S&M ED'SFCDOKTSCH DAGBiAB
De Plaatsvervanger
Donderdag 30 Mei 1929
27e Jaargang No. 278
BINNENLAND
ONTPLOFFING AAN B00R0
Een debat in den raad
.DE EEMLANDER-v
DE PRINS TE DEN HELDER
Z. K. H. maakt eeo oefeDiog
mede op de „Korlenaer
Dinsdagavond Ie 1S.31 arriveerde Prins
Hendrik te Den ilelder voor liet medema-
ken van een oefening van Hr. Ms. tor
pedojager „Kortenaer", betreffende het in
schieten van een nieuw type torpedo's.
De Prins werd aan het station ontvan
gen door den vice-admiraal I. .1. Quant,
commandant van de marine, den burge
meester van Den Helder en den garni
zoenscommandant, majoor Ridder van Rap-
pard.
Per auto begaf hot gezelschap zich naar
het directiegebouw der marine, alwaar in
de groote ontvangzaal door admiraal Quant
oen diner werd aangeboden. Aan dezen
maaltijd zaten mede aan de commandan
ten der schepen en maritieme inrichtingen
in Den Helder met hun dames, de officie
ren, werkzaam ter directie to Den Helder
met hun dames, de garnizoenscomman
dant en de burgemeester van Den Helder.
Tijdens dezen maaltijd werd door het
stafmuziekcorps een concert gegeven in
den voortuin van het directiegebouw.
Admiraal Quant riep zijn lioogon gast
liet welkom namens de marine toe en be
tuigde hem dank voor dit bewijs van be
langstelling en sympathie aan de marine.
Met een heildronk op de welvaart en den
voorspoed der koninklijke familie, gevolgd
door bet spelen van het „Wilhelmus door
«Ie aanwezigen staande aangehoord, eindig
de de admiraal zijn koi te toespraak.
Va afloop van den maaltijd begaf de
Prins zich naar de Marineclub, waar met
verschillende marine-officieren nader kon
nis werd gemaakt.
Va den nacht ten huize van admiraal
Quant te hebben doorgebracht, zou de
Prins zich hedenmorgen aan boord van den
torpedojager Kortenaer' begeven, welke
na afloop der lanceeroefeningcn zal op
stormen naar A msterdarii. Daar zal de
Prins om ongeveer half vijt aankomen
Schip gezonken; schipper
ernstig gewond
Gistei morgen heeft aan boord van do
motorboot „Schiedam schipper Verboom,
liggende in de Lange Haven te Schiedam
een ontplofing plaats gehad. De schipper
was in de machinekamer bezig den motor
aan te zetten, toen deze plotseling ont
plofte. Er werd een groot gat in het schip
geslagen, dat onmiddellijk begon te zinken.
De schipper werd door rlen luchtdruk tegen
den wand van het schip geslagen en kreeg
een ernstige hoofdwonde. Door liet open
springen van het luik kon de damp en rook
ontsnappen, waardoor grooter onheil werd
voorkomen.
Onmiddellijk werd met lossen van de
„Schiedam begonnen. Het vaartuig is geheel
gezonken en wordt gein IN
BRANDEN TE OMMEN.
Gevolg van droogte cn onvoor
zichtigheid.
Tengevolge van de droogte cn onvoor
zichtigheid met vuur. hadden Maandag in
de gemeente Omme n verschillende branden
plaats, ilie allen een ernstig gevolg had
den. 1 de buurtschap Giethem brandde óe
boer.] ij, bewoond door B. .J. Warmeliok,
tot «1 i grond toe at, evenals te.Lemele de
boe; i van W. Bergman. Niets werd ge
red.'
Eu.i begin van brand werd ontdekt ten
huize van G. J. Martens, doch kon met be
hulp der omwonenden tijdig worden ge-
bluscht.
In het \rrierveld brandde door onvoor
zichtigheid met lucifers een complex heide
ter grootte van ongeveer 150.U00 vierkante
meter af. Talrijke hoopon turf gingen ver
loren. Eveneens dreigde gevaar voor een
grcot bosch cn een boerenwoning, doch de
brand kon door tijdig ingrijpen worden ge-
bluscht.
HET CONFLICT
ZAANDAM
TE
Uitbreiding der staking
Aun de hout werven van de N. V. Hout
handel v/h. P. Rot Czn. te Westzaan zijn
Dinsdag elf vaste arbeiders, meest jonge
menschen, in staking gegaan. Omtrent het
deelnemen van deze arbeiders aan de
staking wordt het volgende gemeld.
Kort na het uitbreken van de staking
aan de Zaandamsche Houtbedrijven, heeft
de stakingsleiding getracht het personeel
der firma Rot, dat evenals zijzelve niet ge
organiseerd is, in de slaking te betrekken.
Deze pogingen zijn evenwel mislukt, daal
de loon,en en andere arbeidsvoorwaarden
het personeel geen aanleiding gaven aan
de staking deel le nemen
Xu in do Weslzaansche haven twee voor
dc fima Rot bestemde stoomschepen met
gezaagd hout door Elburgeis worden gelost
hebben de losse arbeiders geweigerd dit
hout, wat door de stakingsleiding als be
smet ib verklaard, iu de loodsen'op te slaan.
Hoewel het vaste personeel der firma van
mecning is, dat zij met het opslaan van het
hout geen besmet werk verricht, zijn de
elf arbeiders niet aan het werk gegaan uit
vrees voor molestatie van stakerszijde.
Naar Je directie aan het Hbld verklaarde
gaat liet lossen van de stoomschepen ge
heel buiten haar om. Hiervoor draagt de
Scbeepyaartvereeniging „Noord" zorg, die,
daar de bootwerkers thans zulks weigeren
le doen, hiervoor El burgers in dienst heeft
genomen. In de weigering van de bootwer
kers cn het. besmet verklaren van het hout,
ziet de directie een poging van de stakiugs-
lciding om ook haar vcnnooischap in het
conflict te betrekken.
In de Dinsdagavond gehouden raadsver
gadering heeft het communistische raads
lid Bosman een motie ingediend, waarin
B. cn \Y worden verzocht den inspecteur-
titulair in rang terug te stellen, de veld
wachters, die liïer er versterking van hel
politiecorps zijn gedetacheerd naar bun
tand plaats terug te zenden en toe te zien.
dat de werkwilligen geen vuurwapenen
dragen. Hierop heeft de voorzitter, burge
meester K ter Laan, geantwoord, dat de
beide eerste vragen het college van B. en
M'. niet aan gaan en dat het dragen van
vuurwapenen reeds bij de wet verboden is
weshalve hij den Raad voorstelt de motie
niet in behandeling te nemen.
De heer Kelder (S.D.) is van oordeel, dat
de Raad een weldaad aan de ingezetenen
zou doen. indien zij kon bewerkstelligen,
dat de inspecteur-titulair in rang werd
teruggesteld.
Men mag, aldus de wethouder l'i ins (Y.l).)
van een socialistisch burgemeester ver
wachten, dat dezen den inspecteur-titulair
door hem ander werk te geven, bij de sta
kers vandaan zal houden.
De heer De Vries (R.K.) is van oordeel,
lat de Raad niet in het belang van de
stakers handelt als hij hei conflict in dc
debatten betrekt.
Het voorstel van den burgemeester om
:1e motie niet in behandeling te nemen,
wordt hierop met 12 tegen 9 stemmen aan-
enomen.
Eveneens werd afwijzend beschilu op het
adres, van bet P. A. S. Zaanstreek, waarin
werd verzocht aan dc vverkloozè arbeiders,
welke niet in staking zijn cn bij het uitbre
ken van het conflict in liet houtbedrijf wa
ren. alsnog crisissteun te doen verlecncn.
WERING VAN BRANDGEVAAR
Verbod van losse patronen en
lichte munitie
ln verband met de langdurige droogte is
door den minister van Defensie bepaald,
dat met oog op brandgevaar in bosch cn
heideterrein, door de onderdooien der land
macht geen schietoefeningen meer gehou
den mogen worden, met losse patronen cn
met fijn en licht munitie.
AANBESTEDINGSNIEUWS
Een spoorwegdam bij Duivcn-
drccht.
Uit Haarlem wordt aan het Ilbld. ge
meld
Dinsdag is vanwege den hoofdingenieur
bij den aanleg van spoorwegverbindingen
met de havens West te Amsterdam, aan
besteed bet maken van een spoorwegdam
lusscben den Amstel en den spoorweg Am
sterdam—Utrecht nabij Duivendrecht. Ra
ming 1)00.000. Dc laagste inschrijver was
de heer D. BTa'nkevoort, te Bloemendaal,
met 895,00
MIJNONGELUK.
Doodgckneld.
Paul Lange, locomotief-machinist op
staatsmijn „Marits le Lutterade, is bij «le
ondergrondsche werken bekneld geraakt en
was onmiddellijk dood. Het slachtoffer, dat
te Sitlard woonachtig was, was 40 jaar oud.
gehuwd en vader van drie kinderen.
Ds. B. P. PLANTENGA t-
Oud-Doopsgezind proaikant.
liet overlijden wordt gemeld van Ds. B.
P. Planicnga, uud-predikant bij de Doops
gezinde Gemeente te Haarlem. Hij werd ge
boren in 1SG5. werd proponent in 1892,
predikant te Meppel in 1893. te M'ormer
veer in 1S97, te Arnhem in 1S98 en te Haar
lem in 1901.
ALS HEETH00FDIGEN HET
WARM HEBBEN
Een booze dienstmaagd, de in
geslagen hoed, de razende
meneer, F.et mes en de
slagersjongen
Warm weer werkt dikwijls onaange
naam, zoo vertelt de X. R. Ct., op hot
humeur. Er zijn menschen, die normaal al
tijd even welwillend, verdraagzaam cn ve
govingsgézind zijn, maar die, zoodra de
thermometer wat hoog staat, prikkelbaar
opvliegen en lievig uitvaren, waardoor zij
nog warmer en dus ook nog kwader wor
den. Zoodra liet wanner wordt, stijgt liet
aantal aangiften bij de politie betreffende
beleedigingen en mishandelingen en een
statistiek over deze klachten zou aardi
parallel loopen /riet den stand van de kwik-
kolom in den thermometer. Ter illustratie
kan het volgende voorval dienen.
Twee jongelui uit Den Haag liepen over
de M est Kruiskade te Rotterdam. Een
dienstmeisje was bezig de stoep van een
huis te boenen en een van de jonge man
nen kon aan de verleiding geen weerstand
bicden om een klap te geven op het gedeel
te van liet dienstmeisje, dat naar de straat
was gekeerd... Het dienstmeisje werd
boos, pakte haar emmer op en keerde dezen
pardoes om over don vrijpostigen Ilage-
naarè Om het stortbad nog eenigszins te
ontgaan sprong de jongeman achteruit,
waardoor li ij tegen een voorkbijgangster
hotste. Deze werd op haar beurt kwaad en
begon te schelden, hetgeen weer onaange
naam werkte op liet humeur van den an
deren Hagenaar, die de juffrouw een klap
gaf boven op liaar hoed, zoodat haar hoofd
deksel tot haar schouders zakte. Dit maak
te een voorbij komenden meneer razend on
liij gaf den hoed-belager een stomp. Deze
trok zijn mes, zwaaide er mee in het rond
en verwondde daarbij een totaal onschul
dige» slagersjongen, die, zooals het een
slagersjongen betaamt, van het eerste be
gin af, vol belangstelling was blijven staan
kijken. Tegen den man van het mes is pro-
ccs-vcrbaal opgemaakt; de slagersjongen,
die een onbeduidende wond aan den linker
elleboog had, is verbonden.
DRIE DIENSTWEIGERAARS IN
H00GER BEROEP
Tien maanden geëisebt
Voor het Hoog Militair Gerechtshof heb
ben terecht gestaan de gewoon dienstplich
tige soldaten G. A. v. O., \V. II. en J. D., die
door den krijgsraad le VHertogenbosch ter
zake van opzettelijke ongehoorzaamheid
(dienstweigering op principieele gronden)
werden veroordeeld, v. O. tot acht, de heide
anderen tot tien maanden gevangenisstraf,
allen met ontslag uit den militairen dienst,
zonder ontzetting van de bevoegdheid om bij
do gewapende macht te dienen.
Van O. en II. verdedigden zichzelf, ter
wijl werd bijgestaan door den hem toe-
gcvoegden raadsman mr. J. F. B. Rutgers.
Uit de verhooren bleek, dat alle drie de
beklaagden gewetensbezwaren tegen bet
vervullen van den militairen dienst heb
ben en dat geen hunner gebruik wenscht te
maken van de hun door de Dienstweige-
ringswet geboden gelegenheid om in een
anderen tak van staatsdienst te werk te
worden gesteld. Omdat het vervullen van
dezen dienst langer*duurt dan de eerste
oefeningstijd van andere dienstplichtigen
beschouwden zij het vervullen van dien
dienst als een straf. Op de vraag van den
president of zij het niet onbillijk vonden
tegenover de dienstplichtigen, die geen be
zwaar tegen het vervullen van hun dienst
plicht hebben en hiertoe ook herhalings
oefeningen moeten verrichten, dat zij als
dienstweigeraars in het geheel geen staats
dienst zouden hebben te verrichten, ant
woorden van O. en H. ontkennend, terwijl
D. daarop geen antwoord wist te geven.
Van O. eri 1T. meenden, dat de Staat het
leclit mist om andere diensten van hen te
eischen en merkten op, dat ieder vrij moet
zijn.
De advocaat-fiscaal wees er in zijn requi-
soiloir op. dat deze beklaagden wel willen
genieten van de voordeelcn, die de Staat
aan allen biedt, als bescherming, onderwijs
enz., maar aan den anderen kant zichzelf
even boog als de Staat achten en daarom
mecnen, dat de Staat geen diensten van
hen mag eischen. De advocaat-fiscaal acht
te geen termen aanwezig om beklaagde v.
O. lienlcr te straffen dan de beide anderen
en requireerde mitsdien veroordeeling van
dezen beklaagde tot tien maanden gevan
genisstraf, terwijl ten aanzien van do
beide andere beklaagden bevestiging van
bet vonnis van den Krijgsraad werd ge-
eischt.
Beklaagde v. O. had de redenen, die hem
tot dienstweigering hebben geleid, op
schrift gesteld en wilde dit geschrift voor
lezen, waartegen de president bezwaar
maakte. Deze wees er op. dat het Hof van
zijn gewetensbezwaren overtuigd is en deze
genoegzaam kent. Het Hof wenschte wel te
weten, waarom beklaagde niet van de door
de Dienslweigeringwet geboden gelegenheid
had gebruik gemaakt en had de redcne.n
daarvoor thans ook vernomen.
Beklaagde wenschte echter te getuigen,
waarop de president hem nogmaals mede
deelde, dat dit geheel onnoodig was cn dat
hij desgevvenscht zijn geschrift aan den
griffier kon overleggen, waarvan beklaag
de echter geen gebruik wenschte te maken.
De verdediger van D. pleitte voor dezen
de uiterste clementie.
WAAKT TEGEN HEIDE»
B0SCHBRAND
EN
Een waarschuwing vanwege
het Staalsboschbeheer
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noord-Brabant heeft, in verband met
de vele en ernstige boschbranden, waardoor
ook zijn gewest dit jaar wordt -geteisterd,
voor eenige dagen aan de redacties der
Noord-Brabantschc dagbladen verzocht een
waarschuwing tegen het brandgevaar in
bosschen en heiden op een in het oogloo-
pende plaats in hun kolommen le willen
opnemen.
Aangezien de daarin vervatte wenken
ook voor het overige gedeelte van het land
van het grootsto belang zijn, drukken wij
op verzoek van den directeur van het
Staatsboschbeheer do tekst dier waar
schuwing hieronder af
Brandgevaar bedreigt dagelijks de bos»
sclien en heiden in ons gewest.
De winter is streng en droog geweest
vandaar dat het brandgevaar voel erger is
dan in andere jaren.
Reeds een belangrijke oppervlakte is kaal
gebrand.
Zoo wordt onze provincie verarmd, zod
ook wordt haar uiterlijk geschonden.
De schending van het natuurschoon is
soms in geen tientallen jaren te herstellen.
Alle weldenkendcn roep ik op tot mede
werking aan dö bestrijding van het brand
gevaar.
Geen vuur, geen brandende sigaren of pij
pen, vooral geen brandendo sigaretten in
of bij bosschen of heidevelden
Volgens de statistiek zijn de meeste bran-i
den toe te schrijven aan onvoorzichtigheid.
Ouders cn onderwijzers mogen de jeugd
waarschuwen.
Volwassenen zullen zich zelf het rooken
in bosschen en heidevelden hebben te ont
zeggen.
De veldwachters en politiedienaren zullen
gestreng waken tegen overtreding van het
rookverbod.
Laat allen, wien het welzijn en de schoon
heid van Noord-Brabant lief is, als één man
optreden tegen het brandgevaar.
Het ongerept behoud van onze praebtigo
bosschen en heidevelden zal ons aller be
looning zijn.
DE LUSTRUM-FEESTEN TE
GRONINGEN.
Het bozoek der Koningin, Uit
voering van een nienw stnk
van ClaudeL De décors voor
„Antlgone".
Wij lezen in de N. R. Ct.:
Het bericht, dat do Koningin t Juli in
Groningen zal komen, hoeft begrijpelijker
wijze vorandering gebracht in de plannen,
dio het studentencorps vöor den eersten
dag der lustrumviering had gemaakt
Reeds de groote drukte, die er dien dag zal
heerschen, noopte daartoe.
De lustrum-week belooft een voorstelling
\au „Protée" van Claudel, met muziek van
Milhaud. De uitvoering van „Protée" is een
première. Milhaud was in den tijd, dat hot
stuk geschreven werd (n.l, in 1926) secre
taris van Claudel, die toen gezant was in
Rio de Janeiro.
Ook het openluchtspel Antigone wordt
muzikaal begeleid. De Weensche componist
Karl Iliess componeerde er de muziek voor.
Ilier neemt de muziek evenwel lang zulk
een groote plaats niet in als bij „Protée".
De Groninger Fré Drost, heeft de reclame
plaat voor het openluchtspel ontworpen in
de moderne kunstrichting, die men „Neue
Sachlichkeit" noemt. Ook de ontwerpen
voor het décor van het openluchtspel zijn
gereed. Hierbij was de moeilijkheid, dat
men een zoogenaamd acoustiek décor wilde
hebben, dus een décor, dat het geluid terug
kaatst. Men heeft dit ge wenscht om geen
gebruik te moeten maken van luidspre
kers, die het geluid vervormen.
Niet dc vreugde, die u wordt hire id, maar
slechts die, welke gij anderen' bereid, kan u
waarlijk gelukkig maken
FEU8LLETOW.
door
RICHARD MARSH.
Vrij naar het Eugelsch door C. M. G. do W.
OS
Pliocbé, wat bedoel je?"
Het meisje keek haar vast in de oogen.
„Denkt u dan, omdat mijn oom zich zoo
lang heeft stilgehouden, dat hij dc zaken
maar zoo zal laten gaan? Er gebeuren din
gen hier in huis, waar ik niets van be
grijp, maar zoo zeker ais ik hier zit, er
wordt kwaad beraamd tegen uw man. Ik
heb dingen opgemerkt cn gehoord,
's nachts zoowel als overdag. U niet En
iederen morgen, als ik wakker word, zeg
ik bij mijzelf: „Mat zouden ze vannacht
met mijnheer Talbot gedaan hebben?"
„Je stelt, je de verschrikkelijkste dingen
voor; ik denk ook soms dat ik 's nachts
geluiden hoor, alsof er menschen voorbij-
loopén."
„Er loopen bepaald menschen voorbij."
„Wat voor menschen?"
Ik denk. dat ik het wel begrijp, maar
zeker kan ik bel nret weten Er zijn din
gen hier iu huis, die schatten waard zijn.
cn mijn oom en zijn vrienden zijn die als
hun eigendom beginnen te beschouwen; ik
heb het mijn oom zelf hooren zeggen. Uw
man heeft hot hun duidelijk gemaakt, «lat
hij niet v'aiwplan is hen lnin gang te laten
gaan; ze zullen er niets in vinden liem in
een gat in den grond te stoppen als ze
anders' niet van hem af kunnen komen."
„PhoebiM"
„M'at ik mij zelf afvraag is: weet hij
het? Ik heb meer dan eens getracht hem
er voor te waarschuwen, maar hij neemt
geen waarschuwingen van mij aan. Ja, ik
zeg het nog eens, ik weet zoo zeker als ik
hier zit, dat er heel wat gebeuren zal."
Later op den dag had Betty een kort,
maar vrij zonderling gesprek inet haar
man. Zij liep zenuwachtig op het terras
heen en weer, toen hij uit de bibliotheek
naar haar toekwam. Hij had een sigaar in
den mond en wierp die weg toen hij haar
zag.
„Ik wist niet waar je was; kan ik je
even spreken?"
„Waarom wierp je jc sigaar weg? Hij
was nog niet half op."
„Ik dacht dat dat zoo hooi de.
„Zoo hoorde! Moet je zoo deftig met mij
omgaan? En sedert wanneer is het een on
beleefdheid voor ccn man te rooken in
tegenwoordigheid van zijn vrouw, wanneer
hij weet dat zij er niets tegen heeft?"
Haar loon kon niet vriendelijker zijn, al
had hij een verwijt verdiend.
„liet spijt mij, maar net als het kleine
jongetje, ik meende er geen kwaad mee.
Maar ik heb op 't oogenblik iets van meer
belang tot je te zeggen."
„Het lijkt mij zoo lang geleden, dat je
iets tegen inij gezegd heb, dat ik er waar
lijk verbaasd van ben."
Ofschoon' de woorden bestemd waren
om bem boos te maken, bleef hij bedaard.
„Als je op zulk een stijven toon tegen
mij spreekt, dan weet ik waarlijk niet hoé
ik het zal aanleggen, te meer daar ik je
een gunst te vragen had."
„Is het mogelijk, dat ik je een gunst kan
bewijzen?"
„Betly, je moet nu niet zoo spreken; als
je het goerl begreep zou je het werkelijk
niet doen."
„Maar ik begrijp het niet en, zoover ik
het kan beoordeelen, wil je ook liever niet
dat ik het begrijp."
„Ik ben van plan je het alles te ver
klaren. maar ik geloof dat het op 't oogen
blik raadzamer is dat je hier vandaan
gaat.
„Uit de ^lonnik" vandaan gaan Ik
vraag je waarom Ga jij ook weg?'
„Neen, ik zal blijven."
„Dan blijf ik ook."
„Bctty, dat moet je niet doen."
„Ja, maar ik doe het toch, of je moest mij
do deur uitzetten."
„Je weet wel dat ik dat niet doen zal,
maar je begrijpt het niet."
„Ik begrijp, dat mijn plaats is daar waar
jij bent je bent mijn man en ik ben je
vrouw ofschoon slechts in naam."
Ofschoon hij het niet opmerkte trilde zij
van het hoofd tot de voeten. Phoebé's woor
den klonken nog in haar ooren zo hoorde
ze al duidelijker, naarmate hij ernstiger
weid.
„Ik hoop, dat het maar voor korten lijd
zal zijn het afscheid dat we van elkaar
moeten nemen, maar waarlijk, je moet
heengaan. Ik moet er zelfs op aandringen,
op gevaar af dat jc mij verkeerd beoordeelt.
En vandaag nog laten we zeggen over een
uur Als jo dan klaar kunt zijn Je hoeft
niet \ecl bagage mee te nemen Ik heb ol
aan Phoebé gezegd, dat zij je koffertje moet
pakken
Zij wendde zich tot hem in een plotseling
opwellende woede. „M7at, heb je aan Phoe
be gezegd mijn koffertje te pakken? 1-Ioe
durf je?"
Hij bleef even bedaard als zij opgewonden
was. Het helpt niet of je je boos maakt.
De auto staat klaar zoodra je koffertje ge
pakt is; ik hoop, dat ik je naar den trein
te Falmouth kan brengen als jo rnij dat
wilt permitteeren. Ik had plan je Phoebé
mee te geven, je kunt dan samen een paar
dagen in de stad blijven."
„In de stad? Ik dacht, dat er geen trein
w as op dit uur.
„Ik bestel een expres-trein, dan heb je
het gemakkelijk met je beiden. Ik heb al
gezegd, «Jat er waarschijnlijk een trein be
steld zal worden het zou mij niet verwon
deren als hij al klaar staat als je aan het
station komt."
„Het lijkt wel een samenzwering."
Hij keek op zijn horloge.
„Is hot goed, dat ik de auto bestel over
een uur, of wat vroeger
.Je hoeft het in 't geheel niet te doen ik
hoop dat je mij begrijpen zult. Precies even
goed als jij, meen ik wat ik zeg en toen ik
zooeven gezegd heb, dat ik hier niet van
daan ga of je moest mij de deur uitzetten,
toen meende ik het."
Zij had een vaag bewustzijn dat haar tar
tende houding hem niet beleedigde, dat zij
hem integendeel bepaald genoegen deed.
Misschien was haar intuïtie of innerlijke
gewaarwording eensklaps scherper gewor
den, ofschoon zij daar niets van loonde. De
ernst van haar gelieele houding was bijna
tot barschheid overgegaan.
„Er zijn redenen die bet bepaald nood
zakelijk maken dat je doet hetgeen ik ver
lang dat je heengaat."
„Ik wil het graag geloovcn, maar ik doe
het niet."
„En als ik zeg dat je moet
„Ileel goed, ik hoor het je zeggen. Nu zal
je mij zeker weldra opnemen en naar bet
hek dragen, ofschoon je mij wel wat zwaar
vindt misschien, on dan gooi je mij op den
weg. Dat is de eenige manier waarop je mij
weg krijgt."
„Maar ik verzeker je, dat het gevaarlijk
voor je kan wezen hier te blijven."
„Je bent nog een ouderwetsch soort man.
Die denken, dat, zoo er een vrouw in 't
spel is, zij recht hebben alles alleen te mo
gen beslissen. Ik ben een nieuwerwetsch
soort vrouw cn ik denk er anders over. Je
zegt, dat het gevaarlijk voor mij kan wezen
hier te blijven heel goed, ik wil dat niet
tegenspreken, maar is het voor jou dan
niet gevaarlijk
„Laat mij er s.v.p. buiten."
„Goed als je er mij dan ook buiten
houdt"
„Dus wat ik graag wou, legt voor jou
geen gewicht in de schaal Ik heb geen
anderen wensch, dat weet jo heel goed
„Dan mij op de straat te zetten."
„Betty, als ik je beloof dat je morgen
weer thuis kunt komen. Wil je voor van
avond het laudgoed verlaten?"
„Zie zoo, nu weet ik het het is dus van
nacht dat je herrie verwacht."
Haar woorden verschrikten hemhij
keek haar aan alsof hij er niets van be
greep.
f Wordt vervolgd.)