8MH55FOÖMSCH DAGBtAB
BINNENLAND.
Ruime sorteering Regenmantels
Jongedames Schoolmantels f 8.75
De Wettige Erfgenaam
Vrijdag 8 Maart 1929
«DE CEMLATSDER'j
27e Jaargang No. 211
DE BESPREKINGEN MET BELGIE
DE MINISTER GEEFT
EEN OVERZICHT
De v/ijze van onder
handelen
iüi
«HP1
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
RIJK EN GEMEENTEN
Boleisprits sn llueKoskjes eens!
Mson de Jager Zn,
FEUILLETON.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd
Tr»t Rechter in de Arrondissementsrecht
bank te Breda Mr. J. C. Sikkel, thans advo
ca-n en procureur te Amsterdam
tot substituut-griffier bij het Kantonge
recht s-Gravenhage Mr. J. Dikkers, oud
lid van do rechterlijke macht in Neder-
ïandsch Indie, laatstelijk als griffier van
den Raad van Justitie te Batavia, thans
waarnemend griffier bij het Kantongerecht
te 's-Gravenhage
te Rotterdam Mr. A. \V. Sipkes. oud
adjunct icornmies ter gemeente-secretarie
van Alkmaar, thans waarnemend griffier
bij de Arrondissements-rechtbank te s-Gra-
vcnhage
Op verdek eervol ontslagen met 16 Sep
tember 1929 met dank voor de belangrijke
diensten, Dr W. Caland als hoogleeraar van
do'R-ks-Universiteit te Utrecht.
'Benoemd tot ambtenaar toegevoegd aan
de Inspectrice van het Nijverheids-onderwijs
mej. Mr. A. Sluiter te den Haag.
Benoemd tot tijdelijk leeraar aan de R. H.
B S. te Appingédara G. Kazemier to Gronin
gen; op verzoek eervol ontslagen 1 Septem
ber 1929 A. Landman,, als directeur van en
leeraar aan de R.H.B.S. te Winterswijk.
Toegekend de bronzen eere-medaille
Oranje Nassau Orde aan P. Kortes, behan
ger en stoffeerder bij de firma J. W. van
Achterberg.
Benoemd tot lid der Hoogen Raad Assen
Mr. J. L. Bouma, Burgemeester van Emmcn,
wonende aldaar.
Op verzoek eervol ontslagen met dank II.J.
Jansen, als lid van den Iloogen Raad te
Zwolle.
Bevorderd tot kapitein der mariniers, de
eerste luitenant der mariniers M. R. de
Br.uijne.
Op verzoek eervol ontslagen uit den mili
tairen dienst de reserve kapitein L. Ypma,
van het 21ste regiment Infanterie; de reser
ve eerste luitenants F. E. Schut en G. J.
Douwes, onderscheidenlijk van het 18e en Se
regiment Infanterie; eervol ontslagen de re
serve-officier van gezondheid le klasse A. C.
Nioolai, van Jiet personeel van dn Genees
kundigen Dienst der Landmacht; de reserve-
eerste luitenant der Militaire Administratie
J. Boer, van het He regiment Infanterie.
Benoemd bijhet reserve-personeel der
landmacht bij het personeel A an den Genees
kundige» Dienst tot reserve-officier van ge-
rondheid 2de klasse de dienstplichtige vaan
drig van do 1ste compagnie Hospitaalsolda
ten H. J. Struik, arts en de heer A. J. L.
Katie en M. Lopes Cardozo, artsen.
Aan den gepensionnccrden vice-admiraal
W. C. J. Smit ia vergunning verleend tot het
aannemen en dragen van de versierselen van
commandeur der Orde van het Legioen van
r.er, hem door Zijne Excellentie den Presi-
i:erit..c»cr Fransche Republiek geschonken.
DE CULEMBOEGSCHB MEINEED-
ZAAK.
De zaak tegen Mej. Haver
man voor het Arnhemsche
Hof.
Mori meldt ons uit Arnhem:
In do zaak tegen juffrouw Haveman.die
«loer de rechtbank werd vrijgesproken,
lieefC- de Procureur Generaal 6 maanden
voorwaardelijke gevangenisstraf gecischt
xnet een proeftijd van 3 iaren wegens mein
eed.
Met vertrouwen, kan een duurzame
goede verstandhouding worden
tcsemoel gezien
Aangaande den stand der onderhandel in
pen met België wordt in de gister versche
nen Memorie van Antwoord op de rijk-ibe
grooting voor 1929 aan dc Eerste Kamer, het
volgende medegedeeld:
Gelijk destijds is bekend gemaakt, zijn in
October j.l. voorloopigo besprekingen ge
voerd tusschen door de Nederlandscho en
de Belgische Regeering aangewezen deskun
digen betreffende de verbinding te water
tusschen Antwerpen en den Rijn, het punt
waaromtrent naar het oordeel der Itegeering
te Brussel overeenstemming moest worden
verkregen alsvorens tot eigenlijke onderhan
delingen kon worden overgegaan. In den
zelfden tijd heeft de Nederlandscho Regee
ring an dc Belgische Regeering doen we
ten, welke oplossing eerstgenoemde meende
te kunnen geven aan een aantal van Bel
gische zijde geuite desiderata, indien van
Belgischen kant eenige Nederlandscho vven-
schcn werden ingewilligd. De bedoeling zat
daarbij voor, aan de regeling die de Regee
ring tusschen de beide landen tot stand
wenschte te zien komen een zoodanig 'weder-
keerig karakter te geven als mogelijk :s met
het oog op de werkelijke beteekenis der
prestaties, die over en weer gedaan kunnen
woorden. Do Kamer zal het billijken, indien
de 'Minister zich in dit stadium onthoudt
van een overzicht van bijzonderheden, doch
hij stelt er prijs op te verklaren, dat dat
gene wat aan de Belgische Ilegeering is me
degedeeld als een voor Nederland aanvaard
bare regeling evenmin de grenzen der re
sultaten van het. in 1927 en 1928 gehouden
interdepartementaal overleg heeft ovd'*
schreden als do perken, gesteld door de
zienswijze van de colleges, diensten en per
sonen, die door de Regeering buiten don
kring der departementen van algemeen be
stuur zijn geraadpleegd.
Op 14 Januari 1923 heeft daarop de Belgi
sche Regeering een memorandum aangebo
den. Dat die Rcgeermg in do gegeven om
standigheden hare positie niet wenscht prijs
te geven, zal geredelijk worden verstaan, en
het behoeft dan ook peen bijzondere teleur
stelling te wekken dot zij voor de Neder
landsche rechten en zienswijzen, met name
op het gebied van vie waterverbinding tus
schen Antwerpen cn den Rijn, niet die
waardeering toont die de Nederlandsche :e-
geering, gegeven de door haar getoonde
goede wil had gehoopt te zullen ontmoeten.
Bij de overweging van dc verschillende pun
ten van liet Belgische Memorandum blijft
de .Regeer ing, rekening houdende met den
internationalen toestand ten volle bereid
mede te werken tot do herziening der ver
dragen van 1839, maar van haar !s niet te
verwachten dat. zij daarbij zonder meer zou
voldoen aan begeerten op verkeersgebied
wel kei vervulling vóór Nederland schade
lijk wordt geacht.
Van zins hare verbintenissen ook op dat
terrein naar de eischen des tijds, in liet be
lang mede van oigen handel en scheep
vaart, ten volle ni te komen, zal do Regee-
UTRECHTSCHïWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
rap
ring daarnaast blijven letten op de beper
kingen, haar bij hot schoppen vau nieuw
recht gestold door hare roeping om recht
matige Nederlandsche belangen passend te
beschermen. Aldus hare gedragingen rege
lend kan oen, zoowel nationaal als interna
tionaal gesproken, haars inziens zuivere
maatstaf, kan zij ter bereiking van de door
haar met allen ernst nagestreefde duurza
me goede verstandhouding met Belgic de
voortzetting van de onderhandelingen, wel
ke in den meest vnendschappelijken geest
worden gevoerd, met vertrouwen tegemoet
zien en daaraan, zooveel als van haar af
hangt, richting geven.
Gaarne gevit zij daarbij in antwoord op
do daaromtrent gestelde vraag do.verzeke
ring. dat het niet in haar voornemen ligt
een beslissing te nemen betreffende de ver
binding tusschen de Nederlandsche Schelle
en den Rijn zonder met bevoegde vertegen
woordigers der verschillende betrokken be
langen voeling t« houden.
In het Voorloopig Verslag wordt gevraagd
waarom in dc memorie van antwoord op
het Voor] Verslag van de Tweede Kame*
betreffende hoofdstuk III der Rijksbegroo-
ting voor I929 werd verklaard, dat het noo-
dig is, dat do te treffen regeling „zooveel
mogelijk" (en niet „geheel") op den voet van
wederkeeriglieid. geschoeid zij De verkla
ring moge worden gevonden in de omstan
digheid, dat de wntWzijdsche desiderata,
wnt Bun beteekenis betreft niet in allen
dcole gemakkelijk vergelijkbaar zijn. Intus
schen is het streven der Regeering gericht
op het bewerken van die billijke wederkee-
righeid die vele leden wenschlcn te zien in
acht genomen.
Welke redenen de vorige Belgische Mi
nister van Buitenlandsche Zaken mag heb
ben gehad om als lid der Kamer van Volks
vertegenwoordigers den in het Voorloopig
Verslag bedoelden, inderdaad bevreemden
den twijfel uit te spreken ten aanzien van
de .welwillende gevoelens der meerderheid
van do Staten-Generaal, is den Minister
niet duidelijk. Uit de desbetreffende passa
ge van het Voorloopig Verslag blijkt fen
overvloede, dat er tusschen de meerderheid
der Nederlandsche Vol ks\ ertegenwoord i-
gers en hem ten dezo geenerlei verschil van
gevoelen bestaat.
Met betrekking tot het door sommige le
den geopperd bezwaar tegen de wijze,
waarop de nieuwe besprekingen met de
Belgische Regecring zijn aangeknoopt, zij
er aan herinnerd, dat de verwerping vnn
hot verdrag van 1925 door de Staten Gene
raai de bereidverklaring van de Nederland
sche Regeering om mede te werken tot
eene herziening der"verdragen van 1839
niet ongedaan heeft gemaakt. De Rege
ring heeft na die verwerping te kennen ge
geven, dat zij eenigeri tijd zou behoeven
om zich op nieuwe onderhandelingen te
kunnen voorbereiden. Toen die voorberei
ding was beëindigd heeft zij zich met de
Belgischs Regeering, die inmiddels meer
malen den wensch te kennen had gegeven
spoedig de besprekingen to hervatten, in
verbinding gesteld. En toen haar duideliju
was geworden welke desiderata van Belgi
sche zijde naar voren werden gebracht,
heeft zij zich dienaangaande geuit en de
Nederlandsche pontravsrlangens in groote
lijnen kenbaar gemaakt.-
De .wen schel ij khcid van spoed bij het tot
stand brengen van de vergemakkelijking
der doorvaart langs Maastricht, waardoor
zoowel Nederlandsche als Belgische belan-
en worden gediend, is door den Minister
bij herhaling'uitgesproken. Er. bestaat in-
tusschen geen enkele grond om te betwij
felen, dat de ter zake door de Regeering ge
nomen besluiten met voortvarendheid zul
len worden uitgevoerd cn dat de aanleg
der werken in quaestië zoo spoedig als met
het oog op de noodige onteigeningen doen
lijk is zal beginnen.
De vruchtelooze slap van den hoofd-in-
genieur-directeur van den Rijkswaterstaat
den heer König bij zijnen ambtegenoot te
Luik, -geschiedde op last van den Minister
vau Waterstaat in overleg met den Minis
ter van Buitenlandsche Zaken. Technische
besprekingen over details tusschen weder-
zijdsche hoofden van dienst kunnen naar
het oordeel der Regeering in menig geval
wenschelijk en nuttig zijn voor de beharti
ging van gemeenschappelijke gewestelijke
belangen. Tot do Belgische Regeering heeft
genoemde Nederlandsche hoofdambtenaar
zich niet gewend.
Wereldtentoonstelling in 1930.
De vraag of de F^geernlg reeds besloten
heeft hare medewcrning te verleenen aan
de Wereldtentoonstelling in 1930 te Ant
werpen te houden, kan bevestigend beant
woord worden.
Van dit besluit werd indertijd mededee-
ling gedaan aan de Belgische Regeering.
HET N. V. V.
Een brief aan dc ontwapenings
commissie te Genève.
Het dagelijksch bestuur van het Ned.
Verbond van Vakvereenigingen heeft, naar
Het Volk meldt, den volgenden brief ge
zonden aan de \oorbereidendc commissie
voor de ontwapening:
Het bestuur van het Nederlandsch Ver
bond van Vakvereenigingen, in vergade
ring bijeen op Vrijdag 1 Maart 1929 te Am
sterdam, spreekt de verwachting uit, dat
de voorbereidende commissie voor de ont
wapening van don Volkenbond haar werk
ton spoedigste tot een goed resultaat zal
brongen, opdat de belofte van ontwapening,
die zoo plechtig aan alle natiën der wereld
werd gegeven, eindelijk door een alge
mecne internationale overeenkomst in ver
vulling moge gaan.
Het N. V. V. verklaart, dat het hevig bc-
geeren der volken naar wereldvrede bij de
tegeeringsafgevaardigden te Genève tot
uiting moet worden gebracht, opdat de or
ganisatie van den vrede waarlijk tot stand
kome.
DE FRAUDE BIJ PUBLIEKE WERKEN
TE AMSTERDAM.
Nadere bizonderheden.
Omtrent de fraude bij de afdeeling be
stratingen van Publieken Werken tusschen
een paar ambtenaren en do Neucbatel-As-
falt-Cy. kunnen wij nog mededeelen, dat
dezo fraude zou zijn ontdekt door toevalli
ge omstandigheden. Een van do ambtena
ren zou een papiertje hebben laten slinge
ren. Toen eenmaal verdenking was gere
zen en ten slotte werd ingegrepen is bij
een der verdachte ambtenaren een boekje
gevonden, waarin was genoteerd het juis
te getal gelegde vierkante meters cn dat,
v.at was opgegeven door de Neuchatel-As-
fslt Cy. Ook zijn kwitanties gevonden
waardoor men er achter kwam, hoe groot,
of in dit geval, hoe klein de bedragen wa
ren. die bij deze fraude in het geding zijn.
Het is dan ook niet om het verlies dat de
gemeente geleden heeft, dat de zaak in han
den is gesteld van de justitie, doch uitslui
tend om den möreelen kant der kwestie.
Het betreft hier ambtenaren, die circa 5
GQ00 salaris hebben, die gedurende on
geveer drie jaar hebben geknoeid tegen
vergoedingen van 50, f 75 en ook wel
eens 100. De verdachten zijn ter beschik
king van de justitie gestold.
KONINGIN-MOEDER.
H. M. Emma to Londen.
Men meldt ons uit Londen, d.d. 7 Maart.
Hedenmorgen is Koningin Emma te Lon-
Een adres van den Kon. Ned.
Middenstandsbond
Het bestuur van den Koninklijken Neder
landsche» Middenstandsbond heeft aan de
tweede Kamer een -idrc* gezonden, wa -.'n
het verzoekt liet aanhangige welsontv.air»
tot regeling van de financieel© -betrekking
tusschen het rijk en do gemeente (o amen-
deoren in dien zin. dat onder do uilzonde-
rinsbepalingcn. vervat in art. 2iSb. hou
dende de objecten, die van do betaling van
verteringsbelasting zijn uitgesloten, naast
de fabrieken en werkplaatsen rncclc worden
opgenomen alle andere lokaliteiten, dienen
de tot uitoefening van een beroep of bedrijf
en dat in art 248a met name worde aan
geduid alle grondslagen, waarnaar de ver
teringsbelasting zol kunnen worden gehe
ven.
In het adres wordt overwogen, dat in do
opsomming van objecten, die voor de beta
ling van verteringsbelasting zijn uitgesloten
winkels, hotels, koffiehuizen en andere in
richtingen van maatschapelijk verkeer, niet
zijn opgenomen, terwiil toch het belasten
van do productieve uitgaven, gedaan door
houders van deze inrichtingen, door een
verteringsbelasting in flagranten strijd is
met het stelsel, waarop het aanhangig wets
ontwerp berust; dat dezelfde bezwaren zich
eveneens doen gevoelen ten aanzien van
alle andere bedriifslokalitèiten, die hier
voor niet zijn genoemd: dat do vrijheid aan
de gemeenten toegekend om in de verorde
ning bepalingen op te nemen, krachtens
welke, in daarbij te omschrijven gevallen
dp bui)rwarde en de wa^rdp van het, mo
bilair slechts voor een gedeelte belastbaar
is, de mogelHUheid opent, zij het dan ook
lanos indirecfên weg. tot gemeentelijke in
terventie in den ondprlingeii roncurrcnrie-
striid tusschen winkeliers, hotel- en koffie
bon ders in naburige gemeenten; dat do
vrijheid bli art. 248a sub 6 a«*n de gemeen
ten toegekend, om zelfstandig in de ver
ordening aan te wiizen andere grondslagen,
dan die in hètartikel zélve genoemd, waar
uit het verteringsvermogen kan bh'ken. de
mogelijkheid opent tot laakbare, willekeur.
In een irit.voerige. memorie van toelich
ting wordt betoond, dat wanneer aan dit
verzoek wordt voldaan, het bestuur'niet
gelooft, dat het nieuwe wetsontwerp voor
den middenstand nog onaannemelijks of
onredelijke bepalingen inhoudt.
HET WILHELMIN AG ASTKUIS.
De opvolger van dr. Kuiper
als directeur.
Do voordracht die binnenkort door B. en
W. van Amsterdam, zal worden aangebo
den aan de Gemeenteraad ter voorziening
in de vacature ontstaan door het aftreden
van dr. J. Kuiper als geneesheer-directeur
van het Wil hel mi na-Gast hu is zal, naar wij
vernemen, aldus worden samengesteld No.
1 dr. A. A. Hulshoff. geneesheer directeur
van de Centrale Burgerlijke Ziekeninrieh
ting te Weltevreden, thans met verlof hier
te lande; No. 2. dr. W. F. Vcldhuyzen. .ge
meente-arts. leider der afd. Volksgezond
heid van den Gemeentelijken Geneeskun
digen en gezondheidsdienst van Amster
dam en oud-mcdisch-adjunct-directeur van
het Wilhelmina-Gasthuis.
IJ ll'Jlllli^UI UUU1IU I IIUIJ -
Hen aangekomen voor een kort oponlhoud j tgfj TUIIUS SÖri88rUlfl P23SCil3!.!i(8,6ll
lot het bezoeken van de Tentoonstelling
Probeert U onze bekende
Langestraat 56 Tclcf. 115.
van Hollaudsche Kunst. Aan het Victoria
Station werd zij verwelkomd door den Earl
of Airline namens den Koning en de Ko
ningin en door den Nederlandschen gezant
Jhr. de Marees van Swinderen, die met
eenige leden der Nederlandsche legatie aan
wezig was. De Koningin-Moeder vertrekt he
denavond v/eer naar den 1-Iaag.
Eenzaamheid is voor den geest, wat dieet
is. voor het lichaam.
MAETERLINCK.
Door E. PHILIPS OPPKNHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B.
53
„Ook zonder uw verlof ben ik dut van plan
U geeft opzettelijk voor,-neigingen te bezitten,
welke ik niet geloof, dat u heeft» U poseert
voor een licht zinnig en rouc en ik geloof dot u,
au fond, een asceet is. Dc geheelc geschiedenis
van vannacht was een voorstelling. Ik geloof
niet, dat u maar cenigszjns dronken vas. U is
een bekwaam bokser, zeide men mij, maar in
geloof niet dat u het minste plezier hed in dien
aanval op een' politieagent.
„II vctgist u heelemaal", verzekerde Prancis
hem* „Dc man had peenkleurig haar en ik heb
het land aan een politieagent met peenkleurig
„Dan, wat betreft het fiasso van vandaag",
vervolgde sir Stephen, ,.ik geloof zeker, dat u
de geheele situatie had bestudeerd, en haai
uitgewerkt, zoo, dat u binnen dc* letter van dc
wet bleef en het tot het uiterste dreei, eenvou
dig om het boosaardige genoegen te^ smaken,
de leden van uw familie hun geld te doen ver
liezen en den naam, dien u draagt, in slechten
reuk te brengen. Wat moet het einde zijn van
dit alles? Wat betekent het?
„Hot bcteekent", bekende Francis, „dat u mij
begint te vervelen. U is wel een beetje lang
dradig, niet?"-
Sir Stephen stond op en nam een whisky
soda. Hij zette het glas r.aast zich neer en. boog
voorover naar zijn gastheer.
r,lk zal beproeven meer rechtstreeks mijn
grieven to zeggen", verzekerde hij. ..Ik be
schuldig u cr van een slechten en verderfelij
ke» invloed tc oefenen op ai de leden van uw
famiiie, met wie u in aanraking is gekomen.
U heeft Eustatius cr van afgehouden ecnig werk
tc beginnen en heeft lijdzaam en zelfs goed
keurend toegezien, toen u heel goed wist, dat
hij ver boven zijn middelen speelde. U stelde
mijnheer Ambrosius voor aan uw oom en zeide
niets om te beletten, dat deze deelnam aan de
schandelijke maatschappijen, welke mijnheer
Ambrosius beweert financieel te beheeren. U
heeft voortdurend lady Monica aangespoord
tot verkwisting en tegelijkertijd dcet u uw
best o'p alle manieren en in alle opzichten den
naam, die u draagt, te doen minachten en er
schande over te brengen. Wat betéekent dit
alles? Er :s niets onduidelijks in die vraag.
Geef mij een duidelijk antwoord."
„Waarom zou ik dat doen?" vroeg Francis
koud. „II is niet mijn voogd. Ik ben aan nie
mand verantwoording verschuldigd."1
„Ik ben niet uw voogd", gaf sir Stephen toe,
„maar u is hier thans, inplaats van in het
klooster te Pelline, uilsluitend door mijn tvs-
schc-nkomst."
Fiahcis dacht ven oogenblik na
„U heeft' een zeker recht", erkt-ndc hij. ,Jl:
zal uw v raag beantwoorden op één -voorwaar
de.".
„Eén voorwaarde? Welke-?"
„Geheimhouding, totdat ik die ophef."
„Ik stem toe", verklaarde sir Stephen. rIn
elk gevel behooren u en ik open kacrt te spe
len."
Er was een eigenaardige verandering in
Frands houding. Zijn eenigszins cynische ge
reserveerdheid was duidelijk een pose geweest.
Mij stond op en liep onrustig door de kamer.
Zijn ocgen gloeiden, alsof er vuur in brandde.
Toch scheen hij zóó meer menschelijk. Zijn toon
was, toen hij sprak, natuurlijker.
„Luister", zeide hij, terwijl hij plotseling bleef
sti'staan bij de stoel van zijn bezoeker. Ik zal
het samenvatten. Ik zou uren kunnen spre
ken. Ik zal het alles in minuten zeggc-n.
Ik zal teruggaan tot den tijd, dien ik
mij kan herinneren. Ik leefde in een villa, af
gesneden van de wereld, en kleine, een
voudig gemeubelde woning, met een vrouw
die een engel was mijn moeder die ook
afgezonderd van de wereld was. Zij was jong,
zij was mooi, zij hield van genot, van het leven
en de vroolijkheid, van muziek en den aanblik
van mooie dingen. Niets van die natuurlijke
entspanning was haar deel. Zij was opgesloten
als in een gevangenis. Zoo nu cn dan, ge
woonlijk bij nacht aankomende, voor een paar
dagen, door het park sluipende, zelfs niet be
reid mijn moeder te vergezellen naar de kleine
stad, in welker nabijheid wij woonden, bang
voor elke mogelijke herkenning, kwam een
hardvochtig man, mijn vader.
Al heeft hij mijn moeder het ééno onrecht
niet aangedaan, waaraan u en de wereld eeist
geloofde, hij maakte niettemin von haar leven
een hel op aarde. Ter wille van zijn familie,
zijn vervloekten naam, hield hij haar buiten
den zonneschijn, verborgen - zij'stierf in
dc verborgenheid. Zij was lief en mooi en al
was zij arm, zij was van een even edel ras als
het zijne- Maar de boeman „zijn deftige fami
lie" schrr-ed aan ziin rijde, en te? vrille daar
van vermoordde hij mijn moeder naar lichaam
en ziel. Ik hoorde- haar zich verdedigen. Ik
zag haar wanhoop Tk zag haar sterven.
„Er is gelukkig meer van haar bloed dan van
het zijne in mijn aderen, het hartstochtelijke.
Italiaansche rechtvaardigheid-minnende bloed,
en sedert dien dag, dat ik haar baar volgde
naar den doodenakker, heb ik slechts eert ge
dachte gekend dc familie ven mijn vader te
laten lijden, haar iets aon Ie doen van de ellen
de, die hij over haar heeft gebracht. Ik was
a!s oen krankzinnige met dot écne, groote, alles
overheerschende verlangen. Toen moest ;k in
de biecht de waarheid zeggen Er was één uit
komst en zij dwongen niij er toe. Zij redden
mij er voor, een gewoon moordenaar te wor
den, ik ben hun daarvoor dankbaar.
Ik legde de gelofte af. Toen kwam u. Denkt
u, dat ik zou zijn gegaan naar dit afschuwe
lijke land en dezen gehaten naam zou hebben
gedragen voor eer.ig ander doel dan dit ééne
Ik verfoei mijn bezittingen, ik verfoei mijn om
geving, ik verfoei het leven dat ik lijd. Maar
niettemin bereik ik langzamerhand mijn doel
Nu weet u het."
„Ja, ik weet het", zei sir Stephen ernstig.
Francis wierp zich weer achterover in zijn
stoel. Hij had het voorkomen van een man,
van v/ien iets, dot hem geheel behcerschte.^ is
v/eggenomen. Hij scheen vermoeid, doch ver
vuld van een opwinding, die hij nog niet gc-heel
meester- was.
„Ik zal beproeven even openhartig m?t u te
zijn als u tegenover mij is geweest", beloofde
mijn bezoeker. „Uw voder was een gruwelijke
egoïst. Anderen hebben het ondervonden even-
ijs. u. Hij behandelde uw moeder schandelijk
Maar hij is dcod.
„Hij is dood, maar de anderen leven."
„De anderen hebben niet meegespeeld irs het
irama."
„Niet vroeg Francis droogjes. „Er is een
marmeren monument op mijn vaders graf
Daarop vindt u al zijn kwartieren, al de trotsche
bluf van zijn titels, zijn lange lijst namen. Ge-
derende zijn leven was hij vervuld van de trots
van zijn ras. In den dood zette hij dit voor:
Hei is zijn naam, dien ik besmet Het zou mij
spijten, zoo hij het niet v.ist en niet kon voelen,
maar ik geloof, dat hij het kan en het doet."
„Tot zoover wilt u dus gaan!" concludeerde
sir Stephen, „u werkt voor den ondergang van
het Huis Chctficld."
„Juist", gaf Francis toe. „En ik denk niet
dat u het mij zult kunnen beletten."
„Ik. zou het niet willen beproeven'luidd
de ernstige verzekering.
„Waarom niet
„Omdat het u niet zal gelukken", vcrklaaidt
sir Stephen zoo ernstig, dat er ontroering, bijna
hartstocht in zijn stem trilde. Omdat ik geloof,
dat alle groote namen, alles wat bedoeld is li
blijven, een ziel hebben. U kunt den naam van
de familie den uwe intusschen van de
politierechtbank noor de rechtbank voor straf
zaken sleepen, naar de galleien, indien het u
lust. U kunt schande cn ruïne brengen over
alle tegenwoordige leden der familie, en zeus
dan zult u niets hebben bereikt. Er leven neg
vele andere Chatfield's. Een ander zal den
raam aannemen, wellicht gelouterd door lijden.
De volgende generatie zal alles goedmaken.
Lang nadat u en ik heengegaan zullen zijn, zul
len er Chatfield's voorkomen fn de bladriiuen
der geschiedenis, die de herinnering aan een
gedegenereerd geslacht zullen doen vergeten
door hun werken. U volgt een treurig dwaal
licht voor een zoo jongen men."
(Wordt vervolgd.)