AM ÊOvSFOOKTSClH DAGBLAD ZOMER OPRUIMING DOODEMANS ROTS. Dinsdag 9 Juli 1929 OF EF.M? AWDEP.' 28e Jaargang Ne. 8 BINNENLAND DE FIGUUR VAN LOHMAN HERDACHT HET JUBILEERENDE REGIMENT N.V. COMPAGNIE LYONNAISE EEN MARSCH VAN REÜNISTEN Onderscheidingen FEUILLETON. De lieercn van Matsen, van Gijbland Oosterhoff, de Geer en van Schouwenburg als sprekers Christ. Historische jongeren op Drafoa bijeen Zn'er dag vond op het landgoed Draf na ïe Bussum een door verschillende C.-H. 'Jongerengroepen gezamenlijk georgani seerde landdag plaats, waarvan de leiding in handen van den heer A. J. Schalkwijk, voorzitter van de groep Bussum, berustte Niettegenstaande de minder gunstige weers omstandigheden, was deze bijeenkomst druk bezocht. De beer IT. van Malsen sprak over „Te rug naar Rome; hoe dacht Lobman daar over?" Spr. teekende Lobman als een Christen-strijder. Lohman's Christendom was een militant Christendom. Voor het Christendom zijn de beslissende slagen niet gevallen aan de lieflijke boorden van de Jordaan, maar op het Westelijke Front. Om bet Christendom in onze natie te doen zegevieren, heeft hij op het oude llorri'- gewezen, daarvoor is hij naar het Homo der catacomben cn der vervolgingen terug gegaan. De strijd voor de Christelijke vrij heid heeft hij gestreden op zoo menig ter rein. Op onderwijsgebied, de aanioljing voor zijn eerste politiek optreden; op kor- keiijk terrein, zijn strijd voor de Vrij he'd der Kerk; op het gebied der gsesi-dijk"; vrijheid, wanneer hij Tacitus' woorden zich voor oogen stelde, om ze te kunnen na zeggen: „Wij leven in zulke gelukkige om standigheden. waarin mehi denken mag wat men wil. en zeggen mag, wat men denkt." In zooverre was hij de meest ongehoor zame Christen, dat hij niet kon berusten in eenigerlei onrechtvaardige dwang. Eén, die de woorden van mr Groen van Prin- sterer getrouwelijk wilde nazeggen „Een staatsman niet. een Evangelie-belijder!" Vervolgens sprak mr. dr. IT. II. A. van Gijbland Oosterhoff over: „De geest van Lohman". Lolnnan was geen persoonlijk heid vatbaar voor de ontrafelende ar.alysee- n'ng van de moderne levensbeschrijvers. Een man uit één 'stuk, geen heilige; niets inenschelljks was hem vreemd. Vandaar zijn nederigheid, die hem hulp deed zoeken bij den éénigen Leidsman, waardoor hij kracht, verkreeg om alleen te staan, zooals op den dag op Seinpost, toen hij door het anti-revolutionaire volk werd uitgestooten. Kracht ook voor zijn opkomen voor het recht van de onderdrukten tegen de over- heersching van het „denkend deel der na tie". in den schoolstrijd. Vooral ook voor de vrijheid kwam hij op. hetgeen h'j hij de kwestie-Tak van Poortvliet heeft getoond, toen hij orn de vrijheid van een zelfstan dig oordeel brak met den partijdwang van Kuyper. En ten slotte de man van het gezag, gelijk hij nog in 1918 getoon 1 heeft, toen hij op zijn ziekbed bet zijne heeft bijgedragen voor de organisatie van het or delievend volksdeel tegen Troelstra's machtsgreep. .Thr. mr. de Geer heeft met eerbiedvolle toespeling op het Bijbelwoord Lohman's staatkundig denken aldus zeer juist ver tolkt „Nu blijft dan Gezag, Recht en Vrij heid, deze drie: doch de meeste van deze is de Vrijheid!" Lohman is steeds meer tot de overtui ging gekomen, dat waar de kerk verdeelt, het Evangelie vereenigt. Vandaar dat hij over de kerkmuren heen toenadering wil de zoeken ook in politici tot allen die in eénen Zaligmaker geloofden. Zóó is hij geweest, een strijder voor Recht en Vrijheid, een handhaver van het Gezag: een Christen-staatsman in den wa ren zin des woords. Vervolgens sprak nog de heer N. G. .1. van Schouwenburg, voorzitter der Federa tie, die wees op de noodzakelijkheid zich de herinnering aan de groote voorvechters van het Christelijk-ITistorisch beginsel, zooals Lohman er een was, te verleven digen. De landdag werd door den heer D. v. d. Berg. voorzitter der groep Utrecht, met dankzegging gesloten. DE KABINETSVORMING. De vice-president van den Raad van State ten Paleize ontvan gen. H. M. de Koningin heeft gisternamiddag ten koninklijken paleize het ïluis ten Bosch den vice-president van den Raad van State ter conferentie ontvangen. UIT DE STAATSCOURANT. Bij Koninklijk besluit is de heer H. J. II. van Oven, adjunct-commies ten bureele van den hoofdinspecteur van de volksge zondheid H. van der Kaa te rekenen van 1 Januari 1929 bevorderd tot commies ten hureelo van genoemden hoofdinspecteur op verzoek met inganc: van 21 November 1929 eervol uit den militairen dienst ont slagen generaal-majoor der infanterie van het Nederlandsch Indische leger G. A. Scheffer, onder dankbetuiging voor de langdurige diensten door hem aan den lan de bewezen, cn is hem de titulaire rang van luitenant-generaal verleend; benoemd tot ridder in de Oranje Xassau- orde B. Diamant, musicus te Rotterdam, op verzoek eervol ontslagen met 1 Sept. dr. II. A. E. van Gelder als leeraar R.II.B.S te Breda: benoemd tot leeraar aan de R.H.B.S. te Schiedam C. J. T. v. d. Maas. thans tijdelijk; benoemd aan de R.H.B.S. te Middelharnis tot leeraar B. IJ. Spijkerboor, tbans tijdelijk en wederom tijdelijk benoemd tot leerares mej. D. P. A. IIcntschel cn tot leeraar dr. J. J. A. Frydaghs; benoemd aan de R.H.B.S. (e Zierikzee tot leeraar dr. W. J. Klein Wassink en J. M. T. Hefting, beiden thans tijdelijk en wederom tijdelijk benoemd tot leerares maj. J. J Geluk: tijdelijk benoemd tot leeraar te Coevorden F. van Biezen te 's-Gravenhage; benoemd tot leeraar aan de R.H.B.S. te Gorkum A. v. d. Weif. thans tijdelijk: benoemd tot lid in het algemeen college van advies voor de lichamelijke opvoeding J. M. J. Korpershoek te Amsterdam, voor zitter van de vereenjging van leeraren en onderwijzers in de lichamelijke opvoeding in Nederland: benoemd tot ridder in de Oranje Xassau- orde R. Boer TTzn. te Anna Parochie, ge meente het Bilt, en Jan G. Prakke Jr.. di recteur van de landbouw'vcnnoolschap der Nederlandsche fabriek van leder en drijf riemen voorheen gebrs. .Strakke te IJber- gen. UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT II. M. de Koningin houdt een toespraak tijdens een parade. Men meldt ons uit den Haag De herdenking van liet honderdjarig be staan van de Regimenten Grenadiers en Jagers is Zondag, den oprichtingsdatum, voortgezel. Des' ochtends half negen droeg voor de R.K. militairen in het R.K. Militair Tehuis te Waalsdorp de majoor-aalmoeze niers J. J. J. Noordman, een plechtige H. Mis op. Des middags was er. ondanks minder gunstig weer, tuiticoncert in het Bosch, in bet gedeelte behooorende tot de Nieuwe- of Adtesaire Sociëteit, welk concei t gege vens werd door de Koninklijke Militaire Kapel onder leiding van eerste-luitenant Boer met medewerking \an de tamboers en hoornblazers der beide jubileerende regi menten cn hun reünisten. Prins Hendrik woonde dit feestconcerl bij en ontving bij zijn binnenkomst een programma van een van de vier jonge da mes, officiersdochters, die in marketent stersuniform Zaterdag in de zalen van don Dierentuin de receptie hadden opgeluisterd en ook thans weer alle vier twee als grenadieie, twee als jageres aanwezig waren. Des avonds werd in de zalen van den Dierentuin een feestmaaltijd voor officieren en hun reünisten gehouden, waarbij Z.K.H de Prins aanwezig was als vertegenwoor diger van H.M. de Koningin. De viering van hot Grenadiers- én Jagers eeuwfeest is gisteren voortgezet. Voor de reünisten was het al weer vroeg dag, want om half tien was verzamelen geblazen in den Dierentuin, waar men zich zou vereeni- ging tot een oud-regiment Grenadiers cn een oud-regiment Jagers. Den deelnemers werd nu verzocht in te treden bij de corp sen en onderdeelen, waartoe zij vroeger hebben behoord. Aan het hoofd van den stoet werd opgesteld de muziek van de mariniers. Daar vlak achter werd de eerë- groep gevormd, bestaande uit generaals en kolonels. Wij zagen o.a. deelnemers de gep. generaals Forbes Wells, oud-chef van den Generalen Staf, Muller Massis, oud-com mandant van het veldleger. Jlir. van Such- telen van de Ilaare, Ridder van Rappard, Wagner, oud-brigadecommandant, Jhr. Graswinckel en De Ridder. De vroegere drie bataljons van het Regi ment Grenadiers cn van het Regiment Ja gers volgden achter de eere-groep. Eerst kwamen de beroeps- en reserve-officieren in uniformen, vervolgens de oud-militairen in burger, allen dragende hun eereteeke- nen. Als bataljonscommandant fungeerden bij de Grenadiers Kolonel Backer, overste Van Dam en Overste van Oorschot, als comman dant over het geheel trad op de gep. gene raal IJ. ter Beek. Over de Jagers voerde het bevel de gep. generaal Boellaard, bij gestaan door de bataljon-commandant, overste Scliill, Kolonel Verberne en Majoor Bijleveld. Tegen half elf vertrok de stoet, onder het oppercommando van generaal Weber, die te paard gezeten was, naar het Malieveld ter bijwoning van de groote parade. Op weg daarheen trokken de reünisten veel bekijks van het inmiddels naar het Malie veld toestroomende publiek. Ter voortzetting van de viering van het eeuwfeest der reginiontcn grenadiers en jagers werd hedenochtend in het Malie veld een parade gehouden, welke behalve door Koningin, Prins cn Prinses, werd hij- gewoond door tal van burgerlijke en mili taire autoriteiten, als onderscheidene mi nisters, de Commissaris dei- Koningin in Zuid-Holland, de burgemeester der Resi dentie en tal van actief dienende en ge pensioneerde opper- en andere officieren van land- en zeemacht. Tijdens de parade hield de Koningin een toespraak tot de feestvierende regimenten, waarin Hare Majesteit met erkentelijkheid gedacht de diensten door de regimenten aan het vaderland bewezen en de plichts betrachting die de regimenten steeds cn onder alle omstandigheden kenmerkte, ook toen dank zij hun paraatheid en die van geheel onze weermacht de onheilen van den omringenden wereldoorlog ons ge spaard zijn gebleven en Nederland zich dientengevolge heeft kunnen blijven wij den aan vredelievende ontwikkeling van zijn volksbestaan. Xa het uitspreken van het vertrouwen dat de regimenten de eer van hun vaandel altijd hoog zullen hou den, eindigde de Koningin met een „Leve het Vaderland", „Leve de regimenten gre nadiers en jagers". Luide hoera's weergalmden hierop over het veld. De brigade-commandant, kolonel jhr Van Hol the, beantwoordde Hr. Ms. toe spraak en eindigde met een „Leve II. M. de Koningin", waarop eveneens een driewerf hoera opging. Ter gelegenheid van het eeuwfeest is Ko lonel jhr. Van Hol the benoemd tot riddep in de orde van den Nederlandschcn Leeuw en zijn luitenant-kolonels W. Froger en W G. van Hoogenhuijze, commandant onder scheidenlijk van het regiment grenadiers en van het regiment jagers benoemd tot adjudant in b d. van de Koningin, is de eerste luitenant van het regiment jagers A. deii Hertog tot ridder in de Oranje Nas- sau-orde met dé zwaarden cn is de eero- medaille der Oranje Na.ssau-orde in zilver mes gekruisde zwaarden verleend aan de adjudanten-onderofficieren administrateurs A. J. P. Ilesliusius cn C. II Nieuwmeijer, alsmede aan den sergeant P. A. Buijs, ter wijl voorts aan den gep. gcneraal-majoor titulair jhr. C. L. van Suchtelcn van de Haarde de titulaire rang van luitenant-ge neraal aan den gepens. kolonel-titulair J. IJ. F. graaf du Monceau de titulaire rang van generaal-majoor en aan den gepens. majoor titulair jhr. A. M. C. II. Bowier de titulaire rang van luitenant-kolonel is verleend. BEGRAFENIS MEVR. R. W. v. d. FEEN— CARSTEN. Het slachtoffer van een tragisch ongeval in Zwitserland. Op Nieuw Eik cn Duinen te "sGravcn- hage werd gistermiddag ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen mevrouw R. W. v. cl. Fecn— Carstcn, die eenige da gen geleden tengevolge van een ongeval in Zwitserland op tragische wijzen om het le ven kwam. Do belangstelling was zeer groot. Onder de aanwezigen waren mr. ter Pelkwijk, ge meente-secretaris, wethouder Vnjonhoek, mr. Rijken, chef van het kabinet van den burgemeester, vele vrienden van de fami lie van der 1 een, vooral uit de kringen van ambtenaren ten stadhuize en uit de ten niswereld, o.a. dr. Broese van Groenau. Een schat an bloemen dekte de baar. Nadat de familie in de rouwkamer was ontvangen, terwijl liet orgel zachte muziek len gehoore bracht, begaf men zich graf waarts. Aan de groeve werd niet gesproken; de echtgenoot van de ontslapene, mr. M. v. d. Feen, referendaris ter gemeente-secretarie, bedankte allen voor de laatste eer. DURE PRINCIPES! Met de Araersfoortsche duiten Gaat het Amersfoortsch publiek Fijn een avond passagieren Vol genoegen, magnifique, Naar het zeer verstandig Utrecht Dat juist nu weer is in trek Door het machtig reuzen-circus Van de firma Hagenbeek! O, Wat deed men hier onnóozel Met dat paardenspel gedoe Want we jagen nu de menschel» Keurig naar den vreemde toe! VreesTijk zware idealen Zijn er hier de oorzaak van Doch het blijken dure zaken Waar geen mensch van leven kan Heer Leguit lacht in z'n vuistje Evenals de tram cn trein Juichen samen in extase X'u wé zoo onhandig zijn! Laten we niet langer doorgaan Met die muggen zifterij En hier zulke buitenkansjes lagen onze deur voorbij. Tegen pijnigen van dieren Trekt men heel terecht van leer Maar deez' actie is „Jan Klaassen" Want men pijnigt hier niet meer, Dan in 't doodgewone leven! 'k Was er vaak getuige van Dat een dier door liefde 't vlugste En het meeste leeren kan! Door deez' paardenspel-tragedie Komen wij hier weer to kor) En de Stad is 't, die eenvoudig Door 't verbod mishandeld wordt? A' Als «Ie dieren konden snappen Deze Ainersfoorlsche bok Lachten ze orn zulk een onzin In hun goed verzorgde hok En ze zouden hardop zeggen: „Dat 's toch wel een beetje gek' Liever dan een „Keionlrekker Ben ik dier bij Hagenbeek!' G BOEG ROE. (Alle rechten voorbehouden) ARBEIDSONGEVALLEN. Men meldt ons uit Rotterdam: Zaterdagavond is de 49-jarige arbeider W. op de Putsche Laan van de trap van zijn woning gevallen cn dood opgenomen. Üe 22-jarige loodgieter .T. v. D. is van een dak op de Beierlandschc laan geval len. Met een zware schedelbreuk werd hij naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij la ter is overleden. ERNSTIG AUTOBUSONGELUK. Een azbeider gedood. Gistermorgen orn half zes had te Leeu warden een ernstig ongeluk plaats. Een autobus van Harlingen, welke geregeld de ZuiderzeeweiKers van Leeuwarden naar hun werk vervoert, reed op den hoek Span- jaadslaanLeeuvverikstraat tegen het trot toir aan cn kantelde. De chauffeur, de 23- jarige W. Tobbe van De Wilp (gemeente Maren) kende den weg niet goed cn reecl per abus de Leeuvverikstraat in. Toen hij bemerkte dat hij verkeerd reed, gooide hij het stuur om. Dit sloeg echter terug en de auto raakte het trottoir met het bekende gevolg. De 25-jarige arbeider A. Linteng, afkomstig van Drachten, zag het ongeluk aankomen en trachtte nog de auto te ver laten. Dit was echter zijn ongeluk. Hij kwam onder de bus terecht. Hij werd ern- tig gewond opgenomen en naar het Diaco- nessenhuis aan den Noordersingel vervoerd waar hij spoedig overleed. De overige in zittenden bekwamen geen letsel. Naar het Engelscb van jr Or 'A. T. QUILLER—COUCH. IS Nadat de eerste schok, het vreeselijk ge voel van scheiding voorbij was, bracht oom Loveday mij naar bed cn daar sliep ik ein delijk in. De folterende pijn van zooveel verdriet dwong mij te slapen, cn die slaap was noodzakelijk; ik was zoo uitgeput door gebrek aan slaap cn door opgewondenheid, dat zelfs geen droom mijn slaap verstoorde. Het was tien uur 's morgens toen ik wak ker werd cn ik zag oom aan mijn bed zit ten. Weder scheen de zon vroolijk daar buiten; de geheele wereld zag er zoo kalm en gelukkig uit en mijn eerste gedachte was het bed uit te springen en naar mijn moeders kamer te loopen. Toen vielen mijn oogen op oom Loveday en de geheele vree- selijke waarheid kwam spoedig terug in mijn ontwakende hersenen. Met een zucht viel ik terug in het kussen. Oom Loveday zag mijn ontwaken: hij kwam bij mijn bed en vatte mijn hand. „Jasper, mijn jongen, ben je wat beter?" Na een korten strijd tegen mijn smart vatte ik moed en antwoordde bevestigend. „Je bent een dappere jongen. Ik vraag het je omdat ik je nog iels te zeggen heb. Ik ben dokter, dat weet je, Jasper, en dus kan je mij vertrouwen wanneer ik jo zeg dat het nergens voor dient iemand wat >vijs te maken om hem te sparen. Het is al tijd het beste de pijn ineens te voelen cn er geen doekjes orn te winden, tenminste dat is mijn ondervinding. Welnu, mijn beste jongen, ofschoon de hemel weet dat je al verdriet genoeg gehad hebt, is er nog iets dat ik je vertellen moet cn als jij de jongen bent waar ik je voor aanzie, dan is het het beste het je dadelijk-te zeggen." Ik vroeg mij af wat mij nu weer zou wachten; ik ging overeind zitten en keek mijn oom wanhopig aan. „Jasper, je denkt, niet waar, dat je vader verdronken is?" „Natuurlijk, oom!" ,,IJij is niet verdronken". „Niet verdronken?" „Neen, Jasper, hij is vermoord". De woorden kwamen langzaam en plech tig over zijn lippen en zelfs bij den eersten schok van verbazing begreep ik de geheele waarheid. Dit was dus de verklaring van den indruk dien het noemen van mijn naam op die twee vreemde mannen ge maakt had. Dit was de reden waarom, toen wij samen op de Doodemans Rots zaten, de oogen van John Railton de mijne nooit hadden willen ontmoeten; dit was de re den waarom de moordenaar mij zoo kwaad aardig op de Ready Money-kust had aange pakt. De weinige woorden die mijn oom had uitgesproken begonnen het vreeselijke raadsel der twee laatste dagen op te lossen, zoodat ik al half kon vermoeden wat het antwoord zou wezen toen ik vroeg: „Vermoord! Hoe dan?" „Hij werd doodgestoken". Ik wist het, want ik herinnerde mij de leege scheede die aan Rhodojani's gordel hing en hoorde weder Railtons woorden: „Kapitein, het was uw mes". Even zeker als ik het wapen in de scheede bad kunnen steken, wist ik dat die man mijn vader had vermoord. En zoodra ik dat wist verdween mijn angst voor hem cn werd vervangen door een doodelijken woes ten haat; op 't oogenblik kon ik niets uitvoeren, maar de dag zou komen wanneer hij op zijn hoede moest wezen. Dat de man die zich uitgaf voor Georgio Rhodojani, schuldig was aan den dood van één persoon, dat, had ik met eigen oogen gezien; dat hij nog twee levens meer op zijn verantwoording had want de hand die mijn vader had vermoord was ook schuldig aan den dood van mijn moe-1 der dat wist ik maar al te goed. „En de duivel nam wat zijn deel hij vond!" Neen, nog niet: er was nog een onschat bare ziel, waar hij op wachtte. „Hij werd doodgestoken," herhaalde oom Loveday, „in liet hart gestoken, van achte ren. Ik heb dit lemmet gevonden, toen ik het lijk van je armen vader onderzocht. Het was afgebroken bij het gevest en in de wond blijven zitten, welke niet veel gebloed kan hebben. De dood moet onmiddellijk zijn ingetreden. Het is een zonderlinge ge schiedenis, Jasper, en een zonderling lem met ook." Ik nam het lemmet uil zijn hand. ITet was lang, scherp cn merkwaardig bewerkt, de eene kant was geheel glad, maar de an dere was gedekt met ingewikkelde teekens, met een rand van fijne vruchten cn bloe men; ik las de spreuk „Ricordali." „Wat beteekent dat woord?" vroeg ik, 'terwijl ik het oom teruggaf. Mijn stem was zoo vast en kalm, dat oom mij verbaasd aanzag voor hij antwoordde: „Het is geen Latijn, Jasper, maar het lijkt op Latijn en ik zou denken dat het „Herin nering" hefeek^nt nf jef.s dergelijk®--" „Herinnering," herhaalde ik. „Ik zal het mij herinneren, oom. Zoo zeker als vader vermoord is, zal ik eraan denken, wanneer de tijd gekomen is." Het waren zonderlinge woorden voor een jongen. Oom keek mij weer aan, maar daar hij wel begreep, of misschien dacht dat mijn hoofd in do war was door het verdriet, zei hij niets meer. „Heeft u het aan iemand verteld?" vroeg ik eindelijk. „Ik heb nog niemand gezien. Er zal na tuurlijk een onderoek plaats hebben, maar in dit geval kan een onderzoek niets uit richten. De moordenaar en de vermoorde zijn beiden reeds ter verantwoording geroe pen. Maar waar zou de man gebleven zijn die zijn getuigenis heeft afgelegd? Het was een onwaarschijnlijk verhaal en dat. alles maakt het nog meer verdacht. Maar lieve hemel!" riep mijn oom plotseling uit, „dat dit mij niet eerder ingevallen is' Je vader zou varen op de „Belle Fortune" cn die man gaf den naam „James and Elisabeth" op. „ITet was de „Belle Fortune" en de man heeft onwaarheid gesproken. „Dat denk ik ook." „Ik weet het zeker." „Hoe kan je dat zeker weten?" „Omdat de „James and Elisabeth" op T oogenblik in de haven te Falmouth ligt en de kapitein logeert in de Lugger." Toen vertelde ik hem dat ik den kapitein Antonius Merrydew gesproken had. Ach, mijn hart had behoefte zich uit te spreken, ik vertelde de geheele geschiedenis van mijn ontmoeting rnet John Railton en wat er op de Doodemans Rots was gebeurd. Ieder woord vertelde ik, tot hetgeen de doode man had nagelaten toe het pakje en den hriof rli^n ik in eten kocsdaj vers.to.pt had. Naarmate ik verder vertelde, werden mijn oom's oogen al grooter cn grooter van verbazing. Maar ik vertelde steeds door lot aan het einde toe en hij twijfelde niet meef zooals zoo pos of ik wel goed bij 't hoofd was, maar zijn aandacht en belangstelling werden steeds grooter. Toen mijn verhaal uit was, ontstond er een langdurig stilzwijgen. Eindelijk zei oom Loveday: „Het is een merkwaardig verhaal een heel merkwaardig verhaal," zei hij lang zaam cn peinzend. „Ik heb in mijn leven niet zoo'n vreemd verhaal gehoord. Maar de man moet gepakt worden. Hij kan nog niet ver hier vandaan zijn als hij, zooals* je zegt, gisternacht nog te Lantrig was. Ik veronderstel dat ze hem al aan het zoe ken zijn in de buurt van Polkimbra, nadat zij de verklaring van den kapitein gehoord hebben, maar toch zal ik Joe Roscaria et op af sturen, die beneden is. Ik moet een pijp rooken, Jasper, om er nog eens goed over na te denken. Gewoonlijk rook ik niet veel, je tante houdt niet van den reuk. Maar het verzamelt je gedachten en dit is wel de moeite waard om er over na te denken. Jij kan je intusschen wel aanklee- den als je je gezond genoeg gevoelt om op te staan. En loop dan even naar den stal cn haal het pakje dat je daar verstopt hebt, we zullen het samen doorlezen als ik mijn pijp gerookt heb. Het is een merkwaardig verhaal", herhaalde hij, terwijl hij de deur langzaam opendeed, „een wonderlijke ge schiedenis. Ik moet een pijp rooken. Een heel merkwaardige geschiedenis." Dit zeggende ging hij naar beneden en ik ging mij aankleeden. AVordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5