MARCHANT OVER DEN POLITIEKEN TOESTAND Geen staatspensioen alleen voor loonarbeiders PROF. LORENTZi HERDACHT GEEN VERZEKERING! Stelsel-Sannes funest VRI.JZ. DEM. BOND Dc strijd om het leger Alleen ruimte voor een internationaal georganiseerde strijdmacht Deze politiek is een fiasco geworden Zaterdagmiddag is te Utrecht de algmeene le denvergadering aangevangen van den Vrijz Democratischen Bond. Professor dr. R. Kra nenburg heeft deze vergadering geopend met een politieke rede waarvan wij het volgende ontleenen De partij leed dit jaar verschillende ernstige verliezen. Zoo in de eerste plaats den beroemden naam van Lorentz, den man van geniale gaven, en een zeldzaam harmonische geest tevens. Eer bied voor de menschelijkc persoonlijkheid, er kenning van het gelijke recht van den even naaste op ontplooiing van het waardevolle daarin, weerzin tegen elke overheersching, te gen éénzijdige machtsuitoefening van welken aard ook, hebben hem bezield, zijn leven rich ting gegeven en hem ook gevoerd in onze rijen. Hij zag met zijn sterken zin voor de werkelijk heid de noodzakelijkheid van samenwerking en organisatie van staatkundig gelijkgezinden om de beginselen, die zij gemeen hebben, met grooter kracht te kunnen verwezenlijken. Sa menwerking van velen, elk op zijn wijze, over eenkomstig zijn aanleg en zijn belangstelling zij allen, die wij uit onze rijen hebben moeten verliezen, hebben dc noodzakelijkheid ervan beseft. Zij hebben hun krachten in velerlei vorm gegeven aan de groote doeleinden van onzen Bond. Heerma van Voss, de voortrcffolijke pen ningmeester van de federatie Utrecht; Hendrik Wcrtheim, lange jaren gewaardeerd en bemind bestuurslid van de afdeeling Amsterdam, en lid van de Provinciale Staten van Noord-Hol land. Geluk, de betreurde voorzitter van de af deeling Zierikzee, Van 'Aalten. die in den poli- tieken strijd in de voorste gelederen heeft ge staan, als raadslid en wethouder van Rotter dam, als lid van de provinciale Staten var» Zuid-Holland, als lid van de Tweede Kamer en ten slotte Zeilmaker, de uitnemende voorzitter van de afdeeling Apeldoorn. tv t wr Ons land verkeert in verschillende opzich ten in bizondere omstadigheden door zijn zeer specifieke partij-groepeering. Deze héoft onte genzeggelijk tot een zekere politieke malaise geleid. Bij dc begrootingsdebatten in de Eerste Kamer is van anti-revolutionaire zijde gezegd, dat in onze stnatkunde voor den giganten-strijd ven "rocgcr de kikvorschen- en muizen-strijd in de plaats is gekomen. De staatkundige problemen van thans zijn even groot on belangrijk, en wellicht nog moeilijker don vroeger. Ging het toen om de verwezenlijking van de groote democratische beginselen binnenstoats, het beginsel der gees telijke vrijheid en der staatkundige zelfbe schikking, thans gaat het om dc geleidelijke daadwerkelijke verwezenlijking van deze be ginselen in dc tusschenstaetscho verhoudin gen, in de verhoudingen tusschen de dcelen van samengestelde gemcenebesten, en in de ordening der voortbrenging. Dot is alles min stens even belangrijk en zeker niet minder moeilijk te verwezenlijken dan wat wij in de binnenlundsche staatsrechtelijke ordening en in de sooiale wetgeving hebben bereikt. Hij, die meent, dot wij nu maar op onze lauweren kunnen gaan rusten en tot een niet al te ern stige kikvorschen- en muizen-krijg in de poli tiek kunnen overgaan, omdat wij het immers •in ons land al „so herrlich weit" gebracht heb ben, heeft wel een wonderlijk verwrongen visie op de politieke verhoudingen en op de eischen der rechtsvorming in dezen tijd gekregen. Zelfs het behoud van wat thans is bereikt zal mede afhangen van de doorwerking van deze beginselen in de tusschenstaatscno verhoudin gen er is in het leven, ook in het staatkun dige leven, geen stilstand dan op gevaar van verwording en verval. Wij vinden in ons beginsel steeds weer hes duidelijke richtsnoerhet blijkt ons teikens weer een betrouwbaar cc-rripas. Vergelijk de formuleerinpc var. ons program met die van her Keliogg-pact, welks tot standkoming wel de belangrijkste gebeurtenis is geweest sedert onze laatste vergadering. Wij schreven in ons program neer, dot elke gedachte om eenige oorlogsdaad te ondernemen, moet worden prijs gegeven en dat elke oorlogvoering als een mis daad verboden zij. In het Kcllogg-pact verkla ren dc Hooge Contracteercnde Partijer. „in naam hunner volken"„that they condemn recourse to war for the solution of internatio nal controverses, and renounce it as an instru ment of national policy in their relations with another", („dat zij het terugvallen op den oor- leg voor de oplossing van tusschcnstoatsche geschillen veroordeelen en daarvan afstond deen als een middel van nationale politiek in hun betrekkingen tot elkaar".) Wij zien het fundamentcele verschil met dc vroeger in de tusschenstaatsche verhoudingen algemeen aanvaarde maxime „dat de oorlog eenvoudig is voortzetting der politiek met an dere middelen", ja, „dat dc oorlog is de laat ste wijsheid, het laatste argument, de ultima ratio dec regeerders". Wij zijn ook overtuigd, dat hier niet olleen in naam, moar inder daad gesproken is uit het hort der volken. Maar wij zien tevens met volkomen bewust heid in, dat de aanvaarding van dit nieuwe be ginsel als het leidende in de staatkunde eerst zin, betcekenis, waarde krijgt, als nu ook do onvermijdelijke consequentie wordt getrokken en in dc staatkunde de middelen worden aan vaard, waardoor alleen het gestelde doel kan worden benaderd, en dat van die middelen de ontwapening de noodzakelijkste is. Wij heb ben verder leeren inzien, dat in dit stadium al leen de overwinning van democratische, krach tig hervormingsgezinde, partijen ons in dit op zicht verder kan brengen. Dat zien ook buiten onze rijen velen heel goed in voor andere landen I Een voor de democratie gunstige verkiezingsuitslag daar ginds verheugt hen. Organen, die hier te lande aan de zijde van het behoud plegen te staan, kunnen met welgevallen schrijven over de ver sterking der democratisch gezinde partijen in Duitschland I Elk staatsburger kan echter de verwezenlijking van het groote beginsel daadwerkelijk alleen bevorderen door in zijn eigen staatsgcmeenschap de kracht te^ ver- grooten van die partijen, die bewust in haar staatkunde de middelen aan het doel willen aanpassen. Op onzen Bond rust in dit jaar de groote taak om onze medeburgers van dit alles te doordringen. Dat is geen licht werk, ook al omdat wij daarbij altijd weer zullen stuiten op een zeker skepticisme, een gevoel van moe deloosheid en daardoor onverschilligheid, dat velen hier ten aanzien van do staatkunde heeft bevangen, het gevoel, dot het toch niet van onzen Nederlandschen staat, immers een kleine mogendheid, afhangt, of de middelen met het erkende doel in overeenstemming zullen worden gebracht. Of in Engeland een Gladstone don wel een Lord Beaconsfield de leiding van 's lands regecring heeft, is voor de ontwikkeling der tusschcnstoatsche verhou dingen van groot belang moor zou een Ne- derlandsche verkiezingsstrijd op het platform van de beroemde Midlothian-campagne van Gladstone, waarin hij de conservatieve staat kunde bestreed en versloeg, denkbaar zijn Inderdaad, niemand kan meer- en geen staat kan meer dan voor zijn evenredig aandeel, naar de mate van zijn gaven en krachten, vorm helpen geven aan de staatkunde van zijn tijd. Maar daartoe is die burger en is die staat dan ook verplichtdie verantwoorde lijkheid kan geen burger en geen staat \an zich afwentelen. Wie heeft leeren inzien, dat de donkerdreiging van den oorlog in zijn mo dernen, walgelijken, weerzinwekkenden vorm het leven van alle kanten beinvloedt, den staatkundigen gezichtskring vernauwt, den scheppenden arbeid, de levensontplooing op nagenoeg elk gebied Temt door het gevoel van onzekerheid en gevaar, die heeft ook be grepen, dot de staatkunde staat voor een taak zoo grootsch en belangrijk, dat het spreken van een kikvorschen en muizenstrijd klinkt als een bittere spot of als een zelfaanklacht. Hij, die thans den strijd over de groote staatkun dige vraagstukken van dezen tijd tracht te vermijden, en ons doorvoor politieke scher mutselingen onder leuzen van den volmaakt verleden tijd in de plaats geeft, laadt een zworc verantwoordelijkheid tegenover zijn volk op zich. „Sit quia fuit" „het zij zoo, omdat het zoo is geweest", is nimmer een vrucht bare maxime van staatkunde geweestook voor partij-groepeering en regeerings-vor- ming is zij niet bruikbaar. Wat onze partij betreft, eensgezind en goedsmoeds gaat zij dit gewichtige jaar in. Wij hebben in beginsel-verklaring en werk program onze doeleinden duidelijk omlijnd en der: weg, dien wij hebben te volgen, afgeba kend. Na deze opening werd het beleid der Kamer fracties aan eene bespreking onderworpen. Door den heer Van Driest (Amsterdam) werd geen critiek doch dankbare hulde ge4 bracht voor hetgeen de Kamerfracties hadden gedaan. Spr. wilde echter iets zeggen over de tewerkstelling der onderwijskrachten welke op wachtgeld zijn gesteld, wat meer als interpel latie is bedoeld in verband met de voorgestelde wijzigingen in de ondc'.vijswetgeving. Doo» den dwang aan de gemeenten opgelegd, om in de eerste plaats wachtgelders in vacatures te benoemen, is in het bijzonder voor het platte land een toestand ontslaan, welke allesbehalve aanbevelingswaardig is. In deze omstandigheden vraagt de afd. Amsterdam de Kamerfractie uit te noodigen, bij de Regeering aan te dringen op intrekking der voor het openbaar onderwijs ongunstige bepaling resp. maatregelen te nemen om aan dezen toestand een einde te moikcn. De heer v. d. Brink (Boarn) wees er op, dat hoewel het Fransch van de O. L. School verdwenen is, nimmer zooveel Fransch onder wezen werd als tegenwoordig. Spr. vraagt of de Kamerfractie zich heeft beraad over een betere aanpassing van het lager met het mid delbaar onderwijs. Mr. H. P. Marchant, voorzitter der Kamerfractie, de sprekers beantwoordende, stelde vooral in het licht dat men zioh bij een bespreking van het bale id der Komcrfrocïiea moet beperken tot retro-nctieve beschouwingen. Intusschen is het van zelfsprekend dat de Kamerfractie rekening houden zal met de wer ken voor de toekomst. Dc herziening det ondcrwijswetgcving heeft de belangstelling der Kamerfractie. Het gaat naar Sprekers meening tc ver, aap de fractie te vragen met klem aan te dringen op intrekking van het 4c en 5e lid van art. 56 der L O. wet 1920, en anders zelf een ontwerp in tc dienen. Spr. wenscht rij te blijven in een dei gelijke aangelegenheid, als men weet dnt in deze de Kamerleden deligent zijn, Ten aanzien van de vraag van den hee* v. d. Brink verwijst Spr. naar de Staatscom missie, welke zich over hetzelfde punt beraad. Spr. moet den heer v. d. Brink teleurstellen als hij niet overtuigd is dat dc Kamerfractie alles doet wat hij zelf juist zoo gaarne wenscht. Prof. v. Embdcn sloot zich bij de woorden van dank van Mr. Marchant aan voor de hulde door de afd. Amsterdam gebracht. Het rappor; der door het hoofdbestuur be noemde commissie over het vraagstuk der doel matige overheidsbemoeiing zou de afd. Zwolle thans nog niet behandeld .willen zien, omdat de voorbereiding in de afdcclingen niet voldoende is geweest. Het H.-B. achtte dc voorbereiding voldoende en noemde de bespreking' van het pachtvraag- stuk zeer actueel, waarom het H.-B. het voor- stel-Zwolle niet kan steunen, dat dan ook ver worpen werd. De heer Goedhart (Arnhem), het rappon besprekende, wees op het feit, dat te veel aan overheidsbemoeiingen is te constateeren. De overheidsbedrijven hebben in de laatste 50 j. een schitterende staat van dienst verkregen, dat waarin dc oorlog een kentering hoeft gebracht In dit verband achtte Spr. het ageeren van den Vrijheidsbond gevaarlijk om alle overheidsbe drijven te doen verdwijnen. Verschillende nfdeelingen stelden nog vra gen, waarna de heer Marchant het woord verkreeg om inlichtingen te verstrekken. Spr. was er van overtuigd, dat een rapport op het vraagstuk der doelmatige overheidsbemoeiing nooit bevredigend kan zijn. Het beginsel der vrijzinnig-democraten houdt in, dat zij slechts dan voor overheidsbemoeiing zijn, als de doel matigheid bij de uitvoering door anderen ont breekt. Tot vorming van een Rijksfonds tot onder steuning van bij natuurrampen in ons land ge troffenen, was door dc afd. Olst een voorstel ingediend, waarop door haar afgevaardigde een uitvoerige toelichting werd gegeven. Verschillende sprekers voerden over dit voorstel het woord, waarna Olst haar voor stel introk en het voorstel-Zwollc, dat terzake prac-advies wilde uitbrengen, werd verworpen. Een voorstel der afdeeling Scheemda, be helzende het ontslag der gehuwde onderwij zeres ondervond zelfs geen ondersteuning cn werd verworpen. Dc afd. Utrecht stcide voor in het program der parlij een paragraaf op te nemen tot be houd van natuurschoon. De toelichting op dit voorstel meldt, dat, ofschoon reeds thans de vertegenwoordigers in de openbare bestuurs lichamen wel steeds zullen opkomen voor, waar mogelijk, behoud van natuurschoon, lijkt het nuttig de wenschelijkheid daarvan in ons partijprogram uitdrukkelijk tc doen uitkomen. Tengevolge van de uitbreiding der bevolking, gepaard gaande met een groote toeneming van snelle verkeersmiddelen, gaat steeds meer natuurschoon door bebouwing verloren. Voegt men hierbij de groote gebieden, die in den loop der j&ren „ontgonnen" werden, hetzij voor werkverschaffing, of anderszins, dan is er alle aanleiding steeds meer te waken voor het behoud van het overblijvende natuurschoon en alle aanslagen daarop uit louter winzucht cf kortzichtigheid, zoo nocdig door wettelijke middelen, zoo krachtig mogelijk tegen te gaan. De onschatbare waarde voor dc menrciihcid van de natuur in al hare schokecringen, valt moeilijk te betwisten en vindt reeds erkenning o.n. in do nieuwe grondwet van het Duitsche Rijk, waarin gezegd' wordt, dot do natuur, als ook het landschap de bescherming en dc verzorging van den Staat genieten, terwijl men in olie Staten van Amerika nog veel verder is, door namelijk uitgestrekte gebieden, aan gekocht voor ontzaggelijke sommen of ge schonken door particulieren, te bertemmen tot z.g. natuur-rerervaten. Het voorstel Utrecht werd na eenige toe lichting met algemeene stemmen aangenomen. De Federatie Friesland diende nog de vol gende voorstellen in a. de Partij verklaart zich voor een onder zoek naar de wenschelijkheid, "n zoo jo naar de mogelijkheid ecner wettelijke voorziening, die hetzij aan de werknemers, vallende onder dc Arbeidswet en van een eventueel van kracht wordende wettelijke regeling van den arbeidsduur van bet winkelpersoneel, hetzij ook van andere werknemers daarenboven, het recht op een jaarlijksche vacantie met behoud van loon verzekert. b. de Partij verklaart zich voor de meest krachtige bevordering der werkverschaffing door werkverruiming," waarbij uit economische cn moreelc overwegingen worde gestreefd naar de geringst mogelijke verplaatsing der werkloozen. Na uitvoerige discussie verklaarde zich de vergadering conform het prac-advies voor •aanneming van het eerste gedeelte van het voorstel en «iprak de vergödcring zich even eens uit voor het tweede gedeelte, dc ver plaatsing der werkloozen buiten beschouwing latende, omdat dit in Friesland op misver stand bleek te berusten. Zaterdagavond om 8 uur werd dc openbare vergadering gevolgd door de huishoudelijke, p.a afloop waarvan in hotel des Pays Bas een gezellig samenzijn plaats vond. Zondagmorgen werd de openbare bijeen komst voortgezet. Er bestond zeer groote be langstelling. De eerste spreker was dc leider der Kamer fractie van den Vrijz.-Dem. Bond mr. H. P. Marchant Rede van mr. H. P. Merchant over den algcmcenen politiel.cn toe stand. Ons democratisch beginsel eischt, dot wij cle geestelijke ontwikkeling van het volksleven waarnemen, bestudeeren en de rcchtsvervor- ming, de wetgeving en het bestuur daarna rich ten en daarbij aanpassen. Zoo alleen is de ge leidelijke ontwikkeling van een staatsleven ge waarborgd, zoo alleen is te voorkomen dot een maatschappelijke groei het beeld gnat vertoo- nen ven een opeenvolging van al dan niet ge welddadige, revolutionaire beweging. Die ge leidelijke ontwikkeling te waarborgen is de tank van de democratie.. Deze taak te vervullen is niet gemakkelijk. Men tracht eerst dc wetge ving zoo te vormen, dat de natuurlijke groei van het geestesleven in het volk wordt legen gegaan en onmogelijk gemaakt. De Volksgeest is niet dc waan van den dag; het is de overtui ging van wat recht is, die zich vormt onder den invloed van nadenken, -van ervaring, van godsdienst, van kunst, van ontwikkeling en be schaving. Zoo wordt door het volk de rechts vorming gevraagd. Onze taak is deze verschij ningsvormen waar te nemen, te herkennen en te schiften. De eenheid van inzicht, die geeste lijke verlangens, vragen om bevrediging. Dit is de taak van de parlementaire meerderheids- vorming. Spr. ging voorts uitvoerig na op welke strijd punten de V.-D. B. zijn tegenstanders ontmoet, n.l.le. om het parlementaire stelsel; 2e om het kiesstelsel; 3c. om de betcekenis van het gezag; 4e. in den strijd om het recht; 5e in den strijd om het leger; 6e in den strijd om dc ontwapening^ nationaal en internationaal cn 7e in den strijd om het koloniaal beleid. De strijd om het parlementaire stelsel duurt nog steeds voort. Doel van het parlementaire stelsel is, de harmonie tusschen volksgeest en regeering door middel van het parlement te be waren. De volksvertegenwoordiging stelle zich als de weerklank van den volksgeest, die is gekristalliseerd in de partij-programma's. Hare meerderheid zorge dat dezelfde toon, die bij haar weerklonk vindt, van dc rcgecringstafel klinkc. Van veel hoogcre waarde dan welk pro grammapunt ook dat wij verwezenb'jkt wen- schen te zien is onze strijd, waar noodig onze MR. H. P. MARCHANT. medewerking om het parlementaire stelsel te beschermen en te redden. Wij, vrijzinnig-democraten, eischen dat dc regeering zelf het gezag voert en niet de eco nomische machten in den Staat. De raad van sir Henry Deterding, gegeven in zijn artikel over „Europa's slappe regeerders", aanvaarden wij. Geen slap gezag, een oer-sterk cn onver zettelijk gezag. Een ontembare wil om de ver woede aanvallen op de democratie te weren Longen tijd stond spreker stil bij den strijd van het leger. Dc pogingen om het leger niet langer tc aanvaarden als een van overheids wege geconstrueerde organisatie van het .rolk. zijn te verklaren. Het plan-Posthuma-Boele beoogde een selectie van de tot het drogen der wapenen uitverkoren jongemannen, een selec tie, welke nog wel ann de werkgevers werd toevertrouwd. Toen de regeering dit plan in de wetgeving trachtte neer te leggen, werd het toegelicht door den liberaal afgevaardigde vim Rappard, waaruit duidelijk het wantrouwen sprak in het leger. Deze aanbeveling van dc wijziging droeg niet minder dan de scherpe oppositie er toe bij, dat het voorstel even snel verdween als het verschenen was. Het ontwa- peningsvraagstuk houdt met het leger onmid dellijk verband. Ons standpunt isdc veilig heid vloeie uit rechtsorde voort, door arbitrage geschapen. Het noodlot wil, dat anderen de veiligheid zoeken achter de kanonnen; eerst voldoende bewapening cn den spreken over de rest. Zoo zit men in een vicicuzen cirkel. De bewapeningr zegt men, moet de veiligheid ge ven, dus als men de bewapening wegneemt, ontneemt men de veiligheid. Onze tegenstan ders in onzen strijd voor ontwapening bewe ren dut het Kellogg-pact hun niet dwingt tot ontwapening. Want, zeggen dezulken, wij kun nen niet ontwopenen zoolang er zonde is ondel de mer.schheid. Maar daarbij vergeten zij drie punten, n.l. dat het hier gaat om uitroeiing van een bizonder soort van misdrijf, hot oor- logs-misdrijf, dat iets anders is dan de burger lijke doodslag; 2e dot cr binnen den kring van den staat een rechtsordening is, welke rechten en plichten omschrijft; 3c. dezelfden, die uit roeiing van den oorlog onmogelijk verklaren, weigeren zich te onderwerpen aan een rechts ordening" tusschen de Stoten, als er bestaat binnen den Staat. Zij verwerpen de verplichte arbitrage. Onze leuze is, dat in een rechts ordening tusschen de Staten geen plaats meer is voor nationale strijdmachten. Hier is uitslui tend ruimte voor de inter nationale georga niseerde strijdmacht. Onze taak in deze is der. volksgeest voor dit doel tc leiden. Komende tot de behandeling van het kolo niale vraagstuk betoogde do leider der vrijzin nig-democraten, dat als straks een regeerings- proerram zal moeten worden opgemaakt, daar op de koloniale politiek een plaats moeten vin den. Het onlangs door den heer Colijn geschre ven boek „Koloniale Vraagstukken van heden en morgen" is ten deze van bizondcr gewicht. Met dit boek is aangetoond aan welke ziide in den strijd tusschen dc beide telkens daarin non gewezen stroomingen de leider staat van de A.-R. Partij. Het boek gaat in tegen de over tuiging van de overgroote meerderheid van het volk. Na de behandeling van deze zeven punten concludeeit spreker, dat de tegenstanders tel kens tegen den volksgeest ingaan. Zij aanvaar den die niet als een vost gegeven, waarnaar zij hun beleid hebben te richten. Wat wij op dit oogenblik noodig hebben is een krachtig regeer beleid, dat ons beschermen zal tegen 't werken van dezulken. Het was slechts spreker's bedoeling de beweging en tegenbeweging in groote lijnen aan te geven. Wat hierin opvalt is, dot van deze beide bewegingen het christe lijk beginsel van dc rechterzijde dc grondslag niet kan zijn. Indien het grondslag is van een van beide, dan is het die van onze richting. Ons beginsel houdt do gedachte levendig, ni dus besloot de. heer Marchant, dat aan wie het beter heeft in dc wereld dan andere, de plicht is opgelegd om te werken ten einde het aan die andere zoo goed te geven als hij het zelf •heeft. Van deze gedachte het staatsleven tc doordringen is onze taak* Na deze redevoering, welke met groote aan dacht werd aangehoord, herhaaldelijk door applaus onderbroken en met luide instemming begroet werd, werd de behandeling der prac- adviezen inzake het strafstelsel aan de orde gesteld. Na uitvoerige toelichting van Mr. Gompcrts werd door de vergadering het prae- odvies van de afd. Amsterdam overgenomen, luidende De V.DJ3. is van oordeel, dat, terwijl aan de openlucht-gevangenissen een ruime plaats in ons strafstelsel moet worden toegekend, het, mede in verband met de persoonlijke belan gen van den gestrafte zelf, niet wénschelijk is volkomen te breken met de celstraf. Bij de keuze van de soort van de straf en bij de toepassing van alle soort straffen, worde met de individualiteit van den gestrafte rekening gehouden. De uitvoering van de celstraf, evenals die van alle andere straffen, behoort op humane wijze tc geschieden en naar zedelijke verbe tering van den gestrafte en zijn aanpassing aan het maatschappelijk leven, nadat zijn straftijd is verstreken, dient methodisch te worden gestreefd. Mevr. Bak kierNort huldigde aan de prae-adviezen cn bracht nog enkele w^nschen inzake de uitvoering der straffen naar voren. Op voorstel van het H.B. deed de verga* dering ten slotte de volgende uitspraak De Vrijzinnig-Democratische Bond is van oordeel, dat het, mede in verband met de per soonlijke belangen van den gestrafte zelf, niet wenschelijk is volkomen te breken met de celstraf, maar dat de uitvoering van die straf op humaner wijze dient te geschieden en in meerdere mate gericht moet zijn op de zedelijke verbetering van den misdadiger erv zijn aanpassing aan het maatschappelijk le* ven, nadat zijn straftijd is verstreken. Hierna werd gepauzeerd. Ouderdomsverzorging* Daarna was het woord aan Mr. P. J. Oud, secretaris van den VD.B., die een inleiding hield over „Ouderdomsverzorging". Onze partij heeft den socialistischen eiscW van staatspensioen olleen voor loonarbeiders niet willen aanvaarden. Lange jaren heeft zij de oplossing gezocht in den vorm der ver plichte arbeiders-verzekering. Historisch is die houding volkomen verklaarbaar. Zij is echter niet in overeenstemming met dc grondge dachte van het vrijzinnig democratische be* ginsel, dat de scherpe scheiding tusschen do klossen verwerpt en sociale maatregelen wil treffen, wanneer die noodig zijn, onverschillig of het betreft de belangen van personen uit de arbeidersklasse of van anderen. Dit verklaart den aanhang, die de beweging voor het staats pensioen in onze rijen vond, toen het partij program zich nog stelde op het standpunt der verplichte arbeiders-verzekering. Naar mate de positie van den loonarbeider beter werd, moest deze beweging groeien. Haar grootste sympathie' ontleent dc beweging aan het be ginsel van de algemeenheid van haar eisch zij wil helpen overal, waar ouden van dagen gebrek lijden. De strijd om het staatspensioen in onzen Bond is er dan ook vooral een om dc algemeenheid der voorziening. Het beginsel van dc noodzakelijkheid cener algemeene voorziening geldt niet slechts voor de ouderdomsverzorging". Het rapport-Werker van 1925 spreekt dit uitdrukkelijk uit. „Uit de totaal-opbrengst der maatschappij produc tie moet aon hem, die niet meer in staat is, in zijn onderhoud te voorzien een redelijk be staan worden verschaft." Dit is het beginsel. Het is een vraag van practische politiek in.' welk tempo dit beginsel kon worden uitge voerd. Het is een vraag van doelmatigheid, in hoeverre die uitvoering moest geschieden- langs den weg van verzekering of langs on deren weg. Voor de ouderdomsvoorziening is de weg der verzekering niet begaanbaar. Dc ervaring met de wetten-Talma en Aalberse heeft ge leerd, dat langs dien weg niet worden gehol- pen degenen, die de hulp het meest noodig hebben De vcrzekerings-politiok is op dit stuk tot eon volkomen fiasco geworden. Men stelt thans tegenover het stelsel van do verzekering en het stelsel van het staatspen sioen van don kant cler sociaal-democraten het stelsel-Sonncs. Dit stelsel wil een compromis t'isschen verzekering cn staatspensioen. Het wil een drieledige voorziening, verplich te verzekering voor de arbeiders, staatspensi oen en vrijwillige verzekering met bijslag van den staat. Het stelsel-Sonncs is reactie, omdat hot dë ongelijkheid tusschen loonarbeider cn nict- looncbeider, die het staatspensioen wil ver drijven, weder invoert. Het bevoordeelt met zijn staatsbijdragc voor de invaliditeitswet de arbeiders, met zijn staatsbijdragc voor de V. O. V. hen, die in staat Zijn de premie van do V. O. V te betalen. De minst gesitueerden, die dezen premie niet betalen kunnen, laat het stelsel in den steek. Invoering van het stclsèl-Sannes zal ettelijke nieuwe milliocnen vorderen, doordot het do verzekcringsfondscn in stand wil h°uden cn dc stnatsbijdrnge aan die fondsen wil bestendigen; Het stelsel der fondsvorming wordt door ons verworpen. Wij achten het bij de aansprake lijkheid van den tsaat voor alle uitkeeringen ongerijmd. De voorstanders van het stelsel be roepen zich erop, dat de besparing in de fond sen kapitaal vormt cn dat dit een solide finan- cieele politiek is. Ongetwijfeld is kapitaalvor ming uitnemend, doch cr moet een redelijke verhouding zijn tusschen het sparen en het bevredigen van tegenwoordige behoeften. Dio redelijke verhouding ontbreekt thans. Jaarlijks gaan tientallen millioenen in dc fondsen cn dertigduizend ouden van dogen blijven onver* zorgd. Wij, vrijzinnig-democraten, doen daaraan niét mede. Voor ons is er geen enkele reden om de fondsen te handhaven, vooral niet nit zij aan een behoorlijke voorziening der tegen* woordigc behoeften in den weg staan. Afschaf fing der bijdrage aon dc fondsen stelt ons in slaat met behulp van een bedrog van slechts 5 millioen meer een staatspensioen in te .voe ren op de basis van drie en vijf gulden per week overeenkomstig den bestaanden over gangstoestand. Men zegge niet, dot dit be drag te laag is. De invaliditeitswet zal slechts in enkele gevallen meer geven, en het stelsel- Sannes zal alleen aan de loonarbeiders meef i geven cn dan nog slechts krachtens exti a-bij*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 6