KINDERRUBRIEK
M3EKES KERSTMIS.
Mitlte Bakker kwem mat tangiome slappen
xm school
2© waa een klein teer ding voor elf jaar en
hapt donkere, bruine oOgen keken zoo wij» cn
ttctrrjg uit hèör smal, bleek gezichtje, det do
andere kinderen altijd zeiden „die Mick, dat is
won saaie," of, „det akelige uitgestreken gc~
4»c!*t von Miek Bakker is al genoeg om een
spel te bederven" en Micko had ook geen
aleg om eens gauw in de bocht te springen of
handig voor ren onder in te vallen met draaien,
ze stek ook nooit haar arm in dien van oen
kameraadje, ze fiep er altijd zoo wat bij.
Eigenlijk vond te het m school neg 't pret.
tigst, want ze hield van keren, van lezen en
schijven en op rekenen waa 2e dol
En dan 't naaien en breien. Wat werd ze dan
Üooc do jufrouw geprezen, „keurig hoor, Miek,
*1 zoo gelijk «1# je breit."
Ja, dan voHde ze haar wangen warm wor
den maar 't sloeg geen vier tnr of 't verdriet
begon weer.
Mieke was oen wees cn woonde al twee jaat
m *t armenhuis, 't Dorp was goen waashuis rijk
eh toen had *t ormbestwir moer uitgemaakt,
dat die enkele weeren best bij de oude man
nen en vrouwtjes konden wonen en dat ging
©ók heel gord, maar vTOOÜJk was 't niet T«*>On
Brouwer de oud-te weesjongen, ging op tim
meren, Jan ten Oever was bij een bonketbak
kér in de ker en bracht wel eehs lekkere voo»
Mieke mee.
De vier oude vrouwtjes en twee oude man
nen waren heel goed voor 't kind ah Miek was
ook wel hulpvaardig, ze hield strengen wol op,
raapte gevallen steken op, las Ouden Teunte,
die heest niet meer zag, voor, stopte pijpjes,
hielp gieters vullen om de bloemen in t Vlei»
yto achtertuintje te begieten, mear 'savonds tn
bed fn haar klein dakkamertje dab huilde Mie
ke zich dikwijls in slaap.
Dan dacht zo aan 't kïrine armoedige dag-
loOnershtrisje, huelemanl buiten 't dorp, want
je Veek over de verre hei Op Hilvertums toten
en daar was 't vroolijk en jolig geweest, daai
haalden de kinderen van boer Van der Heiden,
die nog verder woonden, haar af, dan riep
móeder haar goedendag en nis ze weer thuis
kwam, liep va^er haar dikwijls te geWioet. Och
och, wat hndden ze eet» schik gehod met htm
drietfea in dat kleine huis op de hei H^eï kort
tia elkaar waren vader en moeder heen gegaan
x'óor altild én toen had Mleke 't lschcn ver-
leefd. Ze hoorde van niemand, en niemand of
niets hoorde van haar.
Da hond en de poes van thufe mocht ze niet
mcenemea
„Lieve kind," had de vader van 't huis ge
zegd, „als ieder hier een paar beesten mee
bracht, dat» kohden de rnenschcn zelf er wel
ui'b'ijven." En zoo had Mieke niets dan een
kLin hrcimandjo van moeder, dat boven Op
haar bedsteeplank stondt een paar dingen om
aan te doen. een kerkboek, en een naafdoos,
die da moeder bewaarde tot ze groot zou zijn.
fert rm was Y Kersfvacantm.
Mieke slofte meer dan te liep.
„Heile, jij daar," riep lange Aal Bosl „mot
jij fnet dien mantel uit 't jaar nul r.Aar o© kerk
met da Kerstdagen, zeker een oude afgedragen
von ja meues uft 't hub."
Da tranen sprongen Mtek in da oogen. Die
mèrtel trok bi} de aehoudara cn re móest et
hee'emaal andere v»n lóópen, zoo m*t de ar
men naar voren, maar Santje de R«~oi bed h^m
genaafd ven een schouder mantel tan haar 2elf
en Santje was vijftig ftren geleden een beste
naaister geweest.
„Och, hij ia wel warm," antwoordde Mieke
huilerig en haastte zich naar 't huis.
In 't gangetje stap»e ze uit haar klompen en
hóórde bui'en de deur de kfchelstcm van
Santje al. 't Rook er zoo benauwd naar tabaks
rook en soep en smeulende kooltjes in de
o^ovcn.
M'eke moest aldoor maar slikken: Kenrtfeest-
vródHeest. Mijnheer op school had toch 200
mooi verteld ven vrede en liefde onder de
ménsehen en dat je je zelf vergeten moest, aan
anderen denken en nu bromde Santje tegen
Oude Gri^t, dat ze niet genoeg spekkies in haar
soep had en de oude mannen waren 't niet
eats. Vader en moeder bestraften even en wa
ren zeker Mij, dot 't eten gauw gedaan waa,
de jongens holden weg en Mtekc bleef alleen
b(j da oudjes.
„Zoo, hols, heb je nou vaeanrie, now maar
heel mrtt'g wezen, hoor," beYilde Santje.
„Nooit ledig zittm," viel Griet in.
Mieke knikte; re hfaïp de moeder eerst bor
den efwassohen, keek even naar buiten.
"t We* zoo grauw en koud buiten.
„Toe, meid, niet rondhangen, als ie Wet
klaar hem, ga dan binnen een* rien of je nie
mand helpen kunt", en de moeder keek haar
de deur haast uit.
„Die vacantia deugden niet voor Mieke. veel
te veel vrijheid," zuchtte ze. Betje en Geesje,
de twee oudste besjes, weren al half ingedut
en Santje en Grietje waren weer els altijd aan
't kibbelen over sajet en wol; de beide man
nen bliezen kleine wolkjes uit hun pijpjes en
staarden half vers'dt naar boven.
„Tetmis, Teunte" riep Mieke, „*t rit een
vlieg op je hoof4!"
„-Laat maar. kiind."
JMaar kriebelt 't niet, voel je 't niet"
„Wel neen, kffrtd, rfte vel hi ree' te hard."
r Mieke keek tot *t raam. Ze zag hoe
eeb buurvróuw haar dochtertje aankleedde, ze
trek 't mutsje van 't meisje recht deed de deut
achter rich toe en arm en arm gingen ze er op
uit
„Zeker weer hun goeio geld vermorsen,"
bromdt Santje.
..Al'emael ©jxhil vóór 't kind." mummelde
Grietje terug, en Mteke moest maar weer slik
ken, ze had zoo'n óaar gevóel ir haar fcècl. O,
orn in de plaats van dat buurmeisje te wezen!
7-*t> deed ".oedc-r met haar ook: „Trekt ja
ftfrk en ja hal*, wel mefd, dan zal moeder van
avond eera kijken óf daar rtemendal an te
dóen ft" En wja keek nu naar haar om? Pret
tige Kerstdagen, hadden twee dim^s tegen el
kaar geroepen op straat Véilédcn jaar had z*
nOg wel even gedacht dat feestdageh óg wol
p'eïrierig lo-dan zijn, maar 't haak? hut* had
infl-eru» g*b»d on in do deoa. die een -*sir.e
aan het hu1» gestuurd had^ waren twee dingen
fcóór Miek, waar tètto aan had, een peer
polsmofje», waar zo niet in kon cn een paar
paarse kousen, die zóo groot waicn dat te
d« teenen moest omelaan en dat liep niet mak
kelijk in da klompen.
Jan ten Oever, die had haar mooi lekkere
meegebracht en haar verteld van een Kerst
boom met meer dan honderd tichels, jongens
zoo mooi. Jan was toan niet ziek geweest,
maar nu gingen de twee jongens bij een neef
van Jon Icgeeren voor de Kerstdagen.
JWii'k," klonk ineens Sintjes schel stem
metje. „haal jij alg een knappe meid effen een
knot sajet van drie stuteurs bij Kuiper in 't
Achterom, maar bij ge«en onder."
MSok hield haar klein mager handje op, riep
om dc kamerdcvT
„Moeder, mag ik effen se jet halen bij Kuiper
voor Santje;" -v -
ze zong er bij met zoon helder vróolijk stem-
met je.
„Gelukkig dat ze nu ©en Kerstboom ra tiers
de hals hod toch ook maar bitter weinig,"
bromde Santje
En t was nu Kerstmis als op een plaatje.
Alles wit, alles zoo stil toen Miok met in
iedere hand een stoof tusschon Santje en Griet
voetje voor voetje naar de kerk stapte om de
gladd:gheid.
't Was bar koud, zoon fijne, scherpe wind
woei om haar enkels en dan dat zachte loo-
pen. Miek had wel willen springen. Ze had wel
tegen alle kerkgangers willen roepen: „Ja, nou
loop ik tuyschen die arme oude zielen, maar
straks ga ik uit een heelen dag uit en van
avond naar den Kerstboom."
In de kerk moest ze telkens nacr Barbara's
•v
4n?
„Ja goed, meer niet slenteren."
S'enteren. Miek moest even lachen, "t Was
nogal weer om te slenteren. De wind blies zoo
hard om haar klein figuurtje en haar dun
sprieterig vlechtje woei haar in 't gezicht.
„Echt Keretweer"
„Nou een pak sneeuw," riepen twee mannon
elkaar toe.
JÖat zal jo zien gebeuren"
Mtcke koek naar den donkengrijzen hemel,
fa, wezenlijk daar vi 1 al een enkel klein vlokje.
Nu zou 't dorp er wol aardig uitzien met al
die sneeuw, jo eon heel pak moest ar komen,
dan waa 't mt els op een prentje. Kijk, er vie
len er a! meer, meer ze waren hard als hagel
korrels, ie deden haar pijn in 't gericht. Voor
uit near Kuiper om dl- sajet. Of eventjes, heel
eventjes maar kijken in de Langstraat in den
sp^e'göed winkel
Ze stond met een open mond naar al dat
moois te kijken. In 't midden een Kerstboom
vol kaarejts en slingers en ballon van de
meest schitterende kleunen en donr tusachen de
takken een blond poppetje aan een elastiekje.
't zweefde zoo heel ©ventjes met de teere mcM
rose vleucrltj-s„«n Kcrstencrehje" zucht
te Miek. Maar ze keek toch vroolifkor, at kreeg
ze er geen sikkep't van, toch wel prettig om
al d«t moois te ricru
„Ben Jij niet die klcfn© meid van Bakker uit
't huis?" vroeg een ruwe stem naa*t haar.
„Ja, ja" antwoordde Miek verschrikt enkeek
met angstige oogen in een jr*-v*dhertfg gezicht.
Een aroote flinke vrotrw legde ha»r ferme hanJ
op Mieks mager schoudertje. „Nfau. meid je
hoeft zoo r>W te schrikken, ik heb je moeder
wat best gekend, eerst op school zofn we al
tijd naast mekaar cn later op naaien Heeft ze
je nooit van Barbare Bol verteld?"
„Ja, ja, wel" lachte Miek wat verlegen, want
ze wist mi ineens, dat ze naast Barbara Velden
stond, die door de straatjongens a'tijd werd
irit gescholden voor Berbara Bal, omdat ze een
klein winkeltje had van borste's cn spors*n.
klompen, touw, boenders, bezems, leieen, grif
fels, grof aardewerk en potten en pannen. Tv»*
schen al dat ste^ngo-d stonden twee bussen
met ballen en a's de bengels Barbara achter in
haar tuintje zagen deden ze wild de dew op°n,
-oodot de winkelschel hard rinkel4© door d^
lange, smalle gang van 't ouderwtsche huisj»»
„Voor een half"© ballen, Bn-bara," en als
Barbare dan heast'g kwam, renden ze weg en
riepen pagervd „We lusten je bellen niet, hoor
Barbara-Bal."
Barbare werd er drftfg om en later wel eens
bedroefd. Ze hield wel van kinderen, maar nu
ze haar zoo plaagden, trok ze zich terug en
de bussen werden achter in *t winke'tje ver
stopt, ze verkocht ze niet meer, maar ze gaf
ze telkens aan heel kleine Hartjes, die nog
niet brutaal of plaagaebtig 1 varen.
rGa je ook naar een Kerstboom?" vroeg ze
veel zachter dan eerst aan Miek.
„Neen
Ik heb twee plaatsen voor den groot en kerst
boom fn de kerk, wfl je met mij mee?"
„Is ?t meenen-T' viosg Miek.
„Wol jo, kindlief."
„Graag, wat graag, als fle maar mag van de
moeder."
„Ik zal *t voor je ^aan vragen, 3c ken haar
nog wel, ga je mee?"
„O, ik was de heele sajet vergeten, die moet
ik halen bij Kuiper"
„Nou, haal jij je sajet, ik ga naar he* huis
en d^ren weg terug, dan kom ik je tegen, dag,
hoe heet je?"
„.Miek."
„Nu. dog Miek."
„Dag, Barbera" En nu huppelde Miek, ze
zoo een kerstboom rien en er was een tnensch,
dat moeder gekend had, en een mcnsch dat nit
om een pretje voor haar docht. Alles leek
Mi»k andere ineens. Do heele keretveeantie
ïeek heer nu één groot plrizier.
Na een kwartier zeg ze Barbara alweer en
Miek zwaaide en wuifde met da knot sajet
„Mag fk." ri«*p ze al m de verte.
„Ju hoor," klonk Babrra's «tem terug.
„U t de kerk mag je met mc m*^. ja blijft
don rnaur bit me te* we avond nasr dc k*rk
gaan en omdat 't mi*schien wa< Iwst zou wor
den, hebben da moeder en ik kt op bedacht,
dat je friaar bij mij too slapen"
Twee kleine, mógere, hV*oud© handjes grt>
pón Barh-re's ór*te. sterige transen en rwe*
dop Vore Vrnderkij^óre V^Ven dankbaar in Bar
bara's kleine, goedhartige, blauwt strcepjre-
óót'an.
W»t waa ée kWne Mieke tocb ge^i'nstig in
"t huw en wat nog 't prettijjet vun aU« wa^,
palmensjae! kijken en als de dominee preekte
over 't Kerstfeest, dan dacht Mieke, dot ze mi
vanmiddag niet 't gekibbel der oudjes zou hoo-
ren.
En de oudjes, ze lachten toch even toen dat
kleine, stlile ding 200 luidruchtig afscheid ran
ze nam.
„Deaï ben ik, Barbara," cn Berbara keek
vriend lijk in 't b'ijde opgewonden gezichtje.
JEen morsige boel zal die sneeuw worden,
't gaat dooien," zuchtte Barbara
„Ja. dat is akelig, went de jongens gooien
me altijd, 't is net of zo de mfk op mij heb
ben."
„Op mij ook," troortte Barbara, „geef me
maaT een hand"cn jawel daar om den hoek
stond een troepje en oven later pats, pats, re
gende 't ballen op de palmensjaal en den mantel
van 't jaar nul. Maar gek, Barbara werd niet
driftig, nu ze dat kleine handje in de hare voel
de en Miek merkte 't hoest niet vafiopgewon-
denhcid en plezier.
Och, wot wos 't heerlijk in dat kleine ka
mertje, aan 't eind ven die smalle lange gang.
Hoe lokkertjes brandde 't potko'ehcltje en dun
't verre uitricht over al die besneeuwde vel-
deru Miek wil jc dekken en hier zijn nog een
pior sneedjes brood, wjl je die kruimelen vooi
de rmisschen."
„Jawat graag," lachte Miek blij, maar op
eens rolden er dikke tranen over haar wangen
„Wat scheelt er an meidl" vroeg Barbara
goedig.
„Och, eigenlijk niemendal, 't is maar omdai
ik gedurig denken moet an vroeger, an thuis,
dear keek ik ook roo op die verre velden cn
omriat ik nu zoo b'ij bon, en ala ik weer in
htrs ben zal ik wel liever zijn en voor ze zin
gen als ze dat willen."
„Je bent een beste," zei B^bc-ra. „en je bent
hieT niet voor 't laatst, hoor P
's Middags wandelden ze naar 't bosch en na
de boterham gingen ze gearmd naar de kerk.
„Eén ding «pilt me, hartje, nou hangt er
niernen4*! on den boom voo»- jou, omdat je niet
op die Zondagsschool bent V
JDct geeft niet, ols ik 't maar zie," lachte
Mi-k blij.
En daar in de kerk naast Barbare luisterde
Miek raar 't mode Kerstverhaal dat da do
minee deed en ze zeg daar den groenen boom
met al zijn lichtjes cn da err tusschen zwevend
ft an elastiekjes de kerstengeltjes met den gou
den vleugeltjes.
Wet mooi was 't om daar naast Barbara to
zHen, om bij iemand te hooren en te luisteren
naar 't verhonl van vrede en liefde onder de
rnenschcn, van geduld en verdraagzaamheid,
en dan 't orgel net of 't veel mooier klonk
der» alle and*re Zondagen.
Toen haast oHe kfndcren wnt kregen, greep
Barbara Miok's hondje „Mot \e je maar niet
ontrekken, zeg mij maar wnt jij nou wel eens
graag zoo hebben als je kiezen mocht."
,.D. zoo'n *r geitje," flu;sterde Mïek, „maai
det kan natuurlijk niet," lachte ze toch tevre
den.
Eindelijk kwam er een omd aan 't mooie
verhaal, de m*n«chen schuifelden onder 't or-
gehoel de kerk uit.
JB'ijf hier even staan," fluisterder Barbara,
„ik kom zöd terug." Mfrke tusschen alle fnon-
schon in, keek nog steeds naar de Wilde, groe
ne takken mot de vroolijke gbzende lichtjes.
„Hier, Miek, voor jou. de kost-rsj^ngén hreft
er oen vx>r jc afgeknint," cn Barbara reikte
haar een fijn kHn popje aan, een kerstongel in
wit zijden rokjes met zilverwitte vleugels
„O, Barbara, o, ik zoo'n mooi engeltje." Ze
wos stil van dankbaarheid. En dit was nu wel
de heerlijkste wandeling, die 2e in <fie twee
janr gedèan had. Haar eene handje onder do
palmensjaal en in 't andere danste, zweefde in
de koude winterlucht t wftte engeltje-
't Vroor weer een beetje en de hemel was
vol sterren.
Gcon jongens gooiden sneeuwballen, schal
den Barbare-Bal uit, geen kinderen plaagden
Miek uit 't huis om haar lang gezicht, haai
mantel door oude Santje gemaakt. Stil cn vre
dig $rng ieder naar zijn huis.
Bfj 't gezapige lampje, ée voeten bij 't ka
cheltje dat neg wat epgc-stóoïct werd, dronken
Barbara en Miek thee.
„En klêe je Mer nou maar ««R. kijk in drie
brd*tee slaap ik en daarover fit", zei Barbare.
Een half mjr late© d»kt* B^^bara ho^r toe.
^N" dóa ik 't U^ht uit Mi^k, an haal *t ger-
dim hóóg or>, dan hebben w tichj *,ni\ de
«noetrw er. da stareèr»Maar zeg, Mrk
ik ben geen dominee, ft kan niet mooi pre
tor en ft heb too geen $?*g ook... Maar dit
wou ik maar zeggen, wil je bij me blijven, me
helpen in mijn winkeltje, in mijn kamer
's avonds me* me naaien als je van school
komt, ik had zoo'n schik met je moeder vroe
ger en daar Ijjk je zoo op, alleen, die 1
vroolijker, dat is 't onderscheid."
Jk altijd hier, nöoit moor naar "t huis?
O, zoo graag, als 't mag
Dat zou de moeder wel met 't armbestuur
in orde maken.
En voordat Barbara wist wat or gebeuïde,
waren er twee magere armpjes om haaf hals
en een zachte stem zei: „fk zal altijd gedien
stig zijn."
„Och mijn goeie fieve, hals, wij zullen 't
samen wel rooien en een best leventje hebbcnl"
Buitan woei een scherpe Noordenwind, de
sterren schitterden aan den hemel, do wind
woei de losse sneeuw p, maar binnen was 't
nog warm, zong de ketel zacht op 't uit
gaande kacheltje en boven m de bedstee
zweefd* ren kleine, witte kerst-engel en daar
vTak bij droomde nu een me^je heel verward
van kerst-engelen^ die eens palmensj-len en
dan weer wit-rijden garige rokjes droegen.
BEUKENOOTJES.
Veel kindertjes loopen fn het beukenbosch.
Buiten de g'adde peadjes.
Ze zoeken de glimmende nootjes kt 't moa^
En tusschen de gro</o blaadjes.
Hun jolige slem.net jes, 't blije geroep^
Is al uit de verte te hooren
Hat lijkt wel een roerige tjilpende troep
Van muschen tusschen het koren.
Ingez. door Lijsterbes.
De Rubriek van Oom Karei.
De winterpret, waarover ik jelui de vorige
week schreef is helaas maar van korten duur
geweest. Dat was zeker maar een voorproefje,
want we zullen maar niet veronderstellen, dot
er nu verder niets meer van komt. Trouwen»,
daar behoeven we heusch niet bang voor te
rijn. want de winter is nog lang niet voorbij.
We zitten pas aan het begin en kunnen nog
heel wat verwachten. En je moet zoo nu err
dan maar eens naar do lucht kijlcen, den zie
je wel dat er nog heel wat sneeuw in rit. We
zullen dus alleen nog wat geduld moeten heb
ben.
De vorige week was er tusschen de raad
sels bij ongeluk een regel gekomen, die bij het
versje thuis behoorde Toen ik het zag, schrok
ik geweldig en dacht, wat zol er nu wel van
de raadsels terecht komen. Maar gelukkig te
dat nog al meegevallen. Jehii hebben er blijk-
boar geen löst vón ondervonden Nu. heel erg
storend wos het ook niet. Je kon eigenlijk wel
raden wat er moest staan.
Wat groeit ons aantal neven en nichten leuk
hè. Bijna iedele week komen er nieuwe bij.
Maar helaas gaan er ook vèak oude weg.
Sommige verhuizen naor een andere stad, an
deren dcriken, dat ze te „Oud" wórden om
met een kind rkrant mee te doen daarvoor
hoef je je anders nooit te oud te achten hoor!
weer anderen krijgen to vee! huiswerk, zoo
dat er geen tijd overschiet voor de krant en
soms zrjn er ook, ja dat fs eigenlijk heel
vreemd, die doen mee tot ze een prijs hebben
gekregen «n blijven verder weg. Zóo ken ik
er één, dio altijd heel tróuw mée deed. Eenige
weken geleden kreeg dat neefje of nichtje een
prijs en sinds dien hoor ik niets meer van hom
of haar. Ik vreet relfs niet eens, of de prijs
goed tn haar (rijn) bezit te gekomen
Natuurlijk vind ik zoo iets lang niet aardig
en is het daarom ook nfet begonnen. Maar ge
lukkig denken lang niet allen eT zoo over en
heb ik zoo iets nog maar een paar maal ge
merkt in al de jaren van ons Vrnderkrantbe-
staan. En als het necffe of nichtje, die zoo
plotseling na den or ijs te weggebleven, dit
leest, zal ze misschien wel weer gauw terug
komen. Laten we het hopen, want het te altijd
vervelend als we oude namen m onze corres
pondentie rubriek móeten missen.
RAADSELS.
De oplossingen ven ée vorig» week.
De oplossingen van da vorige raadsel» wa
ren I
t Als de nood het hoogst te, te de redding
het meest nabij: met de woorden: Maas, Dice,
Brantas. Mandarijn, Roos, Borneo, Atlas, Taal
Meer, Den. Dina, Hort, Helder, Longtstreat,
Gerben Iris, Doen.
H rook, vleesch.
IH de lettóT R-
VL Kerel Krecm is kleermaker.
Deze week is de prijs gewonnen door Mier
die hem a.s. Maandag aan one bureau kan
komen afhalen.
NIEUWE RAADSELS,
l
Altijd loopen. noodt eens rusten,
Loop je niet, zoo heb je niet*
Nooit terug, altijd vooruit,.
En niemand die mij zietr
Komt uit?
(ïngoz. door Damvlooltja.)
n
a
V
au
|H
-f
w
-r
i+
t
r
1st» rij een medeklinker.
2e rij een lichaamsdeel
3e rjj «en ander woord voor Zuigeling. 1
4e rij een ander woord voor lawaai makci\
5« rij het gedaagde woord.
6a rij iets wat men bij het toilet gebruikt,
7e rij iets wat men in den tuin vind.
8e rij te een vrucht.
9e rij een medeklinker.
'ij* fc (Ingez door Zonnestraal*je.f
X X X X X
X 0
X u
X
X
X -WW
Op de kruisjeslijn ée naam van ©én vruehfc
Tste rij hot gevraagde woord.
2e rif een meisjesnaam.
3e rif een rtemvTvcht.
4e rif ©en dter dat kinderen graag zien.
5e rif een slee m*t paarden.
6a rij een medeklinker.
T:T8«T (Ingrw I
IV.
Jonnesehftttl
t "1
Maak van dc onderstaande letters de namen
van éen vader, móéder en kind van een gav»«
derdo familie. J
liuaaepkkkhnn* T"* V5Ü
Ingez. door Wildzang» 1
CORRESPONDENTIE.
Lijsterbes. Dos St. Nicola as hoeft jat
ook nogal goed bedacht Dat zal wel geen
prettig gezicht zijn geweest.
John. M. Zoo ben je daar weer. Nu dat
kan ft mo nu wel indenken. Je, zekér is dat
een Jongensnaam. Het is er wel niet een dfc)
Je federen dag tegenkomt. Volgende keer meer.
Cleopatra. Nee, zoo erg is het nog
niet, maar je moet niet meer zoolang weck
ten. Nu, je weet er weg mee Ik zal het nog
eens vragen.
Vinkje. Dus je neemt hot echt ernstig
op, nu dat te prettfg, hoor. Vériang jc daar
nu a! weer naar? Ik heb jou ook niet gezien,
Dot te goed.
P r i n 8- Waren ze erg moeilijk Nu. dat
was een drukfout, ik heb het ook gezien, érj
was voor heel iemand anders bestemd. Dat
vindt je zeker erg fijn hè, om naar het kerst*
feest te gaan. Dan mag je wel opschieten.
Kwik Dat gebeurde haast iedereen. Nrf
hef is vóór heel wat mort schen mant beter, n'<|
het niet zoo glod en zoo koud is.
Klaverblad. Een volgende weel krijg
ik zeker een lange brief hè
C1 y v ia. Dat zal toch wel een toer rijn,
want je kont er soms niets «an do«ru Pfjn z*r*
kér hè. Nu dat waren ze ook niet
Bobbie. Dus dat viel ja niet mae. Duf
zal wel.
Weerwolf. Nu misschien komt hijwrl
gauw open. Hartelijk dank, ik zei wel k^ken of
cr iets bij
Spin. Ja, dat zal ik nog wol ©ens doen,
fk beloof het jc Slaap maar lekker.
Mier. Volgende keer meen Dat gaat nog
beter a's iets anders.
Sneeuwitje. Vomdt je te erg mooi*
lijk. Er was ook een drukfout in. Dat as hoe-
lemaal toeval, hóór.
W i 1 d 7.0 n g. Nu, dat is zeker oen rijd
geleden. Dat is knap van je. want het was een
heele toer Hartelijk bedankt voor de raadsels.
Ja. zeker te dat van jou, maar je had de op*
losing er nfet bij gezet.
Roodborstje. Je bent hartelijk wel*
kom, hoor. Dus daar hou je erg vee! van. tt
zou maar oppassen Je kan nooit weten. Nu als
hij tijd beeft graag. Hartelijk bedankt voot het
raadsel.
Blondje. Ieder op zijn beurt. Dat is
goed. Dank je wel hoor. Is hét van deze week
niet, dan toch de volgende.
Tip. Nu, daar kan ft wel inkomen Dat
!s moer gelukkig.
Lilliputter. Ja, det was het zeker-
Dank je wel hoor. Een niet. Het h er tod*'
een.
Neptunus. Vindt je dat zoo jammer.
Zul je het mij ook vertellen. Dot zal altijd
zoo zijn voortaan.
Kampioen. Dat was een boffartje hè.
Daar feliciteer ik je mee. Dus ben j© er blij
mee. Dot doet me plezier.
C11 p i d o. Ja, gezellig hè. Dus een heale-*
boel gezelligheid bij cftaer. Dat denk ik 00&
wel. Ja, dat vindt ft ook.
Zonnestraaltje. Weet je wat eert
van de neefjes mij eens schreef. Dat hij naor
bedje kapok fn de lakenstraat moest. Dus daar
moest hij ook heen.
Meidoorn. Dank je wel hoor. Dat vindt
iedereen haast heer lift.
Silene. Dank je wel voor Jc verbaal*je.
Helaas ken het deze weck niet meer worden
geplaatst, maar dc volgende week komt het er
beslist fn.
Mevr. O. Do vorige week was de cor
respondentie ann U ietwat verminkt. De ge-»
vraagde plaatjes zijn er op het ©ogenblik nSot.
Mocht U andere plaatjes in ruil willen ont
vangen, dan zou ik graag even weten welke
en vooral de nummers van de gewenschte
plaatjes.
Boterbloem. Krijk ik dar» een lam»
geren brief van je?
Lenteklokje. Het komt wel weer. Det
zol je eens rien. O, ja dat geloof ik wel Dat
zeg ik ook.
Regen dropje. Van hetzelfde hoor*
Dc hoop het maar voor je.
ONS RUXHANDEIHOEKJE.
Cl»op«tT» schrijft mij dat se 20 clila.
nenpmten heeft en Ae ïraag voor Sunlight of
- Vim bannen willen ruilen. Vie kan haar daar
Op da krmsjealijn komt do schuilnaam ran sen helpen?
SOM KAREü