®ISDSFOORK€H DAGBIAJD DE UITGESTELDE WEDSTRIJD Woensdag 21 Maart 1929 «DE EEMlANDER-j 27e Jaargang No. 222 DERDE BLAD BINNENLAND REORGANISATIE P.T.T. RESTAURATIE OF NIEUW BOUW? EEMGESTEMMEN VÓÓR EEN NIEUW STADHUIS Imitatie is waardeloos SPORT UIT DEN OMTREK. DIRECTEUR P.U.E.M, In de vacature-Noome voorzien ONDERHOUD MET IR. J. W. KIPS Demonstraties van Belgen tegen België Bijzonderheden over functies en salarissen Zooals reeds werd medegedeeld zal het hoogere personeel van den exploitatlevcn dienst van het Staatsbedrijf van de poste rijen, de telegrafie en telefonie voorlaan al- leon uit de volgende rangen bestaan: adspi- rant-surnumerair, surnumerair, adjunct-re ferendaris, referendaris 2e klasse, referen daris, inspecteur, inspecteur in algemecnen dienst en hoofdinspecteur. De tegenwoor dige directeuren van de niet geclassificeer de kantoren (Amsterdam, 's-Gravenhnge, Rotterdam en Utrecht), alsmede van de kan toren lb, 1a, 2b, 2a, 3b en 3a, zullen een der bovengenoemde rangen krijgen, behal ve adspirant-surnumerair en surnumerair, doch zij zullen den titel hunner functie blijven voeren. Hunne salarissen zullen dus bestaan uit het rangsalaris van adjunct referendaris, enz. pl. een toelage voor het uitoefenon der directeurs-functie. Deze toe lage bedraagt voor de directeuren v .n de hoogst geclassificeerde kantoren 12-9. Het mlnimumsaalris verbonden aan de directie van een kantoor 3a zal voortaan bedragen 42P00. hel maxi mum-salaris van een kan toor lb 6800 (de functie van directeur van de kantoren van de 4e klasse "'ordfc ge heel gereserveerd voor het middelbare per soneel met den rang van commies). Aan de directies van de niet-geclassifl- ceerde kantoren zijn vaste salarissen van resp. 6000—7000 (postkantoor Utrecht) 7.")00 en 8000 verbonden. Overgang van adjunct-referendaris nnor referendaris 2e klasse zal bij volledige ge schiktheid plaats vinden na 16 jaar dienst. Bij behoefte zullen uit de referendarissen 2e klasse de referendarissen, len getale van 49 in het geheel, worden benoemd. Deze ti tularissen zullen dus zijn de tegenwoordige adjunct-inspecteurs, adjunct directeuren en directeuren van de kantoren 2a, 2b, la en lb. Deze rang is peen keuze-functie. Verder is gebleken, dat de meeste van de directeu ren 2a den rang van referendaris 2e klasse zullen krijgen en zij daardoor, indien geen bijzondere maatregel wordt getroffen na deel zullen ondervinden van het snmenvnl len van de reorganisatie met de salarisher ziening. Ten gevolge van dit laMste blijft hun maximum salaris ƒ5400 (maximum re rerendaris 2e kl. 520» plus 200 toelage, tezamen ƒ5100), terwijl had dat samenval len niet plaats gpvonden. bun maximum door de herziening op ƒ5600 zou zijn ge bracht. Van het hoofdbestuur is de .toezeg ging verkregen, dat een oplossing voor de desbetreffende thans in die functie werk zame directeuren 2a zou wordon over wogen. Het ligt verder in de bedoeling, dat de ambtenaren elk jaar zullen opgeven voor welke directeursfuncties zij in aanmerking wenschen te komen. Van deze beschikbaar stellingen worden aan het honfdbetsuur te 's-Gravenhage lijsten bijgehouden. Vacante directies worden aangekondigd en aan den oudsten geschikte der op de lijst voorko mende ambtenaren wordt gevraagd, of hij zijne beschikbaarstelling handhaaft. Hij zal dan voor de functie kunnen bedanken, zon der dat dit zijne aanwijzing tot een later' vaceerende functie belet. (N.R.Ct.) DE GASBEDRIJVEN. Wegens het ambtsmisdrijf, genoemd in art. 362 W. v. Str. (het als ambtenaar aan nemen van giften, wetende dat zij hun ge daan werden ten einde hem te bewegen om, zonder daartoe in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bediening iets te doen of na te laten) heeft Dinsdag voor de Haag- sche rechtbank terecht gestaan de directeur van de gemeente-gasfabriek te Katwijk Verdachte heeft, naar hij bekende, van de firma Wilson verschillende bedragen ten geschenke aangenomen, begrijpende dat de ze gedaan werden om de aangename zaken relaties te onderhouden. Verdachte heeft echter de ontvangen bedragen aan de ge meente gerestitueerd. Het O.M., waargenomen door mr Rijkens, eischte, rekening houdende met het feit, dat verdachte overigens als een goed amb- tenonr bekend staat en dat de gasfabriek te Katwijk, blijkens verklaring van den bur gemeester, onder leiding van verd zeer in bloei is toegenomen, een geldboete van ƒ200 subs. 20 dagen hechtenis tegen den ver dachte. De bedrijfsleider van het gasbedrijf te Sassenheim had zich wegens hetzelfde feit te verantwoorden en hoorde eveneens f 200 boete subs. 20 dagen hechtenis tegen zich ei sc hen. Ten slotte heeft het O. M. legen een gas- meester te Voorschoten, die ook wegens het zelfde ambtsmisdrijf terecht stond, even eens eenzelfde straf geöischt. DIPLOMATIE Hot vertrek van den Brazlll- aanschen gezant te 's Graven- hage. H.M. de Koningin ontving Dinsdag avond in afscheidsgehoor, ter aanbieding van zijn terugroepingsbrief, don Brazil!- aanschen gezant, den heer Luis Gulsma- rdes. Daarna zaten de heer en mevrouw Guis- maraes aan den disch van H. M. de Konin gin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden met enkele gonoodigden aan. DE „SCHUTTEVAER" OPGEPIKT. De bemanning ultgepnt door voedselgebrek. Men seint ons uit Londen: Het Spnansche stoomschip „Markies de Comillas" meldt draadloos 400 mijl ten westen van de Car.arlsche eilanden de Ne- derlandsche reddingsboot „Schuttevaer" te bobben opgepikt on aan boord genomen. De drie opvarenden verkeerden in zeer ult- geputten toostand tengevolge van gebrek aan voedsel. LEIDSCHE STADHUIS De heeren L. Zzt iers en II er man Ilana aan het -noord. RIJKSWEGEN EN RIJWIELPADEN Een adres van don toeristen bond. Bij de verbetering van de Rijkswegen wordt niet altijd gelijktijdig de aanleg van de daarlangs ontworpen rijwielpaden of ver betering van de bestaande rijwielpaden ter hand genomen. Daardoor ontbreekt dik wijls voor langen tijd een afzonderlijke baan voor de wielrijders, of komt een be staand rijwielpad in minder goed berijd baren staat te verkeeren dan de rijweg. De ervaring heeft geleerd, dat dan de wiel rijders gebruik maken van den rijweg en niet van het rijwielpad, hetgeen zeer ten nadeele is van de veiligheid van het ver keer. In het belang van de verkeersveiligheid is het daarom noodig, dat bij wegen verbe tering zooveel mogelijk de rijweg en het rij wielpad te gelijker tijd onder handen wor den genomen. Dit is niet altijd mogelijk, hetzij de daar vóór bonoodigde grond niet beschikbaar is, of wel om andere redenen, maar er zijn toch dikwijls gevallen waarin die mogelijk heid wel bestaat en daarom hebben de be sturen van den A. N W. B., Toeristenbond vo.or Nederland en de Ken. Ned. Aiitomo- bielclub in een gezamenlijk adres aan den minister van Waterstaat verzocht, zoo\*el mogelijk te willen bevorderen, dat gelijk tijdig met verbetering van het wegdek ook de aanleg van de langs de Rijkswegen ont worpen rijwielpaden of de verbetering van de bestaande rijwielpaden zal geschieden. DE SCHEEPVAART IN HET HELLEGAT. De vaargeul op diepte ge bracht. Ten behoeve van de scheepvaart door het Hellegat zal, nu de rivieren en stroo men ongeveer weder ijsvrij zijn, met spoed een baggerwerk worden uitgevoerd, ten einde de vaargeul ter plaatse weder op diepte te brengen. Ten gevolge van de thans verstreken vorstperiode kon dit werk niet eerder .Worden uitgevoerd. In de pers. vak- en dagbladpers, is een polemiek begonnen over de vraag wat er met het Stadhuis of gewezen Stadhuis in Leiden gebeuren moet. Deze kwestie is zeer interessant en uiterst urgent. Het ligt voor de hand, dat vele Leidcnaren, gevoelig voor de historie, cn smartelijk getroffen door de ramp, die over hun stad gekomen is, vurig hopen, dat op de Breestraat een gebouw herrijzen zal. dat liefst als twee droppelen water gelijkt op het bouwwerk, dat afge brand is. Zij zullen pleiters vinden voor hun zaak, en hebben ze al gevonden in ver schillende kringen van historische en houw kundige deskundigen. Vele historici zijn geneigd de schoonheid van het verleden te stellen boven de schoon heid van eigen tijd. Daarnaast zijn er bouw kundigen, die in de historische stijlen zijn opgevoed, en het „gebroddel" van hun mo derne vakgenootcn met hooghartigheid en ironie afwijzen. Zij, die moderne inzichten huldigen en evenals Emile Verbaeren van meening zijn, dat de generatie van thans niets minder is dan de geslachten, die vroeger hun stem pel gezet hebben op de Kuropeesche cul tuur, komen voor den dag met hun eisch, dat er een geheel modern bouwwerk moet verrijzen, dat aan de behoeften kan vol doen, die het heden vordert, en dat een symbool kan worden van het moderne wil len op architectonisch gebied. Dat deze strijdvraag niet maar één-twee- drie op te lossen is, ligt voor de hand. Maar zij is van zoo groote beteekenis, dat daarmee het karakter van de zaak van plaatselijk interlocaal, nationaal is gewor den. Ook ons blad kan deze strijdvraag niet zonder meer voorbijgaan. Toevallig troffen we dezer dagen in twee periodieken eon pleidooi voor den bouw van een modern stadhuis. Het spreekt vanzelf dat wonneer wij uit deze beschouwingen citeercn, wij alle ar gumenten nog niet tot de onze maken, ook al heeft de hoofdstrekking van beide be- toogen onze hartelijke sympathie, en al ge loven we dat men goed zal doen in belang hebbende kringen met deze motieven reke ning te houden. Uit het artikel van den heer L. Zwiers in „Bouwtechniek" citeeren wij: „Na den brand is reeds nu gebleken, dat er zoo goed als niets meer over is noch van het kunstwerk, noch van zijn interne kunstschatten. Kr staat nog slechts een po ver gevelfragment, dat echter door het vuur ernstig heeft geleden en dus bij wederop bouw grondig gerestaureerd zal dienen te worden, zóó grondig dat rnen het originee ls kunstwerk er niet meer uit zal kunnen herkennen. Het wederopbouwen van het stadhuis complex zal, indien het met eenige mate van volkomenheid al mogelijk mocht zijn, enorm veel tijd en geld eischen. Be staan er inderdaad voldoende gegevens orn het stadhuis te kunnen doen herrijzen? Deze vraag moet o.i. ontkennend worden beantwoord. De gegevens op prenten en foto's voorko mende cn die meestal voldoende zijn (naar men beweert) om restauraties van histori sche gebouwep tot stand te brengen, zul len blijken ten eenenmale onvoldoende te zijn om een geheel gebouwen-complex, als hier het geval is, te reconstrueeren. Maar gesteld al, dat men voldoende gegevens be zat, waar is dan de bouwmeester te vinden die dit werk onzer voorvaderen zoodanig kan aanvoelen dat hij het ontbrekende deel dat, wat noodzakelijk zonder recht- streeksche gegeven erbij ..gefantaseerd" moét worden om een behoorlijk gehoel te krijgen met eenige kans op historische juistheid (althans wat do vormgeving be treft) zal kunnen ontwerpen? Ken dergelijk bouwmeester kan in onzen lijd niet bestaan. De leerschool der moder ne architectuur-idee, der moderne mate rialen en werkmethoden, der moderne ge- brulkelschcn aan een stadhuis to stellen, enz. enz., beletten dit. De knapste bouw kunsthistoricus zal hier ongetwijfeld falen en de stad Leiden zou een stadhuis krijgen dat zeker niet aan de eischen van dezen tijd zou voldoen, ware het alleen maar uit gebruiksoogpunt. Bovendien, al mocht zbo'n wonder mcnsch, zoo'n oerkunstenanr, zich aanmel den en zou men hem aan 't werk zetten, het resultaat zou zijn. 'n slechte imitatie van een fraai kunstwerk. Kn hiermede heeft men het oude stad huis niet terug! Het imitatie-werk zal er slechts zeer op pervlakkig op lijken, doch het zal spoedig duidelijk worden, dat het geen visch en geen vleesch is. 'n Waardeloos gebouw, waarschijnlijk met groote pretentie, doch in de verste verte geen kunstwerk. Kunstwerken zijn nooit te vervangen door imitaties, hoewel bet aan pogingen om do goó-gemeonte dat wijs te maken, niet ontbreekt. In de gegeven omstandigheden moet men komen tot de conclusie, dat het weder op bouwen van het oude stadhuis in elk op zicht een mislukking zal worden. Het is ongetwijfeld een reddeloos geval. Indien dit door de overheden, die hier de lakens heb ben uit te deelen, ten volle kan worden beseft, zal men besluiten moeten tot den bouw van een geheel nieuw stadhuis." Het tweede artikel, van Herman Hana in Wil en Weg, wil de zaak meer histo risch bezien. Hij doet o.i. aan de waarde van zijn opmerkingen afbreuk door de schoonheid van het oude stadhuis zelf te denigreeren en van de Wijnhulstorenma- niakken te spreken, waarmee hij natuur lijk de verdedigers van restauraties bedoelt. Maar tegen zijn logica kan men moeilijk op. Hij wijst erop. dat in 1597, na de be schadiging van het Stadhuis bij het Beleg van Leiden in 1574, besloten werd een ge heel nieuwen gevel te bouwen. Nie- man heeft er toen aan gedacht den ouden gevel, die dateert van omstreeks 1400 te herstellen. Twee eeuwen na de stichting „achtte reeds geen mensch meer den ouden vorm dusdanig „dierbaar", dat hij dien ouden bouw behouden wilde", „Dit bouwwerk, stijl 1597, zeg 1600 of zeventiendeeuwsch, verbrandt in de twin tigste eeuw. een zeër dikke driehonderd jaar later. Ik wil edelmoedig zijn, en ik laat de extra dikte van die drie eeuwen over m'n kant gaan. Dan blijft toch niettemin de Wijnhuisto ren-maniak, die, om in zijn specialen schla bloonstijl te spreken: „de handen ineen slaat om de wereldberoemde cn gewijde schatten, stammend uit Rembrandt's Eeuw, ongerept voor bet nageslacht te bewaren." Dan blijft toch niettemin gezegde schla bloon-maniak voor het feit staan, dat hij den moed mist om drie eeuwen van gees- tes-verandering te laten gelden, terwijl de man van 1600 cn daaromtrent geen oogen- blik kopzorg maakte over het eerbiedigen van een tijdvak van een dikke eeuw min der, waar nog bij komt, dat de zeventiend-- eeuwer ter vervanging van een verwoesten gevel aankwam met een reraplagant, die aan krulziekte leed. Terwijl wij, thans, juist op het gebied der archietektuur, eenen grooten naam hebben in het Buitenland, Berlage, en ook een jongere moderne Nederlander, worden ge inviteerd tot het houden van voordrachten over onze architektuur in Amerika en an dere landen, kortom, terwijl wij. thans, beschikken over een architektuur die ge zónd is, en waar geen Oude Pompejanen of Duitsche Luders te pas komen." DE STAKING IN HET PARKETVLOEREN- BEDRIJF OPGEHEVEN. Do partijen tot overeenstem ming gekomen. Na een duur van ruim vijf weken is, naar wij reeds rnet een enkel woord meldden, de staking bij do N.V. Aug. Lachappelle's Parketfabrieken te Breda, opgeheven met succes voor de arbeiders. De Directie de zer N.V. verklaarde zich bereid om de or ganisatie der arbeiders te erkennen en beeft met de besturen onderhandeld. Het resul taat van de onderhandelingen was, dat de partijen tot overeenstemming zijn geko men. Er zal een collectieve arbeldsovereen komst worden afgesloten, waarin als de voornaamste bepalingen het loon voor vol wassen parketvloerleggers is vastgesteld op 75 cent per uur. Voor een belangrijk deel der volwassen gezellen beteekent dit een loonsverhooging van 5 cent. Enkelen zullen, om een loon van 75 cent per uur te ver dienen, een proefwerk moeten maken. Voorts zijn de loonen van degenen, die nog niet als geschoolde krachten kunnen worden beschouwd en de loonen van de jon gere arbeiders, met 2 tot 5 cent por uur ver hoogd enkelen hebben een verhooging van 8 tot 10 cent-ontvangen. Het loon wordt op christelijke feestdagen doorbetaaldde vacantie zal drie dagen per jaar zijn. terwijl bij ziekte gedurende 13 weken 70 pet. van het loon wordt ver goed. Er is een regeling getroffen, waar door het mogelijk is, dat de gezellen die buiten de plaats hunner inwoning werk zaam zijn, des Zaterdags en Zondags thuis kunnen zijn. Een en ander zal worden om schreven en voor den duur van een jaar in een collectieve arbeidsovereenkomst wor den vastgelegd. Wederzijds zal geen ran cune worden toegepastalle stakers ko men weer op hun plaats. Hoewel niet alle eischen der arbeider* zijn ingewilligd, is het resultaat dezer actie niet onbevredigend. NEDERLAND IN DEN VREEMDE. Volgens uit de Vereenigde Staten ont vangen berichten, is de rolprent over „Ne derland", eigendom der Vereeniging „Ne (Ierland in den Vreemde", met veel succes vertoond te Chicago. Minneapolis, Spo knne cn Seattle, Portland. Vertooningen in verscheidene andere plaatsen zullen nog volgen. DE KAMERVERKIEZINGEN. McJ. Van Dorp bedankt voor de Zceuwscbe lijst. Mej. Dr E. C van Dorp heeft voor de haar aangeboden plaats op de Zeeuwsche lijst bedankt. HARRÏ DENIS GAAT WEER SPELEN Naar wij vernemen heeft Harry Denl. besloten bet voetballen, dat hU als gevolg van een operatie eenige maanden niet beeft kunnen beoefenen, er nog niet aan te geven. Hoewel hij wellicht dit seizoen nog niet competitiewedstrijden ral deol- nemen, ia zijn her-verschijning op de vel* den eerlang tegemoet te zien. Waardoor naar alle waarschijnlijkheid de moeilijkheid om een geschlkten plaats vervanger voor hem in het Nederl. elftal te vinden, althans voor een paar Jaar ver* schoven wordt! (SportkrJ Ir. IT. L. C. Brunings benoemd Naar wij vernemen is door Gedeputeer de Staten der Provincie Utrecht benoemd tot directeur van de Provinciale Utrecht- sche Electrlciteits Maatschappij de heer Ir. VV. L. C. Brunings, hoofdingenieur van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Noord Holland. De heer Brunings genoot zijn opleiding tot zeeofficier en heeft als luitenant ter zeo den marinedienst verlaten, om tn Delft voor ingenieur te gaan aludeeren. Aan deze hoo- geschool verwierf hij het diploma voor elec tro technisch ingenieur. Hij werd na zijn studie te Delft verbonden aan het Noord- Hollandsch Provinciale Electriciteitsbedrijf, waar hij vnn ingenieur opklom tot hoofd ingenieur. De heer Brunings zal 1 Juni zijn taak te Utrecht aanvaarden, ter vervanging van den heer Noome, die, zooals reeds vroeger werd medegedeeld, verbonden ls aan de electriclteitswerken in Indië, met standplaats Soernba:a. waarheen hij medio April denkt te vertrekken. De verantwoordelijkheid bij den Belgischen Bond Luder von Bentheim, die door den schrijver in navolging van A. W Weissman voor den bouwmeester wordt aangezien. Met is echter door dr. van Overvoorde waarschijnlijk gemaakt dat de bouwmees ter wel degelijk was de Hnarlemsche mees ter Lieven de Key. (Red. U.D.). Naar aanleiding van het besluit van den Belgischen Voetbalbond om den a.s. voet balwedstrijd Hdlland-Belgió eenigen tijd uit te stellen, een besluit, dat met de volledige instemming van den Nederlandschen Voet balbond is genomen, heeft het Volk zich ter verkrijging van nadere inlichtingen ge wend tot den voorzitter van dien bond, ir. K i p s. „Het zal u wellicht aangenaam zijn", al dus de heer Kips, „om van mij eens precies te vernemen hoe dit besluit is tot stand ge komen. Daaromtrent doen in de Nederland- sche, zoowel als in de Belgische pers, vreemde verhalen de ronde. De zaak heeft zich echter als volgt toegedragen: Donderdag ontving ik van bet bestuur ✓an den Belgischen Voetbalbond een tele gram, waarin de heer d'Oultremont cn V e r d ij c k, respektievelljk voorzitter en sekretaris van dien bond mij verzochten op Zaterdagochtend een onderhoud met mij te mogen hebben. Vrijdag werd van ons bonds bestuur naar het Belgische bureau getele foneerd, dat dat in orde was. Daar de heer Verdijck afwezig was, kon men ons toen echter niet mededeelen, waarover het on derhoud loopen zou. Zaterdag heeft een betrekkelijk korte be spreking plaats gehad tusschen de heeren d'Oultremont en Verdijck, den heer Hirsch man, den 2cn voorzitter van den N.V.B. en mij. Van Belgische zijde kwam men met het voorstel om den wedstrijd eenigen tijd uit te stellen. Men argumenteerde dit door te zeggen, dat de verhouding'tusschen den N. V. B. en den Belgischen Bond steeds bui tengewoon goed en van vriendschappelijken aard was geweest en dat men altijd hoe ook de verhouding tusschen Nederland en België was trachtte en er tot nog toe ook in slaagde, de voetbalwedstrijden buiten de politiek te houden. Nu bestaat echter, aldus de vertegenwoor digers van den Belgischen Bond, een ge vaar, dat de komende .wedstrijd aanleiding zou kunnen geven tot demonstraties door Belgen tegen België en dat daarvan Belgi- cistische kontra-demonstraties het gevolg zouden kunnen zijn. Het sportieve genoegen, dat de wedstrij den plegen te schenken, zou hierdoor sterk worden geschaad, en dat wenschte men te voorkomen. Men zeide, wel de verantwoor rioIHlrhaid ifi ^unna» VOOT <GOOd Ir. J. W. KIPS. verloop van den wedstrijd zelve, maar niet voor wat aan den vooravond daarvan en ook na afloop zou kunnen geschieden. Men meende redenen te hebben om aktivistische demonstraties te vreezen en deed daarom het voorstel den wedstrijd eenigen tijd uifc te stellen. Ik vestig er met nadruk de aan dacht op, dat men geen oogenblik gedacht heeft aan de mogelijkheid van een demon stratie door of tegen Nederlanders, maar uitsluitend aan een betooging door Belgen." „Wat hebben", zoo vroeg de man van het Volk, „de vertegenwoordigers van den N. V. B. op dit voorstel geantwoord?" „Ons antwoord is kort geweest. Wli bebf ben erkend, dat de Belgische Bond voor de zen wedstrijd de verantwoordelijkheid draagt en gekonstateerd, dat die blijkbaar zwaar wordt gevoeld. Er was dus voor ons geen reden, ons tegen dit voorstel te ver zetten." „Heeft men ter konferentiq niet overwo gen, dat uit dit besluit misschien een er kenning zou kunnen worden g8zien van een minder goede verhouding tusschen Neder land en België, en dat, zoo beschouwd, een toespitsing der verhoudingen daarvan het gevolg zou kunücn zijn?" „Dit hebben wij inderdaad niet overwo gen. Wij hebben de zaak van een zuiver sportief standpunt beschouwd. Het gevaar, dat men aan ons besluit een verkeerde uit legging zou geven, bestaat wel. Maar men moet van tweeën één kiezen. En erkent moet worden" besloot de heer Kips ons onderhoud „dat het voorstel van den Bel gischen Bond in ieder geval zeer voorzich tig is geweest. Wie de feiten kent zooals ik ze hier heb aangegeven, zal inzien, dat het met de beste bedoelingen tegenover Neder» land genomen is."

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 9