar gelegd, had zij weer op het rooster
gegooid de half verteerde dingen, die zij er
uitgepookt had, zooals kamer- en werkmeis
jes altijd deden, voor zoover Jimmie wist.
Daarom moest hij iederen snipper van ver
brand of verscheurd papier in den haard na
zoeken. En met nauwgezette zorg en zwarte
vingers zocht hij ze geduldig en oplettend bij
een, cn bracht ze eindelijk nnar de tafel, waar
hij ze afzonderlijk begon te onderzoeken. Ein
delijk vond hij, dat er niets was. om zijn
nieuwsgierigheid of argwaan te wekken, dan
een half verbrand, gescheurd stukje briefpa
pier, briefpapier van dc beste soort, zacht cn
effen, dat blijkbaar von den hoek van bet
eersio kantje van een brief gescheurd was,
en toevallig ontsnapt was aan de volle krocht
der vlammen, waarin men het geworpen had.
Jimmie hield het tegen het licht en bekeek
het nauwkeurig. Alles wat er op stond, was
een deel van een adres, mooi geschreven, een
deel van een datum een paar woorden vnn
een flinke, maar duidelijk vrouwelijke hand
riham Manor
j i ire
21ste
r innei dut ik zal zijn in
s a Dinsdagmiddag bij mevrouw
e w vnn belang dat
a Parijs op
Jinimie stak dit snippertje in zijn znkportc*
feuille, legde de rest van het papier weer zorg
vuldig in den haard, schikte de kolen wcot
even netjes als te voren, onderzocht de kamen
nog eens en ging heen. Hij ging langzaam naar
beneden cn gaf den sleutel terug aan mevrouw
Bywater, die heni vragend aonkeck.
„Iets gevonden vroeg zij kalm.
„Misschien misschien", untwoorde Jim
mie voorzichtig. „Ik zal het U later vertellen
Hij ging naar zijn kamers, maakte zich een
drank gereed, vulde zijn geliefkoosde pijp en
stak die ami en zette zich neer, om nu te
denken Weldra riep hij Kétitover.
„Kentover," zei hij, „bestaat er een werk,
boek, gids of iets van dien aard. waarin men
dc namen der voornaamste landgoederen
buitenplaatsen, enz. in Engeland kan vin
den
Kentover dacht «ia.
„Ik zou denken een aardrijkskundig woor
denboek, mijnheer," zei hij eindelijk „En dan
zijn er natuurlijk de gidsen van de graaf
schappen."
„Morgenochtend", beval Jimmie, „zoo gauw
je kunt na het ontbijt moet je naar de beste
boekverkoopers gaan en daar vragen. Ik heb
je gezegd, wat ik hebben wil zorg het te
krijgen. Er moet zoo iets dergelijks bestaan.
Drommelszei hij bij zich zalf, toen Kent
over weggegaan was, „ik moet misschien een
hoop dikke, boeken door worstelen, maar ik
zal uitvinden, wat dat verscheuide adres eigen
lijk is. Ik zal morgen den geheclen dag daar
aan wijden. Iets nltam Manor, en in een
of andere shire. Ik zal het wel vinden.
Manr den volgenden dag had Jimmie ander
weik. Toen hij nnn het ontbijt znt. en Kent
over op zoele naar een boekverkooper uit was,
kwam Packe binnen. En Pncke schudde het
hoofd tegen Jimmie op een manier, waaruit
de ernst zijner gedachten bleek.
„Kijk eens Trickett", zei hij „Ik vrees, dat
er moeilijkheden voor jc* in 't zicht zijn, D*
politic is aan het werk L Zij willen juffrouw
Walsdcn hebben. '-
(Wordt vervolgd.)