KINDERRUBRIEK
Rmriek van Oom Rare'
MORGEN!
VOOR DE KLEINTJES
ZWARTE MOPPIE
KLEUR- EN KNIPPLAATJE
Van Alles Wat.
De vorige week kwamen er helaas weer
enkele briefjes te laat, zoodat die niet meer
beantwoord konden worden. Erg Jammer,
maar het kon niet anders. En nu zal ik jelui
deze week eens niets vertellen verder. Want
Silene, je weet wel onze trouwe medewerk
ster, zond me een echt gebeurd verhaaltje,
dat Jelui wel aardig zult vinden en datMk
hier laat volgen. Het heet
EEN VERJAAR8PARTUTJE,
Miep was jarig en mocht eenige meisjes
vragen. Die zouden dan na schooltijd ko
men. Daar het Dinsdag was en de meisjes
naar school moesten, zou 't fee9t dus pas om
4 uur beginnen.
Het was nauwelijks vier uur geweest of de
vriendinnetjes waren er al. Het waren er
vier. Annie, Truus, Corrie en Willy. Miep
nam cadeautjes in ontvangst waar 2e erg
blij mee was. De andere cadeaux werden
getoond en bewonderd. Daar Miep eenlg
kind is, was zi) door andere familieleden
aardig verwend.
Miep'* moeder schonk thee in cn de
meis'es schaarden zich om de tafel.
„Wat zullen we doen?" vroeg Miep.
„ïk weet wel een leuk spelletje" zei Willy.
„Vragen cn antwoorden". Onder veel ge
lach werden later de antwoorden opgelezen.
Daarna gingen ze protocollen, wat ook erg
gezellig was. Onderwijl tracteerde Mevrouw
op heerlijkheden.
„Ik weet nog een spelletje", riep Willy
We moeten nllen een versje zingen en
mogen 't laatste woord van elke regel niet
zingc^.'. Het eerste versje was: ..T.ang zal ze
leven". Truus naakte aardig veel fouten en
moest daardoor steeds een nand geven. Ook
de anderen vlogen er veel in.
Toen er renoeg panden waren, werden ze
verbeurd. Zoodoende werden er weer heel
wat snelletjes gedaan. De panden raakten
eindelijk op en werd er besloten „Stoelen
dans" te doen. Juist werd er gebeld en
kwam Mevrouw B.. een buurdame met haor
drie kleine zoonties. Miep feliciteeren. Ze
moesten natuurlijk mee doen en 't was een
geschreeuw en gelach van belang. Mijnheer
B. kwam later ook nog. Miep's Vader was
al thuis crekomen en deed ook mee.Op 't eind
bleven Mien's moeder, mijnheer B, cn Willy
over. Mijnheer B. ging steeds op de stoel
zitten noc voordat de muziek ophield. \V V
ly die achter hem liep. duwde en stomme
net zoo lang. totdat hij er af was, maar zij
verloor het toch. Miep's moeder won het.
Het was al wat laat geworden en de bu
ren cingen naar huis. Miep moest nog even
een boodschap doen. wat de meisjes wat
leuk vonden. Met z'n vijven werd 't gedaan.
Thuis gekomen was de tafel al gedekt en
zag er gezellig en uitlokkend uit. De meis
jes deden zich te goed en aten flink. Er
werd over school verleid en over andera
dingen. Na 't eten werd er ..Nachtwacht" ge
daan. ook weer een soelletie. Het was al
necen uur geworden. Miep en Truus speel
den toen om de beurt on de niano en de
anderen zongen er bii. 't Werd half lien en
tiid om naar huis te gaan. De meis»es be
dankten mevrouw voor de heerlijke middag
en avond en gingen weg.
't Was om zoo maar eens te zeggen „knal"
geweest om nooit te vergeten.
RAADSELS.
Oplossingen van de vorige week.
De oplossingen der vorige raadsels waren:
Broek op Langendljk met broek op,
lang, dijk.
II. Krokodil met de woorden kok, rood,
lik, Dirk, kool.
Deze week is de prijs gewonnen door ..R a-
dl0" die hem Maandag aan ons bureau
kan komen afhalen.
NIEUWE RAADSELS.
I. Welke zuivelproducten kun je vormen
uitBoert, makkernel, Amo6kaor?
II. Tten ik nog onverminkt,
Dan sier ik menie dier
Als ik mijn hoofd echter mis
Sier ik den disch.
III. Met H ben ik een viervoetig dier.
Met M word ik een rivier
Met B de eerste op elk gebied
Met K. lusten enkelen mij niet.
IV. Welke bakker eet zijn eigen gebak
nooit op
VAN DE OPSTELLENWEDSTRIJD.
VIER WEKEN IN VACANT1EKOLONIE.
Eindelijk was de dag aangebroken waar ik
zoo naar verlangd had. Vrijdag 'e morgens
gingen wij met den trein van tien uur weg
In Utrecht aangekomen kwamen er nog an
deren kinderen bij. Toen gingen wij te sa
men naar Rotterdam. In Rotterdam aange
komen moesten wij een stukje met de boot
varen, en toen nog een eind loopen naar de
tramhalte. Daar stonden al reeds kinderen
te wachten, eindelijk zagen wij de stoom
tram in de verte aankomen, en kwam er
aan ons wachten een eind. Wij stapten al
len In de tram naar Oostvoorne, onderweg
zagen wii veel weilanden met koeien, scha-
enp, paarden enz. Om half 4 kwamen wij wel
dra in 't Kotoniehuls. Na 'n poosje gerust te
hebben, gingen wij eten en vroeg naAr bed
Op de slaapkamer kon tk de zee zien en aan
den anderen kant de duinen. Wat sliep ik
dten nacht heerlijk!
Vervolgens moesten wij tederen morgen
om zeven uur opstaan. Ons wasschen, aan-
kleeden cn dan om uur bedden onmaken,
en om 10 uur gingen wij handwerken
's Middags gingen wij een poosje rusten. En
dan gingen wij wandelen; soms gingen wij
naar het strand soms naar de duinen. Daar
konoen wli heerlijk spelen. Wat een leuke
spelletjes deden wij daar o. a. Kottlnginne-
bal. vlaggespel. Dan gingen we weer naar
het huis en zorgden om 7 uur weer aan ta
fel t zijn. Daarna werd er nog voorgelezen
en dan gingen wij naar bed. Dit duurde zoo
4 weken en was ik in dien tijd 11 pond aan
gekomen en flink bruin geworden.
(Ingez. door REGENDROPJE.)
UIT ONZE MOPPENTROMMEL,
Hoe komt het toch. dat zoovele kinderen
gp de scholen te Arnhem moeite hebben, om
eenig begrip te krijgen vin de vier wind
streken? vroeg de meester.
Jantje, een vlugge leerling, antwoordde
daarop
Wel meester, dat is hierdoor te verkla
ren zij hebben de Zuiderzee ten Noorden
van 2ich, Noord-Brabant vinden lij in bet
2uidcn. Om in Westervoort te komen moe
ten zij zich naar het Oosten wenden terwijl
luist Oosterbeek voor hen Wostwaarts ligt.
„Dag Moes!" zei Ben, die uit school kwam
en de keuken binnenstapte, waar Moeder
nog bezig was. „Gaan we gauw eten?"
„Dag vent Heb je zoo'n trek?" zei Moe
der, terwijl ze met een vork in de aardap
pelen prikte om te probeeren, of ze al
gaar waren.
„Natuurlijk heb ik honger, reuzenhonger!
Maar ziet u, 'k moet gauw weer weg. Want
we hebben oro twee uur korfbalwedstrijd op
Welgelegen."
„Nu. de aardappels zijn bijna gaar. Kijk
maar eens, of Vader er al aan komt. En
wasch vast je handen," zei Moeder.
„Daar is Vader al!" juichte Ben, die een
sleutel in het slot hoorde steken. „De meis
jes zijn er ook bij." Dat was goed te hoo-
ren aan haar hooge stemmetjes, die druk
tegen Vader redeneerden.
Het duurde niet lang, of ze zaten met hun
vijven gezellig aan het middagmaal en
deden dat alle eer aan.
„Zullen we gaan knikkeren met z'n
drieën?" vroeg Nel, toen de tafel afgeruimd
v/as.
„Nee, hoor!" zei Ben. ,,'k Ga fijn korfbal
len
„Kom, even stelde Zus voor. Ze was de
kleinste en kon nogal veel van Ben gedaan
krijgen.
„Neen Zus, ik kan .niet. Ik moet meteen
*eg."
„Al je terugkomt dan?" vleide Zus.
„Ja, misschien wel," beloofde Ben.
Ben vertrok op de fiets, want hot korf-
balterrein was een heel eind weg. De
meisjes gingen nu maar samen wat doen.
Tegen het boterham-eten kwam Ben
terug.
„Ha, nu gaan we knikkeren," zei Zu9. Ze
legde hear pop in den wagen en zocht haar
knikkerzak op. Nel volgde haar voorbeeld.
Ben wa6 moe, doodmoe Hij had den hee-
len middag over het veld gehold en was
liefat rustig in een gemakkelijken stoel
gaan zitten. Maar hij had het zijn zusje
beloofd, dus zocht hij ook zijn knikkers.
Weldra waren ze in hun spel verdiept.
Na een half uurtje riep Moeder hen voor
de avondboterham. En toen die op was, zei
Vader:
„Heb je al wat aan je werk gedaan, Ben?"
„Neen, Vader. Dat kon ik toch niet. 'k Heb
gekorfbald."
„Maar toen je terugkwam?"
„O, toen heb ik wat met Zus en Nel ge
knikkerd."
„Zou je nu zóó eerst niet aan je werk
beginnen?" vroeg Vader.
,,"k Wou gaan lezen, 'k Heb zoo'n mooi
boek van Kees te leen: Wilde Bob. 'k Heb
toch morgen den heelen dag nog. Dan is 't
Zondag!"
„Dat is wel zoo," zei Vader. „Maar ik denk
altijd: gedaan is gedaan!"
,,'k Vind het juist zoo eenig om 's Zater
dagsavonds zoo n beetje te luieren. Dan is
het al zoo'n halve Zondag," zei Ben.
„Maar als je 's Zondags nog al je werk
moet doen, dan heb je heel geen Zondags-
gevoel. Ik tenminste niet," zei Vader.
„Nou, maar ik maak m'n werk veel liever
morgen. Mag 't Vader?' vroeg Ben.
„Je moet het zelf weten. Maar als we
soms plan maken om uit te gaan, dan kun
je niet mee."
„Morgenmiddag kunnen we niet uit," zei
Moeder, „dan krijgen we bezoek van onze
buren."
Die buren waren daar pas een paar
maanden geleden komen wonen Zij hadden
ook kinderen. Eén jongen vooral, Kees, van
wien Ben Wilde Bob geleend had, was erg
met hem bevriend.
Dus ging Ben gezellig met zijn boek bij
de tafel zitten. Weldra was hij in zijn
lectuur verdiept. Eu hij vond het zóó mooi,
dat hij soms hardop zat te lachen.
Om half acht moest het drietal naar
boven. Dat speet Ben geducht, want hij
had nog zoo graag wat doorgelezen.
Toen de familie den volgenden morgen
met het ontbijt klaar was, stelde Vader voor
een eindje te gaan wandelen.
Hè ja!" riep Ben, die dat altijd erg ge
zellig vond
„Neen," zei Vader, „nu eerst je werk.
Hoeveel vakken heb je voor morgen?"
„Vijf, Vader!"
„Nu, dat is geen kleinigheid."
„Ik kan het vanmiddag wel doon, dan
komt er toch visite en ga ik boven zitten,"
stelde Ben voor.
„En als Kees soms meekomt, houdt die je
van je werk," zei Moeder. „Neen, Vader
hoeft gelijk. Blijf jij nu hier om je werk te
maken."
„Jakkes, zoo saai," mopperde Ben.
„Daar is nu niets aan te doen," zei Vader.
„Plicht gaat voor."
Zwarte Moppie wou gaan baden,
Wou gaan baden in de zee!
En vandaar, dat zwarte Moppie
Van zijn kleertjes zich ontdoe'
Zwarte Moppie zwom in 't water,
Voetjes, kop en duim er uit,
En de golfjes dansten vroolijk
Rond zijn oolijk nikker-snuit!
O Muisjes, weest voorzichtig
En denkt aan Poes Minst.
Foei, snoepen van den schotel.
Voor Poes daar klaar gezeU
Dat t6 wel heel ondeugend'
Vast heb je straks berouw.
Ga dus terug noar Moede»-
In 't muizenhol. Toe, gauw'
HANSJE.
Hansje, klein Hansje!
Wat heb je tcch gedaan?
Je staat maar in een hoekje,
Je weet je Moes, die zoekt je
Toch kom je cr niet vandaan.
Hansje, klein Hansje,
Bleef in z'n hoekje staan.
Heel zachtjes klonk zijn huilen
Heel zachtjes klonk z'n pruilen.
Hij wou niet spelen gaan.
Hansje, klein Hansje,
Heeft heel. heel erg verdriet
Hij heeft daarstraks bij 't ballen.
Een vaasje laten vellen.
EnMoes, die weet 't nog niet.
Hansje, klein Hansje,
Huilt fmmer zachtjes voort.
Het lijmen wou niet lukken,
Het vaasje bleef in stukken.
O, als toch Moes het hoortI
Hansje, waar zft je?
Roept Moeder in de gang.
De deur gaat weldra open.
Moes komt al toegeioopen,
O, wat fs Hansje beng?
Hansja, m'n ventje,
M'n fclefne stoute man?
Je hoeft niet zoo te vreezen,
Ic zal niet boos meer wezen.
Je hebt immers spijt er van*
Want als Minet zich omdraait
O hé, dan is 't niet pluis'
Je kunt geen poes vertrouwen.
Dat weet de kleinste muis
En jullie, die dit lezen.
Zet beide plaatjes op
Maar zorgt, dat Poes Minet zit
Met afgewenden kop.
Kaarten Raden.
Hiertoe neemt men van een spel 5 kaar
ten. laat die iemand uit het gezelschaD zien
met verzoek er één van te onthouden. Daar
na legt men de 5 kaarten in een hoopje op
de tafel.
Vervolgens laat men 5 andere kaarten
aan een ander zien om er eveneens één van
te onthouden. Men legt dan deze 5 kaarten
op het eerste hoopje. Op dezelfde wiize han
delt men voor den 3den. 4dcn en 5den keer.
Nu legt men de 25 kaarten in 5 rijen open
op de tafel, en wel zóó. dat de 5 eerste kaar
ten de eerste rij vormen, de 5 volgende de
2de rij enz. Men kan deze rijen in de lengte
of In de breedte leggen, al naar men wil. De
aanwijzing geschiedt echter Hteeda in de te
genovergestelde richting; d.w.z als de rijen
van links naar rechts worden gelegd, ge
schiedt de aanwiizing van onder naar bo
ven on 7.00 omgekeerd. 1
Daarop vraagt men ieder der 5 personen
achtereenvolgens, in welke rij de gedachte
kaart liet Daar de 5 eerste kaarten de
eerste van iedere rij zijn, moet de door den
eersten Dersoon gedachte kaart de eerste
van iedere ril zijn; de door den 2den per
soon gedachte kaart de tweede, enz.
Dit kunstje is dus zeer eenvoudig en ge
makkelijk uit te voeren. Om de toeschou
wers om den tuin te lelden-, klikt men zeer
nadenkend en doet net alsof men met. eeni
ge inspanning berekent, welke de bewuste
kaart is.
Vader vertrok met do zusjes Moeder ging
aan haar bezigheden. En vanmiddag zat hij
natuurlijk ook in huis. Want als er visite
was, kon Vader niot uit. Hij nam zijn agen
da. Meetkunde, echt vervelend. Duitsch, zoo
moeilijk! En voor Nederlandsch een versje
ieeren, hemel wat een flauwigheid! Van
kwaadheid gooide hij de agenda op tafel.
Die kwam juist op Wilde Bob terecht Ha,
dat was een inval! Eerst maar wat lezen.
Dan kwam zóó misschien de werklust wel.
Maar belaas! De werklust kwam niet. Ben
las maar door, maar aldoor! Tot hij ten
slotte het heelr boek uit had. Hij klapte 'l
dicht, wierp het op tafel, stond op en rekte
zich eens lekker uit. Hij was er lui van ge
worden. Hoe laat zou 't zijn?
Daar kwam juist Vader thuis rnet de
meisjes. Nu, die waren ook gauw terug. Ben
liep naar Moeders slaapkamer en keek op
den wekker. Kwart voor eenen! Nou, die
klok was ook in de war. 't Was zeker niet
iater dan elf uur. Hij zou eens gauw mei
zijn werk beginnen. Hij had juist zijn moel-
kunde-boek en zijn kladschrift klaargelegd,
toen Nel naar boven kwam om hem voor
het eten to roepen.
„Eten?" vroeg Ben verwonderd. „Wat
o!fn we vandaag gek vroeg!"
„Vroeg?" zei Nel. ,,'t Is al bij eenen."
„Zeg, hou mij nu eens voor den mal,"
zei Ben nijdig.
Nu riep Moeder ook onder aan do trap:
„Komen jullie haast?"
Beneden zag Ben op de pendule, dat het
inderdaad bij eenen was.
„Is het al zóó laat?" vroeg Ben, die op de
klok wees.
„Natuurlijk," zei Vader. „We hebben een
reuzenwandeling gemaakt. Is je werk af?"
Ben kreeg een kleur.
„Neen, Vader, 'k zou juist met m'n meet
kunde beginnen," zei hij.
„En is de rest af?"
,Neen 'k wist niet, dat het al zoo laat
was, *k had eerst mijn boek uitgelezen."
„Dus dan moet je zeker nog zoo goed als
alles," zei Vader boos.
„Ja, eigenlijk wel," zei Ben aarzelend.
„Wat is dat nu vervelend," zei Vader,
„nu ben ik gistermiddag al over dat huis
werk van jou begonnen. En nu is er nog
niets gedaan. Je bent ook zoo gruwelijk
eigenwijs. Als je eten op is, ga je meteen
naar boven. En ik zal komen kijken, of je
opschiet."
Vader was echt kwaad. Moeder was ver
drietig. Want wat was dat nu jammer, dat
er op Zondag zoo gebromd moest worden,
Brommen was altijd wel naar, maar op Zon
dag was 't dubbel erg.
Er werd aan tafel niet veel gesproken en
dadelijk, toen ze klaar waren, ging Ben
naar zijn kamertje.
Toen hij boven aan de trap stond, werd
er gebeld.
„Wie zou daar nu zijn?" dacht Ben. Hij
bleef even wachten en ging gebukt zitten
om te kunnen zien, wie er was. Vader deed
open. 't Was de buurman met Kees.
„Dag meneer van Buren," zei deze.
„Komt U er even in?" vroeg Vader.
„Neen, neemt u me niet kwalijk, maar
'k heb geen tijd. Ik kwam U even zeggen,
dat we vanmiddag niet kunnen komen,
want we gaan met de kinderen naar den
schouwburg. Mevrouw Hopman Kwast
geeft een aardige kinderop^retto „Prinses
Hara". En nu kwamen we vragen, of Ben
ook mee mocht."
„Ik mee naar den schouwburg!" ging het
daar boven aan de trap door Ben's hoofd.
„Eenig gewoon! 'k Ben nog nooit in den
schouwburg geweest. Dat is nog eens fijn!"
Ben ging maar vast naar beneden Vader
zag hem de trap afkomen. „Allo! aan je
werk1' zei Vader en wees naar boven.
Boven luisterde Ben verder.
Vader iel, dat het hem speet, maar dat
Ben al zijn werk nog moest maken en du9
onmogelijk mee kon. Kees deed nog een
poging om Ben mee te krijgen. Maar Vader
was onvermurwbaar.
t Is jammer," zei Kees' Vader en ver
trok met zijn zoon.
O, wat had Ben een spijt! Had hij nu van
morgen maar gewerkt in plaats van te
lezen. Dan had hij fijn mee naar den
schouwburg kunnen gaan. Ep in plaats van
daar te zitten genieten, kon hij nu gaan
werken! Had Kees hem Wilde Bob maar
niet geleend. Daar zou nu warempel Kees
de schuld nog krijgen van alle narigheid.
Kees, die hem nog wel was komen halen
ora mee te gaan, want Kees had het plan
natuurlijk verzonnen, 't Was te gek!
Daarom nam Ben een kloeh besluit en
begon met zijn meetkunde-s» mmen. Hij
wou nergens anders aan denken En dat
deed hij ook niet. HIJ maakte 7ijn Duitsche
werk 'en leerde zijn verbuigingen
Toen Moeder hem een kopje thee boven
kwam brengen, was hij Juist bezig zijn ge
dicht voor Nederlandsch te leeren. Hij had
gekozen: „De zeven boeven," van Albert
Verweij.
,,'t Spijt me zoo voor je," zei Moedor ver*
drietig.
„Trek er U maar niets van aan, hoor
Mam! 'I Is mijn eigen schuld," zei Ben dap
per.
„Dat weet ik wel, jongen. Maar 'k had het
je zoo graag gegund."
„U bent een schat, hoor! Doch 't zal mo
niet weer overkomen."
„Als dat zoo is, vent, dan heeft deze nare
dag toch nog iets goeds voortgebracht."
Moeder streek hanr Jongen eens over het
hoar en ging opgewekter naar beneden dan
ze boven komen was.
Ben dronk zijn thee uit, stopte toen zijn
vingers in zijn ooren en leerdo ijverig ver
der.
CORRESPONDENTIE.
Silene. Ja, zeg dat wel. Ik was al
bang, dat je me vergelen was. Ja, daar ben
je nu volop voor in de gelegenheid. Dat hin
dert niets hoor
Wildzang. Neen gelukkig niet Dat
was niet gemakkelijk met dat boek, hoorde
ik Neen nog niet. Mnnr dat zal wel gebeu
ren, tonminste'als het weer niet al te gouw
omslaat. Je moet anders nu wel heel hord
rijden om warm te worden. Neen. dat vond
ik ook. En erg feestelijk was het er even
min.
Lilliputter. Ja. Dus je hebt nog al
pleizier gehad. Goed, doe dat maar, die kan
ik altijd wel gebruiken. Ja, eon beelje-heel-
erg.
Meidoorn. Dus was het Je alleen
maar om dien prijs te doen. Of ben je ziek
geweest? Dot denk ik 'eerder, want Je was
altijd zoo'n trouwe schrijfster. Die komen
ook wel weer. Leert hij al aardige kunstjes?
P i g g e I m e e. Ja, dal begrijp ik
Kwik. Dat is erg vervelend. BIJ ons
is het precies hetzelfde, 't Is te hopen dat er
nu gauw een eind aan komt.
Blondje. Gelukkig zal die tijd ook
wel weer aanbreken. Ja, dat was een ver
gissing. Natuurlijk wordt daarmee rekening
gehouden. Mank maar veel plezier.
Or no. Wat heb ik gezocht naar Je
schuilnaam. Eindelijk vond ik hem dan toch
Dat zal me een feest worden! 't Ts nog ver
weg, 18 October, dus Je hebt tijd genoeg voor
de voorbereidingen
Weerwolf. Vondt je het er leuk en
was je ook gecostumeerd? Dan heb ik je
misschien wel gezien
V i o 1 i 0 r t j e. Véél te koud hoor 't Is
om zelf ook te bevriezen. Misschien komen
er wel weer meer. Doe dat; dat vind ik erg
leuk.
Prins. Wat scheelt hem. Wensch hem
van harte beterschap. Nu. het huiswerk gaat
natuurlijk voor. Dat mag niet anders.
Radio. Dank je wel voor je raadsels.
Het komt goed van pr -.
Vinkje. Wat een pracht verhaal heb
Ie me daar verteld. Ik geloof dat ik het ook
eens door de radio heb gehoord. Jii ook
M a r j 01 ij n t j e. Natuurlijk. Hartelijk
welkom hoor Hoor ik iedere week wat
van je
Wony. Dat vind ik erg prettig. Hoe
meer hoe liever. Doe altijd mnnr trouw mee.
P 0 s t d u i f j e. Ik heb niets gekregen.
Maar dez.e week wel. zooals je ziet. Ja, maar
eigenlijk wel wat al te lang.
Balsemientje. Wat zal Je er dan
mooi uitzien met zoo'n paarse neus. Dat is
ook lang nipt vertrouwd. Probeer het maar
niet. 't Is veel te gevaarlijk.
C o s m e a. Tk herinner rne het tenmin
ste niet. Maar ik vind het nu al lang ge
noeg hoor
Robbedoes. Ja, dat gebeurt hoor.
't Is heel goed. Dank je wel.
Zonnestraaltje. Neen, daar is nu
niets geen plezier aan. Je zou er ziek van
worden. Pas maar op.
Meizoentje. Dat was minder pret
tig. Hoe kwam dat 7.00. Keek je niet goed
voor je uit? Daar bofte je bij.
Kievit. Ja, dat ma? hoor. Heel graag
zelfs. Wat zijn dat voor bonnen? Dat is juist
de groote verrassing.
M i e r. Heel aardig. Als het aan de
beurt is. zal Je het misschien wel in de
krant zien staan.
Spin. Ja, dat was niet erg aardig.
Waarom deden jelui dat
Broek. Dank je wel voor jo raadsels.
Het was er heel aardig. Waarom vind je
dat zoo jammer?
Donderpadje. Ken je het al een
beetje. Het is heusch niet zoo moeilijk.
Krullebol. Dat vind ik ook. Het
mopt zoo veel mogelijk zijn
Tip. Ja. dat was een leuk gezicht. Al
leen was de lucht nu en dan minder prettig.
Zoo. dat is al heel vlug.
Regendropje. Zoodra ze aan de
beurt zijn.
Kampioen. zxm, dat was dus wel
aardig. En natuurlijk niet zoo bar druk.
Want dan is er niets aan.
Cupido. Ja, en nog kun je maar
steeds door genieten. We hebben het zelden
zoo gehad. Dat zal wel gezellig zijn.
Maandroosje. Misschien gebeurt
dat ook wel. Je hebt gelijk, zóó Is het niet
er? prettig.
K wak. Wil je dan nog even schrijven,
waarvoor je die wilde ruilen?
KAR EU