KINDERRUBRIEK M3EKES KERSTMIS. Mitlte Bakker kwem mat tangiome slappen xm school 2© waa een klein teer ding voor elf jaar en hapt donkere, bruine oOgen keken zoo wij» cn ttctrrjg uit hèör smal, bleek gezichtje, det do andere kinderen altijd zeiden „die Mick, dat is won saaie," of, „det akelige uitgestreken gc~ 4»c!*t von Miek Bakker is al genoeg om een spel te bederven" en Micko had ook geen aleg om eens gauw in de bocht te springen of handig voor ren onder in te vallen met draaien, ze stek ook nooit haar arm in dien van oen kameraadje, ze fiep er altijd zoo wat bij. Eigenlijk vond te het m school neg 't pret. tigst, want ze hield van keren, van lezen en schijven en op rekenen waa 2e dol En dan 't naaien en breien. Wat werd ze dan Üooc do jufrouw geprezen, „keurig hoor, Miek, *1 zoo gelijk «1# je breit." Ja, dan voHde ze haar wangen warm wor den maar 't sloeg geen vier tnr of 't verdriet begon weer. Mieke was oen wees cn woonde al twee jaat m *t armenhuis, 't Dorp was goen waashuis rijk eh toen had *t ormbestwir moer uitgemaakt, dat die enkele weeren best bij de oude man nen en vrouwtjes konden wonen en dat ging ©ók heel gord, maar vTOOÜJk was 't niet T«*>On Brouwer de oud-te weesjongen, ging op tim meren, Jan ten Oever was bij een bonketbak kér in de ker en bracht wel eehs lekkere voo» Mieke mee. De vier oude vrouwtjes en twee oude man nen waren heel goed voor 't kind ah Miek was ook wel hulpvaardig, ze hield strengen wol op, raapte gevallen steken op, las Ouden Teunte, die heest niet meer zag, voor, stopte pijpjes, hielp gieters vullen om de bloemen in t Vlei» yto achtertuintje te begieten, mear 'savonds tn bed fn haar klein dakkamertje dab huilde Mie ke zich dikwijls in slaap. Dan dacht zo aan 't kïrine armoedige dag- loOnershtrisje, huelemanl buiten 't dorp, want je Veek over de verre hei Op Hilvertums toten en daar was 't vroolijk en jolig geweest, daai haalden de kinderen van boer Van der Heiden, die nog verder woonden, haar af, dan riep móeder haar goedendag en nis ze weer thuis kwam, liep va^er haar dikwijls te geWioet. Och och, wat hndden ze eet» schik gehod met htm drietfea in dat kleine huis op de hei H^eï kort tia elkaar waren vader en moeder heen gegaan x'óor altild én toen had Mleke 't lschcn ver- leefd. Ze hoorde van niemand, en niemand of niets hoorde van haar. Da hond en de poes van thufe mocht ze niet mcenemea „Lieve kind," had de vader van 't huis ge zegd, „als ieder hier een paar beesten mee bracht, dat» kohden de rnenschcn zelf er wel ui'b'ijven." En zoo had Mieke niets dan een kLin hrcimandjo van moeder, dat boven Op haar bedsteeplank stondt een paar dingen om aan te doen. een kerkboek, en een naafdoos, die da moeder bewaarde tot ze groot zou zijn. fert rm was Y Kersfvacantm. Mieke slofte meer dan te liep. „Heile, jij daar," riep lange Aal Bosl „mot jij fnet dien mantel uit 't jaar nul r.Aar o© kerk met da Kerstdagen, zeker een oude afgedragen von ja meues uft 't hub." Da tranen sprongen Mtek in da oogen. Die mèrtel trok bi} de aehoudara cn re móest et hee'emaal andere v»n lóópen, zoo m*t de ar men naar voren, maar Santje de R«~oi bed h^m genaafd ven een schouder mantel tan haar 2elf en Santje was vijftig ftren geleden een beste naaister geweest. „Och, hij ia wel warm," antwoordde Mieke huilerig en haastte zich naar 't huis. In 't gangetje stap»e ze uit haar klompen en hóórde bui'en de deur de kfchelstcm van Santje al. 't Rook er zoo benauwd naar tabaks rook en soep en smeulende kooltjes in de o^ovcn. M'eke moest aldoor maar slikken: Kenrtfeest- vródHeest. Mijnheer op school had toch 200 mooi verteld ven vrede en liefde onder de ménsehen en dat je je zelf vergeten moest, aan anderen denken en nu bromde Santje tegen Oude Gri^t, dat ze niet genoeg spekkies in haar soep had en de oude mannen waren 't niet eats. Vader en moeder bestraften even en wa ren zeker Mij, dot 't eten gauw gedaan waa, de jongens holden weg en Mtekc bleef alleen b(j da oudjes. „Zoo, hols, heb je nou vaeanrie, now maar heel mrtt'g wezen, hoor," beYilde Santje. „Nooit ledig zittm," viel Griet in. Mieke knikte; re hfaïp de moeder eerst bor den efwassohen, keek even naar buiten. "t We* zoo grauw en koud buiten. „Toe, meid, niet rondhangen, als ie Wet klaar hem, ga dan binnen een* rien of je nie mand helpen kunt", en de moeder keek haar de deur haast uit. „Die vacantia deugden niet voor Mieke. veel te veel vrijheid," zuchtte ze. Betje en Geesje, de twee oudste besjes, weren al half ingedut en Santje en Grietje waren weer els altijd aan 't kibbelen over sajet en wol; de beide man nen bliezen kleine wolkjes uit hun pijpjes en staarden half vers'dt naar boven. „Tetmis, Teunte" riep Mieke, „*t rit een vlieg op je hoof4!" „-Laat maar. kiind." JMaar kriebelt 't niet, voel je 't niet" „Wel neen, kffrtd, rfte vel hi ree' te hard." r Mieke keek tot *t raam. Ze zag hoe eeb buurvróuw haar dochtertje aankleedde, ze trek 't mutsje van 't meisje recht deed de deut achter rich toe en arm en arm gingen ze er op uit „Zeker weer hun goeio geld vermorsen," bromdt Santje. ..Al'emael ©jxhil vóór 't kind." mummelde Grietje terug, en Mteke moest maar weer slik ken, ze had zoo'n óaar gevóel ir haar fcècl. O, orn in de plaats van dat buurmeisje te wezen! 7-*t> deed ".oedc-r met haar ook: „Trekt ja ftfrk en ja hal*, wel mefd, dan zal moeder van avond eera kijken óf daar rtemendal an te dóen ft" En wja keek nu naar haar om? Pret tige Kerstdagen, hadden twee dim^s tegen el kaar geroepen op straat Véilédcn jaar had z* nOg wel even gedacht dat feestdageh óg wol p'eïrierig lo-dan zijn, maar 't haak? hut* had infl-eru» g*b»d on in do deoa. die een -*sir.e aan het hu1» gestuurd had^ waren twee dingen fcóór Miek, waar tètto aan had, een peer polsmofje», waar zo niet in kon cn een paar paarse kousen, die zóo groot waicn dat te d« teenen moest omelaan en dat liep niet mak kelijk in da klompen. Jan ten Oever, die had haar mooi lekkere meegebracht en haar verteld van een Kerst boom met meer dan honderd tichels, jongens zoo mooi. Jan was toan niet ziek geweest, maar nu gingen de twee jongens bij een neef van Jon Icgeeren voor de Kerstdagen. JWii'k," klonk ineens Sintjes schel stem metje. „haal jij alg een knappe meid effen een knot sajet van drie stuteurs bij Kuiper in 't Achterom, maar bij ge«en onder." MSok hield haar klein mager handje op, riep om dc kamerdcvT „Moeder, mag ik effen se jet halen bij Kuiper voor Santje;" -v - ze zong er bij met zoon helder vróolijk stem- met je. „Gelukkig dat ze nu ©en Kerstboom ra tiers de hals hod toch ook maar bitter weinig," bromde Santje En t was nu Kerstmis als op een plaatje. Alles wit, alles zoo stil toen Miok met in iedere hand een stoof tusschon Santje en Griet voetje voor voetje naar de kerk stapte om de gladd:gheid. 't Was bar koud, zoon fijne, scherpe wind woei om haar enkels en dan dat zachte loo- pen. Miek had wel willen springen. Ze had wel tegen alle kerkgangers willen roepen: „Ja, nou loop ik tuyschen die arme oude zielen, maar straks ga ik uit een heelen dag uit en van avond naar den Kerstboom." In de kerk moest ze telkens nacr Barbara's •v 4n? „Ja goed, meer niet slenteren." S'enteren. Miek moest even lachen, "t Was nogal weer om te slenteren. De wind blies zoo hard om haar klein figuurtje en haar dun sprieterig vlechtje woei haar in 't gezicht. „Echt Keretweer" „Nou een pak sneeuw," riepen twee mannon elkaar toe. JÖat zal jo zien gebeuren" Mtcke koek naar den donkengrijzen hemel, fa, wezenlijk daar vi 1 al een enkel klein vlokje. Nu zou 't dorp er wol aardig uitzien met al die sneeuw, jo eon heel pak moest ar komen, dan waa 't mt els op een prentje. Kijk, er vie len er a! meer, meer ze waren hard als hagel korrels, ie deden haar pijn in 't gericht. Voor uit near Kuiper om dl- sajet. Of eventjes, heel eventjes maar kijken in de Langstraat in den sp^e'göed winkel Ze stond met een open mond naar al dat moois te kijken. In 't midden een Kerstboom vol kaarejts en slingers en ballon van de meest schitterende kleunen en donr tusachen de takken een blond poppetje aan een elastiekje. 't zweefde zoo heel ©ventjes met de teere mcM rose vleucrltj-s„«n Kcrstencrehje" zucht te Miek. Maar ze keek toch vroolifkor, at kreeg ze er geen sikkep't van, toch wel prettig om al d«t moois te ricru „Ben Jij niet die klcfn© meid van Bakker uit 't huis?" vroeg een ruwe stem naa*t haar. „Ja, ja" antwoordde Miek verschrikt enkeek met angstige oogen in een jr*-v*dhertfg gezicht. Een aroote flinke vrotrw legde ha»r ferme hanJ op Mieks mager schoudertje. „Nfau. meid je hoeft zoo r>W te schrikken, ik heb je moeder wat best gekend, eerst op school zofn we al tijd naast mekaar cn later op naaien Heeft ze je nooit van Barbare Bol verteld?" „Ja, ja, wel" lachte Miek wat verlegen, want ze wist mi ineens, dat ze naast Barbara Velden stond, die door de straatjongens a'tijd werd irit gescholden voor Berbara Bal, omdat ze een klein winkeltje had van borste's cn spors*n. klompen, touw, boenders, bezems, leieen, grif fels, grof aardewerk en potten en pannen. Tv»* schen al dat ste^ngo-d stonden twee bussen met ballen en a's de bengels Barbara achter in haar tuintje zagen deden ze wild de dew op°n, -oodot de winkelschel hard rinkel4© door d^ lange, smalle gang van 't ouderwtsche huisj»» „Voor een half"© ballen, Bn-bara," en als Barbare dan heast'g kwam, renden ze weg en riepen pagervd „We lusten je bellen niet, hoor Barbara-Bal." Barbare werd er drftfg om en later wel eens bedroefd. Ze hield wel van kinderen, maar nu ze haar zoo plaagden, trok ze zich terug en de bussen werden achter in *t winke'tje ver stopt, ze verkocht ze niet meer, maar ze gaf ze telkens aan heel kleine Hartjes, die nog niet brutaal of plaagaebtig 1 varen. rGa je ook naar een Kerstboom?" vroeg ze veel zachter dan eerst aan Miek. „Neen Ik heb twee plaatsen voor den groot en kerst boom fn de kerk, wfl je met mij mee?" „Is ?t meenen-T' viosg Miek. „Wol jo, kindlief." „Graag, wat graag, als fle maar mag van de moeder." „Ik zal *t voor je ^aan vragen, 3c ken haar nog wel, ga je mee?" „O, ik was de heele sajet vergeten, die moet ik halen bij Kuiper" „Nou, haal jij je sajet, ik ga naar he* huis en d^ren weg terug, dan kom ik je tegen, dag, hoe heet je?" „.Miek." „Nu. dog Miek." „Dag, Barbera" En nu huppelde Miek, ze zoo een kerstboom rien en er was een tnensch, dat moeder gekend had, en een mcnsch dat nit om een pretje voor haar docht. Alles leek Mi»k andere ineens. Do heele keretveeantie ïeek heer nu één groot plrizier. Na een kwartier zeg ze Barbara alweer en Miek zwaaide en wuifde met da knot sajet „Mag fk." ri«*p ze al m de verte. „Ju hoor," klonk Babrra's «tem terug. „U t de kerk mag je met mc m*^. ja blijft don rnaur bit me te* we avond nasr dc k*rk gaan en omdat 't mi*schien wa< Iwst zou wor den, hebben da moeder en ik kt op bedacht, dat je friaar bij mij too slapen" Twee kleine, mógere, hV*oud© handjes grt> pón Barh-re's ór*te. sterige transen en rwe* dop Vore Vrnderkij^óre V^Ven dankbaar in Bar bara's kleine, goedhartige, blauwt strcepjre- óót'an. W»t waa ée kWne Mieke tocb ge^i'nstig in "t huw en wat nog 't prettijjet vun aU« wa^, palmensjae! kijken en als de dominee preekte over 't Kerstfeest, dan dacht Mieke, dot ze mi vanmiddag niet 't gekibbel der oudjes zou hoo- ren. En de oudjes, ze lachten toch even toen dat kleine, stlile ding 200 luidruchtig afscheid ran ze nam. „Deaï ben ik, Barbara," cn Berbara keek vriend lijk in 't b'ijde opgewonden gezichtje. JEen morsige boel zal die sneeuw worden, 't gaat dooien," zuchtte Barbara „Ja. dat is akelig, went de jongens gooien me altijd, 't is net of zo de mfk op mij heb ben." „Op mij ook," troortte Barbara, „geef me maaT een hand"cn jawel daar om den hoek stond een troepje en oven later pats, pats, re gende 't ballen op de palmensjaal en den mantel van 't jaar nul. Maar gek, Barbara werd niet driftig, nu ze dat kleine handje in de hare voel de en Miek merkte 't hoest niet vafiopgewon- denhcid en plezier. Och, wot wos 't heerlijk in dat kleine ka mertje, aan 't eind ven die smalle lange gang. Hoe lokkertjes brandde 't potko'ehcltje en dun 't verre uitricht over al die besneeuwde vel- deru Miek wil jc dekken en hier zijn nog een pior sneedjes brood, wjl je die kruimelen vooi de rmisschen." „Jawat graag," lachte Miek blij, maar op eens rolden er dikke tranen over haar wangen „Wat scheelt er an meidl" vroeg Barbara goedig. „Och, eigenlijk niemendal, 't is maar omdai ik gedurig denken moet an vroeger, an thuis, dear keek ik ook roo op die verre velden cn omriat ik nu zoo b'ij bon, en ala ik weer in htrs ben zal ik wel liever zijn en voor ze zin gen als ze dat willen." „Je bent een beste," zei B^bc-ra. „en je bent hieT niet voor 't laatst, hoor P 's Middags wandelden ze naar 't bosch en na de boterham gingen ze gearmd naar de kerk. „Eén ding «pilt me, hartje, nou hangt er niernen4*! on den boom voo»- jou, omdat je niet op die Zondagsschool bent V JDct geeft niet, ols ik 't maar zie," lachte Mi-k blij. En daar in de kerk naast Barbare luisterde Miek raar 't mode Kerstverhaal dat da do minee deed en ze zeg daar den groenen boom met al zijn lichtjes cn da err tusschen zwevend ft an elastiekjes de kerstengeltjes met den gou den vleugeltjes. Wet mooi was 't om daar naast Barbara to zHen, om bij iemand te hooren en te luisteren naar 't verhonl van vrede en liefde onder de rnenschcn, van geduld en verdraagzaamheid, en dan 't orgel net of 't veel mooier klonk der» alle and*re Zondagen. Toen haast oHe kfndcren wnt kregen, greep Barbara Miok's hondje „Mot \e je maar niet ontrekken, zeg mij maar wnt jij nou wel eens graag zoo hebben als je kiezen mocht." ,.D. zoo'n *r geitje," flu;sterde Mïek, „maai det kan natuurlijk niet," lachte ze toch tevre den. Eindelijk kwam er een omd aan 't mooie verhaal, de m*n«chen schuifelden onder 't or- gehoel de kerk uit. JB'ijf hier even staan," fluisterder Barbara, „ik kom zöd terug." Mfrke tusschen alle fnon- schon in, keek nog steeds naar de Wilde, groe ne takken mot de vroolijke gbzende lichtjes. „Hier, Miek, voor jou. de kost-rsj^ngén hreft er oen vx>r jc afgeknint," cn Barbara reikte haar een fijn kHn popje aan, een kerstongel in wit zijden rokjes met zilverwitte vleugels „O, Barbara, o, ik zoo'n mooi engeltje." Ze wos stil van dankbaarheid. En dit was nu wel de heerlijkste wandeling, die 2e in <fie twee janr gedèan had. Haar eene handje onder do palmensjaal en in 't andere danste, zweefde in de koude winterlucht t wftte engeltje- 't Vroor weer een beetje en de hemel was vol sterren. Gcon jongens gooiden sneeuwballen, schal den Barbare-Bal uit, geen kinderen plaagden Miek uit 't huis om haar lang gezicht, haai mantel door oude Santje gemaakt. Stil cn vre dig $rng ieder naar zijn huis. Bfj 't gezapige lampje, ée voeten bij 't ka cheltje dat neg wat epgc-stóoïct werd, dronken Barbara en Miek thee. „En klêe je Mer nou maar ««R. kijk in drie brd*tee slaap ik en daarover fit", zei Barbare. Een half mjr late© d»kt* B^^bara ho^r toe. ^N" dóa ik 't U^ht uit Mi^k, an haal *t ger- dim hóóg or>, dan hebben w tichj *,ni\ de «noetrw er. da stareèr»Maar zeg, Mrk ik ben geen dominee, ft kan niet mooi pre tor en ft heb too geen $?*g ook... Maar dit wou ik maar zeggen, wil je bij me blijven, me helpen in mijn winkeltje, in mijn kamer 's avonds me* me naaien als je van school komt, ik had zoo'n schik met je moeder vroe ger en daar Ijjk je zoo op, alleen, die 1 vroolijker, dat is 't onderscheid." Jk altijd hier, nöoit moor naar "t huis? O, zoo graag, als 't mag Dat zou de moeder wel met 't armbestuur in orde maken. En voordat Barbara wist wat or gebeuïde, waren er twee magere armpjes om haaf hals en een zachte stem zei: „fk zal altijd gedien stig zijn." „Och mijn goeie fieve, hals, wij zullen 't samen wel rooien en een best leventje hebbcnl" Buitan woei een scherpe Noordenwind, de sterren schitterden aan den hemel, do wind woei de losse sneeuw p, maar binnen was 't nog warm, zong de ketel zacht op 't uit gaande kacheltje en boven m de bedstee zweefd* ren kleine, witte kerst-engel en daar vTak bij droomde nu een me^je heel verward van kerst-engelen^ die eens palmensj-len en dan weer wit-rijden garige rokjes droegen. BEUKENOOTJES. Veel kindertjes loopen fn het beukenbosch. Buiten de g'adde peadjes. Ze zoeken de glimmende nootjes kt 't moa^ En tusschen de gro</o blaadjes. Hun jolige slem.net jes, 't blije geroep^ Is al uit de verte te hooren Hat lijkt wel een roerige tjilpende troep Van muschen tusschen het koren. Ingez. door Lijsterbes. De Rubriek van Oom Karei. De winterpret, waarover ik jelui de vorige week schreef is helaas maar van korten duur geweest. Dat was zeker maar een voorproefje, want we zullen maar niet veronderstellen, dot er nu verder niets meer van komt. Trouwen», daar behoeven we heusch niet bang voor te rijn. want de winter is nog lang niet voorbij. We zitten pas aan het begin en kunnen nog heel wat verwachten. En je moet zoo nu err dan maar eens naar do lucht kijlcen, den zie je wel dat er nog heel wat sneeuw in rit. We zullen dus alleen nog wat geduld moeten heb ben. De vorige week was er tusschen de raad sels bij ongeluk een regel gekomen, die bij het versje thuis behoorde Toen ik het zag, schrok ik geweldig en dacht, wat zol er nu wel van de raadsels terecht komen. Maar gelukkig te dat nog al meegevallen. Jehii hebben er blijk- boar geen löst vón ondervonden Nu. heel erg storend wos het ook niet. Je kon eigenlijk wel raden wat er moest staan. Wat groeit ons aantal neven en nichten leuk hè. Bijna iedele week komen er nieuwe bij. Maar helaas gaan er ook vèak oude weg. Sommige verhuizen naor een andere stad, an deren dcriken, dat ze te „Oud" wórden om met een kind rkrant mee te doen daarvoor hoef je je anders nooit te oud te achten hoor! weer anderen krijgen to vee! huiswerk, zoo dat er geen tijd overschiet voor de krant en soms zrjn er ook, ja dat fs eigenlijk heel vreemd, die doen mee tot ze een prijs hebben gekregen «n blijven verder weg. Zóo ken ik er één, dio altijd heel tróuw mée deed. Eenige weken geleden kreeg dat neefje of nichtje een prijs en sinds dien hoor ik niets meer van hom of haar. Ik vreet relfs niet eens, of de prijs goed tn haar (rijn) bezit te gekomen Natuurlijk vind ik zoo iets lang niet aardig en is het daarom ook nfet begonnen. Maar ge lukkig denken lang niet allen eT zoo over en heb ik zoo iets nog maar een paar maal ge merkt in al de jaren van ons Vrnderkrantbe- staan. En als het necffe of nichtje, die zoo plotseling na den or ijs te weggebleven, dit leest, zal ze misschien wel weer gauw terug komen. Laten we het hopen, want het te altijd vervelend als we oude namen m onze corres pondentie rubriek móeten missen. RAADSELS. De oplossingen ven ée vorig» week. De oplossingen van da vorige raadsel» wa ren I t Als de nood het hoogst te, te de redding het meest nabij: met de woorden: Maas, Dice, Brantas. Mandarijn, Roos, Borneo, Atlas, Taal Meer, Den. Dina, Hort, Helder, Longtstreat, Gerben Iris, Doen. H rook, vleesch. IH de lettóT R- VL Kerel Krecm is kleermaker. Deze week is de prijs gewonnen door Mier die hem a.s. Maandag aan one bureau kan komen afhalen. NIEUWE RAADSELS, l Altijd loopen. noodt eens rusten, Loop je niet, zoo heb je niet* Nooit terug, altijd vooruit,. En niemand die mij zietr Komt uit? (ïngoz. door Damvlooltja.) n a V au |H -f w -r i+ t r 1st» rij een medeklinker. 2e rij een lichaamsdeel 3e rjj «en ander woord voor Zuigeling. 1 4e rij een ander woord voor lawaai makci\ 5« rij het gedaagde woord. 6a rij iets wat men bij het toilet gebruikt, 7e rij iets wat men in den tuin vind. 8e rij te een vrucht. 9e rij een medeklinker. 'ij* fc (Ingez door Zonnestraal*je.f X X X X X X 0 X u X X X -WW Op de kruisjeslijn ée naam van ©én vruehfc Tste rij hot gevraagde woord. 2e rif een meisjesnaam. 3e rif een rtemvTvcht. 4e rif ©en dter dat kinderen graag zien. 5e rif een slee m*t paarden. 6a rij een medeklinker. T:T8«T (Ingrw I IV. Jonnesehftttl t "1 Maak van dc onderstaande letters de namen van éen vader, móéder en kind van een gav»« derdo familie. J liuaaepkkkhnn* T"* V5Ü Ingez. door Wildzang» 1 CORRESPONDENTIE. Lijsterbes. Dos St. Nicola as hoeft jat ook nogal goed bedacht Dat zal wel geen prettig gezicht zijn geweest. John. M. Zoo ben je daar weer. Nu dat kan ft mo nu wel indenken. Je, zekér is dat een Jongensnaam. Het is er wel niet een dfc) Je federen dag tegenkomt. Volgende keer meer. Cleopatra. Nee, zoo erg is het nog niet, maar je moet niet meer zoolang weck ten. Nu, je weet er weg mee Ik zal het nog eens vragen. Vinkje. Dus je neemt hot echt ernstig op, nu dat te prettfg, hoor. Vériang jc daar nu a! weer naar? Ik heb jou ook niet gezien, Dot te goed. P r i n 8- Waren ze erg moeilijk Nu. dat was een drukfout, ik heb het ook gezien, érj was voor heel iemand anders bestemd. Dat vindt je zeker erg fijn hè, om naar het kerst* feest te gaan. Dan mag je wel opschieten. Kwik Dat gebeurde haast iedereen. Nrf hef is vóór heel wat mort schen mant beter, n'<| het niet zoo glod en zoo koud is. Klaverblad. Een volgende weel krijg ik zeker een lange brief hè C1 y v ia. Dat zal toch wel een toer rijn, want je kont er soms niets «an do«ru Pfjn z*r* kér hè. Nu dat waren ze ook niet Bobbie. Dus dat viel ja niet mae. Duf zal wel. Weerwolf. Nu misschien komt hijwrl gauw open. Hartelijk dank, ik zei wel k^ken of cr iets bij Spin. Ja, dat zal ik nog wol ©ens doen, fk beloof het jc Slaap maar lekker. Mier. Volgende keer meen Dat gaat nog beter a's iets anders. Sneeuwitje. Vomdt je te erg mooi* lijk. Er was ook een drukfout in. Dat as hoe- lemaal toeval, hóór. W i 1 d 7.0 n g. Nu, dat is zeker oen rijd geleden. Dat is knap van je. want het was een heele toer Hartelijk bedankt voor de raadsels. Ja. zeker te dat van jou, maar je had de op* losing er nfet bij gezet. Roodborstje. Je bent hartelijk wel* kom, hoor. Dus daar hou je erg vee! van. tt zou maar oppassen Je kan nooit weten. Nu als hij tijd beeft graag. Hartelijk bedankt voot het raadsel. Blondje. Ieder op zijn beurt. Dat is goed. Dank je wel hoor. Is hét van deze week niet, dan toch de volgende. Tip. Nu, daar kan ft wel inkomen Dat !s moer gelukkig. Lilliputter. Ja, det was het zeker- Dank je wel hoor. Een niet. Het h er tod*' een. Neptunus. Vindt je dat zoo jammer. Zul je het mij ook vertellen. Dot zal altijd zoo zijn voortaan. Kampioen. Dat was een boffartje hè. Daar feliciteer ik je mee. Dus ben j© er blij mee. Dot doet me plezier. C11 p i d o. Ja, gezellig hè. Dus een heale-* boel gezelligheid bij cftaer. Dat denk ik 00& wel. Ja, dat vindt ft ook. Zonnestraaltje. Weet je wat eert van de neefjes mij eens schreef. Dat hij naor bedje kapok fn de lakenstraat moest. Dus daar moest hij ook heen. Meidoorn. Dank je wel hoor. Dat vindt iedereen haast heer lift. Silene. Dank je wel voor Jc verbaal*je. Helaas ken het deze weck niet meer worden geplaatst, maar dc volgende week komt het er beslist fn. Mevr. O. Do vorige week was de cor respondentie ann U ietwat verminkt. De ge-» vraagde plaatjes zijn er op het ©ogenblik nSot. Mocht U andere plaatjes in ruil willen ont vangen, dan zou ik graag even weten welke en vooral de nummers van de gewenschte plaatjes. Boterbloem. Krijk ik dar» een lam» geren brief van je? Lenteklokje. Het komt wel weer. Det zol je eens rien. O, ja dat geloof ik wel Dat zeg ik ook. Regen dropje. Van hetzelfde hoor* Dc hoop het maar voor je. ONS RUXHANDEIHOEKJE. Cl»op«tT» schrijft mij dat se 20 clila. nenpmten heeft en Ae ïraag voor Sunlight of - Vim bannen willen ruilen. Vie kan haar daar Op da krmsjealijn komt do schuilnaam ran sen helpen? SOM KAREü

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 11