AM ÊOvSFOOKTSClH DAGBLAD
ZOMER OPRUIMING
DOODEMANS ROTS.
Dinsdag 9 Juli 1929
OF EF.M? AWDEP.'
28e Jaargang Ne. 8
BINNENLAND
DE FIGUUR VAN LOHMAN
HERDACHT
HET JUBILEERENDE REGIMENT
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
EEN MARSCH VAN
REÜNISTEN
Onderscheidingen
FEUILLETON.
De lieercn van Matsen, van Gijbland
Oosterhoff, de Geer en van
Schouwenburg als
sprekers
Christ. Historische jongeren
op Drafoa bijeen
Zn'er dag vond op het landgoed Draf na
ïe Bussum een door verschillende C.-H.
'Jongerengroepen gezamenlijk georgani
seerde landdag plaats, waarvan de leiding
in handen van den heer A. J. Schalkwijk,
voorzitter van de groep Bussum, berustte
Niettegenstaande de minder gunstige weers
omstandigheden, was deze bijeenkomst druk
bezocht.
De beer IT. van Malsen sprak over „Te
rug naar Rome; hoe dacht Lobman daar
over?" Spr. teekende Lobman als een
Christen-strijder. Lohman's Christendom
was een militant Christendom. Voor het
Christendom zijn de beslissende slagen niet
gevallen aan de lieflijke boorden van de
Jordaan, maar op het Westelijke Front.
Om bet Christendom in onze natie te doen
zegevieren, heeft hij op het oude llorri'-
gewezen, daarvoor is hij naar het Homo
der catacomben cn der vervolgingen terug
gegaan. De strijd voor de Christelijke vrij
heid heeft hij gestreden op zoo menig ter
rein. Op onderwijsgebied, de aanioljing
voor zijn eerste politiek optreden; op kor-
keiijk terrein, zijn strijd voor de Vrij he'd
der Kerk; op het gebied der gsesi-dijk";
vrijheid, wanneer hij Tacitus' woorden zich
voor oogen stelde, om ze te kunnen na
zeggen: „Wij leven in zulke gelukkige om
standigheden. waarin mehi denken mag
wat men wil. en zeggen mag, wat men
denkt."
In zooverre was hij de meest ongehoor
zame Christen, dat hij niet kon berusten
in eenigerlei onrechtvaardige dwang. Eén,
die de woorden van mr Groen van Prin-
sterer getrouwelijk wilde nazeggen „Een
staatsman niet. een Evangelie-belijder!"
Vervolgens sprak mr. dr. IT. II. A. van
Gijbland Oosterhoff over: „De geest van
Lohman". Lolnnan was geen persoonlijk
heid vatbaar voor de ontrafelende ar.alysee-
n'ng van de moderne levensbeschrijvers.
Een man uit één 'stuk, geen heilige; niets
inenschelljks was hem vreemd. Vandaar
zijn nederigheid, die hem hulp deed zoeken
bij den éénigen Leidsman, waardoor hij
kracht, verkreeg om alleen te staan, zooals
op den dag op Seinpost, toen hij door het
anti-revolutionaire volk werd uitgestooten.
Kracht ook voor zijn opkomen voor het
recht van de onderdrukten tegen de over-
heersching van het „denkend deel der na
tie". in den schoolstrijd. Vooral ook voor
de vrijheid kwam hij op. hetgeen h'j hij de
kwestie-Tak van Poortvliet heeft getoond,
toen hij orn de vrijheid van een zelfstan
dig oordeel brak met den partijdwang van
Kuyper. En ten slotte de man van het
gezag, gelijk hij nog in 1918 getoon 1 heeft,
toen hij op zijn ziekbed bet zijne heeft
bijgedragen voor de organisatie van het or
delievend volksdeel tegen Troelstra's
machtsgreep.
.Thr. mr. de Geer heeft met eerbiedvolle
toespeling op het Bijbelwoord Lohman's
staatkundig denken aldus zeer juist ver
tolkt „Nu blijft dan Gezag, Recht en Vrij
heid, deze drie: doch de meeste van deze
is de Vrijheid!"
Lohman is steeds meer tot de overtui
ging gekomen, dat waar de kerk verdeelt,
het Evangelie vereenigt. Vandaar dat hij
over de kerkmuren heen toenadering wil
de zoeken ook in politici tot allen die in
eénen Zaligmaker geloofden.
Zóó is hij geweest, een strijder voor
Recht en Vrijheid, een handhaver van het
Gezag: een Christen-staatsman in den wa
ren zin des woords.
Vervolgens sprak nog de heer N. G. .1.
van Schouwenburg, voorzitter der Federa
tie, die wees op de noodzakelijkheid zich
de herinnering aan de groote voorvechters
van het Christelijk-ITistorisch beginsel,
zooals Lohman er een was, te verleven
digen.
De landdag werd door den heer D. v. d.
Berg. voorzitter der groep Utrecht, met
dankzegging gesloten.
DE KABINETSVORMING.
De vice-president van den Raad
van State ten Paleize ontvan
gen.
H. M. de Koningin heeft gisternamiddag
ten koninklijken paleize het ïluis ten Bosch
den vice-president van den Raad van State
ter conferentie ontvangen.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Koninklijk besluit is de heer H. J.
II. van Oven, adjunct-commies ten bureele
van den hoofdinspecteur van de volksge
zondheid H. van der Kaa te rekenen van
1 Januari 1929 bevorderd tot commies ten
hureelo van genoemden hoofdinspecteur
op verzoek met inganc: van 21 November
1929 eervol uit den militairen dienst ont
slagen generaal-majoor der infanterie
van het Nederlandsch Indische leger G. A.
Scheffer, onder dankbetuiging voor de
langdurige diensten door hem aan den lan
de bewezen, cn is hem de titulaire rang
van luitenant-generaal verleend;
benoemd tot ridder in de Oranje Xassau-
orde B. Diamant, musicus te Rotterdam,
op verzoek eervol ontslagen met 1 Sept.
dr. II. A. E. van Gelder als leeraar R.II.B.S
te Breda:
benoemd tot leeraar aan de R.H.B.S. te
Schiedam C. J. T. v. d. Maas. thans tijdelijk;
benoemd aan de R.H.B.S. te Middelharnis
tot leeraar B. IJ. Spijkerboor, tbans tijdelijk
en wederom tijdelijk benoemd tot leerares
mej. D. P. A. IIcntschel cn tot leeraar dr.
J. J. A. Frydaghs;
benoemd aan de R.H.B.S. (e Zierikzee tot
leeraar dr. W. J. Klein Wassink en J. M. T.
Hefting, beiden thans tijdelijk en wederom
tijdelijk benoemd tot leerares maj. J. J
Geluk:
tijdelijk benoemd tot leeraar te Coevorden
F. van Biezen te 's-Gravenhage;
benoemd tot leeraar aan de R.H.B.S. te
Gorkum A. v. d. Weif. thans tijdelijk:
benoemd tot lid in het algemeen college
van advies voor de lichamelijke opvoeding
J. M. J. Korpershoek te Amsterdam, voor
zitter van de vereenjging van leeraren en
onderwijzers in de lichamelijke opvoeding
in Nederland:
benoemd tot ridder in de Oranje Xassau-
orde R. Boer TTzn. te Anna Parochie, ge
meente het Bilt, en Jan G. Prakke Jr.. di
recteur van de landbouw'vcnnoolschap der
Nederlandsche fabriek van leder en drijf
riemen voorheen gebrs. .Strakke te IJber-
gen.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
II. M. de Koningin houdt een
toespraak tijdens een
parade.
Men meldt ons uit den Haag
De herdenking van liet honderdjarig be
staan van de Regimenten Grenadiers en
Jagers is Zondag, den oprichtingsdatum,
voortgezel. Des' ochtends half negen droeg
voor de R.K. militairen in het R.K. Militair
Tehuis te Waalsdorp de majoor-aalmoeze
niers J. J. J. Noordman, een plechtige H.
Mis op.
Des middags was er. ondanks minder
gunstig weer, tuiticoncert in het Bosch, in
bet gedeelte behooorende tot de Nieuwe-
of Adtesaire Sociëteit, welk concei t gege
vens werd door de Koninklijke Militaire
Kapel onder leiding van eerste-luitenant
Boer met medewerking \an de tamboers en
hoornblazers der beide jubileerende regi
menten cn hun reünisten.
Prins Hendrik woonde dit feestconcerl
bij en ontving bij zijn binnenkomst een
programma van een van de vier jonge da
mes, officiersdochters, die in marketent
stersuniform Zaterdag in de zalen van don
Dierentuin de receptie hadden opgeluisterd
en ook thans weer alle vier twee als
grenadieie, twee als jageres aanwezig
waren.
Des avonds werd in de zalen van den
Dierentuin een feestmaaltijd voor officieren
en hun reünisten gehouden, waarbij Z.K.H
de Prins aanwezig was als vertegenwoor
diger van H.M. de Koningin.
De viering van hot Grenadiers- én Jagers
eeuwfeest is gisteren voortgezet. Voor de
reünisten was het al weer vroeg dag, want
om half tien was verzamelen geblazen in
den Dierentuin, waar men zich zou vereeni-
ging tot een oud-regiment Grenadiers cn
een oud-regiment Jagers. Den deelnemers
werd nu verzocht in te treden bij de corp
sen en onderdeelen, waartoe zij vroeger
hebben behoord. Aan het hoofd van den
stoet werd opgesteld de muziek van de
mariniers. Daar vlak achter werd de eerë-
groep gevormd, bestaande uit generaals en
kolonels. Wij zagen o.a. deelnemers de gep.
generaals Forbes Wells, oud-chef van den
Generalen Staf, Muller Massis, oud-com
mandant van het veldleger. Jlir. van Such-
telen van de Ilaare, Ridder van Rappard,
Wagner, oud-brigadecommandant, Jhr.
Graswinckel en De Ridder.
De vroegere drie bataljons van het Regi
ment Grenadiers cn van het Regiment Ja
gers volgden achter de eere-groep. Eerst
kwamen de beroeps- en reserve-officieren
in uniformen, vervolgens de oud-militairen
in burger, allen dragende hun eereteeke-
nen.
Als bataljonscommandant fungeerden bij
de Grenadiers Kolonel Backer, overste Van
Dam en Overste van Oorschot, als comman
dant over het geheel trad op de gep. gene
raal IJ. ter Beek. Over de Jagers voerde
het bevel de gep. generaal Boellaard, bij
gestaan door de bataljon-commandant,
overste Scliill, Kolonel Verberne en Majoor
Bijleveld.
Tegen half elf vertrok de stoet, onder het
oppercommando van generaal Weber, die
te paard gezeten was, naar het Malieveld
ter bijwoning van de groote parade. Op
weg daarheen trokken de reünisten veel
bekijks van het inmiddels naar het Malie
veld toestroomende publiek.
Ter voortzetting van de viering van het
eeuwfeest der reginiontcn grenadiers en
jagers werd hedenochtend in het Malie
veld een parade gehouden, welke behalve
door Koningin, Prins cn Prinses, werd hij-
gewoond door tal van burgerlijke en mili
taire autoriteiten, als onderscheidene mi
nisters, de Commissaris dei- Koningin in
Zuid-Holland, de burgemeester der Resi
dentie en tal van actief dienende en ge
pensioneerde opper- en andere officieren
van land- en zeemacht.
Tijdens de parade hield de Koningin een
toespraak tot de feestvierende regimenten,
waarin Hare Majesteit met erkentelijkheid
gedacht de diensten door de regimenten
aan het vaderland bewezen en de plichts
betrachting die de regimenten steeds cn
onder alle omstandigheden kenmerkte, ook
toen dank zij hun paraatheid en die van
geheel onze weermacht de onheilen van
den omringenden wereldoorlog ons ge
spaard zijn gebleven en Nederland zich
dientengevolge heeft kunnen blijven wij
den aan vredelievende ontwikkeling van
zijn volksbestaan. Xa het uitspreken van
het vertrouwen dat de regimenten de eer
van hun vaandel altijd hoog zullen hou
den, eindigde de Koningin met een „Leve
het Vaderland", „Leve de regimenten gre
nadiers en jagers".
Luide hoera's weergalmden hierop over
het veld.
De brigade-commandant, kolonel jhr
Van Hol the, beantwoordde Hr. Ms. toe
spraak en eindigde met een „Leve II. M. de
Koningin", waarop eveneens een driewerf
hoera opging.
Ter gelegenheid van het eeuwfeest is Ko
lonel jhr. Van Hol the benoemd tot riddep
in de orde van den Nederlandschcn Leeuw
en zijn luitenant-kolonels W. Froger en W
G. van Hoogenhuijze, commandant onder
scheidenlijk van het regiment grenadiers
en van het regiment jagers benoemd tot
adjudant in b d. van de Koningin, is de
eerste luitenant van het regiment jagers
A. deii Hertog tot ridder in de Oranje Nas-
sau-orde met dé zwaarden cn is de eero-
medaille der Oranje Na.ssau-orde in zilver
mes gekruisde zwaarden verleend aan de
adjudanten-onderofficieren administrateurs
A. J. P. Ilesliusius cn C. II Nieuwmeijer,
alsmede aan den sergeant P. A. Buijs, ter
wijl voorts aan den gep. gcneraal-majoor
titulair jhr. C. L. van Suchtelcn van de
Haarde de titulaire rang van luitenant-ge
neraal aan den gepens. kolonel-titulair J.
IJ. F. graaf du Monceau de titulaire rang
van generaal-majoor en aan den gepens.
majoor titulair jhr. A. M. C. II. Bowier de
titulaire rang van luitenant-kolonel is
verleend.
BEGRAFENIS MEVR. R. W. v. d. FEEN—
CARSTEN.
Het slachtoffer van een tragisch
ongeval in Zwitserland.
Op Nieuw Eik cn Duinen te "sGravcn-
hage werd gistermiddag ter aarde besteld
het stoffelijk overschot van wijlen mevrouw
R. W. v. cl. Fecn— Carstcn, die eenige da
gen geleden tengevolge van een ongeval in
Zwitserland op tragische wijzen om het le
ven kwam.
Do belangstelling was zeer groot. Onder
de aanwezigen waren mr. ter Pelkwijk, ge
meente-secretaris, wethouder Vnjonhoek,
mr. Rijken, chef van het kabinet van den
burgemeester, vele vrienden van de fami
lie van der 1 een, vooral uit de kringen van
ambtenaren ten stadhuize en uit de ten
niswereld, o.a. dr. Broese van Groenau.
Een schat an bloemen dekte de baar.
Nadat de familie in de rouwkamer was
ontvangen, terwijl liet orgel zachte muziek
len gehoore bracht, begaf men zich graf
waarts.
Aan de groeve werd niet gesproken; de
echtgenoot van de ontslapene, mr. M. v. d.
Feen, referendaris ter gemeente-secretarie,
bedankte allen voor de laatste eer.
DURE PRINCIPES!
Met de Araersfoortsche duiten
Gaat het Amersfoortsch publiek
Fijn een avond passagieren
Vol genoegen, magnifique,
Naar het zeer verstandig Utrecht
Dat juist nu weer is in trek
Door het machtig reuzen-circus
Van de firma Hagenbeek!
O, Wat deed men hier onnóozel
Met dat paardenspel gedoe
Want we jagen nu de menschel»
Keurig naar den vreemde toe!
VreesTijk zware idealen
Zijn er hier de oorzaak van
Doch het blijken dure zaken
Waar geen mensch van leven kan
Heer Leguit lacht in z'n vuistje
Evenals de tram cn trein
Juichen samen in extase
X'u wé zoo onhandig zijn!
Laten we niet langer doorgaan
Met die muggen zifterij
En hier zulke buitenkansjes
lagen onze deur voorbij.
Tegen pijnigen van dieren
Trekt men heel terecht van leer
Maar deez' actie is „Jan Klaassen"
Want men pijnigt hier niet meer,
Dan in 't doodgewone leven!
'k Was er vaak getuige van
Dat een dier door liefde 't vlugste
En het meeste leeren kan!
Door deez' paardenspel-tragedie
Komen wij hier weer to kor)
En de Stad is 't, die eenvoudig
Door 't verbod mishandeld wordt? A'
Als «Ie dieren konden snappen
Deze Ainersfoorlsche bok
Lachten ze orn zulk een onzin
In hun goed verzorgde hok
En ze zouden hardop zeggen:
„Dat 's toch wel een beetje gek'
Liever dan een „Keionlrekker
Ben ik dier bij Hagenbeek!'
G BOEG ROE.
(Alle rechten voorbehouden)
ARBEIDSONGEVALLEN.
Men meldt ons uit Rotterdam:
Zaterdagavond is de 49-jarige arbeider
W. op de Putsche Laan van de trap van
zijn woning gevallen cn dood opgenomen.
Üe 22-jarige loodgieter .T. v. D. is van
een dak op de Beierlandschc laan geval
len. Met een zware schedelbreuk werd hij
naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij la
ter is overleden.
ERNSTIG AUTOBUSONGELUK.
Een azbeider gedood.
Gistermorgen orn half zes had te Leeu
warden een ernstig ongeluk plaats. Een
autobus van Harlingen, welke geregeld de
ZuiderzeeweiKers van Leeuwarden naar
hun werk vervoert, reed op den hoek Span-
jaadslaanLeeuvverikstraat tegen het trot
toir aan cn kantelde. De chauffeur, de 23-
jarige W. Tobbe van De Wilp (gemeente
Maren) kende den weg niet goed cn reecl
per abus de Leeuvverikstraat in. Toen hij
bemerkte dat hij verkeerd reed, gooide hij
het stuur om. Dit sloeg echter terug en de
auto raakte het trottoir met het bekende
gevolg. De 25-jarige arbeider A. Linteng,
afkomstig van Drachten, zag het ongeluk
aankomen en trachtte nog de auto te ver
laten. Dit was echter zijn ongeluk. Hij
kwam onder de bus terecht. Hij werd ern-
tig gewond opgenomen en naar het Diaco-
nessenhuis aan den Noordersingel vervoerd
waar hij spoedig overleed. De overige in
zittenden bekwamen geen letsel.
Naar het Engelscb van
jr Or 'A. T. QUILLER—COUCH.
IS
Nadat de eerste schok, het vreeselijk ge
voel van scheiding voorbij was, bracht oom
Loveday mij naar bed cn daar sliep ik ein
delijk in. De folterende pijn van zooveel
verdriet dwong mij te slapen, cn die slaap
was noodzakelijk; ik was zoo uitgeput door
gebrek aan slaap cn door opgewondenheid,
dat zelfs geen droom mijn slaap verstoorde.
Het was tien uur 's morgens toen ik wak
ker werd cn ik zag oom aan mijn bed zit
ten. Weder scheen de zon vroolijk daar
buiten; de geheele wereld zag er zoo kalm
en gelukkig uit en mijn eerste gedachte
was het bed uit te springen en naar mijn
moeders kamer te loopen. Toen vielen mijn
oogen op oom Loveday en de geheele vree-
selijke waarheid kwam spoedig terug in
mijn ontwakende hersenen. Met een zucht
viel ik terug in het kussen.
Oom Loveday zag mijn ontwaken: hij
kwam bij mijn bed en vatte mijn hand.
„Jasper, mijn jongen, ben je wat beter?"
Na een korten strijd tegen mijn smart
vatte ik moed en antwoordde bevestigend.
„Je bent een dappere jongen. Ik vraag
het je omdat ik je nog iels te zeggen heb.
Ik ben dokter, dat weet je, Jasper, en dus
kan je mij vertrouwen wanneer ik jo zeg
dat het nergens voor dient iemand wat
>vijs te maken om hem te sparen. Het is al
tijd het beste de pijn ineens te voelen cn er
geen doekjes orn te winden, tenminste dat
is mijn ondervinding. Welnu, mijn beste
jongen, ofschoon de hemel weet dat je al
verdriet genoeg gehad hebt, is er nog iets
dat ik je vertellen moet cn als jij de jongen
bent waar ik je voor aanzie, dan is het
het beste het je dadelijk-te zeggen."
Ik vroeg mij af wat mij nu weer zou
wachten; ik ging overeind zitten en keek
mijn oom wanhopig aan.
„Jasper, je denkt, niet waar, dat je vader
verdronken is?"
„Natuurlijk, oom!"
,,IJij is niet verdronken".
„Niet verdronken?"
„Neen, Jasper, hij is vermoord".
De woorden kwamen langzaam en plech
tig over zijn lippen en zelfs bij den eersten
schok van verbazing begreep ik de geheele
waarheid. Dit was dus de verklaring van
den indruk dien het noemen van mijn
naam op die twee vreemde mannen ge
maakt had. Dit was de reden waarom, toen
wij samen op de Doodemans Rots zaten, de
oogen van John Railton de mijne nooit
hadden willen ontmoeten; dit was de re
den waarom de moordenaar mij zoo kwaad
aardig op de Ready Money-kust had aange
pakt. De weinige woorden die mijn oom
had uitgesproken begonnen het vreeselijke
raadsel der twee laatste dagen op te lossen,
zoodat ik al half kon vermoeden wat het
antwoord zou wezen toen ik vroeg:
„Vermoord! Hoe dan?"
„Hij werd doodgestoken".
Ik wist het, want ik herinnerde mij de
leege scheede die aan Rhodojani's gordel
hing en hoorde weder Railtons woorden:
„Kapitein, het was uw mes". Even zeker als
ik het wapen in de scheede bad kunnen
steken, wist ik dat die man mijn vader had
vermoord. En zoodra ik dat wist verdween
mijn angst voor hem cn werd vervangen
door een doodelijken woes ten haat; op 't
oogenblik kon ik niets uitvoeren, maar de
dag zou komen wanneer hij op zijn hoede
moest wezen. Dat de man die zich uitgaf
voor Georgio Rhodojani, schuldig was aan
den dood van één persoon, dat, had ik met
eigen oogen gezien; dat hij nog twee levens
meer op zijn verantwoording had want
de hand die mijn vader had vermoord was
ook schuldig aan den dood van mijn moe-1
der dat wist ik maar al te goed.
„En de duivel nam wat zijn deel hij
vond!"
Neen, nog niet: er was nog een onschat
bare ziel, waar hij op wachtte.
„Hij werd doodgestoken," herhaalde oom
Loveday, „in liet hart gestoken, van achte
ren. Ik heb dit lemmet gevonden, toen ik
het lijk van je armen vader onderzocht.
Het was afgebroken bij het gevest en in de
wond blijven zitten, welke niet veel gebloed
kan hebben. De dood moet onmiddellijk
zijn ingetreden. Het is een zonderlinge ge
schiedenis, Jasper, en een zonderling lem
met ook."
Ik nam het lemmet uil zijn hand. ITet
was lang, scherp cn merkwaardig bewerkt,
de eene kant was geheel glad, maar de an
dere was gedekt met ingewikkelde teekens,
met een rand van fijne vruchten cn bloe
men; ik las de spreuk „Ricordali."
„Wat beteekent dat woord?" vroeg ik,
'terwijl ik het oom teruggaf. Mijn stem was
zoo vast en kalm, dat oom mij verbaasd
aanzag voor hij antwoordde:
„Het is geen Latijn, Jasper, maar het lijkt
op Latijn en ik zou denken dat het „Herin
nering" hefeek^nt nf jef.s dergelijk®--"
„Herinnering," herhaalde ik. „Ik zal het
mij herinneren, oom. Zoo zeker als vader
vermoord is, zal ik eraan denken, wanneer
de tijd gekomen is."
Het waren zonderlinge woorden voor een
jongen. Oom keek mij weer aan, maar daar
hij wel begreep, of misschien dacht dat
mijn hoofd in do war was door het verdriet,
zei hij niets meer.
„Heeft u het aan iemand verteld?" vroeg
ik eindelijk.
„Ik heb nog niemand gezien. Er zal na
tuurlijk een onderoek plaats hebben, maar
in dit geval kan een onderzoek niets uit
richten. De moordenaar en de vermoorde
zijn beiden reeds ter verantwoording geroe
pen. Maar waar zou de man gebleven zijn
die zijn getuigenis heeft afgelegd? Het was
een onwaarschijnlijk verhaal en dat. alles
maakt het nog meer verdacht. Maar lieve
hemel!" riep mijn oom plotseling uit, „dat
dit mij niet eerder ingevallen is' Je vader
zou varen op de „Belle Fortune" cn die man
gaf den naam „James and Elisabeth" op.
„ITet was de „Belle Fortune" en de man
heeft onwaarheid gesproken.
„Dat denk ik ook."
„Ik weet het zeker."
„Hoe kan je dat zeker weten?"
„Omdat de „James and Elisabeth" op T
oogenblik in de haven te Falmouth ligt en
de kapitein logeert in de Lugger."
Toen vertelde ik hem dat ik den kapitein
Antonius Merrydew gesproken had. Ach,
mijn hart had behoefte zich uit te spreken,
ik vertelde de geheele geschiedenis van
mijn ontmoeting rnet John Railton en wat
er op de Doodemans Rots was gebeurd.
Ieder woord vertelde ik, tot hetgeen de
doode man had nagelaten toe het pakje
en den hriof rli^n ik in eten kocsdaj vers.to.pt
had. Naarmate ik verder vertelde, werden
mijn oom's oogen al grooter cn grooter van
verbazing. Maar ik vertelde steeds door lot
aan het einde toe en hij twijfelde niet meef
zooals zoo pos of ik wel goed bij 't hoofd
was, maar zijn aandacht en belangstelling
werden steeds grooter.
Toen mijn verhaal uit was, ontstond er
een langdurig stilzwijgen. Eindelijk zei oom
Loveday:
„Het is een merkwaardig verhaal een
heel merkwaardig verhaal," zei hij lang
zaam cn peinzend. „Ik heb in mijn leven
niet zoo'n vreemd verhaal gehoord. Maar
de man moet gepakt worden. Hij kan nog
niet ver hier vandaan zijn als hij, zooals* je
zegt, gisternacht nog te Lantrig was. Ik
veronderstel dat ze hem al aan het zoe
ken zijn in de buurt van Polkimbra, nadat
zij de verklaring van den kapitein gehoord
hebben, maar toch zal ik Joe Roscaria et
op af sturen, die beneden is. Ik moet een
pijp rooken, Jasper, om er nog eens goed
over na te denken. Gewoonlijk rook ik niet
veel, je tante houdt niet van den reuk.
Maar het verzamelt je gedachten en dit
is wel de moeite waard om er over na te
denken. Jij kan je intusschen wel aanklee-
den als je je gezond genoeg gevoelt om op
te staan. En loop dan even naar den stal
cn haal het pakje dat je daar verstopt hebt,
we zullen het samen doorlezen als ik mijn
pijp gerookt heb. Het is een merkwaardig
verhaal", herhaalde hij, terwijl hij de deur
langzaam opendeed, „een wonderlijke ge
schiedenis. Ik moet een pijp rooken. Een
heel merkwaardige geschiedenis."
Dit zeggende ging hij naar beneden en
ik ging mij aankleeden.
AVordt vervolgd).