COGNAC VIEUX XXX
ONDERZOEK REEDS GESTAAKT? WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn.
WIE ZIJN HIER VERANTWOORDELIJK?
per flesch f 3,75.
UTR.STRAAT 17 Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
Men is blijkbaar bevreesd voor nieuwe
verklaringen uit den mond van
Frank, die het schandaal
nog grooter zouden
kunnen maken
SCHOONE WOORDEN
VAN JASPAR
Nietswetende Belgische
Ministers
Humorhoekje
De Regeeringsverklaring.
Ongetwijfeld zal de officieele verklaring,
Dinsdag namens de Regeering afgelegd,
door den Voorzitte rvan den Raad van
Ministers, zekere opluchting tengevolge
hebben, aldus „de Tijd". Daargelaten of
ook de initiatiefnemers en degenen, die net
geheim van het Fransch-Belgisch militair
verdrag, zoo geheimzinnig blijven bewaren,
zullen erkennen mede aanleiding te heb
ben gegeven tot het „diep treurig incident,
dat de laatste tien dagen de goede ver
standhouding tusschen de volken dreigt te
verstoren een diep-treurig feit blijft het.
Eerstens dat een schurk in hoeverre
voortgeholpen door de Belgische spionnage
in wier dienst hij stond erin slaagde
met medewerking van een Nederlandscb
blad-te-goeder-trouw een valsch stuk in
omloop te brengen, dat de toch al door wan
trouwen onhartelijke betrekkingen tegen
elkander ophitste. En tweedens dat de wis
selwerking van deze misleiding en het in
ons land uit de Belgische houding gegroei
de wantrouwen tot resultaat had ons vrij
algemeen geloof in de echtheid van een
vervalscht document en de opwinding te
gen een verdrag, dat inderdaad een goede
verhouding tot België haast onmogelijk
had gemaakt, indien het document wezen
lijk echt ware gebleken.
Zoowel voor den goeden voortgang
'der toekomstige onderhandelingen tus
schen Belgie en Nederland over het ka-
j nalenplan als voor de verstandhouding
tusschen beide landen over het alge-
moen, is het inderdaad wenschelijk,
„dat ons volk, na do droeve ervaring
I thans opgedaan, zich meer dan ooit zal
voornemen, alle kiem van internatio-
naai wantrouwen uit te bannen, om in
oude vriendschap met de andere volken
samen te werken aan den opbouw van
vrede en welvaart." En het is te hopen,
dat de ophelderingen, welke de Belgi
sche Justitie nog moet brengen ten aan
zien van den Belgischen vervalscher en
diens mede-verantwoordelijke helpers,
evenzeer tot de zuivering der sfeer mo
gen bijdragen als de openbaarmaking
of vervallen-verklaring welke na
Locarno, zelfs volgens Belgische Minis
ters, logisch zou zijn van het ge
handhaafde. maar nog geheim gehou
den Fransch-Belgische verdrag.
Niet zonder verbazing hebben wij er uit
de officieele regeeringsverklaring evenwel
kennis van genomen, dat reeds in het be
gin der vorige maand het departement van
Buitenlandsche Zaken op de hoogte was
van het opzienbarend stuk .waarvan het
een paar weken lang de kennis onder zich
hield. Heeft het departement geen reden
gevonden tot eenigen maatregel in verband
met een document, dat indien het echt
ware gebleken van het hoogste belang
voor ons onmiddellijk verweer en het lot
van Nederland zou zijn geweest Oordeelde
het hoofd van het departement het onnoo-
dig, het stuk in een Ministerraad ter sprake
te brengen, of althans zijn ambtgenooten
en zeker den Voorzitter van deri Raad van
Ministers eerder dan na twee weken in te
lichten En indien de Minister van Bui
tenlandsche Zaken er de voorkeur aan gaf,
het stuk uitsluitend onder zijn berusting te
houden, heeft hij dan wellicht inmiddels
een deskundig onderzoek naar de al of niet-
echtheid doen instellen Vond hij tot dit
onderzoek geen aanleiding in het optreden
van den aanbrengenden persoon Op welke
gronden waren de Voorzitter van den Raad
van Ministers en de Minister van Buiten
landsche Zaken gekomen tot de overtuiging,
,,dat geen ingrijpen van de regeering publi-
Afldie had kunnen voorkomen", terwijl het
ütr. Dagblad verklaarde, dat het op den
minsten regeeringswenk niet tot de open
baarmaking van het stuk zou zijn overge
gaan
Ziedaar vragen, die verdienden in een
schriftelijke interpellatie aan de Regeering
te worden voorgelegd. Want de verantwoor
delijke instanties in deze zaak zijn te be
langrijk, om haar zonder navraag begra
ven te laten in een regeeringsverklaring.
die verre van algemeene bevrediging in de
openbare meening zal verwekken.
De betrekkingen van den Bel
gischen veiligheidsdienst met
Frank Heine.
De Etoile Beige schrijft:
„Eenige bladen, die een groot deel van
hun informaties uit activistische kringen
putten, beweren, dat de Belgische regeering
op i;et punt zou staan orn twee chefs van
den militairen veiligheidsdienst te laten
aanhouden, onder beschuldiging, het denk
beeld van het valsche stuk te hebben gehad
en aan den vervalscher documenten van de
nationale verdediging te hebben verschaft.
Zij beweren ook, dat de chef van het kabi
net van den minister van nationale verde
diging geheel op de hoogte was van de ma
nier, waarop rijn veiligheidsdienst te werk
ging. L O e u v r e, het Parijsche blèd,
maakt zich tot echo van deze tendentieuze
geruchten.
Dit bericht is onjuist, verzekert men ons
van bevoegde zijde. De sectie (inlichtings
dienst! Is afhankelijk van den generalen
staf, in het bijzonder van luitenant-kolonel
Duthoit. De dienst telt een militairen secre
taris, vijf subalterne civiele agenten, een
chef, den heer Dusoleil.
Van zijn eerste ondervraging ai heeft
Frank eenige der agenten in kwestie be
schuldigd. Hij heeft gezegd, dat zij hem
hadden aangezet d8 vervalsching te maken
en hem daarbij hadden geholpen. Hij heeft
er zelfs bijgezegd, dat hij had meegewerkt
aan den inlichtingdienst.
Het spreekt van zelf, dat al deze bewerin
gen, wanneer zij van een man als Frank-
Heine afkomstig zijn, met voorzichtigheid
moeten worden aanvaard.
De regeering, die besloten is alle licht te
doen schijnen, heeft een administratieve
enquête gelast, die moet vaststellen, welke
betrekkingen er zouden kunnen hebben be
staan tusschen agenten van den inlichtings
dienst en Frank Heine.
Is de door l'Oeuvre gepubliceerde mede-
deeling juist?
De minister, aan wien wij deze vraag heb
ben gesteld, haalt geringschattend de
schouders op:
Praatjes". (Ce sont des histoires).
Minister-president Jaspar schijnt
er anders over to denken!
De correspondent te Brussel der N.R.Ct.
seint:
In officieele kringen alhier wordt verze
kerd, dat de gerechtelijke instructie ten
laste van Fran k-H e i n e gesloten is en
de zaak. voor hem althans, geen verde
re gevolgen zal hebben.
Ook zou Ward Hermans, onmiddel
lijk nadat hij zich bij het parket te Brussel
zal hebben aangemeld, in vrijheid worden
gesteld cn van verdere rechtsver
volging zijn ontslagen. Van deze
laatste mededceling kon ik echter nog geen
formeele bevestiging krijgen.
Minister-president Jaspar zal hoogstwaar
schijnlijk in den loop van de Kamerverga
dering van hedenmiddag een verklaring af
leggen betreffende deze zaak en onder meer
mededeelen, dat zoo een of meer agenten
van den militairen veiligheidsdienst zich
aan ongeoorloofde practijken hebben schul
dig gemaakt, dit buiten weten der regee
ring is gebeurd, en tegen deze agenten als
mede tegen den chef de noodig geachte
maatregelen zullen worden getroffen.
Verklaring van Frank Heine.
De Brusselsche correspondent van het
Hbld. seint:
De zaak van de medewerking van den
militairen veiligheidsdienst tot de falsifica
tie van het door het „Utreclitsch Dagblad"
gepubliceerde document, verwekt alom
grootere ontroering. Frank heeft den rech
ter van instructie verklaard, dat hij in
dienst was van het Belgische contra-spion-
nagebureau en dat de medewerking van
een ondergeschikten beambte van dien
dienst bij de fasificatie met medeweten der
chefs is geschied.
Deze ondergeschikte agent heeft het feit
van de medewerking erkend. Hij zou er
volgens de „Nation Beige" aan toegevoegd
hebben, dat Frank op zijn uitdrukkelijke
toestemming had gewacht om het valsche
stuk aan Ward Hermans te overhandigen.
De chefs van de bij de zaak betrokken
agent verklaren in tegenspraak met Frank's
bewering, dat zij niets van de zaak afwis
ten. Uit sommige verklaringen zou echter
blijken, dat indien deze oversten de hand
tot de vervalsching niet hebben geleend cn
geen toestemming hebben gegeven, zij toch
hun ondergeschikten niet hebben belet zich
iD de zaak te compromitteeren.
Verder verluidt, dat Frank heeft ver
klaard, dat het verhaal van de „Soir", die
zou hebben getracht door zijn bemiddeling
de valsche documenten uit de Nederland-
sche handen terugkrijgen, echt is.
Altijd volgens Frank, die natuurlijk zoo
veel mogelijk zijn schuld op anderen afwim
pelt, zou Hermans het valsche document
ook aan Duitschers hebben geleverd, n.l.
aan den chef van de Duitsche spionnage in
België, zekeren Hauser. Deze Hauser zou
ook het document, door den heer Van Beu-
ningen van Hermans gekocht, naar Neder
land gebracht hebben. Ward Hermans zou
dupe zijn geweest van Frank Heine en den
Duitschen spionnagedienst.
In Vlaamsche nationalistische bladen
wordt de gansche fasificatiezaak voorgesteld
als een machinatie, die tegelijkertijd tegen
de frontpartij en tegen Nederland was ge
richt.
„Men weet niet, hoe hoog de
verantwoordelijken ritten".
De Brusselsche correspondent van Het
Volk meldt:
Het belangrijkste feit is het volgende,
Frank Heine heeft het bewuste dokument
niet alleen vervalscht. Hij werd in deze zaak
geholpen door den spionnagedienst van het
Belgische departement van Landsverdedi
ging.
Waarom werd hij gearresteerd, zal men
vragen.
Omdat de regeering, die niet wist, dat ook
de Belgische spionnagedienst in de zaak
was betrokken, het parket bevel had gege
ven handelend op te treden. Het eerste licht
werd op deze vuile zaak geworpen door
Heine zelf, toen hij bij zijn arrestatie zijn
vrouw toeriep de twee agenten van den ge
heimen veiligheidsdienst te waarschuwen
en toen hij enkele oogenblikken later den
agent, die herq arresteerde, op het gevaar
wees van diens optreden, daar hij in dienst
was van den militairen veiligheidsdienst. I
Sedert dien zit men natuurlijk in de Brus-1
solsche officieele kringen met deze zaak
eenigszins verlegen. Niet, dat men de zaak
in den doofpot zou willen stoppen. Wij we
ten, dat zekere ministers, althans, het ge-
heele schandaal in het openbaar willen be
handelen en do gelegenheid te baat willen
nemen een groote schoonmaak te houden.
Anderen daarentegen, en men begrijpt on
middellijk wie, zouden de zaak maar liever
op haar beloop laten. Men kent alle schul
digen nog niet. Men weet niet, hoo hoog de
verantwoordelijken ritten en men maakt
zich ongerust over de gevolgen van het in
cident. Over de gevolgen, vooral, op politiek
gebied.
„Hoe het ook zij, het onderzoek in de
richting van Heine en Hermans over
Hermans spreekt bijna niemand meer
is voorloopig gestaakt. Men is blijkbaar be
vreesd nieuwe verklaringen te hooren uit
den mond van den spion, die het schandaal
nog grooter zouden kunnen maken. Dit
laatste verklaart de vrijlating van Heine,
want ik kan ten stelligste verzekeren, dat
hij wel degelijk Zaterdagnacht op het Zuid
station te Brussel werd gearresteerd en niet
acht dagen vroeger, zooals een Hollandsch
journalist te Brussel heeft beweerd. I
Met welk doel heeft de Belgische militai
re spionnagedienst Frank Heine in de ver
vaardiging van het dokument geholpen?
Daar nog niets is bekend gemaakt over
den uitslag van het onderzoek in die rich
ting, zal ik het niet wagen hier iets be
paalds te zeggen. Alles Iaat echter onder
stellen, dat men ten dienste van Heine een
onbelankrijk dokument heeft willen opstel
len om hem toe te laten van den Duitschen
spionnagedienst een ander dokument in
handen te krijgen. Dat zijn in zulke kringen
heel gewone methoden. Doch Heine, die
waarlijk een geniale kerel blijkt te zijn in
alles wat 6lecht en gemeen is, zag terstond
de beteekenis van zulk een dokument in,
daar hij er voor alles geld wilde uitslaan
ten bate van zichzelf. Zoo is het dokument
in handen gekomen van zekere kringen in
Nederland, die-niet aarzelden om tot welk
middel hun toevlucht te nemen teneinde te
gen België te stoken.
En nu wordt tevens duidelijk, ten slotte,
waarom Heine de vreemde beschuldiging
ten laste wordt gelegd van paspoortverval- i
schihg. Wij meencn te weten, dat de regee
ring op het punt staat hardhandig in te
grijpen. Agenten van den militairen veilig
heidsdienst zouden worden afgezet. Een
hooger officier, een der chefs van dezen
dienst zou reeds zijn afgezet. i
Doch zal men hoog genoeg durven gaan?
De Belgische socialisten, ik durf het hier
verzekeren, zullen alles in het werk stellen
om deze gevaarlijke bende van spionnen,
gevaarlijk vooral voor België, uit te roeien.
Het is er natuurlijk niet om te doen een of
meer ministers ten val te brengen. Het gaat
orn heel wat anders, om heel wat hoogers.
Doch indien ministers door deze groote
schoonmaak moeten verdwijnen er wordt
trouwens reeds gesproken over een mogelijk
aftreden van de Brocqueviile als minister
van Landsverdediging dan zal men na
tuurlijk niet mogen aarzelen. Het standpunt
van de Belgische socialisten, van de voor
standers in de regeering en in de partijen,
van opheldering is, dat België niets heeft te
verliezen, integendeel gebaat is bij volledige
openbaarheid, hoe vuil ook. Dit nalaten, nu
de zaak reeds zoo ver is gevorderd, zou den
indruk wekken, dat de regeering zelf een
verantwoordelijkheid draagt in de vervaar
diging der stukken en dat juist zou den
toestand van de regeering en van België op
nationaal gebied onmogelijk maken.
Het „onschuldige" verdrag.
De heer J .J. de Roode schrijft in de
„Voorwaarts" van j.l. Dinsdag onder meer
het volgende
TJit de redevoering van Huysmans te
Amsterdam is gebleken, dat het mili
tair accoord. tusschen Frankrijk en
België gesloten, van veel minder verre
strekking is, dan ieder die het woord
militair accoord hoort uitspreken, zou
vermoeden. Dat er inderdaad niet veel
meer is afgesproken, dan dat beide lan
den elkander zullen bijstaan, indien zij,
zonder zelf den oorlóg te hebben uit-
gelokt, door Duitschland worden aan- i
gevallen. Dat met name belde landen
zelfstandig zullen beslissen, of dit ge
val zich inderdaad voordoet. En dat
beide vrij zijn in de beslissing, wèlko
militaire lasten zij zullen opleggen aan
hun volk.
„Beide landen zullen zelfstandig beslissen
of dit geval zich inderdaad voordóot."
Ook België zal derhalve „zelfstandig be
slissen"
VV i e neemt die beslissing 200 vraagt
naar aanleiding van dit citaat „De Tijd".
Wij slaan de Belgische Grondwet open
en lezen in art. 68
„De Koning heeft het oppergezag over
land- en zeemacht, verklaart oorlog,
sluit vredes-, bonds- en andere .verdra
gen f" enz. x i
De Nederlandsche grondwet luidt
eenigszins anders. Zij zegt in art. 57
„De Koning tracht geschillen met vreem
de mogendheden op te lossen door recht
spraak en andere vreedzame middelen. Hij
verklaart geen oorlog dan na voorafgaande
toestemming van de Staten-Generaal."
Zóó luidt de democratische Grondwet
van Nederland.
In België heeft de Koning geen vooraf
gaande toestemming van het Parlement
noodig om oorlog te verklaren.
Toch heeft de heer Huysmans j.L Zon
dag in „Carré" te Amsterdam staan op
snijden. dat in zaken van oorlog en vrede
in België noch de Generale Staf, noch de
Koning, maar de volksvertegenwoordiging
alles te vertellen zou hebben.
Deze bewering is in strijd met de Belgi
sche Grondyvet.
En de overigens zeer critisch aangelegde
journalist Jan de Roode heeft de onware
woorden van „partijgenoot" Huysmans ge
slikt als zoeUj koek. Moge de heer De Roode
spoedig tot bezinning komen
Wat dc Utreclitsche publicaties aan
het bloodleggcn zijn
Brusse 1, 7 Maart. (H. N.) Minister
president Jaspar heeft vandaag in de Ka
mer een verklaring afgelegd over het ver
dere verloop der zaak van de Utrechtsche
documenten. Hij begon met te herinneren
aan de verklaring, welke de minister van
buitenlandsche zaken na de verschijning
der publicaties van het „Utrechtsch Dag
blad" in de Kamer heeft afgelegd en aan
den eisch, door van Cauwelaerfc bij het
debat gesteld, dat de Belgische regeering
zich met de Nederlandsche in verbinding
zou stellen om een onderzoek naar de
schuldigen in te stellen. Minister Hijmans
heeft echter, na de zaak met den minister
van justitie besproken te hebben, besloten
de zaait aan de Belgische justitie op te dra
gen zonder af te wachten, welke stappen
eventueel in het buiteenland zouden wor
den gedaan. De procureur-generaal heeft de
opening van een instructie gelast, welk*
tot de arrestatie van Frank leidde en bij
het verhoor van Frank is bewezen, dat
Frank van een buitenlandschen spionage
dienst, waarmede hij in verbinding stond,
opdracht had ontvangen zich een bepaald
document te verschaffen.
Frank heeft zich daarop met agenten
van den Belgischen spionagedienst in ver
binding gesteld en het bewuste document
gefabriceerd, dat vervolgens door den re
dacteur van de „Schelde" Ward Hermans
aan de Nederlandsche courant bezorgd is.
Het document is aan de agenten, doch niet
aan den chef van den geheimen dienst be
kend geweest. De vrijlating van Frans is
een omstandigheid te meer om te bevesti
gen, wat de minister van buitenlandsche za
ken reeds heeft gezegd. Langs gerechtelij
ken weg is vastgesteld, dat een grove ver
valsching heeft plaats gehad. Dit maakt
aan alle sprookjes een einde, die steeds
weer verspreid werden
Ook is vastgesteld, dat de vervalsching
door Frank alleen is geschied. Alles is bui
ten weten van den chef van den Belgischen
generalen staf geschied en men kan hier
aan toevoegen, dat de regeering niet in dó
minste betrekking heeft gestaan met alles,
wat met de vervalsching van de documen
ten verhand houdt. Geen enkele Belgische
minister heeft vóór de publicatio van de
vervalschte documenten iets van het be
staan daarvan geweten. Ten slotte heeft
het onderzoek van de justitie vastgesteld,
dat agenten van den Belgischen geheimen
dienst geweten hebben van het bestaan der
valsche documenten en toelieten, dat zij in
omloop werden gebracht. Dit is een ernstig
misdrijf.
Het onderzoek, dat in overleg met den
chef van den generalen staf heeft plaats
gehad, heeft reeds tot het besluit geleid om
den chef van den inlichtingendienst van
zijn functie te ontheffen. Tegen de andere
agenten, die zich aan het misdrijf hebben
schuldig gemaakt, zullen strafmaatregelen
worden getroffen.
De afgevaardigde Merlot interrumpeerde
hier, dat de geheele spionnagedienst moet
verdwijnen, wat den afgevaardigde Meys-
mans aanleiding gaf tol den uitroep, dat
hetzelfde dan ook van Duitschen kant moet
geschieden, daar België vol Duitsche spion
nen is.
Jaspar zeide in het. verdere verloop van
zijn verklaring nog, dat Belgie voor zijn
verdediging moet zorgen, doch zij, die in
dienst van het land staan, moeten er zich
voor wachten zich in to laten met intriges,
die de atmosfeer van Europa kunnen ver
giftigen. Het is vastgesteld, dat de docu
menten vervalscht zijn, dat België nooit
aanvalsplannen tegen Nederland heeft ge
koesterd en dat België opheldering weet te
verschaffen, indien een vergrijp eenmaal is
begaan.
Deze woorden werden met applaus be
groet.
Jaspar sloot zijn verklaring met de woor
den, dat België een politiek van vredelie
vende regelingen en vriendschap tegenover
Nederland volgt en zijn politiek door loya
liteit gekenmerkt wordt.
Wij teekenen hierbij aan, dat de mede-
deeling dat Ward Hermans het document,
door minister Jaspar bedoeld, aan onze
courant gebracht heeft, volkomen onjuist
is. Wij hadden nimmer eenig contact met
Ward Hermans en kennen hem niet. Red.
U. D.
CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE.
De candidatenlijst voor de
verkiezing.
Het dagelijksch bestuur der C. H. Unie
deelt in de Ned. mede, dat, als resultaat
der samenstelling van de stemcijfers, ver
kregen in de vergaderingen der zeven
groeps-vereenigingen, op Zaterdag 2 Maart
1.1„ de candidatenlijst der Unie thans luidt
als volgt: 1. mr. dr. J. Schokking, jhr.
mr. D. J. de Geer, 3. J. Bakker. 4. J. R.
Snoeck Henkemans, 5. J. Weitkamp, 6.
prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, 7. J.
M Krijger Jr., 8. dr. H. J. Lovink, 9. H. W.
Tilanus, 10. roej. mr. C. F. Katz, 11. dr. C.
W, T. baron van Boetzelaer van Dubbel
dam, 12. jhr. mr. F. Beelaerts van Blok
land, 13. jhr. mr. J. W. H. Rutgers van
Rozenburg, 14. ds. J. Langman, 15. mr. J. A.
de Visser, 16. J. ter Haar Jr., 17. P. J. Na-
huisen, 18. mr. dr. N. G. Veldhoen, 19. T.
Krol, 20 dr. J. van Bruggen.
In de tegenwoordige Tweede Kamer heb
ben zitting 11 c. h. Dr. Th. de Visser heeft
zich niet meer verkiesbaar gesteld. Ds. J.
Langman is no. 14 geworden. Onder de
eerste 11 nummers zijn opgenomen de te
genwoordige ministers jhr. De Geer en
prof. Slotemaker de Bruine. En minister
Beelaerts van Blokland werd no. 12
JO) voorzichtige.
(J'JdtClt