JONGEN
DOODGESCHOTEN
Groote beroering in
een volksbuurt
HET FEEST DER KON. MIL.
ACADEMIE
RIJK AAN ZEGEN, RIJK AAN ROEM
BURGERS EN POLITIE
Een burger getroffen
GEMEENTEWERKEN
ROTTERDAM
HUMOR HOEKJE
Bij een relletje wet de
politie te den Hang
1828-S OCT.—1928
Een overzicht van de geschiedenis
dezer insielling
Opnieuw een relletje
te Amsterdam
Men meldt ons uit Amsterdam:
Zaterdagnacht is weer een politieagent, na»
dat hij door een tierende menigte op straat was
aangevallen gedwongen geworden een schot tc
lossen, waardoor een burger getroffen en vrij
ernstig gewond werd.
Evenals dit Vrijdagavond op Kattenburg was
geschud- sag de politie-agcnt, die Zaterdag
nacht omstreeks 1 uur in de Oude Kerksteeg
een groep twistende personen, meerendcels be
kenden uit de Achterburgwalbuurt, tot bedaren
wilde brengen, de menigte tegen zich gekeerd.
Woestelingen, die eerst met elkaar getwist
hadden, trachtten nu den agent tc bespringen,
die daarop naar zijn revolver greep en bij
wijze van sommatie een schot in de lucht loste
Toen de hem aanvallende personen echter niet
wilden wijken, richtte hij het daarop op een
zijner aanvallers en loste nog eenige schoten.
Het publiek stoof uiteen, doch een aanvaller,
een bekend bewoner van den Achterburgwal,
viel neer. De man, J. Beekhuizen genaamd, was
in het bovenbeen getroffen, terwijl hem ver
volgens den top van den vinger was afgescho
ten. Hij werd naar het Binnengasthuis vervoerd,
waar hij ter verpleging is opgenomen.
Nog even trachtten de aanvankelijk op de
vlucht geslagen personen den agent te over
vallen en hem in het water van den Achter
burgwal te duwen, maar dit pogen werd ver
ijdeld, doordat de inmiddels ter assistentie ge
komen politiemannen van het bureau War-
moesstraat de menigte met de gummistokken
uiteen joegen.
EEN HACHELIJK O OGENBLIK.
Aan doodsgevaar ontsnapt.
Wij lezen, in de Gooi- en Eemlander
Toen j.l. Donderdagochtend de sneltrein,
welke om 10.04 van Amsterdam naar hier
vertrekt, het station Weesp passeerde, zogen
de reizigers tot hunne niet geringe verbazing
een automobilist met zijn auto op den overweg
staan, tusschen dc gesloten overwegboomen.
De trein snorde de auto Takelings voorbij.
Bij nader onderzoek bleek de auto bestuurd
te worden door en het eigendom te zijn van
den heer P. H., agent van verzekeringsmaat
schappijen te Weesp. Hij was met zijn wagen
den overweg- opgereden, terwijl de spoorboo-
men geopend waren. Toen hij met zijn auto
voor het grootste gedeelte den spoorboom aan
de zijde van den Korte Muiderweg gepasseerd
was, voelde hij eensklaps een slag bovenop de
kap van zijn wagen. Het bleek, dat de over
wegwachter in allerijl de spoorboomen wilde
sluiten, daar de bovengenoemde sneltrein reeds
in de onmiddellijke nabijheid was. De heer H.
bevond zich toen met ziin auto tusschen twee
gesloten spoorboomen en zag tot zijn ontzex-
ting, op hetzelfde oogenblik den trein voorbij
daveren. Hoe hachelijk de positie van den
automobilist was, blijkt wel het beste, als wij
cr nog bij vermelden, dat terwijl hij tusschen
de beide gesloten spoorboomen stond, ook een
trein uit de richting Hilversum in aantocht was
Het niag onbegrijpelijk heeten, dat waar om
streeks dat tijdstip zooveel treinen dien over
weg possceren, de betrokken beambte niet
nauwkeuriger zijn werk verricht heeft.
Naar ons nog ter oorc kwam, verkeerde
deze automobilist, die, naar zonder eenige over
drijving gezegd mag worden, op dat oogenblik
aan doodsgevaar is ontsnapt, nog* geririmen
tijd daarna onder den indruk van het voorge
vallene op de spoorbaan.
DE MUEDERTOL.
Zooals men zich herinneren zal is de tol
gaarder te Muiden, de heer Kiiudercr, destijds
op verzoek van een automobilist door de ma
rechaussee geverbaliseerd wegens het versperd
houden van den openbaren weg door middel
van een tolboom. De bewuste autobestuurder,
die van Bussum naar Amsterdam wiuende rij
den, zijn weg versperd zag door den slagboom
te Muiden, wcnschte het gevraagde tolgeld niet
tc betalen en sommeerde den tolgaarder hem
te laten passeeren. De tolgaarder weigerde
hieraan te voldoen, waarna proces-verbaal
volgde. De heer Clinge Doorcnbos trad als
getuige op.
Naar dc T e 1. thans verneemt, zal deze zaak
12 October a.s., 's morgens om half elf, voor
het kantongerecht te Hilversum dienen. Den
tolgaarder wordt ten laste gelegd overtreding
van art. 427 Wetboek van Strafrecht, waarin
met een boete van ten hoogste 25 gulden
wordt bedreigd, om hij die zonder verlof van
het bevoegde gezag ecnigen openbaren land-
of waterweg verspert of het verkeer daarop be
lemmert.
DE STICHTING VAN HET VREDES
PALEIS HERDACHT.
Een telegram aan mevrouw
do wedv.we Carnegie.
Gister was het 25 jaar geleden, dat An
drew Carnegie de acte onderteekende, waarbij
hij de naar hem genoemde stichting in het le
ven riep en deze begiftigde met een bedrag
van anderhalf millioen dollar, tot het oprich
ten van het Vredespaleis. Naar aanleiding
daarvan zijn Zaterdagmiddag eenige honder
den leerlingen uit de hoogste klassen van
gymnasium, lycea en middelbare scholen te
Den Haag door het bestuur der stichting in
de gelegenheid gesteld het gebouw tc bezich
tigen.
Dc bibliothecaris, dr. Jacob ter Meulen, heeft
een inleiding gehouden over de tot standko-
ming der stichting, den persoon van Carnegie
en het werk van den eersten president van het
bestuur der stichting, jhr. mr. »A. P. C. van
Karnebcek.
Daarna heeft dr. E. van Raalte een uiteen-
zetting gegeven van den arbeid der beide ho
ven, in het Vredespaleis gevestigd, het Hof
van Arbitrage en het Permanente Hof van
Internationale Justitie.
Het bestuur der stichting heeft aan de we
duwe van den stichter, mevrouw Carnegie, tc
New-York, een telegram gezonden van den
volgenden inhoud
„Tergelegenheid van den 25en herdenkings
dag van de onderteekening der stichtingsacte
van het Vredespaleis te 's-Gravenhage door
Andrew Carnegie, herdenkt het bestuur der
Carnegic-Stichting met diepe dankbaarheid
den grooten en edel moedigen Amerikaanschen
staatsburger, die aan de wereld een bouw
werk schonk, dat zulke onschatbare diensten
heeft bewezen aan de zaak van internationalen
vrede en gerechtigheid.
Cort van der Linden, voorzitter".
Dc voordracht voor
directeur
Van B. en W. van Rotterdam is bij den Raad
ingekomen een vertrouwelijk voorstel inzake
dc benoeming van een directeur van gemeente
werken (vacature-De Roodc sedert Juni 1027)
Aanbevolen worden in olphabetische voig-
or J3
Ir. L. W. H. van Dijk, adjunct-directeur der
gemeentewerken tc Rotterdam;
ir. J. Emmen, hoofd-ingenicur bij den rijks
gebouwendienst, thans wonende te \sGra»*en-
hagc.
MUS. NAT. HIST. TE LEIDEN.
Schenking.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen brengt ter algemeene kennis, dat
mr. A. J. F. Fokker van Craijensteyn van' Ren -
gerskerke, burgemeester van Zierikzee, aan
den Staat der Nederlanden, ten behoeve van
het Museum van Natuurlijke Historie te Lei
den, heeft geschonken een door hem. samen
gebrachte verzameling Hemiptera van Pa-
laearctisch Europa. De Regcering heeft deze
schenking dankbaar aanvaard, terwijl zij aan
den schenker haar oprechte erkentelijkheid
heeft betuigd voor dit blijk van belangstelling
in openbare verzamelingen.
DE RIJWIELBELASTINGWET.
Opsporingsbevoegdheid van de
marechaussee.
Door den Rijksadvocaat, mr. S. C. H. Rom-
kes werd voor 14 dagen een zaak aanhangig
gemaakt voor de rechtbank te Groningen we
gens overtreding der Rijwielbclastingwet.
Principieel moest worden uitgemaakt of hict
de marechaussee, niet-onbezoldigd Rijksveld
wachter, bevoegd was tot het opmaken van een
proccs-vcrboal.
Op grond van een tegenstrijdigheid in de
bepalingen der Rijwielbelastingwet omtrent de
opsporingsbevoegdheid van do marechaussee
kwam de rechtbank tot de conclusie, dat aan
het opgemaakte proces-verbaal bewijskracht
moest worden ontzegd en sprak den verdachte
vrij.
SCHEEPVAARTINSPECTIE.
Overplaatsingen.
Bij beschikking van den minister van Wa
terstaat is met ingang van 15 October a.s. de
expert bij de scheepvaartinspectie J den Hol
lander te Rotterdam overgeplaatst naar dc
hoofdinspectie, met aanwijzing van 's-Graven-
hoge als standplaats.
Als standploau van den met ingang van 15
October a.s. benoemden expert bii de scheep
vaartinspectie H. Schuringa is Rotterdam aan
gewezen.
Zaterdagavond is in een café aan den Noord-
Wcst-Buitcnsingel bij de Westerstraat te Den
Haag een relletje ontstaan, waarbij opgescho
ten jongens het te kwaad kregen met een
agent. Door een vrouw uit de buurt werden
andere agenten gewaarschuwd, zoodat er spoe
dig drie ter plaatse warei\, die trachtten dt
onrustverwekkers mede té nemen. Een der
jongens kwam zijn makkers te hulp en gaf een
agent een klap in zijn gezicht. Daar het verzet
van de zijde van het publiek dreigende afme
tingen aannam, trok een van de drie agenten
zijn revolver en loste een tweetal schoten.
Blijkbaar door een noodlottig toeval heeft een
dier schoten een jongen getroffen, die, naar
het ziekenhuis aan den Zuidwal overgebracht,
aldaar aan de bekomen wonden is overleden.
De identiteit van het slachtoffer was nog riet
vastgesteld, maar vermoedelijk is het een 17-
jarigc jongen uit de Zorgvlietstraat.
Het geval verwekte in dc volksbuurt groote
beroering.
Het drama heeft zich, naor wij nog nader
in de Ct. lezen, als volgt toegedragen
Gisteravond omstreeks tien uur kwam een
meisje van den grondwerker S. uit do Teel-
lustaan huilend op het politieposthuis aan net
Westeinde bij de Loosduinsche brug en ver
telde aan dc dienstdoende agenten, dat haar
vader dronken was cn hoar moeder mishan
delde. Een pear agenten gingen met het kind
mede near het huis en slaagden er in den man
tc kelmeeren, waarop zij weder weggingen.
Nauwelijks een half uur later verscheen op
bet poitieposthuis dc vrouw van den grond
werker opnieuw en klaagde dat haar man weer
geweldig te keer ging, haar mishandede en een
mes had genomen om daarmede den zoon, die
nog van zijn werk moest komen, op te wach
ten en te lijf te gaan. Voor de tweede maal
begaven zich' een paar agenten naar het huis
van den grondwerker, waarvoor intusschcn een
volksoploop was ontstaan. De grondwerker be
vond zich ditmaal buitenshuis. Door rustig
op te treden slaagde men er in den man tot
kalmte te brengen en in huis te krijgen. Ma-ir
neuwelijks was hij binnen of hij vloog weer
noor buiten en wilde nu de agenten te lijf.
Deze vonden het thans welletjes en bevolen
hem mee te gaan naor het politieposthuis.
Twee agenten grepen don dronken man vast
en wilde hem zoo onder grooten toeloop van
nieuwsgierigen opbrengen. Op dit moment trad
een vriend van den grondwerker, de 19-jarige
schoorsteenveger H. Brand, wonende aan den
N. W. Buitensingel, naar voren en trachtte
den arrestant uit de handen der agenten te
tiekken
Deze wisten dit echter te beletten en den
grondwerker mee te hemen. Een derde egent
dekte de achterhoede en een vierde bleef ech
ter om Brand tegen te houden en tevens de
rijwielen van zijn drie collega's, die zij achter
moesten laten, te bewaken. Uit woede, dat
hij er r.iet in geslaagd was zijn kameraad tc
bevrijden, wilde de schoorsteenveger nu op
den achtergebleven agent afgaan, die reeds ir.
zijn bewegingen belemmerd door de fietsen,
zich nu niet in een bepaald aangename situa
tie bvond. Deze rumoerige omgeving, in een
Zaterdagavondstemming, behoort n.l. niet tot
de gemakkelijkste.
Dat moesten jullie mij cer.s lappen, zei
de woedende schoorsteenveger tegen den
agent en op hetzelfde moment liep hij op
dezen toe. Een in do buurt woonachtige juf
frouw wist echter den man op zij te duwen,
onder den uitioep: Dat is laf, zoo dien man
aan te vallen I
In plaats van zich te verwijderen, trachtte
Brand nu langs de juffrouw te dringen. Op
den egent toeloopend gaf hij dezen plotseling
zulk 'n ontzéttenden vuistslag op zijn linkeroog
dot do man bijna neerstortte. De slag was zoo
aangekomen, dat 't oog direct hevig opzette.
De aanvaller liep even terug, keerde direct
daarop weder om en wilde voor dc tweede
maal end agent aanvallen. Deze was genood
zaakt de fietsen neer te gooien en ter zelf
verdediging zijn revolver te trekken. Toen
Brand den tweeden vuistslag wilde toebren
gen, richtte de agent zijn revolver op de bee-
ncn van zyn aanvaller en vuurde. Hij raakte
hem langs de lies in den buik. maar de ge
troffene bemerkte er in zijn zinnelooze woede
niets van cn kwam voor dc derde maal in ge
bogen houding met de vuist vooruit op den
agent aanzetten. Deze vuurde opnieuw en trof
den man in de borst.
Dit schot was doodelijk en stervend zakte de
aanvaller ineen. De Eerste-Hulpdienst waa
spoedig ter plaatse en vervoerde het slacht
offer in bewusteloozcn toestand naar het Ge
meente-ziekenhuis, waar hij tien minuten na
aankomst overleed.
De agent had door den hevigen vuistslag
een lichte hersenschudding bekomen, begon
te braken en moest naar zijn woning worden
overgebracht.
Er heerschte, zooals te begrijpen is, een ge
weldige consternatie in dit dichtbevolkte stads
kwartier. De vader van het slachtoffer was,
zooals te begrijpen is, zeer overstuur en ia!
van buurtbewoners drongen dreigend naar het
politieposthuis aon do Loosduinsche brug op.
De meest overdreven verholen deden weldra
de ronde.
De hoofdcommissaris van politie, dc heet
F. van 't Sant en de commissaris der ofd. C.
de heer P. Kramer, waren spoedig ter plaatse
en stelden een omvangrijk onderzoek in, dat
ook Zondag den geheelen dag voortduurde.
Uit tal van getuigenverklaringen moet reeds
zijn komen vast te staan, dat de agent uit
zelfverdediging genoodzaakt was zijn revolver
te trekken en daarbij zijvn. wapen op de becnen
ven zijn ae^aller heeft -ericht. De positie,
waarin de agent verkeerde (met vier fietsen
ftm zioh heen) bewijst wel, dat hij geen enkele
aanleiding heeft kunnen geven voor het op
treden van het slachtoffer. Het voorloopig on
derzoek moet dan ook hebben uitgemaakt,
dat de agent vrij uitgaat. De justitie zal nu
verder moeten uitmaken, of luer schuld aan
wezig is.
Voor Breda, en in zekeren zin voor geheel
ons vaderland en ovcrzeesche gewesten nade
ren groote Octoberfeesten.
Den 18en, 19en en 20en October toch zal
te Breda herdacht worden het 100-jarig be
staan der op 24 November 1826 opgerichte
Koninklijke Militaire Academie. De gesohicde-
nis der stad Breda der laatste eeuw is als het
ware samengegroeid met de geschiedenis harer
academie. Het behoeft dan ook geen verwon
dering te wekken, dat geheel Breda zich op
maakt om het eeuwfeest der academie zoo
luisterrijk mogelijk te vieren.
Een kort historisch overzicht der K. M. A.
moge ik hier geven.
De inwijding der Academie geschiedde den
24sten November 1828 met grooten luister
en wel in dezelfde Groote Kerk, waarin ook,
bij haar a.s. eeuwfeest, de tegenwoordige gou
verneur generaal-majoor van Everdingen de
gedachtenisrede zal uitspreken. Over de merk
waardigheid dezer kerk, welke eigendom is
der Ned. Herv. Gemeente, terwijl de toren ge
meente-eigendom is, zal ik hier niet uitwijden.
De eerste levensjaren der Kon. Militaire
Academie kenmerkten zich door voorspoed.
Het aantal cadetten, dat bij de oprichting* 173,
n.l. 2 pages des konings, 110 cadetten, die
van de voormalige Artillerie cn Genieschool of
van de korpsen waren overgenomen, en 61
nieuw benoemden, had bedragen, was tot 200
aangegroeid. 50 officieren en 7 aspirant-inge
nieurs van den Waterstaat hadden reeds hunne
bestemming bcicikt, toen de gebeurtenissen
van het jaar 1830 plotseling alle goede ver
wachtingen kwamen verstoren. De Academie
werd geschorst. De officieren en ook eenige
der burger-ambtenaren traden in de gelederen.
Van de cadetten werden dier der jongste stu
diejaren naar hunne familiebetrekkingen ge
zonden, de ouderen bij het leger ingedeeld.
Van de laatsten hadden enkele zelfs gelegen
heid zich zoodanig te onderscheiden, dat er
een oogenblik is geweest, waarop het ridder
kruis voor Moed, Beleid en Trouw de borst
heeft versierd van een 4-tal hunner, nog vóór
zij den officiersrang hadden bereikt. Wellicht
zal de lezer cr prijs op stellen deze namen te
vernemen: A. F. C. List, M. W. G. do Man, L.
Zegers Veeckcns cn J. D. K. Ledel.
De lange duur der mobilisatie van het leger
was echter oorzaak, dat maatregelen moesten
worden genomen om, zij het ook gedeeltelijk,
in de hervatting der lessen te voorzien. In
1832 werden de cadetten der Genie en van
den Waterstaat naar het Marine-instituut te
Medemblik gezonden, om, onder leiding van
eenige afzonderlijk aangewezen officieren en
leeraren, hunne studiën te voltooien. Do om
standigheden lieten niet toe dot vóór 1836 de
geregelde cursus, ook voor de overige wa
pens, werd hervat. Eerst 1 November van dat
jaar trad de Academie weder in volle werking,
vrijwel op denzelfden voet als voorheen. Twee
mannen werden toen als eerete en tweede
commandant aan haar hoofd gesteld. Him
namen, dc hecren S e e 1 i g en D e 1 p r a t, zul
len onafscheidelijk aan de geschiedenis van
het militair onderwijs verbonden blijven. Hun
bestuur, dat 16 jaar duurde, bracht de Acade
mie tot grooten bloei. De kundigste onder
wijskrachten werden aan de instelling verbon
den, een volledig stel handboeken werd ver
vaardigd, waarvan verschillende ook buiten de
ucademie, een veelvuldig gebruik vonden.
Niets werd verzuimd om haar ten slotte te
doen worden in vele opzichten een model
inrichting, die uitmuntende ambtenaren aan
den Waterstaat cn kundige aanvoerders aan
het leger heeft geschonken en den wetcn-
schappelijken zin in het Nederlandsche offi
cierskorps in niet geringe mate heeft ver
hoogd. Het dankbare Breda heeft de nage
dachtenis dezer beide kommandanten gecerd
door twee singels, den Seclig- en Delpratsingel
naar hun naam te noemen.
In 1845 verloor de Academie de cadetten
van den Waterstaat, door dc oprichting 3 jaar
tevoren van de Koninklijke Academie te Delft.
Een uitbreiding onderging zij weder in 1850
door de opheffing van het marine-instituut tc
Medemblik, waardoor ook de opleiding van
de officieren voor de Marine en van'de inge
nieurs voor den scheepsbouw aan haar werd
toevertrouwd. Die opleiding „op de heide*
vnn onze a.s. vlootvoogden duurde echter
slechts kort; 7 jaar later werd weder een
eigen opleidingsschool voor dc zeemacht in
gesteld. Doch het pleit ongetwijfeld voor den
uitnemenden roep, die er uitging ven de Bre-
dasche academie, dat, juist in de jaren tus
schen 1852 en 57 voor enkele Duitsche jonge
lui de toestemming werd gevraagd om d<m
cursus voor do marine tc Breda te mogen vol
gen. En het is een zeker niet geringe eer voor
de 100-jarige academie, dat zi] aldus de aan
leiding was, dat ook voor Duitschlond de
eerste kennis van het zeewezen op Nederland-
schen bodem werd vergaard.
Ongewijzigd zette do academie haar bestaan
voort tot 1867, toen destijds omstandighe
den dwongen tot ingrijpende veranderingen.
Het middelbaar onderwijs, de schepping van
Thorbecke, was op den voorgrond getreden en
in en buiten het leger werd linde geëischt dat,
ook ten aanzien der militaire academie, alle
voorbereidingsonderricht aan de 5-jarige H. B.
S. zou worden overgelaten en zij zich uitslui
tend zou beperken tot het geven van vakon
derwijs. Aan dien aandrong, evenmin als ean
den wensch der Staten-Generaal om voor het
vervolg ook het militair onderwijs te regelen
op wcttelijkcn grondslag, kon het legerbestuur
langer weerstand bieden, te minder omdat ook
in ander opzicht inwendige reorganisatie der
academie dringend noodzakelijk bleek.
De vrat van 17 Jul; 1869 kwam tot stand,
waarbij volledig verband met het middelbaar
onderwijs werd verkregen door de bepaling,
dat de academie voortaan zou aansluiten aan
den 5-jarigen cursus der H. B. S. Van d?n
aanvang af was echter dc wet van '69 een te
leurstelling. Geenszins omdat de beginselen,
waarop zij berustte, ondeugdelijk bleken, maar
uitsluitend omdat de toeloop tot de academie
zóó gering werd, dat de aanvulling van het
officierskorps ernstig in gevaar kwam. Na ver
schillende mislukte pogingen van elkander op
volgende ministers om in den toestand wijzi
ging te brengen, gelukte het eindelijk den mi
nister Beijcn de goedkeuring der Staten-Gene
raal op een nieuwe regeling te verwerven, die
het midden hield tusschen dc beide tot dusver
aan de academie gehuldigde stelsels. Zij ver
ving weder den 2-iarigen cursus door een 4-
jarigen, maar behield cenig verband met het
middelbaar onderwijs door de aansluiting der
academie aan de derde klasse der H. B. S. en
de bepaling dat de beide laatste studiejaren
uitsluitend aan vakstudie zouden worden ge
wijd. Deze regeling duurde tot 1890. In zoover
voldeed zij aan de gekoesterdo verwachtingen,
dat de toeloop tot de academie weder zeer
aanzienlijk werd, in die mate zelfs dat de re
gcering in laatstgenoemd jaar weder meende to
kunnen terugkeeren tot de beginselen, die ook
bij de wet van 1869 hadden voorgezeten en die
meer in overeenstemming waren met do
cischen van den tijd. Dc voorzorg werd echter
genomen, dat een of meer voorbereidingsscho
len den toeloop zouden kunnen versterken, in
dien deze rechtstreeks uit het middelbaar on
derwijs te gering mocht blijken. Voorts werd
meer dan onder elke vorige regeling een plaats
gegeven aan de practische op'eiding der ca
detten. Deze wet trad in werking met ingang
van het cursusjaar 1895/96 en heeft zich i
althans in hare grondslagen tot op den hul
digen dag gehandhaafd.
Op het oogenblik is de regeling deze: De
cadetten van alle wapens, met uitzondering
der genie, gaan naar den verlofscursus, terwijl
de cadetten van de genie in het eerste jaar
veel practijk hebben en dan d> laatste drie
jaar meer theoretisch onderwijs krijg ar na
tuurlijk daormede gepaard gaande practijk'.
Een cadet van alle wapens, dus ook van de
genie, wordt officier na het derde studiejaar
en komt dan nog terug voor een vollcdigen
cursus voor aanvulling van de technische vak
ken en vc.der voor vcldversterlcirigskunst. Om
toegelaten te worden tot de Kon. Mil. Aca
demie geldt thans weer den 5-jarigen cursus
H. B. S., terwijl die toelating geschiedt na een
vergelijkend examen
En nu zou ik nog een en ander kunnen schrij
ven over een paar andere gewichtige mo
menten in het leven onzer honderdjarige, n.l.
toen in de vorige eeuw de cadetten van Alk
maar, en enkele jaren geleden de hoofdcursus
van Kampen naar Breda kwamen, maar deze
instellingen zijn als 't ware in de academie op
gegaan, m. a. w. geleidelijk „uitgestorven",
zoodut het niet noodig is daarop verder in tc
gaan.
Na dit kort overzicht nog éénmaal met een
wijden terugblik het geheele bestaan der aca
demie overziende, over al de jaren, die thans
achter haar liggen, treft het ons, dat dat leven
overeenkomst vertoont met elk ander leven.
Het heeft zijn dagen gehad van tijdelijken ach
teruitgang, zijn dagen van oogenschijnlijke
kwijning, zijn dagen van druk. Maar als elk
ander waarlijk levenskrachtig bestaan heeft het
zich telkens weder weten op te heffen, is het
telkens weder opgebloeid, heeft het aldoor
nieuwe kracht geput uit den tegenspoed, cn
kan toch haar bestaan, els geheel genomen,
worden genoemd een rijk leven, rijk aan zegen
en rijk aan roem.
STEDELIJKE RÖNTGENBEHANDELINGL
Een gerechtelijke procedure,
De procureur-generaal bij het gerechte
hof te den Haag, heeft conclusie genomen in
een zaak, waarbij de gemeente Rotterdam werd
aangesproken tot schadevergoeding, op grond
dat bij een Röntgenbehandcling, toegepast in
het gemeente-ziekenhuis een qntsteking was
ontstaan, welke zou toe te schrijven zijn aan'
onvoorzichtige en onoordcelkunig optreden der
behandelende doktoren. Op grond van een
deskundigen-rapport, dat op verzoek van het
hof nog nader was aangevuld en toegelicht,
werd geconcludeerd tot bevestiging van het
vonnis der rechtbank te Rotterdam, dat de vor
dering had ontzegd. Het rapport was tot het re
sultaat gekomen, dat niet met zekerheid te zeg
gen was, dat de ontstane Röntgenzweer zelfs
bij een nog zorgvuldiger behandeling ;ou zijn'
uitgebleven, terwijl deze in geen geval te be
schouwen was als gevolg van onvoorzichtigheid
bij dc behandeling van den patiënt.
Het hof heeft het arrest bepaald oy heden
over 4 weken.
BELEEDIGING.
Een veenkoloniale affaire.
De rechtbank tc Assen veroordeelde een
oud-rijksontvanger te Emmen, thans wonende
te Brussel, wegens opzettelijke belecdiging van
J. Reyntjes, inspecteur der directe belastingen
te Helmond, vroeger to Emmen, door in het
openbaar te verspreiden een geschrift met op
schrift: „Eon veenkoloniale millioenenaffaire"
waarin voor den heer Reyntjes bclcedigende
zinsneden voorkwamen, tot 25 boete of 25
dagen hechtenis.
De eisch van het O. M. was eveneens 25
of 25 dagen hechtenis.
GED. STATEN VAN NOORD-HOLLAND. 1
Dc vacature-jhr. Van Lenncp,
De Stand, meldt:
Nu de Chr.-Historischcn hebben vastgehou
den aan de candidatuur-Ter Faa* in de vacv
ture-jhr. Van Lennc-p in Ged. Staten v«S*
Noord-Holland, hebben de a.-r. besloten met
een eigen candidaat uit te komen, en wel mr,
A. Bruch, wethouder van Haarlem. Golij'k be
kend, is dc candidaat van den Vrijheidsbond
dr. Vos, wethouder van Amsterdam.
Zijn v/ij wel ingelicht, dan is dc verkiezing
van mr, Bruch vrijwel zeker, U
Eerste baby: Ik had een vervelenden tUd eiste ren.
mijn moeder Uet me vier uur alleen.
Tweede baby: Zes. JU weet niet wat narigheid ls. MUn.
moeder had een vriendin bij haar. die verstand had van
kinderen. (IJfeJ.