INDRUKKEN VAN
EEN DAG BIJ
PHILIPS
Nieuwe energieën
'N GROOTBEDRIJF
HET DRAMA
VOORGESCHIEDENIS
ERVAN
Een reconstructie van
het gebeurde
GROOTEGAST
Een fabriekje in 1891 begonnen
geworden tot een toovert
paleis.
'Als het teere droomkoninkje van Heyer-
mans, van dien schrijver misschien de
schoonste schepping, met zijn ouders, die
hij „groote broer en groote zuster'' noemt,
van Amsterdam reist naar Heerlen, wordt
hij bij Eindhoven even wakker
„Goeie morgen, groote broer" zei-ie, nog
slaapdronken. Daar most-ie zelf om lachen.
En toen keek-ie z'n oogen uit. In grauwe,
log-bruine lucht, door grimmige koppen
geploegd, statigde 'n sprookjespaleis, nog
hooger haast as de wolken, en 'r waren
een lichies in, 'n lampjes, 'n brandendo
sterren, of 'r 'n poort van den hemel bij
vergissing openstond en je de kamertjes
van de engelen binnenkeek. „O, zie je dat
Moeder?... Zie je dat Vader?..." fluis-
terde-ie, om de menschen, die achterover
leeën te slapen, niet wakker te maken
„Zie je dèt Daar woont de betoo-
verde prinses
Het is de visie van een klein en droo-
marig kereltje, dat op dat oogenblik nog
weinig vermoedde, dat eens, veel later,
zich de poorten van dat sprookjespaleis
ook voor hem zouden openen, toen hij al
bijna een man was geworden, met al haar
op de bovenlip en den baard in de keel,
die zijn brood er moest gaan verdienen.
Do visie van een kincL Maar ook zij, die
geen kinderen meer zijn, zullen als zij er
voor het eerst tegenover staan, vooral des
avonds, het zien, zooals droomkoninkje het
zageen sprookjespaleis van een betoo-
verde prinses.
Trouwens in dit paleis woont ook wer
kelijk pon prinses, schoon een veel reëelere
en modernere dan Doornroosje en zeer ze
ker niet in een honderdjarigen slaap ge
doken. Integendeel, deze prinses is zeer
kwiek en monter, zij regeert met forsche
hand de wereld, haar ministers zijn man
nen van dezen tijd, geen prinsen met be-
pluimde mutsen en fluweelen buizen, en
haar naam is „electriciteit"Zeker, ook
hier is het sprookje en het is misschien
wel fantastischer dan de sprookjes van
honderd jaar slapende dames, dio door
sentimenteele heerschappen tenslotte wor
den gewekt. Want het is het sprookje van
onzen tijd, van werkkracht en mensche-
lijk vernuft, van genie en durf, van on
gebreidelde energie en ook van vurigen
strijdlust, die het schijnbaar onmogelijke
mogelijk gemaakt hebben.
Een fabriekje, in 1891 begonnen, met
weinig kapitaal en ongeschoolde werk
krachten. Een werktuigkundig ingenieur,
die ook wel voor chemie voelt en gelooft,
dat er wat zit in gloeilampen. De eerste
jaren verlies. Dan in 1895 voor het eerst
11.000 winst Ontzaglijke moeilijkheden,
telkens nieuwe uitvindingen, die in het
buitenland gedaan, de bestaande metho
des waardeloos maken. Geen nood. Hier
vindt men het ook en vaak beter. Steeds
grooter bloei. Dan de oorlog. Duitschland
verbiedt uitvoer van glas. Binnen een half
jaar blazen ze bij Philips zelf de ballons.
Duitschland verbiedt uitvoer van Argon-
gas, het is het eenige land, dat het le
vert Binnen een half jaar maakt Philips
zelf Argongas, beter van kwaliteit dan het
Duitsche Coup d'essai, coup de uk litre
Nu is de, Philips edelgasfabriek de groot
ste van Europa. In elf jaar tijds Het klei
ne Philipsfabriekje van 1891 is nu een
macht geworden, waar heel het land mee
rekent. Meer dan 15000 arbeiders, een eigen
arbeidersdorp met mooie hygiënisch inge
richte huisjes, eigen scholen op allerhand
gebied, een laboratorium scheidkundig en
natuurkundig) waarvan Prof. Compton, de
winnaar van den Nobelprijs 1927 voor na
tuurkunde, verklaard heeft, dat het het
beste is van Europa en op één lijn gesteld
kan worden met de twee allerbesten van
Amerika, eigen sportvereenigingen, en zoo
voorts. Een bedrijf, dat niet alléén een
groote industrie is, maar een cultureele
macht vertegenwoordigt in ons land.
In 1895, dus nauwelijk 33 jaar geleden,
werden vijf honderd lampen per dag ge
maakt, nu bijna 300.000
Zelfs het minst chauvinistische hart za!
toch even warm worden bij de gedachte,
dat dit alles in ons té vaak klein ge
noemde landje, mogelijk was.
Impressies van een leek van dit bedrijf,
ze zullen den lezer geen gedetailleerde be
schrijving geven van de technische ver
vaardiging der gloeilampen, want de in
drukken, die je hier krijgt, zijn als van een
wonder, dat je niet bevatten kunt, zelfs al
legt de technisch zéér onderlegde geleider
ook alles zeer haarfijn en overzichtelijk uit.
Misschien is het ook beter zoo en is de
indruk er te dieper en overweldigender
door. Heeft niet een groot philosoof eens
gezegd, dat we nooit moeten trachten hei
wonder te doorgronden, omdat het dan op
houden zou wonder te zijn
Een Fordbusje brengt ons naar de Glas
fabriek, die op eenigen afstand van de
gloeilampenfabriek ligt. Eerst een onaf
zienbare lange hal, waar de potten van
vuurvaste klei gemaakt worden voor de
glasovens. Deze worden hier met de hand
vervaardigd. We zien er de arbeiders, die
de klei met zorg eerst met de voeten kne
den, dan zien we, hoe de grove vorm wordt
opgezet en eindelijk, hoe met oneindige
zorg de pot voltooid wprdt. Deze moet vol
komen humogeen zijn, omdat er anders bl]
de ontzaglijke temperatuur van 1200° Cel
sius barsten 2ouden ontstaan. We zien den
arbeider zijn werk volbrengen met de toe
gewijde aandacht van een kunstenaar en
het resultaat is waarlijk als een kunst
werk, zoo fijn en volmaakt afgewerkt.
Aangezien deze potten slechts 6 a 7 weken
kunnen worden gebruikt en 5 6 maanden
moeten drogen, kan men zich voorstellen
welk een ontelbaar aantal hier opgesteld
staan.
Dan, de afdeeling waar de grondstoffen,
die later het glas zullen vormen, gemengd
worden in groote schudmachines. Wit zand
en roode menie en potasch en soda liggen
er in hoopen. Het is weer voor den leek
het mysterie, dat uit deze stoffen het won
derlijke glas ontstaan zal. Hot is den schei
kundige misschien heel duidelijk onze
geleider lacht wat om onze verbluftheid
maar den ter zake ontwetende is dit. alles
wel erg onbegrijpelijk.
De mannen dragen hier stofmaskers,
want sommige dezer grondstoffen zouden
nadeelig voor de gezondheid kunnen zijn,
maar Philips zorgt voorbeeldig voor zijn
menschen en op deze wijze is gevaar uit
gesloten.
Dan de glasblazerij zelf. Een onafzien
bare hal met talrijke ronde verhoogingen,
waarop glasovens met hun blakende mon
den van vuur. Daaromheen de glasblazers
met de blaasroeren, waaraan de vurige bol
letjes gloeiend glas. Duizenden dansende
dwaallichtjes.
Onwillekeurig denkt men even„Als
droomkoninkje, die hier later zelf werkte,
toen hij een groote jongen was geworden,
dit eens had mogen zien, toen htj nog het
kleine kereltje was, dat op dien avond in
den trein zoo verrukt was van het sprook
jesachtige, groote fabrieksgebouw. Hoe
prachtig zou hij dit toén gevonden hebben!
Waar de indruk zelfs voor een volwassene
looverachtig is.
In dit fabrleksgedeelte heerscht nog de
handenarbeid en dat maakt het misschien
juist zoo boeiend. Hier is iedere arbeider
een persoonlijkheid, een kunstenaar, en
schijnt het haast, of hij als kunstenaar iets
meegeeft van zijn persoonlijkheid aan het
ding, dat hij maakt. Zie, hoe onbeschrijflijk
handig hij het klontje vloeiend glas, aan
het uiteinde van zijn blaasroer, wentelt,
zwaait, weer wentelt, er even wat lucht in
blaast en weer wentelt tot het zoowaar al
den vorm van een gloeilamp begint te krij
gen, dan even in den vorm aan zijn voeten
en de oervorm van den ballon komt glan
zend te voorschijn. Het is de telkens weer-
keerende verrassing, het te voorschijn ko
men van die volmaakte glasvormen in al
lerhande maten en modellen, tot de groote
melkglazen (Argenta) armaturen toe. Zie
dan hoe handig het jeugdig maatje na even
vijlen den te langen hals van de blaaspijp
aftikt. En zie dan voor&l ook het buizen-
trekken.
„Kijk hier", zegt onze geleider en sleurt
ons mee. Een lange baan. Een der glas
blazers heeft uit den oven een klomp
gloeiend glas genomen aan zijn blaasroer
en na verschillende ons onbegrijpelijke
manipulaties van het glas ronddraaien
op een ijzeren plaat en weer nieuw vloei
baar glas er bij nemen en weer draaien,
komt er een ander bij, die met zijn pijp
waaraan hij reeds een soort glazen schaal
tje gemaakt heeft, den glasklomp opvangt
en nu gaan beiden lanezaam, zeer zorgvul
dig, zeer voorzichtig achteruitloopen. steeds
blazend met geweldige bolle wangen als de
wind uit het sprookje en wij zien het rood
gloeiende glas plotseling worden tot een
kristal heldere glazen buis. Een ander paar
is naast deze twee bezig. Aan het einde van
de baan zit een manneke cn snijdt met een
laconiek gezichtje de buizen netjes tot stuk
ken van gelijke lengte.
De buizen zijn van verschillende door-
snode. „Dat doen ze op het gevoel, meneer,
handigheid, oefening", zegt de ingenieur.
Jawel oefening, maar het blijft toch onbe
grijpelijk, dat ze dat kunnen 11 m.M., 15
m.M., 20 m.M., precies de maat, het scheelt
«een fractie van een millimeter.
Het blijkt ook de zwaarste en veel-
eischendste arbeid te zijn, dat buizentrek-
ken. „Daarom doen we het óók al mecha
nisch", en twee minuten later staan we In
de afdeeling, waar dit gebeurt. Voor den
technicus misschien overweldigend, deze
machines, die tot ia het oneindige buizen
oroduceeren, maar ons overweldigde toch
meer die eenvoudige mannen, die zoomaar
ip het gevoel de buizen op precies de ge-
wenschte dikte wisten te trekken.
„Nu gaan we kijken hoe de lampen ge
maakt worden", zegt de geleider, die nog
heel jong is en die wel heel erg knap moet
zijn, want ondanks zijn jeugd is hij al ja
ren ingenieur. Dit zijn wel de menschen,
die ze hier hebben moeten en die mede hel
pen kunnen de zaak steeds grooter te ma
ken. Vaart is er in alles en een ieder schijnt
er van bezeten te zijn. Tenminste wij ^r|J"
gen geen gelegenheid ergens lang te blij
ven kijken en de indrukken op ons te laten
inwerken.
We kunnen slechts even vluchtig de ra
dio-fabriek, waar de ontvangtoestellen, g«-
lijkrichters. luidsprekers, enz. gemaakt wor
den, het laboratorium, de papier- en car-
tonnagefabriek bezichtigen.
Op de*) terugweg naar de groote fabriek
komen we voorbij een allerliefst modern
gebouwtje Philips Kleuterschool. Even er
in. Het is alleraardigst. Ongelooflijk keu
rig ingericht en popperig klein alles, de
stoeltjes, de tafeltjes, de bankjes voor de
kleuters. Hier wordt het kroost van Phi
lips' arbeiders overdag zoet gehouden en
zoö wordt reeds op dezen jeugdigen leef
tijd de eerste grondslag gelegd voor een
betere toekomst. Want in zoo verzorgde om
geving, onder zoo goede leiding, moet het
komende geslacht, dat hier reeds zoo vroeg
den invloed ondergaat van netheid, rein
heid, licht cn lucht, wel opgroeien tot een
psychischen levensstandaard van beter en
hooger kwaliteit dan de vorige generaties.
Dan weer de gloeilampen- en radiolam-
penfabrlek. Weer eindelooze zalen. Nu al
les machines. Maar machines, die van een
zoo wonderbaarlijke ingonleuzlteit zijn, dat
ze soms wel menschelijk schijnen, zooals
ze, als met voorzichtige menschelijke han
den, de onderdeelen aanvatten en zorgvul
dig in elkaar zetten. Hier zien we het heoij
le proces, hoe de gloeilichamen, die in de
gloeilamp behooren, eerst in elkaar gezet
worden, hoe die dan weer in de ballons
worden gebracht, hoe er de koperen dop
opgezet wordt, hoe tenslotte het fabrieks
merk erop gebracht wordt en hoe ze
proefbranden. De kamer met de brandra
men, waar de duizenden lampen branden.
,,'N lampies, 'n lichies je moet er doot-
een donker glaasje kijken, anders zou je
er verbiJnd vandaan komen.
We zien, hoe wolfraamdraad getrokken
wordt, een blijkbaar enorm geniaal proces,
omdat het wolfraam een poeder is, dal
bilna niet in vasten toestand te brengen
is. we zien den draad oerst als een tele
foondraad zoo dik gewonden worden
om immense spoelen cn dan om steeds
kleinere spoelen, tot hij zoo dun is, dat do
miscroscooD er op gesteld moet worden om
le controleeren vijfmaal dunner nog dan
een menschcnhaar. We zien de meisjes, met
een onbeschrijfelijke handigheid, de dra-
denden op het glazen raampje aanbrengen,
dat later als geheel het gloeilichaam zijn
zal, we zien... we zienzooveel, dat
het niet meer te onthouden is, dat het
wordt als. het flitsen van een moderne film
dat de indrukken worden verward in ons
brein tot een beeld als een futuristische
creatie van Kandinsky of Picasso cn dat
is waarlijk niet bevorderlijk voor de klaar
heid van begrip.
Na een kijkje in de radiolampenafdee-
liug te hebben genomen, wippen we nog
even de polikliniek binnen en zien er de
Drachtige moderne inrichting, die werkt
voor het lichamelijk heil der arbeiders, we
krijgen een kijkje op het psychotechnisch
bureau, waar de menschen die solllicitee
ren op hun psychische kwaliteiten be
proefd worden en waar met een wonder
lijk systeem van bladen papier met puntjes
bezaaid, waardoor ze verticale cn horizon
tale strepen zetten moeten, met strikvra
gen cn associatieve woorden, dio onthou
den moeten worden en nog veel meer, na te
gaan is, of ze bruikbare krachten zijn.
Dit systeem schijnt, zeer te voldoen en
Philips is natuurlijk weer een der eerste
indnatrieèn, die het toepaste in ons land
Het heeft dit groote voordeel, dat men er
pen zekerder selectie van werkkrachten
maakt en vele menschen er de ellende door
hesnaart van aangenomen te worden, ter
wijl spoedig daarop blijkt, dat ze niet ge
schikt zijn. Dan is het avond geworden cn
merken we, dat we een ganschen dag in
deze enorme fabriek hebben doorgebracht
„Nu hebt U het belangrijkste wel zoo wat
eezlen", zegt de geleider.
Als we des avonds in den trein de laatste
glansen van de zich met. vurige roode let
ters tegen den nachthemel afteekenenden
naam Philips langzaam zien verscheme
ren, bedenken we nog even. dat we dezen
dag wel iets heel bijzonders hebben be
leefd.
Want wat staan wij, die dagen kunnen
doorbrengen in een Louvre of Mauritshuis
urenlang neuzend voor een klein ons dier
baar schilderijtje, die wekenlang snuffelen
in oude boekerijen, in incunabelen, die ons
soms niets leeron, vér van het. waarachtige
kloppende, rhvtmische leven van dezeD
tijd en wat is dit alles grootsch. overweldi
gend, wat leert het ons duidelijk, dat er
evolutie is, dat de wereld vooruitgaat, zoo
lang er de energieën zijn als deze, die niet
aléén haar bedrijf voortuitstuwen, maar
ook zorgen, dat haar werk tot een cultu
reele macht n klacht wordt, die zorgt, dat
het leven voor den eenvoudigen mensch,
die zijn brood met handenarbeid verdient,
beter en schooner wordt, dan het vroeger
was. O zeker, er is in dit alles een sterk
bewijs, dat er evolutie is en men behoeft
niet te betwijfelen, dat de moderne tech-
Diek ertoe bijdraagt. Dat enkele kunstzinni
ge naturen gekwetst worden door de onaan
gename dingen, die er nu nog noodzake
lijkerwijs aan de moderniteit verbonden
zijn, als daar zijn dawaai, onrust, gejaagd
heid, verdwijnen van de dingen die lief,
rustig, vertrouwd en mooi waren, doet er
niets aan toe of af. Want dat alles is
slechts tijdelijk en alleen, omdat de ge
wone menschheid nu eenmaal niet in staat
was gelijken tred te houden met den ra
zend snellen wereldvooruitgang. Het is de
ontzettende vaart, die een tijdelijke ver
bijstering veroorzaakt. Maar als we het
jonge geslacht zien, dat opkomt in de nieu
we wereld en vooral dóór in dat arbeiders
centrum en heiligdom van dc schoonste re
sultaten der moderne technische weten
schappen, dat aldus wel als een symbooi
mag beschouwd worden van de heele toe
komstige maatschappij, dan beseffen we,
dat werkelijk de wereld gaat naar een rij
ker en intenser leven, dat een nieuwe
schoonheid zal komen inplaats van de
oude. En dat het ónze fout is te treuren
om Beethoven en Rembrandt, terwijl we
niet zien willen, dat er iets anders voor
hen in dc plaats zal komen. De herinnering
is iets heel teeclers en beheerscht veelal
den menschelijken geest. Maar ze belet ons
té vaak de toekomst te zien
AUTOBOTSING.
Gistermorgen had op den Muiderstraat-
weg tusschen Muiden en Naardcn een bot
sing tusschen twee luxe-auto's plaats. De
auto's werden zwaar beschadigd. Persoon
lijke ongelukken hadden niet plaats.
HET RIJKSZUIVELSTATION TE
LEIDEN.
Bezoek van minister Kan.
Zaterdag heeft de waarnemende direc
teur-generaal van den Landbouw, dr. A. J.
Swaving, namens den minister van Bin-
nenlandsche Zaken cn Landbouw, mr. J. B.
Kan, een bezoek gebracht aan het Rijkszui-
velstation te Leiden, waar in den vooraf-
gaanden nacht brand was ontstaan, ver
moedelijk tengevolge van zelfontbranding
van chemicaliën.
De lokaliteit, waarin het vuur uitbrak, is
uitgebrand.
De directeur van het Rijkszuivelstation,
dr. van Sillevoldt, verzekerde dat de werk
zaamheden in de chemische laboratoria
reeds op a.s. Maandag 21 dezer, zouden
kunnen worden hervat.
Van den zelfkant der
samenleving
Naur een speciale verslaggever der „Tel."
uit Grootegist meldt, heeft 't vreoselijk dra
ma dat zich heeft afgespeeld, een voorspel
gehad. In een klein huisje op de heide
woonde S. Wobbes met zijn vrouw Aaltje
van der Tuin, welke laatste ongeveer 30
jaar was. Zij hadden zes kinderen van twee
tot zeven jaar. Er was vaak gebrek in de
woning en na eenigen tijd kwam Wobbes
op hetonzalige idee diefstallen te plegen.
Hij was als oud-knecht goed bekend in het
pakhuis van Stokkeboom en van de situatie
aldaar geheel op de hoogte. Zoo ontvreemd
de Wobbes daar huiden en wol. De diefstal
len kwamen echter uit. Beweerd wordt, dat
zijn vrouw hem tot een en ander zou heb
ben aangezet. Wobbes werd gearresteerd en
tot anderhalf jaar gevangenisstraf veroor
deeld, welke straf hij aanvankelijk moest
uitzitten in Leeuwarden. Later werd hij naar
de openluchtgevangenis te Veenhuizen ver
voerd.
In deze gevangenis zon Wobbes op wraak.
Hij kon het den veldwachters maar niet ver
geven, dat zij hem hadden aangehouden.
In zijn brieven vanuit de gevangenis aan
zijn vrouw schreef hij herhaaldelijk, dat
zoodra hij weer thuis kwam, hij wraak zou
nemen. De vrouw was intusschen armlastig
geworden en kreeg van het Burgerlijk Arm
bestuur ondersteuning. Doch zij vond het
bedrag van dezen steun to gering cn sprak
meermalen de bedreiging uit, dat als haar
onderstand niet zou worden verhoogd zij
haar kinderen zou verlaten. Tijdens de af
wezigheid van haar man had Aaltje het bo
vendien met de echtelijke trouw niet zoo
heel nauw genomen en was haar echtgenoot
wel ecnigszins ontrouw geworden.
Op donkere avonden kreeg zij wel bezoek
van een 33-jarigen vrijgezel, die even verder
hij zijn oude moeder, de weduwe Wijkstra,
inwoonde. Hij oefende het beroep uit van
metselaar-voeger, klompenmaker, muzikant,
doch bracht zijn tijd veelvuldig in ledigheid
door.
Van hem ging in deze streek de roep uit,
dat hij een bijzonder goed schutter was, het
geen hij meermalen had bewezen. Onder
zijn kornuiten van de heide gold het als een
hij zonder kunststukje, wanneer hij een luci
fersdoosje van een op ccn tiental meters
verder geplaasten kameraad van het hoofd
afschoot.
Gewoonlijk werd dit bravourstukje gevolgd
door een ander. Men hield dan n.b. op tien
meter afstand een halve-stuiverstukje tus
schen wijsvinger en duim, hetgeen Wijkstra
met onfeilbare zekerheid er tusschen uit
schoot. Wijkstra was de Willem Tell van dc
streek. Doch nimmer heeft men vermoedt,
dat deze zelfde schutter tot een zoo gruwe
lijke moord als heden gepleegd in staat zou
zijn.
Hij stond ongunstig bekend, zoo zeide ons
de burgemeester van het vredige dorp Groo-
tegast, de heer W. Bonnema, met wien wij
nog een kort onderhoud mochten hebben,
doch een voorname eigenschap bezat'hij in
groote mate, n.l. den haat tegen cle politie.
Wanneer maar een veldwachter zijn wo
ning naderde, ontstak hij in woede en nooit
was hij tot een onderhoud met de mannen
van het recht en de wet genegen. Meer
malen zeide hij: „Als ze mij ooit komen ha
len, schiet ik ze kapot". Maar, voegde de
burgemeester hieraan toe, de bevolking van
mijn gemeente is over het algemeen een
goede en rustige bevolking en nooit onder
vind ik eenigen last van hen. Daar, waar
de heide overloopt in de Friesche grens,
wonen eenige belhamels, die in staat zijn
iemand te vermoorden.
Doch nooit heb ik geweten, dat hier een
mensch zou wonen, die een medeschepsel in
koelen bloede kon vermoorden.
Tijdens den omgang \an Wijkstra met
vrouw Wobbes werden beiden het eens over
de te volgen gedragslijn. De meest verfoeie-
lijke daad, welke een moeder kan volvoeren,
volbracht deze vrouw: zij verliet haar kin
deren en ging daarop bij haar minnaar in
wonen. Diens moeder ging daarop bij haar
dochter inwonen te Tolbert.
Aan de moedwillige verlating van dc kin
deren kwam echter de rechterlijke macht te
pas. Van de justitie te Groningen kwam, ge
lijk reeds in het kort gemeld, op 11 Januari
het bevel, dat de vrouw desnoods met ge
weld naar Groningen moest worden ver
voerd, ten einde gehoord te worden. Bij de
eerste aanmaning had de vrouw echter ge
weigerd naar de hoofdstad te komen.
Nu echter werd de zaak ernstiger, ver
volgde de burgemeester, want de Officier
van Justitie had ons gemachtigd desnoods
met geweld de weigerachtige en onwillige
binnen te brengen. Wetende met welk een
gevaarlijk stel menschen ik te doen had,
had ten stadhuize een overleg plaats tus
schen gemeenteveldwachters en rijkspolitie.
Afgesproken werd dat vier politiemannen
zich des morgens in de vroegte om acht
uur naar het kleine huisje zouden begeven,
om in het nachtelijk donker dc woning aan
den Zandweg te naderen en te trachten hun
opdracht te volvoeren. De omgeving was
door den jongsten sneeuwval in een win-
tersch landschap herschapen en zoo togen
onze wakkere mannen op pad. Wat toen pre
cies is geschied, zal wel nooit geheel wor
den opgehelderd, doch naar uit do gotui-
genverhooren valt op te maken, moet het
zóó gegaan zijn.
De oudste van het viertal M. van der
Moolen, een in Grootegast algemeen gezien
cn geacht dienaar der wet, die tevens de
meest bezadigde is, zou het eerst de woning
binnentreden om Aaltje te sommeeren.
Toen Van der Moolen de woning naderde
stond Wijkstra reeds in de deur.
Wat moet je, zal hij gezegd hebben.
Ik kom op last van de Justitie, zoo
zal het wederwoord geklonken hebben, om
je vrouw te halen.
Die krijg je nooit, luidde het weder, en
tegelijk trok Wijkstra een browning en
schoot Van der Moolen door het hoofd.
Toen de andere politiemannen een schot
hoorden zullen twee van hen op eenigen af
stand het huis nader geslopen rijn, terwijl
een derde dekking heeft gezocht in een
droge sloot, aan den kant van den weg.
Doch Wijksloot lag op de loer cn schoot een
kogel van achter de deur uit zijn karabijn
op de mannen der wet, die op de deurope
ning terug hadden „eschoten.
Plotseling werd alles stil en de op het
schieten angstig toegesnelde buren, die op
minstens dertig meter afstand wonen, von
den die lijken op het erf liggen.
Het lijk van een hunner lag over het met
ijs bedekt slootje. Het blanke ijs en de witte
sneeuw waren door het bloed rood gekleurd.
Daarna begaf Wijkstra zich naar de achter
het huisje gelegen schuur, haalde hooi en
stak het huis in brand.
Aaltje van der Tuin, die het intusschen
op de zenuwen had gekregen, liep schreiend
het huis uit en zocht een voorloopig onder
dak hij dc buren. Toen greep Wijkstra zijn
fiets en is weggegaan. Hij begaf zich aan
vankelijk naar zijn gehuwde zuster waar
ook zijn moeder inwoonde, van wie hij af
scheid heeft genomen.
Onderweg ontmoette hij eenige bekenden
wien hij toeriep: „Ik heb vier agenten dood
geschoten en nu ga ik weg".
Toen hij bij zijn zuster was aangekomen
en zijn moeder de daad had bekend, nam
hij na het vertellen van zijn relaas hartelijk
afscheid van haar en zei tot haar: „Nu neem
ik afscheid van jullie, want je ziet me nooit
meer terug."
Inmiddels waren de lijken op een auto
gelegd en naar Groningen vervoerd.
Wat er verder geschiedde is reeds bekend
uit hetgeen wij vanmorgen mededeelden.
Men seint ons uit Groningen:
Zooals wij reeds meldden, heeft Wijk
stra, de moordenaar van de vier agenten
te Grootegast, een volledige bekenis afge
legd. Uit het verhoor is nog komen vast
te staan, dat drie der veldwachters gedood
zijn door den kogel. De vierde, de veld
wachter Meijer, werd niet doodgeschoten,
doch slechts ernstig gewond. De misdadi
ger heeft toen dezen man gedood door hem
den hals af te snijden. Meijer heeft zich
hierbij verweerd en bij de worsteling Wijk
stra aan de hand gewond,
worsteling Wijkstra aan de hand gewond.
Naar de Nieuwe Pr. Gr. Crt. meldt, zal
de teraardebestelling van de beide ge
meenteveldwachters Woensdag te Groote
gast plaats vinden, van Meijer om 12 uur
en van Van der Molen om 3 uur. De stof
felijke hulsels van Hoving en Werkman
worden, zooals reeds is gemeld. Dinsdag te
Groningen begraven.
Deelneming van den minister
van justitie.
De Minister van Justitie heeft Vrijdag
na ontvangst van het bericht omtrent het
voorval te Grootegast, den Procureur-Gene
raal te Leeuwarden geseind, dat hij door
do medtdeeling van hot gebeurde, ten zeer
ste was geschokt en dezen opgedragen aan
de nagelaten betrekkingn van do slacht
offers 's Ministers groote deelneming to
doen beluigen.
DE RAMP MET DE „PRINS DER NEDER
LANDEN".
Door den heer Vruggink, Commissaris
der loodsen cn agent der Zuid-Hollandsche
Reddingmaatschappij werd namons don Mi
nister van Defensie cn den Inspecteur-Ge
neraal van het Loodswezen een bezoek van
rouwbeklag gebracht aan de nagelaten be
trekkingen der bemanning van de „Prins
der Nederlanden".
Er is besloten, dat het lijk van een der
leden van cle bemanning van de „Prins der
Nederlanden", W. Meuldijk, Dinsdagmorgen
a.s. om 11 uur op de algemeene begraaf
plaats te Maassluis ter aarde zal worden
besteld. Het. stoffelijk overscnot wordt van
Hoek van Holland vervoerd, terwijl cle be
grafenis zal plaats vinden vanuit het woon
huis zijns vaders.
Bij de begrafenis zullen o.m. cle Burge
meester dezer gemeente en de Schout bij
Nacht tegenwoordig zijn.
DE POLITIE-VERORDENING
TE KRIMPEN A. D. IJSSEL.
De verboden optocht.
Do kantonrechter te Schoonhoven heeft
L. J. v. d. L„ L. V. en P. de G., reep. voor
zitter, secretaris cn penningmeester van de
muziekvereeniging Kunst en Strijd te
Krimpen aan den Jssel, wegens overtre
ding van het verbod van den burgemeester
aldaar, tot het houden van een optocht op
15 September j.l„ ieder tot 50 cent boete
veroordeeld. De burgemeester had dit vor-
bocl gegrond op den wensch, reeds des Za
terdagsavonds een stemming van rust in
de gemeente te hebben ter voorbereiding
van de Zondagsrust.
De ambtenaar van het O. M. had in do
vorige zitting vrijspraak gevraagd, en als
zijn meening uitgesproken, dat de politie
verordening van Krimpen aan den IJssel
niet meer paste in dezen tijd.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK.
Toen gisteravond de heer van E. uit Maas
tricht met zijn auto uit Vaals naar Maas
tricht kwr V slipte de wagen op den Keer-
derberg. D« heer van E„ die zelf chauf
feerde was op slag dood. Zijn dochter werd
ernstig gewond cn is naar het ziekenhuis
alhier overgebracht. De twee andere inzit
tenden kwamen met den schrik vrij.