WIJNHANDEL J. A. SCKOTERMAN&Zn. COGNAC VIEUX XXX per flesch f 4.50. UTR.S1RAAT 17 Gevestigd 1878 - TELEFOON 145 THEODOOR VERHEIJ Een kind van zijn tijd ACCIJ NS VERLAGING GEDISTILLEERD Ministerieele voorschriften ONZE VERHOUDING TOi BELG1E Het standpunt van onze regeering NAAR VREDE INSTALLATIE VAN DEN RADIORAAD Verdeeling v. d. zendtijd DEN AETHER? Oe bekende componist overleden. Theodoor Verhey is Maandagnacht ge storven. In Juni 1918, toen zijn zeventig- sten verjaardag in het zicht was, vreesden de vrienden van den componist, dat hij dien dag niet halen zou Verhey lag toen ernstig ziek. Tegen de verwachting in knapte hij echter dermato vlug op, dat zijn verjaardag een feestdag worden kon van veel bloemen en vee) bezoek. Nu is do oude toonkunstenaar, die in de geschiedenis van Rotterdam een man van invloed geweest is, heengegaan 10 Juni a.s. zou hij eon en tachtig jaar ge worden zijn. Wie Verhey's naam noemt, denkt na tuurlijk onmiddellijk aan de dagen van de Hoog Duitsche Opera to Rotterdam toen is Verhey in zijn volle glorie gekomen. In 1880 verscheen zijn opera in één bedrijf „Johannesfeier auf Araron', een werk dat zich in vriendelijke ontvangst mocht ver heugen waardoor de directie van de Opera niet het minste bezwaar had eenige jaren later weer een werk van Verhey in studie te nemen, I mi Ida", dat nog grooter succes behalen zou. Weer drie jaar later, in 1888. kwam een derde opera in vier bedrijven, „Krtnig Arpad", die eveneens eenige voor stellingen beleefde. Toen verdween echter de Duitsche Opera en was het tevens met de opera's van onzen stadgenoot gedaan, aldus de N. R. Ct. Maar vijf jaren geleden hebben vrienden van den componist het toch klaar weten te spelen, dal de opera „Imilda" bij ge legenheid van des componisten vijf-cn-ze- ventigsten geboortedag nog eens ver toond is geworden in den Grooten Schouw burg. en bij die gelegenheid hebben wij kunnen eonstateeren, hoe goed dit werk zich gehouden had Zeker, er stond een boe! in deze parti tuur. dat niet meer tot ons te spreken in stoat wasvelerlei bezwaren werden in den loop van den avond geopperd, maar niemand kon ontkennen, dat de muziek brillante d'ngen bevatte, dat. „Imilda" ge rekend moet worden tot het beste uit de na Wagner-periodc. Mon mag dan aan het genre ontgroeid zijn, de groote verdiensten van het werk blijven bestaan; met zijn opera „Imilda" had Verhey zich ons in ziens stellig aan het hoofd geplaatst van zijn componeerende anlgenooten. Iladde de Hoog Duitsche. Opera in onze stad blij ven bestaan, dan zou Verhey's werk stellig nog lang op het repertoire gobleven zijn, zou hem de verdiende bekendheid deel achtig geworden zijn, welke zijn vrienden hem zoo gaarne gegund zouden hebben. Ondanks de pogingen van belangstellenden verleden jaar gedaan, heeft de regeering het niet noodig geoordeeld dezen verdien* slelijken man op zijn tachtigsten verjaar dag een onderscheiding toe te kennen. En fin, hij heeft wel meer teleurstellingen ge had, maar hij wist ze te dragen I Misschien wel omdat hem ook zooveel oprechte ge negenheid en trouwe vriendschap geschen ken is. Theodoru8 Hubertus Verhey was in 1848 te Rotterdam geboren hij heeft nog les sen rehad van Sikemeyer en op de Ko ninklijke Muziekschool te 's Gravenhage van Nicolai en later nog van Bargiel, die Indertijd in onze stad werkte. Zijn geboor testad is Verhey trouw gebleven heel rus tig is zijn leven voorbij gegaan. Behalve de genoemde opera's heeft Verhey heel wat gecomponeerd hij had een speciale liefhebberij in het componeeren voor fluit en daarvan heeft hij veel plezier beleefd de concerten in den a klein voor fluit met orkest zijn ook in het buitenland vaak ten gehoore gebracht. In zijn voor de Katholieke Eeredienst gecomponeerde werken is Verhey geheel en al eon kind van zijn tijd geweest wij ach ten het nu een onbegrijpelijk verschijnsel zoo een sterk, aan de wals uit Gounod's Faust herinnerend „Te Deum laudamus en wij zouden niot meer zonder verbazing naar Verhey's Missen kunnen luisteren. Maar wie eraan denkt, dat de geest van I860 en 1S70 anders was en dat Verhey niets anders deed dan schrijven zooals men het in zijn tijd wenschte (alleen genleen of heel groote talenten schrijven juist anders dun de tijdgenooten het verlangen), die ontdek' in al zijn werken bewijzen van groote muzikale gaven. En hoe of hij het vak verstond, kan men dadelijk uit zijn brillante kunst van instrumenteeren ge waar worden t Onder de eerste Nederlan ders van de negentionde eeuw moet Ver- hev genoemd worden. Dit zij onze laatste eerbiedige groet aan den begaafden mu sicus. Als het ontwerp wordt aangenomen. De minister van financiën brengt ter ken nis van belanghebbenden dut, indien het thans bij de Eerste Kamer der Staten-Ge- neraad aanhangig zijnde wetsontwerp tot verlaging van den accijns op gedistilleerd, enz., kracht van wet zal verkrijgen, de mi nister zich voorstelt tot uitvoering van het 2e lid van artikel 5 van genoemd ontwerp voorschriften uit te vaardigen van den vol genden inhoud 1. De contróle op de hoeveelheden gedis tilleerd waar\oor men teruggaaf van accijns wcnscht te ontvangen, zal plaats vinden in het tijdvak van 15 tot en met 2$ Februari 1929. 2. Ieder die teruggaaf wenscht, is ver plicht daarvan aangifte te doen bij den ont vanger der accijnzon; formulieren voor aangiften zijn ten kantore van genoemden ontvanger verkrijgbaar tegen betaling van 0.02 per stel. In de aangifte moet het gedistilleerd per soort worden omschreven, met vermelding van hoeveelheid en sterkte; de sterkte kan desverlang ambtelijk worden bepaald. De aangifte kan alleen worden gedaan, indien voor het gedistilleerd een geldig do cument tot dekking wordt overgelegd niet ouder dan zes maanden na den dag van afgifte. 3. Het voor teruggaaf aangegeven gedis tilleerd moet worden opgeslagen 1. in een bergplaats van den aangever ol 2 in een bergplaats door den directeur der directe belastingen enz. voor dit doel aangewezen als publiek entrepót. Opslag in eigen bergplaats is alleen toe gelaten, indien het gedistilleerd wordt ge borgen in een lokaal, dat vanwege de ad ministratie der belastingen kan worden af gesloten. Is geen lokaal beschikbaar, dan kan ook genoegen worden genomen met een goed afsluitbare kast of kist Voor opslag onder eigen beheer moet ver gunning zijn verkregen van den inspecteur der accijnzen: deze moet worden aange vraagd en zijn verkregen vóós 15 Februari 1929 Belanghebbenden die op 15 Februari 1929 geen vergunning tot opslag onder eigen be heer hebben verkregen, zijn verplicht het aangegeven gedistilleerd over te brengen Iiaar een publiek entrepót als bovenbedoeld. Het is geoorloofd een gedeelte van den voorraad onder eigen beheer in een ander gedeelte in publiek entrepót op te slaan, mits elke voorraad ten minste 25 liter of voor zoover elixers enz. betreft, minstens 5 liter Verschillende personen kunnen hun voor raden bijeenbrengen in een bergplaats van één hunner. Hij, die het gedistilleerd onder beheer heeft, kan dan voor den geheelen voorraad een aangifte tot teruggaaf indie nen, mits hij voor den geheelen voorraad dekkingsdocuinenten heeft. 4. De aangifte van voorraden, die onder eigen behrer worden opgeslagen, moeten uiterlijk 20 Februari 1929 ten ontvangkan- tore worden ingeleverd, terwijl de voorra den van dien dag af ter controleering in de bestemde bergplaats moeten ziin opgesla gen. De inspecteur der accijnzen kan in bij zondere gevallen latere indiening dpr aan gifte en opslag in de bergplaats op een la- teren dag toestaan. Zij. die later aangifte doen zijn verplicht het gedistilleerd op te slaan in een als nu- bliok entr.epól aangewezen bergplaats. De aangifto van voorraden, bestemd tot opslag in een als publiek entrepót aange wezen bergplaats moet uiterlijk 20 Februari 1929 zijn ingediend, terwijl de opslag daarin eveneens uiterlijk op dien dag moet plaats hebben. De inspecteur der accijnzen kan in bij zondere gevallen aangifte en opslag op een lateren dag toestaan. Het voor teruggaaf aangegeven gedistil leerd blijft tot 1 Maart 1929 onder sluiting van de administratie. Met ingang van dien dag kunnen de aan gebrachte verzegelingen worden verbroken en kan men over het gedistilleerd beschik ken 5. Op het terug te geven accijnsbedrag wordt wegens kosten één percent ingehou den, indien opslag plaats heeft in een ais publiek entrepót aangewezen bergplaats, en een half percent, indien opslag onder eigen beheer geschiedt. Voorts wordt op het volgende de aan dacht gevestigd. De teruggaaf van accijns wordt berekend naar de werkelijke sterkt van het gedistilleerd. Zij bedraagt 120 10 opcenten totaal 132) per hectoliter van 50 percent. De teruggaaf wordt uitgestrekt, zoowel tot de onvermengde door o\erhaling verkre gen alcoholhoudende vloeistoffen als tot li keuren, bitters, reuk- cn toiletwaters, es sences, tincturen, geneesmiddelen cn an dere samengesteld stoffen. Van de teruggaaf zijn uitgesloten reuk en toiletwnters, die methylaethylketon be vatten en goederen waarvan het alcoholge halte minder bedraagt dan 20 centiliter per liter. Om aanspraak op teruggaaf te hebben moet men een voorraad aangeven van ten minste 25 liter wat vloeistoffen cn van ten minste 25 kilogram netto-gewicht, wat an dere producten betreft. Voor elixers, essences, tincturen en ge neesmiddelen bedraagt het minimum on derscheidenlijk 5 liter cn 5 kilogram netto- gewicht. Ons land wil medewerken tot verbetering van den be* staanden waterweg van Antwerpen naar den Rijn. Wij hebben reeds medegedeeld, dat in de nota, welke de Belgische regeering dezer dagen aan dQ Nederlandsche regeering be treffende de herziening van het verdrag vari 1839 heeft doen toekomen, België niet meer bepaald cn beslist vasthoudt aan het denk beeld van een kanaal Antwerpen—Moer dijk, zooals in het verworpen verdrag voor kwam. Nu zijn naar aanleiding van deze nieuwe nota verschillende mededeelingm en beschouwingen verschenen omtrent het Nederlandsche standpunt in de onderhavige aangelegenheid, welke niet alle even juist zijn. Daarom is het zeker gewenscht. aldus de Tel., daarover iets naders mede te deelen Onze regeering staat op het standpunt, dat Nederland aan België niets heeft aan te bieden en derhalve ons land geen voorstel heeft te doen. Natuurlijk wil ons land medewerken tot verbetering van den bestaanden waterweg van Antwerpen naar den Rijn, bijvoorbeeld door verbetering van het kanaal van Hans weert, doch overigens meent onze regeering. dat er politiek geen groote bezwaren be staan tegen het denkbeeld van de nieuwe verbinding, mits binnen het kader van het verdrag van 1839, dat wil dus zeggen met gebruikmaking van de tusschenwateren Nederland is bereid daarover te spreken, doch Nederland zou niet verder kunnen gaan, dan een trocée, waarbij Bath het Zuidelijkste punt zou vormen cn het Noor delijkste punt het Volkerak, op een plaats niet Oostelijker dan Dinteloord. De Belgische nota moest ten aanzien van de verbinding Antwerpen—Rijn enkele na dere voorstellen bevatten, die van dit tracée afwijken Openbaarmaking van de Belgi sche nota door de Nederlandsche regeering is zonder goedkeuring van de Belgische re geering niet te wachten. Do Juiste inhoud van die nota is derhalve niet bekend, daar tot nu toe ook de regeering te Brussel niet tot publicatie is overgegaan. Overigens schijnt men zoowel van Neder landsche als van Belgische zijde de moge lijkhoid uitgesloten te achten nog voor de verkiezingen, die in beide landen dit jaar plaats hebben, een verdrag tot stand te brengen, gesteld al, dat eventueelo onder handelingen na onderzoek der Belgische nota door het Nederlandsche kabinet want, naar men weet. is de Nederlandsch- Belgisehe aangelegenheid een zaak, die de geheele regeering aangaat tot een con- cept-tractaat zullen leiden. BEGRAFENIS VAN WILLEM ROYAABDS. Do vermoedelijke regeling dor plechtigheid. Omtrent de plechtigheid, die waarschijn lijk bij de uitvaart van dr. Willem Royaards plaats zullen vinden, verneemt de Tel. hel volgende: Het stoffelijk overschot van den meester zal niet voor Zondag of Maandag a.s. hier ter stede kunnen aankomen, waardoor de begrafenis tot Dinsdag wordt verscho ven. Op dien dag zou, bij verwerkelijking van het aanbod der gemeente, in den Stads schouwburg een chapelle ardente worden ingericht, ditmaal echter niet in de vesti bule, doch in de speciaal hiertoe ingerichte schouwburgzaal. Overeenkomstig een wensch van den overledene, stelt men thans pogingen in het werk, om op den ochtend van Dinsdag in deze zaal door het Concertgebouworkest indien dit zulks althans met zijn drukke werkzaamheden zou kunnen vereenigen uit te doen voeren het laatste deel van Gustav Mahler's Lied von der F.rde: Der Abschied. Bij deze uitvoering zou het or kest zich op het tooneel bevinden, terwijl de catafalk direct daarvoor zou staan. Intusschen is met de naaste familie nog geen overleg gepleegd omtrent de uitvoe ring van deze voornemens, zoodat een de- cisi eerst in de eerstvolgende dagen kan worden tegemoet gezien DE REDDING VAN FRANSCHE VLIEGERS. De Fransche bladen zijn vol lof over de dappere manier, waarop de bemanning van het s.s. Dordrecht in de Middellandse!» Zee. ondanks een booze zee, de inzittenden van het Goliath vliegtuig gered he<»ft. De Quotidien merkt naar aanleiding van dit gelukkig geëindigde treurspel op: De Fransche vliegerij wordt den laatsten tijd door het ongeluk achtervolgd In de han dels- zoowel als in de verbindingen boven de zee volgt het ecne op het andere. En het blad laat zich uit Marseille het relaas sei nen, hoe des nachts het radiogram van de Dordrecht opgevangen werd. dat een over eenkomstig bericht van de Goliath hau ge hoord. volgens hetwelk dat toestel in ha chelijke» toestand verkeerde en dringend hulp behoefde Het was toen op een 40 K.M. ten ZW.yan Marseille Daar dc Dordrecht erbij meldde, dat de zee zóo hol stond, dat het schip het vliegtuig niet kon naderen nam de overheid te Marseille alle maat regelen, om het te hulp te komen. Het uit brengen van een schip duurde echter een lijd en toen hef gereed was, stak een mis tral op, die voor het lot des passagiers van de Goliath deed vreezen. Voordat echter het schip ter plaats kon zijn, kuarn in den ochtend een tweede drandlooze telegram van de Dordrecht, waarvan gezagvoerder en bemanning vol gens de Quotidien' in schoone toewijding die menschcn niet aan hun lot hadden wil Icn overlaten. Ondanks het groote gevaar, dat de redding inhield, had het niet geaar zeld de Goliath te naderen. Het zette een sloep uit, brooze notedop op de woedende baren, die versch' iden pogingen morst doen alvorens de aviateurs te bereiken, welde werken geslingerd op de golven, waarop de spanten on drijvers het, nog, voor hoe lang? hielden. Het was een be wonderenswaardige strijd tegen de zee. Op een bepaald oogenblik kon men duchten, dat niet alleen de bemanning van hel wa tervliegtuig, maar ook die van de sloep, zou worden verzwolgen. Ten slotlp konden de moedige zeelui de anderen aan boord nemen. Naar men weet moesten ze het toestel aan zijn lot overlaten. INBRAKEN TE ROTTERDAM. Groote activiteit in het dievengilde. Er heeft gedurende de laatste dagen wel een groote activiteit bestaan onder de Rot- terdamsche leden van het dievengilde. Wer den er Zaterdag zelfs twee inbrekers op klaarlichten dag aangehouden, die met een valschen sleutel een huis in het Noorden van Rotterdam waren binnengedrongen, in het tijdsverloop van Zaterdag tot Maandag is er voor niet minder dan 1100 gestolen, en wel bij de N.V. Transfilma in de Lijn baanstraat en bij een waterstoker in de Leeuwenstraat te Rotterdam, die beide voor een bedrag tusschen de 500 en 600 gulden het slachtoffer werden. Voorts werden een drietal Spanjaarden aangehouden, twee mannen en een vrouw, die tijdens een bezoek aan een kleermaker in het Westen der stad, waar één van hen voorgaf stalen voor een nieuw pak te wil len uitzoeken, kans zagen een tweetal cou pons stof onder hun klëeren te moffelen. Toen de diefstal ontdekt werd, ging dc kleermaker niet een buurman zelf op re cherche uit en trof het drietal in een café aan. Met behulp van de politie waren zij toen spoedig gearresteerd. Het bleek dat zij ook in andere kleedingzaken hun slag had den geslagen. Minister van der Vegte spreekt een rede uit. Gistermiddag heeft in een der zalen van het departement van Waterstaat te den Haag de installatie van den dezer dagen ingestelden Radioraad plaats gehad. De minister van Waterstaat, mr. Van der Vegte, hield de volgende installatierede: Na een woord van welkom tot de leden en een woord van wéemoed over het over lijden van den heer dr. C. Lely, ging spre ker voort: In art 3 quater van de wet wordt be paald, dat de Radio-raad zoowel op door den minister van Waterstaat gedaan ver zoek als uit eigen beweging, voorlichting geeft aan de Regeering omtrent alle met den Radio-omroep in verband staande on derwerpen. En die onderwerpen zijn vele en velerlei. Het is u allen bekend, dat de toestanden op radio-oraroepgebied in ons land niet be vredigend kunnen worden genoemd en het onderwerp zijn geweest van veel en dikwijls ook van gerechtvaardigde critiek. En dan meen ik als voornaamste pro bleem, dat aan u zal worden voorgelegd, naar voren te moeten brengen de vraag, hoe een goed geregelde nationale omroep in het leven geroepen kan worden. Ik zou u daarom het in leven roepen van een krachtigen nationalen omroep als het doel cn ideaal voor oogen willen stellen. Evénwel ontveins ik mij niet, dat de op lossing van dit vraagstuk buitengewone, dikwijls welhaast onoverkomelijk schijnen de moeilijkheden zal opleveren. Na dit vraagstuk, dat ik oordeel het eerste te zijn in belangrijkheid, noem ik u thans ccn aangelegenheid, die ik nummer één acht wat de urgentie van behandeling betreft, n.L het ontwerp van den algemee ncn maatregel van bestuur, bedoeld in het nieuwe artikel 3ter der Telegraaf- cn Tele- foonwet 1004. O.a. zijn daarin opgenomen do eischen waaraan een omroeporganisatie moet voldoen om tot uitzenden te worden toegelaten. Daar de totstandkoming van dezen alge- meenen maatregel vóór alles noodig is, zal ik het op prijs stellen uw advies daarom trent afzonderlijk te mogen ontvangen. Vordeeling van den zendtijd. Vervolgens vraagt de aandacht de ver deeling naar billijkheid van den beschik baren zendtijd, over de tot uitzending toe gelaten en eventueel nog toe te laten om roeporganisaties: Bij de hierbedoelde verdeeling speelt de te gebruiken golflengte een voorname rol. Welke golflengte zal elk der Nederlandsche omroepstations kunnen hebben? De vijf omroep-organisatles maken bij de uiloefening van haar bedrijf door middel van de zenders te Hilversum en Hulzen respectievelijk gebruik van een golflengte van 1071 M. cn 340.9 M., met dien ver stande dat Huizen 's avonds na 6 uur ge bruik mag maken van -dc golf 1870 M. van den zakelijken omroep-zender te Sche^enin- gen-Haven. De in het najaar van 1927 te Washington MINISTER t. d. VEGTE. gehouden internationale conferentie voor radio-telegrafie heeft voor den omroep golfbanden aangewezen, waarin de golf lengten der verschillende omroepstations zullen moeten worden ondergebracht. In verband daarmede zal waarschijnlijk aan Nederland niet méér dan één lange golf tusschen 1340 en 1875 meter kunnen worden toegewezen. Of ons land er nog oen korte golf tusschen 230 M. cn 5-45 M. zal bij krijgen, dan wel of met nog één korte golf of zelfs met in het geheel twee korte golven genoegen genomen zal moe ten worden, moet bij nog tusschen de Rijks administraties te plegen overleg worden uitgemuakt. Ten behoeve van de definitieve verdeeling der omroepgolven in Europa zal eon be spreking tusschen de daarbij betrokken administraties in de eerslo helft van April 1929 te Praag bijeengeroepen worden. Meerdere en ten deele ook geheel andere moeilijkheden zullen zijn verbonden aan het overeenkomstig de betrekkelijke wetsbepa ling, naar billijkheid verdeelen van den beschikbaren zendtijd over de in aanmer king komende omroeporganisaties. En dan moot hier niet slechts worden gedacht aan de vijf thans reeds zendende vereenigingen benevens den Politie radio- omroep cn aan den zakelijken omroepzen- der te Scheveningen-Haven, doch bovendien aan de reeds opgerichte cn aan de wellicht nog op te richten organisaties, die zich reeds voor uitzending hebben aangemeld of dat nog zullen doen. Do omroep voor Indlë. Een vraagstuk van ongeveer gelijke strek king dat aan uwen Raad zal worden voor gelegd betreft de verdeeling van de zend uren voor den omroep naar de overzeesche Nederlandsche gebiedsdeelcn. Voor een radio-oinroep van Nederland uit naar deze gebiedsdeelen is tot op het hui dige tijdstip een aanvrage ingekomen van de N.V. Philips' Radio, van de Nederland sche Christelijke Radiovereeniging cn den Katholieken Radio-Omroep gezamenlijk, van den Vrijzinnig-Protestantschen Radio-Om roep en van de Verecniging vnn Arbeiders Radio-Amateurs. De eerstbedoelde beide aanvragen zijn bij do mondelinge behande ling van de laatste wijziging der Telegraaf- en Telefoonwet in de Kamers der Staten- Generaal besproken, waarbij naar voren is gekomen wat te dezer zake is geschied en welk standpunt de Regeering inneemt. Van niet minder beteekenis is de quaestie van de controle op hetgeen door de om- roep-organisaties wordt uitgezonden. Do samenstelling van dit contróle-insti- tuut en de omschrijving van zijn taak en werkwijze zullen met bijzondere zorg dienen te geschieden, omdat daardoor het wezen van den cultureelen omroep sterk beïnvloed kan worden. Dr. J. Th. de Visser antwoordt De voorzitter van den Radioraad, oud- minister dr. J. Th. de Visser, beantwoordde 's ministers rede: Mede namens mijn medeleden begin ik met een woord van eerbiedigen dank aan Hare Majesteit de Koningin, die ons be noemde, en aan Uwe Excellentie, die ons Ier benoeming van Hare Majesteit voor droeg. Daarmede verbindt zich onze dank voor de vriendelijke wijze waarop Uwe Ex cellentie den Radio-raad heeft geïnstaleerd. Het heeft ons goed gedaan, dat u ons overleden lid dr. C. Lely hebt herdacht. Pijnlijk zullen wij de adxiezen van dezen scherpzinnigen en ervaren landgenoot mis sen, al verblijdt het ons, dat een man als dr. F. F.. Posthuma bereid was zijn plaats in den Radio-raad in te nemen. Uwe Excellentie heeft den uitdrukkelijke)) wensch geuit, dat de Radio-raad er toe zal medewerken om, bij eerbiediging van ver schil van inzicht en overtuiging tusschen hen. die als organisatie van den radio-om* roep gebruik rnaken, een goed geregelde» krachtigen nationalen omroep in het leven le roepen. Het is derhalve onze plicht met dien wensch voortdurend rekening te hou den. Doch niet alleen onze plicht. Veeleer zullen wij er allen een eer in stellen orr ook in deze het ideaal onzer nationale een* hcid voor oogen te houden, al zal eerbiedi ging van rechtmatige verlangens, gegrond op bepaalde overtuiging, hierop 6teeds eer zekere inbreuk moeten maken, hoewel daar bij steeds in het oog dient tc worden ge houden. dat nimmer 's lands belangen mo gen worden geschaad. In het vertrouwen, dat wij alzoo een nuttig werk, inzake de Rndio-beweging, voor ons volk kunnen doen, aanvaarden wij onze werkzaamheden, terwijl ik inzon derheid, als voorzitter, een ernstig beroep op den steun miiner medeleden doe.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6