AM0BT0OEBCem©BlLAB
IS DE KROONGETUIGE BETROUWBAAR?
Verhuring van Lips safe-loketten
WILLEM GROENHUIZEN
JUWELIER
Taffetssn (Zijden) Regen- Reis- en
Stofmantels f 39.75
Maison de Jager Zn.
De Plaatsvervanger
Vrijdag 24 Mei 1929
>i .DE EEMIANDERT
27e Jaargang No. 273
EEN VREEMD PATROON
N.V. MIDDENSTANDS-BANK
Deskundige voorlichting bij
den aan- en verkoop
van Effecten.
Verzilveren Van coupons
Handelscredieten
Incasseeringen
Spaar-deposito's rente 4
Tel. 852 Gevestigd 1885
Vertrouwenshuës.
HOE HET VERKEER
TOENEEMT
Een brug hoog noodig
DE A.V.R.O. OVER DE
GRENS
*N.V. COSVIPAGMIE LYONMAISEJU
BOTERSPRITS
JANHAGEL
FANTASIEGEBAK
FEUILLETON.
Uitlokking van oplichting
en brandstichting
Voor de Vijfde Kamer der Amsterdarasche
Rechtbank heeft gistermiddag terecht ge
staan een 33-j£u'ig koopman, die er in per
ceel Tweede Jan Steenstraat 82 een techni
sche handelsonderneming op na gehouden
heeft en thans is gedetineerd in het Huis
van Bewaring. In ,de eerste plaats 'was hem
het uitlokken van oplichting ten laste ge
legd voor een bedrag van 234., Volgens de
dagvaarding had hij in October j.I. een zij
ner bedienden bij een hoofdstedelijke firma
een kwitantie laten aanbieden, waarop ver
meld stond, dat deze firma verd.'s onder
neming schuldig was wegens geleverde goe
deren een bedrag van 578.83, waaronder
begrepen was een bedrag van J 234 wegens
6 stel geleverde bumpers. Deze aanbieding
zegt de dagvaarding, was listiglijk cri be-
driegelijk, omdat verd.'s zaak in het geheel
geen 6 bumpers aan die firma geleverd had,
zoodat dus de kwitantie valsch was.
Bedoelde firma betaalde dan ook maar
niet één, twee, drie, doch verzocht dringend
overlegging van een afschrift van de reke
ning over de maanden Augustus, Septem
ber en October 192S en een duplicaat van
de rekening, speciaal betrekking hebbend
op de levering van de 6 stel bumpers. Kort
daarop legde verd.'s bediende het gevraag
de over; aan den magazijnmeester der fir
ma toonde hij bovendien een z.g. pakbon,
waarop vermeld stond, dat de firma ver
klaarde, van verd. te hebben gekocht, ge
controleerd en in goeden staat ontvangen
6 stel bumpers ten bedrage van 234. Vol
gens de dagvaarding zijn al deze schrift
stukken, alsook het paraaf van den maga
zijnmeester, voorkomende op den pakbon
valsch geweest en zijn ze door den bedien
de aangeboden op instigatie van den ver
dachte. In de meening echter, dat pakbon
en paraaf echt waren, heeft de magazijn
meester het bedrag doen uitbetalen.
Uitlokking van brandstichting.
In de tweede plaats werd verd. er van
beschuldigd* dat hij in Augustus 1.1. ge
tracht heeft, zijn boekhouder onder belofte
van 5000 te bewegen om opzettelijk brand
te stichten in zijn (verd.'s) magazijn, terwijl
daarvoor gemeen gevaar voor goederen te
duchten was. Het misdrijf of de strafbare
poging daartoe zijn niet gevolgd, omdat de
boekhouder weigerde den brand te stich
ten.
Verd. ontkende pertinent zich aan de hem
ten laste gelegde feiten .te .hebben, schuldig
gemaakt.
Als kroongetuige werd de boekhouder ge
hoord, die door president mr. Van Royen
op verschillende punten werd ondervraagd.
Ook een der rechters en de raadsman van
verd. namen in dit verhoor een daadwerke
lijk aandeel, zoodat. liet verhaal van dezen
getuige bij stukken en brokken tot. stand
kwam. «Volgens hem had verd., hij wien hij
ruim een jaar in dienst is geweest, hem na
een zakenreis in België opdracht gegeven,
de valsche rekeningen uit te schrijven.
Verd. zou gezegd hebben: „ik heb veel uit
gegeven en daar moet iemand voor bloe
den!" Wat de brandstichting betreft: hier
over had verd. herhaalde malen, ook in het
bijzijn van andere bedienden, met get. ge-:
sproken; ook had verd. op een middag een
stukje celluloid in zijn winkel in brand ge--
stoken, er op wijzende hoe met behulp van'
dit goedje een groote brand zou kunnen
ontstaan. Get. zeide voorts, dat hij ten lan
gen leste zijn ontslag had genomen, omdat
verd. er steeds bij hem op aandrong, brand
te stichten en hem herhaaldelijk tot het be
gaan van knoeierijen had aangezet.
Op een vraag van den verdediger, of get.
zelf in verband met deze zaak vervolgd zou
worden, antwoordde laatstgenoemde, dat
hem straffeloosheid was verzekerd, indien
hij de geheele waarheid zou zeggen. Ook
erkende get,, dat verd. een behoorlijke zaak
had, echter kreeg zij verschillende klappen,
omdat verd. veel naar België ging, waar al
zijn ondernemingen mislukten.
De vroegere bediende van verd., die de
valsche kwitantie en later de valsche reke
ningen had aangeboden, verklaarde, als
tweede kroongetuige voor zijn bemoeiingen
40 te hebben ontvangen van zijn boekhou
der; deze zelf zou 60 hebben gekregen.
Ook dezen getuige zou straffeloosheid ver
zekerd zijn, indien hij, de volle waarheid
zou zeggen.
Voorts bleek, dat verd. zijn zaak had ver
zekerd voor 50.000.
Een zaakwaarnemer, die verd. goed kont,
kwam hierna mededeejeii, dat hij verd.
wel dertig maal had afgeraden om brand
te slichten; steels bracht verd. tegenover
hem dit onderwerp weer ter sprake.
I-Iet O. M., mr. Van Arkel, die de getui
genverklaringen uitvoerig naging, conclu
deerde in de eerste plaats, dat z.i. de uitlok
king tot oplichting is bewezen; de recht
bank zal hij veroordeeling voor dit feit
moeten aannemen, dat de vroegere bedien
de en boekhouder van verd. die ter zitting
gehoord zijn, betrouwbaar moeten worden
geacht. Doet de rechtbank zulks, dan is,
naar het O. M. meent ook het tweede mis
drijf, de uitlokking 'tot brandstichting, be
wezen. Spr. wees op den ernst der beide
feiten en eischte in verhand hiermede
verd.'s veroordecling tot twee jaren gevan
genisstraf.
De verdediger, mr. Francois Pauwels, wéés
er op.dat deze geheele zaak staat of valt
met de betrouwbaarheid van de kroonge
tuigen. Als inderdaad deze 'getuigen op in
stigatie van verd. de strafbare feiten heb
ben gepleegd, zou verd. een psychisch over
wicht op hen moeten hebben uitgeoefend en
dit is, gezien de persoon van pl.'s client, ab
soluut onmogelijk. Men weet in het geheel
niet, wat er tusschen verd. en de kroonge
tuigen is verhandeld; met getuigenverkla
ringen moet men altijd voorzichtig zijn en
zeker als het zulke onbetrouwbare getui
gen betreft als deze ontslagen bedienden.
Wat de brandstichting betreft, wees pi', er
op, dat hiervoor geen enkel bewijs bestaat.
Het feit, dat verd.'s magazijn in het" begin
van dit jaar doorbrand is vernield mag ze
ker niet als aanwijzing gelden; tegenover
een ter zitting geboord en getuige heeft
verd. verklaard, dat hij in de 2e Jan Steen-
straat nooit brand zou willen hebben, tiaar
zijn vrouw en kinderen daarbij veel te groot
gevaar zouden loopen. Verd. staat bekend
als een zwetser en een praatjesmaker en
dat is hem noodlottig geworden. Ondanks al
zijn mogelijke uitlatingen heeft er hij hem
nooit een bedoeling van brandstichting
voorgezeten. Pleiter vroeg vrijspraak voor
beide feiten en het onmiddellijk ontslag
van zijn client uit de voorloopige hechtenis.
Na raadkamer wees de rechtbank dit ver
zoek af.
Uitspraak over 14 dagen.
voor Amersfoort en Omstreken
Langegracht No. 4 - Telefoon 304
AMERSFOORT
Directie: A. H. MARTENS.
Te Nijmegen over de Waal een ver--
drievoudiging In vijf jaar
geconstateerd
Men denke aan Vlaanderen
UTRHCHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT fÜp
Een landgenoot in Brussel schrijft aan
het Hbld.
Het vraagstuk van de verdeeling van de
zenders en den zendtijd onder de omroep-
vereenigingen in Nederland, dat nu al zoo
lang een onderwerp van eideloos geharre
war is geweest, dreigt blijkens een bericht,
dat „liet Volk" dezer dagen gaf, op een zeer
ongewenschtc wijze opgelost te worden.
Volgens cïit bericht zou de A.V.R.O. daarbij
de beschikking krijgen over een zooge
naamde gemeenschappelijke golf (250 M.),
terwijl de overige omroeporganisaties Hui
zen en.Hilversum onderling zouden op clee-
len. De zender van de A.V.R.O. zou er dan
een moeten worden van een zeer beperkte
energie. Om geheel Nederland te kunnen
bestrijken zou men zelfs een reeks van tien
kleine zenders over het geheele land ver
spre itl moeten oprichten en deze dan met
onderling verbinden.
Misschien zijn er overwegingen, die een
dergelijke oplossing .aanbevelenswaardig
zo.udcn kunnen maken;'wij kunnen dat op
.het oogenblik van hier af niet beoordeelen.
Maar Avel staat het voor ons vast, dat
voor de tienduizenden Nederlanders, die in
hepTmilenland leven, deze gang, van zaken
uiterst onaangenaam zou zijn.
Tevens is het duidelijk, dat Vlaanderen,
waar 4,000,000 menschen wonen die Neder-
landsch spreken, op deze wijze verstoken
zou worden van de uitzendingen van de
A.V.R.O.-, die door haar algemeen karakter
onder de omroepvereenigingen in de eerste
plaats in aanmerking komt als draagster
van de Nederlandsche cultuur genoemd te
worden.
liet belang van de duizenden landgenoo-
tcn „in cle verstrooiing" en van onze taal-
genootcn in Vlaanderen eischt, dat de be
langrijkste omroeporganisatie in Nederland
over een zender beschikke, die ver over de
landsgrenzen te hooren is
De Gelderlander bevat de volgende sta
tistiek van het verkeer over de Waal bij
Nijmegen tijdens de Pinksterdagen
„Er zijn niet minder dan 33.73S personen
(drie en dertig duizend), 8090 rijwielen,
2902 auto's en 546 motorrijwielen over de
pont gegaan.
Verleden jaar was het aantal personen
nog hoóger 34.080, het aantal rijwielen was
1000 lager, en dat der automobielen 626
minder. In 1928 gingen er 2276 over en flit
jaar 2902.
Hoezeer het verkeer toeneemt begrijpt
men beter, als men de,cijfers van eenige
jaren geleden neemt. Vijf jaar geleden, dus
in "1924, vervoorde de pont 17.900 personen,
7950 rijwielen, 1080 auto's en 376 motor
rijwielen.
De stijging van het aantal auto's is
enorm van 1000 tot 3000 in vijf jaar.
Nu weten wij wel, dat men uit de cijfers
van de beide Pinksterdagen geen algemee-
ne conclusie mag trekken, doch deze cij
fers kloppen vrijwel met die uit het rap
port der provinciale commissie. De Rijks
waterstaat heeft n.l. in 1923 een telling ge
houden en een telling in 1926; het verkeer
met automobielen is gestegen van 155 per
dag in 1923 tot gemiddeld 290 per dag in
1926. De vervoercijfers van het veen te Nij
megen zijn van 1923 tot '26 gestegen van
142 tot 316 per dag, dat is oen verdubbe
ling in drie jaar. De Pinksterdrukte is in
vijf jaar verdrievoudigd.
Het is voor tegenspraak niet vatbaar, dat
de Pinksterdrukte een schreeuwend bewijs
heeft geleverd voor de noodzakelijkheid
van een brug."
Heel den middag stond een stoet van
auto's te wachten, urenlang. Maandagavond
half tien stonden ze nog tot de Korenbeurs
toé. Hetgeen wil zeggen, dat er een aan
eengesloten rij auto's stond te wachten van
de pont af over de Waalkade, het Waal
plein, langs de Centrale, de Nieuwe Markt,
cn dan, rond de papierfabriek, de Spoor
brugstraat in. Men telde Maandagmiddag
om 'n uur of vijf honderd een en twintig
auto's, die stonden te wachten. Als men
nu voor elke overvaart een kwartier
neemt en dan rekent, dat er 12 tot 15 auto's
per keer meegaan, dan kan men uitreke
nen, hoelang ctie honderd wagens hebben
moeten wachten.
In Lent hebben ze gestaan tot voorbij de
kerk.
TE LAAT.
Bij de indiening van de Candidat-enlijsten
te Haarlem was de man, die de lijst van de
Chr. Dem. Unie zou indienen, 45 minuten
te laat. De lijst werd geweigerd.
STAATSCOURANT.
Op verzoek eervol ontslagen J. Biere als
leeraar aan de R.H.U.S. te den Helder;
idem met ingang van 1 September e.k
Ir. I). J. Kruytbosch als directeur van en
leeraar aan de R.IT.B.S. te Wageningen,
benoemd met ingang van 1 September e.k
tot directeur van en leeraar aan de R.H.B.S
te Oud-Beierland, Dr. A. W. Boerman te
Utrecht;
benoemd met ingang van 1 September
e.k. tot directeur van en leeraar aan de
R.IT.B.S. te Gouda,- Dr. .T. Leest te Gro
ningen.
Met ingang van 1 Juni benoemd tot ad-
junct-rijksveeteeltconsulent Ir. P. Verhoe
ven, te 's-Gravenhage, thans tijdelijk als
zoodanig werkzaam.
Met ingang van 1 November, op verzoek
eervol ontslagen met dankbetuiging voor de
langdurige diensten door hem in zijn be
trekking bewezen, Mr. G. Schimmelpenninck
als burgemeester van Wijhe.
Op verzoek eervol ontslage.n met dank
Mr. J. W. S. A. Versteeg, Staatsraad in bui
tengewonen dienst,, als lid van de Centrale
Commissie voor de Statistiek.
OPIUMJAGER „AREND".
Te water gelaten.
Van de werf der Mij. voor Scheeps- er.
Werktuigbouw „Fijcnoord" werd met goed
gevolg te water gelaten het voor liet de
partement van koloniën in aanbouw zijnes
recherchevaartuig tot bestrijding van den
opiumhandel „Arend". De doopceremonie
werd verricht door mevrouw Troost, echt-
genoote van den ingenieur der marine L.
Troost, mede onder wiens toezicht dit vaar
tuig werd gebouwd.
BRAND TE TILBURG.
Woensdag heeft in de Industrieslraat Ie
Tilburg een brand gewoed in een blok van
negen arbeiderswoningen. De dagen van zes
dezer woningen verbrandden.
De aangerichte schade is zeer groot. De
meeste gezinnen zijn niet verzekerd.
DE STAKING TE ZAANDAM.
Nieuwe aanvoer van hout.
Gisternacht is in de Zaandamsche haven
het met gezaagd hout bevrachte stoom
schip „Roslagen" voor de N. V. Houthan
del voorheen William Pont aangekomen.
In de haven te Westzaan ligt het s.s. Mer-
gus, eveneens met gezaagd hout geladen
en bestemd voor de N. V. Houthandel voor
heen P. Rot, aldaar op lossing te wachten!
Naar wij vernemen zal do Scheepvaart-
vereeniging' Noord voor de lossing van
deze booten in den loop van den dag een
aantal Elburgers naar Zaandam en West
zaan zenden.
DE NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Druk rcizigersvervoer gedu
rende de Pinksterdagen.
Naar liet Hbld. verneemt is het reizi-
gersvorvóer op de Nederlandsche Spoorwe
gen gedurende Pinksterdagen, dank zij het
fraaie zomerweer, drukker geweest dan
ooit te voren, zoodat het geheele wagen
park in gebruik genomen moest worden,
met uitzondering natuurlijk van het voor
reparatie uitgeschakelde materieel.
Maatregelen waren genomen, dat vóór
de Pinksterdagen al het materieel tweede
klasse, dat voor verandering tot derde
klasse in aanmerking komt, lot dat doel
was gereed gekomen, zoodat het volledige
derde klasse materiaal in dienst gesteld
kqn worden.
Jn verband met de toeneming van het
reizigersvervoer zullen de spoorwegen
vijftig groote W.C.-derde-klasse-wagens
doen aanmaken, die plaats bieden aan on
geveer 100 reizigers. Tot dusver waren een
dergelijk soort van wagens, voorzien van
W. C.s niet in gebruik, althans niet van
die groote.
De bedoeling is, deze vijftig nieuwe wa
gens het volgende seizoen in gebruik te
stellen.
OUDE MUNTEN.
Te Beetsterzwaag kwam, naar de Leeuw.
Ct. meldt, het afbreken van een oude wo
ning een pot te voorschenn. Eerst schonk
men hieraan geen aandacht, doch toen de
pot later stuk werd geslagen, rolde daar
een aantal oude munten uit. Het bleek,
dat in totaal een 75 oude muntstukken, da-
teerende van 1500 tot 1600 in den pot wa
ren. Vermoedelijk is er één gouden munt
bij, de rest is van zilver. De munten zijn
ter hand gesteld aan den eigenaar der wo
ning, mr. J. Bieruma Oosting.
Langestraat 56 Telef. 115.
Wie het leven niet niet alle kracht aan-
gfijpt, die wordt door het leven aangegre
pen enrondgeslingerd.
door
RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
53
„Wat een schavuit schijnt die dierbare
overleden man geweest te zijn." Een naam
in de courant, die hij in de hand nad,
scheen speciaal zijn aandacht te trekken.
„Law in sky Ike Ike Lewinsky
Lewinsky. Wat komt die naarn dikwijls
terug Wie zou Claude Herbert in zulk een
naam herkennen Of wie zou vermoeden
dat hij zich in zulke delicate zaken mengde'?
En dan te denken, dat dit de man was,
waarmede ze haar wilden laten trouwen.
Ze zou 't met mij moeilijk slechter kunnen
treffen, dat is tenminste een troost voor
haar, wat er dan ook gebeuren mag."
Mevrouw Talnot en Phoehé stapten flink
doAr. De laatste keek met een soort ver-
lichting naar de hoornen en heggen, die
haar bekend voorkwamen.
„Ik heb een gevoel zei ze, „of ik iels
dom ga dat ik niet doen moet. Er zijn
oogenblikken geweest, dat ik er aan twij
felde mijn voeten ooit builen dat hek te
zetten."
„Wou uw oora u niet ontvangen
dat heb ik ook dikwijls gedacht. Eens
heb ik negen maanden geen voet buiten het
landgoed gezet."
„Wou je oom je niet uit laten gaan? Wat
een verrukkelijke oom schijnt die man te
wezen;
„liet was niet alleen de schuld van mijn
oom, doch ook die van den ouden heer. Ik
weet liet rechte er niet van, maar hij had
iets aan de hand met mijn oom samen het
was een rare boel. Ik geloof, dat hij de
menschen in de waan wou brengen, dat
iedereen hier in huis dood was, of iets der
gelijks. Soms waren de luiken dagenlang
dicht in het heele huis. Alleen 's nachts
mochten wij onzen neus buiten de deur ste
ken. Ik geloof, dat er overdag menschen
loerden of er nog leven in huis was."
,,'t Was een vroolijke tijd voor je
„Er zijn rare dingen gebeurd op Monniks-
land, dat weet iedereen hier in de buurt, en
als ik mij niet vergis, zal er nog wel wat
ergërs gebeuren."
Mevro'uw Talbot keek achter zich, alsof
ze plotseling door een hevigen schrik was
aangegrepen. „Stil, zoo moet je niet pra
ten hoe ver woont ze hier vandaan
„Voorbij het dorp, op een plaats die Pe
nance genoemd wordt. Het was vroeger een
rnooie prachthoeve haar familie woonde
daar honderden jaren. Ik hoor, dat ze al
armer eu armer geworden zijn. Het kerkhof
van Mahaccan ligt vol voorouders van haar.
De naam Luscullion staat op een massa
grafsteen en."
„En is zij de laatste van haar geslacht
„Dat zeggen ze er moet nergens meer
een Luscullion over zijn behalve op het
kerkhof daarginds.
Zij liepen een eind voort. Mevrouw Tal
bot bleef plotseling staan en juichte van
verrukking toen zich plotseling een prach-'
tig landschap voor haar oogen vertoonde.
Phoebé wees verschillende punten van het
landschap aan.
„Dat is ITelford, aan, ,do overzijde ligt Pas
sage, dat daarginds is Durgan. Daar komt
mijn jongen vandaan 't is een beste jon
gen, wel twaalf Joe Sayersen waard. Hij is
arm, omdat zijn vader ziekelijk is en hij met
visschen het gezin moet onderhouden en
er is niet altijd veel visch. Daar ginder ligt
Mahaccan. U kunt de kerktoren juist zien,
daar bij de hoornen. Penance ligt links, u
kunt het huis gauw zien.
Het duurde niet lang of zij waren er een
huis met een verdieping er op, een flink
huis met rieten dak en dakvensters. Zonder
twijfel was het eenmaal een bloeiende hoeve
geweest, maar het was nu vervallen. Het
verval was zoo erg, dat herstel onmogelijk
scheen te wezen. ITet beste zou zijn het
omver te halen en een nieuw te bouwen.
Zij liepen den vpormaligen tuin door, waar
nu niets meer groeide dan onkruid, en kwa
men bij een half openstaande deur, omdat
het niet gemakkelijk was die te sluiten, daar
de deur aan één hengsel hing. Toen zij
naderbij kwamen, verscheen er een ge
daante op den drempel men moest een
oogenblik goed kijken of het een man of een
vrouw was. Haar lange, roode haren hin
gen tot aan haar schoudersverwarde
haren, die ïn dagen niet gekamd of gebor
steld waren. Over het bovengedeelte van
haar lichaam droeg zij een oude mannen
jas; of het een hemd or een rok was, dat de
rest van haar lichaam bedekte, was niet
gemakkelijk uit te maken. Zij had kousen
noch schoenen aan de twee genoemde
kleedingstukken was het eenige wat zij aan
had.
Toch zag zij er niet leelijk uit. Ze stond
flink en kloek op haar voeten niettegen
staande haar slechte kleeven had ze een
mooi figuur. Een fijn, blank gezichtje met
zomersproeten, die dikwijls samengaan met
rood haar, witte handen en een mooi ge-
vormden mond. Haar oogen, vroeger het
mooiste wat zij bezat, stonden zoo innig
droevig men kon zien dat zij niet goed bij
't hoofd was.
Zij zag de twee personen aankomen, zon
der eenig bewijs van belangstelling of
nieuwsgierigheid te geven, ofschoon vreem
delingen en vooral menschen, die haar kwa
men bezoeken, een zeldzaamheid waren.
„Dag Judith", zei Phoebé, „ik heb een
vriendin meegebracht, die je een bezoek
komt brengen."
„Een vriendin Ik heb geen vrienden."
Dit antwoord, waarschijnlijk zeer waar,
klonk nog droeviger door den onverschilli
gen toon waarop het werd uitgesproken als
of het haar onverschillig was of zij vrien
den had, ja of neen.
„Mogen wij binnenkomen
Tot antwoord ging zij op zij. Zij traden
binnen en kwamen in een kamer, die er
tegen hun verwachting heel zindelijk uit
zag. De meubels waren zeer eenveudig,
maar voldoende, en alles was zeer netjes.
„Wel wel, Judith", zei Phoebé, „er is in
het heele dorp geen kamer, die er netter uit
ziet dan deze."
„Ja, ik houd het liuis netjes tege^ de
thuiskomst van mijn man."
Phoebé keek Betty aan, alsof zij haar
arent wou maken op de woorden van deze
vrouw.
„O ja, komt je man thuis
„Vroeg of laat zal hij wel thuiskomen, dat
kun je nooit weten. Soms denk ik 's nachts
dat ik zijn voetstappen hoor in de laan dan
ga ik naar buiten en ik roep, maar hij is er
niet. Ik meen hem het meest te hooren aan
komen wanneer er wind is op het water
misschien komt hij wel thuis als het
stormt."
„Hoe lang heb je al op hem gewacht?"
Er was oneindige smart in het antwoord
van de vrouw: „Dat kan ik niet zeggen
jaren en jaren lang; het schijnt wel of ik
mijn halve leven op hem gewacht heb,
maar hij komt niet, Maar hij zal éénmaal
komen. Hij zei somtijds, dat hij oude vrou
wen niet kon uitstaan; ik hoop dus dat hij
kornen zal terwijl ik nog jong ben. Ik ben
nog maar negen en twintig ik schrijf
het op mijn kalender, al die jaren lang dat
hij weg is."
„Hoe heet uw man?" vroeg mevrouw
Talbot.
„Hij heet Percival."
Betty beet met haar kleine tandjes in
haar Mp.
„Percival, en hoe nog meer?"
„Percival Talbot, Iedereen kent den
naam van mijn man en weet alles van hem
af. Het is een heer en hij woont in het
groote huis. U kunt het huis zien als u den
heuvel opgaat, heel duidelijk. Het huis
heet Monniksland; ik stond dan op den
heuvel, om een signaal van hem af te
wachten dat hij kwam. Wij zijn getrouwd
in de Manaccan kerk hier; niemand wist
er iets van. Het was een regenachtige dag.
ik weet het nog heel goed Hij heeft den
geestelijke een goede fooi gegeven, opdat
hij zou zwijgen. Niemand wist er iets van,
totdat het kind geboren wer<i: tcrcK moer.'
ik het wel zeggen. Hij werd er erg boos
om. Ze zeggen, dat zijn oom hem het huis
uitstuurde; toen ia hij weggegaan."
Alsof zij vermoeid was keerde zij zich om.
Zoo lang zij had gesproken, had zij er on
verschillig uitgezien; het was alsof zij een
van buiten geleerd lesje opzei, dat haar
geen belang inboezemde.
.(Wordt vervolgd.)