A>^SFOOHORSCÜH DAOKLAI) Syphons Spuitwater IJ WILLEM GROENHUIZEN ZOMER OPRUIMING D00DEMANS ROTS. Zaterdag 6 Juli 1929 27e Jaargang No. 6 DE NIEUWE LEDEN DERDE BLAD. BtDNiïEKLAND Minerale en Medicinale wateren. A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23 Reparatie-Inrichting aan huis N.V. COMPAGNIE LYONNAISE FEUILLETON. .BF F'WANDvr'.Q' DE VERKIEZINGSUITSLAG. Hieronder volgen levensbizonderheden omtrent de nieuw gekozen Kamerleden Prof. ir. C. L. VAN DER BILT. Prof. ir. C. L. van der Bilt is te Ivapelle bij Goes geboren-op 20 April 1875 en heeft in 1896 te Delft aan de toenmalige Poly technische School te Delft het diploma als civiel-ingcnieur behaald. Daarna is hij •technisch opzichter bij den Rijkswaterstaat geworden met Bolnes als standplaats. Reeds in 1897 ging hij over naar den tech- nischen dienst van de telegrafie als adspi- rant-ingenieur, achtereenvolgens te 's-Gra venhage en Amsterdam; in 1899 kreeg hij den titel van ingenieur der rijkstélegrafie, als hoedanig hij werkzaam was te Amster dam, Den Bosch en in Den Ilaag. Op 1 Au gustus 190i werd hij benoemd tot leeraar aan de Poly-technische School te Delft. Toen deze in 1905 werd omgezet in de Technische Iloogcschool kreeg de heer van der Bilt den titel van professor. Hij is nog altijd aan de Technische lioogescliool ver bonden. Zooals hierboven is vermeld had hij aan vankelijk een andere richting gekozen, in dien tijd kon men nog niet in de electro- techniek studeeren. De heer van der Bilt had in het nieuw opkomende vak echter bijzondere belangstelling en hij legde zich er na zijn studie te Delft op toe. Het vak dat hij te Delft doceert is de zwakstroom techniek, een onderdeel dus van de electro- techniek. In 1923-24 is prof. van der Bilt rector- magnificus van de Technische lioogescliool geweest. In 1925 is hij benoemd tot ridder van den Nederlandschen Leeuw. Hij is een op den voorgrond tredend lid van de afdeeling electro-techniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en is van deze afdeeling gedurende eenigen tijd voorzitter geweest. Voorts is hij ook lid ge weest van den Technischen Dienst der Pos terijen. Telegrafie en Telefonie en is hij op het oogenblik nog buitengewoon lid van den Octrooiraad en lid van verschillen de Nederlandsche en buitcnlandsche tech nische commissies. Sedert 1913 is prof. van der Bilt lid van den Haagschen gemeenteraad cn sedert het vertrek van mr. Droogleever Fortüyn voor zitter van de fractie van den Vrijheidsbond. C. J. VAN KEMPEN. De heer C. J. van Kempen is op IS Maart 1872 te Zierikzee geboren, heeft daar de JI.B.S. gevolgd en aan de toenmalige Indi sche Instelling te Delft gestudeerd en in 1895 het z!g. •t7rcfbiamib'teii,aarsés:amen ge daan. Kind 1895 werd hij naar Indië uitgezon den als adspirant-controleur en geplaatst in de toenmalige residentie Oostkust van Sumatra en wel in de zuidelijke afdeeling (Bengkalis) van die residentie. Daar is hij twee jaar gebleven, in welken tijd liij ge durende een maand of tien het ambt van controleur heeft waargenomen in de des tijds opkomende visschershaven Bagan Si Api Api. Ook is hij n tijdlang waarnemend controleur in Siak geweest. Na deze twee jaar werd hij naar Madan overgeplaatst ter beschikking van den controleur om zich in politie- en justitiezaken en in tal van an- dere werkzaamheden in te werken, waar voor men tegenwoordig speciale ambtena ren heeft. Deze detacheenng heeft 1 jaar geduurd, toen werd hii. nog altijd als adspirant-controleur, geplaatst te Panka- lan Brandan, dat toen reeds een zeer groot centrum van de olie-industrie was, onder directie van jbr. H. Loudon, den tegen- woordigen president-commissaris van de Bataafsche Petroleum-Maatschappij, die er hoofdadministrateur was. Na hier twee jaar te hebben doorgebracht werd hij tot con troleur bevorderd en te Laboean Deli, de havenplaats van Medan geplaatst, vandaar ging hij naar de residentie Serdang, welke in dien lijd een belangrijk centrum was voor de tabaks- en koffiecultuur. in het begin van 1903 ging hij met ver lof naar Europa en toen zijn verlof was verstreken werd hij geplaatst op de inmid dels opgerichte Indische bestuursacademie te 's-Gravcnhage. Daar bleef hij twee jaar. Toen werd hij opnieuw uitgezonden en als controleur opnieuw te Serdan geplaatst. Begin 1912 volgde zijn overplaatsing naar het eiland Banka, na twee jaar werd hij vandaar als assistent-resident overge plaatst naar Timor en na vier jaar naar Assahan, de zuidelijke cultuurafdeeling van de inmiddels gouvernement geworden afdeeling Ooskust van Sumatra. Ilier bleef hij 15 maanden, toen ging hij wegens langdurigen dienst met verlof. Bij zijn terugkeer in Indic werd hij in 1920 benoemd tot resident van de Zuider en Oosterafdeeling van Borneo. Ten slotte werd hij in 1924 benoemd tot gouverneur van de Oostkust van Sumatra, welke func tie hij op de kop af vier jaar, lot 16 Sep tember 1928, heeft vervuld. Toen heeft hij ontslag genomen en is naar Europa terug gekeerd. Hij woont thans in Den Ilaag. Zooals rnen uit het bovenstaande heeft gezien heeft de heer van Kempen een groot deel van zijn leven in Indië doorge bracht cn wel onder sterk uitecnloopcnde omstandigheden. Mr. J. A. G. M. VAN HELLENBERG HUBAR. Mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar is 17 Augustus 1S90 te Tilburg geboren, heeft het Canisius College te Nijmegen be zocht en te Utrecht gestudeerd, waar hij i i Januari 1919 is gepromoveerd. In hetzelfde jaar is hij chef van de rechtskundige afdeeling van het Nationaal Hanzebureau, het uitvoerend bureau van den Nederlandschen R.K. Middenstands bond geworden; in 1921 directeur van dit bureau en redacteur van de R.K. Midden stander. In 1923 werd hij tot lid van den gemeenteraad en wethouder van Rijswijk gekozen; in 1925 tot lid van den Midden- standsraad en van den Iloogen Raad van Arbeid, in 1926 tot lid van den Partijraad der R.K. Staatspartij. Hij is verder lid geweest van het be stuur van de afdeeling Den Ilaag der ver- eeniging voor Volkenbond en Vrede, van de vereeniging Geloof en Wetenschap te 's Gravenhage cn is nog lid van de com missie van advies van 't rijksproefstation voor de lederindustrie cn de rijksschool voor leerlooiers en schoenmakers te Waal wijk, voorts' voorzitter van de Nationale federatie voor de vakopleiding en de schoenmakerij, en den schoenhandel en lid van het bestuur van den Katholieken Radio-oiriroep. E. KUPERS. De heer E. Kupers zal zich als het jong ste lid van de S.-D. fractie toch niet als een bescheiden groentje* behoeven te ge dragen, aldus de N. R. Crt. want hij is de voorzitter van het machtige Nederlandsch Verbond \an Vakvereenigingcn, dat een politiek huwelijk met de S.D.A.P. heeft ge sloten en in die gemeenschap wel niet on der den pantoffel zal willen zitten. Hij werd den 5den Januari 1885 te Gro ningen geboren, was secretaris van de plaatselijke afdeeling van den bond van arbeiders in de kledingindustrie en op zijn 22ste jaar reeds bezoldigd hoofdbestuurder van het N.V.V., welks secretaris hij in 1919 werd. Sedert is hij de opvolger van den heer Stenhuis geworden als voorzitter van die vakcentrale en als Kamerlid. Met dr. Posthuma heeft hij indertijd het bekende plan voor Ziekteverzekering op gezet, waarin bij de behandeling van de, Ziektewet nog al eens herinnerd is. Verder is de heer Kupers lid van den Hoogen Raad van Arbeid, van de Rijks-Commissie van Advies voor Werkeloosheid verzekering en van den Raad van Toezicht op de Rijks verzekeringsbank. Als mederedacteur van De Vakbeweging houdt hij zich in het bij zonder met verzeker ingsaangolegenhedcn bezig. M. J. M. VAN POLL. Onder de nieuwe, zoowel als onder de oude R.-K. Kamerleden is de heer Max \an Poll verreweg het roodst op de graat, zegt de N.R.Ct. Hij, die als hoofdredacteuivvan De Morgen 'n welversneden pen voert, ver diende in sommige opzichten niet alleen den naam van een radicale R.-K., maar zelfs van een socialistische R.-K. Naar de aartsvaders greep hij terug om het insti tuut van de rente aan tc vallen en „het ka pitalisme" is het mikpunt van zijn pijlen. Do liberalen, de Hervorming voor hem de grootmoeder van het Liberalisme cn de heer Colijn zijn zijn bêtes noires. Ook naar een omhelzing van dc C.-H. haakt hij allesbehalve; eerder naar eene met de S.-D. voor één te herstellen coalitie zal hij geen paladijn zijn tot dr. Nolens hem klein krijgt. P. LOCKEFEER. Do heer P. Lockefeer, ook een van de nieuwe r.-k. leden, studeerde in Tilburg cn werd later opgeleid in den manufaeiuren- handel, aldus vertelt van hem de olks- krant. Thans is hij werkgever van zeer be langrijke iricotagefabriek te Ilulst (Z.-VI). Op het terrein van het sociale leven is hij vooral bekend als voorzitter van den Dio- cesanen R K. Middenstandhond in het bis dom Breda F. UIJEN. De heer F. Uijen werd li April 1878 te Nijmegen geboren, llij kwam in dienst der Nederl. Spoorwegen on beijverde zich steeds spoedig voor de katholieke arbeidersbewe ging. Met ingang van 1 Maart 1919 werd hij benoemd tot gesalarieerd bestuurder van den Bossrhcn Diocesancn Werkliedenbond met standplaats Eindhoven, welke functie hij heden nog met grooten ijver vervult. A. v. d. MEIJS. De heer Alb. van der Meijs, geboren te Tilburg op 24 Augustus 18S5, was ttxtiel arbeider van zijn beroep en al vroeg een vinnig strijder voor.de vakorganisatie Ook ver buiten onze landsgrenzen in Cana da is hij werkzaam geweest. Sinds 1918 is de heer van der Meijs gesalarieerd voorzit ter van onzen R. K. Textielarbeidershond Naast zijn socialen arbeid had de heer van der Meijs in den rijkskieskring Utrecht een werkzaam aandeel in het politieke ieven Ook deze gegevens danken wij aan de Volks krant. L. F. GUIT. De heer L. F. Guit is geboren te 's Gra venhage den IGden December 1881. Hij ont ving gewoon lager onderwijs aan de bijzon dere school der St. Vincentiusvereenlging, werd timmerman en was gedurende tien jaren werkzaam aan de gemeente-telefoon te 's Gravenhage. In April 1918 kwam hij in gesalarieerden dienst van den Ned. R.-K. Bond van Overheidspersoneel St. Pdulus. waarvan hij in Januari 1919 tot voorzitter werd benoemd. Sinds 1919 is hij lid van den Haagschen gemeenteraad en van 1922 af lid van de Provinciale Staten van Zuid-IIolland In 1924 werd hij tot bestuurder van het toenmalige R.-K. Vakbureau gekozen; 'hans bekleedt hij die functie in het R.-K. Werk liedenverbond. Sedert de instelling \an de Centrale Commissie van georganiseerd overleg voor het rijkspersoneel vertegenwoordigt hij TEL. 217. daarin als lid de R.-K. Centrale van bur gerlijk overheidspersoneel en sedert 1920 is hij lid van de Commissie van Advies voor de arbeidsvoorwaarden van rijkswerklieden (commissie-de Wilde). MR. F. TEULINGS. Mr. F. Teulings heeft in den kieskring 's Hertogenbosch de opengevallen plaats in genomen van jhr. mr. v. Sasse van IJsselt, die bestemd is voor een rustiger zetel in de Eerste Kamer. Hij is secretaris van de R.K. Staatspartij, en was het ook vele jaren van de R. K. Rijkskieskringorganisatie 's Iler- logcnbosch. DR. J. SEVERIJN. Dr. J. Severijn, de nieuwe aanwinst van de a.-r. fractie, is dr. in de theologie en pre dikant te Dordrecht bij de Nederduitsch Hervormde Kerk, waarin hij een voorstan der is van den Gereformeerden Bond in die kerk. Hij trekt volle kerken cn houdt ook Bijbellezingen. Voorts is hij reserve-kapi tein van do infanterie cn ijverde voor den bijzonderen Vrijwilligen Landstorm. Hij is geboren in 1883 en is, voordat hij m 1921 naar Dordrecht kwam, predikant geweest te Wilnis en te Leerdam. FLORIS VOS. Floris Vos is geboren te Utrecht op 21 November 1871. Tot zijn 17e jaar bezocht hij verschillende inrichtingen van onderwijs en vertrok daarna, uitgezonden door de Houthandel Jongeneel, naar Kroatië, ten einde het bedrijf in letterlijken zin van den grond uit te leeren. Aanvankelijk in Slavo nic. later in Bosnië klom hij in korten tijd op van leerling- tot leider-houtvester van de bosch-exploitatie bjj verschillende fir ma's. Op 23-jarigcn leeftijd in 't vaderland teruggekeerd, vestigde hij zich te Ermelo waar hij zijn werk maakte van het ontgin nen van groote complexen woestcn grond door bebossching, was de oprichter aldaar van „de Veluwsche Graanhandel'' cn van een modestal welke haar afzet vond aan het Sanatorium voor longlijders to Putten. Dit laatste leidde er toe, dat hij in 1902 Ermelo verliet om met den thans overleden heer J. van Woensel-Kooy de bekende „Hofstede Oud Bussum" te stichten. Stammende uit een Gooisch geslacht, gaf Floris Vos als erfgooier den stoot er toe, dat de rechten en verplichtingen van de Erfgóoiers wettelijk zijn geregeld. Na een geruchtmakend proces is de „erfgooierswet 1912" in datzelfde jaar aangenomen. Nog versch in de herinnering ligt zjjn arbeid tegen den Muidertol. In 1906 trad Floris Vos op als adj. Re- geerings-commissaris voor de Nederland sche belangen op de groote Wereld-Ten toonstelling te Milaan. Van 1910 tot 1925 besteedde Floris V09 een groot deel van.zijn energie aan de ont ginning van dc ongev. 2000 H.A. omvatten-, de Mij. „De Drie Provinciën" in den Zuid- Oosthoek van Friesland, thans voor een groot deel overgegaan aan den Staat De heer Vos maakt deel uit van de direc tie van „De Hollandsch-Zweedsche Zaad- Maatschappij'. Sedert de wet op de wegen- en rijwielbelasting is aangenomen ijverde Floris Vos voor de opheffing van tollen en andere verkeersbelemrneringen, welk ijve ren culmineerde in de in September 1928 gevoerde actie bij den Muider Tol. LANGESTRAAT 43 Gedipl. Horlogemaker 1e klasse TELEFOON 852 IR. C. N. VAN DIS. Ir. C. N. van Dis, afgevaardigde van de Staatkundig Gereformeerde Partij, werd den 23sten Augustus 1893 te Leiden gebo ren. Hij bezocht daar achtereenvolgens de Christelijke M.U.L.O.-school en do 5-jarige Rjjks-H.B.S. in 1912 ging hij studeeren aan de Technische Iloogeschoot tc Delft in de scheikunde. Behaalde zijn eind-examen in 1918 cn werd na eenigen tijd assistent- scheikundige te zijn geweest, definitief als scheikundige aangesteld bij do NV. Utr. Chemische Industrie te Utrecht. Tot 1925 had ir. Van Dis betrekkelijk wei nig aan politiek gedaan, doch een rede van ds. Kersten bracht hem tot een meer be sliste overtuiging. Ir. van Dis is op het oogenblik cfirectcur-redactcur van de „Ba nier". Ir. BONGAERTS. Ir. M. C. E Bongaerts weid in 1875 te Roermond geboren. Hij studeerde aan de voorm. Polytechnische School te Dclfl, waar hij in 189G het diploma van civiel- ingenieur behaalde. Hetzelfde jaar werd de heer B. benoemd tot ingenieur van den Rijkswaterstaat. Van 1913 tot 1925 was hij lid van de Tweede Kamer. In het laatste jaar werd hij benoemd tot Minister van Waterstaat in het ministerie-Colijn dat in Nov. 1925 aftrad. Als Kamerlid nam hij een werkzaam aan deel aan de totstandkoming van het wets ontwerp tot drooglegging van de Zuiderzee. Ir. Bongaerts is lid van den Zuiderzee raad en van den Mijnraad. Verder is hij ridder in de Orde van den Nederl. Leeuw en officier in de Orde van Oranje-Nassau. Jhr. Mr. J. D. DE GEER. Jhr. Mr. J. D. De Geer is gel), li Dec. 1870. Hij studeerde aan de rijks-uni versiteit te Utrecht, waar hij in 1895 pro- i moveerde Was lid van de hoofdredactie van „De Nederlanden". Voorts van de Ged. Staten van Zuid-Holland, daarna burge meester van Arnhem. Was minister van Financien in het ministerie Ruys, minister van Binnenl. Zaken en Landbouw in het ministerie-Colijn en werd 8 Maart 1926 be last met de vorming van het huidig minis terie. De heer De Geer was lid van de Centr. commissie voor drinkwatervoorzie ning en van die voor de Statistiek. Lid der Tweede Kamer van 19071921. Dr. SLOTEMAKER DE BRUINE. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine is geb. 6 Mei 1869, studeerde van 18891894 in de theologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Was predikant, hoogleeraar, lid Prov. Staten van Utrecht, lid Eerste Ka mer en is thans minister van Arbeid, Han del cn Nijverheid. Hij is ridder in de orde van den Nederl. Leeuw en in die van Oranje-Nassau. UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT Naar het Engelsch van A. T. OUILLER—POUCH. 16 „Ach, het gewone leven is zoo saai: als jfc maar wat avonturen beleven kon Ik hoorde het geluid van wielen achter ons cn keerde mij om. Wij waren over de duinen op den hoogen weg gekomen. Er naderde een klein wagentje met één persoon er in Toen het nader 'bij kwam riep de uiaa ons aan. „Zeg jongens! is dit de weg naar Polkin. bra?" Het was een kleine, grijze man die er als een zeeman uitzag, hij had een vriendelijk gezicht cn een vricndelijkcn mond. Hij kon volstrekt niet sturen cn trok zijn rustig paardje vreeselijk ruw aan de leidsels. Ik antwoordde bevestigend. „Moet je daar ook naar toe? Ja? Spring er dan maar in, ik zal je wel een bandje hel pen". Ik keek naar Tom. Hij had natuurlijk lust in alles wat tot zijn gemak diende, wij klommen dus beiden bij den vreemden man in het wagentje. „Er is gisteren hier een schip vergaan heb ik gehoord", zei de man, nadat wij een eindje gereden hadden, „cn er heeft een ge rechtelijk onderzoek plaats gehad en naar Ik hoor zijn er een heele boel leugens ver teld'. Ik schrikte. De man merkte het niet op, maar ging \oort „Misschien heb je er \an gehoord Nu, 't is een rare wereld en er worden iederen dag vrij wat leugens rondgestrooid, maar je ontmoet niet dikwijls zulk een doortrap ten leugenaar als die vent hoe heet hij ook weer? Mooi als ik er achter kan ko men, maar misschien was die naam nok wel* een leugen". Ik luisterde met de grootste aandacht. Hij ging voort, meer tot zich zelf dan tot ons „Een verwonderlijke leugenaar, ik wou toch wel eens weten wat hij voor doel heeft. Ja, dat wou ik toch wel eens weten. De „James en Elisabeth" zegt hij met groote zekerheid. De vent heeft zeker een reden gehad waarom hij die tijding te Falmouth bracht. Hij kende mij niet van vroeger en was heel verbaasd te zien hoe ik het op nam. „Het was de „James en Elisabeth", zegt hij, „zoo zéker als ik hier voor je sta. Zeg jongen, weet jij soms den naam van het schip, dat hier den vorigen nacht te gen de kust geworpen is Ik was al gewoon geraakt aan die vree sehjke vraag en daarom antwoordde ik zoo moedig als ik maar kon: „De „James en Elisabeth", mijnheer" „En de naam van den kapitein „Kapitein Antonius Merrydew". „Ach! die arme vent! Hij is ziek gewor den toen ze in de Golf van Biscaye waren, niet waar? En hij had zijn vrouw aan boord en een kind, dat op de reis geboren is, hè? Ach! ach! 't is net een tooneelstuk; neen, drommels, 't is vrij wat erger dan dat!" Hierop barstte de man in een schaterlach uit cn hij sloeg op zijn dij totdat zijn ge zicht vuurrood werd van de pret. „Wat denk jou van die grap, jongen? 11eb je ooit zoo iets grappigs gehoord? Ka pitein Antonius Merrydew ziek in de Golf van Biscaye! Ha! ha' Daar is comediespe- len niets bij „Was het dan niet waar, mijnheer „Waar? lieve hemel kijk mij maar eens aan en vraag dan of het waar is!" „Maar waarom zou het niet waar zijn „Omdat ik kapitein Antonius Merrydew ben l" Het overige gedeelte van de reis zei ik geen woord; ik was als aan den grond ge nageld. Thomas naast mij was klaar wak ker; eindelijk dan toch een avontuur! En nu was ik het die zat te droomen ik hoorde zonder te begrijpen de rest van het verhaal van den man: hoe hij naar huis gekomen was na een vlugge reis van Cey lon naar Falmouth met de schuit „James en Elisabeth", en nog juist bijtijds om die kolossale leugen te hooren vertellen. Hij was ongetrouwd cn was nooit in zijn leven een dag ziek geweest. Hij vermoedde dat er bedrog in het spel was en had een paard en wagentje gehuurd om naar Polkimbra te rijden cn te hooren wat er eigenlijk ge beurd was. Maar een paard cn wagentje waren de vreesclijkste dingen die er op de wereld bestonden. En dan kwamen er nog vele eederi cn uitroepen cn verwcnschin- gen hij. Dit alles moet ik aangehoord heb ben. want het kwam mij later in de ge dachte, maar toch luisterde ik er niet naar. Mijn eigen leven, mijn eigen omstandighe den vervulden mij geheel cn alles duizelde in mijn hoofd. Eindelijk, na veel horten cn stooten, zeil den wij den heuvel van Polkimbra op en wierpen het anker uit voor de herberg. Daar stapten wij uit, bedankten den kapi tein en lieten hem bij zijn paard staan. Zijn vroolijke stem waarmee hij den stal knecht riep, hoorden wij nog een heel eind den weg op. Wij hadden besloten langs een korteren weg naar Lantrig terug te keeren. Zoo moesten wij langs het strand. Dat strand had zoo iets afschrikwekkends voor mij, dat ik er alleen niet langs gedurtu had; maar Tom's tegenwoordigheid gaf mij moed. Tom was opgetogener dan ik hem ooit gezien had; hij werd bepaald spraak zaam, prees den kapitein, bewonderde zijn verhalen en verklaarde, dat er bepaald oen avontuur in de lucht zat; hij stak zijn neus in de lucht en deed alsof hij het ruiken kon. Ja, er zat een avontuur in de lucht. Het was echter niet bepaalt* een avontuur naar mijn smaak en door de gedachte aan mijn arme moeder thuis kon ik niet precies dee- lcn in het enthousiasme van Tom; dus ter wijl hij maar doorpraatte liep ik somber voort langs het strand. Het liep tegen twaalven. Het was Octo ber een echte nazomerdag: de zon schit terde over de zee cn het strand. Een zacht windje dreef de wolkjes voort naar het oosten, de golven dansten en klaterden te gen de kust. De zilte luchte blies in onze neusgaten en het witte zand -schitterde in onze oogen. Zwart en somber stak de Doo- demans Rots af tegen de lucht, eenzaam oprijzende uit de zee, terwijl de zeevogels cirkelden langs den top. Maar wat was dat, onder aan de rots Het leek wel of er troepje mannen aan den waterkant stond. Toen wij naderbij kwamen kon ik hun gedaanten onderschei den, maar niet zien wat ze deden, want zij stonden in een kring rondom iets dat al hun aandacht vroeg, maar dat ik niet kon onderscheiden Een oogenblik daarna lie pen zij achter elkaar aan naar den toegang tot de Ready Money Cave. Zij droegen iets mee en bogen er telkens over heen, maar wat het was kon ik niet zien. Zij liepen heel langzaam, maar gingen de grot in en verdwenen uit het gezicht. Toen zag ik de zonderlinge, kleine gestalte van Joe hos- coria bij de achterste mannen; ik holde vooruit cn riep hem bij zijn naam. Toen hij mijn stem hoorde, schrikte Joe, keek om en bleef even staan; en toen na een paar woorden tot zijn buurman ge sproken ie hebben kwam hij naar mij toe. Toen hij nadar kwam zag ik hoe bleek hij was cn hoe verlegen, maar hij poogde te glimlachen en zei „Zoo Jasper, waar kom jtj vandaan 7" „Ik ga naar huis. Is oom Lovedav bij moeder geweest? En is zij weer beter „Ja, hij heeft haar gesproken en zij is wat bedaarder. Hij heeft haar zeker veel goed gedaan. Maar waarom ga je er naar toe? liet is beter dat je haar niet hindert. Ga liever nog wat spelen. „Wat heb jullie daar btj dc Rots gedaan, Joe?" Joe aarzelde een oogenblik. toen stamel de hij „N niets" .Maar Jpe. juliie deed daar wel wat, wat heb jullie naar de Ready Money gebracht?'* „Luister eens. jongen, ga jij nu wat spa» len cn doe geen vragen meer. Kleine jon gens moeten geen vragen doen. En nu be denk ik dat dokter gezegd heeft als je mis schien naar Lizard kwam dan was het be ter dat er geen kleine jongens kwamen in epn huis waar zieken zijn: keer dus terug". (Wordt 'vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 9