Piano's
Orgels
Radio
^MMSrOOBTSCH DAGBIAB
Moderne Schoorsteen- en hangklokken
S. DUIJI'ER
BINNENLAND.
PIANOHANDEL
27e Jaargang No. 137
Zaterdag 8 December 1928
JDE EEMIANDER"
TWEEDE BLAD
WILLEM GROENHUIZEN JUWELIER GEDIPL. HORLOGEMAKER
FEULLETON.
Langs Glibberige Wegen
HAVIK 29
Gors- en Kallmann
DE MOORD TE ROTTERDAM
EEN PIJNLIJK
KRUISVERHOOR
Verdenking op vage
vermoedens
N.V.COMPAGNIE LYONNAISE
Opruiming Japonnen, Mantels, Hoeden, enz.
in ruime keuze, ook in groote maten.
HET VUIL NAAR DEN AKKER.
Lehnuiden vraagt het Haag-
schc vuil.
RECLAMES.
Van T—4 regels 4 05, elke regel meer I.—
GEVESTIGD 1885
MOTOR- EN RIJW
Co mm is
De zonder* der buren zijn de vreugde vun
den mensch. MAXWELL GREY.
Door R. L. de W.
fO
„Bedoelt u, dat 't mijn schuld is
2e knikte.
„Ik dacht, dot fortuin je in staat stelde je
eigen wetboek te maken."
Zij wierp een vluchtigen blik op hem, als
wilde zij zien, of iets achter zijn Moorden ver
borgen lag.
„Niemand kan zijn eigen wetboek maken",
zeide ze bedaard.
Hij vertelde haar hoe verbijsterend het feit
werkte, dat zij hem kende.
„Ik zou kunnen rooken als een schoorsteen,
drinken als een tempelier en leven als een
Turksche pacho", legde hij uit, „en alles voor
niets. Dat is de mocht van weerkaatste groot
heid."
Zij lachte ongeloovig.
„Maar er is een keerzijde oan de medaille'
ging hij door. „Populair te worden is iets,
m#ar het te blijven is moeilijker. Ik zal er
voor moeten werken."
„Werken, waarvoor?" vroeg ze met opge
trokken wenkbrauwen.
„Het oanbed om te rooken zal niet her
haald, geen drank zei meer geschonken wor
den, tenzij dot ik doe, wat me verlangd wordt:
de heele bende aan u voorstellen."
„Mr. Beresfordl" riep zij uit. „Wat een on
mogelijk idee."
„Maakt u zich maar niet ongerust", haastte
hij zich haar gerust te stellen. Ik heb niet t
minste of geringste plan iets zoo krankzin
nigs uit te halen."
„Krankzinnig
„Er zijn hier precies negen-cn-dertig man
nelijke wezens zonder wettig aannangsel
legde hij uit. „Ik heb ze heel precies geteld
Wat leeftijd betreft varieeren ze tusschen de
zeventien en zeventig. Gesteld, we nemen oan,
gelijke rechten, dan zou dat bet eekenen, dat
ik u eens in de veertien dagen zou spreken,
terwijl ik hoop, het veertig maal per dag te
doc-n."
„U is heusch al even dwaas als Lord Dre-
with", lachte ze. even blozend.
„U moet heel lief voor mij zijn", ging hij
door, „anders laat ik de hecle kudde op u af.
Binnen drie degen ben ik de meest onpopulaire
gast hier in Folkstonc. Zij, die me hun sigaren
en sigaretten opdrongen, zullen roeping gaan
voelen om me tc doorsteken. Ik durf nooit
meer iets eet- of drinkbaars te nccepteeren,
uit angst van vergiftigd tc- worden.'
„Ik begrijp mannen niet I" zeide zij met een
veraf zijnde blik in haar oogen.
„Ik zou graag een contract met u sluiten",
zeide hij.
Even zwegen beiden; droomerig keek zij
steeds recht voor rich uit. Beresford rookte
vergenoegd.
„Een contract?" vroeg ze op eens. zich naar
hem toekeerendc.
„Als u mij belooft, lederen morgen met mij
te gaan wandelen, zal ik niemand aan u voor
stellen."
Even scheen ze het voorstel te ovei wegen,
haar hoofd een beetje op zij, een glimlach in
haar oogen.
„Van twee kwaden moet men 't beste kie
zen", opperde hij. „Ik ben maar alleen, zij met
hun negen- en-dertigen."
„Goed", lachte ze, „ik stem toe. maar u
moet er voor zorgen, dot ze niet last:g wor
den."
„Als 't blijkt ncodig te zijn, schaf ik me een
mitrailleur aan."
2
„Mannen vind ik vreeselijk", kondigde Lola
aan, schijnbaar tegen een musch. die vlak bij
haar op een struik was gaan zitten.
Beresford rookte zwijgend door; hij vond, dat
de opmerking geen antwoord van hem noodig
had.
Dien morgen had hij haar in de hall opge
wacht cn samen waren ze langs de „Lcas"
gaan wandelen. Beresford ving woedende blik
ken op van anderen, die ook gewacht hadden.
„Was dat niet erg onbeleefd", vroeg zij zich
glimlachend tot hem wendend.
„Volstrekt niet. Als ik aan de ncgen-en-dcr-
tig artikelen van het mannelijk geslacht in het
Imperiul Hotel denk, ben ik het volkomen
met u eens."
„Gelukkig, dat 't er geen veertig zijn." Ever.
wierp ze van onder haar wimpers uit een blik
op hem.
„Misschien worden 't er dat nog wel", merk
te hij onverstoorbaar op. „Maar het veertig
ste artikel is vastbesloten, van het tegenwoor
dig oogenblik te prcfiteeren."
„Waarom zegt u misschien
,,lk docht aan tante Caroline", luidde het
antwoord. „Zij zou verboastd staan als zij hoor
de. dat u gedurende een half uur mijn gezel
schap kon verdragen."
„Waarom
„Och, Drew cn ik werken hoor altijd op
haar zenuwen, zoo 't schijnt. We spreken een
andere taal en leven feitelijk in een andere
wereld don de hare."
„En toch is u beiden zoo verschillend
„Zoo verschillend van elkaar als elk op zich
IELREGI.EMENT.
lie van advies geïn
stalleerd.
Gisteren heeft de minister van Waterstaat
de ingestelde commissie om van advies te
dienen omtrent de vraag, in hoeverre de in
het Motor- en Rijwielreglemcnt en elders ver
vatte wettelijke bepalingen betreffende het
verkeer op de wegen en rijwielpaden in ver
band met het gebruiken van moto. rijtuigen en
rijwielen herziening behoeven, geïnstalleerd
REKENT U MAAR NA.
Als men eiken dag acht uren
Slaapt, don wordt dat met elkaar
Honderd-twee-cn-twintig dagen
Die we „maffen" in een jaar.
Acht uur vrij per dag dut maakt ook
'l Zelfde aantal dagen uit,
Dus maakt luiheid hier tweehonderd-
Vierentwintig dagen buit!
Van driehonderd vijfenzestig.
Afgetrokken, blijven nog
Hcnderdéénentwintig dagen
Om tc werken, lezer. Doch:
Tweeënvijftig dagen Zondag
Gaan er ook natuurlijk af
Wat me als restant voor arbeid
Negenenzestig dagen gaf
Tweeënvijftig Zaterdagen
('n Halve dag is ieder vrij)
Maken zesentwintig dagen.
Blijven drieëntwintig. Eil
Anderhalf uur voor het eten
Op een dog is juist en klaar.
't Zijn ook drieëntwintig dogen
In een vol kolenderjuor.
Twintig dagen blijven resten.
Waarvan veertien noodig zijn.
Voor een heerlijke vacantie
In den zomerzonneschijn!
'k Hou zes dogen om te werken.
Maar mijn som is nog niet klaar.
'k Hud het Pinksterfeest vergeten
Poschen, Kerstmis en Nieuwjaar.
Er blijft dus één dogje over
Cm te werken 't Gaat niet door.
Want dien dag breng ik belasting
Naar het Rijksontvangkontoorll
GROEGROE,
(Alle rechten voorbehouden).
Ook de vorstandhouding tusschen mij en
den heer Lans heeft een uitvoerig punt van
verhoor uitgemaakt.
Toen de zaak vier jnar geleden omgezet
werd in een Noumlooze Vennootschap, heb ik
mc er financieel, bij geïnteresseerd onder be
ding, dat ik na verloop van een jaar als mede
directeur zou worden benoemd.
Doch de heer Lans wilde daurvan niets we
ten en steeds heeft hij die benoeming tegen
gewerkt.
U kunt begrijpen, dot als gevolg daarvan
er wel eens harde woorden tusschen den direc
teur en mij gevallen zijn, maar in den laotsten
tijd was dot niet meer gebeurd. Onze verhou
ding moet dun ook niet onders beschouwd
worden als een zuiver zakelijke Zijn en mijn
familie hebben dan ook geen omgang met el
kaar. Vandaar dat ik geen inlichtingen kon
verstrekken omtrent het privélevcn vun den
heer Lans.
De politie geloofde dit echter niet cn stelde
mc allerlei strikvragen.
Met alle mogelijke getuigen ben ik gecon
fronteerd cn men liet mij daarbij in verschil
lende houdingen in een hel verlicht vertrek
rondloopcn. Zelf kon ik de getuigen niet zien,
weet ik dus niet, met wien ik geconfronteerd
ben cn bleef ik ook onkundig van de resul
taten.
Het schijnt wel vost te staan, dat iemand
van mijn grootte en vrijwel gelijk gekleed als
ik op den avond van den moord omstreeks
kwart voor zeven in de nabijheid van het kan
toor gesignaleerd is.
Alle verklaringen werden daarna op schrift
gesteld, waarna ik, zoools u bekend is, gister
avond in vrijheid werd gesteld.
Dc heer v. O. wees er nog op, dot alles,
wat tegen hem in gebracht is, niet op positieve
beschuldiging berust, maar slechts tc beschou
wen is als vermoedens.
BRAND.
Woensdagavond ontstond, vermoedelijk door
het rooken van spek, brand in dc boerderij van
J. Ernst te Made Met moeite kon het vee
worden gered. Dc gehecelc boerderij brandde
uit.
B. en W. van Leimuiden zeggen in een adres
aan den Raad van 's-Gravenhage, dat zij 21
Nov. aan B. en W. onderstaanden brief heb
ben gericht
„Wij ontvingen van de Maatschappij „Mij-
vo" tc Amsterdam dc mededeeling, dat door
haar oan uw college de aanbieding werd ge
daan voor afneming van een gedcepe der af
valstoffen uwer gemeente ter cuhlvevring van
rietgronden in onze gemeente gelegen.
Het is voor onze gemeente van groot be
lang, dot hier behoorlijke cultuurgrond wordt
gemaakt cn het is daarom dat wij deze aan
bieding bij uw college ten zeerste aanbevelen,
temeer daar de verwerking der afva-stoffen
door deze Maatschappij hygiënisch aan olie
eischen voldoet, zooals ons nu r^eds is ge
bleken met bewerking van dc afvalstoffen van
Haarlem door meergenoemde Maatschappij.
In verband met dezen brief vet klaren ze, dot
ze alle medewerking toezeggen en zullen ver-
leenen. teneinde de afneming der afvalstoffen
door de Mijvo naar hun gemeente te bevorde
ren en daarom verzoeken zij de cfvalstoiïen
van Den Haag aan de Mijvo af ie s'aon voor
het in cultuur brengen der Heigronden in Lei
muiden
ALGEM. NEDERL. VERBOND.
Ontslagneming van voorzitter cn
secretaris der Groep Vloandcren.
Reeds een paar maanden is het niet al te
gunstig gesteld met de harmonie in het be-
srtuur der Groep Vlaanderen ven het Algem.
Ncderl. Verbond zoo meldt het Hbld. Meer
dan waarschijnlijk ligt daarvan de oorzaak in
een moeningsvcrsclul nopens de vraag of het
strijdig is met de bondsstatuten indien het
hoofdbestuur bezwaar zou maken tegen het
door Noord-Nederlanden deelnemen aan de
Wereldtentoonstelling in 1930 tc Antwerpen,
als zijnde deelneming oan het vieren van het
100-jarig bestaan van België.
In een dezer dagen gehouden groepsverga
dering is het tot een botsing gekomen tus
schen het dag. bestuur cn vertegenwoordigers
van Vlaamsche afdeelingen.
Behoudens de leden van het D. B. en één
Antwerpsche afgevaardigde, verklaarde de
vergadering tegen den tekst, waarin het be
st uursrtandpunt volgenderwijze werd geformu
leerd „De beteekenis vnn Art. 2, lid 2 van
de Verbondswethet A. N. V. kent gods
dienstige noch stoatkund'ge richting, is vervat
in de verzekering destijds gegeven door het
groepsbestuur aan de leden, nl. dat hét A
N. V. aan geen politiek doet en zich uislui
tend bezig houdt met cultureelo vraagstuk
ken."
Dr. V. F. BÜCHNER.
Conservator aan de Rijks-
bibliotheek tc Leiden.
Gister is in het Diacortessenhius te Leiden
na een betrekkelijk korte ongesteldheid in
den ouderdom van 44 jaer overleden, Dr.
Victor Fricdrich Büchner, Convervator voor
de hondschriften aan de universiteitsbibliotheek,
te Leiden.
Dr. Büchner word aanvankelijk opgeleid
voor het onderwijs in de klassieke tale*, maar
het bleek alras dat hij voor leeraar niet zeer
veel gevoelde. Zijn groote linguïstische ken
nis en zijn breede historische kennis waren
uitermate groot, doch de Grieksche, Latijn-
sche on Nederlandsche handschriften, waar-
Perzina
Grand
Kohier
Aeolian
Hörügel
Sinus wisselstr.
toestel geheel
compleet f 250.-
mode hij in zijn functie aan de bibliotheek te
maken had, hadden allerminst zijn voorliefde.
Hij wist er echter alles van en verbaasde me
nigmaal de specialisten door zijn groote ken
nis ook op dit terrein Zijn voorliefde ging uit
naar de Romaansche talen en daarin was hij
een meestter. Den laatsten tijd bestuurde hij
met het oog op het Nieuwe Testament, het
Gorgisch Ook de Semietishe talen las hij
met het grootste gemak. Hii was geregeld me
dewerker aan de Encyclopaedic van 'de Islam,
waaraan hij tal van bijdragen leverde. De we
tenschap lijdt door het heengaan van Dr.
Büchner een zeer groot verlies. In het bijzon
der de bibliotheek te Leiden zal zijn groo-
groote kennis zeer missen. Dc teraardebestel
ling zal o.s. Maandag des ochtends te kwart
voor twaalf uur op de Familiebegraafplaats
te Miriderberg plaatshebben.
BANDIETENSTREEK.
Een aanslag op een auto.
Bij een dikken mist, die het uitzicht belem
merde, reed Woensdagavond, naar de „N. R.
Crtmeldt, omstreeks 9 uur een heer uit
Leeuwarden, die ollcen in zijn auto zat en uit
de richting Meppol kwam, op den rijksweg
nabij het Steenwijker pompstation boven op
een paar dwars over den weg liggende denne-
boomen Door den schok en tevens verward
in de tokken, slingerde de auto heen en weer,
doch hij kon zonder ongelukken tot staan ge
bracht worden. Dc nog jonge dennen waren
uit een in de onmiddellijke nabijheid gelegen
bcsch gehaald. Nauwelijks stend de auto stil,
of drie kerels kwamen te voorschiin en spron
gen, zeker met weinig goede bedoelingen, op
den wagen toe. De bestuurder van den auto
green ter verdediging zijn motorsleutel. Juist
op dit kritieke oogenblik naderden oen paar
fietsrijders, en dit deed waarschijnlijk dn aan
vallers op de vlucht slaon. Toen bleek, dat
er ook nog twee zware keisteenon ter versper
ring op den weg waren gelegd.
Nadat boomen en keien op don berm waren
geworpen, vervolgde den auto zijn weg.
Bij de politic te Steenwijk is van het geval
aangifte gedann.
Onderhoud met den
procuratiehouder
UTRECHTSCHEWEQ 10. - TEL. 179 - AMERSFOORT
Het Dagblad van Rotterdam heeft een onder
houd gehad met den heer G. J. van Oudheus-
den in zijn woning aan de Obrcchtstraat te
Den Haag, die uit den aard der zaak overge
lukkig was, dot hij, na als verdacht van den
moord op den heer Lans gearresteerd was,
Woensdagavond weer op vrije voeten wos ge
laten.
De heer v. O. was er van overtuigd, dat met
deze arrestatie zijn naam een gcduchten knauw
heeft gekregen en dot slechts volledige open
baarheid hem kan rehabiliteeren.
De verdenking.
Wat de verdenking betreft, verklaarde do
heer v. O., dat hij reeds op d'cn avond, dot de
heer Lans vermoord werd, gevoeld heeft, dot
hij zeker niet vrij van verdenking zou blijven
Immers hij was dc laatste man, die het kan
toor had verlaten, 't geen voor dcrl heer v. O
een bezwarende omstandigheid zou kunnen zijn
Toch heeft hij er niet het minste vermoeden
van gehad, dat de verdenking zoo dreigend
was, dat hij door de politic onder specinie
bewaking was gesteld en hcelemaol niet, dot
dit alles gevolgd zou worden door een arres
tatie.
Nachts om twee uur.
De arrestatie heeft zich onders afgespeeld
don verschillende bladen het Woensdag hebben
voorgesteld.
Den gchcelen dag, aldus dc heer van O-,
was ik te Rotterdam op kantoor geweest. Na
afloop van m'n werkzaamheden ben ik naar
een familielid gegaan aldaar, te wiens huize
een zakelijke conferentie plaats vond. Na daar
gegeten te hebben, ben ik naar den Hang
gegaan en wel naar dc Copernicusloon, alwaar
ik m'n vrouw van een vcrjaarsfecstjc zou af
halen, zooals 's ochtcns was afgesproken.
Om kwart over elf, zoo ging de heer
v. O. verder, zijn m'n vrouw cn ik naar huis
gegoun. Ook op dat moment had ik niet het
flauwste vermoeden, dat nl mijn gangen wer
den nagegaan en wist ik ook niet, dot dc
politie mijn woning bewaakte.
We zijn rustig naar bed gegaan, waarna ik
omstreeks twee uur in den nacht opgeschrikt
werd door dat er gebeld werd.
In nachtgewaad kwam ik naar voren om de
deur te openen. Ik zag een heer, die zich be
kend maakte als inspecteur van politie. Nadat
ik gevraagd had, of hij zich wilde legitimecren,
't geen hij onmiddellijk deed, liet ik hem
binnen.
Hij werd op den voet gevolgd door twee an
dere heeren, die, zooals ik later bemerkte,
rechercheurs waren.
Nadat ik de heeren in de huiskamer had
gelaten, zei de inspecteur mij op last van den
officier van justitie in voorloopige hechtenis te
moeten nemen.
Dc politiemannen doorzochten toen het ge-
heele huis en namen alles in beslag, wat naai
hun meening maar van eënig belang kon wor
den geacht. Zoo nam men de schoenen mede,
welke ik op den avond van den moord droeg
en ook m'n scheermes,
In de cel.
Nadat ik m'n vrouw bezworen had volko
men onschuldig te zijn, werd ik naar» het Huag-
sche hoofdbureau van politic overgebracht,
alwaar ik in een cel van het arrestontenlokna!
den nacht verder moest doorbrengen.
's Ochtends vroeg ben ik onder bewaking
van een inspecteur cn twee rechercheurs per
auto naar het station, met den trein naar Rot
terdam en toen weer per auto naar het politie
bureau aan de Meermansstraat overgebracht.
Daar werd ik geleid voor commissaris Dijkstra
en den inspecteur Hermans en moest ik, waar
ik hetzelfde costuum aan had, 't welk ik droeg
op den avond van den moord, m'n broek uit
trekken om deze op bloedsporen te laten on
derzoeken.
Een pijnlijk kruisverhoor.
Later werd ik aan een zeer langdurig cn
pijnlijk kruisverhoor onderworpen, waarbij alles
ter sproke gebracht werd, wat ook maar bij
verste benadering op den moord betrekking
kon hebben. Wanneer een of andere verkla
ring van mij niet ten volle overeenstemde met
verklaringen, welke andere personen hadden
afgelegd, don moest ik daarvan uitleg geven,
't geen uit den aard der zaak voor mij werke
lijk niet altijd mogelijk was.
Dc voornaamste verdenking, welke op mij
scheen te rusten, was, dat ik, toen de heer
Lans vermoord werd, nog op het kontoor aan»
wezig zou zijn geweest. Volgens verklaring van
dr. Mees, die het lijk om kwart voor acht ge
schouwd heeft, moest de heer Lans toen reeds
ongeveer twee uur dood zijn geweest.
De moord had dus tusschen half zes en zes
uur bedreven moeten zijn en daar ik eerst om
ruim kwart over zes het kantoor verlaten heb,
werd dus de veronderstelling gemankt, dut ik
nog in het pand aan den Oostzeedijk was, toen
de heer Lans vermoord werd.
Dit lootste heb ik echter ten stelligste ont
kend. Toen ik het kontoor verliet, heb ik den
heer Lans nog non z'n bureau zien zitten, hem
daarna gevraagd of hij meeging, waarop hij
antwoordde nog eenigen tijd te blijven, doai
hij nog werk had te verrichten, dot hij nl
wilde maken.
De politic verlungde een verklaring, hoe 't
mogelijk was dot ik, na ruim kwart over zes het
kantoor verlaten te hebben, eerst met den trein
van 7.15 von het station Hofplein naar den
Haag ben vertrokken.
Ik zei naar het station te zijn gcloopen
juist op het station te zijn gekomen, toen de
stoptrein van 7 uur wegreed. Daarop besloot ik
den volgenden trein te nemen.
Dc politic vroeg mij, waarom ik von het
kantoor naar 't station liep.
Mijn verklaring daarover was, dat ik, die
't valt geen oogenblik te ontkennen zware
financicele verplichtingen heb, uit zuinigheids
overwegingen gewoon was von kantoor naar 't
station te loopen.
Deze verklaring werd blijkbaar niet afdoende
beschouwd, want de politie liet duidelijk door
schemeren, dat zij een dergelijke zuinigheid
absurd vond.
Het verhoor liep verder over den finan-
cieelen toestand, waarin de heer van O. ver
keerde, waarbij dc politie te kennen gaf, da\
juist dc geldelijke zorgen voor hem een be
zwarende omstandigheid vormden.
„Alsof ik om geld iemand uit den weg zou
ruimen!"
zelf weer verschillend is van tante Caroline.
Drew neemt den schijn oan, alsof hij alle ge
voel gebannen heeft."
„En u vroeg ze.
„Ik heb alles gebannen, behalve mijn ge
voel", zeide hij, haar glimlachend aankijkend.
„En toch is Lord Drewith zij aarzelde.
„Zoo gevoelig als een opera-ster. die zich
door een plaatsvervangster overschaduwd ziet
worden."
„En u zeide, dot hij geen gevoel had."
„Ik zei, dat hij den schijn aannam van on
gevoelig tc zijn".
„Hoe bedoelt u dat
„Ja, dat is tamelijk lastig uit te leggen. Stel
u eens voor, dat u uit een bootje in 't watei
was gévallen. Diew zou u nospringen en er uit
halen en dan vermoedelijk u heel in 't vertrou
wen vertellen, dot u er nu juist niet op uw
voordeel uitzog en goed deed gauw naar huis
te gaan om u v.*at cp te knappen."
„Ik zal oppassen, nooit iri 't water tc vallen
als Loid Drewith in de nabijheid is", zeide zc
vroolijk „Mijn redd.er zou zou
„Wat?" vroeg hij vol belangstelling.
„Nu, ik derk, dat ik zou willen. d«at hij ang
stig naar me keek, om te zien, om of ik nog
wel leefde."
„Ja, terwijl het water hem uit neus en ooren
droop".
„Mr. Beresford I" riep ze verontwaardigd.
„Ik geloof, dat u en Lord Drewith samen in
staat zijn ulle poëzie te dooden."
„Ieder kan zich niet de luxe permitteeren van
poëtisch tc zijn. Drew bijv. met ziin titel en
twee duizend pond per jaar, zooals hij u heel
openhartig zou vertellen en ik zonder titel en
rnet nog geen twee pond per jaar. Neen, poë
zie is alleen voor hen, die rijk met aardsche
goederen zijn gezegend."
„Poëzie heeft hoegenaamd niets met geld
te maken", verklaarde zij ernstig. Poëzie is
niets anders dan liefde voor al wat mooi is."
„J«3 maar dan toch alleen mooi, waur gevoel
in Hgt", verbeterde hij.
„Juist, mooi, waar gevoel in iigt", stemdo
ze toe, haar oogen gericht op het bruinroodc
zeil van een schip, heel in de verte.
„Iemand, die urrn is, kan zich niet de luxe
veroorloven van er gevoel op na te houden.
Hij zou er zijn vrienden, zijn baantje cn ol zijn
levenskansen door verliezen."
„Maar waarom doet Lord Drewith niets
„Niets doen I" herhaalde hij. „Wat zou hij
moeten doen
„Zou er voor hem geen werk tc vinden
zijn?" vroeg zij.
„Ja maar, in welke richting Pairs werken
gewoonlijk niet. Of hij moest taxi-chauffeur
worden, maar don gingen bij tante Caroline
dc poppen aan het dansen."
Ze zweeg een poosje, toen zich naar hem
toekecrend, schudde ze haar hoofd, ze scheen
niet in staat een woord te uiten.
„Voor derriccrat'e is 't heel moeilijk om naar
boven te komen. Drew en ik zijn kinderen van
onzen tijd. Drew was nu een naai brstemH om
pair te worden, mij stopten ze in Buiteiuand-
sche Zaken Toen brok de oorlog uit en werd
alles door elkaar gegooid cn ik hij hield
op.
„En u herhaalde Lola, naar hem opkijkend
,.Ik ben in een land, waar geen land meer
achter ligt
(Wordt vervolgd.)