.ftMERSFOODHSCH DAöBlAD
Paedagogiek der abnormale jeugd
De Plaatsvervanger
Maandag 13 Mei 1929
27e Jaargang No. 264
EEN CONGRES TE DEN
HAAG
Een mijlpaal voor de „heil-
paedagogiek"
NEDERLAND EN BELGIE
UIT HET BOUWBEDRIJF
DE
VLIEGBOOTEN
INDIE
NAAR
FEUILLETON.
.DE EEMLANDER'j
De landelijke studiecommissie voor
het buitengewoon L.O. bijeen
Ter opening en inleiding van de „Lan
delijke" Studiecommissie voor het buiten
gewoon lager onderwijs, is te 'sGravenhage
een bijeenkomst gehouden, onder voorzit
terschap van ds. .T. L. Pierson uit Bilthoven.
Namens den minister van Onderwijs werd
deze bijeenkomst bijgewoond door dr. A.
van Voorthuizen, inspecteur van het bui
tengewoon lager onderwijs. Voorts waren
onder de aanwezigen verschillende hoofd
inspecteurs en inspecteurs van het onder
wijs, vertegenwoordigers van gemeentebe
sturen en van schoolbesturen cn andere
belangstellenden.
Bij den aanvang der vergadering heeft
prof. Kohnstamm uit Amsterdam, die in
verband met de vergadering van den On
derwijsraad slechts korten tijd aanwezig
kon zijn, enkele woorden gesproken.
Van ganscher harte verheugde Spr. zich
over de totstandkoming der commissie,
waar hij van den aanvang af deze zaak
groeiende heeft gezien. Spr. achtte deze
zaak niet alleen belangrijk voor het bui
tengewoon onderwijs, maar ook voor het
onderwijs over de geheele lijn cn voor de
geheele paedagogiek.
Vervolgens heeft ds. Pierson. als voorzit
ter van het Federatief Comité voor den
landelijken studiecursus, de eigenlijke ope
ningsrede voor deze bijeenkomst uitgespro
ken.
Op 22 Oct. 1927 kwamen op gelukkig ini
tiatief van den inspecteur van het buiten
gewoon 1. o. dr. Van Voorthuizen, een 16-
tal pei'sonen te Amsterdam bijeen, als af
gevaardigden van verschillende corporaties
op onderwijsgebied, of als wethouder in
onze groote steden, die hun belangstelling
in de zaak van het b. 1. o. medebrachten.
Doel waste komen tot een terbetering
van de opleiding van leerkrachten bij het
b. 1. o., welke dringend noodig werd geacht.
Verschillende kringen waren vertegenwoor
digd en daar de noodzakelijkheid werd ge
voeld om door samenwerking iets tot stand
te brengen, met behoud van ieders vol
komen vrijheid, was de eenstemmigheid
van zelf verkregen.
Drie commissies, elk van drie leden,
werden aangewezen uit de verschillende
vertegenwoordigende corporaties: Voor de
Neutrale delegatie uit de heeren prof.
dr. Pb. Kohnstamm, dr. D. Herderschee en
P. H. Schreuder voor de B.K. delegatie uit
de heeren dr. P. J. M. van Gils (later ver
vangen door dr. Th. Verhoeven), prof. dr.
F. Koels en G. A. E. Christ, cn voor de
Protè Chr. delegatie uit de heeren prof. dr.
J. Waterink, ds. J. L. Pierson. dr. P. .T. W.
\slt\ Gils cn P. II. Schreuder. terwijl dr. A.
van Voorthuizen zich bereid verklaarde,
het comité als adviseur terzijde te staan.
De verwachting, dat reeds in het jaar
1928 de cursus zou kunnen aanvangen,
bleek een te vrome wenscb.
Een leerplan ontworpen door hel Federa
tief Comité, werd inmiddels door den mi
nister van Onderwijs aanvaard en finan-
eieele steun voor 1929 werd toegezegd.
Spr. stemde volkomen in met wat een
der gedelegeerden van bei R. K. b. 1. o. hem
schreef, toen de financieels hulp der re
geering was toegezegd, en hij vertrouwde
dat allen daarmede instemmen „Nu mei
goeden moed aan den gang. Onder Gods
zegen zal onze arbeid ongetwijfeld rijke
vruchten dragen."
Waar deze wil heerscht; is er inderdaad
niets te vreezen. Die wil leve ook in het
hart der onderwijzers, die door den cursus
geholpen zullen worden om hun moeite
volle en zelfverloochenende taak heter te
vervullen.
Of men in ons land zal komen tot het
stichten van een seminarium, zooals te
Zurich hestaai, heslisso de toekomst. Spr.
geloofde, dat wij ons daarover niet liehben
te hekommeren, cn wel omdat hij een
vast vertrouwen heeft in ons eigen volks
karakter, dat het niet noodig lieeft, andere
volken na te doen, maar door zelfstandig
verworven inzicht leert verstaan welke weg
voor ons de beste cn doeltreffendste is.
Op deze redo volgden bijvalsbetuigingen.
Hierna was het woord aan den inspec
teur voor het buit 1. o. als vertegenwoor
diger van den Minister.
Spreker begon met de vraag te stellen
wat is de beteekenis van dezen dag voor
het buitengewoon onderwijs? Hij meende,
dat als de groote gebeurtenis op den voor
grond mag worden geplaatst, de officieele
erkenning van de opvoedkunde der abnor
male jeugd als afzonderlijk wetenschappe
lijk vak. Door de belangstelling, die van
Rijkswege voor den cursus wordt getoond,
komt het er voor de „heilpaedagogik" in
Nederland in eens geheel anders voor te
staan. Wij voelen, dat er op het bedoelde
terrein reeds vrij wat in ons land is ge
werkt. Namen als van A. J. .1. Schreuder
en van dr. Herderschee cn van vele ande
ren mogen met eere worden genoemd Tot
nu toe heeft echter ontbroken een syste
matische bestudeering van het aangegeven
vak.
Wat de paedagogiek der abnormale jeugd
eigenlijk bedoelt, meende Spr. als volgt te
kunnen omschrijvenzij tracht hetgeen er
te vinden is aan medische en psychologi
sche verschijnselen bij dc abnormale jeugd
te gebruiken tot aanwijzingen voor de
practische paedagogiek.
Nu is het merkwaardig, dat dit nieuwe
vak niet uit wetenschappelijke kringen is
voortgekomen, maar. dat. het is ontstaan
door de dringende behoefte aan welen-
schappelijke voorlichting bij de menschen
van de praktijk van het onderwijs. Dat
deze zaak voortdurend aan de orde is ge
weest. is een bewijs hoezeer de voorlich
ting in den vorm van een cursus wérd go-
wensclit. De groote moeite, die het heeft
gekost, om den cursus tot stand te bren
gen, vindt derhalve niet haar oorzaak in
een Ie geringe aandrang van de zijde der
leerkrachten bij het buitengewoon onder
wijs, doch is een gevolg van de omstandig
heid, dat zij, die als docenten moeten op
treden. nog zoo weinig duidelijk omschre
ven vinden, wat zij hebben te behandelen.
Wij missen op dit oogenblik in Nederland
nog een man of vrouw, die volkomen be
voegd is de „heilpaedagogik" te docBérén.
Mén kan er echter van overtuigd zijn. dat
geen beter middel bestaat om een derge-
1 ij ken man Le doen geboren worden, dan
liet in liet leven roepen van den cursus.
Het belangrijkste dat de cursus kan doen
is. naar Spr.'s oordeel, de deel nemers te
doordringen van liet besef, dat de paedago
gische behandeling, welke op het zwakzin
nige kind wordt toegepast, berust op een
juiste wadrdeering van de verschijnselen,
die bij liet kind worden waargenomen.
In aansluiting op dezqi opening van db
studiecommissie heef! prof. Waterink uit
Amsterdam een inleidende voordracht ge
houden voor hel werk der commissie.
Spr. heeft daarin uiteengezet, dal Je cur
sus moet staan in het teeken der organi
sche paedagogiek. Men rnoet hei leven zien
als ecu plant, waarin alles samengroeit,
maar met oneindige variatie. Aan de klei
nen de misdeelden moeten gegeven
worden de juiste bodem, het juiste licht
en de-juiste warmte, opdat ook zij kunnen
opgroeien.
Daarnaast wees Spr. op de noodzakelijk
heid orn, zoo de paedagogie ooit een tota
liteit wil worden, liet abnormale kind tc
bestudeeren. Deze studie kan ook voor de
gezonden een zegen zijn.
De Nederlandsche nota van
antwoord
De correspondent te Brussel der N.It Ct.
meldt-
Bij het departement van buitenlandsche
zaken alhier zegt men, het Reuterbericht,
volgens hetwelk do Nederlandsche nota
van antwoord op een verwerping van allo
Belgische eischcn zou neerkomen, te be
schouwen als een middel om de volgens
internationaal diplomatiek gebruik door
de Belgische regeering in acht genomen dis
eretie betreffende den inhoud van deze
nota te breken. Het Belgische departement
van buitenlandsche zaken zegt echter be
sloten te zijn, zich door dergelijke midde
len van zijn gedragslijn niet te laten af
brengen en zal dan ook het Reuter-bericht
dementeeren nóch bevestigen.
De diplomatieke correspondent van de
Daily Telegraph meldt:
Nederland heeft de bepaalde Belgische
voorstellen, welke in de laatste maanden
zijn gedaan, verworpen en zich bereid ver
klaard de onderhandelingen voort to zet
ten op strikt zakelijke basis. Tevens geeft
de Nederlandsejie regeering te verstaan,
dat zij dc besprekingen niet kan voort
zetten. indien de Belgische regeering vol
hardt bij het gronden van haar eischen op
vermeende rechten, afgeleid uit verdragen
en overeenkomsten.
De NedeiJandsche regeering heeft het
denkbeeld aan de hand gedaan, dat deze
internalionaalrechtelijke aanspraken van
Belgié bij onderling goedvinden zullen
worden gebracht voor het nieuwe Perma
nente hof van internationale justitie, in
verband met het feit. dat beide landen de
„facultatieve clausule" van de statuten
van dut hof hebben onderleekcnd.
Het. antwoord van Brussel hierop zal
met spanning worden afgewacht, niet al
leen in Nederland, doch ook le Gcnève, cn
door de mogendheden die de verdragen
van 1839 hebben gewaarborgd. Want mo
gelijk is het, dat België nog eens de lus-
schenkomst van die mogendheden, d.w.z.
Engeland en Frankrijk inroept, zoo niet
van den Raad van den Volkenbond zelf.
I
zuim op 'Christelijke feestdagen zal worden
j geicgeld.
In de nieuwe o\ereenkomst zal een aan
tal plaatsen, welke in de oude overeen
komst waren genoemd, niet worden opge
nomen, omdat men de mogelijkheid van
doorvoering van de nieuwe voorwaarden
voor deze plaatsen nog niet mogelijk acht
te. Later zal onder het oog worden gezien,
hoever de klassenlijst zal kunnen worden
uitgebreid. Daarnaast zal nog voor eenigc
plaatsen, na een onderzoek, worden vast
gesteld of zij in deze klassenlijst kunnen
worden opgenomen cn voor een andere
plaats of handhaving op de oude plaats
mogelijk is.
Vóór 1 Juni zullen de organisaties een
beslissing nemen.
Dit zijn niet alleen Engeland cn
Frankrijk, doch ook Rusland, Pruisen cn
Oostenrijk, zoo teekent de N.R.Ct. hierbij
aan.
Overeenstemming inzake een
nieuw C.A.O.
Een vacantieregeÜDg
Vrijdag is wederom een bespreking ge
houden tusschen vertegenwoordigers van
den Algem. Patroonsbond in de bouwbe
drijven en de bestuurders \an de betrok
ken werknemersorganisaties.
Na uitNoerige discussies werd overeen
stemming verkregen over de voorwaaiden
voor eeti nieuwe collectieve arbeidsover
eenkomst. Een en ander zal aan de goed
keuring der resp. bondsinstanties worden
j voorgelegd. Wordt dit compromis aan
vaard, dan zal op dezen grondslag de
overeenkomst worden afgesloten.
De nieuwe overeenkomst, zal, naast de
bepalingen van de oude overeenkomst, 2
cent loonsverhooging brengen voor eenige
reeds vroeger overeengekomen plaatsen
cn in 1930 een vacanlie van drie dagen.
Noor deze vacantie zal met Juli worden
begonnen met de financiering, waardoor
tegelijkertijd de vergoeding wegens ver-
STAKING HARINGVISSCHERIJ
Begint heden op 100 schepen met
700 opvarenden
Vanwege den Nederl. Bond van Chris
telijke Fabrieks- en Transportarbeiders
wordt medegedeeld, dat op een aan de
Sclicveningsche reeders gesteld ultimatum
geen bevredigend antwoord is ingekomen,
zoodat hedenmorgen onder de opvarenden
voor de haripgvisscherij staking uitbreekt.
De staking zal een 100-tal schepen met
plm. 700 volwassen opvarenden omvatten.
WAARDEERING.
Een herinnering aan de ijs-
periode.
Zaterdagmiddag heeft de burgemeester
van Terschelling namens de burgerij van
het eiland aan de bemanning van den ijs-
breker „Volharding" een gouden eereme-
daille uitgereikt als blijk v-au-waardeering
voor bun moeilijke overtochten gedurende
de ijsperiode in den afgeloopen winter. Ook
aan piloot Sillevis en aan de twee meca
niciens van de K. L. M., die in de moei
lijke dagen de postverbinding in stand
hebben gehouden tusschen het eiland en
het vasteland, werden gouden medailles
gezonden. Namens de equipage dankte ka
pitein Alta voor de hulde.
POSTBESTELLER VERDRONKEN.
De hulpbesteller der posterijen G. Sjon-
ger te Terhorne. die een deel van zijn be
stelling, welke over water moet gebeuren,
zou bezorgen, ging als gewoonlijk met zijn
roeibootje op reis. Even buiten het dorp
opde Home greep bij de stoomboot „De
stad Zutfen" vast, om zich tot de sluis te
laten meesleepen. Door een verkeerde
handgreep of door de snelheid van de
stoomboot kwam zijn roeibootje dwars en
liep vol water, waarbij Sjonger is verdron
ken. II bkl.
JHR. DR. J. LOUDON
Geruststellend bericht
Dc berichtgever van het Hbld. meldt:
De berichten omtrent den toestand van
den Nederlandschcn gezant te Parijs jhr.
dr. Loudon, zijn de laatste dagen zeer ge
ruststellend. Men neemt aan, dat thans
geen gevaar meer aanwezig is.
GIFTEN.
Wijlen mej. F. C. Rijpma, wed. N. W. de
Boer, te Bolsward, heeft aair de Doopsge
zinde gemeente aldaar een legaat van 1000
besproken.
De kerkvoogdij der Ned. Hei v. gem. tc
Rijswijk (Z.-Ii.) werd deze week verblijd
met een anonieme gift van 1000 ter ge
legenheid van de vervulling van de vaca
ture in de tweede predikantsplaats, die 1
Januari gesticht werd.
POSTALE ZEGEN.
„Tante Pos" krijgt hier familie Ti'
Naar ik hoor in 't Bergkwartier
Binnenkort komt één der „Zusjes*
Naar ons mooie Stadje hier.
En niet slechts voor haar genoegen
Komt dit goede, brave „mcnsch",
Doch haar komst was er al tijden
Een oprechte hartewensch.
Want deez' „dame" neemt de zaken
Van haar trouwe „zuster" waar,
En de Korte grachtvisites f
Brengen we nu spoedig déér.
Onze Korte grachtsche „tante"
Accepteert dat zonder strijd.
Ze is voor geen cent jaloersch cn
Denkt aan geen onhoff'lijkheid
„Tantes" splinternieuwe „zusje"
Speelt de gastvrouw net als zij.
Ze serveert haar zegeningen
Aan do dankb're burgerij
Onze Bergkwartier bewoners
Zijn geweldig in bun sas.
En ze merken hoe attent of
„Tante Pos" h ier voor hen was.
Ze verliest verscheiden „klanten
Druipen af met „stille-trom".
Winst blijft toch in de „familie"
En daar gaat 't per saldo om!
Kom, o, kom, o lieve „dame"
Hoort ons liart'lijk „Welkom" hier.
Slijt Uw zegels, documenten
Tn ons dankbaar Bergkwartier.
Wil ors in Uw huis ontvangen
Met ons Post-verdriet en -vreugd.
Geef cn neem onz' dure centen
Handel steeds naar eer cn deugd.
Kom reeds eerder dan September.
Er is al zoo lang gewacht.
W il ons Bergkwartier verlossen
Van die verre Kortegracht.
Gooi Uw lang ontbeerde woning
Voor de Bergbewoners los.
„Tante Pos" is doodl Doch leve,
Leve enze „Tante Pos"!!
GROEGROE.
(Alt rechten voorbehouden).
Te Cochin aangekomen
Bi| het Departement van Defensie is be
richt ingekomen, dat de beide Dornier-Wal-
vliegbootcn Zaterdag le 1.30 uur in Cochin
zijn aangekomen.
DE STAKING TE ZAANDAM.
De werkwilligen.
Zaterdagmiddag halfeen zijn opnieuw
twintig werkwilligen uit Elburg aangeko
men, die door de Schecpvaartvereenigmg
„Noordzijn aangeworven om de houtboo
ten tc lossen, welke dc bootwerkers gewei
gerd hebben leeg tc maken. De Scheep-
vaartverc viging „Noord" heeft nl. een con
tract niet de boolwerkersorganisatie betref
fende de lossing binnen boord. Nu de laat-
sten het v.-crk hebben gestaakt, is de veree
niging wel verplicht zelf de lossing ter hand
te nemen. Verwacht wordt dan ook. dat nu,
de „Wilton" voor de firma Pont straks ook
de boot met gezaagd hout voor Bruynzecls
fabrieken door dc Scheepvaarlv ereeniging
„Noord" zal worden gelost.
De Zaterdag aangekomen El burgers zul
len eveneens op liet eiland der N.V. Hout
handel v.li. William Pont worden onderge
bracht.
I
Misschien ziet gij geen kwaad in de over
al heerschende drink- sclicnkgevvoonlen
zie er dan tenminste gevaar in.
f door
RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
U
Fluisterend sprak Talbot tot ziju vrouw
„Wij zullen daar regelrecht naar toe
gaan kom, zoo vlug als je kunt." En toen
luider: „Daar het schijnt, dat John Eva
ons den toegang tot ons eigen huis wil wei
geren, zullen wij op verkenning uitgaan
het helpt riiet veel of wij hier staan wach
ten."
Zij gingen de trap af en wandelden weg,
zonder op het meisje te letten, dat vlak te
gen den muur aanstond.
„Ik heb het idee, dat het meisje de enve
loppe gisteravond op mijn kamer gebracht
heeft, en dat zij mij later heeft wakker ge
maakt in dat geval is het mogelijk, dat
wij hier een vriendin in huis hebben."
„Ik zie nog niet in hoe ze ons helpen kan,
al was ze ons goed gezind.
„Neen, ik ook niet, maar dit is geen re
den waarom wij er niet op hopen zouden,
vooral op dit moment, nu de hoop het eeni
ge is wat wij nog hebben."
„Jack."
„Betty."
Nu maakten zo geen excusesSoeec elkaar
bij den naam te noemen
„Zeg, zijn de woorden van het volksliedje
dat de menschen een poos geleden steeds
herhaalden, niet„Houd er de moed maar
in
„Niet dat ik weet tot nu toe. maar je
kuut niet goed verwachten, dat ik de bru
taliteit van dien schavuit, je te durven
buitensluiten, prettig vind.
„Mij buiten laten staan Is dat liet
voornaamste, dat je je aantrekt
„Ja. toch het voornaamste ik heb liet
gevoel of ik je in een mooien toestand ge
bracht heb."
„Dat is heel gek van je; daar kan jij
toch niets aan doen. Je hebt het volstrekt
niet gewild ik zelf wou meegaan, en ik
ben heel blij dat ik meegegaan ban, als je
mij maar laat begaan."
„Ik ben bang, dat je niet beseft hoe moei
lijk 't je gemaakt zal worden, als nu ja,
bijvoorbeeld als ik persoonlijk een scher
mutseling heb met John Eva ik verzeker
je, dat ik na deze ondervinding veel lust
heb liem zijn nek om te draaien."
„Ik moet bekennen, dat ik daarbij liever
niet tegenwoordig zou willen zijn en je
jezelf bij die gelegenheid niet al te veel
laat bezecren. Maar daar is het boschje en
waar is Juffrouw Phoebc
Op haar behoefden ze niet lang te wach
ten. Zij was, zooals ze gezegd had, een
apart paadje langs gekomen en ze hadden
haar niet gezien, want nu riep ze hun iets
toe. Dc stem achter lien vandaan, nu wat
duidelijker, maar toch nog niet liard
„Kom wat verder het bosch in, er zijn
overal kijkgaten in liet huis je kunt
nooit weten of ze kijken en wat ze zien of
liooren."
„Wat mij betreft mogen ze precies zien
cn hooren wat ze willen waar ben je bang
voor
„Voor oom en tante, voornamelijk" Noor
oom." Zij keek angstig om haar heen er
was geen twijfel aan of haar zenuwachtig
heid was echt en niet voorgewend. „U kent
oom niet. Ilij zag er niets inDe vol
zin eindigde met een huivering. „Ik kan er
niet aan denken wat hij mij zou doen nis
hij wist dat ik buitenshuis was en met u
stond te praten.
„Weet hij niet dat je hier bent
„Denkt u dat ik hier zou wezen als hij
het wist
„Ik zou niet weten waarom niet, en nog
minder begrijp ik waarom je bang bent
voor je oom."
„Dat komt omdat u liem niet kent, dat
zei ik immers al. Het is niet te denken wat
hij mij doen zou, als hij wist dat ik iets
deed om u te helpen
„Is u het geweest, die dien brief gister
avond op mijn kamer gebracht heeft
Het meisje schrikte ontzettend. Zij had
haar mutsje afgezet, waarschijnlijk om
minder in het oog le vallen. Haar gelaat
was heel wit bij haar donker haar. Weder
wierp zij angstige blikken om zich heen.
„Een brief Wat v oor bl ief ik weet
niets van een brief. Ik ik weet nergens
van."
„Ook- niet van het bezoek hier op Mon-
nikslaiul van een mijnheer, Johnson ge
naamd
Haar angst scheen nog steeds toe te ne
men. „U moet niet over zulke dingen spre
ken neen, heusch niet. Ik zeg u immers,
dat ik nergens van weet."
„Ik vermoed, dat je liet huis bent uitge
komen door een deur, waardoor wij kun
nen binnengaan."
„Dat is niet zoo. er is geen uitgang wan
neer de luiken gesloten zijn."
„Hoe kom je dan hier
„Ik wist wat ze gingen doen. Toen b'en
ik naar buiten geslopen, zonder dat ze het
wisten. Zij wisten liet natuurlijk niet, an
ders hadden ze mij dadelijk binnenge
haald."
„Maar waarom ben je naar buiten geslo
pen Om ons een dienst te bewijzen Of
ons een poets te bakken, zooals Sayers zoo
even probeerde
„Sayers Joe Sayers Het is gedeeltelijk
Ier wille van hem, dat ik hier ben."
„Wat nu Ter wille van hem
De angst van het meisje was eenigszins
geweken door haar boosheid en toorn.
„Oom en tante willen mij met dien Joe
Sayers laten trouwen. Ik Ik geloof dat
oom bang is voor Toe, omdat hij te veel
weet. ITij heeft geld, dat is zoo. Maar ik wil
niet niet dien Joe Sayers trouwen, al had
hij een schip vol geld."
„Ik moet zeggen dat ik wat dat betreft
aan jouw zijde sta en niet aan die van je
oom en tante. Als hij innerlijk iets lijkt op
wat hij uiterlijk is, dan is het geen schoon
heid."
„Een schoonheid Het is een duivel. Ik
heb gezien hoe u hem daar straks het hek
uitzette en en ik genoot ervan."
„Het zou mij niet verwonderen als hij
ecnigen tijd buiten moest blijven."
„Neen. neen, er zijn plaatsen waar hij
binnen kan komen. Niemand weet ze be
ter dan hij."
„Bedoel je, dat er plaatsen zijn. waar je
het huis kunt binnenkomen wanneer de
luiken gesloten zijn
„Ik weet haast zeker dat hij binnen is."
„Maar zei je dan niet, dat er geen enkele
deur is. waar je in of uit kunt komen
„Neen, die is er ook niet, maar op een
andere manier ik zal het u laten zien.
Dat is de reden waarom ik buiten gekomen
ben. Maar ik geloof, dat mijn oom mij zou
doodslaan als hij het wist."
„Ja, dat denk ik ook."
„Je afkeer vail Joe Sajers moet wel heel
erg zijn, als het waar is wat je zegt cn je
je leven in do waagschaal stelt om hem
onaangenaam tc zijn. Hoe weet ik eigenlijk
zelf niet."
„Het is niet alleen omdat ik een hekel
heb aan Joe Sayers er zit nog iets auders
achter. Het is misschien beter dat ik het
u maar vertel."
Het mëïsjo scheen iets op haar hart te
hebben, dat haar bezwaarde cn waarvan
zij niet durfde spreken. Mevrouw Talbot
had medelijden niet haar cn deed liaar
best haar gerust te stellen.
„Laat mij je even wat vertellen. Jo oom
mag een geduchte man wezen cn sterk ook
dat geloof ik ook graag, maar ik zeg je,
dat hij geen ziertje sterker is dan mijnheer
Talbot cn lang niet zulk een goed vriend
als mijn man voor je wezen zal. En je zult
mij misschien ook nog zoo'n kwade vrien-
din niet vinden. Ik kan jc verzekeren, dat
je geen spijt zult hebben over iets wat je
voor ons doen zult. Wat wou je ons ver
tellen
„Iets over don ouden mijnbeer Talbot."
„Wat dan
„Hij hij hield van mij cn vertelde mi.f
dingen waar mijn oom niets van wist. Had
die bet geweten, dan had hij zeker wel een
middel bedacht om mij weg te zenden."
[Wordt vervolgd.?