KINDERRUBRIEK Rmriek van Oom Rare' MORGEN! VOOR DE KLEINTJES ZWARTE MOPPIE KLEUR- EN KNIPPLAATJE Van Alles Wat. De vorige week kwamen er helaas weer enkele briefjes te laat, zoodat die niet meer beantwoord konden worden. Erg Jammer, maar het kon niet anders. En nu zal ik jelui deze week eens niets vertellen verder. Want Silene, je weet wel onze trouwe medewerk ster, zond me een echt gebeurd verhaaltje, dat Jelui wel aardig zult vinden en datMk hier laat volgen. Het heet EEN VERJAAR8PARTUTJE, Miep was jarig en mocht eenige meisjes vragen. Die zouden dan na schooltijd ko men. Daar het Dinsdag was en de meisjes naar school moesten, zou 't fee9t dus pas om 4 uur beginnen. Het was nauwelijks vier uur geweest of de vriendinnetjes waren er al. Het waren er vier. Annie, Truus, Corrie en Willy. Miep nam cadeautjes in ontvangst waar 2e erg blij mee was. De andere cadeaux werden getoond en bewonderd. Daar Miep eenlg kind is, was zi) door andere familieleden aardig verwend. Miep'* moeder schonk thee in cn de meis'es schaarden zich om de tafel. „Wat zullen we doen?" vroeg Miep. „ïk weet wel een leuk spelletje" zei Willy. „Vragen cn antwoorden". Onder veel ge lach werden later de antwoorden opgelezen. Daarna gingen ze protocollen, wat ook erg gezellig was. Onderwijl tracteerde Mevrouw op heerlijkheden. „Ik weet nog een spelletje", riep Willy We moeten nllen een versje zingen en mogen 't laatste woord van elke regel niet zingc^.'. Het eerste versje was: ..T.ang zal ze leven". Truus naakte aardig veel fouten en moest daardoor steeds een nand geven. Ook de anderen vlogen er veel in. Toen er renoeg panden waren, werden ze verbeurd. Zoodoende werden er weer heel wat snelletjes gedaan. De panden raakten eindelijk op en werd er besloten „Stoelen dans" te doen. Juist werd er gebeld en kwam Mevrouw B.. een buurdame met haor drie kleine zoonties. Miep feliciteeren. Ze moesten natuurlijk mee doen en 't was een geschreeuw en gelach van belang. Mijnheer B. kwam later ook nog. Miep's Vader was al thuis crekomen en deed ook mee.Op 't eind bleven Mien's moeder, mijnheer B, cn Willy over. Mijnheer B. ging steeds op de stoel zitten noc voordat de muziek ophield. \V V ly die achter hem liep. duwde en stomme net zoo lang. totdat hij er af was, maar zij verloor het toch. Miep's moeder won het. Het was al wat laat geworden en de bu ren cingen naar huis. Miep moest nog even een boodschap doen. wat de meisjes wat leuk vonden. Met z'n vijven werd 't gedaan. Thuis gekomen was de tafel al gedekt en zag er gezellig en uitlokkend uit. De meis jes deden zich te goed en aten flink. Er werd over school verleid en over andera dingen. Na 't eten werd er ..Nachtwacht" ge daan. ook weer een soelletie. Het was al necen uur geworden. Miep en Truus speel den toen om de beurt on de niano en de anderen zongen er bii. 't Werd half lien en tiid om naar huis te gaan. De meis»es be dankten mevrouw voor de heerlijke middag en avond en gingen weg. 't Was om zoo maar eens te zeggen „knal" geweest om nooit te vergeten. RAADSELS. Oplossingen van de vorige week. De oplossingen der vorige raadsels waren: Broek op Langendljk met broek op, lang, dijk. II. Krokodil met de woorden kok, rood, lik, Dirk, kool. Deze week is de prijs gewonnen door ..R a- dl0" die hem Maandag aan ons bureau kan komen afhalen. NIEUWE RAADSELS. I. Welke zuivelproducten kun je vormen uitBoert, makkernel, Amo6kaor? II. Tten ik nog onverminkt, Dan sier ik menie dier Als ik mijn hoofd echter mis Sier ik den disch. III. Met H ben ik een viervoetig dier. Met M word ik een rivier Met B de eerste op elk gebied Met K. lusten enkelen mij niet. IV. Welke bakker eet zijn eigen gebak nooit op VAN DE OPSTELLENWEDSTRIJD. VIER WEKEN IN VACANT1EKOLONIE. Eindelijk was de dag aangebroken waar ik zoo naar verlangd had. Vrijdag 'e morgens gingen wij met den trein van tien uur weg In Utrecht aangekomen kwamen er nog an deren kinderen bij. Toen gingen wij te sa men naar Rotterdam. In Rotterdam aange komen moesten wij een stukje met de boot varen, en toen nog een eind loopen naar de tramhalte. Daar stonden al reeds kinderen te wachten, eindelijk zagen wij de stoom tram in de verte aankomen, en kwam er aan ons wachten een eind. Wij stapten al len In de tram naar Oostvoorne, onderweg zagen wii veel weilanden met koeien, scha- enp, paarden enz. Om half 4 kwamen wij wel dra in 't Kotoniehuls. Na 'n poosje gerust te hebben, gingen wij eten en vroeg naAr bed Op de slaapkamer kon tk de zee zien en aan den anderen kant de duinen. Wat sliep ik dten nacht heerlijk! Vervolgens moesten wij tederen morgen om zeven uur opstaan. Ons wasschen, aan- kleeden cn dan om uur bedden onmaken, en om 10 uur gingen wij handwerken 's Middags gingen wij een poosje rusten. En dan gingen wij wandelen; soms gingen wij naar het strand soms naar de duinen. Daar konoen wli heerlijk spelen. Wat een leuke spelletjes deden wij daar o. a. Kottlnginne- bal. vlaggespel. Dan gingen we weer naar het huis en zorgden om 7 uur weer aan ta fel t zijn. Daarna werd er nog voorgelezen en dan gingen wij naar bed. Dit duurde zoo 4 weken en was ik in dien tijd 11 pond aan gekomen en flink bruin geworden. (Ingez. door REGENDROPJE.) UIT ONZE MOPPENTROMMEL, Hoe komt het toch. dat zoovele kinderen gp de scholen te Arnhem moeite hebben, om eenig begrip te krijgen vin de vier wind streken? vroeg de meester. Jantje, een vlugge leerling, antwoordde daarop Wel meester, dat is hierdoor te verkla ren zij hebben de Zuiderzee ten Noorden van 2ich, Noord-Brabant vinden lij in bet 2uidcn. Om in Westervoort te komen moe ten zij zich naar het Oosten wenden terwijl luist Oosterbeek voor hen Wostwaarts ligt. „Dag Moes!" zei Ben, die uit school kwam en de keuken binnenstapte, waar Moeder nog bezig was. „Gaan we gauw eten?" „Dag vent Heb je zoo'n trek?" zei Moe der, terwijl ze met een vork in de aardap pelen prikte om te probeeren, of ze al gaar waren. „Natuurlijk heb ik honger, reuzenhonger! Maar ziet u, 'k moet gauw weer weg. Want we hebben oro twee uur korfbalwedstrijd op Welgelegen." „Nu. de aardappels zijn bijna gaar. Kijk maar eens, of Vader er al aan komt. En wasch vast je handen," zei Moeder. „Daar is Vader al!" juichte Ben, die een sleutel in het slot hoorde steken. „De meis jes zijn er ook bij." Dat was goed te hoo- ren aan haar hooge stemmetjes, die druk tegen Vader redeneerden. Het duurde niet lang, of ze zaten met hun vijven gezellig aan het middagmaal en deden dat alle eer aan. „Zullen we gaan knikkeren met z'n drieën?" vroeg Nel, toen de tafel afgeruimd v/as. „Nee, hoor!" zei Ben. ,,'k Ga fijn korfbal len „Kom, even stelde Zus voor. Ze was de kleinste en kon nogal veel van Ben gedaan krijgen. „Neen Zus, ik kan .niet. Ik moet meteen *eg." „Al je terugkomt dan?" vleide Zus. „Ja, misschien wel," beloofde Ben. Ben vertrok op de fiets, want hot korf- balterrein was een heel eind weg. De meisjes gingen nu maar samen wat doen. Tegen het boterham-eten kwam Ben terug. „Ha, nu gaan we knikkeren," zei Zu9. Ze legde hear pop in den wagen en zocht haar knikkerzak op. Nel volgde haar voorbeeld. Ben wa6 moe, doodmoe Hij had den hee- len middag over het veld gehold en was liefat rustig in een gemakkelijken stoel gaan zitten. Maar hij had het zijn zusje beloofd, dus zocht hij ook zijn knikkers. Weldra waren ze in hun spel verdiept. Na een half uurtje riep Moeder hen voor de avondboterham. En toen die op was, zei Vader: „Heb je al wat aan je werk gedaan, Ben?" „Neen, Vader. Dat kon ik toch niet. 'k Heb gekorfbald." „Maar toen je terugkwam?" „O, toen heb ik wat met Zus en Nel ge knikkerd." „Zou je nu zóó eerst niet aan je werk beginnen?" vroeg Vader. ,,"k Wou gaan lezen, 'k Heb zoo'n mooi boek van Kees te leen: Wilde Bob. 'k Heb toch morgen den heelen dag nog. Dan is 't Zondag!" „Dat is wel zoo," zei Vader. „Maar ik denk altijd: gedaan is gedaan!" ,,'k Vind het juist zoo eenig om 's Zater dagsavonds zoo n beetje te luieren. Dan is het al zoo'n halve Zondag," zei Ben. „Maar als je 's Zondags nog al je werk moet doen, dan heb je heel geen Zondags- gevoel. Ik tenminste niet," zei Vader. „Nou, maar ik maak m'n werk veel liever morgen. Mag 't Vader?' vroeg Ben. „Je moet het zelf weten. Maar als we soms plan maken om uit te gaan, dan kun je niet mee." „Morgenmiddag kunnen we niet uit," zei Moeder, „dan krijgen we bezoek van onze buren." Die buren waren daar pas een paar maanden geleden komen wonen Zij hadden ook kinderen. Eén jongen vooral, Kees, van wien Ben Wilde Bob geleend had, was erg met hem bevriend. Dus ging Ben gezellig met zijn boek bij de tafel zitten. Weldra was hij in zijn lectuur verdiept. Eu hij vond het zóó mooi, dat hij soms hardop zat te lachen. Om half acht moest het drietal naar boven. Dat speet Ben geducht, want hij had nog zoo graag wat doorgelezen. Toen de familie den volgenden morgen met het ontbijt klaar was, stelde Vader voor een eindje te gaan wandelen. Hè ja!" riep Ben, die dat altijd erg ge zellig vond „Neen," zei Vader, „nu eerst je werk. Hoeveel vakken heb je voor morgen?" „Vijf, Vader!" „Nu, dat is geen kleinigheid." „Ik kan het vanmiddag wel doon, dan komt er toch visite en ga ik boven zitten," stelde Ben voor. „En als Kees soms meekomt, houdt die je van je werk," zei Moeder. „Neen, Vader hoeft gelijk. Blijf jij nu hier om je werk te maken." „Jakkes, zoo saai," mopperde Ben. „Daar is nu niets aan te doen," zei Vader. „Plicht gaat voor." Zwarte Moppie wou gaan baden, Wou gaan baden in de zee! En vandaar, dat zwarte Moppie Van zijn kleertjes zich ontdoe' Zwarte Moppie zwom in 't water, Voetjes, kop en duim er uit, En de golfjes dansten vroolijk Rond zijn oolijk nikker-snuit! O Muisjes, weest voorzichtig En denkt aan Poes Minst. Foei, snoepen van den schotel. Voor Poes daar klaar gezeU Dat t6 wel heel ondeugend' Vast heb je straks berouw. Ga dus terug noar Moede»- In 't muizenhol. Toe, gauw' HANSJE. Hansje, klein Hansje! Wat heb je tcch gedaan? Je staat maar in een hoekje, Je weet je Moes, die zoekt je Toch kom je cr niet vandaan. Hansje, klein Hansje, Bleef in z'n hoekje staan. Heel zachtjes klonk zijn huilen Heel zachtjes klonk z'n pruilen. Hij wou niet spelen gaan. Hansje, klein Hansje, Heeft heel. heel erg verdriet Hij heeft daarstraks bij 't ballen. Een vaasje laten vellen. EnMoes, die weet 't nog niet. Hansje, klein Hansje, Huilt fmmer zachtjes voort. Het lijmen wou niet lukken, Het vaasje bleef in stukken. O, als toch Moes het hoortI Hansje, waar zft je? Roept Moeder in de gang. De deur gaat weldra open. Moes komt al toegeioopen, O, wat fs Hansje beng? Hansja, m'n ventje, M'n fclefne stoute man? Je hoeft niet zoo te vreezen, Ic zal niet boos meer wezen. Je hebt immers spijt er van* Want als Minet zich omdraait O hé, dan is 't niet pluis' Je kunt geen poes vertrouwen. Dat weet de kleinste muis En jullie, die dit lezen. Zet beide plaatjes op Maar zorgt, dat Poes Minet zit Met afgewenden kop. Kaarten Raden. Hiertoe neemt men van een spel 5 kaar ten. laat die iemand uit het gezelschaD zien met verzoek er één van te onthouden. Daar na legt men de 5 kaarten in een hoopje op de tafel. Vervolgens laat men 5 andere kaarten aan een ander zien om er eveneens één van te onthouden. Men legt dan deze 5 kaarten op het eerste hoopje. Op dezelfde wiize han delt men voor den 3den. 4dcn en 5den keer. Nu legt men de 25 kaarten in 5 rijen open op de tafel, en wel zóó. dat de 5 eerste kaar ten de eerste rij vormen, de 5 volgende de 2de rij enz. Men kan deze rijen in de lengte of In de breedte leggen, al naar men wil. De aanwijzing geschiedt echter Hteeda in de te genovergestelde richting; d.w.z als de rijen van links naar rechts worden gelegd, ge schiedt de aanwiizing van onder naar bo ven on 7.00 omgekeerd. 1 Daarop vraagt men ieder der 5 personen achtereenvolgens, in welke rij de gedachte kaart liet Daar de 5 eerste kaarten de eerste van iedere rij zijn, moet de door den eersten Dersoon gedachte kaart de eerste van iedere ril zijn; de door den 2den per soon gedachte kaart de tweede, enz. Dit kunstje is dus zeer eenvoudig en ge makkelijk uit te voeren. Om de toeschou wers om den tuin te lelden-, klikt men zeer nadenkend en doet net alsof men met. eeni ge inspanning berekent, welke de bewuste kaart is. Vader vertrok met do zusjes Moeder ging aan haar bezigheden. En vanmiddag zat hij natuurlijk ook in huis. Want als er visite was, kon Vader niot uit. Hij nam zijn agen da. Meetkunde, echt vervelend. Duitsch, zoo moeilijk! En voor Nederlandsch een versje ieeren, hemel wat een flauwigheid! Van kwaadheid gooide hij de agenda op tafel. Die kwam juist op Wilde Bob terecht Ha, dat was een inval! Eerst maar wat lezen. Dan kwam zóó misschien de werklust wel. Maar belaas! De werklust kwam niet. Ben las maar door, maar aldoor! Tot hij ten slotte het heelr boek uit had. Hij klapte 'l dicht, wierp het op tafel, stond op en rekte zich eens lekker uit. Hij was er lui van ge worden. Hoe laat zou 't zijn? Daar kwam juist Vader thuis rnet de meisjes. Nu, die waren ook gauw terug. Ben liep naar Moeders slaapkamer en keek op den wekker. Kwart voor eenen! Nou, die klok was ook in de war. 't Was zeker niet iater dan elf uur. Hij zou eens gauw mei zijn werk beginnen. Hij had juist zijn moel- kunde-boek en zijn kladschrift klaargelegd, toen Nel naar boven kwam om hem voor het eten to roepen. „Eten?" vroeg Ben verwonderd. „Wat o!fn we vandaag gek vroeg!" „Vroeg?" zei Nel. ,,'t Is al bij eenen." „Zeg, hou mij nu eens voor den mal," zei Ben nijdig. Nu riep Moeder ook onder aan do trap: „Komen jullie haast?" Beneden zag Ben op de pendule, dat het inderdaad bij eenen was. „Is het al zóó laat?" vroeg Ben, die op de klok wees. „Natuurlijk," zei Vader. „We hebben een reuzenwandeling gemaakt. Is je werk af?" Ben kreeg een kleur. „Neen, Vader, 'k zou juist met m'n meet kunde beginnen," zei hij. „En is de rest af?" ,Neen 'k wist niet, dat het al zoo laat was, *k had eerst mijn boek uitgelezen." „Dus dan moet je zeker nog zoo goed als alles," zei Vader boos. „Ja, eigenlijk wel," zei Ben aarzelend. „Wat is dat nu vervelend," zei Vader, „nu ben ik gistermiddag al over dat huis werk van jou begonnen. En nu is er nog niets gedaan. Je bent ook zoo gruwelijk eigenwijs. Als je eten op is, ga je meteen naar boven. En ik zal komen kijken, of je opschiet." Vader was echt kwaad. Moeder was ver drietig. Want wat was dat nu jammer, dat er op Zondag zoo gebromd moest worden, Brommen was altijd wel naar, maar op Zon dag was 't dubbel erg. Er werd aan tafel niet veel gesproken en dadelijk, toen ze klaar waren, ging Ben naar zijn kamertje. Toen hij boven aan de trap stond, werd er gebeld. „Wie zou daar nu zijn?" dacht Ben. Hij bleef even wachten en ging gebukt zitten om te kunnen zien, wie er was. Vader deed open. 't Was de buurman met Kees. „Dag meneer van Buren," zei deze. „Komt U er even in?" vroeg Vader. „Neen, neemt u me niet kwalijk, maar 'k heb geen tijd. Ik kwam U even zeggen, dat we vanmiddag niet kunnen komen, want we gaan met de kinderen naar den schouwburg. Mevrouw Hopman Kwast geeft een aardige kinderop^retto „Prinses Hara". En nu kwamen we vragen, of Ben ook mee mocht." „Ik mee naar den schouwburg!" ging het daar boven aan de trap door Ben's hoofd. „Eenig gewoon! 'k Ben nog nooit in den schouwburg geweest. Dat is nog eens fijn!" Ben ging maar vast naar beneden Vader zag hem de trap afkomen. „Allo! aan je werk1' zei Vader en wees naar boven. Boven luisterde Ben verder. Vader iel, dat het hem speet, maar dat Ben al zijn werk nog moest maken en du9 onmogelijk mee kon. Kees deed nog een poging om Ben mee te krijgen. Maar Vader was onvermurwbaar. t Is jammer," zei Kees' Vader en ver trok met zijn zoon. O, wat had Ben een spijt! Had hij nu van morgen maar gewerkt in plaats van te lezen. Dan had hij fijn mee naar den schouwburg kunnen gaan. Ep in plaats van daar te zitten genieten, kon hij nu gaan werken! Had Kees hem Wilde Bob maar niet geleend. Daar zou nu warempel Kees de schuld nog krijgen van alle narigheid. Kees, die hem nog wel was komen halen ora mee te gaan, want Kees had het plan natuurlijk verzonnen, 't Was te gek! Daarom nam Ben een kloeh besluit en begon met zijn meetkunde-s» mmen. Hij wou nergens anders aan denken En dat deed hij ook niet. HIJ maakte 7ijn Duitsche werk 'en leerde zijn verbuigingen Toen Moeder hem een kopje thee boven kwam brengen, was hij Juist bezig zijn ge dicht voor Nederlandsch te leeren. Hij had gekozen: „De zeven boeven," van Albert Verweij. ,,'t Spijt me zoo voor je," zei Moedor ver* drietig. „Trek er U maar niets van aan, hoor Mam! 'I Is mijn eigen schuld," zei Ben dap per. „Dat weet ik wel, jongen. Maar 'k had het je zoo graag gegund." „U bent een schat, hoor! Doch 't zal mo niet weer overkomen." „Als dat zoo is, vent, dan heeft deze nare dag toch nog iets goeds voortgebracht." Moeder streek hanr Jongen eens over het hoar en ging opgewekter naar beneden dan ze boven komen was. Ben dronk zijn thee uit, stopte toen zijn vingers in zijn ooren en leerdo ijverig ver der. CORRESPONDENTIE. Silene. Ja, zeg dat wel. Ik was al bang, dat je me vergelen was. Ja, daar ben je nu volop voor in de gelegenheid. Dat hin dert niets hoor Wildzang. Neen gelukkig niet Dat was niet gemakkelijk met dat boek, hoorde ik Neen nog niet. Mnnr dat zal wel gebeu ren, tonminste'als het weer niet al te gouw omslaat. Je moet anders nu wel heel hord rijden om warm te worden. Neen. dat vond ik ook. En erg feestelijk was het er even min. Lilliputter. Ja. Dus je hebt nog al pleizier gehad. Goed, doe dat maar, die kan ik altijd wel gebruiken. Ja, eon beelje-heel- erg. Meidoorn. Dus was het Je alleen maar om dien prijs te doen. Of ben je ziek geweest? Dot denk ik 'eerder, want Je was altijd zoo'n trouwe schrijfster. Die komen ook wel weer. Leert hij al aardige kunstjes? P i g g e I m e e. Ja, dal begrijp ik Kwik. Dat is erg vervelend. BIJ ons is het precies hetzelfde, 't Is te hopen dat er nu gauw een eind aan komt. Blondje. Gelukkig zal die tijd ook wel weer aanbreken. Ja, dat was een ver gissing. Natuurlijk wordt daarmee rekening gehouden. Mank maar veel plezier. Or no. Wat heb ik gezocht naar Je schuilnaam. Eindelijk vond ik hem dan toch Dat zal me een feest worden! 't Ts nog ver weg, 18 October, dus Je hebt tijd genoeg voor de voorbereidingen Weerwolf. Vondt je het er leuk en was je ook gecostumeerd? Dan heb ik je misschien wel gezien V i o 1 i 0 r t j e. Véél te koud hoor 't Is om zelf ook te bevriezen. Misschien komen er wel weer meer. Doe dat; dat vind ik erg leuk. Prins. Wat scheelt hem. Wensch hem van harte beterschap. Nu. het huiswerk gaat natuurlijk voor. Dat mag niet anders. Radio. Dank je wel voor je raadsels. Het komt goed van pr -. Vinkje. Wat een pracht verhaal heb Ie me daar verteld. Ik geloof dat ik het ook eens door de radio heb gehoord. Jii ook M a r j 01 ij n t j e. Natuurlijk. Hartelijk welkom hoor Hoor ik iedere week wat van je Wony. Dat vind ik erg prettig. Hoe meer hoe liever. Doe altijd mnnr trouw mee. P 0 s t d u i f j e. Ik heb niets gekregen. Maar dez.e week wel. zooals je ziet. Ja, maar eigenlijk wel wat al te lang. Balsemientje. Wat zal Je er dan mooi uitzien met zoo'n paarse neus. Dat is ook lang nipt vertrouwd. Probeer het maar niet. 't Is veel te gevaarlijk. C o s m e a. Tk herinner rne het tenmin ste niet. Maar ik vind het nu al lang ge noeg hoor Robbedoes. Ja, dat gebeurt hoor. 't Is heel goed. Dank je wel. Zonnestraaltje. Neen, daar is nu niets geen plezier aan. Je zou er ziek van worden. Pas maar op. Meizoentje. Dat was minder pret tig. Hoe kwam dat 7.00. Keek je niet goed voor je uit? Daar bofte je bij. Kievit. Ja, dat ma? hoor. Heel graag zelfs. Wat zijn dat voor bonnen? Dat is juist de groote verrassing. M i e r. Heel aardig. Als het aan de beurt is. zal Je het misschien wel in de krant zien staan. Spin. Ja, dat was niet erg aardig. Waarom deden jelui dat Broek. Dank je wel voor jo raadsels. Het was er heel aardig. Waarom vind je dat zoo jammer? Donderpadje. Ken je het al een beetje. Het is heusch niet zoo moeilijk. Krullebol. Dat vind ik ook. Het mopt zoo veel mogelijk zijn Tip. Ja. dat was een leuk gezicht. Al leen was de lucht nu en dan minder prettig. Zoo. dat is al heel vlug. Regendropje. Zoodra ze aan de beurt zijn. Kampioen. zxm, dat was dus wel aardig. En natuurlijk niet zoo bar druk. Want dan is er niets aan. Cupido. Ja, en nog kun je maar steeds door genieten. We hebben het zelden zoo gehad. Dat zal wel gezellig zijn. Maandroosje. Misschien gebeurt dat ook wel. Je hebt gelijk, zóó Is het niet er? prettig. K wak. Wil je dan nog even schrijven, waarvoor je die wilde ruilen? KAR EU

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 7