WIJNHANDEL J. A. SCKOTERMAN&Zn.
COGNAC VIEUX XXX
per flesch f 4.50.
UTR.S1RAAT 17 Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
THEODOOR VERHEIJ
Een kind van zijn tijd
ACCIJ NS VERLAGING
GEDISTILLEERD
Ministerieele
voorschriften
ONZE VERHOUDING
TOi BELG1E
Het standpunt van onze
regeering
NAAR VREDE
INSTALLATIE VAN
DEN RADIORAAD
Verdeeling v. d. zendtijd
DEN AETHER?
Oe bekende componist
overleden.
Theodoor Verhey is Maandagnacht ge
storven. In Juni 1918, toen zijn zeventig-
sten verjaardag in het zicht was, vreesden
de vrienden van den componist, dat hij
dien dag niet halen zou Verhey lag toen
ernstig ziek. Tegen de verwachting in
knapte hij echter dermato vlug op, dat
zijn verjaardag een feestdag worden kon
van veel bloemen en vee) bezoek.
Nu is do oude toonkunstenaar, die in
de geschiedenis van Rotterdam een man
van invloed geweest is, heengegaan 10
Juni a.s. zou hij eon en tachtig jaar ge
worden zijn.
Wie Verhey's naam noemt, denkt na
tuurlijk onmiddellijk aan de dagen van de
Hoog Duitsche Opera to Rotterdam toen
is Verhey in zijn volle glorie gekomen. In
1880 verscheen zijn opera in één bedrijf
„Johannesfeier auf Araron', een werk dat
zich in vriendelijke ontvangst mocht ver
heugen waardoor de directie van de Opera
niet het minste bezwaar had eenige jaren
later weer een werk van Verhey in studie
te nemen, I mi Ida", dat nog grooter succes
behalen zou. Weer drie jaar later, in 1888.
kwam een derde opera in vier bedrijven,
„Krtnig Arpad", die eveneens eenige voor
stellingen beleefde. Toen verdween echter
de Duitsche Opera en was het tevens met
de opera's van onzen stadgenoot gedaan,
aldus de N. R. Ct.
Maar vijf jaren geleden hebben vrienden
van den componist het toch klaar weten
te spelen, dal de opera „Imilda" bij ge
legenheid van des componisten vijf-cn-ze-
ventigsten geboortedag nog eens ver
toond is geworden in den Grooten Schouw
burg. en bij die gelegenheid hebben wij
kunnen eonstateeren, hoe goed dit werk
zich gehouden had
Zeker, er stond een boe! in deze parti
tuur. dat niet meer tot ons te spreken in
stoat wasvelerlei bezwaren werden in
den loop van den avond geopperd, maar
niemand kon ontkennen, dat de muziek
brillante d'ngen bevatte, dat. „Imilda" ge
rekend moet worden tot het beste uit de
na Wagner-periodc. Mon mag dan aan het
genre ontgroeid zijn, de groote verdiensten
van het werk blijven bestaan; met zijn
opera „Imilda" had Verhey zich ons in
ziens stellig aan het hoofd geplaatst van
zijn componeerende anlgenooten. Iladde
de Hoog Duitsche. Opera in onze stad blij
ven bestaan, dan zou Verhey's werk stellig
nog lang op het repertoire gobleven zijn,
zou hem de verdiende bekendheid deel
achtig geworden zijn, welke zijn vrienden
hem zoo gaarne gegund zouden hebben.
Ondanks de pogingen van belangstellenden
verleden jaar gedaan, heeft de regeering
het niet noodig geoordeeld dezen verdien*
slelijken man op zijn tachtigsten verjaar
dag een onderscheiding toe te kennen. En
fin, hij heeft wel meer teleurstellingen ge
had, maar hij wist ze te dragen I Misschien
wel omdat hem ook zooveel oprechte ge
negenheid en trouwe vriendschap geschen
ken is.
Theodoru8 Hubertus Verhey was in 1848
te Rotterdam geboren hij heeft nog les
sen rehad van Sikemeyer en op de Ko
ninklijke Muziekschool te 's Gravenhage
van Nicolai en later nog van Bargiel, die
Indertijd in onze stad werkte. Zijn geboor
testad is Verhey trouw gebleven heel rus
tig is zijn leven voorbij gegaan. Behalve
de genoemde opera's heeft Verhey heel
wat gecomponeerd hij had een speciale
liefhebberij in het componeeren voor fluit
en daarvan heeft hij veel plezier beleefd
de concerten in den a klein voor fluit met
orkest zijn ook in het buitenland vaak ten
gehoore gebracht.
In zijn voor de Katholieke Eeredienst
gecomponeerde werken is Verhey geheel en
al eon kind van zijn tijd geweest wij ach
ten het nu een onbegrijpelijk verschijnsel
zoo een sterk, aan de wals uit Gounod's
Faust herinnerend „Te Deum laudamus
en wij zouden niot meer zonder verbazing
naar Verhey's Missen kunnen luisteren.
Maar wie eraan denkt, dat de geest van
I860 en 1S70 anders was en dat Verhey niets
anders deed dan schrijven zooals men het
in zijn tijd wenschte (alleen genleen of
heel groote talenten schrijven juist anders
dun de tijdgenooten het verlangen), die
ontdek' in al zijn werken bewijzen van
groote muzikale gaven. En hoe of hij het
vak verstond, kan men dadelijk uit zijn
brillante kunst van instrumenteeren ge
waar worden t Onder de eerste Nederlan
ders van de negentionde eeuw moet Ver-
hev genoemd worden. Dit zij onze laatste
eerbiedige groet aan den begaafden mu
sicus.
Als het ontwerp wordt
aangenomen.
De minister van financiën brengt ter ken
nis van belanghebbenden dut, indien het
thans bij de Eerste Kamer der Staten-Ge-
neraad aanhangig zijnde wetsontwerp tot
verlaging van den accijns op gedistilleerd,
enz., kracht van wet zal verkrijgen, de mi
nister zich voorstelt tot uitvoering van het
2e lid van artikel 5 van genoemd ontwerp
voorschriften uit te vaardigen van den vol
genden inhoud
1. De contróle op de hoeveelheden gedis
tilleerd waar\oor men teruggaaf van accijns
wcnscht te ontvangen, zal plaats vinden in
het tijdvak van 15 tot en met 2$ Februari
1929.
2. Ieder die teruggaaf wenscht, is ver
plicht daarvan aangifte te doen bij den ont
vanger der accijnzon; formulieren voor
aangiften zijn ten kantore van genoemden
ontvanger verkrijgbaar tegen betaling van
0.02 per stel.
In de aangifte moet het gedistilleerd per
soort worden omschreven, met vermelding
van hoeveelheid en sterkte; de sterkte kan
desverlang ambtelijk worden bepaald.
De aangifte kan alleen worden gedaan,
indien voor het gedistilleerd een geldig do
cument tot dekking wordt overgelegd niet
ouder dan zes maanden na den dag van
afgifte.
3. Het voor teruggaaf aangegeven gedis
tilleerd moet worden opgeslagen
1. in een bergplaats van den aangever ol
2 in een bergplaats door den directeur
der directe belastingen enz. voor dit doel
aangewezen als publiek entrepót.
Opslag in eigen bergplaats is alleen toe
gelaten, indien het gedistilleerd wordt ge
borgen in een lokaal, dat vanwege de ad
ministratie der belastingen kan worden af
gesloten. Is geen lokaal beschikbaar, dan
kan ook genoegen worden genomen met
een goed afsluitbare kast of kist
Voor opslag onder eigen beheer moet ver
gunning zijn verkregen van den inspecteur
der accijnzen: deze moet worden aange
vraagd en zijn verkregen vóós 15 Februari
1929
Belanghebbenden die op 15 Februari 1929
geen vergunning tot opslag onder eigen be
heer hebben verkregen, zijn verplicht het
aangegeven gedistilleerd over te brengen
Iiaar een publiek entrepót als bovenbedoeld.
Het is geoorloofd een gedeelte van den
voorraad onder eigen beheer in een ander
gedeelte in publiek entrepót op te slaan,
mits elke voorraad ten minste 25 liter of
voor zoover elixers enz. betreft, minstens 5
liter
Verschillende personen kunnen hun voor
raden bijeenbrengen in een bergplaats van
één hunner. Hij, die het gedistilleerd onder
beheer heeft, kan dan voor den geheelen
voorraad een aangifte tot teruggaaf indie
nen, mits hij voor den geheelen voorraad
dekkingsdocuinenten heeft.
4. De aangifte van voorraden, die onder
eigen behrer worden opgeslagen, moeten
uiterlijk 20 Februari 1929 ten ontvangkan-
tore worden ingeleverd, terwijl de voorra
den van dien dag af ter controleering in de
bestemde bergplaats moeten ziin opgesla
gen.
De inspecteur der accijnzen kan in bij
zondere gevallen latere indiening dpr aan
gifte en opslag in de bergplaats op een la-
teren dag toestaan.
Zij. die later aangifte doen zijn verplicht
het gedistilleerd op te slaan in een als nu-
bliok entr.epól aangewezen bergplaats.
De aangifto van voorraden, bestemd tot
opslag in een als publiek entrepót aange
wezen bergplaats moet uiterlijk 20 Februari
1929 zijn ingediend, terwijl de opslag daarin
eveneens uiterlijk op dien dag moet plaats
hebben.
De inspecteur der accijnzen kan in bij
zondere gevallen aangifte en opslag op een
lateren dag toestaan.
Het voor teruggaaf aangegeven gedistil
leerd blijft tot 1 Maart 1929 onder sluiting
van de administratie.
Met ingang van dien dag kunnen de aan
gebrachte verzegelingen worden verbroken
en kan men over het gedistilleerd beschik
ken
5. Op het terug te geven accijnsbedrag
wordt wegens kosten één percent ingehou
den, indien opslag plaats heeft in een ais
publiek entrepót aangewezen bergplaats, en
een half percent, indien opslag onder eigen
beheer geschiedt.
Voorts wordt op het volgende de aan
dacht gevestigd. De teruggaaf van accijns
wordt berekend naar de werkelijke sterkt
van het gedistilleerd. Zij bedraagt 120
10 opcenten totaal 132) per hectoliter
van 50 percent.
De teruggaaf wordt uitgestrekt, zoowel
tot de onvermengde door o\erhaling verkre
gen alcoholhoudende vloeistoffen als tot li
keuren, bitters, reuk- cn toiletwaters, es
sences, tincturen, geneesmiddelen cn an
dere samengesteld stoffen.
Van de teruggaaf zijn uitgesloten reuk
en toiletwnters, die methylaethylketon be
vatten en goederen waarvan het alcoholge
halte minder bedraagt dan 20 centiliter per
liter.
Om aanspraak op teruggaaf te hebben
moet men een voorraad aangeven van ten
minste 25 liter wat vloeistoffen cn van ten
minste 25 kilogram netto-gewicht, wat an
dere producten betreft.
Voor elixers, essences, tincturen en ge
neesmiddelen bedraagt het minimum on
derscheidenlijk 5 liter cn 5 kilogram netto-
gewicht.
Ons land wil medewerken tot
verbetering van den be*
staanden waterweg
van Antwerpen
naar den Rijn.
Wij hebben reeds medegedeeld, dat in de
nota, welke de Belgische regeering dezer
dagen aan dQ Nederlandsche regeering be
treffende de herziening van het verdrag vari
1839 heeft doen toekomen, België niet meer
bepaald cn beslist vasthoudt aan het denk
beeld van een kanaal Antwerpen—Moer
dijk, zooals in het verworpen verdrag voor
kwam. Nu zijn naar aanleiding van deze
nieuwe nota verschillende mededeelingm
en beschouwingen verschenen omtrent het
Nederlandsche standpunt in de onderhavige
aangelegenheid, welke niet alle even juist
zijn.
Daarom is het zeker gewenscht. aldus de
Tel., daarover iets naders mede te deelen
Onze regeering staat op het standpunt, dat
Nederland aan België niets heeft aan te
bieden en derhalve ons land geen voorstel
heeft te doen.
Natuurlijk wil ons land medewerken tot
verbetering van den bestaanden waterweg
van Antwerpen naar den Rijn, bijvoorbeeld
door verbetering van het kanaal van Hans
weert, doch overigens meent onze regeering.
dat er politiek geen groote bezwaren be
staan tegen het denkbeeld van de nieuwe
verbinding, mits binnen het kader van het
verdrag van 1839, dat wil dus zeggen met
gebruikmaking van de tusschenwateren
Nederland is bereid daarover te spreken,
doch Nederland zou niet verder kunnen
gaan, dan een trocée, waarbij Bath het
Zuidelijkste punt zou vormen cn het Noor
delijkste punt het Volkerak, op een plaats
niet Oostelijker dan Dinteloord.
De Belgische nota moest ten aanzien van
de verbinding Antwerpen—Rijn enkele na
dere voorstellen bevatten, die van dit tracée
afwijken Openbaarmaking van de Belgi
sche nota door de Nederlandsche regeering
is zonder goedkeuring van de Belgische re
geering niet te wachten. Do Juiste inhoud
van die nota is derhalve niet bekend, daar
tot nu toe ook de regeering te Brussel niet
tot publicatie is overgegaan.
Overigens schijnt men zoowel van Neder
landsche als van Belgische zijde de moge
lijkhoid uitgesloten te achten nog voor de
verkiezingen, die in beide landen dit jaar
plaats hebben, een verdrag tot stand te
brengen, gesteld al, dat eventueelo onder
handelingen na onderzoek der Belgische
nota door het Nederlandsche kabinet
want, naar men weet. is de Nederlandsch-
Belgisehe aangelegenheid een zaak, die de
geheele regeering aangaat tot een con-
cept-tractaat zullen leiden.
BEGRAFENIS VAN WILLEM ROYAABDS.
Do vermoedelijke regeling dor
plechtigheid.
Omtrent de plechtigheid, die waarschijn
lijk bij de uitvaart van dr. Willem Royaards
plaats zullen vinden, verneemt de Tel. hel
volgende:
Het stoffelijk overschot van den meester
zal niet voor Zondag of Maandag a.s. hier
ter stede kunnen aankomen, waardoor de
begrafenis tot Dinsdag wordt verscho
ven. Op dien dag zou, bij verwerkelijking
van het aanbod der gemeente, in den Stads
schouwburg een chapelle ardente worden
ingericht, ditmaal echter niet in de vesti
bule, doch in de speciaal hiertoe ingerichte
schouwburgzaal.
Overeenkomstig een wensch van den
overledene, stelt men thans pogingen in het
werk, om op den ochtend van Dinsdag in
deze zaal door het Concertgebouworkest
indien dit zulks althans met zijn drukke
werkzaamheden zou kunnen vereenigen
uit te doen voeren het laatste deel van
Gustav Mahler's Lied von der F.rde: Der
Abschied. Bij deze uitvoering zou het or
kest zich op het tooneel bevinden, terwijl
de catafalk direct daarvoor zou staan.
Intusschen is met de naaste familie nog
geen overleg gepleegd omtrent de uitvoe
ring van deze voornemens, zoodat een de-
cisi eerst in de eerstvolgende dagen kan
worden tegemoet gezien
DE REDDING VAN FRANSCHE
VLIEGERS.
De Fransche bladen zijn vol lof over de
dappere manier, waarop de bemanning van
het s.s. Dordrecht in de Middellandse!»
Zee. ondanks een booze zee, de inzittenden
van het Goliath vliegtuig gered he<»ft.
De Quotidien merkt naar aanleiding van
dit gelukkig geëindigde treurspel op: De
Fransche vliegerij wordt den laatsten tijd
door het ongeluk achtervolgd In de han
dels- zoowel als in de verbindingen boven
de zee volgt het ecne op het andere. En het
blad laat zich uit Marseille het relaas sei
nen, hoe des nachts het radiogram van de
Dordrecht opgevangen werd. dat een over
eenkomstig bericht van de Goliath hau ge
hoord. volgens hetwelk dat toestel in ha
chelijke» toestand verkeerde en dringend
hulp behoefde Het was toen op een 40 K.M.
ten ZW.yan Marseille Daar dc Dordrecht
erbij meldde, dat de zee zóo hol stond, dat
het schip het vliegtuig niet kon naderen
nam de overheid te Marseille alle maat
regelen, om het te hulp te komen. Het uit
brengen van een schip duurde echter een
lijd en toen hef gereed was, stak een mis
tral op, die voor het lot des passagiers van
de Goliath deed vreezen.
Voordat echter het schip ter plaats kon
zijn, kuarn in den ochtend een tweede
drandlooze telegram van de Dordrecht,
waarvan gezagvoerder en bemanning vol
gens de Quotidien' in schoone toewijding
die menschcn niet aan hun lot hadden wil
Icn overlaten. Ondanks het groote gevaar,
dat de redding inhield, had het niet geaar
zeld de Goliath te naderen. Het zette een
sloep uit, brooze notedop op de woedende
baren, die versch' iden pogingen morst
doen alvorens de aviateurs te bereiken,
welde werken geslingerd op de golven,
waarop de spanten on drijvers het, nog,
voor hoe lang? hielden. Het was een be
wonderenswaardige strijd tegen de zee. Op
een bepaald oogenblik kon men duchten,
dat niet alleen de bemanning van hel wa
tervliegtuig, maar ook die van de sloep,
zou worden verzwolgen. Ten slotlp konden
de moedige zeelui de anderen aan boord
nemen. Naar men weet moesten ze het
toestel aan zijn lot overlaten.
INBRAKEN TE ROTTERDAM.
Groote activiteit in het dievengilde.
Er heeft gedurende de laatste dagen wel
een groote activiteit bestaan onder de Rot-
terdamsche leden van het dievengilde. Wer
den er Zaterdag zelfs twee inbrekers op
klaarlichten dag aangehouden, die met een
valschen sleutel een huis in het Noorden
van Rotterdam waren binnengedrongen, in
het tijdsverloop van Zaterdag tot Maandag
is er voor niet minder dan 1100 gestolen,
en wel bij de N.V. Transfilma in de Lijn
baanstraat en bij een waterstoker in de
Leeuwenstraat te Rotterdam, die beide voor
een bedrag tusschen de 500 en 600 gulden
het slachtoffer werden.
Voorts werden een drietal Spanjaarden
aangehouden, twee mannen en een vrouw,
die tijdens een bezoek aan een kleermaker
in het Westen der stad, waar één van hen
voorgaf stalen voor een nieuw pak te wil
len uitzoeken, kans zagen een tweetal cou
pons stof onder hun klëeren te moffelen.
Toen de diefstal ontdekt werd, ging dc
kleermaker niet een buurman zelf op re
cherche uit en trof het drietal in een café
aan. Met behulp van de politie waren zij
toen spoedig gearresteerd. Het bleek dat zij
ook in andere kleedingzaken hun slag had
den geslagen.
Minister van der Vegte spreekt
een rede uit.
Gistermiddag heeft in een der zalen van
het departement van Waterstaat te den
Haag de installatie van den dezer dagen
ingestelden Radioraad plaats gehad.
De minister van Waterstaat, mr. Van der
Vegte, hield de volgende installatierede:
Na een woord van welkom tot de leden
en een woord van wéemoed over het over
lijden van den heer dr. C. Lely, ging spre
ker voort:
In art 3 quater van de wet wordt be
paald, dat de Radio-raad zoowel op door
den minister van Waterstaat gedaan ver
zoek als uit eigen beweging, voorlichting
geeft aan de Regeering omtrent alle met
den Radio-omroep in verband staande on
derwerpen. En die onderwerpen zijn vele en
velerlei.
Het is u allen bekend, dat de toestanden
op radio-oraroepgebied in ons land niet be
vredigend kunnen worden genoemd en het
onderwerp zijn geweest van veel en dikwijls
ook van gerechtvaardigde critiek.
En dan meen ik als voornaamste pro
bleem, dat aan u zal worden voorgelegd,
naar voren te moeten brengen de vraag,
hoe een goed geregelde nationale omroep in
het leven geroepen kan worden. Ik zou u
daarom het in leven roepen van een
krachtigen nationalen omroep als het doel
cn ideaal voor oogen willen stellen.
Evénwel ontveins ik mij niet, dat de op
lossing van dit vraagstuk buitengewone,
dikwijls welhaast onoverkomelijk schijnen
de moeilijkheden zal opleveren.
Na dit vraagstuk, dat ik oordeel het
eerste te zijn in belangrijkheid, noem ik u
thans ccn aangelegenheid, die ik nummer
één acht wat de urgentie van behandeling
betreft, n.L het ontwerp van den algemee
ncn maatregel van bestuur, bedoeld in het
nieuwe artikel 3ter der Telegraaf- cn Tele-
foonwet 1004. O.a. zijn daarin opgenomen
do eischen waaraan een omroeporganisatie
moet voldoen om tot uitzenden te worden
toegelaten.
Daar de totstandkoming van dezen alge-
meenen maatregel vóór alles noodig is, zal
ik het op prijs stellen uw advies daarom
trent afzonderlijk te mogen ontvangen.
Vordeeling van den zendtijd.
Vervolgens vraagt de aandacht de ver
deeling naar billijkheid van den beschik
baren zendtijd, over de tot uitzending toe
gelaten en eventueel nog toe te laten om
roeporganisaties:
Bij de hierbedoelde verdeeling speelt de
te gebruiken golflengte een voorname rol.
Welke golflengte zal elk der Nederlandsche
omroepstations kunnen hebben?
De vijf omroep-organisatles maken bij de
uiloefening van haar bedrijf door middel
van de zenders te Hilversum en Hulzen
respectievelijk gebruik van een golflengte
van 1071 M. cn 340.9 M., met dien ver
stande dat Huizen 's avonds na 6 uur ge
bruik mag maken van -dc golf 1870 M. van
den zakelijken omroep-zender te Sche^enin-
gen-Haven.
De in het najaar van 1927 te Washington
MINISTER t. d. VEGTE.
gehouden internationale conferentie voor
radio-telegrafie heeft voor den omroep
golfbanden aangewezen, waarin de golf
lengten der verschillende omroepstations
zullen moeten worden ondergebracht. In
verband daarmede zal waarschijnlijk aan
Nederland niet méér dan één lange golf
tusschen 1340 en 1875 meter kunnen
worden toegewezen. Of ons land er nog
oen korte golf tusschen 230 M. cn 5-45 M.
zal bij krijgen, dan wel of met nog één
korte golf of zelfs met in het geheel twee
korte golven genoegen genomen zal moe
ten worden, moet bij nog tusschen de Rijks
administraties te plegen overleg worden
uitgemuakt.
Ten behoeve van de definitieve verdeeling
der omroepgolven in Europa zal eon be
spreking tusschen de daarbij betrokken
administraties in de eerslo helft van April
1929 te Praag bijeengeroepen worden.
Meerdere en ten deele ook geheel andere
moeilijkheden zullen zijn verbonden aan het
overeenkomstig de betrekkelijke wetsbepa
ling, naar billijkheid verdeelen van den
beschikbaren zendtijd over de in aanmer
king komende omroeporganisaties.
En dan moot hier niet slechts worden
gedacht aan de vijf thans reeds zendende
vereenigingen benevens den Politie radio-
omroep cn aan den zakelijken omroepzen-
der te Scheveningen-Haven, doch bovendien
aan de reeds opgerichte cn aan de wellicht
nog op te richten organisaties, die zich
reeds voor uitzending hebben aangemeld of
dat nog zullen doen.
Do omroep voor Indlë.
Een vraagstuk van ongeveer gelijke strek
king dat aan uwen Raad zal worden voor
gelegd betreft de verdeeling van de zend
uren voor den omroep naar de overzeesche
Nederlandsche gebiedsdeelcn.
Voor een radio-oinroep van Nederland uit
naar deze gebiedsdeelen is tot op het hui
dige tijdstip een aanvrage ingekomen van
de N.V. Philips' Radio, van de Nederland
sche Christelijke Radiovereeniging cn den
Katholieken Radio-Omroep gezamenlijk, van
den Vrijzinnig-Protestantschen Radio-Om
roep en van de Verecniging vnn Arbeiders
Radio-Amateurs. De eerstbedoelde beide
aanvragen zijn bij do mondelinge behande
ling van de laatste wijziging der Telegraaf-
en Telefoonwet in de Kamers der Staten-
Generaal besproken, waarbij naar voren is
gekomen wat te dezer zake is geschied en
welk standpunt de Regeering inneemt.
Van niet minder beteekenis is de quaestie
van de controle op hetgeen door de om-
roep-organisaties wordt uitgezonden.
Do samenstelling van dit contróle-insti-
tuut en de omschrijving van zijn taak en
werkwijze zullen met bijzondere zorg dienen
te geschieden, omdat daardoor het wezen
van den cultureelen omroep sterk beïnvloed
kan worden.
Dr. J. Th. de Visser antwoordt
De voorzitter van den Radioraad, oud-
minister dr. J. Th. de Visser, beantwoordde
's ministers rede:
Mede namens mijn medeleden begin ik
met een woord van eerbiedigen dank aan
Hare Majesteit de Koningin, die ons be
noemde, en aan Uwe Excellentie, die ons
Ier benoeming van Hare Majesteit voor
droeg. Daarmede verbindt zich onze dank
voor de vriendelijke wijze waarop Uwe Ex
cellentie den Radio-raad heeft geïnstaleerd.
Het heeft ons goed gedaan, dat u ons
overleden lid dr. C. Lely hebt herdacht.
Pijnlijk zullen wij de adxiezen van dezen
scherpzinnigen en ervaren landgenoot mis
sen, al verblijdt het ons, dat een man als
dr. F. F.. Posthuma bereid was zijn plaats
in den Radio-raad in te nemen.
Uwe Excellentie heeft den uitdrukkelijke))
wensch geuit, dat de Radio-raad er toe zal
medewerken om, bij eerbiediging van ver
schil van inzicht en overtuiging tusschen
hen. die als organisatie van den radio-om*
roep gebruik rnaken, een goed geregelde»
krachtigen nationalen omroep in het leven
le roepen. Het is derhalve onze plicht met
dien wensch voortdurend rekening te hou
den. Doch niet alleen onze plicht. Veeleer
zullen wij er allen een eer in stellen orr
ook in deze het ideaal onzer nationale een*
hcid voor oogen te houden, al zal eerbiedi
ging van rechtmatige verlangens, gegrond
op bepaalde overtuiging, hierop 6teeds eer
zekere inbreuk moeten maken, hoewel daar
bij steeds in het oog dient tc worden ge
houden. dat nimmer 's lands belangen mo
gen worden geschaad.
In het vertrouwen, dat wij alzoo een
nuttig werk, inzake de Rndio-beweging,
voor ons volk kunnen doen, aanvaarden
wij onze werkzaamheden, terwijl ik inzon
derheid, als voorzitter, een ernstig beroep
op den steun miiner medeleden doe.