A>^SFOOHORSCÜH DAOKLAI)
Syphons Spuitwater
IJ
WILLEM GROENHUIZEN
ZOMER OPRUIMING
D00DEMANS ROTS.
Zaterdag 6 Juli 1929
27e Jaargang No. 6
DE NIEUWE LEDEN
DERDE BLAD.
BtDNiïEKLAND
Minerale en Medicinale wateren.
A. v. d. WEG.
LANGESTRAAT 23
Reparatie-Inrichting aan huis
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
FEUILLETON.
.BF F'WANDvr'.Q'
DE VERKIEZINGSUITSLAG.
Hieronder volgen levensbizonderheden
omtrent de nieuw gekozen Kamerleden
Prof. ir. C. L. VAN DER BILT.
Prof. ir. C. L. van der Bilt is te Ivapelle
bij Goes geboren-op 20 April 1875 en heeft
in 1896 te Delft aan de toenmalige Poly
technische School te Delft het diploma als
civiel-ingcnieur behaald. Daarna is hij
•technisch opzichter bij den Rijkswaterstaat
geworden met Bolnes als standplaats.
Reeds in 1897 ging hij over naar den tech-
nischen dienst van de telegrafie als adspi-
rant-ingenieur, achtereenvolgens te 's-Gra
venhage en Amsterdam; in 1899 kreeg hij
den titel van ingenieur der rijkstélegrafie,
als hoedanig hij werkzaam was te Amster
dam, Den Bosch en in Den Ilaag. Op 1 Au
gustus 190i werd hij benoemd tot leeraar
aan de Poly-technische School te Delft.
Toen deze in 1905 werd omgezet in de
Technische Iloogcschool kreeg de heer van
der Bilt den titel van professor. Hij is nog
altijd aan de Technische lioogescliool ver
bonden.
Zooals hierboven is vermeld had hij aan
vankelijk een andere richting gekozen, in
dien tijd kon men nog niet in de electro-
techniek studeeren. De heer van der Bilt
had in het nieuw opkomende vak echter
bijzondere belangstelling en hij legde zich
er na zijn studie te Delft op toe. Het vak
dat hij te Delft doceert is de zwakstroom
techniek, een onderdeel dus van de electro-
techniek.
In 1923-24 is prof. van der Bilt rector-
magnificus van de Technische lioogescliool
geweest. In 1925 is hij benoemd tot ridder
van den Nederlandschen Leeuw.
Hij is een op den voorgrond tredend lid
van de afdeeling electro-techniek van het
Koninklijk Instituut van Ingenieurs en is
van deze afdeeling gedurende eenigen tijd
voorzitter geweest. Voorts is hij ook lid ge
weest van den Technischen Dienst der Pos
terijen. Telegrafie en Telefonie en is hij
op het oogenblik nog buitengewoon lid
van den Octrooiraad en lid van verschillen
de Nederlandsche en buitcnlandsche tech
nische commissies.
Sedert 1913 is prof. van der Bilt lid van
den Haagschen gemeenteraad cn sedert het
vertrek van mr. Droogleever Fortüyn voor
zitter van de fractie van den Vrijheidsbond.
C. J. VAN KEMPEN.
De heer C. J. van Kempen is op IS Maart
1872 te Zierikzee geboren, heeft daar de
JI.B.S. gevolgd en aan de toenmalige Indi
sche Instelling te Delft gestudeerd en in
1895 het z!g. •t7rcfbiamib'teii,aarsés:amen ge
daan.
Kind 1895 werd hij naar Indië uitgezon
den als adspirant-controleur en geplaatst
in de toenmalige residentie Oostkust van
Sumatra en wel in de zuidelijke afdeeling
(Bengkalis) van die residentie. Daar is hij
twee jaar gebleven, in welken tijd liij ge
durende een maand of tien het ambt van
controleur heeft waargenomen in de des
tijds opkomende visschershaven Bagan Si
Api Api. Ook is hij n tijdlang waarnemend
controleur in Siak geweest. Na deze twee
jaar werd hij naar Madan overgeplaatst ter
beschikking van den controleur om zich in
politie- en justitiezaken en in tal van an-
dere werkzaamheden in te werken, waar
voor men tegenwoordig speciale ambtena
ren heeft. Deze detacheenng heeft 1 jaar
geduurd, toen werd hii. nog altijd als
adspirant-controleur, geplaatst te Panka-
lan Brandan, dat toen reeds een zeer groot
centrum van de olie-industrie was, onder
directie van jbr. H. Loudon, den tegen-
woordigen president-commissaris van de
Bataafsche Petroleum-Maatschappij, die er
hoofdadministrateur was. Na hier twee jaar
te hebben doorgebracht werd hij tot con
troleur bevorderd en te Laboean Deli, de
havenplaats van Medan geplaatst, vandaar
ging hij naar de residentie Serdang, welke
in dien lijd een belangrijk centrum was
voor de tabaks- en koffiecultuur.
in het begin van 1903 ging hij met ver
lof naar Europa en toen zijn verlof was
verstreken werd hij geplaatst op de inmid
dels opgerichte Indische bestuursacademie
te 's-Gravcnhage. Daar bleef hij twee jaar.
Toen werd hij opnieuw uitgezonden en als
controleur opnieuw te Serdan geplaatst.
Begin 1912 volgde zijn overplaatsing naar
het eiland Banka, na twee jaar werd hij
vandaar als assistent-resident overge
plaatst naar Timor en na vier jaar naar
Assahan, de zuidelijke cultuurafdeeling
van de inmiddels gouvernement geworden
afdeeling Ooskust van Sumatra. Ilier
bleef hij 15 maanden, toen ging hij wegens
langdurigen dienst met verlof.
Bij zijn terugkeer in Indic werd hij in
1920 benoemd tot resident van de Zuider
en Oosterafdeeling van Borneo. Ten slotte
werd hij in 1924 benoemd tot gouverneur
van de Oostkust van Sumatra, welke func
tie hij op de kop af vier jaar, lot 16 Sep
tember 1928, heeft vervuld. Toen heeft hij
ontslag genomen en is naar Europa terug
gekeerd. Hij woont thans in Den Ilaag.
Zooals rnen uit het bovenstaande heeft
gezien heeft de heer van Kempen een
groot deel van zijn leven in Indië doorge
bracht cn wel onder sterk uitecnloopcnde
omstandigheden.
Mr. J. A. G. M. VAN HELLENBERG
HUBAR.
Mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar
is 17 Augustus 1S90 te Tilburg geboren,
heeft het Canisius College te Nijmegen be
zocht en te Utrecht gestudeerd, waar hij i i
Januari 1919 is gepromoveerd.
In hetzelfde jaar is hij chef van de
rechtskundige afdeeling van het Nationaal
Hanzebureau, het uitvoerend bureau van
den Nederlandschen R.K. Middenstands
bond geworden; in 1921 directeur van dit
bureau en redacteur van de R.K. Midden
stander. In 1923 werd hij tot lid van den
gemeenteraad en wethouder van Rijswijk
gekozen; in 1925 tot lid van den Midden-
standsraad en van den Iloogen Raad van
Arbeid, in 1926 tot lid van den Partijraad
der R.K. Staatspartij.
Hij is verder lid geweest van het be
stuur van de afdeeling Den Ilaag der ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede, van
de vereeniging Geloof en Wetenschap te
's Gravenhage cn is nog lid van de com
missie van advies van 't rijksproefstation
voor de lederindustrie cn de rijksschool
voor leerlooiers en schoenmakers te Waal
wijk, voorts' voorzitter van de Nationale
federatie voor de vakopleiding en de
schoenmakerij, en den schoenhandel en lid
van het bestuur van den Katholieken
Radio-oiriroep.
E. KUPERS.
De heer E. Kupers zal zich als het jong
ste lid van de S.-D. fractie toch niet als
een bescheiden groentje* behoeven te ge
dragen, aldus de N. R. Crt. want hij is de
voorzitter van het machtige Nederlandsch
Verbond \an Vakvereenigingcn, dat een
politiek huwelijk met de S.D.A.P. heeft ge
sloten en in die gemeenschap wel niet on
der den pantoffel zal willen zitten.
Hij werd den 5den Januari 1885 te Gro
ningen geboren, was secretaris van de
plaatselijke afdeeling van den bond van
arbeiders in de kledingindustrie en op zijn
22ste jaar reeds bezoldigd hoofdbestuurder
van het N.V.V., welks secretaris hij in 1919
werd. Sedert is hij de opvolger van
den heer Stenhuis geworden als voorzitter
van die vakcentrale en als Kamerlid.
Met dr. Posthuma heeft hij indertijd het
bekende plan voor Ziekteverzekering op
gezet, waarin bij de behandeling van de,
Ziektewet nog al eens herinnerd is. Verder
is de heer Kupers lid van den Hoogen
Raad van Arbeid, van de Rijks-Commissie
van Advies voor Werkeloosheid verzekering
en van den Raad van Toezicht op de Rijks
verzekeringsbank. Als mederedacteur van
De Vakbeweging houdt hij zich in het bij
zonder met verzeker ingsaangolegenhedcn
bezig.
M. J. M. VAN POLL.
Onder de nieuwe, zoowel als onder de
oude R.-K. Kamerleden is de heer Max \an
Poll verreweg het roodst op de graat, zegt
de N.R.Ct. Hij, die als hoofdredacteuivvan
De Morgen 'n welversneden pen voert, ver
diende in sommige opzichten niet alleen
den naam van een radicale R.-K., maar
zelfs van een socialistische R.-K. Naar de
aartsvaders greep hij terug om het insti
tuut van de rente aan tc vallen en „het ka
pitalisme" is het mikpunt van zijn pijlen.
Do liberalen, de Hervorming voor hem
de grootmoeder van het Liberalisme cn
de heer Colijn zijn zijn bêtes noires. Ook
naar een omhelzing van dc C.-H. haakt hij
allesbehalve; eerder naar eene met de S.-D.
voor één te herstellen coalitie zal hij geen
paladijn zijn tot dr. Nolens hem klein
krijgt.
P. LOCKEFEER.
Do heer P. Lockefeer, ook een van de
nieuwe r.-k. leden, studeerde in Tilburg cn
werd later opgeleid in den manufaeiuren-
handel, aldus vertelt van hem de olks-
krant. Thans is hij werkgever van zeer be
langrijke iricotagefabriek te Ilulst (Z.-VI).
Op het terrein van het sociale leven is hij
vooral bekend als voorzitter van den Dio-
cesanen R K. Middenstandhond in het bis
dom Breda
F. UIJEN.
De heer F. Uijen werd li April 1878 te
Nijmegen geboren, llij kwam in dienst der
Nederl. Spoorwegen on beijverde zich steeds
spoedig voor de katholieke arbeidersbewe
ging. Met ingang van 1 Maart 1919 werd hij
benoemd tot gesalarieerd bestuurder van
den Bossrhcn Diocesancn Werkliedenbond
met standplaats Eindhoven, welke functie
hij heden nog met grooten ijver vervult.
A. v. d. MEIJS.
De heer Alb. van der Meijs, geboren te
Tilburg op 24 Augustus 18S5, was ttxtiel
arbeider van zijn beroep en al vroeg een
vinnig strijder voor.de vakorganisatie Ook
ver buiten onze landsgrenzen in Cana
da is hij werkzaam geweest. Sinds 1918 is
de heer van der Meijs gesalarieerd voorzit
ter van onzen R. K. Textielarbeidershond
Naast zijn socialen arbeid had de heer van
der Meijs in den rijkskieskring Utrecht een
werkzaam aandeel in het politieke ieven
Ook deze gegevens danken wij aan de Volks
krant.
L. F. GUIT.
De heer L. F. Guit is geboren te 's Gra
venhage den IGden December 1881. Hij ont
ving gewoon lager onderwijs aan de bijzon
dere school der St. Vincentiusvereenlging,
werd timmerman en was gedurende tien
jaren werkzaam aan de gemeente-telefoon
te 's Gravenhage. In April 1918 kwam hij in
gesalarieerden dienst van den Ned. R.-K.
Bond van Overheidspersoneel St. Pdulus.
waarvan hij in Januari 1919 tot voorzitter
werd benoemd.
Sinds 1919 is hij lid van den Haagschen
gemeenteraad en van 1922 af lid van de
Provinciale Staten van Zuid-IIolland
In 1924 werd hij tot bestuurder van het
toenmalige R.-K. Vakbureau gekozen; 'hans
bekleedt hij die functie in het R.-K. Werk
liedenverbond.
Sedert de instelling \an de Centrale
Commissie van georganiseerd overleg voor
het rijkspersoneel vertegenwoordigt hij
TEL. 217.
daarin als lid de R.-K. Centrale van bur
gerlijk overheidspersoneel en sedert 1920 is
hij lid van de Commissie van Advies voor
de arbeidsvoorwaarden van rijkswerklieden
(commissie-de Wilde).
MR. F. TEULINGS.
Mr. F. Teulings heeft in den kieskring
's Hertogenbosch de opengevallen plaats in
genomen van jhr. mr. v. Sasse van IJsselt,
die bestemd is voor een rustiger zetel in de
Eerste Kamer. Hij is secretaris van de R.K.
Staatspartij, en was het ook vele jaren van
de R. K. Rijkskieskringorganisatie 's Iler-
logcnbosch.
DR. J. SEVERIJN.
Dr. J. Severijn, de nieuwe aanwinst van
de a.-r. fractie, is dr. in de theologie en pre
dikant te Dordrecht bij de Nederduitsch
Hervormde Kerk, waarin hij een voorstan
der is van den Gereformeerden Bond in die
kerk. Hij trekt volle kerken cn houdt ook
Bijbellezingen. Voorts is hij reserve-kapi
tein van do infanterie cn ijverde voor den
bijzonderen Vrijwilligen Landstorm. Hij is
geboren in 1883 en is, voordat hij m 1921
naar Dordrecht kwam, predikant geweest
te Wilnis en te Leerdam.
FLORIS VOS.
Floris Vos is geboren te Utrecht op 21
November 1871. Tot zijn 17e jaar bezocht hij
verschillende inrichtingen van onderwijs
en vertrok daarna, uitgezonden door de
Houthandel Jongeneel, naar Kroatië, ten
einde het bedrijf in letterlijken zin van den
grond uit te leeren. Aanvankelijk in Slavo
nic. later in Bosnië klom hij in korten tijd
op van leerling- tot leider-houtvester van
de bosch-exploitatie bjj verschillende fir
ma's. Op 23-jarigcn leeftijd in 't vaderland
teruggekeerd, vestigde hij zich te Ermelo
waar hij zijn werk maakte van het ontgin
nen van groote complexen woestcn grond
door bebossching, was de oprichter aldaar
van „de Veluwsche Graanhandel'' cn van
een modestal welke haar afzet vond aan
het Sanatorium voor longlijders to Putten.
Dit laatste leidde er toe, dat hij in 1902
Ermelo verliet om met den thans overleden
heer J. van Woensel-Kooy de bekende
„Hofstede Oud Bussum" te stichten.
Stammende uit een Gooisch geslacht, gaf
Floris Vos als erfgooier den stoot er toe,
dat de rechten en verplichtingen van de
Erfgóoiers wettelijk zijn geregeld. Na een
geruchtmakend proces is de „erfgooierswet
1912" in datzelfde jaar aangenomen.
Nog versch in de herinnering ligt zjjn
arbeid tegen den Muidertol.
In 1906 trad Floris Vos op als adj. Re-
geerings-commissaris voor de Nederland
sche belangen op de groote Wereld-Ten
toonstelling te Milaan.
Van 1910 tot 1925 besteedde Floris V09
een groot deel van.zijn energie aan de ont
ginning van dc ongev. 2000 H.A. omvatten-,
de Mij. „De Drie Provinciën" in den Zuid-
Oosthoek van Friesland, thans voor een
groot deel overgegaan aan den Staat
De heer Vos maakt deel uit van de direc
tie van „De Hollandsch-Zweedsche Zaad-
Maatschappij'. Sedert de wet op de wegen-
en rijwielbelasting is aangenomen ijverde
Floris Vos voor de opheffing van tollen en
andere verkeersbelemrneringen, welk ijve
ren culmineerde in de in September 1928
gevoerde actie bij den Muider Tol.
LANGESTRAAT 43
Gedipl. Horlogemaker 1e klasse
TELEFOON 852
IR. C. N. VAN DIS.
Ir. C. N. van Dis, afgevaardigde van de
Staatkundig Gereformeerde Partij, werd
den 23sten Augustus 1893 te Leiden gebo
ren. Hij bezocht daar achtereenvolgens de
Christelijke M.U.L.O.-school en do 5-jarige
Rjjks-H.B.S. in 1912 ging hij studeeren aan
de Technische Iloogeschoot tc Delft in de
scheikunde. Behaalde zijn eind-examen in
1918 cn werd na eenigen tijd assistent-
scheikundige te zijn geweest, definitief als
scheikundige aangesteld bij do NV. Utr.
Chemische Industrie te Utrecht.
Tot 1925 had ir. Van Dis betrekkelijk wei
nig aan politiek gedaan, doch een rede van
ds. Kersten bracht hem tot een meer be
sliste overtuiging. Ir. van Dis is op het
oogenblik cfirectcur-redactcur van de „Ba
nier".
Ir. BONGAERTS.
Ir. M. C. E Bongaerts weid in 1875
te Roermond geboren. Hij studeerde aan de
voorm. Polytechnische School te Dclfl,
waar hij in 189G het diploma van civiel-
ingenieur behaalde. Hetzelfde jaar werd de
heer B. benoemd tot ingenieur van den
Rijkswaterstaat. Van 1913 tot 1925 was hij
lid van de Tweede Kamer. In het laatste
jaar werd hij benoemd tot Minister van
Waterstaat in het ministerie-Colijn dat in
Nov. 1925 aftrad.
Als Kamerlid nam hij een werkzaam aan
deel aan de totstandkoming van het wets
ontwerp tot drooglegging van de Zuiderzee.
Ir. Bongaerts is lid van den Zuiderzee
raad en van den Mijnraad. Verder is hij
ridder in de Orde van den Nederl. Leeuw
en officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Jhr. Mr. J. D. DE GEER.
Jhr. Mr. J. D. De Geer is gel), li
Dec. 1870. Hij studeerde aan de rijks-uni
versiteit te Utrecht, waar hij in 1895 pro-
i moveerde Was lid van de hoofdredactie
van „De Nederlanden". Voorts van de Ged.
Staten van Zuid-Holland, daarna burge
meester van Arnhem. Was minister van
Financien in het ministerie Ruys, minister
van Binnenl. Zaken en Landbouw in het
ministerie-Colijn en werd 8 Maart 1926 be
last met de vorming van het huidig minis
terie. De heer De Geer was lid van de
Centr. commissie voor drinkwatervoorzie
ning en van die voor de Statistiek. Lid der
Tweede Kamer van 19071921.
Dr. SLOTEMAKER DE BRUINE.
Dr. J. R. Slotemaker de Bruine
is geb. 6 Mei 1869, studeerde van 18891894
in de theologie aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht. Was predikant, hoogleeraar, lid
Prov. Staten van Utrecht, lid Eerste Ka
mer en is thans minister van Arbeid, Han
del cn Nijverheid. Hij is ridder in de orde
van den Nederl. Leeuw en in die van
Oranje-Nassau.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
Naar het Engelsch van
A. T. OUILLER—POUCH.
16
„Ach, het gewone leven is zoo saai: als jfc
maar wat avonturen beleven kon
Ik hoorde het geluid van wielen achter
ons cn keerde mij om. Wij waren over de
duinen op den hoogen weg gekomen. Er
naderde een klein wagentje met één persoon
er in Toen het nader 'bij kwam riep de
uiaa ons aan.
„Zeg jongens! is dit de weg naar Polkin.
bra?"
Het was een kleine, grijze man die er als
een zeeman uitzag, hij had een vriendelijk
gezicht cn een vricndelijkcn mond. Hij kon
volstrekt niet sturen cn trok zijn rustig
paardje vreeselijk ruw aan de leidsels.
Ik antwoordde bevestigend.
„Moet je daar ook naar toe? Ja? Spring er
dan maar in, ik zal je wel een bandje hel
pen".
Ik keek naar Tom. Hij had natuurlijk
lust in alles wat tot zijn gemak diende, wij
klommen dus beiden bij den vreemden man
in het wagentje.
„Er is gisteren hier een schip vergaan
heb ik gehoord", zei de man, nadat wij een
eindje gereden hadden, „cn er heeft een ge
rechtelijk onderzoek plaats gehad en naar
Ik hoor zijn er een heele boel leugens ver
teld'.
Ik schrikte. De man merkte het niet op,
maar ging \oort
„Misschien heb je er \an gehoord Nu,
't is een rare wereld en er worden iederen
dag vrij wat leugens rondgestrooid, maar
je ontmoet niet dikwijls zulk een doortrap
ten leugenaar als die vent hoe heet hij
ook weer? Mooi als ik er achter kan ko
men, maar misschien was die naam nok
wel* een leugen".
Ik luisterde met de grootste aandacht.
Hij ging voort, meer tot zich zelf dan tot
ons
„Een verwonderlijke leugenaar, ik wou
toch wel eens weten wat hij voor doel heeft.
Ja, dat wou ik toch wel eens weten. De
„James en Elisabeth" zegt hij met groote
zekerheid. De vent heeft zeker een reden
gehad waarom hij die tijding te Falmouth
bracht. Hij kende mij niet van vroeger en
was heel verbaasd te zien hoe ik het op
nam. „Het was de „James en Elisabeth",
zegt hij, „zoo zéker als ik hier voor je sta.
Zeg jongen, weet jij soms den naam van
het schip, dat hier den vorigen nacht te
gen de kust geworpen is
Ik was al gewoon geraakt aan die vree
sehjke vraag en daarom antwoordde ik zoo
moedig als ik maar kon: „De „James en
Elisabeth", mijnheer"
„En de naam van den kapitein
„Kapitein Antonius Merrydew".
„Ach! die arme vent! Hij is ziek gewor
den toen ze in de Golf van Biscaye waren,
niet waar? En hij had zijn vrouw aan
boord en een kind, dat op de reis geboren
is, hè? Ach! ach! 't is net een tooneelstuk;
neen, drommels, 't is vrij wat erger dan
dat!"
Hierop barstte de man in een schaterlach
uit cn hij sloeg op zijn dij totdat zijn ge
zicht vuurrood werd van de pret.
„Wat denk jou van die grap, jongen?
11eb je ooit zoo iets grappigs gehoord? Ka
pitein Antonius Merrydew ziek in de Golf
van Biscaye! Ha! ha' Daar is comediespe-
len niets bij
„Was het dan niet waar, mijnheer
„Waar? lieve hemel kijk mij maar eens
aan en vraag dan of het waar is!"
„Maar waarom zou het niet waar zijn
„Omdat ik kapitein Antonius Merrydew
ben l"
Het overige gedeelte van de reis zei ik
geen woord; ik was als aan den grond ge
nageld. Thomas naast mij was klaar wak
ker; eindelijk dan toch een avontuur! En
nu was ik het die zat te droomen ik
hoorde zonder te begrijpen de rest van het
verhaal van den man: hoe hij naar huis
gekomen was na een vlugge reis van Cey
lon naar Falmouth met de schuit „James
en Elisabeth", en nog juist bijtijds om die
kolossale leugen te hooren vertellen. Hij
was ongetrouwd cn was nooit in zijn leven
een dag ziek geweest. Hij vermoedde dat er
bedrog in het spel was en had een paard
en wagentje gehuurd om naar Polkimbra
te rijden cn te hooren wat er eigenlijk ge
beurd was. Maar een paard cn wagentje
waren de vreesclijkste dingen die er op de
wereld bestonden. En dan kwamen er nog
vele eederi cn uitroepen cn verwcnschin-
gen hij. Dit alles moet ik aangehoord heb
ben. want het kwam mij later in de ge
dachte, maar toch luisterde ik er niet naar.
Mijn eigen leven, mijn eigen omstandighe
den vervulden mij geheel cn alles duizelde
in mijn hoofd.
Eindelijk, na veel horten cn stooten, zeil
den wij den heuvel van Polkimbra op en
wierpen het anker uit voor de herberg.
Daar stapten wij uit, bedankten den kapi
tein en lieten hem bij zijn paard staan.
Zijn vroolijke stem waarmee hij den stal
knecht riep, hoorden wij nog een heel eind
den weg op.
Wij hadden besloten langs een korteren
weg naar Lantrig terug te keeren. Zoo
moesten wij langs het strand. Dat strand
had zoo iets afschrikwekkends voor mij,
dat ik er alleen niet langs gedurtu had;
maar Tom's tegenwoordigheid gaf mij
moed. Tom was opgetogener dan ik hem
ooit gezien had; hij werd bepaald spraak
zaam, prees den kapitein, bewonderde zijn
verhalen en verklaarde, dat er bepaald oen
avontuur in de lucht zat; hij stak zijn neus
in de lucht en deed alsof hij het ruiken
kon.
Ja, er zat een avontuur in de lucht. Het
was echter niet bepaalt* een avontuur naar
mijn smaak en door de gedachte aan mijn
arme moeder thuis kon ik niet precies dee-
lcn in het enthousiasme van Tom; dus ter
wijl hij maar doorpraatte liep ik somber
voort langs het strand.
Het liep tegen twaalven. Het was Octo
ber een echte nazomerdag: de zon schit
terde over de zee cn het strand. Een zacht
windje dreef de wolkjes voort naar het
oosten, de golven dansten en klaterden te
gen de kust. De zilte luchte blies in onze
neusgaten en het witte zand -schitterde in
onze oogen. Zwart en somber stak de Doo-
demans Rots af tegen de lucht, eenzaam
oprijzende uit de zee, terwijl de zeevogels
cirkelden langs den top. Maar wat was dat,
onder aan de rots
Het leek wel of er troepje mannen aan
den waterkant stond. Toen wij naderbij
kwamen kon ik hun gedaanten onderschei
den, maar niet zien wat ze deden, want zij
stonden in een kring rondom iets dat al
hun aandacht vroeg, maar dat ik niet kon
onderscheiden Een oogenblik daarna lie
pen zij achter elkaar aan naar den toegang
tot de Ready Money Cave. Zij droegen iets
mee en bogen er telkens over heen, maar
wat het was kon ik niet zien. Zij liepen
heel langzaam, maar gingen de grot in en
verdwenen uit het gezicht. Toen zag ik de
zonderlinge, kleine gestalte van Joe hos-
coria bij de achterste mannen; ik holde
vooruit cn riep hem bij zijn naam.
Toen hij mijn stem hoorde, schrikte Joe,
keek om en bleef even staan; en toen na
een paar woorden tot zijn buurman ge
sproken ie hebben kwam hij naar mij toe.
Toen hij nadar kwam zag ik hoe bleek hij
was cn hoe verlegen, maar hij poogde te
glimlachen en zei
„Zoo Jasper, waar kom jtj vandaan 7"
„Ik ga naar huis. Is oom Lovedav bij
moeder geweest? En is zij weer beter
„Ja, hij heeft haar gesproken en zij is
wat bedaarder. Hij heeft haar zeker veel
goed gedaan. Maar waarom ga je er naar
toe? liet is beter dat je haar niet hindert.
Ga liever nog wat spelen.
„Wat heb jullie daar btj dc Rots gedaan,
Joe?"
Joe aarzelde een oogenblik. toen stamel
de hij „N niets"
.Maar Jpe. juliie deed daar wel wat, wat
heb jullie naar de Ready Money gebracht?'*
„Luister eens. jongen, ga jij nu wat spa»
len cn doe geen vragen meer. Kleine jon
gens moeten geen vragen doen. En nu be
denk ik dat dokter gezegd heeft als je mis
schien naar Lizard kwam dan was het be
ter dat er geen kleine jongens kwamen in
epn huis waar zieken zijn: keer dus terug".
(Wordt 'vervolgd).