WIJNHANDEL J, A. SCHOTERMAN Zn.
Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 f 56.-
GROOTE SORTEERING FAUTEUILS
TWEE EN TWINTIG JAREN DIRECTEUR
VAN ORANJE-NASSAUS-OORD
DOODEMANS ROTS.
AFSCHEID VAN
Dr. A. BAKHUYSENSCHULD
Maison de Jager Zn.
Chocolade Slagroomhoorns,
BEKERS en SCHUITJES
Fa. J. W. VAN ACHTERBERGH,
West-Singel 12-13. Telefoon 238.
UTR.STRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
ZOMER OPRUIMING
FEUILLETON.
liet sanatorium thans een
krachtige instelling
Vele harteli.ke woorden
Wageningen. Vrijdagmiddag had op
het Sanatoriium Oranje Nassau's Oord te
Renkum, de stichting van II. M. de Konin
gin Moeder, de huldiging plaats van dr. A.
Bakhuysen Schuld, geneesheer-directeur
der stichting aan wien met ingang van 1
Juli eervol ontslag zoodanig is verleend
De Raad van Beheer der stichting, de
heercn C. S. Sixnia Baron van Heemstra,
voorzitter; rar. J. II. de Crane, secretaris;
mr. C. L. A. Baron van Till, penningmees-!
lei-; Jhr. J. A. de Jonge van Zwijnsbergen
en ihr. P. J li Roel 1 (de heeren mr. R. J.
M. L. Zinnicq Bergman en S. van den
Bergh Jr. waren dooi familieomstandig
heden verhinderd) werd bij zijn komst ont
vangen door den Rentmeester-administra
teur den heer L. N J. Ivnottnerus, terwijl
de ad junct-dii ecti icc. mei. J. C. II. Polder
man, de genoodigden. mej. H. Schuld,
mevr. H. K. Knottnerus-Schrevel, dr. K. A.
Hoekstra, de ass.-gcneesheer H. I\. F. Cohen
en F. H. F. M. Bak. benevens den heer 11
Pesman, tandarts, ontving.
Nadat de rentmeester de genoodigden
aan de leden van den Raad van Beheer had
voorgesteld, begaf men zich naar de met
planten en bloemen versierde groote con
versatiezaal. waar zich de patiënten, ver
plegend en ander personeel reeds haddon
verzameld.
Vervolgens werden de heer dr. Bakhuy
sen Schuld niet zijn echtgenoote door den
rentmeester binnengeleid. Bij het binnen
treden dei zaal overhandigde het jongste
meisjespatiente mej. J. Oudshoorn aan
mevr. Schuld een fraai bouquet van paar-
sche orchideën.
Hierna hield de heer C. S. Sixma Baron
van Heemstra, voorz. van den Raad van
Beheer, namens dien Raad een rede.
Spr. herinnerde, dat op de laatste com
missaris-vergadering 28 Juli als dag van
afscheid werd vastgesteld. Toen leek die
datum nog zeer ver, doch even snel als
dezé weken, zoo zullen wellicht voor U de
22 jaren zijn voorbijgegaan, gedurende wel
ke U alhier aan hei hoofd hebt gestaan van
de stichting „Oranje Nassau's Oord"
Uit de beelden van het verleden wilde
spr. alleen rnemoreeren het feit. dat dr
Bakhuysen Schuld met O. N. O. heeft door
gemaakt. moeilijke kinderjaren, in welke
de Stichting zelf ernstig patient werd, zelfs
in groot levensgevaar verkeerde.
Die jaren zijn met hulp van God en met
medewerking van velen gelukkig te boven
gekomen cn onder die 'velen was U dr.
Bakhuysen Schuld als geneesheer-direc
teur zeer zeker in de eerste rij cn daarom
mag en moet ook heden bij U domineeren
de dankbaarheid en de voldoening, dat het
U bij Uw vertrek gegeven is het Sanato-
ïium O. N. O. achter te laten, niet als een
patiënt.maar als een gezonde krachtige
jonge man van 28 jaar die zelfs zoo groeit
dat hij bijna te nauw wordt voor zijn klee-
ren van thans.
Spr. wees op de blijken vnn waardeering
van II.M. de Koningin-Moeder; op de vele
brieven van voormalige dankbare patiënten
van O. N. O. cn zeide dat het College van
Commissarissen er hoogen prijs op stelt op
Langestraat 56 Telef 115
dezen dag van afscheid te verklaren, dat
bij dr. Bakhuysen Schuld ten allen tijde
heeft, voorgezeten als doel de behartiging
van het heil der patiënten en het belang
van O. N. O. Uw moeilijke arbeid, zoo vele
jaren in het belang van O. N. O. verricht
zal bij Commissarissen altijd in dankbare
herinnering blijven.
Hij besloot met den wensch dat dr. Bak
huysen Schuld nog langen tijd van zijn
welverdiende rust mag genieten.
Aan het einde bood hij het. huldeblijk
van den Raad aan, bestaande uit een ko
peren Oud-Hollandsche. electrische kroon.
Vervolgens sprak de heer L. N. J. Knott-
nerus, rentmeester-administrateur:
Deze wees er op dat hoewel dr. Bakhuy
sen Schuld nog niet de leeftijdgrens heeft
bereikt om ontslag te nemen en hij tot op
dezen dag zijn ambt met energie, vol toe
wijding cn groote opgewektheid heeft waar
genomen, hij op het standpunt staat dat
men het ambt van Geneeseer-Direcleur al
leen dan mag blijven vervullen, wanneer
men volle honderd procent waard is. Nu
hij heeft gevoeld, dat de werkzaamheden
verbonden aan het veel omvattende ambt
hem te zwaar beginnen te vallen, heeft, hij
na veel strijd besloten heen te gaan. Spr.
begreep hoe zwaar het nemen van dit be
sluit is gevallen.
Spr. schetste hoe dr. Schuld met vreug
de arbeidde in het belang zijner patiënten,
hoe hij steeds een bemoedigend cn opbeu
rend woord wist te spreken tot patiënten
en zusters cn boe hij bij zijn heengaan een
vol en bloeiend Sanatorium achterlaat en
dat vele uitbreidingen en reorganisaties in
den loop der jaren zijn tot stand gekomen.
Mede namens de adjunct-directrice, het
administratief en overige personeel dankte
spr. dr. Bakhuysen Schuld voor het vele
goede dat hij in het belang van het Sana
torium heeft tot stand gebracht, voor zijn
leiding cn steun en de hartelijke belang
stelling waarmede hij de persoonlijke be
langen van vele medewerkers heeft behar
tigd
Voorts bood hij mede namens de adjunct-
directrice, de doktoren Hoekstra, Cohen en
Bak en den heer Pesman, tandarts, een
foto van dr. Bakhuysen Schuld in passen
de lijst aan. welke een blijvende plaats zal
vinden in de kamer van den geneesheer
directeur. Als souvenir van het geheele
personeel overhandigde spr. voort? een al
bum met een (50-tal foto's van het Sana
torium en het landgoed O. N. Oord.
Spr. besloot met den wensch dat het dr,
Bakhuysen Schuld en zijn echtgenoote ge
geven mocht zijn van hun welverdiende
rust te mogen genieten
Namens de patiënten sprak daarna de
heer D. Hes.
Dat mij de groote eer re beurt viel. u ge
achte doctor, bij uw afscheid te mogen toe
spreken is eigenlijk maar een halve vreug
de. Nu hij dr. Schuld had te er én kennen
niet alleen als geneesheer, maar ook als
vriend, ja als een vader van alle patiënten
was in zijn rede een bittere smaak. Hij
wensch te namens de patiënten dr. S een
langen rustigen en tevreden levensavond
en bood voorts een electrische kroon aan
De heer dr. K. A. Hoekstra sprak namens
den medische» staf. Hij wees er op, dai dr.
Bakhuysen Schuld het voorrecht heeft ge-?
had de geheele ontwikkeling van de tu-
bei'culose-best!ijding mede te maken. Dat
ondanks alle nieuwe middelen de rustkuur
noe altijd staat ate vast punt bij de behan
deling der tuberculose is wel zeker. Uw
streven als directeur is dan ook geweest
elke onderbreking der kuur zooveel mo
gelijk tegen te gaan. Waar inbreuk op die
kuur moest gemaakt door bijkomstige ziek
ten en anderszins hebt gij altijd getracht
deze stoornis te voorkomen.
Daaraan dankte spr. en ook de tandarts
hun verbintenis aan O. N. O., wat in het
Sanatorium kon worden behandeld, werd
daar behandeld. Dank zij uw medewerking
de hulp van uw personeel enz. konden ook
groótere operaties in het Sanatorium wor
den verricht.
Spr. dankte voor de medewerking en
vriendschap die de artsen aan O. N. O. ver
bonden, hebben ondervonden en verklaar
de namens allen, dat zij met denzelfden
ijver zullen voortgaan het. Sanatorium naar
beste krachten te dienen, opdat het voor
zoovelen als mogelijk is, een zegen zal zijn.
Hierna nam dr. Bakhuysen Schuld het
woord. Het was hein bijna niet mogelijk
orde te brengen in zijn gedachten en ge
voelens, maar één gevoel komt bijzonder
naar voren cn dat is hel gevoel van dank
baarheid. Ilij dankte, allereerst den Raad
van Commissarissen voor zijne tegenwoor
digheid cn den lieer Van Heemstra voor
zijn waardeerende woorden en vervolgens
Je andere sprekers voor hun vriendelijke
woorden en voor de aangeboden souve-nirs
Spr. dankte voorts zijn medewerkers cn
medewerksters, inzonderheid mej. Polder
mans, adjunct-directrice, den heer Knott-
nerus, rentmeester en de doktoren Cohen
cn Bak. Hij had aan hen een grooten steun,
maar zij volgden hem ook in de richting,
die hij altijd voor oogen had, n.l. dat het
belang der patiënten voorop moet staan j
en dat dit van ons eischt groote toewijding,
stiptheid en ook vaak strengheid.
Voor 't laatst gaf spr. nog eens de raad
aan de patiënten
Houdt u stipt aan de voorschriften, die
u in het belang van uw gezondheid gege
ven worden. Ik weet, dat he vaak moeilijk
is, want gij zijt jong, maar toch is dit de
eenige manier om het Sanatorium zoo goed
cn zoo spoedig mogelijk te verlaten en ge
loof mij zonder uwe medewerking kan ook
de beste dokter en de beste verpleegster u
niet helpen. En verder het hoofd omhoog
houden en niet dadelijk den*moed verlie
zen, al duurt het wat lang, voor gij zelf de
beterschap bespeurt."
Zichtbaar geroerd besloot hij met den
wensch: Moge hel Hare Majesteit de Ko
ningin-Moeder, de hoogbejaarde Stichtster
en Beschermvrouw \an deze inrichting ge
geven zijn om nog \elc jaren getuige" te
kunnen zijn van den bloei van Oranje Nas-
saus Oord.
Hiermede was de plechtigheid, die op de
aanwezigen merkbaar indruk maakte, ge
ëindigd.
•BIJZONDER AANBEVOLEN
per flesch per anker
DE MOORD TE MUNTENDAM.
*Negen Jaar geëischt.
Voor de rechtbank te Winschoten heeft
Vrijdag terecht gestaan F. S., 18 jaar, tim
merman te Muntendam, thans gedetineerd,
wien is ten laste gelegd, dat hij in de ge
meente Muntendam op of omstreeks 20
Maart opzettelijk Bronno Feiken van het
leven heeft beroofd door hem met opzet
een of meermalen met een puntig mes, al
thans met een scherp, puntig voorwerp te
steken en of te snijden, waardoor bij dezen
uit door verdachte toegebrachte steek- en
snijwonden verbloeding is ontstaan, tenge
volge waarvan Feiken is overleden; subsi
diair, dot. hij Feiken opzettelijk met voor
bedachten rade na kalm overleg en vooraf
beraamd plan zwaar lichamelijk letsel
heeft toegebracht, waardoor hij gestorven
is; subsidiair, dat hij Feiken met voorbe
dachten rade na kalm overleg cn vooraf-
beraamd plan heeft mishandeld, waardoor
hij is gestorven.
In deze zaak waren als getuigen gedag
vaard J. Gils, wachtmeester te Muntendam:
dr. Ch. W. G. Mieremet, arts te Groningen
(als deskundige). Hendrik je Prins, dienst
bode te Tiipscompagnie, en Hendrik Kroe
ze. timmermaai-aannemer te Muntendam.
Als raadsman was verdachte toegewezen
mr. Eissa Post. te Winschoten.
Het O. M. heeft tegen verdachte 0 jaar
gevangenisstraf geëischt.
DR. J. SCHILT.
Benoemd lot hoogleeraar aan
de Yale University.
De Goudsche Courant meldt:
Onïe oud-stadgenoot dr. J. Schilt is be
noemd tot professor in cle astronomie aan
de Yale University te New-Haven (Connec
ticut) U.S.A.
Jan Schilt werd geboren te Gouda den
3öen Febr. 1891. Hij studeerde aanvankelijk
te Utrecht, daarna te Groningen. De boeien
de lessen van, maar bovenal de persoon
lijke omgang met zijn leermeester wijlen
prof. Kaptevn waren van beslissenden in
vloed op zijn studierichting.
In Juli 1921 promoveerde de heer Schilt
te Groningen cum laude als doctor in de
wis- en natuurkunde. Hierna werkte hij
eenigen tijd aan de sterrenwacht te Leiden.
Iu Aug. 1925 ging hij met een ..Fellowship"
van het Education Board naar California
waar hij op de sterrenwacht te Mount Wil
son werkte met de bekende grootste kijker
der wereld. Nog voor zijn promotie vond hij
de Thermopile Microphotometer uit, die
zijn naam draagt: een instrument om de
helderheid der sterren te bepalen.
Van zijn hand zijn verschillende belang
rijke publicaties verschenen
BRAND TE LAREN.
Vrijdagnacht omstreeks huif drie is in de
villa van den heer Roland Holst aan de
Hoeflolaan te Laren brand uitgebroken. De
brandlucht werd door liet dienstpersoneel
waargenomen, dat de brandweer alarmeer
de Een kwartier later was de brandweer
ter plaatse, doch kon niet beletten dat de
traven verdieping uitbrandde.
De eetkamer cn garage bleven gespaard.
Verzekering dekt de schade.
PROF. DR. S. G. DE VRIES.
Lijdende aan een borstkwaal.
Men meldt ons uit Leiden
Prof. Di. G. cle Vries, buitengewoon
hooglecraar in de MiddeJeeuvvsche hand
schriften aan de Leidschc Universiteit, is
Zaterdagmorgen naar liet Diaconesscnhuis
overgebracht ten einde daar teworden ver
pleegd. De hoogteeraar is den laatsten tiid
lijdende aan een vrij ernstige borstkwaal
HET BIOSCOOPCONFLICT IN HET
ZUIDEN
Hel breidt zich voortdurend uit.
Hel bioscoopconflicl in het Zuiden breidt
zich voortdurend uil. Gisteren is als zeven
de gemeente in het conflict betrokken de
gemeente Oosterhout, waar de door B. en
W. dier gemeente uitgevaardigde schorsing
van de bioscoopvergunning in kracht van
gewijsde is gegaan. Het aantal stopgezette
bioscoopexploitaties is hiermee tot 19 ge
stegen.
ZIJDETEELT IN NEDERLAND.
Een besluit van de Nederland-
sche Zijdeteeltvereenlging.
Naar de Nederlandsché Zijdeteeltvereeni
ging. gevestigd te 'sGravenhage ons mede
deelt is besloten tot het definitief invoeren
van de zijdeteelt in Nederland. Dit besluit
heeft men kunnen nemen in verband met
de bijzonder groote belangstelling in alle
oorden van ons land. De zijdeteelt kan
thans begonnen worden in nagenoeg alle
provinciën van ons land. De animo is dus
danig. dat enkele deelnemers den wensch
te kennen gaven, otri de teelt reeds op meer
•groote schaal te willen aanvangen
De medewerking van de Nederlandsche
Heidemaatschappij te Arnhem. Directeur
de heer Ir. van Lonkhuyzen heeft stellig
er toe bijgedragen om een dergelijk spoe
dig resultaat te kunnen bereiken.
DE JUBILEUMSFEESTEN VAN DE
GRENADIERS EN JAGERS.
De Koningin zal do parade bijwonen.
II. M. de Koningin heeft het voornemen,
ter gelegenheid van de jubileumfeesten van
de Regimenten Grenadiers en Jagers tegen
woordig te zijn bij de parade op het. Malie
veld cn bij de feestv oorstelling in het Ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen.
Hare Majesteit zal zich overigens bij en
kele andere feestelijkheden doen vertegen
woordigen.
H. M. stelde voor enkele w edstrijden voor
officieren, onderofficieren en manschappen
enkele prijzen beschikbaar.
DE STAKING TE ZAANDAM.
Burgemeester ter Laan wil be
middelen.
Naar xvij vernemen heeft burgemeester
K. ter Laan zijn bemiddeling aangeboden iu
het conflict van «le Zaanschc homindusirit
GEVEL INGESTORT.
Twee personen ernstig gewond.
Toen Vrijdag tegen den middag de mets*
laars S. en C. uit4 Thorn bezig waren met
het wegnemen van stutten bij de ve:bou-
wing te «»ler. gemeente G ra Riem, kwam
plotseling werking in een der gevels. Leni
ge werklieden konden nog juist op tij 1 weg
komen. Doch de metselaar S werd onder
het neerstortende puin bedolven, terwijl de
metselaar C. oen ernstige ribfractuur cpliép
In zorgwekkende» toestand werd S. onder
de puinhopen weggehaald en nadat geeste
lijk cn geneeskundige hulp verleend was
werd hij naar het hospitaalziekénhui.s to
Roermond overgebracht, waar hij werd op
genomen ter verpleging. Zijn toestand is
levensgevaarlijk Cs toestand is tamelijk
ernstig.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 AMERSFOORT
De dankbaarheid is wel een plicht, welke
men moet betrachten, maar niet een recht,
dat men kan eischen.
Naar het KngeJsch van
A. T. QUILL12R—COUCH.
F.cnig stilzwijgen toen ging Joe voort
„Ik houd niet van vreemdelingen, niet
(tteeen dat je zoo moeilijk met hen praten
kim, maar 't zijn echte heidensche 'iui.
Maar, Jasper, was het niet prachtig
„Wat Joe
„Wel, om den dokter die taal te hooren
praten. Prachtig noem Ik het, maar hij is
een geteerde, dat kan je niet tegenspreken,
je moet maar niet zeggen, dat hij geen ge
leefde is. Dat heb ik ook nooit iemand
hooren zeggen".
„Maar .Toe, ik geloof niet dat de man hem
begreep"
„Ach, dat doet geen een vreemdeling
zc zijn zoo drommels dom. Hem begreep
Ik zou er wel wat op durven verwedden
dat hij alles begrepen heeft".
Joe's meening kwam zoo noodlottig over
een met wat ik zeker wist, dat ik mijn
mond maar hield.
„Een bewoner van hoe noemde hij dat
land ook al weer, Joe
„Mesopotamie
„Ik kan niet precies zeggen of ik wel
ren5; iemand uit die streek gezien heb,
maar ze zijn allemaal gelijk. Die dikke vent
was niet in de buurt toen mooie gezichten
werden uitgedeeld. Van al de barbaren en
moordenaars die ik ooit in mijn leven ge
zien heb. Lei op mijn woorden, bij zijn
begrafenis zal geen muziek gemaakt wor
den".
DIc scheen zoo onbetwistbaar, dat ik niet
waagde hem tegen te spreken.
„Ik ben nog niet zeker van dat wrak. Het
was zeker dat schip dat ik gisteren heb
zien dobberen cn als dat zoo is dan moeten
daar heel wat lui aan boord geweest zijn.
Jonathan, de kustwachter, kwam vanmor
gen te Lizard cn zei dat hij een groot schip
gezien had dicht bij de klippen, het was
tegen middernacht of hij verbeeldde zich
maar dat hij het gezien had want ten
eerste is Jonathan een domoor en ten
tweede was het pikdonker, dus al zweert
hij dat er geen blauw licht te zien was. 't
is niet waarschijnlijk dat iemand dat had
kunnen zien en zeker niet een domoor als
Jonathan. Maar daar kan je hem de schuld
niet van geven, mcar het gouvernement1
één ontvelen man aan te stelle» en dan nog
zulk een dwaas, om over een afstand van
zeven mijten de kust te kunnen bewaken
en dan in oen na ebt dat niemand een hand
voor zijn oogen kon zien."
„Wat was dat voor een schip, dat je ge
zien hebt Joe
„Een Oost-lndië-vanrder 7.011 ik 7.00 den
ken. En een troep domme vreemdelingen
aan boord zou je zoo zeggen aan de manier
waarop het schip bestuurd werd ik heb
zelf gezien hoe verkeerd het gedaan werd.
Dus toen Jonathan met zijn verhaal aan
kwam, toen dacht ik dadelijk, dat is het
zelfde schip. Ofschoon he4, heel vreemd is
dat hij niets gehoord heeft. Maar snugger
is hij niet en dan moet hij zijn zeven mi.ten
afleggen, er kunnen dus wel een dozijn
schepen vergaan zonder dat hij in de buurt
is."
Nu waven we aan oe deur van l.antrlg
gekomen en Joe zei mij gosden dag en liep
de klip langs om te t'oikimbra verder
nieuws op te doen.
In plaats van dadelijk naar huis te gaan.
bleef ik zijn kort. dwaas figuurtje nakijken
cn ging toen een oogenblik op den t and van
de klip zitten om even over het gebeurde
na te denken. De zon was opgegaan en ver
spreidde dien zachten gloed, die een eigen
aardige bekoorlijkheid kan verleenen aan
een herfstdag. Beneden strekte zich de zee
uit met haar vlokken van schuim, die lang
zamerhand al deinende de kust naderden,
een zachte gloed verlichtte de klippen en
het was of alles wat mij omringde, alles wal
ik zag. klippen zoowel als de wolken daar
boven. de fantastische beelden van den
nacht verjoegen en de werkelijkheid van
het heden mij deed twijfelen aan de avon
turen die ik dien norM had beleefd. De
oude doorgang zag er zoo bekend, zoo
vreedzaam uit, het oude huis zoo gerust
stellend. dat ik mij zelf afvroeg of er niet
twee personen in mij leefden en ik nu weer
terugkeerde tot de oude, alledaagsche on
dervindingen.
Plotseling herinnerde ik mij het pakje
en den brief, ik slak de hand in mijn zak
en haalde ze er uit. Het pakje bevatte een
blikken doosje, met een leeren bandje of
riempje er omheen: boven op, tusschen het
riempje en het doosje, zat een merkwaar-
dig stuk geel metaal, dat er uit zag als de
helft van een broeksband of ceintuur, er
was een gaatje in maar geen haak die er
in moest passen. Fr stonden enkele-letters
op. maar ik kon ze niet lezen. Het doosje
Was heel zwaar en zag er 1 eel ijk uit en het
leertje was doorweekt van het zeewater.
En nu cte brief, het was een doorweekt
stuk papier on in dien toestand onleesbaar.
Ik streek het papier zorgvuldig glad en stak
het tusschen het riempje cn keerde mij oru
om het ergens weg te stoppen, want ik was
zoo doodsbang voor den man die zichzelf
Apollyon noemde, dat ik geen rust had zoo
lang ik het bij mij had. Hoe zou ik het kun
nen verbergen? Na eenig nadenken herin
nerde ik mij dat er een paar losse steenen
waren in den nu verlaten koestal Haastig,
keek ik even om en kroop de keet of loods
in. IK kon de steenen gemakkelijk losma
ken. Na nog eens schichtig omgekeken le
h-bbcn, duwde ik liet pakje in de opening
kroop de keet weer uit ®n ging door de
achterdeur het huis in.
Mijn moeder was nl eenigen lijd op
het was iui ongeveer negen uur en had
het ontbijt klaar gemaakt /Aj zag nog bleek,
maar toen ik binnen kwam klaarde haar
gezicht op. Zij verwachtte zeker dat ik wat
zeggen zou. Maar misschien zag ze iets in
mijn oogen dat haar verschrikte, want loen
ik niets zei begon zij te vragen.
„Nu Jasper, is er wat gebeurd?"
„Er is vannacht een schip vergaan tegen
de Doodemans Rots. maar ze hebben niets
gevonden behalve
„Hoe heette dat schip?"
„De „Marv Jane" of eigenlijk, ik weet het
niet precies".
Tot nu toe had ik er niet aan gedacht dat
mijn moeder zou willen weten wat ik dien
morgen had uitgevoerd Ik zou haar na
tuurlijk. dat spreekt vanzelf, alles verteld
hebben wat ik gezien en gehoord had, maar
mijn angst voor den kapitein en voor de
wecselijke gevolgen als ik eens te veel zei.
kwamen mij met vreesclijke kracht in de
gedachte. Ik had iets gehoord van de „Marv
Jane van dien ongelukkige» John Ms ik
misschien al te veel gezegd had! Ik boog
mijn hoofd over mijn bord en was heel ver
tegen.
Na een akelig stilzwijgen, al zag ik de
verbazing niet in de oogen van mijn moe
der, toch voelde ik ze, zei ze- „Weet je het
niet goed?'
„Neen, ik geloof dat het de „Marv Jane
geweest is. maar er werd ccn zeeman een
vreemdeling, gered, ik weet niet of het een
matroos was Oom Loveday heeft hem ge
vonden en het scheen een vreemdeling te
zij» cn hij zei ik geloof ik dacht dat
het die naam was, maar
Het werd al erger. Ik wist al weer geen
raad meer en ik gjng maar door met eten
Na eéii poosje keek ik op en Zag dat mijn
moeder mij aankeek met een blik vol ver
bazing. maar ook vol verwijt.
„Was die man de eenige die gered werd?"
„Neen dat wil zeggen, ik meen ja; ze
vonden er maar één."
Ik had nooit gelogen tegen mijn moeder
cn ik kon het haast niet meer uithouden.
De woorden bloven mij in de keel steken en
haar droevige oogen vervulden mij mei
wroeging
„Jasper, lieve jongen, wat mankeert je?
Waarom doe je zoo vreemd?"
Ik probeerde verbaasd le kijken, maar ik
moest het afleggen. AT deed ik nog zoo mij»
best, ik scheen mijn oogen niet iu mijn
macht te hebben; ik kon niet kijken iu die
oogen, die mij zoo ernstig aanzagen
(Wordt vervolgd).