i^fBRSFOOEmCEI)A®lAD
RIPOLINE VERVEN
Zaterdag 27 April 1923
.DE EEM LANDER"
27e Jaargang No. 292
DERDE BLAD.
BINNENLAND
Voor huishoudelijk gebruik in alle maten verkrijgbaar bij
A, v. d. WEG. LANGESTRAAT 23
EEN OUDE BANKLOOPER BEROOFD
A. JURGENS BESTOLEN
AFBRAAK VAN 'T PALEIS
VOOR VOLKSVLIJK
UIT DE STAATSCOURANT.
Met ingang van 1 Mei is bevorderd tot
hoofdofficier bij den Marine Stoomvaart
dienst le kl, die der 2e kl. G. C. Carrière en
is hem op verzoek wegens langdurigen
dienst eervol ontslag verleend uit zeedienst
onder toekenning van levenslang pensioen.
Bevorderd tot hoofdofficier bij den Marine
Stoomvaartdienst 2e kl. de officieren van
den Marine Stoomvaartdienst le kl. W. J.
Mantz en A. H. Voetelink en tot officier bij
den Marine Stoomvaartdienst le kl. de offi
cieren bij den Marine Stoomvaartdienst le
kl. titulair H. Dollekamp en G. den Hertog.
Verleend de titulaire rang van officier bij
den Marinestoomvaartdienst le kl. aan die
der 2e kl. J. Verduijn.
Benoemd bij het reserve-personeel der
landmacht bij het personeel van den Ge
neeskundigen Dienst tot reserve-officier
van Gezondheid der 2de klasse V. W. D.
Schenk, arts.
Benoemd bij het reserve-personeel der
landmacht, bij het Wapen der Infanterie,
bij den Vrijwilligen Landstorm, bij het Vrij
willig Landstormkorps Luchtwachtdiensi,
tot reserve eerste-luienant voor speciale
diensten, de eervol ontslagen officier-vlie
ger der 2de klasse van de Koninklijke Ma
rine G. A. van Vloten.
Aan den Majoor Jhr. C. J. van Adrichem
Booiraert, van het Regiment Jagers is ver
gunning verleend lot dragen van de orde-
teekenen van Eero Ridder der Johannister-
orde.
Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau
orde, mr. A. E. van der Steur, geboren te
Brauw te -Gravcnhage;
bevorderd tot hoofdcommies bij het de
partement van Koloniën, mr. D. J. Hulshoff;
op verzoek eervol ontslagen Mr. Dr. H.
Zaalberg, als directeur van de pensioen
fondsen voor de koloniale landsdienaren en
locale ambten ren, met dank voor de
langdurige en trouwe diensten in die be
trekking den lande bewezen, en is hij be
noemd tot ridder in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuw;
Aan den gepensioneerd Oost-Indi?ch
hoofdambtenaar Dr. E. Moresco, laatstelijk
vice-president van den raad van Ned»r-
landsch Indie, thans buitengewoon hoog
leeraar aan de Nederlandsche Handeis-
hoogeschool te Rolterdam, is opgedragen
zich in Augustus 1929, voorloopig voor den
tijd van twee jaar, naar Genève te bege
ven, ter bestudeering van in volkenbonds
kringen heerschcnde stroomingen op kolo
niaal gebied
Eervol ontslagen wegens verandering in
den inrichting van den dienst II. W. Wol-
ters. als ambtenaar 2e klasse bij de direc
tie van de pensioenfondsen voor de kolo
niale landsdienaren en locale ambtenaren;
Met ingang van 1 Mei is dr. ir. H. Wort-
rnan, inspecteur-generaal van den rijkswa
terstaat met verlof, directeur-generaal der
Zuiderzeewerken, op verzoek eervol ontsla
gen uit 's rijks dienst met dank voor de vele
cn gewichtige diensten gedurende een reek*
van jaren in verschillende betrekkingen
den lande bewezen, en is benoemd tot di
recteur-generaal dor Zuiderzeewerken ir
V.%7. p. de Blocq van Kusselaar, thans
hoofdingenieur bij den dienst der Zuider
zeewerken;
bevorderd bij den dienst van den water
staat tot adjunct-commies J. D. Claren-
beek, thans klerk;
op verzoek eervol ontslagen met dank
met ingang van 1 Augustus, J. B. P. S. A
Storm van 's Gravezande, als burgemeester
van Wassenaar;
benoemd tot secretaris van den Armen
raad te Alkmaar J. Ponsen, thans tijdelijk
TEL 217.
EEN VRIJ DUISTERE
ZAAK
Drie verdachten ontkennen
hardnekkig
DE ROOFOVERVAL TE LÏSSE.
Twee bruten voroordeeld.
Voor de Haarlemsche rechtbank hebben
terecht gestaan de gebroeders A. en T. S„
die op Zondagavond 25 November van het
vorige jaar de 58-jarige weduwe J. S. uit
haar huisje aan den Veldweg te Lisse heb
ben gelokt om haar eerst ernstig te mis
handelen door haar met een zwaar voor
werp eenige malen op hoofd en armen te
De vrouw is daarna geheel versuft
in de sloot voor haar woning gevallen doch
iMtë nog juist ruim zooveel kracht, dat zij
er uit kon kruipen en haar huisje binnen
gaan. De onverlaten zijn haar gevolgd en
hebben haar opnieuw met een hard voor
werp geslagen. Zij dwongen haar daarna
de plaats te wijzen, waar zii haar geld be
waarde. Daarna hebben zij eenige gouden
tientjes, geldswaardige papieren, een spaar
bankboekje en twee portemonnaies mede
genomen. Een deel van de buit is in de
sloot voor het huisje van het slachtoffer te
ruggevonden.
Het O. M. had tegen A. S. vier jaar en
tegen T. S. 2ys jaar gevangenisstraf ge-
ei scht.
De rechtbank uitspraak doende, Leeft
A. S. veroordeeld tot drie jaar gevangenis
straf en T. S. tot twee jaar gevangenisstraf.
DR. J. M. REITSEMA f
Gistermorgen is te Eindhoven plotseling
overleden dr. J. M. Reitsema, geneesheer
directeur van het Rijkskrankzinnigenge-
Bticnt aldaar.
Dr. Reitsema was jarenlang verbonden
aan het rijkskrankzinnigengesticht, thans
Provinciaal gesticht te Medemblik, eerst
als afdeelingsgeneesheer, daarna als ge
neesheer-directeur, op 1 Januari 1918 volg
de zijn benoeming als geneesheer-directeur
te Eindhoven bij de opening van het rijks
krankzinnigengesticht aldaar.
Hij was officier in de orde van Oranje
Jlassaii.
In den avond van S Maart 1926 stond een
78-jarige banklooper in de Linnacusstraat
nabij de Muiderkerk, op de tram te wach
ten. In de hand droeg hij een geldtromrnel
welke een bedrag aan geld inhield van
f6611.32, welk bedrag toebehoorde aan de
Spaarbank van de sta'd Amsterdam. De
oude man had opdracht gekregen, dat geld
te brengen naar het hoofdkantoor van deze
Bank aan den Singel. Op een gegeven
oogenblik werd de looper aangevallen door
een individu, dat hem tegen den grond
sloeg, hem derr trommel ontrukte en ei
van door ging. De aanrander vluchtte de
straat over en klom in een oogwenk over
het hek van het Oosterpark, waar hij in de
duisternis onder de boomen verdween. Al
les was in enkele oogenblikken geschied,
zoodat voorbijgangers, die van de brutale
daad getuige waren ^geweest, niet in staal
waren, in to grijpen. Ook hadden zij, even
min als de beroofde, gelegenheid gehad het
gelaat van den onverlaat op te nemen
De politie stond bij haar onderzoek voor
een moeilijke taak, de banklooper zelf kou
weinig positieve médedeelingcn doen hij
is inmiddels overleden en er verliepen
ruim twee en een half jaar, eer zij eenig«-
aanwijzingen in handen kreeg. In anar
chistische en anti-militairistische kringen
werd n.l. over het gebeurde gemompeld,
de politie legde haar oor te luisteren en
het gevolg was, dat op 8 Maart 1928 gear
resteerd werden de metselaar J. v. d. G
(hans 34 jaar oud, de timmerman K. A. J
H., thans 29 jaar en de brochurehandelaar
II. W. E., thans 31 jaar. Het drietal werd
iti het huis van bewaring gedetineerd en
op 22 Januari 1.1. werd E. op vrije voeten
gesteld, daar er geeu voldoende termen
waren om zijn voorarrest te verlengen.
Gister stonden de drie verdachten te
recht voor de vierde kamer der rechtbank
te Amsterdam. I-Iun was in de eerste plaaH
afzonderlijk diefstal van den trommel en
van den inhoud 'ërvan ten laste gelegd'
subsidiair wordt elk der verdachten b*
schuldigd van heling, welke bestaan zou
hebben in het uit winstbejag veroveren van
dezen trommel en van het geld, of van hei
aannemen van een gedeelte van dat geld
als geschenk.
Er waren in deze zaak niet minder dan
drie en dertig getuigen charge en ver
schillende a décharge gedagvaard, zoodal
vóór den aanvang der behandeling de zaal
geheel gevuld was. De belangstelling op
de publieke tribune was zeer groot; de
meeste plaatsen werden daar ingenomen
door vrienden en vriendinnen van de ver
dachten.
Verdediger van v. d. G. was mr. Mensing
van Charante; voor H. en E. traden resp.
op mr. dr. Benno J. Stokvis en mr. Simon
Je Jong.
Op verzoek van het O. M., waargenomen
door mr. de Blécourt, ging de rechtbank,
die gepresideerd werd door mr. Huisinga,
er mede accoord, de drie zaken gevoegd
te behandelen.
Alle drie verdachten ontkenden in korte,
maar niettemin krachtige taal, ook maar
iets met de berooving te maken te hebben
v. d. G. verklaarde dat hij in het begin van
1926 gewerkt heeft, doch een getuige, die
in verband hiermee gejioord werd, deelde
mede, dat de naarn van verd. niet op de
loonlijsten voorkomt.
„Als ik er niet opsta, is het heelemaal
geen aanwijzing tegen mij aldus verd.
Het is slechts een bewijs dat de patroons
met de loonlijsten knoeien."
De geheele zitting werd bijgewoond door
den inspecteur van politie J. F. van Slobbe,
die in het onderzoek van deze zaak een be
langrijk aandeel heeft gehad en op wiens
aanvullende verklaringen op het verhoor
van getuigen door de rechtbank werd prijs-j
gesteld.
Na zijn verhoor op enkele onderdeelen
trad rechercheur Prinsen voor het getui-
enhekje, die naar aanleiding van een be
zoek, dat hij ten huize van v. d. G. had
afgelegd, voorgevende belastingambtenaar I
te zijn, verklaarde, den indruk te hebben
gekregen dat verd. begreep, dat liet eigen
lijke doel van zijn bezoek de berooving was.
Verd. (woedend) „Als die man nog eens
het lef heeft, bij mij thuis terug te komen,
zal ik een prikkeldraadversperring laten
aanbrengen of me een 42 c.M. kanon aan
schaffen Die rechercheur staat t#> negen
zoo dik als hij is en zoo mager als ik zelf
ben, spreek ik de waarheid Ik zal u pre
cies vertellen, edelachtbare, hoe alles met
dat bezoek gegaan is...
En hierna deed verd. in onopgesmukte
bewoordingen een omstandig verhaal, dat
in de zaal een algemeeue hilariteit teweeg
bracht
Een aanwijzing
Gehoord werd hierna de politie-scheikun-
dige C. J. van Ledden Hulsebosch, die een
zakboekje en een brief onderzocht heeft
hem door de recherche ter onderzoek ge
geven.
Verd. v. d. G. had erkend dat het zak
boekje en het daarin geschrevene van
hem waren; den brief had hij echter nooii
gezien. In dezen brief komt de zinsnede
voor„Ik ben de dader van het Oosterpark
en ik ga naar Brussel, ze zullen mij niet
pakken."
De heer Van Ledden Hulsebosch deelde
als resultaat van zijn onderzoek der schrif
turen mede, dat het boekje en de brief
door dezelfde hand zijn geschreven.
Brief en boekje zijn eveneens onderzocht
door den schriftdeskundige dr. J. Schrij
ver. Volgens dr. Schrijver zijn van beide
schrifturen alle typische kenmerken dezelf
de en de afwijkingen niet van essentieele
beteekenis.
Hierna werd een deel der verklaringen
voorgelezen, door den overleden bankloo
per in de instructie afgelegd.
Het verhoor van enkele getuigen, die op
8 Maart 1926 gezien hadden, dat den bank
looper den trommel werd ontrukt, leverde
niets positiefs op. Geen enkele kon om
trent den persoon van den berooover eeni
ge positieve mededeeling doen.
Nadat de rechtbank eenige oogenblikken
in raadkamer was geweest, trad voor het
getuigenhekje getuige D. J. v. d. Berg. Deze
getuige, die er aanvankelijk zelf van ver
dacht is geworden, aan de berooving debet
te zijn geweest, verklaarde dat hij destijds
een gesprek over de berooving heeft ge
had met verd. H. Over dit gesprek heeft
hij aan de politie rnededeelingcn gedaan
In dit gesprek zou H. get. hebben toever
trouwd, dat hij (H.), met v. d. G. en E. de
berooving hadden „opgeknapt". Van de G
moet H. gezegd hebben heeft den
banklooper aangevallen, hij heeft toen iu
het Oosterpark den trommel aan mij over
gegeven en ik heb hem weer overhandig'!
aan E.
Verd. H. (zich fluisterend tot den veld
wachter naast hem wendend): „Meineed!"
Get. deelde voorts mede, dat H. in een ge
sprek met zekeren Wiggers gezegd heeft
.,Ik heb twee ruggen gehad"!
Verd. diende get. hierna in een storm
van woorden van repliek, waarin hij te ken
nen gaf, dat alles wat v. d. Berg beweerd
had, onwaarheid was.
Een getuige, die er aan den Oostzaner-
dijk een motor- en rijwiel zaak op na houdt,
verklaarde dat v. d. Genugten in Maart
1926 een motorfiets bij hem heeft gekocht,
waarvoor hij een bankbiljet van ƒ1000.in
betaling had.
Voorts bleek dat v. d. Genugten nog een
ander biljet van ƒ1000.— had gewisseld;
doch volgens hem was dit afkomstig van
een getuige, die van hem een motorfiets had
gekocht voor 325.—.
De schoonvader van v. d. Genugten kwam
verklaren, dat hij het gezin van verd. ge-
ruimen tijd met geld en ook anderszins ge
steund heeft. Kort na 8 Maart 1926 bleek
hem, dat v. d. Genugten plotseling in goe
den doen was cn geen steun meer noodig
had.
Te ongeveer half twee werd de zitting ge
schorst. tot kwart over twee.
Nadat nog eenige getuigen waren ge
hoord, nam mr. De Blécour, ambtenaar van
het O. M., het woord tot het houden van
zijn
Requisitoir
Mr. de Blécour meende, dat als vast
staand kan worden aangenomen, dat v. d
Gcnugte en Huntelerslag zich hebben
schuldig gemaakt aan diefstal door twee of
meer vereenigde personen. De kroongetui
ge in deze zaak was D. G. van den Berg,
die uit den mond van verdachte Hunteler
slag heeft vernomen, hoe het misdrijf is
gepleegd. Dit verhaal komt overeen met
de verklaringen, welke de inmiddels over
leden banklooper destijds bij zijn verhoor
door de politic heeft afgelegd. Hunteler
slag heeft een reusachtige onvoorzichtig
heid begaan door v. d. Berg in vertrouwen
te nemen en ook v. d. Genugten is zoo dom
geweest om een briefjo te schrijven, waar
in hij bekent de dader te zijn van den aan
slag; dat dit briefje van v. d. Genugten af
komstig is, is door de deskundieen Van
Ledden Hulsebosch en Schrijver aauire-
toond. Spr. meende, dat deze twee verdach
ten alleen reeds op deze punten veroordeeld
kunnen worden. Maar er zijn meer aanwij
zingen. Vóór het misdrijf waren beiden ge
wone bouwvakarbeiders, die over geen geld
konden beschikken en plotseling kwamen
zij na de berooving met geld, van welks
herkomst zij geen afdoende verklaring
konden geven. Alle vragen op dit punt heb
ben zij met aardigheidjes beantwoord, wat
heel aardig klonk voor de publieke tribu
ne, maar hen allerminst heeft verlicht
Wat verdachte Eikenboom betreft, zijn
houding ter zitting deed weldadig aan in
vergelijking met die van de beide andere
verdachten. Maar er zijn aanwijzingen, die
tegen hem pleiten; volgens spr. is hij de
man geweest, die het plan aan de hand
heeft gedaan. Maar die aanwijzingen zijn
niet sterk genoeg om daaruit zijn schuld to
concludeeren.
De officier vorderde derhalve voor den
brochurehandelaar vrijspraak, voorts eisch-
te hij veroordeeling van elk der beide an
dere verdachten tot drie jaar gevangenis
straf. (Beweging in de zaal.)
wezen zal moeten worden, dat v. d. G. de
persoon is geweest, die den banklooper
heeft neergeslagen, want anders kan hem
geen diefstal, als in de dagvaarding is go
schied, ten laste gelegd worden.
Ten slotte stelde pleiter de absolute on
betrouwbaarheid van den hoofdgetuige D.
J. v. d. Berg scherp in het licht. Pleiter
concludeerde tot vrijspraak voor zijn cliënt
en vroeg tevens diens onmiddellijk ontsiag
uit do preventieve hechtenis.
De verdediger van verdachte K. A. J. PI.,
mr. dr. J. Stokvis, wees er nadrukkelijk
op, dat het O. M. het bewijs heeft trachten
te construeeren uit aanwijzingen van de
tweede en derde hand. Ook mr. Stokvis
schetste de onbetrouwbaarheid van den
hoofdgetuige v. d. Berg. Aan de verklarin
gen van dezen getuige ontbreekt iedere bij
zonderheid en bovendien heeft hij zelf ge
zegd, dat hij alles, wat verdachte H. hem
verteld zou hebben, voor opsnijderij hield!
Raadsman concludeerde tot vrijspraak en
vroeg eveneens liet onmiddellijk ontslag
van zijn cliënt uit het voorarrest.
De verdediger van verdachte H. W. E.,
rar. Simon de Jong, zoide kort te kunnen
zijn, mede door het feit, dat het O. M. voor
zijn cliënt vrijspraak had gevorderd. PI.
betoogde voorts, dat er geen schijn of
schaduw van eenige aanwijzing tegen ver
dachte E. bestaat.
De uitspraak werd bepaald op 10 Mei a.s.
Juweelen ter waarde van
zes ton
Vergeefsche pogingen
In de paar laatste dagen waren aan het
ongeveer 30 Meter hooge tooneel van het
Paleis voor Volksvlijt, dat nog overeind
stond, een achttal stalen trossen aange
bracht om het gevaarte om te trekken. He
denmorgen zou dit werk geschieden. De be
woners van het Oosteinde hadden aanzeg
ging gekregen om half acht hun woningen
te verlaten. Om acht uur werden eenige
kleinere deelen omgetrokken. Daarna zou
het groote werk beginnen. Met een winch
werd aan de takels getrokken. Wel kwam
er eenige beweging in het gevaarte, maar
het bood hardnekkigen tegenstand. Deze
eerste poging werd toen opgegeven. Om 10
uur werd een tweede poging gewaagd. Ook
nu weer beweging in het ijzeren gevaarte.
De kabel brak ten slotte. Op het oogenblik,
elf uur. is men bezig nieuwe kabels aan te
brengen. Do werkzaamheden hebben do
belangstelling van de autoriteiten. De bur
gemeester, de wethouder van publieke wer
ken, de hoofdcommissaris van politie, de
commandant van de brandweer en ver
scheidene ingenieurs van gemeentelijke
diensten sloegen het werk gade.
De pogingen om hedenmorgen het too
neel van het Paleis voor Volksvlijt om te
trekken zijn mislukt. Om kwart voor twaalf
werd aan drie kabels tegelijk door een hei
machine getrokken om den achtergevel te
doen instorten. Kort na elkaar braken twee
der staaldraden. Het werk werd daarop
voorloopig gestaakt. Hedenmiddag en mor
gen zullen nieuwe staaldraden worden aan
gebracht.
Maandag zullen nieuwe pogingen in het
werk worden gesteld de resten van het
gebouw om te halen.
Pleidooien.
De verdediger van v. d. Genugten, mr
Mensing van Charante, betoogde, dat be-
HET LANDGOED WARNSBORN.
Naar de „Arn. Crt." verneemt, is het
landgoed Wamsborn van de erven M. P.
Voüte in zijn geheel aangekocht door den
heer M. France te Zeist.
De heer France zal het landgoed, dat 252
H.A. groot is, vereenigen met het reeds
vroeger door hem aangekocht deel van het
landgoed De Lichtenboek ten Noorden van
den Amst^rdamsclien straatweg, bekend
onder den naam „Vijverberg", een bezitting
van otigeveer 78 H.A. De nieuwe eigenaar
is voornemens om od Wamsborn te gaan
wonen.
DE EERSTE GRASBOTER.
Aan IT. M. de Koningin is gisteren de eer
ste grasboter aangeboden door J. IT. Smee-
len, te 's-Gravenhage.
MOET VRIJWILLIGE INENTING AANGE
MOEDIGD WORDEN.
Dr. Vos dringt er op aan in
verband met de pokkenge-
vallen in Engeland,
Door het Tweede-Kamerlid dr. I. H. J.
Vos zijn de volgende schriftelijke vragen
tot den Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid gericht
Kan de Minister van Arbeid, Handel cn
Nijverheid mededeelen of het rapport van
de commissie ter bestudeering van het en
cephalitis-vraagstuk spoedig te verwachten
is Zoo het antwoord op deze vraag ont
kennend mocht luiden is de minister dan
niet van meening, dat het gewenscht is, met
het oog op het voorkomen van een vrij groot
aantal pokkengevallen in Engeland, de vrij
willige vaccinatie tegen pokken in ons land
aan te moedigen
Is de minister bereid met alle hem ten
dienste staande middelen propaganda te
rnaken, casu quo te doen maken, voor een
vrijwillige vaccinatie tegen pokken van de
kinderen in het eerste levensjaar
Is de minister met name bereid, aan die
genen, die aangifte van een geboorte komen
doen, een geschriftje te doen uitreiken,
waarin met redenen omkleed wordt
aangedrongen op vrijwillige vaccinatie in
het eerste levensjaar
Uit Londen wordt ons gemeld:
Gisternacht is een dief - door
gedrongen in de apartementen van den be
kenden Nederlandschen margerinefabrikant
Anton Jurgens, in het Hyde-Park-Hotel,
Alle juweelen van mevr. Jurgens tot een
waarde van 600 000.zijn verdwenen. Elk
spoor van de daders ontbreekt tot nog toe.
De Londensche correspondent van de Tel.
meldt aan zijn blad:
Defi geheelen nacht zijn detectives van
Scotland Yard uit geweest op nasporingen
naar den dader, die gistermiddag tusschen
halfvijf en halfzes den diefstal moet heb
ben gepleegd.
De juweelen zijn gestolen uit een der vier
kamers, die de heer en mevrouw Jurgens
sinds enkelo weken in het Hyde Park hotel
bewonen. De diefstal moet begaan zijn door
een expert-misdadiger, die kans heeft ge-
zien ongezien te ontkomen. Ilij moet ge
weten hebben, dat de heer en mevrouw
Jurgens om drie uur het hotel hebben ver
laten. Het dienstmeisje, dat de kamer op
ruimt, heeft deze te halfvijf verlaten om
te gaan theedrinken. Zij heeft de kamers
toen afgesloten. Toen zij een uur later te
rugkeerde, bemerkte zij, dat de- deur open
gemaakt was en dat op de kaptafel van
mevrouw Jurgens een grooto wanorde
heerschte, terwijl do tasch met juweelen
verdwenen was.
Politie gewaarschuwd.
Mevrouw Jurgens had de tasch, vóór zij
de kamer verliet, op de gewone plaats ge
legd. Het dienstmeisje veronderstelde, dat
mevrouw Jurgens teruggekomen was en de
tasch had weggenomen. Doch toen zij den
heer en mevrouw Jurgens niet in het hotel
vond, waarschuwde zij onmiddellijk den
hoteleigenaar, die direct naar de politie
telefoneerde. Niemand van het hotelperso
neel had 's middags een verdacht persoon
in het hotel gezien. Verondersteld werd nu,
dat zich misschien iemand als gewoon gast
naar boven heeft begeven, wetende, dat zich
niemand op de kamers bevond: Scotland
Yord heeft het personeel portretten getoond
van bekende hoteldieven, doch het herken
de daaruit niemand van de gasten, die dien
jniddag het hotel zijn binnengekomen. Met
wordt ook mogelijk geacht, dat de dief zich
verkleed heeft als schilder. Er waren n.l.
schilders bezig aan den voet van de brand
ladder. Op die manier heeft hij zich langs
de brandladder naar het balkon van de
kamer kunnen begeven, daar dit makkelijk
te bereiken is. Ook is mogelijk, dat hij van
de brandladder door het 'raam van de bad
kamer is geklommen. Als de man langs
dezen weg naar binnen is gekomen, moet
hij zich wel als werkman verkleed hebben,
omdat hij anders ontdekt zou zijn, daar het
zeer druk langs dezeri kant van het hotel
is Het schijnt, dat de dief de juweelen-
tasch, die grooter was dan een gewone
handtasch, heeft opengescheurd in do bad
kamer en den inhoud bij zich gestopt heeft.
Doch de detectives hebben nog niet kun
nen vaststellen of hij door het raam van
de badkamer, of wel langs de brandladder
naar binnen is gekomen of dat hij een
voudig de deur van de slaapkamer heeft
geopend cr door de gang van het hotel ls
teruggekeerd en de voordeqr is uitgegaan.
Een groot aantal vingerafdrukken van
kaptafel en van de juweelentasch is gono
inen en Scotland Yard onderzoekt deze
heden Het wordt mogelijk geacht, dat de
misdaad is gepleegd door een bekenden
internationalen dief, dio aan het hoofd
ótau- van een bende, welko hoofdzakelijk
op het Continent werkt.
De gestolen voorwerpen.
Tot de gestolen voorwerpen behooren: een
hanger, beslaande uit zestien brillanten, ge
zet in een cirkel en zes kleine brillanten,
verder een hanger van saffieren, omringd
door twee rijen diamanten, waaraan een
peervormige diamant hangt; een .platina
ring met saffier, vijf platina armbanden,
waarvan één bezet met zeven brillonten,
één met vijf cn twintig diamanten, één
met saffieren en één met kleine steenen;
verder een armband, ljj inch breed, bezet
met brillanten, een lorgnet met platina
handvat, eveneens bezet met diamanten,
drie gouden kettingtaschjes, een gouden
sierspeld voor een hoed, eveneens bezet met
brillanten, een platina halsketting, bezet
met paarlen, gouden broches, twee goudss»
veiligheidsspelden, een lange gouden ket
ting, een paar gouden manchetknoopen,
waarop mistletoe en hulst gegraveerd zijn.
drie gouden overhemdsknoopen en verder
150'- in biljetten van 10/-, tweehonderd
Hollandsche guldens en ander buiten,
landsch geld.
Een aantal voetindrukken is ontdekt tus-
schen de struiken aan den achterkant van
het hotel.
Gelijk bekend, heeft de heer Anton Jur
gens, dio jaren geleden te Nijmegen woon
de, sinds ruim tien jaar te Londen zijn
hoofdverblijf.
BOTSING TUSSCHEN AUTO EN
MOTORFIETS.
Hedenmorgen botste op de Iepenlaan te
Bussum de heer T. met zijn motorfiets te
gen een auto, bestuurd door den heer van
VV. Door de botsing werd T. op dep grond
geslingerd en zeer ernstig gewond. In be-
wusteloozen toestand werd hij naar de M«-
jellastichting overgebracht.