AM0BT0OEBCem©BlLAB IS DE KROONGETUIGE BETROUWBAAR? Verhuring van Lips safe-loketten WILLEM GROENHUIZEN JUWELIER Taffetssn (Zijden) Regen- Reis- en Stofmantels f 39.75 Maison de Jager Zn. De Plaatsvervanger Vrijdag 24 Mei 1929 >i .DE EEMIANDERT 27e Jaargang No. 273 EEN VREEMD PATROON N.V. MIDDENSTANDS-BANK Deskundige voorlichting bij den aan- en verkoop van Effecten. Verzilveren Van coupons Handelscredieten Incasseeringen Spaar-deposito's rente 4 Tel. 852 Gevestigd 1885 Vertrouwenshuës. HOE HET VERKEER TOENEEMT Een brug hoog noodig DE A.V.R.O. OVER DE GRENS *N.V. COSVIPAGMIE LYONMAISEJU BOTERSPRITS JANHAGEL FANTASIEGEBAK FEUILLETON. Uitlokking van oplichting en brandstichting Voor de Vijfde Kamer der Amsterdarasche Rechtbank heeft gistermiddag terecht ge staan een 33-j£u'ig koopman, die er in per ceel Tweede Jan Steenstraat 82 een techni sche handelsonderneming op na gehouden heeft en thans is gedetineerd in het Huis van Bewaring. In ,de eerste plaats 'was hem het uitlokken van oplichting ten laste ge legd voor een bedrag van 234., Volgens de dagvaarding had hij in October j.I. een zij ner bedienden bij een hoofdstedelijke firma een kwitantie laten aanbieden, waarop ver meld stond, dat deze firma verd.'s onder neming schuldig was wegens geleverde goe deren een bedrag van 578.83, waaronder begrepen was een bedrag van J 234 wegens 6 stel geleverde bumpers. Deze aanbieding zegt de dagvaarding, was listiglijk cri be- driegelijk, omdat verd.'s zaak in het geheel geen 6 bumpers aan die firma geleverd had, zoodat dus de kwitantie valsch was. Bedoelde firma betaalde dan ook maar niet één, twee, drie, doch verzocht dringend overlegging van een afschrift van de reke ning over de maanden Augustus, Septem ber en October 192S en een duplicaat van de rekening, speciaal betrekking hebbend op de levering van de 6 stel bumpers. Kort daarop legde verd.'s bediende het gevraag de over; aan den magazijnmeester der fir ma toonde hij bovendien een z.g. pakbon, waarop vermeld stond, dat de firma ver klaarde, van verd. te hebben gekocht, ge controleerd en in goeden staat ontvangen 6 stel bumpers ten bedrage van 234. Vol gens de dagvaarding zijn al deze schrift stukken, alsook het paraaf van den maga zijnmeester, voorkomende op den pakbon valsch geweest en zijn ze door den bedien de aangeboden op instigatie van den ver dachte. In de meening echter, dat pakbon en paraaf echt waren, heeft de magazijn meester het bedrag doen uitbetalen. Uitlokking van brandstichting. In de tweede plaats werd verd. er van beschuldigd* dat hij in Augustus 1.1. ge tracht heeft, zijn boekhouder onder belofte van 5000 te bewegen om opzettelijk brand te stichten in zijn (verd.'s) magazijn, terwijl daarvoor gemeen gevaar voor goederen te duchten was. Het misdrijf of de strafbare poging daartoe zijn niet gevolgd, omdat de boekhouder weigerde den brand te stich ten. Verd. ontkende pertinent zich aan de hem ten laste gelegde feiten .te .hebben, schuldig gemaakt. Als kroongetuige werd de boekhouder ge hoord, die door president mr. Van Royen op verschillende punten werd ondervraagd. Ook een der rechters en de raadsman van verd. namen in dit verhoor een daadwerke lijk aandeel, zoodat. liet verhaal van dezen getuige bij stukken en brokken tot. stand kwam. «Volgens hem had verd., hij wien hij ruim een jaar in dienst is geweest, hem na een zakenreis in België opdracht gegeven, de valsche rekeningen uit te schrijven. Verd. zou gezegd hebben: „ik heb veel uit gegeven en daar moet iemand voor bloe den!" Wat de brandstichting betreft: hier over had verd. herhaalde malen, ook in het bijzijn van andere bedienden, met get. ge-: sproken; ook had verd. op een middag een stukje celluloid in zijn winkel in brand ge-- stoken, er op wijzende hoe met behulp van' dit goedje een groote brand zou kunnen ontstaan. Get. zeide voorts, dat hij ten lan gen leste zijn ontslag had genomen, omdat verd. er steeds bij hem op aandrong, brand te stichten en hem herhaaldelijk tot het be gaan van knoeierijen had aangezet. Op een vraag van den verdediger, of get. zelf in verband met deze zaak vervolgd zou worden, antwoordde laatstgenoemde, dat hem straffeloosheid was verzekerd, indien hij de geheele waarheid zou zeggen. Ook erkende get,, dat verd. een behoorlijke zaak had, echter kreeg zij verschillende klappen, omdat verd. veel naar België ging, waar al zijn ondernemingen mislukten. De vroegere bediende van verd., die de valsche kwitantie en later de valsche reke ningen had aangeboden, verklaarde, als tweede kroongetuige voor zijn bemoeiingen 40 te hebben ontvangen van zijn boekhou der; deze zelf zou 60 hebben gekregen. Ook dezen getuige zou straffeloosheid ver zekerd zijn, indien hij, de volle waarheid zou zeggen. Voorts bleek, dat verd. zijn zaak had ver zekerd voor 50.000. Een zaakwaarnemer, die verd. goed kont, kwam hierna mededeejeii, dat hij verd. wel dertig maal had afgeraden om brand te slichten; steels bracht verd. tegenover hem dit onderwerp weer ter sprake. I-Iet O. M., mr. Van Arkel, die de getui genverklaringen uitvoerig naging, conclu deerde in de eerste plaats, dat z.i. de uitlok king tot oplichting is bewezen; de recht bank zal hij veroordeeling voor dit feit moeten aannemen, dat de vroegere bedien de en boekhouder van verd. die ter zitting gehoord zijn, betrouwbaar moeten worden geacht. Doet de rechtbank zulks, dan is, naar het O. M. meent ook het tweede mis drijf, de uitlokking 'tot brandstichting, be wezen. Spr. wees op den ernst der beide feiten en eischte in verhand hiermede verd.'s veroordecling tot twee jaren gevan genisstraf. De verdediger, mr. Francois Pauwels, wéés er op.dat deze geheele zaak staat of valt met de betrouwbaarheid van de kroonge tuigen. Als inderdaad deze 'getuigen op in stigatie van verd. de strafbare feiten heb ben gepleegd, zou verd. een psychisch over wicht op hen moeten hebben uitgeoefend en dit is, gezien de persoon van pl.'s client, ab soluut onmogelijk. Men weet in het geheel niet, wat er tusschen verd. en de kroonge tuigen is verhandeld; met getuigenverkla ringen moet men altijd voorzichtig zijn en zeker als het zulke onbetrouwbare getui gen betreft als deze ontslagen bedienden. Wat de brandstichting betreft, wees pi', er op, dat hiervoor geen enkel bewijs bestaat. Het feit, dat verd.'s magazijn in het" begin van dit jaar doorbrand is vernield mag ze ker niet als aanwijzing gelden; tegenover een ter zitting geboord en getuige heeft verd. verklaard, dat hij in de 2e Jan Steen- straat nooit brand zou willen hebben, tiaar zijn vrouw en kinderen daarbij veel te groot gevaar zouden loopen. Verd. staat bekend als een zwetser en een praatjesmaker en dat is hem noodlottig geworden. Ondanks al zijn mogelijke uitlatingen heeft er hij hem nooit een bedoeling van brandstichting voorgezeten. Pleiter vroeg vrijspraak voor beide feiten en het onmiddellijk ontslag van zijn client uit de voorloopige hechtenis. Na raadkamer wees de rechtbank dit ver zoek af. Uitspraak over 14 dagen. voor Amersfoort en Omstreken Langegracht No. 4 - Telefoon 304 AMERSFOORT Directie: A. H. MARTENS. Te Nijmegen over de Waal een ver-- drievoudiging In vijf jaar geconstateerd Men denke aan Vlaanderen UTRHCHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT fÜp Een landgenoot in Brussel schrijft aan het Hbld. Het vraagstuk van de verdeeling van de zenders en den zendtijd onder de omroep- vereenigingen in Nederland, dat nu al zoo lang een onderwerp van eideloos geharre war is geweest, dreigt blijkens een bericht, dat „liet Volk" dezer dagen gaf, op een zeer ongewenschtc wijze opgelost te worden. Volgens cïit bericht zou de A.V.R.O. daarbij de beschikking krijgen over een zooge naamde gemeenschappelijke golf (250 M.), terwijl de overige omroeporganisaties Hui zen en.Hilversum onderling zouden op clee- len. De zender van de A.V.R.O. zou er dan een moeten worden van een zeer beperkte energie. Om geheel Nederland te kunnen bestrijken zou men zelfs een reeks van tien kleine zenders over het geheele land ver spre itl moeten oprichten en deze dan met onderling verbinden. Misschien zijn er overwegingen, die een dergelijke oplossing .aanbevelenswaardig zo.udcn kunnen maken;'wij kunnen dat op .het oogenblik van hier af niet beoordeelen. Maar Avel staat het voor ons vast, dat voor de tienduizenden Nederlanders, die in hepTmilenland leven, deze gang, van zaken uiterst onaangenaam zou zijn. Tevens is het duidelijk, dat Vlaanderen, waar 4,000,000 menschen wonen die Neder- landsch spreken, op deze wijze verstoken zou worden van de uitzendingen van de A.V.R.O.-, die door haar algemeen karakter onder de omroepvereenigingen in de eerste plaats in aanmerking komt als draagster van de Nederlandsche cultuur genoemd te worden. liet belang van de duizenden landgenoo- tcn „in cle verstrooiing" en van onze taal- genootcn in Vlaanderen eischt, dat de be langrijkste omroeporganisatie in Nederland over een zender beschikke, die ver over de landsgrenzen te hooren is De Gelderlander bevat de volgende sta tistiek van het verkeer over de Waal bij Nijmegen tijdens de Pinksterdagen „Er zijn niet minder dan 33.73S personen (drie en dertig duizend), 8090 rijwielen, 2902 auto's en 546 motorrijwielen over de pont gegaan. Verleden jaar was het aantal personen nog hoóger 34.080, het aantal rijwielen was 1000 lager, en dat der automobielen 626 minder. In 1928 gingen er 2276 over en flit jaar 2902. Hoezeer het verkeer toeneemt begrijpt men beter, als men de,cijfers van eenige jaren geleden neemt. Vijf jaar geleden, dus in "1924, vervoorde de pont 17.900 personen, 7950 rijwielen, 1080 auto's en 376 motor rijwielen. De stijging van het aantal auto's is enorm van 1000 tot 3000 in vijf jaar. Nu weten wij wel, dat men uit de cijfers van de beide Pinksterdagen geen algemee- ne conclusie mag trekken, doch deze cij fers kloppen vrijwel met die uit het rap port der provinciale commissie. De Rijks waterstaat heeft n.l. in 1923 een telling ge houden en een telling in 1926; het verkeer met automobielen is gestegen van 155 per dag in 1923 tot gemiddeld 290 per dag in 1926. De vervoercijfers van het veen te Nij megen zijn van 1923 tot '26 gestegen van 142 tot 316 per dag, dat is oen verdubbe ling in drie jaar. De Pinksterdrukte is in vijf jaar verdrievoudigd. Het is voor tegenspraak niet vatbaar, dat de Pinksterdrukte een schreeuwend bewijs heeft geleverd voor de noodzakelijkheid van een brug." Heel den middag stond een stoet van auto's te wachten, urenlang. Maandagavond half tien stonden ze nog tot de Korenbeurs toé. Hetgeen wil zeggen, dat er een aan eengesloten rij auto's stond te wachten van de pont af over de Waalkade, het Waal plein, langs de Centrale, de Nieuwe Markt, cn dan, rond de papierfabriek, de Spoor brugstraat in. Men telde Maandagmiddag om 'n uur of vijf honderd een en twintig auto's, die stonden te wachten. Als men nu voor elke overvaart een kwartier neemt en dan rekent, dat er 12 tot 15 auto's per keer meegaan, dan kan men uitreke nen, hoelang ctie honderd wagens hebben moeten wachten. In Lent hebben ze gestaan tot voorbij de kerk. TE LAAT. Bij de indiening van de Candidat-enlijsten te Haarlem was de man, die de lijst van de Chr. Dem. Unie zou indienen, 45 minuten te laat. De lijst werd geweigerd. STAATSCOURANT. Op verzoek eervol ontslagen J. Biere als leeraar aan de R.H.U.S. te den Helder; idem met ingang van 1 September e.k Ir. I). J. Kruytbosch als directeur van en leeraar aan de R.IT.B.S. te Wageningen, benoemd met ingang van 1 September e.k tot directeur van en leeraar aan de R.H.B.S te Oud-Beierland, Dr. A. W. Boerman te Utrecht; benoemd met ingang van 1 September e.k. tot directeur van en leeraar aan de R.IT.B.S. te Gouda,- Dr. .T. Leest te Gro ningen. Met ingang van 1 Juni benoemd tot ad- junct-rijksveeteeltconsulent Ir. P. Verhoe ven, te 's-Gravenhage, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Met ingang van 1 November, op verzoek eervol ontslagen met dankbetuiging voor de langdurige diensten door hem in zijn be trekking bewezen, Mr. G. Schimmelpenninck als burgemeester van Wijhe. Op verzoek eervol ontslage.n met dank Mr. J. W. S. A. Versteeg, Staatsraad in bui tengewonen dienst,, als lid van de Centrale Commissie voor de Statistiek. OPIUMJAGER „AREND". Te water gelaten. Van de werf der Mij. voor Scheeps- er. Werktuigbouw „Fijcnoord" werd met goed gevolg te water gelaten het voor liet de partement van koloniën in aanbouw zijnes recherchevaartuig tot bestrijding van den opiumhandel „Arend". De doopceremonie werd verricht door mevrouw Troost, echt- genoote van den ingenieur der marine L. Troost, mede onder wiens toezicht dit vaar tuig werd gebouwd. BRAND TE TILBURG. Woensdag heeft in de Industrieslraat Ie Tilburg een brand gewoed in een blok van negen arbeiderswoningen. De dagen van zes dezer woningen verbrandden. De aangerichte schade is zeer groot. De meeste gezinnen zijn niet verzekerd. DE STAKING TE ZAANDAM. Nieuwe aanvoer van hout. Gisternacht is in de Zaandamsche haven het met gezaagd hout bevrachte stoom schip „Roslagen" voor de N. V. Houthan del voorheen William Pont aangekomen. In de haven te Westzaan ligt het s.s. Mer- gus, eveneens met gezaagd hout geladen en bestemd voor de N. V. Houthandel voor heen P. Rot, aldaar op lossing te wachten! Naar wij vernemen zal do Scheepvaart- vereeniging' Noord voor de lossing van deze booten in den loop van den dag een aantal Elburgers naar Zaandam en West zaan zenden. DE NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. Druk rcizigersvervoer gedu rende de Pinksterdagen. Naar liet Hbld. verneemt is het reizi- gersvorvóer op de Nederlandsche Spoorwe gen gedurende Pinksterdagen, dank zij het fraaie zomerweer, drukker geweest dan ooit te voren, zoodat het geheele wagen park in gebruik genomen moest worden, met uitzondering natuurlijk van het voor reparatie uitgeschakelde materieel. Maatregelen waren genomen, dat vóór de Pinksterdagen al het materieel tweede klasse, dat voor verandering tot derde klasse in aanmerking komt, lot dat doel was gereed gekomen, zoodat het volledige derde klasse materiaal in dienst gesteld kqn worden. Jn verband met de toeneming van het reizigersvervoer zullen de spoorwegen vijftig groote W.C.-derde-klasse-wagens doen aanmaken, die plaats bieden aan on geveer 100 reizigers. Tot dusver waren een dergelijk soort van wagens, voorzien van W. C.s niet in gebruik, althans niet van die groote. De bedoeling is, deze vijftig nieuwe wa gens het volgende seizoen in gebruik te stellen. OUDE MUNTEN. Te Beetsterzwaag kwam, naar de Leeuw. Ct. meldt, het afbreken van een oude wo ning een pot te voorschenn. Eerst schonk men hieraan geen aandacht, doch toen de pot later stuk werd geslagen, rolde daar een aantal oude munten uit. Het bleek, dat in totaal een 75 oude muntstukken, da- teerende van 1500 tot 1600 in den pot wa ren. Vermoedelijk is er één gouden munt bij, de rest is van zilver. De munten zijn ter hand gesteld aan den eigenaar der wo ning, mr. J. Bieruma Oosting. Langestraat 56 Telef. 115. Wie het leven niet niet alle kracht aan- gfijpt, die wordt door het leven aangegre pen enrondgeslingerd. door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. 53 „Wat een schavuit schijnt die dierbare overleden man geweest te zijn." Een naam in de courant, die hij in de hand nad, scheen speciaal zijn aandacht te trekken. „Law in sky Ike Ike Lewinsky Lewinsky. Wat komt die naarn dikwijls terug Wie zou Claude Herbert in zulk een naam herkennen Of wie zou vermoeden dat hij zich in zulke delicate zaken mengde'? En dan te denken, dat dit de man was, waarmede ze haar wilden laten trouwen. Ze zou 't met mij moeilijk slechter kunnen treffen, dat is tenminste een troost voor haar, wat er dan ook gebeuren mag." Mevrouw Talnot en Phoehé stapten flink doAr. De laatste keek met een soort ver- lichting naar de hoornen en heggen, die haar bekend voorkwamen. „Ik heb een gevoel zei ze, „of ik iels dom ga dat ik niet doen moet. Er zijn oogenblikken geweest, dat ik er aan twij felde mijn voeten ooit builen dat hek te zetten." „Wou uw oora u niet ontvangen dat heb ik ook dikwijls gedacht. Eens heb ik negen maanden geen voet buiten het landgoed gezet." „Wou je oom je niet uit laten gaan? Wat een verrukkelijke oom schijnt die man te wezen; „liet was niet alleen de schuld van mijn oom, doch ook die van den ouden heer. Ik weet liet rechte er niet van, maar hij had iets aan de hand met mijn oom samen het was een rare boel. Ik geloof, dat hij de menschen in de waan wou brengen, dat iedereen hier in huis dood was, of iets der gelijks. Soms waren de luiken dagenlang dicht in het heele huis. Alleen 's nachts mochten wij onzen neus buiten de deur ste ken. Ik geloof, dat er overdag menschen loerden of er nog leven in huis was." ,,'t Was een vroolijke tijd voor je „Er zijn rare dingen gebeurd op Monniks- land, dat weet iedereen hier in de buurt, en als ik mij niet vergis, zal er nog wel wat ergërs gebeuren." Mevro'uw Talbot keek achter zich, alsof ze plotseling door een hevigen schrik was aangegrepen. „Stil, zoo moet je niet pra ten hoe ver woont ze hier vandaan „Voorbij het dorp, op een plaats die Pe nance genoemd wordt. Het was vroeger een rnooie prachthoeve haar familie woonde daar honderden jaren. Ik hoor, dat ze al armer eu armer geworden zijn. Het kerkhof van Mahaccan ligt vol voorouders van haar. De naam Luscullion staat op een massa grafsteen en." „En is zij de laatste van haar geslacht „Dat zeggen ze er moet nergens meer een Luscullion over zijn behalve op het kerkhof daarginds. Zij liepen een eind voort. Mevrouw Tal bot bleef plotseling staan en juichte van verrukking toen zich plotseling een prach-' tig landschap voor haar oogen vertoonde. Phoebé wees verschillende punten van het landschap aan. „Dat is ITelford, aan, ,do overzijde ligt Pas sage, dat daarginds is Durgan. Daar komt mijn jongen vandaan 't is een beste jon gen, wel twaalf Joe Sayersen waard. Hij is arm, omdat zijn vader ziekelijk is en hij met visschen het gezin moet onderhouden en er is niet altijd veel visch. Daar ginder ligt Mahaccan. U kunt de kerktoren juist zien, daar bij de hoornen. Penance ligt links, u kunt het huis gauw zien. Het duurde niet lang of zij waren er een huis met een verdieping er op, een flink huis met rieten dak en dakvensters. Zonder twijfel was het eenmaal een bloeiende hoeve geweest, maar het was nu vervallen. Het verval was zoo erg, dat herstel onmogelijk scheen te wezen. ITet beste zou zijn het omver te halen en een nieuw te bouwen. Zij liepen den vpormaligen tuin door, waar nu niets meer groeide dan onkruid, en kwa men bij een half openstaande deur, omdat het niet gemakkelijk was die te sluiten, daar de deur aan één hengsel hing. Toen zij naderbij kwamen, verscheen er een ge daante op den drempel men moest een oogenblik goed kijken of het een man of een vrouw was. Haar lange, roode haren hin gen tot aan haar schoudersverwarde haren, die ïn dagen niet gekamd of gebor steld waren. Over het bovengedeelte van haar lichaam droeg zij een oude mannen jas; of het een hemd or een rok was, dat de rest van haar lichaam bedekte, was niet gemakkelijk uit te maken. Zij had kousen noch schoenen aan de twee genoemde kleedingstukken was het eenige wat zij aan had. Toch zag zij er niet leelijk uit. Ze stond flink en kloek op haar voeten niettegen staande haar slechte kleeven had ze een mooi figuur. Een fijn, blank gezichtje met zomersproeten, die dikwijls samengaan met rood haar, witte handen en een mooi ge- vormden mond. Haar oogen, vroeger het mooiste wat zij bezat, stonden zoo innig droevig men kon zien dat zij niet goed bij 't hoofd was. Zij zag de twee personen aankomen, zon der eenig bewijs van belangstelling of nieuwsgierigheid te geven, ofschoon vreem delingen en vooral menschen, die haar kwa men bezoeken, een zeldzaamheid waren. „Dag Judith", zei Phoebé, „ik heb een vriendin meegebracht, die je een bezoek komt brengen." „Een vriendin Ik heb geen vrienden." Dit antwoord, waarschijnlijk zeer waar, klonk nog droeviger door den onverschilli gen toon waarop het werd uitgesproken als of het haar onverschillig was of zij vrien den had, ja of neen. „Mogen wij binnenkomen Tot antwoord ging zij op zij. Zij traden binnen en kwamen in een kamer, die er tegen hun verwachting heel zindelijk uit zag. De meubels waren zeer eenveudig, maar voldoende, en alles was zeer netjes. „Wel wel, Judith", zei Phoebé, „er is in het heele dorp geen kamer, die er netter uit ziet dan deze." „Ja, ik houd het liuis netjes tege^ de thuiskomst van mijn man." Phoebé keek Betty aan, alsof zij haar arent wou maken op de woorden van deze vrouw. „O ja, komt je man thuis „Vroeg of laat zal hij wel thuiskomen, dat kun je nooit weten. Soms denk ik 's nachts dat ik zijn voetstappen hoor in de laan dan ga ik naar buiten en ik roep, maar hij is er niet. Ik meen hem het meest te hooren aan komen wanneer er wind is op het water misschien komt hij wel thuis als het stormt." „Hoe lang heb je al op hem gewacht?" Er was oneindige smart in het antwoord van de vrouw: „Dat kan ik niet zeggen jaren en jaren lang; het schijnt wel of ik mijn halve leven op hem gewacht heb, maar hij komt niet, Maar hij zal éénmaal komen. Hij zei somtijds, dat hij oude vrou wen niet kon uitstaan; ik hoop dus dat hij kornen zal terwijl ik nog jong ben. Ik ben nog maar negen en twintig ik schrijf het op mijn kalender, al die jaren lang dat hij weg is." „Hoe heet uw man?" vroeg mevrouw Talbot. „Hij heet Percival." Betty beet met haar kleine tandjes in haar Mp. „Percival, en hoe nog meer?" „Percival Talbot, Iedereen kent den naam van mijn man en weet alles van hem af. Het is een heer en hij woont in het groote huis. U kunt het huis zien als u den heuvel opgaat, heel duidelijk. Het huis heet Monniksland; ik stond dan op den heuvel, om een signaal van hem af te wachten dat hij kwam. Wij zijn getrouwd in de Manaccan kerk hier; niemand wist er iets van. Het was een regenachtige dag. ik weet het nog heel goed Hij heeft den geestelijke een goede fooi gegeven, opdat hij zou zwijgen. Niemand wist er iets van, totdat het kind geboren wer<i: tcrcK moer.' ik het wel zeggen. Hij werd er erg boos om. Ze zeggen, dat zijn oom hem het huis uitstuurde; toen ia hij weggegaan." Alsof zij vermoeid was keerde zij zich om. Zoo lang zij had gesproken, had zij er on verschillig uitgezien; het was alsof zij een van buiten geleerd lesje opzei, dat haar geen belang inboezemde. .(Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5