®ISDSFOORK€H DAGBIAJD
DE UITGESTELDE WEDSTRIJD
Woensdag 21 Maart 1929
«DE EEMlANDER-j
27e Jaargang No. 222
DERDE BLAD
BINNENLAND
REORGANISATIE P.T.T.
RESTAURATIE OF NIEUW BOUW?
EEMGESTEMMEN VÓÓR
EEN NIEUW STADHUIS
Imitatie is waardeloos
SPORT
UIT DEN OMTREK.
DIRECTEUR P.U.E.M,
In de vacature-Noome
voorzien
ONDERHOUD MET IR.
J. W. KIPS
Demonstraties van Belgen
tegen België
Bijzonderheden over functies
en salarissen
Zooals reeds werd medegedeeld zal het
hoogere personeel van den exploitatlevcn
dienst van het Staatsbedrijf van de poste
rijen, de telegrafie en telefonie voorlaan al-
leon uit de volgende rangen bestaan: adspi-
rant-surnumerair, surnumerair, adjunct-re
ferendaris, referendaris 2e klasse, referen
daris, inspecteur, inspecteur in algemecnen
dienst en hoofdinspecteur. De tegenwoor
dige directeuren van de niet geclassificeer
de kantoren (Amsterdam, 's-Gravenhnge,
Rotterdam en Utrecht), alsmede van de kan
toren lb, 1a, 2b, 2a, 3b en 3a, zullen een
der bovengenoemde rangen krijgen, behal
ve adspirant-surnumerair en surnumerair,
doch zij zullen den titel hunner functie
blijven voeren. Hunne salarissen zullen dus
bestaan uit het rangsalaris van adjunct
referendaris, enz. pl. een toelage voor het
uitoefenon der directeurs-functie. Deze toe
lage bedraagt voor de directeuren v .n de
hoogst geclassificeerde kantoren 12-9. Het
mlnimumsaalris verbonden aan de directie
van een kantoor 3a zal voortaan bedragen
42P00. hel maxi mum-salaris van een kan
toor lb 6800 (de functie van directeur
van de kantoren van de 4e klasse "'ordfc ge
heel gereserveerd voor het middelbare per
soneel met den rang van commies).
Aan de directies van de niet-geclassifl-
ceerde kantoren zijn vaste salarissen van
resp. 6000—7000 (postkantoor Utrecht)
7.")00 en 8000 verbonden.
Overgang van adjunct-referendaris nnor
referendaris 2e klasse zal bij volledige ge
schiktheid plaats vinden na 16 jaar dienst.
Bij behoefte zullen uit de referendarissen
2e klasse de referendarissen, len getale van
49 in het geheel, worden benoemd. Deze ti
tularissen zullen dus zijn de tegenwoordige
adjunct-inspecteurs, adjunct directeuren en
directeuren van de kantoren 2a, 2b, la
en lb.
Deze rang is peen keuze-functie. Verder
is gebleken, dat de meeste van de directeu
ren 2a den rang van referendaris 2e klasse
zullen krijgen en zij daardoor, indien geen
bijzondere maatregel wordt getroffen na
deel zullen ondervinden van het snmenvnl
len van de reorganisatie met de salarisher
ziening. Ten gevolge van dit laMste blijft
hun maximum salaris ƒ5400 (maximum re
rerendaris 2e kl. 520» plus 200 toelage,
tezamen ƒ5100), terwijl had dat samenval
len niet plaats gpvonden. bun maximum
door de herziening op ƒ5600 zou zijn ge
bracht. Van het hoofdbestuur is de .toezeg
ging verkregen, dat een oplossing voor de
desbetreffende thans in die functie werk
zame directeuren 2a zou wordon over
wogen.
Het ligt verder in de bedoeling, dat de
ambtenaren elk jaar zullen opgeven voor
welke directeursfuncties zij in aanmerking
wenschen te komen. Van deze beschikbaar
stellingen worden aan het honfdbetsuur te
's-Gravenhage lijsten bijgehouden. Vacante
directies worden aangekondigd en aan den
oudsten geschikte der op de lijst voorko
mende ambtenaren wordt gevraagd, of hij
zijne beschikbaarstelling handhaaft. Hij zal
dan voor de functie kunnen bedanken, zon
der dat dit zijne aanwijzing tot een later'
vaceerende functie belet. (N.R.Ct.)
DE GASBEDRIJVEN.
Wegens het ambtsmisdrijf, genoemd in
art. 362 W. v. Str. (het als ambtenaar aan
nemen van giften, wetende dat zij hun ge
daan werden ten einde hem te bewegen om,
zonder daartoe in strijd met zijn plicht te
handelen, in zijn bediening iets te doen of
na te laten) heeft Dinsdag voor de Haag-
sche rechtbank terecht gestaan de directeur
van de gemeente-gasfabriek te Katwijk
Verdachte heeft, naar hij bekende, van de
firma Wilson verschillende bedragen ten
geschenke aangenomen, begrijpende dat de
ze gedaan werden om de aangename zaken
relaties te onderhouden. Verdachte heeft
echter de ontvangen bedragen aan de ge
meente gerestitueerd.
Het O.M., waargenomen door mr Rijkens,
eischte, rekening houdende met het feit,
dat verdachte overigens als een goed amb-
tenonr bekend staat en dat de gasfabriek te
Katwijk, blijkens verklaring van den bur
gemeester, onder leiding van verd zeer in
bloei is toegenomen, een geldboete van ƒ200
subs. 20 dagen hechtenis tegen den ver
dachte.
De bedrijfsleider van het gasbedrijf te
Sassenheim had zich wegens hetzelfde feit
te verantwoorden en hoorde eveneens f 200
boete subs. 20 dagen hechtenis tegen zich
ei sc hen.
Ten slotte heeft het O. M. legen een gas-
meester te Voorschoten, die ook wegens het
zelfde ambtsmisdrijf terecht stond, even
eens eenzelfde straf geöischt.
DIPLOMATIE
Hot vertrek van den Brazlll-
aanschen gezant te 's Graven-
hage.
H.M. de Koningin ontving Dinsdag
avond in afscheidsgehoor, ter aanbieding
van zijn terugroepingsbrief, don Brazil!-
aanschen gezant, den heer Luis Gulsma-
rdes.
Daarna zaten de heer en mevrouw Guis-
maraes aan den disch van H. M. de Konin
gin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden
met enkele gonoodigden aan.
DE „SCHUTTEVAER" OPGEPIKT.
De bemanning ultgepnt door
voedselgebrek.
Men seint ons uit Londen:
Het Spnansche stoomschip „Markies de
Comillas" meldt draadloos 400 mijl ten
westen van de Car.arlsche eilanden de Ne-
derlandsche reddingsboot „Schuttevaer" te
bobben opgepikt on aan boord genomen.
De drie opvarenden verkeerden in zeer ult-
geputten toostand tengevolge van gebrek
aan voedsel.
LEIDSCHE STADHUIS
De heeren L. Zzt iers en II er man
Ilana aan het -noord.
RIJKSWEGEN EN RIJWIELPADEN
Een adres van don toeristen
bond.
Bij de verbetering van de Rijkswegen
wordt niet altijd gelijktijdig de aanleg van
de daarlangs ontworpen rijwielpaden of ver
betering van de bestaande rijwielpaden ter
hand genomen. Daardoor ontbreekt dik
wijls voor langen tijd een afzonderlijke
baan voor de wielrijders, of komt een be
staand rijwielpad in minder goed berijd
baren staat te verkeeren dan de rijweg.
De ervaring heeft geleerd, dat dan de wiel
rijders gebruik maken van den rijweg en
niet van het rijwielpad, hetgeen zeer ten
nadeele is van de veiligheid van het ver
keer.
In het belang van de verkeersveiligheid
is het daarom noodig, dat bij wegen verbe
tering zooveel mogelijk de rijweg en het rij
wielpad te gelijker tijd onder handen wor
den genomen.
Dit is niet altijd mogelijk, hetzij de daar
vóór bonoodigde grond niet beschikbaar
is, of wel om andere redenen, maar er zijn
toch dikwijls gevallen waarin die mogelijk
heid wel bestaat en daarom hebben de be
sturen van den A. N W. B., Toeristenbond
vo.or Nederland en de Ken. Ned. Aiitomo-
bielclub in een gezamenlijk adres aan den
minister van Waterstaat verzocht, zoo\*el
mogelijk te willen bevorderen, dat gelijk
tijdig met verbetering van het wegdek ook
de aanleg van de langs de Rijkswegen ont
worpen rijwielpaden of de verbetering van
de bestaande rijwielpaden zal geschieden.
DE SCHEEPVAART IN HET HELLEGAT.
De vaargeul op diepte ge
bracht.
Ten behoeve van de scheepvaart door
het Hellegat zal, nu de rivieren en stroo
men ongeveer weder ijsvrij zijn, met spoed
een baggerwerk worden uitgevoerd, ten
einde de vaargeul ter plaatse weder op
diepte te brengen.
Ten gevolge van de thans verstreken
vorstperiode kon dit werk niet eerder
.Worden uitgevoerd.
In de pers. vak- en dagbladpers, is een
polemiek begonnen over de vraag wat er
met het Stadhuis of gewezen Stadhuis in
Leiden gebeuren moet. Deze kwestie is zeer
interessant en uiterst urgent. Het ligt voor
de hand, dat vele Leidcnaren, gevoelig voor
de historie, cn smartelijk getroffen door de
ramp, die over hun stad gekomen is, vurig
hopen, dat op de Breestraat een gebouw
herrijzen zal. dat liefst als twee droppelen
water gelijkt op het bouwwerk, dat afge
brand is.
Zij zullen pleiters vinden voor hun zaak,
en hebben ze al gevonden in ver
schillende kringen van historische en houw
kundige deskundigen.
Vele historici zijn geneigd de schoonheid
van het verleden te stellen boven de schoon
heid van eigen tijd. Daarnaast zijn er bouw
kundigen, die in de historische stijlen zijn
opgevoed, en het „gebroddel" van hun mo
derne vakgenootcn met hooghartigheid en
ironie afwijzen.
Zij, die moderne inzichten huldigen en
evenals Emile Verbaeren van meening zijn,
dat de generatie van thans niets minder
is dan de geslachten, die vroeger hun stem
pel gezet hebben op de Kuropeesche cul
tuur, komen voor den dag met hun eisch,
dat er een geheel modern bouwwerk moet
verrijzen, dat aan de behoeften kan vol
doen, die het heden vordert, en dat een
symbool kan worden van het moderne wil
len op architectonisch gebied.
Dat deze strijdvraag niet maar één-twee-
drie op te lossen is, ligt voor de hand.
Maar zij is van zoo groote beteekenis, dat
daarmee het karakter van de zaak van
plaatselijk interlocaal, nationaal is gewor
den.
Ook ons blad kan deze strijdvraag niet
zonder meer voorbijgaan.
Toevallig troffen we dezer dagen in twee
periodieken eon pleidooi voor den bouw van
een modern stadhuis.
Het spreekt vanzelf dat wonneer wij uit
deze beschouwingen citeercn, wij alle ar
gumenten nog niet tot de onze maken, ook
al heeft de hoofdstrekking van beide be-
toogen onze hartelijke sympathie, en al ge
loven we dat men goed zal doen in belang
hebbende kringen met deze motieven reke
ning te houden.
Uit het artikel van den heer L. Zwiers in
„Bouwtechniek" citeeren wij:
„Na den brand is reeds nu gebleken, dat
er zoo goed als niets meer over is noch van
het kunstwerk, noch van zijn interne
kunstschatten. Kr staat nog slechts een po
ver gevelfragment, dat echter door het vuur
ernstig heeft geleden en dus bij wederop
bouw grondig gerestaureerd zal dienen te
worden, zóó grondig dat rnen het originee
ls kunstwerk er niet meer uit zal kunnen
herkennen.
Het wederopbouwen van het stadhuis
complex zal, indien het met eenige mate
van volkomenheid al mogelijk mocht
zijn, enorm veel tijd en geld eischen. Be
staan er inderdaad voldoende gegevens orn
het stadhuis te kunnen doen herrijzen?
Deze vraag moet o.i. ontkennend worden
beantwoord.
De gegevens op prenten en foto's voorko
mende cn die meestal voldoende zijn (naar
men beweert) om restauraties van histori
sche gebouwep tot stand te brengen, zul
len blijken ten eenenmale onvoldoende te
zijn om een geheel gebouwen-complex, als
hier het geval is, te reconstrueeren. Maar
gesteld al, dat men voldoende gegevens be
zat, waar is dan de bouwmeester te vinden
die dit werk onzer voorvaderen zoodanig
kan aanvoelen dat hij het ontbrekende deel
dat, wat noodzakelijk zonder recht-
streeksche gegeven erbij ..gefantaseerd"
moét worden om een behoorlijk gehoel te
krijgen met eenige kans op historische
juistheid (althans wat do vormgeving be
treft) zal kunnen ontwerpen?
Ken dergelijk bouwmeester kan in onzen
lijd niet bestaan. De leerschool der moder
ne architectuur-idee, der moderne mate
rialen en werkmethoden, der moderne ge-
brulkelschcn aan een stadhuis to stellen,
enz. enz., beletten dit. De knapste bouw
kunsthistoricus zal hier ongetwijfeld falen
en de stad Leiden zou een stadhuis krijgen
dat zeker niet aan de eischen van dezen
tijd zou voldoen, ware het alleen maar uit
gebruiksoogpunt.
Bovendien, al mocht zbo'n wonder
mcnsch, zoo'n oerkunstenanr, zich aanmel
den en zou men hem aan 't werk zetten,
het resultaat zou zijn. 'n slechte imitatie
van een fraai kunstwerk.
Kn hiermede heeft men het oude stad
huis niet terug!
Het imitatie-werk zal er slechts zeer op
pervlakkig op lijken, doch het zal spoedig
duidelijk worden, dat het geen visch en
geen vleesch is. 'n Waardeloos gebouw,
waarschijnlijk met groote pretentie, doch
in de verste verte geen kunstwerk.
Kunstwerken zijn nooit te vervangen
door imitaties, hoewel bet aan pogingen
om do goó-gemeonte dat wijs te maken,
niet ontbreekt.
In de gegeven omstandigheden moet men
komen tot de conclusie, dat het weder op
bouwen van het oude stadhuis in elk op
zicht een mislukking zal worden. Het is
ongetwijfeld een reddeloos geval. Indien dit
door de overheden, die hier de lakens heb
ben uit te deelen, ten volle kan worden
beseft, zal men besluiten moeten tot den
bouw van een geheel nieuw stadhuis."
Het tweede artikel, van Herman Hana
in Wil en Weg, wil de zaak meer histo
risch bezien. Hij doet o.i. aan de waarde
van zijn opmerkingen afbreuk door de
schoonheid van het oude stadhuis zelf te
denigreeren en van de Wijnhulstorenma-
niakken te spreken, waarmee hij natuur
lijk de verdedigers van restauraties bedoelt.
Maar tegen zijn logica kan men moeilijk
op. Hij wijst erop. dat in 1597, na de be
schadiging van het Stadhuis bij het Beleg
van Leiden in 1574, besloten werd een ge
heel nieuwen gevel te bouwen. Nie-
man heeft er toen aan gedacht den ouden
gevel, die dateert van omstreeks 1400 te
herstellen. Twee eeuwen na de stichting
„achtte reeds geen mensch meer den ouden
vorm dusdanig „dierbaar", dat hij dien
ouden bouw behouden wilde",
„Dit bouwwerk, stijl 1597, zeg 1600 of
zeventiendeeuwsch, verbrandt in de twin
tigste eeuw. een zeër dikke driehonderd
jaar later. Ik wil edelmoedig zijn, en ik
laat de extra dikte van die drie eeuwen
over m'n kant gaan.
Dan blijft toch niettemin de Wijnhuisto
ren-maniak, die, om in zijn specialen schla
bloonstijl te spreken: „de handen ineen
slaat om de wereldberoemde cn gewijde
schatten, stammend uit Rembrandt's Eeuw,
ongerept voor bet nageslacht te bewaren."
Dan blijft toch niettemin gezegde schla
bloon-maniak voor het feit staan, dat hij
den moed mist om drie eeuwen van gees-
tes-verandering te laten gelden, terwijl de
man van 1600 cn daaromtrent geen oogen-
blik kopzorg maakte over het eerbiedigen
van een tijdvak van een dikke eeuw min
der, waar nog bij komt, dat de zeventiend--
eeuwer ter vervanging van een verwoesten
gevel aankwam met een reraplagant, die
aan krulziekte leed.
Terwijl wij, thans, juist op het gebied der
archietektuur, eenen grooten naam hebben
in het Buitenland, Berlage, en ook een
jongere moderne Nederlander, worden ge
inviteerd tot het houden van voordrachten
over onze architektuur in Amerika en an
dere landen, kortom, terwijl wij. thans,
beschikken over een architektuur die ge
zónd is, en waar geen Oude Pompejanen
of Duitsche Luders te pas komen."
DE STAKING IN HET PARKETVLOEREN-
BEDRIJF OPGEHEVEN.
Do partijen tot overeenstem
ming gekomen.
Na een duur van ruim vijf weken is, naar
wij reeds rnet een enkel woord meldden,
de staking bij do N.V. Aug. Lachappelle's
Parketfabrieken te Breda, opgeheven met
succes voor de arbeiders. De Directie de
zer N.V. verklaarde zich bereid om de or
ganisatie der arbeiders te erkennen en beeft
met de besturen onderhandeld. Het resul
taat van de onderhandelingen was, dat
de partijen tot overeenstemming zijn geko
men.
Er zal een collectieve arbeldsovereen
komst worden afgesloten, waarin als de
voornaamste bepalingen het loon voor vol
wassen parketvloerleggers is vastgesteld op
75 cent per uur. Voor een belangrijk deel
der volwassen gezellen beteekent dit een
loonsverhooging van 5 cent. Enkelen zullen,
om een loon van 75 cent per uur te ver
dienen, een proefwerk moeten maken.
Voorts zijn de loonen van degenen, die
nog niet als geschoolde krachten kunnen
worden beschouwd en de loonen van de jon
gere arbeiders, met 2 tot 5 cent por uur ver
hoogd enkelen hebben een verhooging van
8 tot 10 cent-ontvangen.
Het loon wordt op christelijke feestdagen
doorbetaaldde vacantie zal drie dagen
per jaar zijn. terwijl bij ziekte gedurende
13 weken 70 pet. van het loon wordt ver
goed. Er is een regeling getroffen, waar
door het mogelijk is, dat de gezellen die
buiten de plaats hunner inwoning werk
zaam zijn, des Zaterdags en Zondags thuis
kunnen zijn. Een en ander zal worden om
schreven en voor den duur van een jaar
in een collectieve arbeidsovereenkomst wor
den vastgelegd. Wederzijds zal geen ran
cune worden toegepastalle stakers ko
men weer op hun plaats.
Hoewel niet alle eischen der arbeider*
zijn ingewilligd, is het resultaat dezer actie
niet onbevredigend.
NEDERLAND IN DEN VREEMDE.
Volgens uit de Vereenigde Staten ont
vangen berichten, is de rolprent over „Ne
derland", eigendom der Vereeniging „Ne
(Ierland in den Vreemde", met veel succes
vertoond te Chicago. Minneapolis, Spo
knne cn Seattle, Portland.
Vertooningen in verscheidene andere
plaatsen zullen nog volgen.
DE KAMERVERKIEZINGEN.
McJ. Van Dorp bedankt voor de
Zceuwscbe lijst.
Mej. Dr E. C van Dorp heeft voor de
haar aangeboden plaats op de Zeeuwsche
lijst bedankt.
HARRÏ DENIS GAAT WEER SPELEN
Naar wij vernemen heeft Harry Denl.
besloten bet voetballen, dat hU als gevolg
van een operatie eenige maanden niet
beeft kunnen beoefenen, er nog niet aan
te geven. Hoewel hij wellicht dit seizoen
nog niet competitiewedstrijden ral deol-
nemen, ia zijn her-verschijning op de vel*
den eerlang tegemoet te zien.
Waardoor naar alle waarschijnlijkheid
de moeilijkheid om een geschlkten plaats
vervanger voor hem in het Nederl. elftal
te vinden, althans voor een paar Jaar ver*
schoven wordt!
(SportkrJ
Ir. IT. L. C. Brunings
benoemd
Naar wij vernemen is door Gedeputeer
de Staten der Provincie Utrecht benoemd
tot directeur van de Provinciale Utrecht-
sche Electrlciteits Maatschappij de heer Ir.
VV. L. C. Brunings, hoofdingenieur van
het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in
Noord Holland.
De heer Brunings genoot zijn opleiding
tot zeeofficier en heeft als luitenant ter zeo
den marinedienst verlaten, om tn Delft voor
ingenieur te gaan aludeeren. Aan deze hoo-
geschool verwierf hij het diploma voor elec
tro technisch ingenieur. Hij werd na zijn
studie te Delft verbonden aan het Noord-
Hollandsch Provinciale Electriciteitsbedrijf,
waar hij vnn ingenieur opklom tot hoofd
ingenieur. De heer Brunings zal 1 Juni zijn
taak te Utrecht aanvaarden, ter vervanging
van den heer Noome, die, zooals reeds
vroeger werd medegedeeld, verbonden ls
aan de electriclteitswerken in Indië, met
standplaats Soernba:a. waarheen hij medio
April denkt te vertrekken.
De verantwoordelijkheid bij den
Belgischen Bond
Luder von Bentheim, die door den
schrijver in navolging van A. W Weissman
voor den bouwmeester wordt aangezien.
Met is echter door dr. van Overvoorde
waarschijnlijk gemaakt dat de bouwmees
ter wel degelijk was de Hnarlemsche mees
ter Lieven de Key. (Red. U.D.).
Naar aanleiding van het besluit van den
Belgischen Voetbalbond om den a.s. voet
balwedstrijd Hdlland-Belgió eenigen tijd uit
te stellen, een besluit, dat met de volledige
instemming van den Nederlandschen Voet
balbond is genomen, heeft het Volk zich
ter verkrijging van nadere inlichtingen ge
wend tot den voorzitter van dien bond, ir.
K i p s.
„Het zal u wellicht aangenaam zijn", al
dus de heer Kips, „om van mij eens precies
te vernemen hoe dit besluit is tot stand ge
komen. Daaromtrent doen in de Nederland-
sche, zoowel als in de Belgische pers,
vreemde verhalen de ronde. De zaak heeft
zich echter als volgt toegedragen:
Donderdag ontving ik van bet bestuur
✓an den Belgischen Voetbalbond een tele
gram, waarin de heer d'Oultremont cn
V e r d ij c k, respektievelljk voorzitter en
sekretaris van dien bond mij verzochten op
Zaterdagochtend een onderhoud met mij te
mogen hebben. Vrijdag werd van ons bonds
bestuur naar het Belgische bureau getele
foneerd, dat dat in orde was. Daar de heer
Verdijck afwezig was, kon men ons toen
echter niet mededeelen, waarover het on
derhoud loopen zou.
Zaterdag heeft een betrekkelijk korte be
spreking plaats gehad tusschen de heeren
d'Oultremont en Verdijck, den heer Hirsch
man, den 2cn voorzitter van den N.V.B. en
mij. Van Belgische zijde kwam men met het
voorstel om den wedstrijd eenigen tijd uit
te stellen. Men argumenteerde dit door te
zeggen, dat de verhouding'tusschen den N.
V. B. en den Belgischen Bond steeds bui
tengewoon goed en van vriendschappelijken
aard was geweest en dat men altijd hoe
ook de verhouding tusschen Nederland en
België was trachtte en er tot nog toe ook
in slaagde, de voetbalwedstrijden buiten de
politiek te houden.
Nu bestaat echter, aldus de vertegenwoor
digers van den Belgischen Bond, een ge
vaar, dat de komende .wedstrijd aanleiding
zou kunnen geven tot demonstraties door
Belgen tegen België en dat daarvan Belgi-
cistische kontra-demonstraties het gevolg
zouden kunnen zijn.
Het sportieve genoegen, dat de wedstrij
den plegen te schenken, zou hierdoor sterk
worden geschaad, en dat wenschte men te
voorkomen. Men zeide, wel de verantwoor
rioIHlrhaid ifi ^unna» VOOT <GOOd
Ir. J. W. KIPS.
verloop van den wedstrijd zelve, maar niet
voor wat aan den vooravond daarvan en
ook na afloop zou kunnen geschieden. Men
meende redenen te hebben om aktivistische
demonstraties te vreezen en deed daarom
het voorstel den wedstrijd eenigen tijd uifc
te stellen. Ik vestig er met nadruk de aan
dacht op, dat men geen oogenblik gedacht
heeft aan de mogelijkheid van een demon
stratie door of tegen Nederlanders, maar
uitsluitend aan een betooging door Belgen."
„Wat hebben", zoo vroeg de man van
het Volk, „de vertegenwoordigers van den
N. V. B. op dit voorstel geantwoord?"
„Ons antwoord is kort geweest. Wli bebf
ben erkend, dat de Belgische Bond voor de
zen wedstrijd de verantwoordelijkheid
draagt en gekonstateerd, dat die blijkbaar
zwaar wordt gevoeld. Er was dus voor ons
geen reden, ons tegen dit voorstel te ver
zetten."
„Heeft men ter konferentiq niet overwo
gen, dat uit dit besluit misschien een er
kenning zou kunnen worden g8zien van een
minder goede verhouding tusschen Neder
land en België, en dat, zoo beschouwd, een
toespitsing der verhoudingen daarvan het
gevolg zou kunücn zijn?"
„Dit hebben wij inderdaad niet overwo
gen. Wij hebben de zaak van een zuiver
sportief standpunt beschouwd. Het gevaar,
dat men aan ons besluit een verkeerde uit
legging zou geven, bestaat wel. Maar men
moet van tweeën één kiezen. En erkent
moet worden" besloot de heer Kips ons
onderhoud „dat het voorstel van den Bel
gischen Bond in ieder geval zeer voorzich
tig is geweest. Wie de feiten kent zooals ik
ze hier heb aangegeven, zal inzien, dat het
met de beste bedoelingen tegenover Neder»
land genomen is."